De Verenigde Naties - inkijkexemplaar

Page 1

De redactie JAN WOUTERS (hoofdredacteur), voorzitter Vereniging voor de Verenigde Naties (VVN), gewoon hoogleraar Internationaal Recht en Recht der Internationale Organisaties, hoofd Instituut voor Internationaal Recht (K.U.Leuven)

FRANK MAES, ondervoorzitter VVN, docent Internationaal Recht (Universiteit Gent) NERI SYBESMA-KNOL, erevoorzitter VVN, emeritus hoogleraar Internationaal Recht (Vrije Universiteit Brussel) RIA HEREMANS, voormalig hoofd van het VN-Informatiecentrum voor België, Nederland, Luxemburg en de EU-instellingen

nr. 1

In 2005 bestaan de Verenigde Naties (VN) zestig jaar. Tijd om een balans op te maken van de verwezenlijkingen en de toekomst van deze organisatie. De Verenigde Naties. Een wereld van verschil? bundelt een dertigtal kritische bijdragen van VN-specialisten en betrokkenen uit de academische wereld, de overheid en de nietgouvernementele sector. Deze uitgave vormt het startpunt van de Wereldvisie-reeks, waarin de vele thema’s die centraal staan voor de VN aan bod komen: gezondheid, ontwikkelingssamenwerking, milieu, cultuur, onderwijs, wereldhandel, werkgelegenheid… Dit boek laat je kennismaken met het institutionele VN-kader en met de plaats van de VN in Vlaanderen, België en de Europese Unie. Er wordt dieper ingegaan op de relatie tussen de VN en niet-overheidsactoren en op de verschillende activiteitsdomeinen, vandaag en in de toekomst. Een aanrader voor wie zich interesseert in of vragen stelt bij de Verenigde Naties, haar betekenis, haar functie en haar wereldomvattende thema’s en activiteiten.

SVEN BISCOP, senior research fellow Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen, professor Europese Veiligheid (Universiteit Gent), associate lecturer Euro-Mediterrane Relaties (Université Libre de Bruxelles)

JAN WOUTERS is sinds 2003 voorzitter van de Vereniging voor de Verenigde Naties. Hij is directeur van het Instituut voor Internationaal Recht en gewoon hoogleraar Internationaal Recht en Recht der Internationale Organisaties aan de K.U.Leuven.

FANNY DOUVERE, wetenschappelijk medewerkster Maritiem Instituut (Universiteit Gent)

CEDRIC RYNGAERT is wetenschappelijk medewerker, verbonden aan het Instituut voor Internationaal Recht aan de K.U.Leuven.

DE VERENIGDE NATIES Een wereld van verschil?

CEDRIC RYNGAERT (redactiesecretaris), wetenschappelijk medewerker, Instituut voor Internationaal Recht (K.U.Leuven)

WERELDVISIE WERELD VISIE

J. Wouters en C. Ryngaert (red.)

WERELDVISIE WERELD VISIE

WERELDVISIE WERELD VISIE Over de reeks

DE VERENIGDE NATIES

Een wereld van verschil? Jan Wouters en Cedric Ryngaert (red.)

De Verenigde Naties. Een wereld van verschil? is de eerste publicatie in een reeks toegankelijk geschreven boeken waarin de activiteiten van de Verenigde Naties in ruime zin kritisch in kaart worden gebracht. De thema’s die in deze reeks aan bod komen, zijn wereldomvattend en spreken iedereen aan die met de hedendaagse maatschappij begaan is: veiligheid, terrorismebestrijding, wapenbeheersing, vredesoperaties, mensenrechten, duurzame ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking, wereldhandel, vluchtelingen, milieu, zee, ruimte, internationaal recht, aids, drugsbestrijding, bevolkingsproblematiek, genderproblematiek, kinderen… Bij al deze thema’s zal de rode draad duidelijk zijn, met name het belang van een geïnstitutionaliseerde samenwerking in een geglobaliseerde wereld. Om een zo breed en objectief mogelijk beeld te geven bij ieder van deze thema’s, worden bijdragen gebundeld van VN-specialisten en betrokkenen uit de academische wereld, de overheid en de niet-gouvernementele sector.


Eric Suy

De Veiligheidsraad in het Handvest In dit eerste deel zullen wij het hebben over het grondwettelijke aspect van de Veiligheidsraad. Het Handvest van de Verenigde Naties handelt uitvoerig over de Veiligheidsraad omdat dit orgaan centraal staat in de poging om de internationale vrede en veiligheid te verzekeren. Het is derhalve van belang te weten hoe die Veiligheidsraad eruitziet. Vanzelfsprekend is het lidmaatschap in dit orgaan van groot belang. Het Handvest bevat verder bepalingen over de functies en bevoegdheden van de Veiligheidsraad. Dit zijn fundamentele en soms moeilijke aspecten die stof geven voor veel discussie. Verder zijn er in het Handvest bepalingen over de subsidiaire organen van de Raad en over de verhoudingen tussen de Raad en de Algemene Vergadering. Vooraf moet echter gewezen worden op het feit dat de Veiligheidsraad een van de zes hoofdorganen van de Verenigde Naties is, naast de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de Economische en Sociale Raad, de Voogdijraad, het Secretariaat en het Internationaal Gerechtshof (artikel 7 van het Handvest).

De samenstelling van de Veiligheidsraad De Veiligheidsraad bestaat uit twee soorten leden: de permanente leden en de nietpermanente leden. Artikel 23 van het Handvest luidt als volgt: “De Veiligheidsraad bestaat uit vijftien Leden van de Verenigde Naties. De Republiek China, Frankrijk, de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Verenigde Staten van Amerika zijn permanente leden van de Veiligheidsraad. De Algemene Vergadering kiest tien andere Leden van de Verenigde Naties als niet-permanente leden van de Veiligheidsraad...”

Zoals men kan merken, zijn de permanente leden de overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog. Na de implosie van de Sovjet-Unie (de vroegere USSR) heeft de Russische Federatie het permanent lidmaatschap overgenomen. Het Handvest, dat tot stand is gekomen in 1944-1945, draagt dan ook zeer duidelijk de sporen van de euforie waarin de geallieerden zich toen bevonden. Dit blijkt onder meer uit hoofdstuk 7 van het Handvest (waarover later). Bij de verkiezing van de niet-permanente leden van de Veiligheidsraad speelt in feite het criterium van de ‘billijke geografische spreiding’ een doorslaggevende rol. In de schoot van de Organisatie hebben zich regionale groepen gevormd die beslissen welke van hun leden voorgedragen zullen worden voor een niet-permanent lidmaatschap. Deze groe20


7. HET ST ELS EL VAN DE GE SPE CI ALI SE E RDE O RGANI SATI E S

Neri Sybesma-Knol

Het concept

1

Volgens het Handvest valt onder het mandaat van de Verenigde Naties onder meer het oplossen van “internationale problemen van economische, sociale, culturele of humanitaire aard”, een opdracht die op de eerste plaats is toevertrouwd aan de Economische en Sociale Raad (ECOSOC) en zijn netwerk van hulporganen. Daarnaast geeft artikel 57 de Raad echter nog de bevoegdheid om akkoorden af te sluiten met “gespecialiseerde organisaties die door een overeenkomst tussen regeringen zijn ingesteld en die, zoals omschreven in hun statuten, omvangrijke internationale verantwoordelijkheden hebben op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsook op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en aanverwante gebieden”. De term ‘gespecialiseerde organisatie’ komt dus uit het Handvest zelf. De verschillende akkoorden waarin de elementen van de onderlinge relatie zijn neergelegd, worden voor de VN onderhandeld en afgesloten door ECOSOC, maar moeten wel door de Algemene Vergadering worden goedgekeurd (artikel 68). Ook de opdracht om het werk van de gespecialiseerde organisaties te coördineren en op geregelde tijdstippen hun rapporten te ontvangen en te bespreken, ligt bij ECOSOC. De ‘band’ met de VN betekent niet dat deze organisaties op de een of andere manier ondergeschikt zijn aan, of afhankelijk van, de Verenigde Naties: ze blijven zelfstandige onafhankelijke organisaties, met een volledige budgettaire en aanwervingsautonomie, en binnen hun eigen domein bepalen ze volledig hun eigen beleid. Maar toch: ze maken allemaal deel uit van een wereldwijd en alomvattend systeem “voor internationale vrede en veiligheid”. Deze link met het vredesconcept van de Verenigde Naties is ook uitdrukkelijk neergelegd in elk van de verschillende constitutionele instrumenten. In de loop der jaren werd een zestiental organisaties op deze manier ‘verbonden met de VN’: 73


Fiona Ang

Mandaat Oorspronkelijk had UNICEF weliswaar een beperkt mandaat. Ten eerste hield het zich enkel bezig met kindslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Hierdoor werden voornamelijk Europese kinderen geholpen door UNICEF, en dit – nu het om noodhulp ging – in principe slechts voor korte tijd. Al gauw werd echter duidelijk dat niet alleen die kinderen op dat ogenblik het moeilijk hadden. Daarom werd UNICEF in 1953 een permanent orgaan van de VN dat zich het lot van alle kinderen in de hele wereld zou aantrekken. Ten tweede ging de aandacht lange tijd exclusief naar de bestrijding van honger en ziekte. Enkel voedsel en geneesmiddelen waren van tel. In de jaren 1960 begon UNICEF een vollediger kindbeeld te hanteren. Zo werd ook onderwijs een prioriteit voor deze organisatie. Dit was een bijzonder belangrijke evolutie: degelijk onderwijs kan honger en ziekte immers dikwijls voorkomen. Verwezenlijkingen UNICEF kan een mooi rapport voorleggen. Dit vermeldt onder meer “de stijging van het vaccinatiepeil van kinderen wereldwijd van slechts 10% in 1970 naar bijna 80% vandaag, de nakende uitroeiing van polio en de terugkeer naar school voor meer dan 2 miljoen meisjes in Afghanistan na de val van het Talibanregime”.4 In 1979 vierde UNICEF samen met de hele wereld het Internationale Jaar van het Kind, waarbij kinderen en hun rechten gedurende een volledig jaar centraal stonden. Maar de meest baanbrekende realisatie van UNICEF bestaat zonder twijfel uit het resultaat van zijn hulp aan de creatie en promotie van het Kinderrechtenverdrag.

Het Kinderrechtenverdrag: een ware revolutie Het Kinderrechtenverdrag is revolutionair. In 1989 werd dit verdrag aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN, waarna het ongezien snel geratificeerd werd door bijna heel de wereld. Op dit ogenblik zijn alle lidstaten van de VN partij bij het Kinderrechtenverdrag, op Somalië (dat geen erkende overheid heeft) en de Verenigde Staten van Amerika na.5 Zo’n wereldwijde, haast vanzelfsprekende aanvaarding is uniek in het internationaal recht in het algemeen en in het mensenrechtenlandschap in het bijzonder. Staten zijn meestal niet geneigd om internationale verbintenissen aan te gaan, en zeker niet als het om ‘interne’ aangelegenheden gaat zoals de mensenrechtentoestand van hun onderdanen en andere mensen die zich op hun grondgebied bevinden. Maar voor kinderen maakt de wereld graag een uitzondering. 166


Diederik Kramers

De door UNHCR beschermde vluchtelingen UNHCR ziet het vooral als haar taak om de rechten van vluchtelingen te beschermen en te behartigen. Dat gebeurt door regeringen aan te moedigen zich aan te sluiten bij internationale afspraken voor vluchtelingen, repatrianten en ontheemden; de toekenning van asiel en de billijke afhandeling van asielverzoeken te bevorderen; erop toe te zien dat vluchtelingen een gepaste legale status krijgen, met zo mogelijk dezelfde economische en sociale rechten als de ingezetenen van het land dat hun asiel heeft verleend. Bij het zoeken van oplossingen voor de problemen van vluchtelingen kijkt men naar drie mogelijkheden. De beste optie is dat de vluchteling uiteindelijk kan terugkeren naar zijn of haar land, zodra de omstandigheden dat toelaten. Als dat niet lukt, helpt UNHCR hen waar mogelijk te integreren in het land dat hun asiel heeft geboden, of anders om zich te vestigen in een derde land dat quota van uitgenodigde vluchtelingen voor hervestiging accepteert. Momenteel zijn er slechts negen (geïndustrialiseerde) landen die zo’n programma voor hervestiging hebben lopen – onder meer de VS, Canada, Australië, Zweden, Nederland – maar verscheidene nieuwe landen hebben zich al aangemeld om vluchtelingen op te nemen, waaronder IJsland, Chili, Brazilië, Benin en Burkina Faso. UNHCR maakt zich ook sterk voor een hervestigingsprogramma voor de Europese Unie. Door de jaren heen kreeg UNHCR een wijdere actieradius om vluchtelingen overal ter wereld te helpen. De organisatie groeide ook enorm uit: van een staf van 35 man met 300.000 dollar in kas, tot een wereldwijde operatie met meer dan 5.000 stafleden in 116 landen en een begroting van (of beter gezegd: de behoefte aan) circa een miljard dollar per jaar om vluchtelingen te helpen. In de tussentijd heeft zij ruim vijftig miljoen vluchtelingen helpen terugkeren naar huis. Lag de nadruk in de eerste jaren op Europa, het dekoloniserende Afrika werd daarna een belangrijk aandachtsgebied. Op het hoogte- (of diepte)punt in 1994 kende het continent bijna twaalf miljoen vluchtelingen: in het Grote-Merengebied, de Hoorn van Afrika, Soedan, Angola... Azië kende zo mogelijk nog grotere vluchtelingencrises, met name in Bangladesh, Indochina, Afghanistan en Irak. In Latijns-Amerika raakte UNHCR in de jaren 1980 betrokken bij de hulpverlening in drie gelijktijdige burgeroorlogen in Midden-Amerika: Nicaragua, El Salvador en Guatemala. De meeste van deze vluchtelingen bleven als ontheemden binnen de eigen landsgrenzen, totdat UNHCR ze midden jaren 1990 kon helpen terugkeren. Met de val van de Berlijnse Muur in 1989 kwam ook Europa weer op de vluchtelingenkaart te staan. Nadat er in de jaren 1950 oplossingen waren gevonden voor de 180


2 9. V L AANDER EN EN DE VN

Geert Bourgeois

Inleiding Het Belgische staatsbestel is uniek in die zin dat de deelstaten (de gemeenschappen en de gewesten) de bevoegdheid hebben een buitenlands beleid te voeren op al de domeinen waarvoor ze in hun eigen territorium bevoegd zijn (onderwijs, cultuur, media, milieu, ...). Dat geldt niet alleen voor de bilaterale betrekkingen met partnerlanden (zoals de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland in het kader van de Taalunie of het culturele verdrag), maar ook voor het multilaterale systeem. Aangezien de Verenigde Naties en de instellingen uit de VN-familie in de regel enkel België als gesprekspartner hebben, hebben de federale overheid en de overheden van de deelstaten een regulier overleg opgezet, zowel in het kader van een Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid (ICBB), die alle ministers voor buitenlandse aangelegenheden bijeenbrengt, als op ambtelijk vlak. Ze sloten hiertoe ook een samenwerkingsakkoord dat de standpuntbepaling en de deelname aan internationale conferenties regelt.1 Op grond van dit samenwerkingsakkoord namen de Vlaamse ministers van Cultuur en van Onderwijs in het verleden al namens België het woord tijdens de plenaire zitting van de Algemene Conferentie van de Organisatie van de Verenigde Naties (VN) voor Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur (UNESCO), een organisatie waarvan de beleidsdomeinen onderwijs, cultuur, wetenschap en media bij uitstek tot de bevoegdheden van de Belgische deelstaten behoren. Ook werden op grond van dit samenwerkingsakkoord twee vertegenwoordigers van de Vlaamse regering met diplomatiek statuut geaccrediteerd bij de internationale organisaties in Genève enerzijds en bij UNESCO in Parijs anderzijds. Het ambtelijke intern-Belgische overleg inzake multilaterale aangelegenheden wordt door de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken op regelmatige basis georganiseerd in het kader van federale coördinatievergaderingen over het multilaterale beleid (Coormulti), waar de deelstaten en de eventueel betrokken federale ministeries elk 309


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.