leesfragment Jouw eerste Bijbel

Page 1

Jouw eerste

Bijbel


© Uitgeverij Callenbach – Utrecht, 2012 www.uitgeverijcallenbach.nl Oorspronkelijk uitgegeven door Lion Hudson plc, England onder de titel First Book of Bible Stories © Lion Hudson, 2011 © Tekst Lois Rock, 2011 © Illustraties Barbara Vagnozzi, 2011 Vertaling Nelleke Scherpbier Omslagontwerp en dtp Spaansenmedia ISBN 978 90 266 0122 4 NUR 224 Alle rechten voorbehouden


Jouw eerste Bijbel Tekst Lois Rock Illustraties Barbara Vagnozzi


Inhoud In het begin 6 Genesis 1-2

De tuin van Eden 10 Genesis 2-3

De grote overstroming 14 Genesis 6-9

Abraham en de belofte 20 Genesis 12, 15, 17, 21

Jakob en Esau 24 Genesis 24-25, 27, 29-33

Jozef en zijn dromen 30 Genesis 37, 39-45

Mozes en het volk van IsraĂŤl 36 Exodus 1-12, 14

Jozua en het land Kanaän 44 Exodus 20, 24-25; Deuteronomium 31; Jozua 1, 3, 6, 13-19, 24

David en Goliat 50 1 Samuel 8-9, 17; 2 Samuel 2, 6


Jona en de grote vis 56 Jona

Daniël en de leeuwen 62 Daniël 1, 6

Jezus en het koninkrijk van God 66 Matteüs 1-2, 4-5, 7, 10; Marcus 1, 3; Lucas 1-2, 4, 6; Johannes 1

Storm op zee 72 Matteüs 8, Marcus 4, Lucas 8

De zaaier 74 Matteüs 13

Een gat in het dak 76 Marcus 2; Lucas 5

De goede Samaritaan 80 Lucas 10

De weggelopen zoon 84 Lucas 15

Het einde en een begin 88 Matteüs 21, 26-28; Marcus 11, 14-16; Lucas 19, 22-24; Johannes 11-12, 18-20


In het begin In het begin was er… niets. Geen eindeloze oceaan, of donkere, diepe zee. Alleen God. God zei: ‘Laat er licht zijn.’ En er was licht. Licht als goed nieuws, vol van hoop en belofte. God noemde het licht ‘dag’ en het donker ‘nacht’. Dat was de allereerste dag. Toen sprak God nog eens: ‘Er moet ruimte komen voor andere dingen.’ En er onstond ruimte, hoog en wijd als een blauwe hemel.

6


Op de derde dag schiep God de zee en ontstond er droog land. ‘Laat uit de aarde,’ fluisterde God, ‘groene planten groeien.’ Kleine zaadjes ontsproten en bomen groeiden uit de grond. Er waren prachtige bloemen, rijp fruit en weilanden vol wuivend gras.

Op de vierde dag sprak God tegen de hemel: ‘Ik wil dat de gouden zon overdag schijnt. Laat de maan haar spiegel zijn in de zilverlichte nacht. Laat de sterren schitteren in het donker.’

7


Op de vijfde dag sprak God weer. ‘Laat er vogels in de lucht vliegen. Vogels die zingen, vogels die kraaien, vogels die piepen en vogels die fluiten. Laat er in de zee geheimen ontstaan: flitsende vissen, machtige walvissen, en rare en wonderlijke wezens met tentakels die dansen in de golven.’ Toen kwam de zesde dag: ‘Laat er dieren zijn, groot en brullend, laat er schuchtere beesten zijn die zich verstoppen, laat er insecten zijn, brommend en zoemend, en allerlei schepselen die hun huis maken in hoeken en gaten en spleten.’

8


‘En nu,’ zei God, ‘zal ik mensen scheppen. Zij zullen de baas zijn over de wereld en ervoor zorgen. In elk van hen zal iets van mij zijn. En ze zullen mijn vrienden zijn.’ Op de zevende dag rustten God en de wereld uit. Alles wat was gemaakt, was heel erg mooi.


De tuin van Eden God schiep de eerste man en noemde hem Adam. Ook maakte God een prachtige tuin in Eden, waar Adam mocht wonen. De tuin was een paradijs: vol prachtige bomen waar het heerlijkste fruit aan groeide. ‘Dit is allemaal voor jou, geniet ervan,’ zei God. ‘Maar er is een regel die je goed moet onthouden. Zie je die boom daar in het midden? Die boom is gevaarlijk voor je. Eet er niet van, want dan zul je sterven.’ Adam woonde in de tuin, in alle rust. De dieren waren zijn vrienden en hij kreeg zelfs een vrouw van God: Eva. Op een dag wandelde Eva door de tuin, toen ze een vreemd geluid hoorde. Ze keek om zich heen. Daar, half verstopt in een struik, zat een slang. Hij staarde haar aan.


‘Ssssie je die boo

’ ? m

Eva was verbaasd. De slang praatte met haar! ‘Heeft God gezegd dat je dit fruit niet mag eten? Raar, het is heel erg lekker.’ ‘Je liegt,’ zei Eva. Als Adam en ik van dat fruit eten, zullen we sterven.’ ‘Onzin!’ zei de slang. ‘Het is heel lekker – en je zult er slim van worden. Wat gemeen dat God deze boom voor zichzelf wil houden.’ Eva dacht even na. Toen strekte ze haar hand uit en plukte een vrucht uit de boom. Ze nam een hap. ‘Mmm,’ zei ze. ‘Adam, kom eens proeven, dit is heerlijk!’


Adam nam een hap van het fruit en sloot zijn ogen. ‘Wat lekker,’ zei hij. Toen deed hij zijn ogen weer open. ‘Maar ik word er onrustig van. Bang, eigenlijk.’ ‘Je hebt gelijk,’ zei Eva. Ze sloeg haar armen om hem heen. ‘Ik voel me… bloot.’ Ze pakten elkaars hand en verstopten zich onder een boom waarvan de bladeren tot op de grond hingen. Onder de boom maakten ze kleren voor zichzelf van de grote bladeren. Ze wilden zich beschermen voor een nieuw en onbekend gevaar. Maar de boom kon hen niet verbergen, en de bladeren konden hen niet beschermen. Die avond kwam God naar ze toe, en God wist ervan. ‘De vrucht heeft zijn kwaad gedaan,’ zuchtte hij. ‘Gevaar, dood, verval. Ik hoopte dat jullie hier niet mee te maken zouden krijgen, maar het is te laat. Jullie horen nu niet meer in deze tuin.


Jullie zullen moeten werken voor alles wat je nodig hebt – vanaf nu tot de dag dat je zult sterven.’ God gaf de man en de vrouw kleren gemaakt van dierenhuiden en stuurde hen weg uit de tuin. Bij de ingang stond een engel met een groot zwaard. Het lemmet schitterde zo fel dat Adam en Eva het paradijs niet eens meer konden zien. ‘We moeten proberen er het beste van te maken,’ zeiden ze tegen elkaar. Maar ze waren heel verdrietig.

Zouden ze ooit weer vrienden met God worden?

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.