jaar 2020. Best spannend, avontuurlijk, zelfs beangstigend. Dankzij mindfulness en de wijze raad van o.a. Vero de kluizenaar slagen Panteleimon, Harlemoet de hofnar en zijn ouders erin om met niet-oordelende wijsheid en mededogen hun angsten te onderkennen, te accepteren en te overwinnen. De verhalen die samen toch één geheel vormen, zijn opgebouwd rond de ‘normale’ kinderangsten. Die horen nu eenmaal bij elke ontwikkelingsfase. Toch kunnen deze angsten kinderen én opvoeders van slag brengen. Dit boek biedt jou en de kinderen niet enkel vele meditatieve vaardigheden aan, maar ook inzichten en tips uit andere psychologische stromingen. Het boek richt zich tot kinderen van ca. 9 tot 12 jaar, maar ook tot ouders, leerkrachten en therapeuten die voor hen zorg dragen. Het veronderstelt een volgehouden engagement om dit boek SAMEN met de kinderen én in dialoog met hen te doorgronden.
Veronique Benoit is kinesitherapeut. Ze volgde een opleiding tot psychotherapeut aan de Academie voor Integratieve Psychologie in Gent. Daarnaast is ze mindfulness-trainer en medeoprichter van KiddyMinds vzw. In haar privépraktijk begeleidt ze volwassenen die lijden onder de hedendaagse stress. De voorbije jaren groeide ook haar interesse voor kinderen met emotionele moeilijkheden.
Berti Persoons
is leraar en geeft mee vorm aan het gelijke onderwijs-
kansenbeleid in het buitengewoon lager onderwijs. Hij is medeoprichter van KiddyMinds vzw. Nadat hij de opleiding als mindfulness-trainer aan het Instituut voor Aandacht en Meditatie afrondde, startte hij de 4-jarige therapeutenopleiding aan de Educatieve Academie te Berchem.
9
789033 485732
Persoons V. Benoit MINDFUL MINDFUL OMGAAN PLAGEN EN PESTEN V.B.Benoit en B.enPersoons OMGAANMET MET KINDERANGSTEN
In dit boek maakt Panteleimon een gewaagde reis vanuit de middeleeuwen naar het
Veronique Benoit en Berti Persoons
MINDFUL
OMGAAN MET
KINDERANGSTEN
1. Mindfulness Aandachtig aanwezig Je hebt dit boek niet zomaar gekozen. Iets trok je aandacht. Was het de titel in zijn geheel, of sprong één van de woorden in het oog: mindfulness, angsten, kinderen? Sprak de afbeelding op de kaft tot je verbeelding? Of was je eerder en expliciet gericht op zoek naar een boek over angsten, en hoe ermee om te gaan? Hoe dan ook, op een zeker ogenblik maakte je een keuze en begon je dit boek te lezen. Ging hier een ‘stopmoment’ aan vooraf en was je keuze bewust? Of was het eerder een automatische handeling?
Elke keer dat men werkelijk aandacht schenkt breekt men een stukje kwaad af in zichzelf. Simone Weil
Mindfulness cultiveert gerichte aandacht, een basisvoorwaarde om aanwezig te zijn in dit moment. Aandachtig aanwezig zijn is meer dan je enkel concentreren. Als je je concentreert, richt je je aandacht op één object en merk je de invloeden uit je omgeving amper op. Waarschijnlijk zoals nu! Je wordt zo fel meegezogen door wat je leest dat je de geluiden om je heen en de sensaties in jou niet opmerkt, tenzij ze extreem opduiken zoals een deur die hard dicht knalt of barstende hoofdpijn. Als je attent wordt gemaakt op de afleidingen, zoals op dit moment, is de kans groot dat je deze interne en externe prikkels wel opmerkt. Mindful aanwezig zijn is dus opmerkzaam zijn voor alles binnen en buiten jou. Het leert je aandacht schenken aan het hier en nu. Je geeft op een vriendelijke en open wijze aandacht aan je ervaring: je gedachten, je gevoelens, je lichamelijke sensaties en je gedrag. Mindfulness nodigt je uit om te ‘blijven’ bij wat je opmerkt. Toch blijft mindfulness vragen oproepen en wordt het door een aantal mensen geassocieerd met hocus pocus, een sekte, een tovermiddel om te ontstressen, een geheimzinnige bedoening, een zweverige gebeurtenis en iets raars dat niet bij de
10
2. KINDERANGSTEN
Die nooit hoop had, had nooit angst.
Lang leve de angst Net zoals vreugde, verdriet en boosheid hoort angst bij het mensenleven, ook bij dat van kinderen. Angst is nu eenmaal een oermechanisme, een reactie van lichaam en geest op wat als een bedreiging overkomt. Elk kind zal dus van tijd tot tijd bang zijn. Angst stelt kinderen in staat om te reageren – soms ongepast en weinig oplossingsgericht – in situaties die ze als gevaarlijk of onwenselijk ervaren. Bang zijn of je angstig voelen zijn dus in essentie vormen van zelfbescherming en behoeden kinderen en jongeren voor onnodige risico’s. Onaangenaam, wel nuttig!
Uiten van angst Angst kan op diverse manieren geuit worden: door taal van het woord, door lichaamstaal, door handelingen, door woede-uitbarstingen, door timide en teruggetrokken gedrag. Kinderen kunnen angst ook uiten in hun spel of in hun tekeningen, en dat kan dan een aanknopingspunt vormen om erover te praten. Nochtans slagen veel kinderen erin hun angsten verborgen te houden. Denk maar aan de jongens en meisjes die slachtoffer zijn van seksueel misbruik, maar er zorgvuldig over waken dat deze feiten niet aan het licht komen. Vaak uit angst! Je mag dus blij zijn als kinderen je rechtuit vertellen dat ze bang zijn. Het is meteen duidelijk dat het kind door iets beroerd wordt. Je kunt ermee aan de slag.
Onduidelijke signalen Sommige angstsignalen zijn minder duidelijk. De kinderen gedragen zich onrustig en reageren prikkelbaar. ’s Nacht schieten ze wakker of vallen moeilijk in slaap. Vooral kinderen die het slachtoffer zijn van onrecht – welke vorm ook, fysiek of emotioneel – zijn als de dood dat deze gegevenheid in de openbaarheid komt. Zolang de buitenwereld niets weet, wanen ze zich veilig: ze hebben tenminste een minimale controle over de situatie.
21
4. Angst en basisbehoeften
Basisbehoeften Kinderen van jong tot oud hebben fundamenteel nood aan een warm nest waarin ze kunnen zijn wie ze zijn en waar ze liefde, koestering en veiligheid ervaren. Abraham Maslov, een Amerikaanse psycholoog, ontwikkelde één van de bekendste theorieën over de hiërarchie van behoeften. Aan de basis liggen de fysiologische behoeften. Als ze niet worden ingevuld, valt het moeilijk om een stapje hoger in de piramide te komen. In Vlaanderen staat het model van Ferre Laevers als een denkkader centraal. Professor Laevers spreekt eveneens over basisbehoeften maar heeft ze eerder beschreven in termen van ervaringsgericht onderwijs.
Kinderen hebben verschillende wensen, maar worden gedreven door dezelfde noden die in termen van behoeften worden beschreven.
Basisbehoeften volgens Ferre Laevers De ontwikkeling van kinderen krijgt volop kansen als de basisbehoeften voldoende invulling krijgen. Deze behoeften behoren nu eenmaal tot de basisuitrusting en kunnen niet ongestraft genegeerd worden. Als een kind fel angstig is en problematisch gedrag vertoont, kun je aan de slag gaan met de behoeften aan geborgenheid en erkenning onder voorwaarde dat de onderliggende behoeften niet fundamenteel zijn geschaad.
40
6. ANGST EN HET LICHAAM
Acties in je lichaam als angst zich aandient
Het haar gaat overeind staan.
De hypothalamus zet tot actie aan.
De pupillen verwijden zich.
De hypofyse scheidt hormonen uit.
De transpiratie neemt toe. Het lichaam koelt af. De luchtwegen verwijden zich om dieper te ademen.
De bloeddruk stijgt.
Het hart klopt sneller en krachtiger.
De bloedvaten aan het huidoppervlak vernauwen zich.
Het spijsverteringsstelsel vertraagt.
De bijnieren scheiden hormonen uit.
De spieren krijgen meer bloed en bereiden zich voor op actie. De bloedsuikerspiegel stijgt.
49
11. ANGST EN STRESS
De angstcirkel Gebeurtenis Je wandelt naar school. Iemand die je niet kent, vraagt je de weg. Niet fijn, denk je, laat me met rust.
ANGST ... neemt toe ...
Coping Een week later word je door een ander op straat aangesproken.
Spanning Wat wil die van me? Bang en boos. Je hart klopt in je keel.
Omgaan met problemen vermindert.
Vermijden Je verlaat de winkel en wandelt verder naar school. Je houdt de voetgangers in het oog en maakt een boogje rond mensen die je niet kent.
Gedrag Je loopt een winkel binnen.
Afname van ANGST Hier is het veilig. Je hart klopt rustig.
JE OPDRACHT
Vul je eigen angstcirkel in.
78
HOOFDSTUK 3. DE NACHTWACHT
Storm in het hoofd Terwijl Tinus zit en aandacht geeft aan de adem, merkt hij zijn gedachten, plannen, dromen, angsten en ergernissen op.
Tinus de tovenaar doet niets met deze plannen, dromen en ergernis. Hij merkt ze op en laat ze zijn. Telkens opnieuw brengt hij op een vriendelijke wijze zijn aandacht naar de adem.
Is het soms ook druk in jouw hoofd? Pieker je vaak? Waarover? Hoe voel je je als je piekert?
JE OPDRACHT
Zoek buiten een rustig plekje en ga zitten. Sluit je ogen en maak het stil. Wat merkte je op? Kun je je aandacht blijven richten op de stilte? Kan het wel echt stil zijn? Kun je je gedachten opmerken?
119