Jan De Vos confronteert de psychologie en haar donkere schaduwen op een originele en verrassende manier met filosofen en denkers zoals La Mettrie, Husserl, Agamben, Hardt & Negri, Lacan en Žižek. De conclusie is verhelderend eenvoudig: in de Verlichting werd de moderne mens geboren als een fundamenteel psychologisch subject, een homo psychologicus die pas nu in de Laat-moderniteit tot volle wasdom is gekomen. We kunnen de psychologisering niet zomaar afschudden, maar, als we vaststellen hoe weinig emanciperend en aliënerend ze wel is, wordt het hoog tijd om ze serieus te nemen. In een scherpe en concrete analyse volgt Jan De Vos de psy in achtereenvolgens de folterkamers van Abu Ghraib en Guantanamo, in de productiehuizen van de psychotainment (psychologische infotainment in de media) en ten slotte in de militaire C130 uitgeleend aan een humanitaire hulporganisatie om naast de arts en de verpleger ook de psycholoog op de plaats van de ramp te brengen. De verrassende en provocatieve inzichten zullen maken dat de lezer nooit meer op dezelfde manier naar de psychologie zal kunnen kijken.
Jan De Vos is zowel psycholoog als doctor in de filosofie en is verbonden aan de Universiteit Gent.
Dit boek is zonder twijfel het meest kritische werk in ons taalgebied over de impact van de psychologie. Jan De Vos toont op zeer overtuigende wijze aan dat wij geen slachtoffer zijn van psychologisering. Zijn stelling gaat veel verder: psychologie IS psychologisering, en de impact daarvan is zo groot dat de manier waarop wij over onszelf denken, daardoor volledig gedicteerd wordt. Paul Verhaeghe (Hoogleraar Universiteit Gent, auteur van Het einde van de psychotherapie)
9
789033 483981
Psychologisering in tijden van globalisering
Jan De Vos stelt in Psychologisering in tijden van globalisering de intrigerende vraag wie zijn wij dat we zoveel psychologie nodig hebben? De aanwezigheid van psychologen en hun vertoog lijkt vandaag de dag niet meer te stuiten. In de media, de politiek en zelfs de economie luidt het in koor: it’s the psychology, stupid! Dit boek gaat op zoek naar de achtergronden van de psychologisering van tal van domeinen zoals de prenatale begeleiding, de crèche, de school, het werk tot en met de palliatieve begeleiding.
Jan De Vos
Met Woord vooraf door Paul Verhaeghe
Jan De Vos
Psychologisering in tijden van
globalisering
Een kritische analyse van psychologie en psychologisering
Inleiding Een scène uit vervlogen tijden: een leerling droomt weg achter zijn lessenaar. De meester brult voor- en familienaam, het is de zoveelste keer dat hij die leerling tot de orde moet roepen. Nog luider, nu enkel de familienaam. Een tik met de regel. De klassieke vijf bladzijden straf en ga het maar uitleggen op het bureau van de directeur. Dezelfde scène nu: de wegdromende leerling zit in de cirkel voor het groepsgesprek waar elke dag mee begint. De vorige dag was er een schietpartij op een school in de hoofdstad en de onderwijzer brengt het onderwerp voorzichtig aan. Hij volgt nauwgezet de procedure zoals die door experts is uitgedokterd. Hij opent de koffer met het didactisch materiaal. Kun je de groep eens tonen hoe jij je voelt? De leerling krijgt vier kartonnen maskertjes aangeboden: boos – bang – blij – verdrietig. De onderwijzer herhaalt de voornaam, telkens ietsje luider. Na de middagpauze komt de schoolpsychologe in de klas: kun je eens meekomen naar mijn bureau? Als de strakke tucht van de meester al weinig speelruimte liet, is er dan nu de therapeutische ijver om ook de laatste vrijplaats van de gedachten op te eisen?
Dergelijke vormen van psychologisering tonen zich niet enkel in het onderwijs, maar hebben zich verspreid over vrijwel alle maatschappelijke terreinen. Zowel in de bedrijfswereld, de cultuur, als in de politiek zijn de psychologen – en, los van hen, het psychologisch jargon – niet meer weg te denken. Met een boutade: zelfs de slaapkamer is niet meer psychologievrij, getuige daarvan de magazines op het nachttafeltje, ook op dat van meneer. Psychologisering is het proces waarbij het psychologisch discours niet alleen de woorden maar vooral de blik bepaalt waarmee we naar onszelf, de anderen en de wereld kijken. In deze tijden van globalisering is het niet meer religie of ideologie maar het academische kompas van de psychologie dat ons de richting wijst. Of in de geijkte termen: de psychologie biedt
HOOFDSTUK 2.
Psychologisering en de wetenschappen Is psychologie een wetenschap? Deze vraag is de inzet geweest van vele heftige debatten. Misschien is de verdienste van die vraag zelf dat ze de psychologie een plaats geeft in het academisch veld, al is het alleen maar in het argument dat de psychologie nu nog niet, maar ooit wel eens volledig zal opgenomen worden in de vaart van de wetenschappen. Dan, zo zou men kunnen hopen, zal het fenomeen van de psychologisering tot het verleden behoren. De psychologie zal niet meer door de andere wetenschappen (biologie, sociologie, antropologie, ...) moeten terechtgewezen worden voor haar ongepaste kolonisatie van niet-psychologische feiten en fenomenen. Maar laten we deze hypothetische en weinig zinvolle discussie voor wat ze is en stellen we een andere, interessantere en dubbele vraag: wat zijn de wetenschappen voor de psychologie, en wat is de psychologie voor de wetenschappen? De inzet hier is niet het toekomstig volledig gerealiseerd wetenschappelijk potentieel van de psy-discipline, of omgekeerd, haar totale versmelting met de neurowetenschappen, maar wel haar historische rol ten aanzien van de ontwikkelingsgeschiedenis van de wetenschappen. Hoe ontvouwen de psy-discipline en de psy-praktijken zich in het licht van de historische lotgevallen van de moderne wetenschap en de moderniteit tout court? Zoals ik argumenteerde in het eerste hoofdstuk is de moderne subjectiviteit het correlaat van de objectiveringen van de moderne wetenschappen. Psychologie is dan de discipline die het moderne subject zowel probeert vorm te geven als te bemeesteren. Daarom is het belangrijk om onze blik terug te wenden en te kijken naar die historische wendingen waar het project van de moderniteit in crisis kwam om ons af te vragen welke plaats de psychologie in zulke momenten had. Dat was overigens ook de inzet van Edmund Husserl die we in het vorige hoofdstuk bespraken. Husserl zag de Europese crisis tussen de twee wereldoorlogen als een crisis van de moderne wetenschappen
PSYCHOLOGISERING IN TIJDEN VAN GLOBALISERING
199
zoals de steeds maar doodverklaarde psychoanalyse, of het feminisme, als irrelevant want gerealiseerd beschouwd? Ja, maar met dien verstande dat de drie, psychologie, psychoanalyse en feminisme niet los kunnen gezien worden van elkaar.
Psychologi(e) (sering), psychoanalyse en Das ewig Weibliche (Het einde van de) psychologie versus de waarheid van de psychoanalyse? In de 19e eeuw was er een psychologie zonder ziel, in de 20e eeuw was er een psychologie zonder subject, en in de 21e eeuw zal er misschien een psychologie zonder psychologie zijn. Een dergelijke ontwikkeling zou inderdaad het einde van de psychologie betekenen.346
Thomas Teo’s samenvatting lijkt me heel juist, alleen, het enige waarin hij zich waarschijnlijk vergist is dat dit het einde van de psychologie zou betekenen. Eigenlijk kan men stellen dat de psychologie altijd al een psychologie zonder psychologie is geweest. De psychologie creëert per definitie een subject voorbij de psychologie, naar zichzelf kijkend als een psychologisch ding. Op die manier lijkt het of de psychologie altijd al dood is geweest, maar het alleen zelf nog niet wist. We hebben dus te maken met een soort van zombie-psychologie, die bovendien haar eigen dood en herrijzenis herhaalt op de plaats van het subject tot wie ze zich richt. De psychologie reduceert aan de ene kant het subject tot een nulpunt, terwijl ze het aan de andere kant laat herrijzen in een volledig uitgevleesde homo psychologicus. Kijk – en dit haalt het subject uit het leven – dit is wat je bent – en daar ziet de psychologische dubbel het licht. Het experiment van Milgram is volledig gebaseerd op dit schema. Bovendien kunnen we die eerste beweging bij Milgram – het realiseren van het nulpunt van het subject— nog vanuit een ander perspectief bekijken. Immers, dat nulpunt wordt ook gerealiseerd door