Multidisciplinair handboek continentiezorg - inkijkexemplaar

Page 1

Multidisciplinair handboek [vol]

14-11-2008

09:20

Pagina 1

D. De Ridder (red.)

DIRK DE RIDDER is deeltijds hoogleraar aan de K.U.Leuven, kliniekhoofd urologie binnen de UZ Leuven en hoofdgeneesheer van het Nationaal MSCentrum te Leuven. Hij houdt zich reeds jaren bezig met (in)continentieproblematiek in een multidisciplinaire omgeving. Tevens is hij voorzitter van de European Society for Neurourology en van het Standardisation Committee van de International Continence Society.

Multidisciplinair handboek urine-incontinentie

Dit handboek biedt een leidraad voor de praktische continentiezorg. Incontinentie voor urine heeft immers vele facetten. De aanpak bij kinderen, volwassenen, ouderen en mensen met een handicap verschilt duidelijk. Verschillende ervaren verpleegkundigen en artsen hebben vanuit verscheidene invalshoeken aan dit boek meegewerkt. Het is de bedoeling om aan de verpleegkundige in het ziekenhuis of in de thuiszorg, praktische tips te verschaffen en tevens wat achtergrondinformatie te bieden over de verschillende vormen van incontinentie.

Dirk De Ridder (red.)

Multidisciplinair handboek urine-incontinentie Van oorzaak naar aanpak

acco

acco


1.

Inleidende begrippen

1.1

De werking van de blaas

Aan de hand van een sterk vereenvoudigd schema (figuur 1.1) worden de werking en de controle van de blaas verduidelijkt. Voor een meer gedetailleerde beschrijving verwijzen we graag naar specifieke handboeken.

Blaaslichaam Trigonum Sluitspiercomplex of outlet

Functie

Neurotransmitters

Vullen

Noradrenaline (b-receptor)

Ledigen

Acetylcholine

Sluiten

Noradrenaline (a-receptor)

Openen

Stikstofmonoxide (NO)

Figuur 1.1. Functionele anatomie van de blaas.

Om inzicht te verwerven in incontinentie dient men met een paar begrippen rekening te houden. Daarom volgt hier een vereenvoudigde inleiding in de neurofysiologie. De blaas en de sluitspier staan onder een ingewikkelde controle van verschillende zenuwcentra. Voor een goed begrip kan men zich het best voorstellen dat de blaas zelf en het sluitspiercomplex twee aparte organen zijn, die door onze hersenen gedwongen worden om samen te werken. Het feit dat dit twee functioneel verschillende organen zijn, uit zich in een verschillende bezenuwing en werking. Het blaaslichaam of de blaasfundus heeft als belangrijkste functie een reservoirfunctie. Gedurende de blaasvulling stijgt de druk binnenin de blaas nauwelijks. De re-

15


I N C O N TI N E N TI E B I J D E M A N

Bij mannen is nocturie het belangrijkste symptoom. Symptomen van de opslagfase zoals urgency en frequency zijn bij vrouwen en mannen quasi even prevalent (figuur 3.2). Bij mannen worden deze vaak toegeschreven aan prostaatlijden, maar deze symptomen kunnen ook spontaan aanwezig zijn, zonder dat prostaatvergroting hierin een oorzakelijke rol speelt.

Prevalence by Age and Gender

Prevalence of OAB, %

25 Men Women

20 15 10 5 0 18-29

30-34

35-39

40-44

45-49

50-54

55-59

Age Group, years

60-64

65-69

70+

Irwin DE et al. Abstract EAU 2006

Figuur 3.2. Toenemende prevalentie van OAB met de leeftijd, zowel bij de man als bij de vrouw.

Men kan dus stellen dat de LUTS bij de man vooral bestaan uit nocturie. Daarnaast is er een wisselende prevalentie van reservoirstoornissen en ledigingsstoornissen. Wanneer men echter alleen de incontinente mannen beschouwt, komt men tot andere bevindingen. Stressincontinentie bij de man komt bijna uitsluitend voor als een complicatie van prostaatchirurgie. OAB-klachten zijn bij mannen even prevalent als bij vrouwen, maar hierbij dient ook de onderliggende prostaatpathologie in rekening gebracht te worden.

3.2

Mogelijke risicofactoren

Er is weinig onderzoek verricht naar factoren die gerelateerd zijn aan urine-incontinentie. Toch wordt een aantal risicofactoren besproken, zoals leeftijd, lower urinary tract symptoms, functionele en cognitieve stoornissen, neurologische aandoeningen en iatrogene aandoeningen (Abrams, 1999).

34


I N C O N TI N E N TI E B I J O U D E R E N

5.6.1 Algoritme ‘Verpleegkundige continentiezorg in de woon- en zorgcentra’

Het algoritme in figuur 5.1 toont een behandelings- en benaderingsmethode bij incontinente bejaarden in de woon- en zorgcentra, en is bestemd voor de verpleegkundige continentiezorgverlening.

Urinaire incontinentie (UI) bij opname of nieuw ontstane UI of verergering van UI

Verpleegkundig assessment + Leefstijlinterventies + Educatie

Verpleegkundig continentiedossier naar huisarts Symptomen van UI ? j

n

Zorgdoelen Ingepakte incontinentie

Afhankelijke continentie

Onafhankelijke continentie

Gemotiveerd + cognitief intact + onafhankelijk voor toiletbezoek? n j

Resultaat Mini-Cog? Niet-dementerend Dementerend Volumetraining

Vraagplassen

Zorgdoelen bereikt?

Zorgdoelen bereikt? n

j

j

n Huisarts j

Nieuwe behandeling?*

*Medische interventie

n

Nieuwe behandeling?* n

Zorgdoelen bereikt?

Zorgdoelen bereikt? j n

n

j

Huisarts j

Controlewissel

j

Probleem is motivatie?

n

Gewoonteplassen (of klokplassen)

Huisarts j

Nieuwe behandeling?* n

De ovalen velden betekenen het begin- en eindpunt, de rechthoeken de interventies en de ruiten de beslismomenten. Met een asterisk (*) wordt aangegeven wanneer er zorg verleend kan worden door de huisarts (Vlaamse Continentierichtlijn Verpleegkundige Kwaliteitszorg).

Figuur 5.1. Algoritme ‘Verpleegkundige continentiezorg in de woon- en zorgcentra’.

64


11.

Sociale wetgeving en incontinentie

Sommige financiële tussenkomsten worden automatisch uitgekeerd, maar het merendeel moet de patiënt zelf aanvragen. Verwijs de patiënt daarvoor naar de sociale dienst van het ziekenfonds, het OCMW of het ziekenhuis. De sociale werker is het best geplaatst om te onderzoeken voor welke financiële bijstand de patiënt in aanmerking komt en kan ook helpen bij de aanvraag en de administratieve opvolging. Raadpleeg www.uitgeverijacco.be/downloads voor meer recente informatie. Soort tussenkomst

Aanvragen bij

1.

Bijzondere tussenkomsten van aanvullende vrije verzekeringen (bv. hospitalisatietussenkomst, herstelverlof, tussenkomst gezinshulp, uitleendienst...)

ziekenfonds

2.

Forfait incontinentiemateriaal (430,46 euro/jaar; 01-01-2008): Voorwaarden: Gedurende 12 maanden, minstens 4 maanden recht hebben op forfait B/C én incontinentie minstens 3 of 4 scoren op de Katzschaal Thuis verblijven Opname in een VF-instelling of gedeeltelijke dag-nachtpsychiatrie is geen probleem Om een nieuwe tegemoetkoming te krijgen moeten er minstens 12 maanden verstreken zijn sinds de vorige beslissing tot toekenning Cumuleerbaar met forfait chronische zieken Bepaalde gemeenten geven een forfaitaire afvalvergoeding, attest van huisarts volstaat

3.

4.

Forfait chronische zieken (261,97 euro/jaar; 01-01-2008): Via de maximumfactuur (MAF) houdt men rekening met de som van de betaalde remgelden van het huidige kalenderjaar en het jaar voordien Voor deze reglementering kan het best met de sociale dienst contact genomen worden omdat er aan uitgebreide voorwaarden voldaan moet worden Cumuleerbaar met incontinentieforfait Vlaamse zorgverzekering: tussenkomst voor niet-medische kosten voor mantelzorg van zwaar zorgbehoevenden (thuis of in het rusthuis) Een van de volgende voorwaarden moet vervuld zijn: a) forfait B/C op de Katzscore van verpleegkundigen b) minstens 35 op de Belscore van een erkende dienst gezinszorg

automatische uitbetaling voor de patiënt die gekend is als gebruiker van thuisverpleging

ziekenfonds

zorgkas naar keuze

a) ziekenfonds b) dienst gezinszorg

131


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.