Marnix Cokelaere voedingsvoorlichting nog nooit zo goed georganiseerd als nu. Nog nooit werd er zoveel gejogd en gefitnesst. Blijkbaar is de moderne mens niet in staat om zijn lichaamsgewicht onder controle te houden. In dit boek wordt gezocht naar de oorzaak van dit fenomeen. Van onze verre voorouders, die geselecteerd werden in een energiearme omgeving, kregen we een autoeen normaal gewicht op. Dit systeem is blijkbaar niet voldoende aangepast aan onze moderne, energierijke maatschappij. Het wordt daarenboven verstoord door het beloningssysteem dat ons aanzet om te eten omwille van ons plezier in plaats van omwille van honger. De auteur bespreekt hoe dit energiebalansregulerend systeem en het beloningssysteem werken en stelt daarbij realistische remedies voor. Dit boek richt zich in eerste instantie naar de beoefenaars van beroepen die met de voedingsproblematiek te maken hebben: diëtisten, huisartsen en specialisten inwendige geneeskunde, endocrinologen, maagchirurgen, biomedici, landbouwingenieurs, biologen en anderen, maar daarnaast ook naar de geïnteresseerde leek die zelf wil weten waarom zijn harde strijd tegen overgewicht zo moeilijk is en die door deze kennis die strijd met meer succes wil voeren.
Marnix Cokelaere is emeritusprofessor van de K.U.Leuven, campus Kortrijk waar hij actief was als professor menselijke anatomie. Zijn wetenschappelijk onderzoek handelde over de fysiologische achtergronden van het verzadigingssysteem, waar vooral het verzadigingshormoon cholecystokinine zijn interesse opwekte.
Waarom dik worden gemakkelijk en vermageren moeilijk is
matisch energiebalansregulerend systeem overgeërfd. Bij hen leverde dat spontaan
Marnix Cokelaere
Meer dan de helft van de Westerse mensen lijdt aan overgewicht. Nochtans was
Waarom dik worden gemakkelijk en vermageren moeilijk is Recente inzichten in obesitas
9
789033 482359
Hoofdstuk 1
Energiebalansregeling
1.1
Ons lichaam beschikt over een automatisch systeem dat de energieinname afstemt op het energieverbruik
1.1.1 Het begrip energiebalans
De energie-inname gebeurt in de vorm van voedsel en energiehoudende drank. Het overgrote deel van deze energie wordt gebruikt voor het laten doorgaan van alle levensprocessen, de zogenaamde stofwisseling of metabolisme, en daarnaast ook voor de vertering en de gewilde bewegingen. Als een bijproduct van deze biochemische processen ontstaat de lichaamswarmte. De ingenomen energie die voor deze processen niet gebruikt wordt, wordt opgestapeld in de vorm van reserveweefsel, in hoofdzaak vetweefsel. Indien voor een levend wezen, zoals de mens, de energie-inname gelijk is aan het energieverbruik, dan zegt men dat de energiebalans in evenwicht is (figuur 1.1). Grosso modo bevat een normaal volwassen mensenlichaam van 75 kg dan ongeveer 0,75% koolhydraten (± 600 gram), 20% eiwit (± 15 kg) en 15% of meer vet (± 11 kg of meer). De rest (65% of ± 49 kg) is water.
Energiebalans is in evenwicht
Energie-inname
Figuur 1.1. Het begrip ‘energiebalans’.
Energieverbruik
50
|
De hersenen verwerken alle inputsignalen
Hersenbalk Thalamus Pijnappelklier
Hypothalamus Hypofyse Middenhersenen
{
Tegmentum Tectum
Kleine hersenen Brug Verlengde merg
Positie van NTS
NTS: nucleus tractus solitarius.
Figuur 3.1. Schematische overlangse doorsnede door de hersenen met mediaal zicht op de rechterhersenhelft.
Sulcus hypothalamicus LATERALE MEDIALE PERIVENTRICULAIRE 3de ventrikel
Figuur 3.2. Frontale snede door de hersenen ter hoogte van de hypothalamus. De uitvergroting geeft de drie frontale gebieden van de hypothalamus weer.
Waarom is dik worden gemakkelijk en vermageren moeilijk?
|
111
14 12 10 8 6 4 2
Vrouwen BMI ≥ 30
Totaal BMI ≥ 30
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
1989
1988
1987
1986
1985
1984
1983
1982
1981
0
Mannen BMI ≥ 30
Figuur 5.1. Evolutie van het percentage Nederlanders met klinische obesitas (BMI > 30) (bron: OESO/CBS).
% van de schoolkinderen tussen 7 en 11 jaar die obees zijn of overgewicht hebben
% van de schoolkinderen tussen 13 en 17 jaar die obees zijn of overgewicht hebben
Kreta Engeland Italië Cyprus Ierland Griekenland Bulgarije Spanje Denemarken Hongarije Polen Tsjechië Duitsland Nederland 40
30
20
10
0
10
20
30
40
Figuur 5.2. Overgewicht en obesitas bij Europese kinderen (geen Belgische cijfers bekend; bron: IOTF/EASO/2009).
184
|
Therapie gisteren, vandaag en morgen
Figuur 6.1. De Vlaamse voedingsdriehoek.
Figuur 6.2.
De Nederlandse schijf van vijf.