HET WONDERBAARLIJKE ONTSTAAN VAN EUROPEES PORSELEIN
THE WONDROUS ORIGINS OF EUROPEAN PORCELAIN
HET WONDERBAARLIJKE ONTSTAAN VAN EUROPEES PORSELEIN
THE WONDROUS ORIGINS OF EUROPEAN PORCELAIN
KERAMIEKMUSEUM PRINCESSEHOF / WAANDERS UITGEVERS, ZWOLLE
INHOUD – CONTENT
VOORWOORD
6
KRIS CALLENS
FOREWORD
9
DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’
12
DENISE CAMPBELL & LAURA SMEETS
THE INCREDIBLE PATH TO THE DISCOVERY OF ‘WHITE GOLD’
PORSELEINKOORTS – INHOUD – PORCELAIN FEVER – CONTENT
2
3
4
5 6
7
4
8
DE ONVERZADIGBARE ZUCHT NAAR OOST-AZIATISCH PORSELEIN VAN AUGUSTUS DE STERKE
44 52
CORA WÜRMELL
THE URGE TO COLLECT: AUGUSTUS THE STRONG’S INSATIABLE DESIRE FOR EAST ASIAN PORCELAIN GRAAF VAN LAGNASCO, DE PORSELEINMINISTER VAN AUGUSTUS DE STERKE
62 66
DENISE CAMPBELL
COUNT LAGNASCO, AUGUSTUS THE STRONG’S MINISTER OF PORCELAIN JOHANN FRIEDRICH BÖTTGER EN EHRENFRIED WALTHER VON TSCHIRNHAUS
73 78
DENISE CAMPBELL
JOHANN FRIEDRICH BÖTTGER AND EHRENFRIED WALTHER VON TSCHIRNHAUS JOHANN GOTTLIEB KIRCHNER EN JOHANN JOACHIM KÄNDLER
83 86
DENISE CAMPBELL
JOHANN GOTTLIEB KIRCHNER AND JOHANN JOACHIM KÄNDLER FRAUDULEUZE PRAKTIJKEN: DE HOYM-LEMAIRE-AFFAIRE
95 98
JULIA WEBER
FRAUDULENT PRACTICES: THE HOYM-LEMAIRE AFFAIR ZWANEN, MOPSHONDEN, ALLERLEI: GRAAF HEINRICH VON BRÜHL EN MEISSENPORSELEIN
108 112
SEBASTIAN BANK
SWANS, PUGS, ALLERLEI: HEINRICH GRAF VON BRÜHL AND MEISSEN PORCELAIN
120
MADAME DE POMPADOUR: EEN LEVEN VOL KUNST
124
LAURA SMEETS
MADAME DE POMPADOUR: A LIFE FULL OF ART
137
INHOUD – CONTENT
10 11 12
13
14 15 16
142
MIA JACKSON
MADAME DE POMPADOUR’S PORCELAIN MENAGERIE DE FANTASIEVOLLE ONTWERPEN VAN JEAN-CLAUDE DUPLESSIS
152 156
LAURA SMEETS
THE IMAGINATIVE DESIGNS OF JEAN-CLAUDE DUPLESSIS
161
FRANÇOIS BOUCHER, SPIL VAN DE ROCOCO
164
LAURA SMEETS
FRANÇOIS BOUCHER, MAINSTAY OF THE ROCOCO
169
DE ONTWIKKELING VAN HET KONINKLIJKE EETSERVIES IN DE ACHTTIENDE EEUW
172
VIVIANE MESQUI
THE EVOLUTION OF ROYAL TABLEWARE IN THE EIGHTEENTH CENTURY MARIE JOSEPHA VAN SAKSEN EN HET MEISSENPORSELEIN AAN HET FRANSE HOF
180 184
JOANA MYLEK
DAUPHINE MARIE-JOSÈPHE DE SAXE AND MEISSEN PORCELAIN AT THE FRENCH COURT LAZARE DUVAUX, DE ‘STIJLKONING’ VAN HET FRANSE HOF
192 196
SENNA VAN DAM
LAZARE DUVAUX, THE FRENCH COURT’S ‘KING OF STYLE’
204
HENRI BERTIN, SINOFIEL AAN HET FRANSE HOF
208
PORSELEINKOORTS – INHOUD – PORCELAIN FEVER – CONTENT
9
MADAME DE POMPADOURS PORSELEINEN MENAGERIE
ELINE VAN DEN BERG
HENRI BERTIN, SINOPHILE AT THE FRENCH COURT
216
PORSELEINKOORTS AAN HET RUSSISCHE HOF
220
REBECCA TILLES
PORCELAIN FEVER AT THE RUSSIAN COURT
230
BIBLIOGRAFIE – BIBLIOGRAPHY
234
COLOFON – COLOPHON
238
5
VOORWOORD
Porseleinkoorts vertelt over de oorsprong van het Europese ‘witte goud’, een kantelmoment én absoluut hoogtepunt in de keramiekgeschiedenis. Tot in het begin van de achttiende eeuw wordt in Europa alleen aardewerk en steengoed gemaakt. Men is er nog niet in geslaagd om dat prachtige, dunne, witte porselein uit Azië na te maken. Zonder het porseleinrecept en kennis van de essentiële ingrediënten is de Europese elite voor haar verzamelwoede aangewezen op de import van Aziatisch porselein. Dat verandert als in 1708 in Meissen eindelijk de juiste ingrediënten worden gevonden. Augustus de Sterke, keurvorst van Saksen en naar eigen zeggen ernstig lijdend aan de maladie de porcelaine, is apetrots dat onder zijn leiding in Saksen – als eerste plek in Europa – porselein kan worden gemaakt. Hij wordt de grote stimulator van de porseleinproductie in Europa, maar vindt al snel zijn Franse evenknie in Madame de Pompadour. Wat volgt is een verhaal vol spanning, kleurrijke karakters en technische hoogstandjes in een ongekend creatief klimaat. De ontstaansgeschiedenis van het Europese porselein kan niet los gezien worden van de handel met en de fascinatie voor Azië, die in de achttiende eeuw een hoogtepunt bereikt. Scheepsladingen keramiek en andere luxegoederen uit Azië vinden via de Nederlandse havens in heel Europa hun weg. Ook de enorme verzameling Aziatische keramiek die Augustus de Sterke aan het begin van de achttiende eeuw samenbrengt, is voor een groot deel gekocht in Nederland. Onze stadhouders kunnen vanwege de kwetsbare politieke situatie niet wedijveren met de extravagante hoven in onder meer Duitsland en Frankrijk. Ook past wellicht de nogal excentrieke rococo-vormentaal die al snel in Europa ontstaat, wat minder bij de Nederlandse calvinistische cultuur. Mede hierdoor is deze essentiële stap in de ontwikkeling van het vroege Europese porselein vrijwel niet verzameld in Nederland, en dus ontbreekt die bijna geheel in de omvangrijke collectie van het nationale Keramiekmuseum Princessehof.
PORSELEINKOORTS – VOORWOORD
Al in de achttiende eeuw heerst er in het Princessehof een lichte vorm van ‘porseleinkoorts’. Maria Louise van Hessen-Kassel (1688-1765), bewoner van dit stadspaleis en moeder van stadhouder Willem IV, is dol op porselein. In haar huis wemelt het ervan. De omvang van haar collectie is minder groot dan die van de hoofdfiguren in dit boek, maar ik weet zeker dat ze, net als wij, heel trots zou zijn op het feit dat al die hoogtepunten uit de ontstaansgeschiedenis van het Europese porselein tijdelijk in haar voormalige woonhuis mogen verblijven.
7
PORSELEINKOORTS – VOORWOORD
Wij prijzen ons enorm gelukkig dat wij met hulp van partnermusea dit fantastische, wonderlijke verhaal toch kunnen vertellen. Heel veel dank daarvoor aan de Porzellansammlung van de Staatliche Kunstsammlungen Dresden, de Manufacture et musée nationaux in Sèvres, het Musée des Arts décoratifs en het Musée du Louvre in Parijs, en het Rijksmuseum Amsterdam. Aan de hand van hun collecties konden we de ontstaansgeschiedenis van het Europese porselein van zowel Duitse als Franse zijde samenbrengen op een schaal die wereldwijd nog niet eerder is vertoond. Met de tentoonstelling en het bijbehorende boek vertellen we dit cruciale verhaal groots en meeslepend, en dromen we ervan deze geschiedenis in de toekomst een blijvende plek in onze vaste opstelling te kunnen geven. Naast de internationale groep van auteurs die aan dit boek hebben bijgedragen, willen we ook de vele fondsen bedanken waardoor onze langgekoesterde wens van een eigen publicatie en tentoonstelling over deze bijzondere periode werkelijkheid kon worden. Voor hun bijdrage aan het boek zijn we onder andere de Ottema-Kingma Stichting en de Vrienden van Keramiekmuseum Princessehof zeer dankbaar. De tentoonstelling werd mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds, de Turing Foundation en het Blockbusterfonds. De volledige lijst met fondsen vindt u helemaal achter in het boek. Maar voordat u daar bent aangeland, valt er eerst veel moois en interessants te lezen en te zien. Ik wens u heel veel kijk- en leesplezier.
Kris Callens Directeur-bestuurder Keramiekmuseum Princessehof
8
FOREWORD
Porcelain Fever recounts the origins of European 'white gold', a turning point and the pinnacle of the history of ceramics. Until the early eighteenth century, only earthenware and stoneware were produced in Europe, no one had yet succeeded in imitating the beautiful, thin, white porcelain made in Asia. Without the formula or knowledge of the essential ingredients, the European elite relied on imports of Asian porcelain to feed their collections. This changed in 1708 when the necessary ingredients were finally found in Meissen. Augustus the Strong, Elector of Saxony, who had a severe case of maladie de porcelain as he himself admitted, was overjoyed that, under his leadership, the first European porcelain could be made in Saxony. He became a major stimulator of porcelain production in Europe and soon found his French counterpart in Madame de Pompadour. What follows is a story full of suspense, colourful characters and technical feats in an unusually creative climate. The origins of European porcelain manufacture go hand in hand with a fascination for Asia and a trading relationship which peaked in the eighteenth century. Shiploads of ceramics and other luxury goods from Asia found their way across Europe through Dutch ports. The huge collection of Asian ceramics assembled by Augustus the Strong at the beginning of the eighteenth century was largely acquired in the Netherlands. Because of the unstable political situation, Dutch stadholders were unable to compete with the extravagant courts in, for example, Germany and France. Equally, the rather eccentric rococo style that emerged
in Europe at the time was somewhat less suited to Dutch Calvinist tastes. Partly because of this, pieces from this essential step in the development of early European porcelain were rarely collected in the Netherlands, and so are almost entirely missing from the extensive collection in the Princessehof. We consider ourselves truly fortunate that, with the help of partnering museums, we have been able tell this fabulous, fundamental story through the exhibition and its accompanying book. Our thanks to the Porzellansammlung of the Staatliche Kunstsammlungen Dresden, the Manufacture et musée nationaux in Sèvres, the Musée des Arts décoratifs and the Musée du Louvre in Paris, and the Rijksmuseum Amsterdam. By borrowing items from their collections, we have also been able to tell the history of European porcelain from German and French perspectives, making the scope and scale of the exhibition unprecedented worldwide. Our dream is to give this history a permanent place in our permanent exhibition in the future. Alongside the international authors who contributed to this book, we would also like to thank the many funds that helped in achieving our long-cherished ambition to curate our own exhibition and publication on this exceptional period. For their contribution to the book, we are very grateful to the Ottema-Kingma Foundation and the Friends of the Princessehof Ceramics Museum. The exhibition was also made possible by the Mondriaan Fund, the Turing Foundation and the Blockbuster Fund. The full list of supporting bodies can be found on the last page of the book but before you get there, there are many beautiful and interesting things to look at and read about. I wish you an enjoyable reading experience.
PORCELAIN FEVER – FOREWORD
As early as the eighteenth century, a mild form of 'porcelain fever' prevailed at the Princessehof. Maria Louise van Hessen Kassel (1688-1765), occupant of the city palace and mother of Stadholder Willem IV, was so fond of porcelain that her house was packed with it. Although her collection was smaller than those of the main characters in this book, I am sure she, like us, would be very proud of the fact that so many important pieces from the early history of European porcelain are able to take up temporary residence in her former home.
Kris Callens Director Princessehof National Museum of Ceramics
9
DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’ (P.12) 1 THE INCREDIBLE PATH TO THE DISCOVERY OF ‘WHITE GOLD’ (P.44) DENISE CAMPBELL & LAURA SMEETS
12
1 Augustus de Sterke, keurvorst van Saksen en koning van Polen, Nicolas de Largillierre, ca. 1714-1715 The Nelson-Atkins Museum of Art, Kansas City, Missouri (Purchase: William Rockhill Nelson Trust, 54-35) Image courtesy of Nelson-Atkins Media Services 1 Augustus the Strong, Elector of Saxony and King of Poland, Nicolas de Largillierre, c. 1714/15
Toen er in de zestiende eeuw voor het eerst uit Azië geïmporteerd porselein op de Europese markt kwam, maakte dit een verpletterende indruk. Het aardewerk en steengoed dat Europa zelf produceerde was een stuk grover, poreuzer, zachter en breekbaarder, had dikkere wanden, en oogde veel minder verfijnd. Bovendien moest er, in het geval van aardewerk, altijd een beschermende en waterdichte glazuurlaag op worden aangebracht om te voorkomen dat vloeistoffen in het materiaal zouden trekken. De kleuren van de Europese keramiek varieerden van roomwit tot grijsbruin. Geen wonder dat het porselein uit Azië zoveel bewondering oogstte: het was stralend wit, schitterde prachtig door het kleurloze glazuur maar was ook zonder glazuurlaag waterdicht, het was dunner en toch sterker dan de Europese keramiek, en ten slotte spraken de prachtige decoraties enorm tot de verbeelding. In de zestiende eeuw werden er in Europa dan ook al pogingen ondernomen om het wonderbaarlijke Aziatische porselein na te maken. Francesco de’ Medici (1541-1587), groothertog van Toscane, was de eerste die opdracht gaf om dat prachtige materiaal te reproduceren. Hij had een kleine collectie van het in Europa zeldzame Chinese porselein in zijn bezit. Na tien lange jaren lukte het eindelijk om een porseleinachtig materiaal te creëren. Hoewel de ongeveer zestig overgebleven voorwerpen duidelijk de sporen van experiment dragen, is het wel bijzonder om te zien hoe dicht deze vroege voorbeelden op het oog bij de Chinese variant komen. (afb. 2) In dit zogenoemde Medici-porselein ontbreekt echter net dat ene onmisbare ingrediënt voor porselein, de grondstof kaolien. Verzamelingen met Aziatisch porselein werden in de late zestiende en in de eerste helft van de zeventiende eeuw opgesteld in Kunstkammers, waarin de Europese elite haar wereldwijsheid en macht toonde door middel van allerlei bijzondere objecten: van nautilusschelpen tot de bezoar 1 en Aziatisch porselein. Door de grootschalige invoer van keramiek uit Azië door handelsmaatschappijen als de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC, opgericht in 1602), maakte een enkel stuk porselein in de zeventiende eeuw niet meer dezelfde indruk. Amalia van Solms (16021675), gravin van Braunfels en vrouw van prins Frederik Hendrik van Oranje (1584-1647), veroorzaakte een ware rage onder de Europese elite met haar ‘lakkamer’, een ruimte waarvan de in-
PORSELEINKOORTS – 1 – DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’
1. DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’
13
PORSELEINKOORTS – 1 – DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’ 14
2 Fles beschilderd in onderglazuur blauw met het wapen van Filips II van Spanje, ca. 1581, Medici-werkplaats, Florence, zacht porselein, 27 × 10,9 cm × 11 cm. Sèvres, Manufacture et musée nationaux © RMN-Grand Palais (Sèvres – Manufacture et musée nationaux) / Stéphane Maréchalle 2 Bottle decorated with Philip II of Spain’s coat of arms in blue underglaze, c. 1581, Medici workshop (Florence), soft-paste porcelain, 27 × 10.9 × 11 cm
richting volledig geïnspireerd was door in Europa bekende Aziatische voorwerpen, zoals lakwerk en porselein. Het concept ontwikkelde zich tot een ‘porseleinkamer’ en werd een onmisbaar element in elk paleis. Steeds vaker gold: hoe meer porselein, hoe beter.
De trend resoneerde bij de man die het verzamelen van porselein tot ongekende hoogtes bracht: Frederik Augustus (1670-1733), keurvorst van Saksen en koning van Polen en vooral bekend als ‘Augustus de Sterke’. (afb. 1) Zoals gebruikelijk onder de Europese adel reisde Augustus na zijn zeventiende verjaardag twee jaar langs verschillende hoven in Europa. Het hof van Lodewijk XIV (1638-1715) in Frankrijk en de uitbundig gedecoreerde kamers vol porselein in Pruisische kastelen als Charlottenburg in Berlijn maakten grote indruk op hem. (afb. 3) Al voordat hij aan het begin van de achttiende eeuw aan zijn reusachtige verzameling Aziatische keramiek begon, waagde Augustus zich aan de heilige graal: het ontrafelen van het in Europa onbekende recept voor het produceren van écht porselein. Deze onderneming diende in eerste instantie echter een ander doel, namelijk het aanvullen van de keurvorstelijke schatkist. Saksen was verwikkeld in verschillende oorlogen en die drukten zwaar op de financiën. De beruchte alchemist Johann Friedrich Böttger (1682-1719) schroomde niet om op te scheppen over een wel heel waardevolle kwaliteit: hij zou in staat zijn om ruw materiaal in goud te veranderen. Augustus zag hierin een kans. Op bevel van de keurvorst werd Böttger onder huisarrest geplaatst in Saksen om goud te maken. Dat lukte niet, maar na jaren van experimenteren, samen met medewetenschappers en ambachtslieden, wist hij geen geel, maar ‘wit goud’ te produceren. Als eerste Europeanen combineerden zij de juiste ingrediënten (waaronder het essentiële kaolien), wat uiteindelijk het gewenste resultaat opleverde: porselein zoals dat afkomstig uit Azië. 2 Het recept werd vastgelegd op 15 januari 1708, maar pas op 28 maart 1709, nadat er ook een geschikt glazuur bij was ontwikkeld, stelde Böttger Augustus de Sterke van de ontdekking op de hoogte. Voordat de productie daadwerkelijk werd opgestart, werd een commissie samengesteld die het product onder de loep nam en het kritisch vergeleek met de Chinese varianten uit de collectie van Augustus de Sterke, met uiteindelijk een positieve beoordeling.3 De in Europa zo gewilde receptuur werd angstvallig bewaakt, waardoor de eerste productieplaats van porselein ook niet gevestigd was in een fabriek, maar op een plek waar niemand ongezien kon binnenkomen of vertrekken: het ‘porseleinslot’ Albrechtsburg bij Meissen. (afb. 4) Böttger werd er aangesteld als
PORSELEINKOORTS – 1 – DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’
GEEN GEEL, MAAR ‘WIT GOUD’
15
PORSELEINKOORTS – 1 – DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’ 16
3 Porseleinkabinet in Slot Charlottenburg, Berlijn © Alamy Stock Photo 3 Porcelain cabinet in the Charlottenburg Palace, Berlin
17
PORSELEINKOORTS – 1 – DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’
directeur. Ondanks de strenge bewaking wisten enkele medewerkers met de waardevolle kennis over het geheime porseleinrecept te ontsnappen, met als gevolg dat er algauw door heel Europa andere porseleinfabrieken werden opgericht.
PORSELEINKOORTS – 1 – DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’
DRONKENSCHAP EN REIZENDE ARCANISTEN
18
Hoewel het uiteraard de bedoeling was om het porseleinrecept in Meissen geheim te houden, lekte het dus al in oktober 1717 uit naar Wenen via de vergulder en emailleur Christoph Conrad Hunger (levensjaren onbekend), met wie Böttger het recept in een dronken bui zou hebben gedeeld. Toen in 1719 ook de ovenmeester uit Meissen, Samuel Stölzel (1685-1737), werd gerekruteerd voor de Weense fabriek, slaagde de fabriek van Claudius Innocentius du Paquier (levensjaren onbekend) er als tweede in Europa in om hard porselein te produceren. Maar toen de door Du Paquier geboden hoge lonen al snel opdroogden, was het voor Stölzel tijd om weer uit Wenen te vertrekken. Slechts een jaar na zijn aankomst in de stad vernietigde Stölzel de ovens, maakte de porseleinklei onbruikbaar en keerde terug naar zijn oude werkgever in Meissen. Om een hartelijke ontvangst bij zijn oude werkgever te bewerkstelligen reisde hij niet in zijn eentje terug, maar in het gezelschap van de zeer getalenteerde porseleinschilder Johann Gregorius Höroldt (1696-1775), die een belangrijke rol bij de fabriek in Meissen zou gaan vervullen. De fabriek van Du Paquier kwam ondertussen Stölzels sabotageactie te boven en maakte producten van een prachtige kwaliteit. (afb. 6) Financieel bleef de onderneming echter kwetsbaar, totdat deze in 1744 in handen kwam van keizerin Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780). Hunger reisde nog verder met het recept en kwam terecht in Venetië, waar in 1720 de productie van Francesco Vezzi (16511740) startte. Maar na zeven jaar raakte de uit Saksen geïmporteerde kleivoorraad op en reisde Hunger wederom verder, nu om het te proberen in Scandinavië. Vanuit Stockholm vertrok hij vervolgens naar Sint-Petersburg om ook daar, onder keizerin Elisabeth (1709-1761), voor het eerst porselein te produceren. Lange tijd waren Meissen en Wenen de enige twee noemenswaardige productieplaatsen van hard porselein in Europa. Dat veranderde echter toen er een nieuwe generatie rondreizende arcanisten (personen die het geheime porseleinrecept kennen) opstond. In 1750 verliet de jonge schilder Joseph Jacob Ringler (17301804) de Weense fabriek met het recept, kennis die hij mogelijk te danken had aan zijn vriendschap met de dochter van de directeur van de fabriek. Ringler was als arcanist uitermate succesvol en hielp in verschillende plaatsen porseleinproducties op gang: Höchst in 1750, Straatsburg in 1753, Nymphenburg in 1754 en
5 Theepot met een reliëfdecoratie, ca. 1713-1720, Porzellanmanufaktur Meissen, porselein, 12,3 x 16,3 x 11,2 cm Porzellansammlung, Staatliche Kunstsammlungen Dresden © Porzellansammlung, Staatliche Kunstsammlungen Dresden / Adrian Sauer 5 Teapot with decorative relief, c. 1713/20, Porzellanmanufaktur Meissen, porcelain, 12.3 x 16.3 x 11.2 cm
PORSELEINKOORTS – 1 – DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’
4 Kop-en-schotel gedecoreerd met gezichten op de Albrechtsburg, ca. 1740-1745, Porzellanmanufaktur Meissen, 7,3 x 13,5 cm Keramiekmuseum Princessehof, Leeuwarden 4 Cup and saucer decorated with views of Albrechtsburg, c. 1740/45, Porzellanmanufaktur Meissen, 7.3 x 13.5 cm
19
PORSELEINKOORTS – 1 – DE WAANZINNIGE WEG NAAR DE ONTDEKKING VAN HET ‘WITTE GOUD’ 20
6 Terrine op onderschotel, ca. 1730-1740, Wiener Porzellanmanufaktur, porselein, 13,9 × 21,4 × 17,8 cm / 3,2 × 30,2 × 21,1 cm Porzellansammlung, Staatliche Kunstsammlungen Dresden © Porzellansammlung, Staatliche Kunstsammlungen Dresden / Jürgen Karpinski 6 Tureen on underplate, c. 1730/40, Wiener Porzellanmanufaktur, porcelain, 13.9 × 21.4 × 17.8 cm / 3.2 × 30.2 × 21.1 cm
7 Kop met chinoiserie-decoratie, ca. 1726-1727, Porzellanmanufaktur Meissen, model: Johann Gregorius Höroldt, porselein met emailkleuren, 6,1 × 13,1 cm. Porzellansammlung, Staatliche Kunstsammlungen Dresden © Porzellansammlung, Staatliche Kunstsammlungen Dresden / Adrian Sauer 7 Cup decorated with chinoiserie, c. 1726/27, Porzellanmanufaktur Meissen, model: Johann Gregorius Höroldt, enamelled porcelain, 6.1 × 13.1 cm