OLIVIER VAN BEEMEN
– Adriaan van Dis Wanneer hij in 2002 als correspondent naar Parijs vertrekt, is Olivier van Beemen 23 jaar oud. Op zijn dienstmeisjeskamer van tien vierkante meter nabij de Sorbonne, kookt hij met een magnetron en een waterkoker. Maar in een nieuw appartement verschijnen al snel champagneglazen, een oestermes en slakkenbordjes. Als zijn Nederlandse jeugdliefde uit beeld verdwijnt, komt daar (even) nog een jonge Parisienne bij. In Parijs is de wervelende coming of age van een correspondent in Parijs. Met groot gevoel voor stijl beschrijft Van Beemen het leven
BEEMEN_Frankrijk dummy.indd 1
van een jonge Nederlander in het Frankrijk van het début de siècle. Hij reist in het kielzog van Nicolas Sarkozy en ondergaat de grillen van zijn immer gebruinde huurbazin Madame Aïach. Hij bezoekt de nationalist Jean-Marie Le Pen in zijn ouderlijk huis in Bretagne en wordt op hardhandige wijze geconfronteerd met het geweld in de banlieue. En van zijn kapper David leert hij dat zijn haar niet rood, maar Venetiaans blond is.
IN PARIJS
‘Olivier van Beemen! Altijd nieuwsgierig én ondernemend. Een chroniqueur van het Franse dagelijks leven die het avontuur niet uit de weg gaat. Met zijn artikelen over Parijs weet hij me telkens te verrassen.’
Olivier van Beemen (Haarlem, 1979) is correspondent in Parijs voor onder andere Het Financieele Dagblad, Elsevier en de regionale dagbladen van persbureau GPD.
www.inparijs.nl
OLIVIER VAN BEEMEN
BALANS
IN PARIJS
BALANS
10-09-09 17:28
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 2
09-09-2009 10:02:50
Olivier van Beemen
In Parijs
Uitgeverij Balans
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 3
09-09-2009 10:02:50
Copyright © 2009 Olivier van Beemen / Uitgeverij Balans, Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Omslagontwerp Studio Jan de Boer, Amsterdam Omslagfoto Emile Gregoire Foto auteur Emile Gregoire Boekverzorging Jos Bruystens, Maastricht Druk Wilco, Amersfoort isbn 978 94 600 3196 0 nur 508 www.uitgeverijbalans.nl
Uitgeverij Balans stelt alles in het werk om op milieuvriendelijke en duurzame wijze met natuurlijke bronnen om te gaan. Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council (fsc) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid.
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 4
09-09-2009 10:02:50
Inhoudsopgave
Voorwoord. De nachttrein uit Parijs 1 Feesten tegen Le Pen 2 Herenfiets voor dienstmeisjeskamer 3 Op bezoek bij Le Pen 4 De Derde Wereld bij de eindhalte van lijn 2 5 George W. Bush brengt redding 6 Belleville 7 Line dancing in Billy Bob’s Country & Western Saloon 8 Bolkestein – Frankenstein 9 Tienduizend euro lichter 10 Op de fiets naar Houellebecq 11 Tsjetsjenië aan de Seine 12 Op zoek naar racisten 13 Banlieue blog 14 Protest tegen de realiteit 15 Boer in Frankrijk 16 De immigrantenzoon die president wilde worden 17 Franstalige apen in Boekarest 18 Economisch succes en innovatie, fabriqués en France 19 Ségo en Sarko 20 Feest van de democratie 21 Iedereen wil naar Londen
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 5
09-09-2009 10:02:50
22 Een onfortuinlijke ontmoeting 23 In de paleizen van de Republiek 24 We zijn allen Ayaan 25 Subsidie voor wereldreis en wereldrijk 26 Van provinciale schlemiel tot landelijke knuffelbeer 27 Madame A誰ach, Odette en Parisienne 28 Camping Parijs 29 Venetiaans blond 30 President van Frankrijk, van Europa en van de wereld 31 Word je ontslagen? Gijzel je baas 32 De zomer van mijn dertigste Bijlage Verwijzingen Boeken Films Liedjes Internetlinks Verantwoording & dank
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 6
09-09-2009 10:02:50
voorwoord
De nachttrein uit Parijs
Eén trein is groen. Iedere ochtend passeert de ene na de andere gele sneltrein mij op mijn fietstocht van huis in Vogelenzang naar school in Haarlem. Ik sla er geen acht op. De groengrijze nachttrein uit Parijs is anders. Die zet aan tot dromen tijdens een saaie rit van bijna tien kilometer langs de Leidsevaart, de oude trekvaart tussen Haarlem en Leiden. Meestal fiets ik alleen, omdat ik de enige Vogelenzangse gymnasiast ben. De wind komt bijna altijd uit het zuidwesten. Op de heenweg heb ik hem in de rug. De nachttrein uit Parijs brengt structuur. Komen de wagons van de Société Nationale des Chemins de fer Français langs als ik nog langs het bollenveld voor het ouderlijk huis fiets, dan weet ik dat ik vaart moet maken. Ben ik al bijna bij station Heemstede-Aerdenhout, dan kan ik het verder rustig aan doen. Tenzij de nachttrein vertraging heeft: soms is er helemaal geen nachttrein, terwijl ik keurig op tijd de Jacobijnestraat in Haarlem binnenrijd, waar de school is gevestigd. De nachttrein uit Parijs biedt ook afleiding. Amsterdam, dertig kilometer verderop, is een grote, verre stad en de gedachte dat er rails liggen tot aan Parijs, fascineert me. De passagiers, verscholen achter hun gordijntjes, zijn een avond eerder op het Gare du Nord opgestapt en rijden nu langs de Leidsevaart, net als ik. 7
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 7
09-09-2009 10:02:50
Ik ben nog nooit in Parijs geweest. Dat verandert in de zomer van mijn achttiende verjaardag. Met een groepje vrienden ga ik naar de Franse hoofdstad, met de nachttrein. Die gaat dan nog via Haarlem, terwijl de meeste internationale treinen langs Schiphol rijden. Voor ons is Parijs een tussenstop van enkele dagen, waarna we doorreizen naar Noord-Italië. Iets na half elf stappen we op in station Haarlem. ‘Paris Nord’ vermeldt het vertrekbord. De Franse conducteur, een dikke man met strenge pet die meer ontzag inboezemt dan zijn Nederlandse collega’s, komt direct de coupé binnen en neemt onze railpas én paspoort in. Daar hebben we niet op gerekend. Is deze man wel te vertrouwen, zullen we onze documenten ooit terugzien? Veel keus hebben we niet. Beter zoeken we onze toevlucht tot de meegenomen biertjes. Ik heb per ongeluk maltbier gekocht. Vogelenzang en de Leidsevaart liggen achter ons voordat ik goed en wel naar buiten kan kijken. Ook van maltbier moet je vroeg of laat naar de wc. Ik volg de pijltjes richting het uiteinde van de wagon. Geen wc. Wel is er een groot uitgevallen ruimte met een wastafel. Het kwartje valt wanneer ik een klein gaatje in de vloer zie. Meteen denk ik aan de Franse campings waar ik zoveel zomers met mijn ouders heb doorgebracht: dit is een Franse wc, een hurktoilet. Trots op zoveel culturele kennis, richt ik op het gaatje. De vloeistof blijft echter liggen en met de schommelingen van de trein moet ik oppassen dat mijn schoenen droog blijven. Ik kan weinig anders dan het bevuilde hok verlaten en zie om het hoekje een andere ruimte, met een pot, een bril en een pedaal om door te spoelen. Ik schaam me. Ik ken Frankrijk minder goed dan ik denk. Causaal verband of niet, een jaar later besluit ik Franse taal en cultuur te studeren aan de Universiteit van Amsterdam, als bijstudie. Mijn eerste studie is culturele antropologie. Ik wil de wereld verbeteren, te beginnen bij West-Afrika. Frans komt daarbij goed van pas, dat spreken ze in veel 8
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 8
09-09-2009 10:02:51
West-Afrikaanse landen. Al snel beschouw ik Frans als mijn hoofdstudie en na een jaar laat ik antropologie vallen. WestAfrika zal het zonder blanke weldoener moeten stellen. Mijn tweede studiejaar breng ik door aan de Université de Bourgogne in Dijon, waar ik in de auberge espagnole* van het internationale studentenleven veel buitenlandse leeftijdsgenoten leer kennen. Een jaar later zoek ik ze op in Parijs, Dijon en Lyon. Ik ga niet met de hogesnelheidstrein, maar opnieuw met de nachttrein, die me met allerlei kortingskaarten niet meer dan een paar tientjes kost. Ook op de couchette, een bedje in een coupé met maximaal vijf medepassagiers, bespaar ik. Daar krijg ik rap spijt van. In Nederland slaap ik niet en in België evenmin. Tussenstops in Roosendaal en Brussel lijken een eeuwigheid te duren, wat niet alleen perceptie is. De nachttrein naar Parijs staat onderweg met opzet uren stil, omdat je anders rond vier uur ’s nachts aan zou komen. Dan slaapt Parijs nog. In Noord-Frankrijk dommel ik eindelijk in. Ik word ruw uit mijn slaap gewekt door een jonge Zuid-Afrikaan. ‘Volgens mij is je tas net gestolen. Sorry dat ik het nu pas zeg, ik dacht dat die jongen bij je hoorde.’ Ik kijk naar het bagagerek boven me. Geen grote rugtas. Onder me ligt wel een klein tasje met geld, paspoort en treinticket. We staan op station Aulnoye-Aymeries, net voorbij de Belgische grens. Verward loop ik naar de uitgang en zie op een meter of vijftig een jongen lopen, met mijn tas op zijn rug. De conducteur fluit voor vertrek. Uit de trein springen heeft geen zin: in mijn slaapdronkenheid heb ik mijn geld en papieren op de stoel laten liggen. De deuren sluiten. Van de conducteur hoor ik later dat ik best aan de noodrem had mogen trekken. ‘Een ‘Spaanse herberg’ is in het Frans een plek waar iedereen zelf meeneemt wat hij wil eten of drinken. De uitdrukking is bekend door de film L’auberge espagnole. Vanaf pagina XXX staat een overzicht van de boeken, films en liedjes waarnaar de tekst verwijst. Daar staan ook de links naar alle websites die genoemd worden. *
9
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 9
09-09-2009 10:02:51
De stationspolitie op Gare du Nord in Parijs is vriendelijk. De agent benadrukt dat ik de waarde van het gestolen goed flink moet overdrijven. ‘De verzekering houdt altijd veel geld in.’ Wanneer ik zeg dat het eenvoudige fototoestel dat ik bij me had maximaal honderd gulden gekost zal hebben, een franc of driehonderd, noteert hij: ‘Fototoestel, duizend franc.’ De verzekeringsdame die later ter controle langskomt, vertrouwt het niet helemaal, maar geeft me het voordeel van de twijfel. Merci, meneer agent. Mijn studie tovert me in enkele jaren om van Afrikanofiel tot Francofiel. Ik heb mijn roeping inmiddels gevonden: correspondent in Parijs. Dat vertel ik dan ook aan de toelatingscommissie van de minor journalistiek, eveneens aan de Universiteit van Amsterdam. Of ik me wel realiseer dat het correspondentschap, zeker in Parijs, bij de meeste kranten een erebaan is, een beloning voor jarenlang trouwe dienst? Ben ik ook bereid in kaplaarzen af te reizen naar een boerderij waar varkenspest is uitgebroken? Of om een brandje te verslaan? Want dat worden geheid mijn eerste verhalen. Nederig antwoord ik dat ik me daarvan bewust ben en dat ik mijn sporen best eerst elders wil verdienen. Toch vertrek ik in 2002, eerder dan in mijn stoutste verwachtingen, naar Frankrijk. Ik ben net 23 geworden en heb stages achter de rug op de buitenlandredacties van Algemeen Dagblad en Het Parool. Voor die laatste krant mag ik naar Parijs. De redacteur die tot dan toe Frankrijk voor zijn rekening nam, heeft daar geen bezwaar tegen. Mijn scripties voor Frans en journalistiek schrijf ik ter plaatse. Ik word correspondent. Begin oktober verhuis ik, met de hogesnelheidstrein.
Bijna zeven jaar later ben ik nog steeds freelance correspondent in Frankrijk, inmiddels voor Elsevier, Het Financieele Dagblad en het persbureau gpd. Nog altijd fascineren land 10
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 10
09-09-2009 10:02:51
en volk me, maar op een andere manier. Terugkijkend denk ik dat ik aanvankelijk ietwat naïef was. Fransen zag ik als een volk dat immer bereid is te strijden voor idealen. Als een volk van levensgenieters, die werken om te leven, en niet andersom. Ik geloofde in l’exception française, de Franse uitzondering die oud-president Charles de Gaulle eind jaren vijftig begon te prediken: met een sterk nationaal gevoel en een grote rol voor de overheid behield Frankrijk een eigen identiteit en viel het niet ten prooi aan de uniformisering opgelegd door de Verenigde Staten. Ik zag de Franse uitzondering in de cultuur, de politiek en de economie. In geen West-Europees land zijn muziek en films van eigen bodem zo populair als in Frankrijk, geen land durfde zich in 2003 zo hardnekkig te verzetten tegen de Amerikaanse invasie in Irak en vrijwel nergens is de rol van de overheid en (voormalige) staatsbedrijven zo dominant als in Frankrijk. Maar ik zag ook andere Franse uitzonderingen, bijvoorbeeld die van de permanente massawerkloosheid. Ook in perioden van economische voorspoed daalt die nauwelijks onder de tien procent; bijna een op de vier jongeren kan maar geen baan vinden. Ik verbaasde me over de uitzonderlijke positie van vrouwen in het Franse parlement. Ondanks een wettelijke verplichting voor partijen even veel mannen als vrouwen verkiesbaar te stellen, zijn vrouwen in Frankrijk slechter vertegenwoordigd dan in landen als Irak, Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten. En wat te denken van de voorsteden, waar immigranten en kansarmen bij elkaar zijn geparkeerd in geïsoleerde getto’s, zoals je die nergens in Europa tegenkomt? Ook dat is een exception française. Mijn blik op Frankrijk is niet alleen veranderd door mijn eigen ervaringen, maar ook door de ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Frankrijk gaat meer op de buren lijken. Zo word ik – tot mijn grote verontwaardiging – in toenemende mate in het Engels aangesproken, wat hopelijk meer te maken heeft met mijn on-Franse uiterlijk dan met mijn accent. 11
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 11
09-09-2009 10:02:51
‘Ik spreek slechts de taal van Molière,’ was ooit mijn pretentieuze antwoord aan een kruidenier die me in het Engels aansprak en vervolgens nauwelijks begreep wat ik bedoelde. De eetgewoonten van de Fransen zijn meer op de onze gaan lijken. De dag dat er gefrituurde snacks uit de muur komen, is nog niet in zicht, maar niemand kijkt vreemd op van een zakenman die lopend een stokbroodje tomaat-mozzarella naar binnen werkt. Lunchpauzes van een uur zijn de norm, waar twee uur vroeger gebruikelijk was. En het spreekwoordelijke laatste glas pour la route (voor onderweg) raakt in onbruik. Fransen drinken almaar minder wijn en mede daardoor zijn de Franse wegen niet langer de gevaarlijkste van Europa. Ook politiek is er steeds minder sprake van een Franse uitzondering. Het enorme ambtenarenapparaat wordt langzaam kleiner, de van oudsher zeer linkse socialisten zijn meer op hun sociaal-democratische collega’s in Nederland, Groot-Brittannië of Duitsland gaan lijken en Frankrijk is na een afwezigheid van ruim veertig jaar teruggekeerd in de militaire structuur van de Navo. Het klinkt paradoxaal, maar hoewel Fransen in veel opzichten een deel van hun eigenzinnigheid zijn kwijtgeraakt, blijft hun anderszijn de kern van mijn fascinatie. Ik heb de afgelopen jaren Fransen in alle soorten en maten ontmoet en tijdens reportages en pleziertripjes grote delen van hun land ontdekt. Hoe beter ik land en volk leer kennen, des te overtuigder raak ik van een fundamenteel verschil tussen hen en mijzelf. Hoewel ik met veel plezier in Parijs woon, enkele goede Franse vrienden heb en me redelijk geïntegreerd voel, bekruipt me steeds vaker het gevoel dat ik mijn adoptielandgenoten nooit helemaal zal kunnen bevatten. Hoe hard ik ook mijn best doe, ik zal er nooit helemaal bij horen. Hier volgt een verslag van zeven jaar leven en werk in Parijs en daarbuiten. Ik schets een beeld van het moderne Frankrijk en laat zien wat er zoal is veranderd de laatste jaren. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor president 12
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 12
09-09-2009 10:02:51
Nicolas Sarkozy, die Jacques Chirac in 2007 opvolgde. Er is veel gebeurd in die zeven jaar, maar voor mij zou het land na 2003 in elk geval nooit meer hetzelfde zijn: in dat jaar maakte de groengrijze nachttrein uit Parijs zijn laatste rit.
13
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 13
09-09-2009 10:02:51
1
Feesten tegen Le Pen
Het is een geduw van jewelste, rond de Place de la République. Om iedere vierkante centimeter wordt gestreden. Een jongen met een fiets aan zijn hand straalt wanhoop uit: hoe komen zijn tweewieler en hij ooit weer uit deze menigte? Ik dein mee in een mensenmassa die herinneringen oproept aan wilde concerten op popfestivals. The Prodigy op Pinkpop schiet me direct te binnen. Je kunt je er het best aan overgeven en dat doe ik dan ook. Vandaag is het 1 mei 2002, de Dag van de Arbeid. Fransen spreken van la Fête du Travail, het Feest van de Arbeid. Mijn studiejaar journalistiek nadert zijn einde en alle studenten hebben een afsluitend thema gekozen. Aan de hand daarvan moeten wij onze vaardigheden tonen in de verschillende journalistieke genres, zoals het interview, de reportage, de analyse en het achtergrondverhaal. Mijn thema is de Franse presidentsverkiezing, wat me een excuus geeft twee keer naar Parijs af te reizen. Op eigen kosten, dat wel. Zo kan ik me alvast een beetje correspondent wanen, of in elk geval envoyé spécial, speciaal uitgezonden verslaggever voor de opleiding journalistiek en het studentenblad van de studie Frans, Le Brouhaha. Wanneer ik eind april aankom, verkeert Frankrijk in een schoktoestand. Het is een week na le 21 avril, een datum 14
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 14
09-09-2009 10:02:51
die voor veel Fransen net zo traumatisch is als 9/11 voor Amerikanen. Het is de dag waarop de nationalist Jean-Marie Le Pen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen 200.000 stemmen meer krijgt dan de belangrijkste linkse kandidaat, Lionel Jospin. De leider van het Front National (fn), voor veel Fransen de personificatie van het kwaad, mag het in de beslissende tweede ronde op 5 mei opnemen tegen zittend president Jacques Chirac, die als enige nog meer stemmen heeft behaald. Nooit eerder in de Franse naoorlogse geschiedenis is extreem rechts zo dicht bij de macht geweest. De protestmars tegen Le Pen op 1 mei belooft daarom historische proporties aan te nemen. Vooral jonge volwassenen zeggen zich te schamen voor hun land. Dat hebben ze wel voor een belangrijk deel aan zichzelf te danken: ze zijn in groten getale thuisgebleven bij de eerste verkiezingsronde of hebben op trotskistische splinterkandidaten hebben gestemd. Op straat willen ze zich revancheren. Ik logeer bij vriend Jérémie, een Franse medestudent van de Universiteit van Amsterdam, die een jaar lang in de buurt Montorgueil woont, niet ver van de Hallen, waar de straten blinkende witte steentjes hebben. In Le guide des jolies femmes de Paris lees ik later dat je daar de bevalligste vrouwen van Parijs vindt. ‘De mooiste schatten van Parijs vind je niet in het Louvre. De mooiste schatten van Parijs vind je in de Rue Montorgeuil.’ Maar goed, voor hen ben ik niet gekomen. ’s Ochtends gaan we naar een samenkomst met Le Pen, die de manschappen bijeenroept op de Place de l’Opéra. Sinds 1988 brengt hij op 1 mei een eerbetoon aan Jeanne d’Arc, de maagd van Orléans onder wier bezielende leiding de Engelsen in de vijftiende eeuw verslagen werden. Zij werd voorheen op 8 mei herdacht, de datum dat Orléans bevrijd werd, maar Le Pen heeft dat om praktische redenen een week vervroegd. Zo heeft hij een alternatief voor de Dag van de Arbeid en kan hij meteen laten zien dat hij zich betrokken voelt 15
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 15
09-09-2009 10:02:51
bij de lagere werkende klasse. Daar trekt hij altijd veel stemmen. De opkomst valt tegen. De megaschermen langs de brede Avenue de l’Opéra, waarop het spektakel te volgen is, zijn overbodig: iedereen past op het plein. Ik spreek een dolblije 70-jarige man die speciaal is overgekomen uit Nice, een stad waar extreem-rechts het vaak goed doet. ‘Frankrijk heeft eindelijk voor vrijheid gestemd,’ zegt hij. En: ‘Ik ben geen racist, maar er zijn gewoon te veel buitenlanders. Zij respecteren ons niet.’ Tussen alle Franse vlaggen wapperen ook veel Vlaamse Leeuwen en één Nederlands vaandel. Die is van een Rotterdammer van de Nieuwe Nationale Partij. Pim Fortuyn, die vijf dagen later wordt vermoord, vindt hij maar niks. ‘Mediageniek, maar geen echte nationalist.’ Le Pen komt al meer in de buurt van zijn standpunten, maar de Nederlander is vooral naar Parijs gekomen om de vrijheid van meningsuiting te vieren. Le Pen houdt een vlammend betoog, zoals hij dat zo goed kan. Hij hekelt de onveiligheid op straat en de hoge werkloosheid, waarvoor veel van zijn landgenoten bang zijn. Hij kent de oplossing: Frankrijk moet geen buitenlanders meer toelaten. Op naar de tegendemonstratie op Place de la République, waar we voor het filiaal van hamburgerketen Quick hebben afgesproken met vrienden. We zijn niet de enigen. Ruim een uur voordat de optocht van start gaat, is het plein volgestroomd en zijn de dertien straten die erop uitkomen, dichtgeslibd. Honderdduizend demonstranten verwachten de Parijse autoriteiten, terwijl de organisatie op het dubbele hoopt. De politie telt er uiteindelijk een half miljoen en de organisatie claimt daarvan weer het dubbele. Dat verschil valt overigens nog mee: bij veel demonstraties moet je de cijfers die de organisatie meldt, door vijf of zelfs tien delen om op de politieschatting uit te komen. Vanaf République voert het naar Bastille en Place de la Nation. Ofwel: vanaf het plein waar Charles de Gaulle in 1958 16
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 16
09-09-2009 10:02:51
de grondwet van de Vijfde Republiek aan het volk presenteerde, naar de plek waar ooit een gevangenis stond waarvan de bestorming in 1789 tot de Franse Revolutie leidde. En vandaar weer naar de plaats waar in 1880 voor het eerst de nationale feestdag quatorze juillet werd gevierd, de datum van die bestorming. Meer republikeinse symboliek is nauwelijks denkbaar. De route door het relatief volkse oosten van Parijs is een klassieker voor sociaal-economisch en links politiek protest. Studenten- en scholieren laten zich meestal horen op de linkeroever van de Seine, waar de universiteiten en de beroemde scholen zijn gevestigd. Rechtse actievoerders geven de voorkeur aan het rijkere westen van Parijs, rond de Champs-Elysées. Rechtse optochten komen minder vaak voor dan linkse, maar de steunbetuiging aan De Gaulle na de protesten van mei ’68 en de actie voor het behoud van katholiek onderwijs in 1984 behoren tot de grootste demonstraties uit de Franse geschiedenis, met elk meer dan een miljoen deelnemers. Ik kijk mijn ogen uit. ‘Ga 5 mei stemmen, het kan de laatste keer zijn’, lees ik op een spandoek. En: ‘Wie heeft de Verlichting uitgedaan in het land van Voltaire?’ Demonstranten delen wasknijpers uit die kiezers zondag in het stemhok op hun neus kunnen doen, wanneer ze met tegenzin op Chirac stemmen. Ze zingen, dansen, drinken en blowen dat het een lieve lust is. Ze mogen zich dan schamen, de toekomst vrezen en Le Pen haten, het blijft het Feest van de Arbeid. Ik spreek enkele deelnemers aan. Student Julien is een van de vele jongeren die op 21 april niet gestemd hebben. Daaraan kan hij zelf weinig doen, vindt hij. ‘Ik verhuis vaak en ontvang daarom nooit een stemkaart. De bureaucratie is te complex om de situatie te veranderen.’ Zijn vriendin Antonine heeft in de eerste ronde wel links gestemd, maar niet op Jospin. Haar keuze viel op de trotskiste Arlette Laguiller van Lutte Ouvrière (Arbeidersstrijd), een geduchte concurrent van Olivier Besancenot van de Ligue Communiste 17
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 17
09-09-2009 10:02:51
Révolutionnaire (Communistisch Revolutionaire Liga), ook al trotskist. Spijt heeft ze niet, hoewel ze weet dat de aanwezigheid van Le Pen in de tweede ronde mede te danken is aan de miljoenen stemmen op kleine linkse extremisten. ‘Ik zou precies hetzelfde doen. Jospin is niet links genoeg.’ In de tweede ronde is ze wel van plan op Chirac te stemmen. ‘Ik weet niet of ik het kan, maar het moet wel. Mijn droom is dat iedereen blanco stemt en dat de verkiezingen geannuleerd worden.’ Ze ziet in dat het een onwaarschijnlijk scenario is. Rond acht uur ’s avonds arriveren we op Place de la Nation. Daar is het feest losgebarsten. Net als de menigte is de muziek zeer divers: er klinkt Franse rap, techno, Arabische rai en het Franse volkslied – ‘la Marseillaise’. Uit een klein busje dat volgens opschrift toebehoort aan de belangenvereniging voor werklozen, schalt het communistische strijdlied ‘de Internationale’. Luidkeels zingen passanten mee. Ik ben helemaal in mijn nopjes met zo veel folklore. ‘Verslagen in de stembus, maar niet op straat,’ kop ik het verslag dat ik maak voor het studentenblad. Ondanks kritiek op hun stemgedrag steek ik mijn sympathie voor de jongeren niet onder stoelen of banken. Ik citeer een demonstrant die in zijn megafoon roept dat de opkomst bij de demonstratie in Parijs zeker drie keer hoger is dan het verschil in stemmen tussen Le Pen en Jospin. Links is weer terug, impliceer ik. In een analyse schrijf ik later dat er nog alle kans is dat links de parlementsverkiezingen wint, waardoor een cohabitation zou ontstaan. Dat betekent dat de president moet samenwerken met een regering geleid door een politieke tegenstander, zoals eerder gebeurde met president Chirac en premier Jospin. In theorie is die kans er ook, maar in de praktijk wint rechts wint een maand later ook met overmacht de parlementsverkiezingen. Terug in Nederland vertel ik mijn vrienden en studiegenoten over mijn Franse ervaringen. Ik kom woorden tekort in mijn aanprijzingen van het links geëngageerde dagblad 18
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 18
09-09-2009 10:02:51
LibĂŠration, dat mijn lijfblad is geworden en dat ik de maanden voordat ik definitief naar Frankrijk ga, ook in Nederland blijf kopen. Dag in dag uit wijst de krant op de gevaren van extreem rechts, maar ook op de tekortkomingen van links en de oorzaken van de socialistische nederlaag. Wanneer Chirac uiteindelijk zoals verwacht met overmacht (82 procent van de stemmen) wordt herkozen, waarschuwt LibĂŠ, zoals intimi de krant noemen, de president dat hij zijn overwinning ook aan links dankt en dus naar de linkse kiezer moet luisteren. Daar ben ik het roerend mee eens. Ik bewonder de bezieling die ik achter de verhalen meen te ontdekken. In dat land wil ik wonen en over dat volk wil ik schrijven.
19
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 19
09-09-2009 10:02:51
2
Herenfiets voor de dienstmeisjeskamer
Verhuizen naar Parijs is gemakkelijker gezegd dan gedaan: de stad kent een enorme woningnood. Een wet schrijft voor dat woningen een oppervlak van minimaal negen vierkante meter moeten hebben en ruim twee meter hoog moeten zijn. Ieder cachot kan grof geld opleveren in een stad die in oppervlak ruim twee keer kleiner is dan Amsterdam en drie keer zoveel inwoners heeft. De gemeente Parijs meet slechts 105 vierkante kilometer en heeft 2,1 miljoen inwoners. De bevolkingsdichtheid is twee keer zo hoog als in New York en ligt niet veel lager dan op het wolkenkrabbereiland Manhattan. Toch vind ik mijn eerste Parijse kamer met relatief gemak. Een week voor mijn verhuizing logeer ik een paar dagen bij een vriendin centraal in Parijs, de uitvalsbasis voor mijn huizenjacht. Een uitgebreide belsessie op donderdagochtend, als de huizensite Particulier Ă particulier wordt ververst met tientallen nieuwe aanbiedingen, is vruchteloos. Een tip van een Amsterdamse medestudent werkt wel. Hij wijst me op madame de Quesnin, een Nederlandse dame die de achternaam van haar Franse man draagt. Zij heeft een lijst met enkele tientallen studentenkamers, die eigenaars graag aan Nederlandse studenten verhuren. Die hebben de naam de huur netjes op tijd te betalen. Iedereen vaart er wel bij: de 20
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 20
09-09-2009 10:02:51
studenten hoeven niet op zoek naar iemand die zijn complete financiële situatie moet overleggen om te bewijzen dat hij de huur kan betalen als de student dat niet meer zou kunnen (een garant). De eigenaars hebben betrouwbare huurders die niet zo snel misbruik zullen maken van de wet die bepaalt dat wanbetalers in de wintermaanden nooit hun huis uitgezet mogen worden. En madame de Quesnin ontvangt iedere maand een aardig percentage op de tientallen huursommen, die we persoonlijk in contanten bij haar in het zestiende arrondissement moeten komen brengen. Het leeuwendeel van het aanbod bestaat uit gemeubileerde chambres de bonne bij haar in de buurt in het zestiende en zeventiende arrondissement, waar de gegoede burgerij woont. Dat zijn kleine kamers op de zesde, zevende of achtste etage van hôtels particuliers, de karakteristieke herenhuizen met zinken daken uit de tweede helft van de negentiende eeuw, toen baron Haussmann het moderne Parijs vormgaf. Bij iedere etagewoning horen een of meerdere van die zolderkamertjes, bestemd voor het dienstmeisje, de bonne (à tout faire): het manusje-van-alles. Vaak hebben de etages met dienstmeisjeskamers een aparte opgang, die schuilgaat achter een obscuur deurtje in de hal van het centrale trappenhuis. Die deur biedt toegang tot een secundair universum, waar marmer en spiegels plaatsmaken voor slecht onderhouden houten wenteltrapjes. Contact tussen de bewoners op stand en het inwonend personeel werd tot een minimum beperkt. Als ik me tot madame de Quesnin richt, heb ik de mazzel dat ze juist over een nieuwe kamer beschikt in een andere buurt. Het zestiende en het zeventiende zijn stadsdelen waar je gezien kunt worden, maar staan niet bekend om hun frivole nachtleven, betaalbare eettentjes of stoffige boekwinkels. Het vijfde arrondissement wel. Aan de Rue des Ecoles, parallel aan de Boulevard Saint-Germain en om de hoek bij de Sorbonne-universiteit, kan ik een kamer huren. Tien vierkante meter voor vierhonderd euro per maand, zonder 21
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 21
09-09-2009 10:02:51
aparte dienstmeisjesopgang. Terwijl ik tijdens mijn studie in Amsterdam lange tijd weigerde meer dan vierhonderd gulden neer te tellen voor huisvesting, weet ik vooraf dat ik met een dergelijke som rekening moet houden. Gelukkig heb ik, zolang ik weinig verdien, recht op een gulle bijdrage van de Franse overheid: de Franse belastingbetaler neemt eenderde van mijn huur voor zijn rekening. Een van de eerste avonden in Parijs werk ik aan een reportage over schaapherders in de PyreneeÍn, waar ik vlak voor mijn verhuizing heen ben gestuurd door En France. Het glossy francofielentijdschrift heb ik na Het Parool als mijn tweede opdrachtgever weten te strikken. Eigen spullen heb ik nog nauwelijks. Op mijn bureau staan twee kaarsen en naast mijn laptop een glas rode wijn. De enige decoratie in de kamer is een landkaart van Corsica, het onderwerp van mijn scriptie die ik nog moet schrijven. Daar zit ik, correspondent in Parijs op een dienstmeisjeskamer. Romantischer kan het in mijn ogen niet. Mijn gedachten dwalen af naar het dienstmeisje dat hier ooit moet hebben gewoond. Misschien was ze begin twintig, net als ik. Ik hoop dat ze een mooie ouderwetse naam had, zoals Germaine. Of nog beter: Geneviève, net als de beschermheilige van Parijs. Ik ga ervan uit dat ze een vroom meisje was, dat zich afvroeg waaraan ze het voorrecht verdiend had vanuit haar kamertje uit te kijken op de OnzeLieve-Vrouwekathedraal, Notre-Dame de Paris. Op de plek waar nu een waterkoker op een Ikeakruk staat, waarin ik die middag saucisses de Strasbourg (knakworsten) heb gekookt, zie ik haar neerknielen en een kruisje slaan. Ik probeer me de indeling van haar kamer in te beelden. Haar ledikant stond mogelijk op de plek waar nu een douchecel is aangelegd. Haar klerenkast vol schorten en zwarte dienstmeisjesrokjes bevond zich vast op dezelfde plaats als de mijne, maar dan zonder magnetron erop (dat apparaat vormt samen met de waterkoker een jaar lang mijn keuken). En hoe zou ze denken over het uitzicht dat ik tegenwoordig 22
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 22
09-09-2009 10:02:51
heb? Niet alleen op de Notre-Dame, maar – als je een beetje uit het raam hangt – ook op het Centre Pompidou, waarschijnlijk het radicaalste gebouw dat in de twintigste eeuw in Parijs gebouwd is. Misschien ging er wel een stille rebel in haar schuil en zou ze het prachtig vinden. Die Geneviève...
Belangrijk is het moment waarop mijn ouders na enkele weken mijn fiets komen brengen. Fietsen in een stad is een mijlpaal. Dan woon je er pas echt. Ik herinner me het euforische gevoel dat ik had toen ik bij aanvang van mijn eerste studiejaar met mijn fiets aankwam op Amsterdam Centraal en voor het eerst een gracht opreed. Of de eerste keer wind tegen op het brede Weena in Rotterdam. Dat gevoel heb ik ook bij mijn eerste tocht door Parijs, die mij via de Jardin des Plantes en station Austerlitz richting mijn favoriete buurt Belleville voert, en ten slotte naar Montmartre. Zonder fiets ben je een toerist, met fiets een Amsterdammer, Rotterdammer of Parijzenaar. Parijzenaren vinden mij eerder een bizarre verschijning. Vooral als ik op mijn herenfiets zonder versnellingen de heuvel van Montmartre beklim, waar ik aankom met zweetdruppels op het voorhoofd. Nog vreemder vinden ze het wanneer vrienden op de bagagedrager plaatsnemen. Automobilisten kijken verbaasd op. Meestal leidt het tot een glimlach en iemand roept ons zelfs na. ‘Bravo!’ Als ik een vriendin achterop neem over de brede busbaan langs de Seine, maant een motoragent ons tot stilstand. Niet omdat we op de busbaan rijden – dat mag vrijwel overal in Parijs – maar omdat je in Frankrijk niet op de bagagedrager mag zitten. Op voorwaarde dat we onze rit samen lopend over de stoep voortzetten, ziet hij het voor één keer door de vingers. We zijn net de Pont Neuf gepasseerd, de oudste nog bestaande brug van Parijs, en lopen braaf verder. Op de fiets ontdek ik hoe klein Parijs is. Buurten als Bastil23
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 23
09-09-2009 10:02:51
le, Saint-Germain-des-Prés en de Marais liggen binnen tien minuten fietsen van mijn kamer. Parijs heeft een van de efficiëntste metronetwerken ter wereld, maar toch ben ik dolblij dat ik niet langer tientallen minuten onder de grond zit. Al na enkele weken heb ik genoeg van de overstappen op de uitgestrekte mierenhopen van Châtelet, Gare du Nord en Montparnasse. Het is najaar en ik heb niet alleen een gesubsidieerde dienstmeisjeskamer met uitzicht op de Notre-Dame, maar ook een herenfiets zonder versnellingen. Aan het werk: au boulot.
24
BEEMEN_IN PARIJS_vs3sabon.indd 24
09-09-2009 10:02:51
© olivier van beemen
Honderdduizenden protesteren tegen het beginnerscontract cpe op Place de la
© olivier van beemen
République, Parijs (p. 106)
Presidentskandidaat Nicolas Sarkozy neemt een bain de foule in de badplaats Palavas-les-Flots (p. 199)
BEEMEN_IN PARIJS_fotokatern.indd 8
17-09-2009 09:27:45
OLIVIER VAN BEEMEN
– Adriaan van Dis Wanneer hij in 2002 als correspondent naar Parijs vertrekt, is Olivier van Beemen 23 jaar oud. Op zijn dienstmeisjeskamer van tien vierkante meter nabij de Sorbonne, kookt hij met een magnetron en een waterkoker. Maar in een nieuw appartement verschijnen al snel champagneglazen, een oestermes en slakkenbordjes. Als zijn Nederlandse jeugdliefde uit beeld verdwijnt, komt daar (even) nog een jonge Parisienne bij. In Parijs is de wervelende coming of age van een correspondent in Parijs. Met groot gevoel voor stijl beschrijft Van Beemen het leven
BEEMEN_Frankrijk dummy.indd 1
van een jonge Nederlander in het Frankrijk van het début de siècle. Hij reist in het kielzog van Nicolas Sarkozy en ondergaat de grillen van zijn immer gebruinde huurbazin Madame Aïach. Hij bezoekt de nationalist Jean-Marie Le Pen in zijn ouderlijk huis in Bretagne en wordt op hardhandige wijze geconfronteerd met het geweld in de banlieue. En van zijn kapper David leert hij dat zijn haar niet rood, maar Venetiaans blond is.
IN PARIJS
‘Olivier van Beemen! Altijd nieuwsgierig én ondernemend. Een chroniqueur van het Franse dagelijks leven die het avontuur niet uit de weg gaat. Met zijn artikelen over Parijs weet hij me telkens te verrassen.’
Olivier van Beemen (Haarlem, 1979) is correspondent in Parijs voor onder andere Het Financieele Dagblad, Elsevier en de regionale dagbladen van persbureau GPD.
www.inparijs.nl
OLIVIER VAN BEEMEN
BALANS
IN PARIJS
BALANS
10-09-09 17:28