Praten met kinderen op school - inkijkexemplaar

Page 1

Piet Vandebriel

PRATEN

aangaan met de leerlingen is daarbij vaak een eerste stap. Professioneel met kinderen in dialoog gaan, is echter voor veel volwassenen geen evidentie. In een gesprek kunnen heikele onderwerpen worden aangesneden. En wat doe je daar dan mee? Hoe zorg je ervoor dat een leerling zich begrepen voelt? En welke woorden laat je dan klinken? In Praten met kinderen op school schetst Piet Vandebriel in drie grote thema’s hoe de dialoog met

Piet Vandebriel

Het aantal zorgvragen van kinderen in de basisschool neemt een hoge vlucht. Een goed gesprek

een kind best wordt aangepakt. In het eerste thema wordt verduidelijkt op welke wijze kinderen hoe dit zich laat zien in de concrete realiteit. Het tweede thema zet de contouren van een goed gesprek uit. Hoe organiseren we het? Wat is nodig om het vlot te laten lopen? En hoe moeten een aantal dingen bekeken, geanalyseerd en geïnterpreteerd worden? Het derde thema spitst zich toe op het gesprek zelf. Hoe beginnen we eraan, wat zeggen we best wel en, vooral, best niet. En hoe implementeren we alles waar vooraf aan werd gedacht? Om het geheel te illustreren, is het boek doorspekt met talrijke concrete voorbeelden. Praten met kinderen op school is op de eerste plaats bedoeld voor leerkrachten, zorgcoördinatoren, leerlingenbegeleiders, GON-begeleiders en CLB-medewerkers, die rechtstreeks instaan voor de zorg aan leerlingen uit de basisschool. De ideeën en tips kunnen echter makkelijk worden vertaald naar andere sectoren waar professionele zorg aan kinderen wordt verleend.

Piet Vandebriel

is kinder- en jeugdpsychiater. Hij is bezieler van het project Kids on

track, dat begeleiding biedt aan kinderen uit de basisschool die geconfronteerd worden met socio-emotionele moeilijkheden en gedragsproblemen. Als lector is hij verbonden aan de Provinciale Hogeschool Limburg binnen de opleidingen verpleegkunde, ergotherapie en kinesitherapie. Verder werkt hij in de Speciale Basisschool Pallieter in Overpelt als leerlingen-, ouder- en teambegeleider, en schrijft hij een doctoraat rond wilderness & adventure therapy.

9

789033 486555

PRATEN MET KINDEREN OP SCHOOL

van volwassenen verschillen. De focus ligt daarbij op de ontwikkeling die een kind doormaakt, en

MET KINDEREN OP SCHOOL


1.

Ik, jij, ... wij!

We zitten samen in de wagen op de terugweg van school. Esther, onze dochter van 8, heeft heel wat te vertellen. Honderduit kletst ze over Sofie, die vandaag haar nieuwe boekentas bijhad, en over de meester, met wie ze naar de weide naast de school gingen om plantjes te bekijken. Of nog, hoe er weer die ijsjesverkoper aan de schoolpoort stond onder de middagpauze. En dat ze morgen zóóó graag centjes wil meenemen om ook twee bolletjes te kopen! Simon, haar broertje van 10, krijgt het op zijn heupen. Hij wil al de hele tijd tussenkomen en ook eens iets vertellen! Maar als Esther vertrokken is, lijkt het kalf verdronken. Haar onderbreken lukt nooit. En zij lijkt het niet te merken. Mama moet scheidsrechter spelen. “Laat Simon nu even vertellen!” klinkt het kordaat. Esther houdt beteuterd haar mond. “Ik was nog maar net begonnen ...” Jezelf kunnen verplaatsen in anderen, en aanvoelen wat de ander wil, is een essentieel onderdeel om een gesprek goed te laten lopen. Zonder dat de ander het letterlijk zegt, voel je dat hij wil tussenkomen. Of die stilte die valt. Je begrijpt dat die niet ongemakkelijk hoeft te zijn. De ander denkt toch maar gewoon even na, en jij moet die stilte niet vullen. Dat heb je toch gewoon door ... Bij kinderen loopt dit niet altijd van een leien dakje. Kinderen moeten immers al een hele weg hebben afgelegd voor ze al deze vaardigheden bezitten. Sociaal perspectief nemen, aanvoelen en begrijpen door welke bril de ander naar de situatie kijkt, is niet zo makkelijk. In een gesprek, waarbij kinderen een belangrijke medespeler zijn, zal ook dit een factor zijn die sterk bepaalt hoe de dialoog zal lopen. 16


2.1

Peuters en kleuters

Het denken van peuters en kleuters houdt voor volwassenen niet altijd steek. Ze maken komische redeneringen en geloven nog in sprookjes. Kinderen proberen hun wereld te vatten, al laten hun mogelijkheden op die leeftijd nog niet toe om dat op een correcte manier te doen. Twee- tot zevenjarigen denken nog onvoldoende concreet. Ze zien bepaalde dingen en hebben besef van deze items op zich, maar doorzien de samenhang nog niet of onvoldoende. Oorzaak-gevolgverbanden worden moeilijk begrepen of op een verkeerde manier gevormd. Intuïtief worden linken gelegd tussen verschillende ervaringen, ervaringen die soms helemaal niets met elkaar te maken hebben.

Arjen is een kleutertje van 4. Bij het middagmaal in de eetzaal had hij geweigerd om zijn soepbord uit te lepelen. Koppig als hij kon doen, had de juf hem even in de hoek geplaatst. Het voorval waaide over na enkele minuutjes, en Arjen kwam opnieuw aan tafel. ’s Namiddags gingen de kleuters buiten spelen. De juf liet hen in de zandbak, haalde het stoepkrijt boven en deed het slot van het tuinhuisje. De gocarts en fietsjes mochten buiten! Elke kleuter kreeg zijn plek, na een kwartiertje zouden ze wisselen. Arjen mocht van de juf in de zandbak starten. Hij weigerde echter en reageerde opnieuw koppig. Een zandvormpje moest het ontgelden. De juf kwam op Arjen toegelopen. “Wat is er?” “Je bent nog steeds boos op mij!” kreeg de juf in haar gezicht geworpen. Ze keek hem verwonderd aan. Waar mocht dit nu weer over gaan? “Waarom zou ik boos op je zijn?” vroeg ze. “Omdat ik mijn soep

27


3.2

Gekleurde gedachten en gevoelens schilderen mijn gedrag

Gedrag komt niet zomaar uit de lucht vallen. Voor we iets doen, spelen er zich verschillende processen in ons hoofd af die bepalen hoe we omgaan met een situatie. Om dit te begrijpen wordt er vaak van het GGGGG-model gesproken. Dit model stelt dat een bepaalde gebeurtenis bij ons bepaalde gedachten en gevoelens opwekt, die onze manier van reageren op deze gebeurtenis gaan sturen. Het gedrag dat we dan stellen, brengt bepaalde gevolgen met zich mee, die opnieuw hun invloed zullen uitoefenen op ons toekomstig gedrag. Positieve gevolgen zorgen er meestal voor dat we in gelijkaardige situaties op eenzelfde manier zullen reageren. Negatieve gevolgen zorgen ervoor dat we onze manier van reageren gaan aanpassen. Nadat we nagedacht hebben over de gevolgen, reageren we de volgende keer anders.

Gevoel Gedrag

Gebeurtenis

Gevolg

Gedachte

GGGGG-schema

Onze gedachten, die in wisselwerking met onze gevoelens staan, zullen dus ons gedrag sturen. Ze gaan immers een interpretatie maken van de gebeurtenis en er op die manier proberen voor te zorgen dat we op een zinvolle manier gaan reageren. 40


4.2

Laten voelen dat de zon schijnt

Kinderen ervaren niet zomaar dat er in hun zijn en in hun kunnen geloofd wordt. Volwassenen moeten dit expliciet laten voelen, laten zien. Hiervoor is het nodig om warmte uit te stralen, om aan te moedigen, om heel duidelijk, luidop te zeggen dat het kind onze waardering krijgt. Het eenvoudigste is, zeker als ouder, om dit te laten voelen met een knuffel, een schouderklopje. Ook het duidelijk benoemen van de dingen die hij of zij goed doet, maken een verschil. Iedereen heeft nood aan positieve feedback. Kinderen groeien wanneer er wordt gezegd dat ‘ze goed bezig zijn’. Voor professionele begeleiders van kinderen is het laten schijnen van de zon over deze kinderen vaak moeilijker. Leerkrachten worden bijvoorbeeld wel eens verondersteld kinderen te wijzen op foutjes in hun toetsen (we vinden punten toch zo belangrijk) zodat de leerlingen het de volgende keer beter zouden doen. En die dingen die wel goed gaan, die worden vaak als zo vanzelfsprekend beschouwd, dat we ze te weinig in de schijnwerpers plaatsen. Ze zijn ‘gewoon’ geworden. Bovendien wordt, binnen onze maatschappelijke context, van niet-ouders niet zo vanzelfsprekend geaccepteerd dat zij door middel van fysiek contact het kind laten voelen dat ze het appreciëren, willen dragen, willen aanmoedigen. Toch is fysiek contact daarbij een heel handig middeltje naar kinderen toe. Het duidt erg opvallend de warmte aan die tussen twee personen mag bestaan. Belangrijk is dat hierbij een duidelijke, professionele grens wordt gehanteerd. Niet elk kind wil graag geknuffeld worden of een schouderklopje krijgen in het openbaar. Tegelijkertijd kunnen knipoogjes 149


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.