3 minute read

Luuc Kooijmans - Cosimo aan de Keizersgracht

Luuc Kooijmans - Cosimo aan de Keizersgracht

Op het hoogtepunt van de Gouden Eeuw maakte de Toscaanse kroonprins Cosimo de’ Medici tweemaal een reis naar het Nederland van Rembrandt, Johan de Witt, Willem III en Michiel de Ruyter. Omdat er een verslag bestaat waarin die reizen van dag tot dag worden beschreven kunnen we een idee krijgen van hoe ons land er toen voor vreemden uitzag. Maar het verslag roept ook vragen op. Wat kwam een door en door katholieke prins doen in het ketterse Nederland? Waarom kwam hij telkens zonder zijn beminde, Marguerite d’Orléans, het nichtje van de Zonnekoning? En waarom wordt een belangrijke ontmoeting volkomen verzwegen? Op zoek naar antwoorden stelde Luuc Kooijmans zich een onbekende medereiziger voor. Door die reiziger te volgen in de straten en kroegen van Amsterdam en in de zalen en slaapkamers van de Medici in Florence biedt hij een verrassend zicht op de twee werelden die samenkwamen toen Cosimo in december 1667 aan wal stapte op de Amsterdamse Keizersgracht.

Advertisement

‘Kooijmans is een uitzonderlijk biograaf, alles wordt onder zijn handen spannend en interessant.’

HET PAROOL

‘Zijn stijl wordt gekenmerkt door mooie, sobere zinnen waarmee hij op onderkoelde wijze de mensen liefdevol en haarscherp schetst.’

NEDERLANDS DAGBLAD

Historicus LUUC KOOIJMANS (1956) heeft veelvuldig bewezen dat hij een complexe geschiedenis helder en indringend kan vertellen. Zijn boeken hebben niet alleen lof geoogst in wetenschappelijke kringen, maar worden ook door een breder publiek gewaardeerd. Hij ontving van het Prins Bernhard Cultuurfonds een oeuvreprijs op het terrein van de geesteswetenschappen. Zijn werk werd vertaald in het Engels, Russisch en Pools.

Sinds oudejaarsavond is schaatsen onze favoriete bezigheid. Het was aanvankelijk best lastig, en het heeft geleid tot komische valpartijen, maar de meesten beginnen het aardig onder de knie te krijgen.

Het is wel stervenskoud. Op nieuwjaarsdag hadden we min 11 op de thermometer. Het waaide er nog ontzettend bij ook. We zijn toen ’s middags buiten de Utrechtse poort gaan kijken. Daar is het water heel breed, dus daar ligt een enorme ijsvlakte, waar het krioelde van de schaatsers. Veel mensen hadden sleeën en karretjes meegenomen, er werd gezwierd, er liepen honden rond, jongens waren aan het kolven; het was heel druk. Maar het ijs kan dat allemaal dragen. Het kraakt nu en dan onheilspellend en er komen scheuren in, maar niemand trekt zich daar iets van aan, dus het zal wel verantwoord zijn.

De vaarten zijn dichtgevroren en de paden ernaast gevaarlijk glibberig, dus als je naar een andere plaats wilt, kun je het best op de schaats gaan. Er kwamen de afgelopen dagen groepjes boeren schaatsend naar de stad. Ik zag ze rijden, in een sliert achter elkaar, gelijkmatig glijdend, met hun

waren in manden op hun rug. Alleen al het geluid dat hun ijzers maken vind ik mooi, maar het ziet er vooral geweldig uit. Het lijkt met het grootste gemak te gaan.

Er zijn mensen die voor hun plezier tochten schaatsen. Dat lijkt me fantastisch – stel je voor, om over het IJ te glijden. Het schijnt te kunnen. Ik stelde een paar anderen voor om het te proberen, maar ze lachten me uit. Ze vinden het veel te gevaarlijk en bovendien hebben ze helemaal geen zin om zich op die manier moe te maken. Ze oefenen liever op sierlijke pirouettes.

Cosimo was ook komen kijken. Vanmiddag is hij vanwege het kille vochtige weer aanvankelijk thuisgebleven. Hij heeft schilderijen bekeken tot Bassetti een jongeman aandiende (van onze kerk, zei hij er ter aanbeveling bij) die heel subtiel figuren en voorstellingen uit papier kan knippen. Ik heb zijn naam niet goed verstaan. Hij heet Johan van Achelen of Achelom of zoiets. Cosimo was zo enthousiast dat hij de jongen wil meenemen naar Italië. Omdat hij ook heel goed figuren schijnt te kunnen schaatsen, heeft Cosimo hem gevraagd om dat te laten zien op de gracht.

This article is from: