Vooruitboekje 'Brieven aan mijn dochters' van Fawzia Koofi

Page 1

fawzia koofi ‘Lieve Shuhra en Shaharzad, Toen ik klein was kende ik de woorden oorlog, raket, gewonden, moord en verkrachting niet. Woorden die helaas alle Afghaanse kinderen tegenwoordig kennen.’

Brieven aan mijn dochters

Het aangrijpende levensverhaal van de eerste vrouwelijke presidentskandidaat van Afghanistan

KOOFI_Vooruitboekje.indd 1

19-01-11 14:27


Stellinga DEF 2.indd 14

2-9-09 9:48


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 1

Fawzia Koofi

Brieven aan mijn dochters Het aangrijpende levensverhaal van de eerste vrouwelijke presidentskandidaat van Afghanistan

Verschijnt begin maart 2011 bij Uitgeverij Balans


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 2

Fawzia Koofi, de populairste vrouwelijke politicus in Afghanistan, voert onvermoeibaar campagne voor vrouwenrechten en beter onderwijs. De onzekere situatie die zij iedere dag onder ogen moet zien, heeft haar ertoe gebracht elke keer als zij op een binnenlandse reis gaat, een brief te schrijven aan haar dochters, nu 10 en 12, omdat ze nooit weet of terug zal keren. Elk hoofdstuk begint met zo’n brief, waarin Fawzia haar dochters haar visie geeft op de Afghaanse samenleving, politiek en mensenrechten, met name de rechten van vrouwen. In de hoofdstukken vertelt ze haar uitzonderlijke levensverhaal. Dit boekje bevat de eerste twee hoofdstukken.

Oorspronkelijke titel Letters to my daughters Copyright Nederlandse vertaling Š 2011, Ralph van der Aa, Miebeth van Horn en Frans van Delft / Uitgeverij Balans, Amsterdam


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 3

Voorwoord

September 2010

De ochtend dat ik mijn dochters voor het eerst een brief schreef, moest ik naar een politieke bijeenkomst in Badachsjan, de provincie die ik als lid van het Afghaanse parlement vertegenwoordig. Badachsjan is de meest noordelijke provincie van Afghanistan en grenst aan China en Tadzjikistan. Daarnaast is het een van de armste, ruigste, meest afgelegen en in cultureel opzicht meest conservatieve gebieden van het land. Nergens ter wereld sterven zoveel moeders en kinderen bij bevallingen als in Badachsjan. Dat is het gevolg van de ontoegankelijkheid van het gebied en de verlammende armoede van de bevolking, van een cultuur waarin traditie soms belangrijker wordt geacht dan de gezondheid van vrouwen. Verreweg de meeste mannen zullen hun vrouw pas in een ziekenhuis laten behandelen als duidelijk is dat ze het anders niet zal overleven. Tegen de tijd dat ze in het ziekenhuis arriveert, vaak nadat ze drie dagen lang met vreselijke weeĂŤn op een ezel door de bergen heeft gereisd, is het meestal te laat om moeder en kind te redden. Ik was gewaarschuwd die dag niet naar Badachsjan te reizen. Men vertelde me dat de taliban me om het leven wilden brengen door een bom onder mijn auto te plaatsen, en ik wist dat ik die dreiging serieus moest nemen. De Taliban hebben weinig op met vrouwen die een invloedrijke politieke positie innemen en dat geldt nog sterker als die vrouwen openlijk kritiek op hen uitoefenen. Ze doen vaak pogingen me te doden. De laatste tijd doen ze nog meer hun best dan anders; ze bedreigen me thuis, gaan na langs welke route ik naar mijn werk ga zodat ze een bermbom kunnen laten exploderen op het moment dat mijn auto langsrijdt, en trommelen zelfs gewapende mannen op om het politie-escorte onder vuur te nemen dat me moet bescher3


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 4

men. Ooit werden we onderweg aangevallen en dertig minuten lang beschoten, een aanslag die aan twee politieagenten het leven kostte. Ik bleef al die tijd in de auto zitten, niet wetend of ik er levend uit zou komen. De Taliban en alle anderen die me het zwijgen willen opleggen omdat ik me publiekelijk uitspreek tegen corruptie en falend leiderschap in mijn land, zullen niet rusten tot ik dood ben. Die dag negeerde ik de waarschuwing echter, zoals ik talloze andere waarschuwingen heb genegeerd. Als ik steeds thuisbleef, zou ik mijn werk niet kunnen doen. Maar zoals altijd voelde ik me wel degelijk bedreigd. Zo werkt het nou eenmaal bij bedreigingen en dat weten de lieden die deze tactiek toepassen maar al te goed. Om zes uur ’s morgens maakte ik mijn oudste dochter, Shaharzad van twaalf, wakker. Ik vertelde haar dat ze, als ik niet zou terugkeren van deze reis van enkele dagen, de brief moest voorlezen aan haar tien jaar oude zusje Shohra. Shaharzad keek me met vragende ogen aan. Ik drukte een vinger tegen haar lippen, gaf haar en haar zusje een kus op hun voorhoofd, liep zachtjes de kamer uit en deed de deur achter me dicht. GeÍmotioneerd liet ik mijn kinderen achter, omdat ik wist dat de kans groot was dat ik vermoord zou worden. Het is echter mijn taak om de armste inwoners van mijn land te vertegenwoordigen. Naast de opvoeding van mijn dochters is dat mijn missie. Ik kon mijn volk die dag niet in de steek laten. Dat kon ik toen niet en dat zal ik nooit kunnen.

4


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 5

Lieve Shuhra en Shaharzad, Vandaag ga ik voor politieke zaken naar Faizabad en Darwaz. Ik hoop dat ik snel terug zal zijn en jullie weer zal zien, maar de kans bestaat dat ik niet terugkom. Er zijn mensen die hebben gezegd dat ze me tijdens deze reis dood willen maken. Het zou kunnen dat ze dat lukt. Het doet me als jullie moeder ontzettend veel pijn om jullie dit te vertellen. Maar ik wil dat jullie begrijpen dat ik bereid ben mijn leven te geven als dat betekent dat er vrede komt in Afghanistan en dat de kinderen van dit land een betere toekomst krijgen. Ik leid dit leven zodat jullie – mijn dierbare dochters – in vrijheid jullie leven kunnen leiden en jullie dromen kunnen hebben. Als ik gedood word en jullie niet meer zie, wil ik jullie de volgende dingen meegeven. Ten eerste: vergeet mij niet. Omdat jullie jong zijn en je opleiding moeten afmaken en nog niet zelfstandig zijn, wil ik dat jullie bij tante Khadija gaan wonen. Zij houdt heel veel van jullie en zal zich over jullie ontfermen. Ik geef jullie al het geld dat ik op de bank heb staan. Maar ga er verstandig mee om en gebruik het voor jullie studie. Jullie opleiding is het allerbelangrijkste. Meisjes hebben een opleiding nodig om in deze mannenwereld te kunnen uitblinken. Als jullie je diploma hebben gehaald, wil ik dat jullie in het buitenland verder studeren. Ik wil dat jullie vertrouwd raken met universele waarden. De wereld is groot en prachtig en jullie moeten hem verkennen. Wees dapper. Wees nergens bang voor in het leven. Wij mensen zullen allemaal op een dag sterven. Misschien is dit de dag waarop ik sterf. Maar als dat inderdaad gebeurt, weet dan dat het voor een hoger doel was. Sterf niet zonder iets bereikt te hebben in het leven. Wees er trots op als je andere mensen kunt helpen en als je probeert ons land en de wereld te verbeteren. Een kus van mij voor jullie allebei. Ik hou van jullie. Jullie moeder. 5


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 6

Hoofdstuk 1

‘Maar een meisje’

Zelfs op de dag dat ik werd geboren had ik eigenlijk moeten sterven. Ik heb de dood in mijn 35-jarige leven talloze malen in de ogen gezien, maar ik leef nog steeds. Dat kan ik niet verklaren, maar ik weet wel dat God een bedoeling met me heeft. Misschien wil Hij dat ik mijn land ga regeren om het uit het moeras van corruptie en geweld te trekken. Of misschien wil Hij gewoon dat ik een goede moeder voor mijn dochters ben. Ik was het negentiende kind van de 23 kinderen die mijn vader kreeg en het laatste kind van mijn moeder. Zij was de tweede vrouw van mijn vader. Toen ze van me in verwachting raakte, was ze fysiek uitgeput door de zeven bevallingen die ze al achter de rug had. Ze was ook depressief doordat ze de genegenheid van mijn vader had verloren ten gunste van zijn nieuwste vrouw – zijn zevende, en tevens de jongste. Daarom wilde mijn moeder dat ik dood zou gaan. Ik kwam ver buiten het dorp ter wereld. Elk jaar ging mijn moeder er in de zomer met een grote groep bedienden op uit om onze runderen en schapen te laten grazen op de hoogste bergtoppen, waar het gras malser was. Dat bood haar de kans een paar weken het huis te ontvluchten. Zij leidde de hele onderneming en verzamelde voldoende gedroogd fruit, noten, rijst en olie om de reizigers gedurende de drie maanden dat ze onderweg waren van voedsel te voorzien. De voorbereidingen en het inpakken van de spullen voor de reis leidden altijd tot grote opwinding. Alles werd tot in de puntjes voorbereid voordat het gezelschap op paarden en ezels op weg ging naar de hoger gelegen gebieden. Mijn moeder genoot met volle teugen van deze tochten, en terwijl ze door de dorpen reed was duidelijk te zien dat ze het heerlijk vond om even bevrijd te zijn van alle huishoudelijke verplichtingen en om de frisse berglucht te kunnen inademen. Een plaatselijk gezegde luidt dat hoe krachtiger en gepassioneer6


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 7

der een vrouw is, des te aantrekkelijker ze eruitziet wanneer ze in haar boerka op een paard zit. En er werd gezegd dat niemand er op een paard mooier uitzag dan mijn moeder. Dat had te maken met de manier waarop ze zich vasthield: waardig en met rechte rug. In het jaar dat ik werd geboren, 1975, was ze echter niet in een feestelijke stemming. Dertien maanden eerder had ze bij de grote gele toegangspoorten van onze hooli (een groot, langwerpig huis met één verdieping van lemen muren) staan toekijken hoe een groep bruiloftsgangers zich over het kronkelige bergpad in de richting van het dorpscentrum begaf. De bruidegom was de echtgenoot van mijn moeder. Mijn vader had besloten een zevende vrouw te nemen, een meisje van amper veertien jaar oud. Elke keer wanneer hij met een nieuwe vrouw trouwde, was dat voor mijn moeder een klap in het gezicht, ook al grapte mijn vader altijd dat mijn moeder er bij elke nieuwe echtgenote mooier op werd. Van al zijn vrouwen hield mijn vader het meest van mijn moeder – Bibi jan (wat letterlijk vertaald ‘prachtige liefste’ betekent). Maar in de cultuur van het bergdorp van mijn ouders betekenden liefde en huwelijk zelden hetzelfde. Een huwelijk werd gesloten in het belang van de familie, traditie en cultuur, en al die zaken werden belangrijker geacht dan het geluk van het individu. Of er liefde in het spel was deed er niet toe. Liefde gaf alleen maar problemen. Men was ervan overtuigd dat je gelukkig werd door zonder morren je plicht te doen. Mijn moeder had daar op het grote stenen terras, veilig verscholen achter de toegangspoorten van de hooli, staan toekijken hoe de groep van een stuk of twaalf ruiters in telgang de berg kwam afrijden. Mijn vader droeg zijn mooiste shalwar kameez (een lang gewaad met een broek), een bruin vest en een hoed van lamsvacht. Naast zijn witte paard, dat roze, groene en rode wollen kwastjes aan het fraaie hoofdstel had hangen, liepen een paar kleinere paarden. Daarop zaten, gekleed in een witte boerka, de bruid en haar vrouwelijke familieleden, die haar naar haar nieuwe woning begeleidden – de woning die ze zou gaan delen met mijn moeder en de andere vrouwen die mijn vader hun echtgenoot noemden. Mijn vader, een kleine man met dicht bij elkaar staande ogen en een 7


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 8

goed verzorgde baard, lachte minzaam en schudde dorpelingen de hand die hem vanuit het dorp tegemoet waren gelopen om hem te begroeten en het schouwspel gade te slaan. Ze riepen naar elkaar: ‘Wakil Abdul Rahman is er,’ ‘Wakil Abdul Rahman is thuis.’ Met zijn beeldschone nieuwe vrouw. Zijn toeschouwers waren gek op hem en hadden niets anders verwacht. Mijn vader, Wakil (afgevaardigde) Abdul Rahman, was lid van het Afghaanse parlement en vertegenwoordigde daar de inwoners van Badachsjan, net zoals ik dat nu doe. Voordat mijn vader en ik parlementariër werden, was de vader van mijn vader, Azamshah, de leider van het dorp en stamoudste. Zolang we ons kunnen herinneren, heeft mijn familie betrokkenheid bij de lokale politiek en de openbare dienstverlening hoog in het vaandel staan. Je zou kunnen zeggen dat de politiek net zo krachtig door mijn aderen stroomt als het water van de vele rivieren die Badachsjan doorkruisen. De districten Koof en Darwas, waar mijn familie vandaan komt en waar mijn achternaam zijn oorsprong heeft, zijn zo afgelegen en bergachtig dat het zelfs tegenwoordig per four-wheel drive nog wel drie dagen kan duren om er vanuit de provinciehoofdstad Faizabad te komen. En dat geldt alleen als het goed weer is. In de winter zijn de smalle bergpassen volstrekt onbegaanbaar. Mijn grootvader had als taak mensen met maatschappelijke en praktische problemen in contact te brengen met de centrale overheid in Faizabad en samen met de provinciale districtsbestuurder voor een goede dienstverlening te zorgen. De enige manier waarop hij met de overheidsinstanties in Faizabad kon overleggen, was door er van zijn huis in het bergachtige district Darwaz per paard of ezel naartoe te rijden, een reis waar hij vaak één tot anderhalve week over deed. Hij heeft in zijn hele leven nooit in een vliegtuig gezeten of in een auto gereden. Mijn grootvader was uiteraard niet de enige die op deze primitieve manier reisde. De dorpelingen konden de grotere plaatsen alleen te paard of te voet bereiken; dat was de manier waarop boeren hun zaad kochten, waarop zieken het ziekenhuis bereikten en waarop familieleden die door uithuwelijking van elkaar waren gescheiden bij elkaar op bezoek gingen. Er kon alleen worden gereisd 8


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 9

in de warme lente- en zomermaanden, maar zelfs dan was het erg gevaarlijk. En verreweg het gevaarlijkst was de Atangapas. De Atanga is een grote berg die naast de Amu Darya ligt. Deze heldere, groene rivier vormt de enige grens tussen Afghanistan en Tadzjikistan en is even gevaarlijk als prachtig. In het voorjaar, als de sneeuw smelt en de regen komt, treedt de rivier buiten zijn oevers en ontstaan er levensgevaarlijke, snelle stromingen. De Atangapas bestond uit een ruwhouten trap aan weerszijden van de berg, waarlangs reizigers omhoog en omlaag konden. De trap was smal, gammel en glad. Bij de kleinste misstap stortte je in de rivier en werd je meegesleurd, een wisse dood tegemoet. Stel je voor dat je terugkeerde uit Faizabad met de spullen die je daar had gekocht, bijvoorbeeld een zeven kilo zware zak rijst, zout of olie – een kostbare vracht waarmee je gezin de winter moest zien door te komen. Je was uitgeput na een week lang gelopen te hebben, en vervolgens moest je ook nog je leven wagen om een levensgevaarlijke pas over te komen waar al veel van je vrienden en familieleden het leven hadden verloren. Mijn grootvader kon het niet verdragen zijn dorpsgenoten jaar in jaar uit op deze manier te zien sterven en hij deed wat hij kon om de regering zover te krijgen voor een fatsoenlijke weg en een veilige oversteek te zorgen. Maar hij mocht dan rijker zijn dan de meeste mensen uit Badachsjan, uiteindelijk was hij slechts een plaatselijke functionaris uit een afgelegen dorp. Er zat niets anders op dan naar Faizabad te gaan. Hij beschikte niet over de middelen om naar Kabul te reizen, waar de koning en de centrale regering zich bevonden. Omdat mijn grootvader besefte dat hij die verbetering zelf niet meer zou meemaken, besloot hij dat zijn jongste zoon de strijd moest voortzetten. Mijn vader was nog maar een jongetje toen mijn grootvader hem begon klaar te stomen voor een toekomst in de politiek. En vele jaren later boekte mijn vader, na maandenlang flink te hebben gelobbyd, een van zijn grootste successen als parlementariÍr: er werd een weg over de Atangapas aangelegd, waarmee de droom van mijn grootvader werd verwezenlijkt. 9


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 10

Er doet een beroemd verhaal de ronde over mijn vader die op audiëntie ging bij koning Zahir Shah om de aanleg van de nieuwe weg te bespreken. Staand voor de koning zei hij: ‘Shah sahib, er bestaan al jarenlang plannen voor de aanleg van deze weg, maar er gebeurt niets. U en uw regering praten en maken plannen, maar de beloften worden niet nagekomen.’ Hoewel het parlement toentertijd uit gekozen vertegenwoordigers bestond, werd de koning zelden tegengesproken, en alleen de allermoedigsten durfden openlijk kritiek te uiten. De koning zette zijn bril af en keek mijn vader lang en doordringend aan voordat hij streng zei: ‘Wakil sahib, vergeet niet dat u zich in mijn paleis bevindt.’ Mijn vader dacht dat hij te ver was gegaan en raakte in paniek. Snel verliet hij het paleis, en hij vreesde al op weg naar buiten gearresteerd te zullen worden. Maar een maand later stuurde de koning zijn minister van Publieke Werken naar Badachsjan om mijn vader te spreken en plannen te maken voor de aanleg van de weg. De minister arriveerde, wierp een blik op de berg en verklaarde dat het een onmogelijke klus was. Meer viel er niet over te zeggen; hij ging meteen weer naar huis. Mijn vader vroeg of hij eerst nog een stukje met hem wilde rijden. De minister ging akkoord en samen reden ze te paard naar de top van de pas. Toen de minister was afgestegen, pakte mijn vader de teugels van het paard van de minister en reed zo snel hij kon naar beneden, met het dier achter zich aan. Hij liet de minister alleen achter op de berg om hem te laten ervaren hoe het voor de dorpelingen was om op de pas vast te komen zitten. De volgende dag ging mijn vader terug om de minister op te halen. Die was natuurlijk laaiend; hij was half dood gestoken door de muggen en had de hele nacht geen oog dichtgedaan omdat hij bang was door wilde honden te worden opgegeten. Maar hij was er nu wel meer van doordrongen hoe zwaar het leven was voor de plaatselijke bevolking. Hij was bereid om ingenieurs en dynamiet naar de berg te sturen zodat de weg kon worden gebouwd. Die weg van mijn vader is er nog steeds en heeft door de jaren heen duizenden inwoners van Badachsjan het leven gered. Mijn grootvader benoemde dus zijn zoon, de kleine Abdul Rahman, tot arbab, een dorpsleider. Daardoor was de jongen op zijn 10


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 11

twaalfde feitelijk net zo machtig als een stamoudste. Er werd hem gevraagd ruzies tussen dorpelingen bij te leggen over grond, familiekwesties en huwelijken. Ouders die een goede huwelijkspartner voor hun dochter zochten, kwamen hem om advies vragen. Binnen de kortste keren voerde hij onderhandelingen over de aanleg van wegen, deed hij aan fondswerving en vergaderde hij met de provinciale hoogwaardigheidsbekleders in Faizabad. Hoewel hij eigenlijk nog een kind was, wisten deze mensen dat hij op grond van ons arbabsysteem de steun had van de plaatselijke bevolking, en daarom waren ze bereid met hem te onderhandelen. Mijn vader deed in die eerste jaren veel ervaring op met het oplossen van de problemen waar onze gemeenschap mee te maken had, en als jongvolwassene was hij er klaar voor om de leiding over te nemen. De timing was perfect, aangezien er toen een echte democratie begon te ontstaan in Afghanistan. Tussen 1965 en 1975 besloot de koning een democratisch gekozen parlement te installeren en mensen bij het besluitvormingsproces te betrekken door ze hun plaatselijke parlementsleden te laten kiezen. De inwoners van Badachsjan hadden het gevoel dat ze jarenlang waren verwaarloosd door de centrale regering en waren opgetogen dat hun stem eindelijk zou worden gehoord. Bij de verkiezingen werd mijn vader gekozen als eerste parlementslid ooit voor Darwaz. Hij vertegenwoordigde nu een van de armste bevolkingsgroepen ter wereld. Dat was een enorme verantwoordelijkheid. De inwoners van Badachsjan zijn niet alleen arm. Het zijn ook trotse mensen die hechten aan normen en waarden. Ze kunnen wild en onstuimig zijn als het wisselvallige bergklimaat, maar ook zo kwetsbaar en taai als de wilde bloemen die op de granieten rivieroevers groeien. Abdul Rahman was een van hen en kende hun eigenschappen beter dan wie ook. Hij nam zijn nieuwe functie met volledige toewijding op zich. In die tijd hadden de dorpelingen alleen via de radio contact met de buitenwereld. Mijn vader had de enige radio van het dorp van mijn grootvader geĂŤrfd. Het was een ruwhouten Russisch toestel met koperen knoppen. Op de dag dat mijn vader voor het eerst 11


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 12

het parlement in Kabul zou toespreken, verzamelden alle dorpelingen zich bij ons huis in Koof om naar de uitzending te luisteren. Alleen mijn oudere broer Jamalshah wist hoe de radio aan moest en hoe je het geluid harder kon zetten. Glimmend van trots omdat haar man lid was van het parlement zette mijn moeder de toegangspoort van de hooli open om de dorpelingen binnen te laten, zodat die naar de toespraak konden luisteren. Toen zei ze dat Jamalshah de radio voor haar moest komen aanzetten. Mijn broer was echter niet thuis. In paniek rende mijn moeder het hele dorp door om hem te zoeken, maar hij was nergens te bekennen. De toespraak stond op het punt te beginnen en in de hooli had zich intussen een heuse menigte verzameld: neven en nichten, dorpsoudsten, vrouwen, kinderen. Sommigen hadden nog nooit een radio gehoord en allemaal wilden ze hun nieuwe vertegenwoordiger het parlement horen toespreken. Mijn moeder kon mijn vader niet teleurstellen, maar ze had geen flauw benul hoe het toestel werkte. Ze liep naar de radio en draaide aan alle knoppen. Er gebeurde niets. Terwijl de menigte vol verwachting naar haar keek werd ze overmand door angst en paniek, en ze stond op het punt in huilen uit te barsten. Het zou een vernedering voor haar man betekenen en dat zou haar schuld zijn. Was Jamalshah er maar. Waar hing die jongen uit? Uit pure frustratie sloeg ze met haar vuist hard op de bovenkant van de radio en het onvoorstelbare gebeurde: krakend kwam het toestel tot leven. Mijn moeder kon haar geluk niet op, maar nog steeds kon niemand iets horen, omdat het volume te laag stond. Ze had geen idee wat ze moest doen. Een vriendin van haar, de vierde vrouw van mijn vader, stelde voor om de luidspreker te halen. De vrouwen hadden geen idee waar dat ding toe diende of hoe het werkte, maar ze hadden de mannen het weleens zien gebruiken. Ze droegen de luidspreker naar de radio en probeerden hem zo goed en zo kwaad als het ging aan te sluiten. Dat lukte. Het hele dorp kon rechtstreeks luisteren naar de toespraak die mijn vader voor het parlement hield. Mijn moeder straalde van blijdschap en voldoening. Al snel had mijn vader de reputatie een van de hardst werkende leden van het parlement van de koning te zijn. Hoewel Badachsjan 12


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 13

vreselijk arm bleef, waren het voor Afghanistan als geheel goede tijden. Over het algemeen was het veilig in het land en de economie en de maatschappij waren stabiel. Deze situatie was voor onze buurlanden echter moeilijk te aanvaarden. De Koude Oorlog was op zijn hoogtepunt en door het grote strategische en geografische belang van mijn land werden nu al de contouren zichtbaar van het tragische lot dat het later zou treffen. Mijn vader was uitgesproken en openhartig en hij was een harde werker. Niet alleen in Badachsjan maar in heel Afghanistan werd hij gerespecteerd om zijn vrijgevigheid, zijn eerlijkheid, zijn geloof en zijn stellige overtuiging dat de traditionele islamitische normen en waarden de juiste waren. Tegelijkertijd was hij niet populair bij sommige leden van het koninklijk hof omdat hij weigerde zich onderdanig op te stellen tegenover de elite en politieke machtsspelletjes te spelen zoals zoveel van zijn politieke collega’s. Hij was een politicus van de oude stempel die het als een eer beschouwde om de samenleving te dienen en de armen te helpen. Maandenlang pleitte hij in Kabul voor de aanleg van wegen en de bouw van ziekenhuizen en scholen en hij slaagde erin fondsen te werven voor de voltooiing van enkele van die wegen. De machthebbers in Kabul vonden onze provincie onbelangrijk en het was moeilijk om geld los te krijgen voor dergelijke projecten. Mijn vader maakte zich daar voortdurend kwaad over. Mijn moeder vertelde hoe ze altijd een maand voor het politieke reces voorbereidingen begon te treffen voor zijn komst: ze bereidde allerlei suikergoed en gedroogde vruchten voor hem, maakte het huis schoon en stuurde bedienden de bergen in om hout te sprokkelen dat nodig was voor alle maaltijden die na zijn thuiskomst ongetwijfeld klaargemaakt zouden worden. ’s Avonds kwam er dan een lange rij ezels bepakt met hout door de toegangspoort van de hooli en mijn moeder zorgde ervoor dat al dat hout netjes in de opslagplaats in een hoek van de tuin werd opgestapeld. Op haar manier werkte zij net zo hard als mijn vader. Ze nam slechts genoegen met het allerbeste en streefde altijd naar perfectie, maar mijn vader bedankte haar daar zelden voor. Thuis kon hij een angstaanjagende tiran zijn en de kneuzingen en blauwe 13


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 14

plekken van mijn moeder getuigden daarvan. Bijna alle huwelijken van mijn vader waren politiek gemotiveerd. Door met de meest begeerde dochter van een naburige stam te trouwen, consolideerde hij zijn eigen plaatselijke rijk. De vader van mijn moeder was een belangrijke stamoudste uit het aangrenzende district dat vroeger tegen het dorp van mijn vader had gevochten. Door met haar te trouwen sloot mijn vader in feite een vredesverdrag. Van een paar van zijn vrouwen hield hij, van twee van hen scheidde hij en de meeste negeerde hij. In de loop van zijn leven trouwde hij met zeven vrouwen. Mijn moeder was zonder twijfel zijn favoriet. Ze was tenger en had een knap, ovaalvormig gezicht, een bleke huid, grote zwarte ogen, glanzend zwart lang haar en mooie wenkbrauwen. Haar vertrouwde hij het meest en zij was degene die de sleutels van de brandkast en van de voorraadkamers bij zich droeg. Haar vertrouwde hij de coÜrdinatie van het bereiden van de maaltijden voor zijn grootschalige politieke diners toe. Zij stuurde de bedienden en de andere echtgenotes aan wanneer die in de keuken van de hooli reusachtige hoeveelheden geurige pilaurijst, gosht en vers naanbrood klaarmaakten. Een stoet dienstknechten en broers bracht de gloeiend hete potten vanuit de keuken naar de ingang van het aangrenzende gastenverblijf waar mijn vader zijn bezoekers onthaalde. Vrouwen mochten daar niet komen. In onze cultuur mag een getrouwde vrouw niet in het gezelschap worden gezien van een man die geen familie van haar is, dus bij deze gelegenheden moesten mijn broers, van wie anders nooit werd verwacht dat ze enig huishoudelijk werk deden, bijspringen. Tijdens dergelijke diners verwachtte mijn vader dat alles tot in de puntjes verzorgd was. De rijst moest droog zijn en mocht absoluut niet plakken. Als dat het geval was, lachte hij van voldoening omdat het lot hem zo goed gezind was en omdat hij zo’n voortreffelijke vrouw had. Maar als hij zag dat er een paar korrels aan elkaar plakten, betrok zijn gezicht en verontschuldigde hij zich beleefd tegenover zijn gasten. Hij liep dan de keuken in, greep zonder een 14


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 15

woord te zeggen mijn moeder bij haar haren, wrikte de ijzeren opscheplepel uit haar handen en sloeg haar daarmee op haar hoofd. Ze hief haar handen op – die toch al onder de littekens zaten en misvormd waren door eerdere afranselingen – in een poging zich te beschermen. Soms werd ze bewusteloos geslagen en daarna stond ze weer op, negeerde de angstig starende bedienden, wreef as op haar hoofd om het bloeden te stoppen en nam weer de leiding om ervoor te zorgen dat de volgende lading rijst niet plakte. Ze verdroeg dit alles omdat het in haar wereld een teken van liefde was als je werd geslagen. ‘Als een man zijn vrouw niet slaat, houdt hij niet van haar,’ legde ze me uit. ‘Hij heeft bepaalde verwachtingen en slaat me alleen als ik die niet waarmaak.’ Dat klinkt in moderne oren misschien merkwaardig maar zij was door deze oprechte overtuiging in staat om vol te houden. Ze was vastbesloten de wensen van mijn vader in te willigen – niet slechts uit plichtsbesef of omdat ze bang voor hem was, maar uit liefde. Ze bewonderde hem enorm. Daarom keek mijn moeder bedroefd toe toen de bruiloftstoet door het dorp reed op de dag dat de zevende echtgenote thuiskwam. Ze stond op het terras naast een vrouwelijke bediende die in een reusachtige stenen vijzel met een stamper bloem stond te malen, en hoewel mijn moeder het malen als vrouw des huizes normaal gesproken niet zelf voor haar rekening nam, pakte ze nu de stamper over en ging daar verwoed mee in de weer. Ondertussen vocht ze tegen haar tranen. Maar zelfs op deze dag was zelfmedelijden een luxe die ze zich niet kon veroorloven. Zij was verantwoordelijk voor de bereiding van het feestmaal en ze moest ervoor zorgen dat de eerste maaltijd die de nieuwe bruid van mijn vader in het huis van Abdul Rahman nuttigde, bestond uit de heerlijkste delicatessen die pasten bij zijn status. Als mijn moeder geen zalige maaltijd klaarmaakte, zou hij kwaad worden. Eén deel van de ceremonie was echter helemaal voor haar bestemd. Als belangrijkste echtgenote was het haar taak het gezelschap welkom te heten en de nieuwe bruid met haar vuist een harde klap op haar hoofd te geven. Op die manier gaf ze aan dat ze 15


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 16

gezag over de vrouw uitoefende en dat de bruid aan mijn moeder onderworpen was omdat ze als echtgenote een lagere positie innam. Mijn moeder keek toe hoe de drie vrouwen (de moeder, de bruid en haar zus) werden geholpen bij het afstijgen toen ze op het terrein van de hooli waren gearriveerd. Toen ze hun boerka af deden, kon iedereen zien hoe mooi de twee jonge vrouwen waren. Ze hadden allebei lang haar tot aan hun middel. Een van hen keek mijn moeder met zelfverzekerde groene ogen aan. Mijn moeder liet haar vuist hard maar kalm op haar hoofd neerkomen. De vrouw keek verbijsterd, mijn vader kuchte en lachte en het andere meisje werd rood van gĂŞne. Mijn moeder had de verkeerde vrouw uitgekozen en de zus van de bruid een klap op het hoofd gegeven. Ze sloeg haar handen ontzet voor haar mond, maar het was te laat: het gezelschap was al naar binnen gegaan om het feest te laten beginnen. De enige kans die mijn moeder had gehad om de jonge bruid publiekelijk duidelijk te maken wie de baas was over het huishouden was in rook opgegaan. Nu, dertien maanden later, bracht mijn moeder in een afgelegen huisje in de bergen een kind ter wereld. Ze was uit de gunst geraakt bij de man van wie ze hield en voelde zich eenzaam en ellendig. Drie maanden eerder had de jonge echtgenote het leven geschonken aan een zoon, een flinke baby die Ennayat heette, met prachtige chocoladebruine ogen zo groot als schoteltjes. Mijn moeder wilde eigenlijk geen kinderen meer en wist dat dit haar laatste zou worden. Gedurende de hele zwangerschap was ze misselijk, bleek en uitgeput. Ze had zo veel kinderen gebaard dat haar lichaam eenvoudigweg op was. Ennayats moeder daarentegen zag er mooier uit dan ooit. Zij straalde van blijdschap om haar eerste zwangerschap en had stevige borsten en blozende wangen. Terwijl mijn moeder zelf al zes maanden zwanger was, hielp ze bij de bevalling van Ennayat. Toen zijn longen zich voor de eerste keer vulden met lucht en hij gillend zijn komst in de wereld aankondigde, hield Bibi jan haar handen tegen haar buik en bad stilletjes dat ook zij het leven aan een jongetje zou schenken, zodat ze misschien weer in de gunst bij mijn vader zou raken. Meisjes werden in onze dorpscultuur als waardeloos beschouwd. Zelfs vandaag 16


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 17

de dag nog bidden vrouwen dat ze een zoon zullen krijgen, omdat een zoon hun status verschaft en hun echtgenoot tevreden houdt. Mijn moeder verging tijdens de bevalling dertig uur lang van de pijn en tegen de tijd dat ik ter wereld kwam was ze nog maar half bij bewustzijn. Toen ze hoorde dat ik een meisje was, had ze nauwelijks energie over om uitdrukking te geven aan haar wanhoop. Toen ze me aan haar lieten zien wendde ze zich af en ze weigerde me vast te houden. Ik was piepklein en zat onder de blauwe vlekken – het contrast met Ennayat, die wolk van een baby met zijn rode wangetjes die blaakte van gezondheid, had niet groter kunnen zijn. Mijn moeder balanceerde na de bevalling op het randje van de dood. Het interesseerde niemand of het pasgeboren meisje wel of niet bleef leven, dus werd ik in een doek gewikkeld en buiten in de verzengende zon gelegd terwijl iedereen zich bezighield met het redden van mijn moeder. Zo bleef ik bijna een hele dag liggen terwijl ik mijn longen uit mijn lijf krijste. Er kwam niemand. Iedereen ging er vanuit dat de natuur zijn beloop zou hebben en dat ik dood zou gaan. Mijn gezichtje raakte zo ernstig verbrand door de zon dat ik er als tiener nog steeds littekens van had. Tegen de tijd dat ze eindelijk medelijden met me kregen en me weer naar binnen brachten, voelde mijn moeder zich beter. Ze was verbaasd dat ik nog in leven was en keek vol afgrijzen en happend naar adem naar mijn verbrande gezicht. Haar aanvankelijke kilheid smolt weg en maakte plaats voor haar moederinstinct. Ze nam me in haar armen. Toen ik eindelijk ophield met krijsen begon ze zelf zachtjes te huilen en ze nam zich heilig voor om ervoor te zorgen dat me nooit meer iets zou overkomen. Ze wist dat God om de een of andere reden had gewild dat ik bleef leven en dat ze van me moest houden. Ik weet niet waarom God me die dag gespaard heeft. En ik weet ook niet waarom Hij me heeft gespaard op verscheidene andere momenten waarop ik het leven had kunnen verliezen. Maar zoals ik al eerder zei, geloof ik dat Hij een bedoeling met me heeft. Ook weet ik dat Hij me echt heeft gezegend door ervoor te zorgen dat ik vanaf dat moment het favoriete kind van Bibi jan was en door een onbreekbare band tussen moeder en dochter te creÍren. 17


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 18

Lieve Shuhra en Shaharzad, Al op jonge leeftijd heb ik ontdekt hoe moeilijk het is om in Afghanistan een meisje te zijn. Vaak zijn de eerste woorden vol medelijden die tegen de moeder van een pasgeboren dochter worden gesproken: ‘Het is maar een meisje.’ Niet echt een hartelijk welkom in de wereld. Wanneer een meisje vervolgens de leeftijd bereikt waarop ze naar school kan, weet ze niet of ze daar wel toestemming voor zal krijgen. Het is nog maar de vraag of haar gezin daar moedig of rijk genoeg voor is. Wanneer zoons volwassen worden, zullen ze het gezin vertegenwoordigen en met hun salaris mede voorzien in het onderhoud, en dus wil iedereen dat zij een opleiding volgen. Maar in onze maatschappij is het huwelijk de enige toekomst die voor meisjes is weggelegd. Meisjes leveren geen financiële bijdrage aan het gezin en dus zijn veel mensen van mening dat het weinig zin heeft ze naar school te sturen. Als een meisje twaalf jaar wordt, kan het zijn dat familieleden en buren beginnen te roddelen omdat ze zich afvragen waarom ze nog niet is getrouwd. ‘Heeft er al iemand om haar hand gevraagd?’ ‘Is er al iemand die met haar wil trouwen?’ Als er nog geen aanzoek is gedaan zal er worden gefluisterd dat dat komt doordat het een slecht meisje is. Als het gezin dit geklets negeert en geen partner voor het meisje zoekt voordat ze zestien wordt, de leeftijd waarop officieel getrouwd mag worden, en als ze toestemming krijgt om iemand van haar gading te vinden of als ze in elk geval mag instemmen met de keuze van haar ouders, dan bestaat de kans dat ze enigszins gelukkig zal worden. Maar als het gezin onder financiële druk staat of bezwijkt onder de roddels, zal de dochter voor haar vijftiende uitgehuwelijkt worden. Het kleine meisje dat bij haar geboorte de woorden ‘Het is maar een meisje’ hoorde, zal zelf ooit moeder worden. Als zij van een meisje bevalt, zal ook haar baby met deze woorden worden verwelkomd. En zo gaat het door, generatie na generatie. Zo begon mijn leven. ‘Maar een meisje’ dat ter wereld werd gebracht door een ongeletterde vrouw. 18


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 19

‘Maar een meisje’ zou normaal gesproken het verhaal van mijn leven zijn geweest en ook van jullie leven. Maar dankzij de moed van mijn moeder liep het anders. Zij is mijn grote held. Liefs, jullie moeder.

19


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 20

Hoofdstuk 2

Mijn vroegste kinderjaren waren zo goudkleurig als de dageraad – het licht dat de zon over de Pamir-bergketen liet vallen over de vallei en over de daken van de lemen huizen van ons dorp. Mijn herinneringen aan die tijd zijn vaag, als beelden uit een film. Ze worden gekleurd door de oranje zomerzon en de witte wintersneeuw en ze zijn overgoten met de geuren van de appel- en pruimenbomen voor ons huis en de geur van het lange, donkere gevlochten haar van mijn moeder met een stralende glimlach op haar gezicht. We woonden in de weelderige en vruchtbare Koof-vallei, die vol staat met bomen van een prachtig groen en geel, kleuren die ik nooit ergens anders heb gezien. Vanaf ons huis keek je uit over een fonkelend blauwe rivier, met dennenbomen en iepen op de hoge, grazige oevers waarachter de bergen oprezen. Uit mijn vroegste jeugd herinner ik me het geluid van balkende ezels, van zwiepend hooi dat wordt gemaaid, van druppelend rivierwater en van het uitbundige gelach van kinderen. Vandaag de dag klinken de geluiden in mijn dorp nog precies hetzelfde. Koof blijft de enige plek ter wereld waar ik mijn ogen dicht kan doen en binnen een paar seconden in een diepe, vredige slaap val. Voor ons huis lag een tuin die door mijn moeder bijzonder efficiënt was aangelegd. Daar verbouwden we alles wat we maar nodig hadden: allerlei soorten vruchten, paprika’s, olijven, moerbeien, perziken, abrikozen, appels en enorme gele pompoenen. We hadden zelfs zijde dat we gebruikten voor het weven van tapijten. Mijn vader importeerde graag bomen en zaden uit het buitenland en in onze tuin stond een van de zeldzame zwarte-kersenbomen van Afghanistan. Ik kan me nog herinneren dat de boom arriveerde en dat ik me realiseerde dat er iets heel belangrijks gebeurde toen de zaailing werd geplant. Tijdens de warmere maanden gingen de vrouwen aan het eind 20


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 21

van de middag een halfuurtje tussen de moerbeibomen zitten – het enige moment van de dag waarop ze konden ontspannen. Ze brachten dan allemaal een schaaltje met eten mee en gingen zitten roddelen en kletsen terwijl de kinderen om hen heen aan het spelen waren. In die tijd droegen veel dorpelingen houten schoenen omdat het lastig was om in Faizabad te komen en daar gewone schoenen te kopen. Deze schoenen zagen eruit als klompen en waren heel stevig. Ze werden gemaakt door een oude man uit het dorp. Hij sloeg spijkers in de onderkant die in het ijs bleven steken zodat de vrouwen niet voorover vielen wanneer ze in de winter water gingen halen. Mijn grootste droom was om een paar van deze houten schoenen te bezitten, ook al waren ze niet voor kinderen bedoeld omdat je er moeilijk op kon lopen. Wanneer er vrouwen op bezoek kwamen en hun schoenen bij de deur lieten staan, deed ik ze aan en ging ermee spelen. Ik droeg een keer een prachtige jurk met borduursels die een vriendin van mijn moeder voor me had gemaakt. Ik mocht er niet mee naar buiten, maar ik wilde hem niet uitdoen. Dus trok ik een paar houten schoenen aan en ging met mijn vriendinnetjes bij de waterput spelen. De schoenen waren veel te groot en het onvermijdelijke gebeurde: ik viel en scheurde mijn jurk. Mijn wereld begon in de keuken van de hooli, een vertrek met lemen muren met drie grote houtovens aan de ene kant, een diepe broodoven die een tanoer wordt genoemd in het midden en een klein hoog raam aan de andere kant. Net als de meeste Afghaanse vrouwelijke dorpelingen van haar generatie bracht mijn moeder een groot deel van haar leven in de keuken door. Daar sliep ze, maakte ze het eten klaar en zorgde ze voor de kleine kinderen. In dit vertrek voerde zij de alleenheerschappij. De vrouwen bakten drie keer per dag brood – soms maakten ze wel vijftig of zestig broden, en er hingen altijd dikke rookwolken in de keuken. Tussen het bakken door moesten ze de lunch en het avondeten klaarmaken. Als mijn vader gasten had, werd de hitte van het vuur dat in alle vier de ovens brandde ondraaglijk. Die gelegenheden veroorzaakten bij alle kinderen een gevoel van opwin21


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 22

ding en ik verhoogde mijn populariteit door vriendinnen mee te nemen naar de keuken om de restjes op te eten. De meeste dorpelingen waren veel armer dan ons gezin en de kans om een keer heerlijk voedsel te eten was te mooi om te laten lopen. Kinderen mochten absoluut niet in de buurt van het gastenverblijf komen en åls we ooit al overwogen er een blik naar binnen te werpen dan hoefde een van de beveiligers van mijn vader die de ingang bewaakten maar onze kant op te kijken of we renden alle kanten op om ons te verstoppen. De keuken lag buiten het blikveld van de mannen bij het huis en was een plek waar vrouwen lachten en kletsten, een plek waar kinderen altijd iets lekkers kregen uit een van de vele potten gedroogd fruit en snoep waar de planken vol mee stonden. Als op koude winteravonden het brood was gebakken, gingen we met onze voeten in de uitdovende stukjes hout in de tanur zitten, met een kleed over onze benen warm te blijven. ’s Avonds rolden we onze matrassen uit op de keukenvloer om daar te slapen. Mijn moeder vertelde ons verhalen. Eerst vertelde ze over zichzelf. Ze praatte openlijk met ons over haar huwelijk, ze vertelde hoe ze zich voelde toen ze mijn vader voor het eerst ontmoette en hoe moeilijk ze het had gevonden om haar jeugd vaarwel te zeggen en te trouwen, met alle verplichtingen die dat met zich meebracht. Vervolgens vermaakte ze ons met verhalen over koninginnen en koningen in verre landen, over kastelen en nobele strijders. Ze vertelde ons liefdesverhalen en verhalen over grote wolven waardoor we het uitgilden. Terwijl ik luisterde keek ik door het raam naar de maan en de sterren. Ik was ervan overtuigd dat ik de hele lucht kon zien. Ik had er geen benul van dat de rest van de wereld achter de grote berg aan het einde van de vallei lag, en het kon me ook niet schelen. Mijn moeder hield van mij en ik van haar. We waren onafscheidelijk. Het leek wel of ze alle liefde die ze van mijn vader in de loop der jaren tekort was gekomen in dubbele mate aan mij gaf. Ze was over haar aanvankelijke teleurstelling dat ik een meisje was heen gekomen door een anekdote die mijn tante Gada, de oudste zus van mijn vader, haar had verteld. Mijn tante had mijn vader bij 22


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 23

zijn terugkeer in het dorp op de hoogte gesteld van mijn geboorte met de woorden: ‘Abdul Rahman, je vrouw heeft het leven geschonken aan een muisje, een klein rood muisje.’ Hij lachte en zei dat ik naar hem moest worden gebracht. Het was de allereerste keer dat hij een pasgeboren meisje wilde zien. Toen hij naar mijn gezicht keek, dat onder de littekens en de brandwonden zat, gooide hij zijn hoofd in zijn nek en begon hard te lachen, wat niets voor hem was. ‘Maak je geen zorgen, zuster,’ zei hij tegen mijn tante. ‘Haar moeder heeft goede genen. En ik weet dat deze kleine muis net zo mooi zal worden als haar moeder.’ Toen mijn moeder dat hoorde, huilde ze van blijdschap. Zij beschouwde het als zijn manier om haar te laten weten dat hij nog steeds van haar hield en dat ze niet moest denken dat ze had gefaald door hem nog een dochter te schenken in plaats van een zoon. Ze vertelde dit verhaal heel vaak. Ik heb het ongetwijfeld honderden keren gehoord. Mijn vader was inmiddels echter ver weg. Politiek werd in die tijd steeds gevaarlijker in Afghanistan. Er was kort daarvoor een ander regime gekomen. In 1973 had Dawood Khan koning Zahir Shah met een geweldloze staatsgreep afgezet terwijl hij in het buitenland was en zichzelf uitgeroepen tot de eerste president van Afghanistan. Hij schortte de grondwet op en ontbond het parlement. Niet lang daarna werd mijn vader opgepakt wegens ongehoorzaamheid aan de president. Hij uitte niet mis te verstane kritiek op het nieuwe regime en oefende druk uit op Dawood om de grondwet weer in te voeren en het parlement opnieuw te installeren. Overal in het land waren geluiden van politieke onvrede te horen. De werkloosheid steeg, het aantal maatschappelijke problemen nam toe, en de buurlanden van Afghanistan, in het bijzonder Pakistan en de Sovjet-Unie, speelden meer dan ooit hun politieke spelletjes op Afghaans grondgebied. Mijn vader bevond zich in die tijd meestal in Kabul en was zelden thuis. Tijdens zijn afwezigheid heerste er een ontspannen sfeer in huis en schalde het geluid van lachende kinderen door de hooli. Maar als hij er wel was snelden de vrouwen gejaagd door de gangen, maakten ze koortsachtig maaltijden voor zijn gasten klaar en 23


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 24

probeerden ze de kinderen stil te houden zodat ze hem niet stoorden. Mijn vriendinnen en ik vonden het over het algemeen prima als mijn vader thuis was, omdat we dan zo ondeugend konden zijn als we wilden en zonder gevaar chocola konden pakken omdat we wisten dat mijn moeder het te druk had met hem om ons tegen te houden. Ik heb maar een paar concrete herinneringen aan mijn vader. Ik kan me herinneren dat hij op en neer liep in een witte shalwar kameez met een mooi wollen vest erover, met een hoed van lamsvacht op zijn hoofd en met de handen in elkaar geklemd achter zijn rug. De hooli had een lang, plat dak en in die tijd liep hij daar soms uren onafgebroken overheen. Hij begon dan ’s middags ongedurig te ijsberen en ging daar tot de avond mee door – het enige wat hij deed was lopen en nadenken, altijd in diezelfde houding met zijn handen achter zijn rug. Volgens mij voelde ik zelfs op die leeftijd al aan dat mijn vader een belangrijk man was. Dat alle spanning en alle moeilijkheden die hij meebracht naar huis, en de beangstigende manier waarop hij mijn moeder afranselde, allemaal voor een deel het gevolg waren van de grote druk waaronder hij gebukt ging: de druk om een huishouden in stand te houden en een groot gezin als het onze te onderhouden, de druk van een leven als politicus, de druk die het met zich meebracht om misschien wel de armste inwoners van Afghanistan te vertegenwoordigen. Hij had amper tijd voor zichzelf. Wanneer hij thuis was, zat ons gastenverblijf, een gebouw van één verdieping achter de hooli, altijd vol mensen die hem om advies of wijsheid kwamen vragen, die een familietwist wilden oplossen, die nieuws kwamen brengen over afvallige stammen of over geweld in de bergen of over wanhopigen en behoeftigen die zijn hulp nodig hadden. Zijn deur stond voor iedereen open en hij had nooit tijd voor ontspanning. Wie kon het hem daarom kwalijk nemen dat hij van zijn gezin ook grote dingen verwachtte? Ik praat het uiteraard niet goed dat mijn vader mijn moeder zo vreselijk sloeg maar de tijden waren anders en het was heel gewoon als mannen hun vrouw sloegen. In andere opzichten was mijn va24


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 25

der een goede echtgenoot voor mijn moeder, voor zover de traditie dat toestond. Misschien begrijp ik hem tegenwoordig wel beter dan ooit omdat ik weet hoe groot zijn werklast was. Ik begrijp de druk waar hij als politicus onder gebukt ging, het gevoel dat hij nooit een moment voor zichzelf had en de grote verantwoordelijkheid die hij droeg. Ik denk dat mijn moeder dit allemaal ook begreep en dat ze daarom zo veel van hem slikte. Volgens de sharia, die mijn vader aanhing, moet een man al zijn echtgenotes gelijk behandelen en moet hij zich zonder aanzien des persoons aan hen geven. Ook ik geloof in de rechtvaardigheid van de sharia. In theorie en in haar zuiverste vorm is de sharia een eerlijk systeem dat is gebaseerd op islamitische ethische waarden. Maar het menselijk hart houdt zich niet aan theoretische principes en in een polygaam huwelijk is zo’n gelijkheid onmogelijk. Wat kan een man eraan doen als hij in zijn hart de ene vrouw boven de andere verkiest? Het vertrek van mijn vader werd de Parijse suite genoemd en was gedecoreerd met handgemaakte muurschilderingen van een kunstenaar die speciaal uit Kabul naar ons dorp was gekomen. De kamer had twee ramen die uitkeken over een abrikozentuin en in de zomer waaide er een briesje met de geur van verse abrikozen naar binnen. Tegen die heerlijke geur kon geen moderne airconditioning op. Wanneer mijn vader thuis was, deelde hij elke avond het bed met een andere echtgenote. De enige met wie hij niet sliep, was zijn eerste vrouw, de Khalifa. Om meer dan vier vrouwen te kunnen hebben, het maximum aantal dat door de sharia wordt voorgeschreven, was mijn vader van twee van zijn eerste echtgenotes gescheiden en had hij van zijn eerste vrouw een zogenaamde Khalifa gemaakt. Volgens deze regeling behoudt een vrouw de titel van echtgenote en wordt ze financieel onderhouden, maar verliest ze de intimiteit van het huwelijk en slaapt ze nooit meer met haar man. Ik herinner me het verdriet in de ogen van die vrouw doordat haar macht en aanzien als eerste echtgenote in rook waren opgegaan door haar gedwongen seksloze status. Ik mag graag denken dat mijn vader het meest uitkeek naar de 25


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 26

nachten die hij met mijn moeder doorbracht. Ze vertelde dat ze, na de onvermijdelijke verplichte intimiteiten, tot diep in de nacht lagen te praten. Hij vertelde haar dan over zijn werk en over de spanning die het politieke leven in Kabul met zich meebracht, en hij instrueerde haar hoe ze in zijn afwezigheid de werkzaamheden op het land, de laatste tarweoogst of de verkoop van een paar runderen moest afhandelen. Ze had zo’n groot gezag wanneer hij er niet was dat ze van de plaatselijke bevolking de bijnaam ‘plaatsvervanger van de baas’ kreeg. Hoe zwaarder hij het had, hoe meer hij op mijn moeder vertrouwde. Zolang thuis alles gesmeerd liep, kon hij zich bezighouden met alle intriges in het parlement. Mijn moeder was degene die de landgoederen beheerde en de zaken afhandelde, die er tijdens zijn afwezigheid voor zorgde dat in huis alles ordelijk verliep en die een einde maakte aan onenigheden tussen de echtgenotes. Zij had haar eigen politieke vaardigheden nodig om dergelijke kwesties in goede banen te leiden. Sommige echtgenotes, en in het bijzonder de derde, Niaz bibi, waren verbolgen over de status van mijn moeder en probeerden mijn vader tegen haar op te zetten. Niaz bibi was een intelligente vrouw en ze was gefrustreerd over haar eentonige leven. Het is niet moeilijk te begrijpen dat ze jaloers was op de weinige vrijheden en het beetje macht waarover mijn moeder beschikte. Maar haar pogingen om op dat vlak bij mijn vader in de gunst te komen mislukten altijd, niet alleen omdat mijn vader geen kwaad woord over mijn moeder wilde horen, maar ook doordat mijn moeder moeilijke situaties altijd zag aankomen en voorzorgsmaatregelen trof. De strategie die mijn moeder toepaste was vriendelijkheid. Ze had de jongere echtgenotes kunnen slaan en hen al het zware werk kunnen laten doen, maar in plaats daarvan probeerde ze een omgeving te creëren waarin iedereen tevreden was, waar van alle kinderen evenveel gehouden werd en waar echtgenotes als zussen en vriendinnen met elkaar samenwerkten. Wanneer een van de jongere vrouwen iets stal uit een voorraadkamer en werd betrapt, vertelde mijn moeder niets aan mijn vader omdat ze wist dat hij de boosdoener er dan ongenadig van langs zou geven. In plaats daar26


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 27

van handelde ze de kwestie persoonlijk en discreet af. Met deze strategie verwierf ze de dankbaarheid en loyaliteit van de anderen. Slechts één echtgenote, nummer zes, was niet uitgekozen vanwege haar politieke nut maar vanwege haar praktische huishoudelijke vaardigheden. Ze was een beeldschone Mongoolse die was geselecteerd omdat ze prachtige kleden en tapijten kon weven. Ze bracht mijn moeder deze kunst bij en ik keek altijd toe terwijl ze urenlang in comfortabele stilte naast elkaar zaten en hun handen met ritmische bewegingen de prachtig gekleurde draden sponnen en weefden. Maar de beste vriendin van mijn moeder was echtgenote nummer vier, Khal bibi. Die noemde mijn moeder Apa, oudere zus. Mijn moeder kreeg een keer een ernstige oogontsteking en omdat we in ons dorp geen arts hadden, zei een bejaarde vrouw dat als iemand elke ochtend het oog met zijn of haar tong zou schoonlikken, het natuurlijke antibioticum in het speeksel het oog zou genezen. Khal bibi had zo’n hechte relatie met mijn moeder dat ze zonder enige aarzeling bereid was die klus voor haar rekening te nemen. Acht weken lang likte ze elke dag aan het gezwollen, met pus gevulde oog van mijn moeder, net zolang tot het genas zoals de oude vrouw had beloofd. Een dergelijke relatie had mijn moeder niet met echtgenote nummer drie, Niaz bibi. De twee vrouwen konden nooit goed met elkaar opschieten. Toen ze op een dag tijdens het ontbijt op de grond naan zaten te eten, begonnen ze ruzie te maken. Ik was pas anderhalf maar op de een of andere manier kon ik de vijandschap die tussen hen bestond aanvoelen. Ik liep waggelend naar Niaz bibi toe en trok hard aan haar vlechten. Geschrokken hapte ze naar adem en toen begon ze te lachen. Ze nam me in haar armen en gaf me een knuffel. Zij en mijn moeder vergaten hun ruzie en lachten allebei hartelijk. ‘Dit is een heel slim meisje, Bibi jan, net als haar moeder,’ lachte de vijand van mijn moeder terwijl ze me bedolf onder de zoenen. Zelfs al op die jonge leeftijd had ik al het gevoel dat de positie van vrouwen in onze cultuur niet rechtvaardig was. Ik herinner me de stille wanhoop van de vrouwen van wie mijn vader niet hield en 27


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 28

die hij volledig negeerde, en ook de beproevingen van de andere echtgenotes. Ik kan me herinneren dat ik een keer vol afgrijzen toekeek hoe mijn vader mijn moeder door de gang achtervolgde en begon te slaan. Ik vloog hem aan en schopte hem, in een poging haar te beschermen. Hij smeet me met één arm opzij. Eén keer was mijn vader zo hardhandig geweest dat hij een bos haar uit het hoofd van mijn moeder had getrokken. Een week later kwam haar broer op bezoek en zoals dat de gewoonte was bracht hij zijn tijd door met de mannen van de familie. Daardoor kreeg mijn moeder niet de kans om hem persoonlijk te spreken over wat er was gebeurd. Toen hij vertrok maakte mijn moeder zijn middagmaal klaar voor de lange terugreis te paard over de bergen. Heel geraffineerd stopte ze haar uitgerukte haren erbij. Toen de broer de hele ochtend had gereisd, stopte hij om te lunchen. Hij pakte het eten uit en vond het haar van zijn zus. De boodschap was hem meteen duidelijk. Hij steeg weer op en galoppeerde linea recta terug naar ons huis, waar hij de confrontatie met mijn vader aanging. Tegen mijn moeder zei hij dat haar familie ervoor zou zorgen dat ze kon scheiden als ze dat wilde. Dergelijke steun van de familie was ongebruikelijk. De meeste vrouwen werd op het hart gedrukt niet hun beklag te doen over afranselingen en die zwijgend te ondergaan. Meisjes die naar hun ouderlijk huis vluchtten om te ontkomen aan een gewelddadige huwelijkspartner werden vaak door hun vader naar diezelfde echtgenoot teruggebracht. Het was heel normaal dat er in een huwelijk werd geslagen. Meisjes groeiden op in de wetenschap dat het hun grootmoeder en hun moeder was overkomen en ze gingen er vanuit dat het met hen ook zou gebeuren. Bibi jan had echter een hechte band met haar ouders. Ze bezocht hen elk jaar en was geliefd bij haar broers. Haar broer zei tegen haar dat ze moest wachten in de tuin van de hooli en maakte haar duidelijk dat het haar vrij stond om samen met hem te vertrekken en dat hij haar mee naar huis zou nemen als ze dat wilde. Ze was de wanhoop nabij; ze was voortdurend depressief en had vaak last van hevige hoofdpijn, en haar handen waren helemaal kapot van de slagen met de ijzeren opscheplepel. Ook had ze haar 28


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 29

buik meer dan vol van de vernederingen die elke nieuwe echtgenote moest ondergaan. Ze had er genoeg van en overwoog serieus van mijn vader te scheiden. Maar ze wist dat ze haar geliefde kinderen zou verliezen als ze wegging bij mijn vader. Zoals in de meeste islamitische culturen blijven kinderen in Afghanistan na een scheiding bij hun vader in plaats van bij hun moeder. Mijn moeder zei dat ze de kinderen wilde zien. Ze keek hen in de ogen en bestudeerde hun gezicht. Op het moment zelf zei ze niets maar jaren later vertelde ze me dat ze zichzelf weerspiegeld zag in de ogen van haar kinderen. Ze kon hen niet achterlaten. Ze wilde graag een einde maken aan haar ontberingen maar het opgeven van haar kinderen was een te hoge prijs. En dus zei ze tegen haar broer dat ze bij haar man en kinderen bleef en dat hij alleen naar huis moest gaan. Met tegenzin besteeg hij zijn paard weer en vertrok. Ik heb geen idee hoe mijn vader reageerde nadat zijn zwager was vertrokken. Gaf hij mijn moeder er opnieuw van langs omdat ze het in haar hoofd had gehaald om het haar broer te vertellen? Of was hij mild, vriendelijk en berouwvol, omdat hij zich realiseerde dat hij bijna de vrouw was kwijtgeraakt die hij zo nodig had? Waarschijnlijk allebei. Ik herinner me dat mijn zussen een voor een werden uitgehuwelijkt. Voor de eerste zus die ging trouwen werd speciaal een uitzet uit Saudi-Arabië gehaald. Kistjes met fijne stoffen en gouden juwelen die een dochter van Abdul Rahman waardig waren werden naar de hooli gebracht en zorgvuldig uitgepakt terwijl wij allemaal bewonderende kreten slaakten vanwege de kostbaarheden die erin zaten. Op die dag werd mijn zus een belangrijk handelsartikel, een sieraad dat verhandeld moest worden. Het zou de enige keer in haar leven zijn dat ze op zo’n gewichtige manier werd behandeld. Ik herinner me ook de dag waarop mijn schoonzus arriveerde. Zij was met mijn oudste broer getrouwd toen ze twaalf was – de leeftijd die mijn dochter Shaharzad momenteel heeft. Hij was zeventien en er werd van hen verwacht dat ze meteen een volwaardige seksuele relatie zouden beginnen. Het is voor mij ondenkbaar dat mijn dochter op zo’n kwetsbare leeftijd tot een fysieke relatie zou worden gedwongen. Mijn schoonzus was nog zo jong dat mijn 29


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 30

moeder haar ’s morgens moest helpen bij het wassen en aankleden. Ik vraag me af wat er door mijn moeder heen ging als ze de verwondingen zag die haar eigen zoon dat arme meisje had toegebracht. Kromp ze ineen van afgrijzen vanwege de onrechtvaardigheid van wat er gebeurde? Tegelijkertijd was dat het leven dat vrouwen leidden en het lot dat hen trof. Misschien kon ze niets anders doen dan het meisje troosten, haar de lichtere klusjes geven en zich realiseren dat het meisje zich uiteindelijk zonder morren zou neerleggen bij haar lot, net zoals de oudere vrouwen hadden gedaan. Het was een culturele samenzwering waar ze geen van allen aan konden ontkomen. Geen van hen kon zich ertegen verzetten. Maar zonder dat ik me daar van bewust was, doorbrak ik grenzen en verzette ik me tegen deze gewoonten. Dat was deels het gevolg van mijn hechte vriendschap met Ennayat, de zoon van de zevende echtgenote, die slechts een paar maanden eerder was geboren dan ik. Ondanks de aanvankelijke rivaliteit waarmee onze geboorten gepaard gingen, kregen we meteen een heel hechte band met elkaar. We hadden als broer en zus een bijzondere vriendschap en dat is nu nog steeds zo. Hij was erg ondeugend en dat gold voor mij zelfs nog meer. Omdat ik wist dat ik als meisje korter werd gehouden, stookte ik hem altijd op om meer kattenkwaad uit te halen. We haalden onze streken uit samen met Muqim, de zoon van mijn moeder die drie jaar ouder was dan ik. Wij waren de drie kleine musketiers. Ik bracht Ennayat voortdurend in de problemen. We glipten boomgaarden in om appels te stelen of ik liet hem stelen uit de voorraadkamers van mijn vader en dan verdeelde ik de buit met mijn vriendinnen. Ik herinner me dat we op een dag allemaal onze blouse volstopten met gedroogde abrikozen uit de keuken en dat Ennayat me aanmoedigde er zoveel te pakken als ik maar kon. Ik maakte mijn riem vast onder de vruchten om ervoor te zorgen dat ze niet uit mijn blouse rolden. Toen we door de tuin weer wegslopen, voor de vrouwen langs die op het terras het eten klaarmaakten, begonnen de abrikozen er een voor een uit te vallen. Ik liep met mijn rug naar de muur zodat ze het niet zouden zien toen er een hele berg abrikozen op de grond viel. Ik schaamde me dood en 30


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 31

Ennayat was woedend omdat ik onze onderneming had laten mislukken. De vrouwen moesten echter alleen maar onbedaarlijk lachen. Een ander favoriet spelletje van ons was om een taart te stelen, daar aan de onderkant gaten in te eten en hem vervolgens terug te leggen zodat het niemand het merkte – totdat de taart werd opgediend natuurlijk. Een paar weken geleden vroeg ik aan Ennayat of hij wilde vertellen hoe ik op die leeftijd was geweest. Hij antwoordde op die droge humoristische manier die alle grote broers ter wereld zo eigen is: ‘Je was lelijk en ontzéttend irritant.’ Nu zijn Ennayat en mijn andere broers de geweldigste broers die je je als meisje maar kunt wensen. Ze steunen me als politica, voeren campagne voor me en beschermen me wanneer dat maar mogelijk is. Maar tijdens onze jeugd waren we ons er allemaal van bewust dat ik een meisje was. Zoals in alle gezinnen waren jongens degenen die er werkelijk toe deden. De verjaardag van een jongen werd gevierd maar die van een meisje nooit en geen van mijn zussen ging naar school. Meisjes kwamen duidelijk op de tweede plaats en het was ons lot om thuis te blijven tot we deel gingen uitmaken van de familie van onze echtgenoot. Kleine jongens hadden ook macht en vaak had een broer meer gezag dan een moeder. Wanneer mijn moeder naar de winkel ging liep mijn broer Muqim achter haar aan en bedelde om snoepjes. Ze gaf hem er maar een paar, omdat dergelijke lekkernijen normaal gesproken waren voorbehouden aan de gasten. Hij werd dan kwaad, begon te stampvoeten en liep weg, en dan stopte mijn moeder zonder iets te zeggen een paar chocolaatjes in mijn hand. Als Muqim dat zag werd hij woedend en zei hij tegen mijn moeder dat hij me zou verbieden naar buiten te gaan als ik ze opat. Als jongen had hij de macht en het gezag om te bepalen wat ik wel en niet mocht doen, wat mijn moeder ook zei. Ik vond het een onverdraaglijke gedachte dat ik niet buiten zou kunnen spelen met mijn vriendinnetjes en dus gaf ik hem de snoepjes en rende naar buiten om te gaan spelen. Ik hoorde het woord dukhtarak vaak en al op jonge leeftijd. Het is een veelgebruikte, geringschattende term voor een meisje die vrij 31


Vooruitboekje Brieven 18-01-11 15:13 Pagina 32

vertaald zoiets betekent als ‘minder dan een meisje’. Intuïtief heeft het woord me altijd tegengestaan. Een keer, toen ik niet ouder was dan vijf, noemde een van mijn oudere neven me dukhtarak en hij droeg me op een kop thee voor hem te maken. Ik ging staan, in een kamer vol met mensen, zette mijn handen in mijn zij en antwoordde: ‘Neef, ik zal die thee voor je maken, maar zo noem je me nooit meer.’ Alle aanwezigen schaterden het uit. Ik hoorde de term ook de enige keer dat mijn vader rechtstreeks tegen me sprak. Hij had een politieke bijeenkomst georganiseerd in onze tuin en wilde de aanwezigen een aantal nieuwsberichten overbrengen. Hij liet grote luidsprekers in de bomen bevestigen – het was de allereerste keer dat we stereogeluid hoorden. Nieuwsgierig slopen we onopgemerkt dichterbij. Al snel begon ik me echter te vervelen en werd ik luidruchtig. Mijn vader was aan het woord toen hij plotseling werd onderbroken door mijn geschreeuw. Hij hield op met praten en draaide zich naar ons toe. Hij staarde me aan en voor mijn gevoel minutenlang stolde het bloed me in de aderen. Toen schreeuwde hij: ‘Dukhtarak! Meisjes! Wegwezen jullie!’ Zo snel als onze benen ons konden dragen renden we weg. Sindsdien was ik als de dood voor mijn vader. Ik wilde hem niet meer onder ogen komen en zelfs weken later was ik bang dat hij me zou vermoorden als hij me zag. In mijn wildste kinderfantasieën had ik me niet kunnen voorstellen dat hij degene was die kort daarop vermoord zou worden en dat er al snel een wreed einde zou komen aan mijn zorgeloze bestaan.

32


Stellinga DEF 2.indd 14

2-9-09 9:48


fawzia koofi ‘Lieve Shuhra en Shaharzad, Toen ik klein was kende ik de woorden oorlog, raket, gewonden, moord en verkrachting niet. Woorden die helaas alle Afghaanse kinderen tegenwoordig kennen.’

Brieven aan mijn dochters

Het aangrijpende levensverhaal van de eerste vrouwelijke presidentskandidaat van Afghanistan

KOOFI_Vooruitboekje.indd 1

19-01-11 14:27


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.