De redactie FRANK MAES (hoofdredacteur), voorzitter van de Vereniging voor de Verenigde Naties (VVN), hoofddocent Internationaal Publiekrecht (Universiteit Gent)
JAN WOUTERS, erevoorzitter VVN, gewoon hoogleraar Internationaal Recht en Recht der Internationale Organisaties NERI SYBESMA-KNOL, erevoorzitter VVN, emeritus hoogleraar Internationaal Recht (Vrije Universiteit Brussel) RIA HEREMANS, voormalig hoofd van het VNInformatiecentrum voor België, Nederland, Luxemburg en de EU-instellingen
nr. 10
Migratie staat volop in de belangstelling. Onder invloed van demografische en economische factoren en in het bijzonder de hedendaagse globaliseringstendensen, verlaten steeds meer mensen hun thuis om elders te gaan leven. De wereld telt vandaag meer dan 214 miljoen migranten en hun aantal zal in de toekomst blijven stijgen. Migratie is een complex fenomeen en omvat een veelheid aan dimensies. Deze monografie gaat in op enkele van deze dimensies, waaronder multiculturalisme en integratie, brain drain, terugkeer en circulaire migratie. De bijdragen in deze monografie zijn geschreven door auteurs met verschillende achtergronden en diverse ervaring op het gebied van asiel en migratie. Dit levert een boeiende variatie aan perspectieven op. MICHÈLE MOREL is aspirant-onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de UGent. CEDRIC RYNGAERT is docent internationaal recht aan de K.U.Leuven en hoofddocent internationaal recht aan de Universiteit Utrecht. Hij is ook ondervoorzitter van de Vereniging voor de Verenigde Naties (VVN).
SVEN BISCOP, directeur van de onderzoeksgroep ‘Europa in de wereld’ aan het Egmont Instituut en docent Europese veiligheid aan het Europacollege en de Universiteit Gent VERONIQUE JOOSTEN, medewerker FOD Buitenlandse Zaken PIET WILLEMS, assistent internationaal recht (Universiteit Gent)
Dit project werd uitgevoerd met de financiële steun van de Vlaamse Regering. De Vlaamse overheid kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van deze uitgave.
MET DE STEUN VAN DE VLAAMSE OVERHEID
9 789033 486517
Migratie. Winnaars en verliezers
CEDRIC RYNGAERT (redactiesecretaris), hoofddocent internationaal recht Universiteit Utrecht en docent internationaal recht K.U. Leuven
Wereldvisie
Michèle Morel en Cedric Ryngaert (red.)
Wereldvisie
Wereldvisie Over de reeks Migratie. Winnaars en verliezers is de tiende publicatie in een reeks van toegankelijk geschreven boeken waarin de activiteiten van de Verenigde Naties in ruime zin kritisch in kaart worden gebracht. De thema’s die in deze reeks aan bod komen zijn wereldomvattend en spreken iedereen aan die met de hedendaagse maatschappij begaan is: veiligheid, terrorismebestrijding, wapenbeheersing, vredesoperaties, mensenrechten, duurzame ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking, wereldhandel, vluchtelingen, milieu, zee, ruimte, internationaal recht, aids, drugsbestrijding, bevolkingsproblematiek, genderproblematiek, kinderen …
Migratie Winnaars en verliezers Michèle Morel en Cedric Ryngaert (red.)
Bij al deze thema’s is de rode draad het belang van een geïnstitutionaliseerde samenwerking in een geglobaliseerde wereld. Om een zo breed en objectief mogelijk beeld te geven bij ieder van deze thema’s, worden bijdragen gebundeld van VN-specialisten en betrokkenen uit de academische wereld, de overheid en de niet-gouvernementele sector.
MIGRATIE EN DE VERENIGDE NATIES
Hieronder worden de geschatte aantallen migranten en vluchtelingen per continent weergegeven:16
50 miljoen M 700.000 V
70 miljoen M 1,5 miljoen V
61miljoen M 11 miljoen V
7,5 miljoen M 500.000 miljoen V
Figuur 2.3.
20 miljoen M 2,5 miljoen V
6 miljoen M 60.000 V
Geschatte huidige aantallen migranten en vluchtelingen per continent.
Internationaal migratiebeheer (governance) Migratie heeft per definitie een grensoverschrijdend karakter. Om die reden is, zoals bij alle transnationale kwesties, een zekere mate van samenwerking tussen staten noodzakelijk om de migratiestromen op ordentelijke wijze te laten verlopen, te beheren of te reguleren. Met andere woorden, de internationale gemeenschap heeft behoefte aan een bepaalde vorm van beheer of governance van internationale migratie: de regulering van migratie als transnationaal verschijnsel via internationale instituties en organisaties. Vreemd genoeg bestaat er vandaag geen formeel multilateraal institutioneel kader dat 23
JOHAN WETS
De dynamiek achter hooggeschoolde migratie: actoren, processen en doelstellingen Bij het migratieproces van hooggeschoolden zijn verschillende actoren betrokken: de migrant, de maatschappij van waaruit hij vertrekt, het gastland, de werkgever en eventuele intermediairen. De doelstellingen, baten en verliezen verschillen naargelang de actor. Zij kunnen in elkaars verlengde liggen, maar evenzeer tegengesteld zijn. Belangrijk in het hele migratieproces is dat de beslissing om te migreren genomen wordt door de migrant als individu die alle pro’s en contra’s die hij of zij kent, afweegt. Deze kunnen zuiver economisch zijn, of meer immaterieel zoals meer mogelijkheden of een grotere vrijheid. Op basis van deze afweging wordt dan de ‘rationele’ beslissing genomen om de stap naar migratie te zetten. Zowel in het vatten van het hele proces als in het uittekenen van begeleidende maatregelen op economisch en op politiek niveau is het belangrijk dit steeds in het achterhoofd te houden. De migrant neemt individuele beslissingen en heeft ook onvervreemdbare individuele rechten. De migrant leeft vanzelfsprekend niet in een sociaal vacuüm. Zelfs bepaalde karakteristieken, zoals zijn opleidingsniveau, zijn verkregen door de positie in en de bijdrage vanuit de maatschappij. Het individu heeft dus niet alleen zekere rechten, maar ook verplichtingen tegenover de maatschappij die in hem of haar geïnvesteerd heeft door bijvoorbeeld een deel van de opleidingskost te betalen. De baten voor het thuisland kunnen de naar huis gezonden spaarcenten en/of goederen zijn, het sociaal netwerk dat uitgebouwd wordt, het opleidingseffect van een verblijf in het buitenland voor de persoon op het ogenblik van terugkomst enzovoort. De volgende actoren die in dit proces betrokken zijn, zijn het gastland – dat bepaalt wie al dan niet en onder welke voorwaarden het land mag binnenkomen – en de werkgever. De werkgever is vragende partij in deze. Als er gekeken wordt naar recente evoluties in onze buurlanden kan vastgesteld worden dat de openingen die er gecreëerd werden (en de greencards en nu ook bluecards die uitgereikt werden), het gevolg zijn van het lobbywerk van de werkgevers. Ook in de Belgische context klinkt de stem van de werkgevers het luidst in de discussie over een gecontroleerde nieuwe arbeidsmigratie. Het migratieproces speelt zich af in een gemondialiseerde samenleving, in een wereldwijde economie waar vraag en aanbod elkaar over een grote afstand vinden, ook wat werkkrachten betreft. In een aantal maatschappijen zijn mensen bereid naar het buitenland te trekken om hun individuele levensproject als migrant gestalte te geven. Meestal ligt een onvoldoende bevredigende situatie (absoluut of relatief ) hierbij aan de basis. De link tussen migratie en het niveau van ontwikkeling lijkt soms tegenstrijdig. Als 36
HERSENVLUCHT, BLAUWE KAARTEN EN DE MEDISCHE SECTOR ALS CASE
Migratiegeneigdheid
landen een bepaalde minimumstandaard van economische ontwikkeling bereiken, heeft migratie de neiging eerder toe te nemen dan af te nemen. Als het op nationaal niveau bekeken wordt, kan vastgesteld worden dat migratie toeneemt naarmate het BNP per capita groeit, maar terug daalt na verloop van tijd.
Korte afstandsmigratie
Lange afstandsmigratie ongeschoold Lange afstandsmigratie geschoold
0
1
2
3
4
5
6
7
Gemiddeld inkomen per capita in USD (* 1 000)
Bron:
Fisher P. & Straubhaar Th. (1996)
Figuur 3.1.
De migratiebult
Figuur 3.1. geeft deze dynamiek grafisch weer. De inkomensniveaus in de figuur zijn berekend op basis van de emigratiepatronen in de Zuid-Europese landen tussen 1960 en 1980. De geschetste relatie tussen migratiegeneigdheid en inkomen blijft gelden, maar de nominale inkomens waarop het keerpunt wordt vastgesteld liggen anno 2011 behoorlijk hoger. In de figuur kan ook afgelezen worden hoe het keerpunt afhangt van het ‘opleidingsniveau’ van de potentiële immigranten en van de kost en de afstand van de immigratie. Het volume lange afstandmigranten is voor hetzelfde inkomen duidelijk kleiner. Voor hooggeschoolden ligt het breekpunt waarop de curve terug daalt opmerkelijk verder dan voor laaggeschoolden. Emigratie en de hiermee gepaard gaande geldstroom naar het moederland is een belangrijk element in de economie van de ontwikkelingslanden. De transfers van de ge37
NICOLE DE MOOR
Wie na een negatieve afloop van een verblijfsprocedure, of na intrekking of beëindiging van een legale verblijfsperiode, een bevel krijgt om het grondgebied te verlaten, moet België binnen een bepaalde periode verlaten (verplichte terugkeer). Hij heeft de keuze om dat zelfstandig, met eigen middelen, te doen, of gebruik te maken van een georganiseerde, ondersteunde, terugkeer. Na afloop van deze (uitzonderlijk verlengbare) periode, kan de vreemdeling gedwongen worden uitgewezen, en kan hij administratief worden vastgehouden in een gesloten centrum met het oog op een dergelijke gedwongen verwijdering. Vreemdelingen worden aangespoord aan de verplichting tot terugkeer te gehoorzamen, enerzijds via terugkeer- en herintegratieprogramma’s, anderzijds door het vooruitzicht op een gedwongen verwijdering. Projecten die de terugkeer van afgewezen asielzoekers ondersteunen, hebben ontegensprekelijk een meerwaarde ten opzichte van een gedwongen terugkeer, zowel voor de betrokkene zelf als voor de overheid, maar zouden het discours van de ‘vrijwilligheid’ moeten verlaten.6 Vrijwillige terugkeer
Verplichte terugkeer
Wie?
Vreemdelingen die legaal in het land van bestemming verblijven (bv. asielzoekers, erkende vluchtelingen, vreemdelingen met een tijdelijk of permanent verblijfsstatuut op grond van gezinshereniging, arbeid)
Vreemdelingen die niet het recht hebben in het land van bestemming te verblijven, en aldus verplicht zijn dat land te verlaten (bv. uitgeprocedeerde asielzoekers die een bevel kregen het grondgebied te verlaten)
Terugkeermodaliteiten
J Zelfstandige terugkeer J Ondersteunde terugkeer
J Zelfstandige terugkeer J Ondersteunde terugkeer J Gedwongen terugkeer
Bovenstaande figuur reflecteert beter hoe vreemdelingen hun terugkeer ervaren. Wanneer zij het land verlaten na een uitwijzingsbevel voelen zij dat immers niet aan als ‘vrijwillig’, maar willen zij enkel een gedwongen terugkeer of illegaal verblijf vermijden. Vrijwillige terugkeer bestaat enkel wanneer de migrant de bewuste keuze maakt tussen remigratie en integratie in het land van bestemming. De ‘gehoorzame’ terugkeer van mensen die niet legaal kunnen verblijven in hun land van bestemming is geen vrijwillige terugkeer, maar kan wel ondersteund worden met terugkeer- en herintegratieprogramma’s, zodat ook voor hen de terugkeer het begin kan zijn van een menswaardig bestaan in het herkomstland. De Europese Commissie benadrukt de rol van ondersteunde terugkeer in een geïntegreerd terugkeerbeleid, met het oog op een doeltreffende en duurzame terugkeer.7 52