Frans Debruyne is buitengewoon hoogleraar Neus-, keel-, oorziekten aan de K.U.Leuven. Henri Marres is gewoon hoogleraar Keel-, neus-, oorheelkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
9
789033 483806
ZAKBOEK KEEL-, NEUS-, OORHEELKUNDE
Dit zakboek bundelt op overzichtelijke en systematische wijze de belangrijkste aandoeningen. Het is bestemd voor artsen en studenten en bedoeld als algemene leidraad voor diagnostiek en behandeling.
Debruyne F. en Marres H.
De Keel-, neus-, oorheelkunde bestudeert en behandelt de aandoeningen van hoofd en hals. Het vakgebied omvat de zintuigen gehoor, evenwicht, reuk en smaak en de functies ademhalen, slikken en spreken. Het bedient zich van een groot aantal specifieke methoden van onderzoek, behandeling en revalidatie, dat in andere specialismen niet of niet in die mate voorkomt. Dertig procent van de klachten waarvoor de huisarts wordt geraadpleegd, is gerelateerd aan dit specialisme.
Zakboek keel-,neus-, oorheelkunde Debruyne F. en Marres H.
34
Anamnese en onderzoek
toon van 250 Hz
regelbare drukmeting Figuur 1.6
Tympanometrie.
AD
C compliantie
A
B AS
–200
0
+200
mm H2O
Figuur 1.7 Tympanogrammen: A: normaal; B = vochthoudend middenoor; C = onderdruk in het middenoor; AD = lage weerstand zoals bij een onderbroken gehoorbeentjesketen of een slap trommelvlies; AS = hoge weerstand zoals bij een stijve keten.
82
Het oor
Tabel 2.1 Syndromen met doofheid of slechthorendheid
– met afwijkingen aan het kieuwboogsysteem (oorschelp, gehoorgang, middenoor, mandibula, halsfistels): – dysostosis mandibulo-facialis (syndroom van Treacher Collins) – met hals- en preauriculaire fistels (branchi-oto-renaal syndroom) – hemifaciale microsomie (syndroom van Goldenhar) – met oogafwijkingen: – met retinitis pigmentosa (syndroom van Usher) – retinitis pigmentosa met ataxie en polyneuropathie (syndroom van Refsum) – met opticusatrofie, diabetes mellitus en diabetes insipidus – met lensafwijkingen (bv. syndroom van Norrie) – met skeletafwijkingen: – craniofaciale dysostosis (syndroom van Crouzon) – cervico-oculo-acusticussyndroom (syndroom van Wildervanck) – osteitis deformans (ziekte van Paget) – osteopetrosis (ziekte van Albers-Schönberg) – met huidziekten: – met pigmentafwijkingen (syndroom van Waardenburg) – met lentigines (Leopardsyndroom) – met nierafwijkingen: – met nefropathie (syndroom van Alport) – met schildklierafwijkingen: – met struma (syndroom van Pendred) – met cardiale afwijkingen: – met cardiale aritmieën (syndroom van Jervell, Lange-Nielsen)
Vroege opsporing van doofheid en slechthorendheid bij jonge kinderen is van het allergrootste belang om de gevolgen voor de spraak-, taal- en intellectuele ontwikkeling zoveel mogelijk te kunnen beperken.
138
De larynx
larynx wordt uitwendig gestabiliseerd door de ligamenten aan het hyo誰d en bewogen door de voorste halsmusculatuur, de extrinsieke larynxspieren.
epiglottis membrana thyrohyoidea
a.v.n. laryngeus superior
recessus piriformis cornu superius
incisura thyroidea superior prominentia laryngea
supraglottis
plica vestibularis
glottis
membrana cricothyroidea
subglottis sinus Morgagni
ligamentum annulare
plica vocalis
epiglottis aryepiglottische plooi
m. interarytenoideus m. arytenoideus transversus m. cricoarytenoideus posterior
articulatio cricothyroidea trachea
Figuur 4.1
Bouw van het strottenhoofd.
cartilago cricoidea
248
Klachten en symptomen
10.2.4 Niezen Niezen ontstaat door prikkeling van het neusslijmvlies. Lokale oorzaken: – prikkelende stoffen, – beginnende infecties. Allergie van de bovenste luchtwegen: de belangrijkste oorzaak. 10.2.5 Reukstoornissen Hyposmie: te weinig ruiken; anosmie: niets kunnen ruiken; kakosmie: ruiken van vieze geur; parosmie: vreemde reuksensatie. Lokale oorzaken: – neuspoliepen, – slijmvlieszwellingen, – sinusitis, – neusseptumdeviatie. Neurogene stoornissen: – trauma voorste schedelgroeve, – tumoren voorste schedelgroeve, – neurologische stoornissen. 10.2.6 Smaakstoornissen De smaaksensaties van het voorste tweederde deel van de tong worden doorgegeven naar de nucleus gustatorius via de n. lingualis, chorda tympani en n. intermedius; die van het achterste derde deel via de n. glossopharyngeus, van het gehemelte via de n. palatinus en n. petrosus superficialis maior. Laesies van de tractus of nucleus solitarius veroorzaken unilateraal verlies van smaak (ageusie). Laesies in het midden van de pons kunnen bilateraal ageusie veroorzaken. Stoornissen van smaak of ageusie treden soms op bij griep en bij verschillende intoxicaties. Doorsnijden van de chorda tympani veroorzaakt uiteraard smaakverlies van de homolaterale tong en een soms zoute of metalige smaak in de mond. Smaakhallucinaties, reukhallucinaties en afwijkende, meestal onplezierige smaaksensaties (parageusie) ontstaan door een laesie in de gyrus uncinatus.