INHOUD INLEIDING 4
HOOFDSTUK 1: Welke inkomsten kunnen jongeren hebben? Ontdek wat mogelijke inkomstenbronnen voor jongeren zijn Breng de inkomstenbronnen van jongeren in kaart Stel een plan van aanpak op Verwerf informatie Verwerk de resultaten van de enquête Trek besluiten Stel het resultaat van je onderzoek voor Vraag feedback aan je klasgenoten Evalueer jezelf
5 5 6 10 11 12 13 15 16 17
HOOFDSTUK 2: Welke uitgaven kunnen jongeren hebben? Ontdek wat mogelijke uitgavenposten voor jongeren zijn Ga na waar je informatie kunt vinden Stel een plan van aanpak op Verwerf informatie Verwerk de resultaten Trek besluiten Evalueer jezelf
18 18 19 25 26 26 27 28
HOOFDSTUK 3: Hoe ga je verantwoord met geld om?
HOOFDSTUK 4: Wat beïnvloedt je koopgedrag?
HOOFDSTUK 5: Hoe kun je als jongere duurzaam consumeren?
FikS FikS_lwb.indb 2
2 |
INHOUD
6/03/19 09:57
HOOFDSTUK 6: Hoe kun je veilig betalen en fraude vermijden?
HOOFDSTUK 7: Hoe ziet een gezinsbudget eruit?
HOOFDSTUK 8: Welk belang hebben ondernemingen en organisaties in onze maatschappij?
HOOFDSTUK 9: Welke impact heeft de overheid op de maatschappij?
WOORDENLIJST 29
INHOUD | 3
FikS_lwb.indb 3
FikS 6/03/19 09:57
INLEIDING
Met de overstap van het lager naar het secundair onderwijs, ga je als tiener een boeiende, maar ook een meer verantwoordelijke periode tegemoet. Je zult meer en meer geconfronteerd worden met het feit dat je verantwoorde keuzes moet maken. In de lagere school maakten je ouders op financieel vlak vele keuzes voor jou. Maar in het secundair onderwijs ga je al eens alleen op stap met je vrienden en ga je moeten nadenken over je uitgaven. Je eigen geld hebben, geeft je op dat moment meer verantwoordelijkheid en vrijheid, maar is het noodzakelijk? Lees de onderstaande stellingen en geef vervolgens jouw mening. Geld is voor mij niet zo belangrijk. Als ik maar gelukkig ben, dan ben ik al snel tevreden.
Geld, dat is papier waarmee ik veel kan doen. Geld is voor mij belangrijk, omdat ik graag goed wil leven: feesten, vakantie, shoppen.
Geld vind ik niet belangrijker dan gezondheid. Het is wel lekker als ik niet te hard moet opletten wanneer ik geld uitgeef.
Geld verdien je moeilijk en geef je makkelijk uit.
Ik heb minder zakgeld dan mijn vrienden. Ik wil graag meer zakgeld, maar dat lukt niet voor mijn ouders.
FikS FikS_lwb.indb 4
4 |
INLEIDING
6/03/19 09:57
1 HOOFDSTUK 1:
WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN? O OPDRACHT 1: Ontdek wat mogelijke inkomstenbronnen voor jongeren zijn 1
Bekijk het filmfragment van Mila en Anouar. a
Waar gaat het fragment over?
b
Waarvan hangt het af hoeveel Anouar aan het cadeau van zijn zus wil spenderen?
c
Waar halen Anouar en Mila hun geld vandaan?
Anouar en Mila hebben dus inkomsten. Jongeren hebben inkomsten dankzij zakgeld, verjaardagen enzovoort. Inkomsten of inkomen is het geld dat je krijgt.
2
Je kunt wel bedenken waar jij en andere jongeren jullie inkomsten vandaan halen, maar je mag er nooit van uitgaan dat dat voor iedereen hetzelfde is. Daarom ga je dat nu onderzoeken. Voor dat onderzoek kun je de volgende onderzoeksvraag formuleren: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN? a
b
Denk na over welke jongeren je het wilt hebben. •
Ga je alle jongeren in België bevragen?
•
Ga je alle jongeren in jouw provincie vragen stellen?
•
Ga je aan één jongere vragen welke inkomsten hij heeft?
•
Ga je alle leeftijdsgroepen bevragen, dus jongeren van 10 jaar, 14 jaar en 18 jaar?
•
Waarom maak je de groep die je gaat bevragen het best niet te groot?
•
Waarom maak je de groep die je gaat bevragen het best niet te klein?
Je zult je onderzoek dus een beetje moeten beperken. De volgende vragen helpen je daarbij. •
Wat is de leeftijd van de jongeren die je wilt ondervragen? Kleur het vakje in.
jongeren tussen 10 en 19 jaar
jongeren tussen 11 en 12 jaar
jongeren tussen 12 en 15 jaar
jongeren tussen 16 en 18 jaar
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
FikS_lwb.indb 5
| 5
1 6/03/19 09:57
•
Aan welke jongeren kun je makkelijk vragen stellen over zakgeld? Kleur het vakje in. jongeren in de familie olomgeving en
scho
jongeren in
jongeren
de provincie
in België
jongeren
in Europa
c Je kunt nu de algemene onderzoeksvraag op p. 5 nauwkeuriger formuleren. Noteer die nieuwe onderzoeksvraag hieronder.
V OPDRACHT 2: Breng de inkomstenbronnen van jongeren in kaart 1 Waar denk je dat jongeren tussen 12 en 15 jaar hun geld vandaan halen? a Brainstorm met de klas en vul de mindmap aan.
zakgeld
b Verdeel de klas in vijf groepjes. Elk groepje krijgt één spilfiguur toegewezen. Bekijk het filmpje van je spilfiguur en noteer hier waar jouw spilfiguur zijn/haar inkomen haalt. Wat is de naam van jouw spilfiguur?
groep 1
Wat is de naam van jouw spilfiguur?
groep 2
Waar haalt jouw spilfiguur zijn/haar inkomen vandaan?
Waar haalt jouw spilfiguur zijn/haar inkomen vandaan?
Hoeveel geld heeft jouw spilfiguur op het einde van één
Hoeveel geld heeft jouw spilfiguur op het einde van één
maand verzameld?
maand verzameld?
1 FikS_lwb.indb 6
6 |
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
Wat is de naam van jouw spilfiguur?
groep 3
Wat is de naam van jouw spilfiguur?
groep 4
Waar haalt jouw spilfiguur zijn/haar inkomen vandaan?
Waar haalt jouw spilfiguur zijn/haar inkomen vandaan?
Hoeveel geld heeft jouw spilfiguur op het einde van één
Hoeveel geld heeft jouw spilfiguur op het einde van één
maand verzameld?
maand verzameld?
Wat is de naam van jouw spilfiguur?
groep 5
Waar haalt jouw spilfiguur zijn/haar inkomen vandaan? Hoeveel geld heeft jouw spilfiguur op het einde van één maand verzameld?
c Ieder groepje vertelt de klas over zijn spilfiguur. Vul de schema’s aan voor de vier andere spilfiguren. 2 Hoe lees je een grafiek? a Waarover gaat grafiek 1 op de volgende bladzijde?
b Welk onderscheid wordt in de grafiek gemaakt?
c Waar zie je dat?
d Hoeveel zakgeld krijgt een jongen van 16 jaar gemiddeld per maand?
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN? | 7
FikS_lwb.indb 7
1 6/03/19 09:57
e
Hoeveel zakgeld krijgt iemand van jouw leeftijd gemiddeld per maand?
f
Welk soort grafiek is grafiek 1?
g
Waarom is het handig dat het gemiddelde zakgeld per maand in zo'n grafiek is weergegeven?
Grafiek 1: Gemiddeld zakgeld per maand
Gemiddeld zakgeld per maand
€ 41,50
€ 40,00 € 25,00
€ 30,00 € 19,00 € 20,00 € 10,00
€ 7,60
10-11 jaar
12-13 jaar
14-15 jaar
16-17 jaar
Leeftijd Bron: Wikifin (2017)
3
Bereken het gemiddelde. a
Bekijk opnieuw grafiek 1 bij vraag 2. Wat betekent ‘een gemiddelde van € 19,00’ als je kijkt naar het zakgeld bij de leeftijd van 12-13 jaar?
b
Bereken nu het gemiddelde zakgeld per week van de onderstaande personen. Als je daar hulp bij nodig hebt, bekijk dan een van de instructiefilmpjes bij het onlinelesmateriaal. • Anouar: € 32,00/maand • Mila: € 10,00/week • Marieke: € 5,00/week • Elena: € 10,00/week • Julan: € 0,00/week
FORUM Jongeren van 12-13 jaar krijgen gemiddeld voldoende zakgeld.
1 FikS_lwb.indb 8
8 |
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
4
Is zakgeld belangrijk voor jou als jongere? a
Verdeel de klas in vier groepjes. Lees de onderstaande stellingen over waarom je ouders zakgeld geven belangrijk kunnen vinden.
b
Luister vervolgens naar elkaars mening daarover. 1
Zakgeld krijgen van je ouders is een vertrouwenskwestie. Zes op de tien ouders geven wekelijks of maandelijks zakgeld. De belangrijkste reden voor ouders om je zakgeld te geven, is dat je leert omgaan met geld.
2
Ouders vinden zakgeld geven de eerste stap om je met geld te leren omgaan. Het is een goede voorbereiding op de tweede stap: leren sparen.
3
Als ouders beslissen om je geen zakgeld te geven, kunnen ze je bijvoorbeeld (mee) boodschappen laten doen met geld dat zij meegeven. Op die manier leer je ook verantwoord omgaan met geld.
4
Via zakgeld leer je op kleinere schaal met geld omgaan. Je ontdekt de waarde van geld, je leert keuzes maken, je krijgt een idee van wat een budget is en je gaat beseen dat je moet sparen om later iets groters te kunnen kopen. Als je fouten maakt, is dat niet erg. Het is in ieder geval minder erg dan wanneer een volwassene met grotere bedragen foute financiÍle beslissingen neemt.
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
FikS_lwb.indb 9
| 9
1 6/03/19 09:57
V OPDRACHT 3: Stel een plan van aanpak op 1
Je wilt een antwoord op de onderzoeksvraag die je noteerde op p. 6. Schrijf hier die onderzoeksvraag nog eens neer:
a Hoe kun je te weten komen waar jongeren hun inkomen vandaan halen?
b Waarom is het belangrijk om goed notities te maken bij het overlopen van de vragen?
c Welke vragen zou je aan jongeren stellen om meer te weten over hun zakgeld?
Wanneer je een vragenlijst maakt en aan meerdere personen vragen stelt, dan neem je een enquête af. Een enquête is een vragenlijst waarmee je iets te weten wilt komen en die je bij meerdere personen afneemt. Het is ook belangrijk dat je heel makkelijk en snel antwoorden kunt noteren. Je kunt het best eerst jouw vragen oplijsten en al een aantal antwoordopties geven. Je kruist dan gewoon het juiste antwoord aan. Je stelt hier meerkeuzevragen. Meerkeuzevragen maken het ook makkelijk om achteraf een besluit te trekken. Je kunt ook het best alle vragen nummeren.
Voorbeeld 1 Hoe oud ben je?
¨ 12 jaar
¨ 13 jaar
¨ 14 jaar
¨ 15 jaar
2 Welke hobby's heb je? Noteer: 3 Hoe vaak beoefen je je hobby?
¨ 1 keer per week
¨ 2 keer per week
¨ 3 keer per week ¨ meer dan 3 keer per week 4 Hoeveel tijd spendeer je in het totaal aan je hobby’s? (per week)
¨ 1-2 uur
¨ 2-3 uur
¨ meer dan 3 uur
5 Hoe ga je naar je hobby?
1 FikS_lwb.indb 10
¨ met de fiets
¨ met een ander vervoersmiddel zoals
10 |
¨ met de auto
¨ met de bus
¨ Ik beoefen mijn hobby thuis.
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
FORUM Een hobby uitoefenen is gezond voor lichaam en geest, want je bent bezig met iets dat je leuk vindt en dat je tegelijkertijd energie geeft.
2 Stel je enquête op. a Bekijk de instructiefiche bij het onlinelesmateriaal. Stel vervolgens de enquête op met een tekstverwerker. Volg daarvoor de volgende stappen. ¨ Open de tekstverwerker. ¨ Geef je document de bestandsnaam: ‘Enquête inkomsten jongeren’. ¨ Dat is ook de titel. Zet die titel vet en plaats hem bovenaan in het midden van het blad. ¨ Typ de vragen. ¨ Nummer de vragen. ¨ Voeg eventueel een symbool in, zoals een vierkantje, om de antwoorden af te vinken. ¨ Druk het blad met de vragenlijst af. b Denk na hoe je te werk zult gaan om de gegevens te verkrijgen. Stel de vragen in kleine groepjes. •
Hoeveel jongeren gaat elk groepje ondervragen?
•
Wanneer ga je dat doen? Noteer hier de dag, datum (en eventueel uur).
c Nadat je de enquêtes hebt afgenomen, verwerk je die in de klas. •
Noteer hier alvast wanneer je alle ingevulde enquêtes naar de klas meeneemt om ze te verwerken.
•
Noteer die datum ook in je agenda en zet misschien ook een herinnering in je gsm.
U OPDRACHT 4: Verwerf informatie 1
Bekijk eerst deze tips om een gesprek te voeren, voor je de enquête gaat afnemen. Vink aan welke tips juist zijn. Fase van het gesprek Inleiding
Tips ¨ Hallo, ik ben … en voor de school doe ik een onderzoek. Ik wil je een paar vragen stellen over de inkomsten van jongeren. Heb je even tijd? ¨ Hallo, mag ik je een aantal vragen voor de school stellen alsjeblieft? Het duurt maar 2 minuten. ¨ Hey, een vraagje, hoeveel zakgeld krijg jij elke week?
Naam van de ondervraagde
¨ Wat is jouw naam? Dan schrijf ik dat op mijn blad.
Vragen die je stelt
¨ Wanneer iemand op een vraag niet wil antwoorden, zeg je: ‘Dat begrijp ik. Dat is niet erg’.
¨ Deze enquête is anoniem. Je moet je naam niet zeggen.
¨ Wanneer iemand op een vraag niet wil antwoorden, zeg je: ‘Ik wil het toch weten, want ik moet mijn vragenlijst invullen’. Einde van het gesprek
¨ Oké, dat waren de vragen. Yow … ¨ Bedankt voor je medewerking.
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN? | 11
FikS_lwb.indb 11
1 6/03/19 09:57
2 Houd ook rekening met een aantal praktische tips. Vink aan of je … goed voorbereid bent en de vragen zelf enkele keren gelezen hebt; voldoende kopieën van de vragenlijst bij je hebt; meer dan één balpen bij je hebt; een klembord of een harde kaft hebt om makkelijk te kunnen noteren.
¨ ¨ ¨ ¨
3 Neem nu met je groepje de enquête af.
U OPDRACHT 5: Verwerk de resultaten van de enquête 1
Verwerk de resultaten van jouw enquête en trek daaruit (een) besluit(en). Sorteer eerst de enquêtes per leeftijd. a Verdeel de enquêtes over de groepjes. Een groep moet wel dezelfde leeftijdscategorie (12-13 jaar, 14-15 jaar) hebben. b Waarom moet dat?
2 Kijk nu hoe vaak elk antwoord op iedere vraag gegeven werd en verwerk die gegevens in een grafiek. Dat kan op drie manieren. Optie 1: Verwerk de enquêtes op papier. • Neem er een blanco enquête bij. • Tel bij de enquêtes het aantal keren dat een antwoord op een vraag gegeven is. Tip: trek een streepje per gegeven antwoord. • Noteer dat aantal achter het antwoord. Opgelet! Wanneer je een onderscheid maakt tussen verschillende leeftijden, moet je ook het aantal antwoorden gescheiden houden in een ander document. • Maak nu een kolomgrafiek van de resultaten per vraag op mm-papier. • Bekijk eerst de online instructiefiche om te zien hoe je een kolomgrafiek maakt. • Bewaar elke grafiek op een apart blad en nummer de grafieken.
Optie 2: Verwerk de enquêtes in een sjabloon van een rekenblad. • Open het rekenblad dat je bij het onlinelesmateriaal terugvindt. • Typ de vragen op de aangegeven plaats. • Typ de mogelijke antwoorden ook daar waar dat voorzien is. • Tel voor enquêtes het aantal keren dat een antwoord op een vraag gegeven is. • Noteer dat aantal achter het antwoord in het rekenblad. • Opgelet! Wanneer je een onderscheid maakt tussen verschillende leeftijden, moet je ook het aantal antwoorden gescheiden houden in een ander document. • Dat kan er zo uitzien: Vraagnummer
•
1 FikS_lwb.indb 12
12 |
Vraag
Antwoord
Aantal
2
Krijgen jullie wekelijks of maandelijks zakgeld?
Wekelijks Maandelijks
4 7
4
Krijgen jullie ook geld als jullie klusjes doen?
Ja Nee
5 9
De grafiek wordt automatisch gemaakt.
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
Optie 3: Verwerk de enquêtes in een leeg rekenblad. • Neem elke vraag en elk antwoord over in een rekenblad. • Tel bij de enquêtes het aantal keren dat een antwoord op een vraag gegeven is. • Noteer dat aantal achter het antwoord in het rekenblad. • Opgelet! Wanneer je een onderscheid maakt tussen verschillende leeftijden, moet je ook het aantal antwoorden gescheiden houden in een ander document. • Maak nu een kolomgrafiek van de resultaten per vraag. • Bekijk eerst de online instructiefiche om te zien hoe je een kolomgrafiek maakt. • Bewaar elke grafiek op een apart blad en nummer de grafieken.
U OPDRACHT 6: Trek besluiten Trek nu een besluit voor elke vraag op basis van de kolomgrafiek. a Noteer eerst alle vragen in de tabel. b Vul vervolgens aan met het besluit per vraag. Vraag
1
2
3
4
5
6
7
Besluit
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN? | 13
FikS_lwb.indb 13
1 6/03/19 09:57
c Controleer of je een antwoord hebt gekregen op je algemene onderzoeksvraag. Vul daarvoor eerst de tabel aan. Onderzoeksvraag
Antwoord
d Trek je besluit. Dat kan op twee manieren. Optie 1: tekst Schrijf je besluit uit in een tekst. Bewaar dat besluit in jouw portfolio.
Optie 2: schema of mindmap Geef je besluit weer in een schema of mindmap en bewaar het daarna in jouw portfolio. Hieronder zie je van beide een voorbeeld. De mindmap kun je ook met online tools maken.
Wanneer bezorgt de school leerlingen stress?
Voorbeeld 1
Tijdens toetsen en examens
81,4 %
Thuis
35,5 %
In de klas
30,7 %
Op weg van en naar school
18,4 %
Op een ander moment
11,7 %
Tijdens de vakantie
9,8 %
Tijdens de pauzes
8,8 %
Bron: www.scholierenkoepel.be
1 FikS_lwb.indb 14
14 |
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
Voorbeeld 2 voetbal mannen wielrennen
sporten dans vrouwen fitness Bron: vrij naar www.cbs.nl
U OPDRACHT 7: Stel het resultaat van je onderzoek voor 1
Meestal worden resultaten van een onderzoek gepubliceerd in kranten, tijdschriften, het nieuws, sociale media enzovoort. a
Bekijk hier een aantal manieren om onderzoeksresultaten voor te stellen. Optie 1: presentatie Kopieer je grafieken in een PowerPointpresentatie. In je presentatie vertel je vervolgens kort wat het besluit is van elke vraag.
Optie 2: verslag Kopieer je grafieken naar een tekstverwerker. Onder elke grafiek geef je uitleg over de resultaten die je op de grafiek kunt aflezen.
Optie 3: video Druk elke grafiek af op papier. Je maakt met een camera (van tablet, smartphone ‌) een journaal of een tv-uitzending. In die tv-uitzending toon je de grafiek en geef je als nieuwslezer kort informatie over de grafiek.
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
FikS_lwb.indb 15
| 15
1 6/03/19 09:57
b
Voor welke optie kies jij?
c
Waarom heb je voor die mogelijkheid gekozen? Kun je je talenten daarvoor inzetten of is het eerder een uitdaging?
2
Stel nu het resultaat van jouw groepje voor aan de rest van de klas en aan je leerkracht.
3
Je hebt grafieken gemaakt en ook een presentatie, een verslag of een video. Daar mag je zeker trots op zijn. Bewaar daarom die bestanden in je eigen portfolio.
R OPDRACHT 8: Vraag feedback aan je klasgenoten Vraag aan je klas wat ze van jouw onderzoek vinden. Duid dat aan op de volgende schaal.
Mijn klasgenoten vinden de resultaten van mijn onderzoek duidelijk. Mijn klasgenoten vinden de voorstelling van mijn resultaten duidelijk.
1 FikS_lwb.indb 16
16 |
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
R OPDRACHT 9: Evalueer jezelf 1
Duid aan of je de volgende vaardigheden goed beheerst of dat het nog beter kan. Checklist
Ja
Kan beter.
1 Financiële geletterdheid •
Ik kan mogelijke inkomstenbronnen voor een jongere opsommen.
¨
¨
•
Ik kan verwoorden dat bepaalde hobby's zorgen voor een gezonde levensstijl.
¨
¨
2 Onderzoeksvaardigheden •
Ik kan een onderzoeksvraag formuleren.
¨
¨
•
Ik kan informatie (teksten, tabellen, grafieken …) interpreteren.
¨
¨
•
Ik kan informatie verzamelen.
¨
¨
•
Ik kan informatie verwerken.
¨
¨
•
Ik kan reflecteren (zelfevaluatie, peerevaluatie …) over het verloop van het onderzoek.
¨
¨
3 ICT
2
•
Ik kan cijfers ingeven in een rekenblad.
¨
¨
•
Ik kan zelf een grafiek maken.
¨
¨
•
Ik kan de resultaten van een onderzoek presenteren.
¨
¨
•
Ik kan een enquête ontwerpen met een tekstverwerker.
¨
¨
Wat zou je anders doen wanneer je de volgende keer enquêtes afneemt?
HOOFDSTUK 1: WELKE INKOMSTEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
FikS_lwb.indb 17
| 17
1 6/03/19 09:57
2 HOOFDSTUK 2:
WELKE UITGAVEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN? O OPDRACHT 1: Ontdek wat mogelijke uitgavenposten van jongeren zijn 1
Bestudeer de cartoon. Welke boodschap wil de cartoonist meegeven, denk je?
2
Je hebt misschien een goed beeld van jouw uitgavenpatroon, maar je mag er nooit van uitgaan dat dat voor iedereen hetzelfde is. Daarom ga je dat nu bestuderen. De eerste stap is het opstellen van een onderzoeksvraag. a
Lees eerst nog even de onderstaande tips door. Tip 1 Hoe specifieker de onderzoeksvraag, hoe gerichter je onderzoek kunt doen. Je kunt dan concretere interviews voeren, duidelijkere vragenlijsten opstellen … WAARAAN BESTEDEN DE LEERLINGEN VAN MIJN KLAS HUN GELD? Tip 2 Een onderzoeksvraag is meestal (ondanks de afbakening) te groot om in één keer te beantwoorden. Door deelvragen te maken los je dat probleem op.
b
2 FikS_lwb.indb 18
18 |
Noteer hier een zo nauwkeurig mogelijke deelvraag.
HOOFDSTUK 2: WELKE UITGAVEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
V OPDRACHT 2: Ga na waar je informatie kunt vinden 1
Waar denk je dat de meeste jongeren tussen 12 en 15 jaar hun geld aan besteden? a
b
2
Maak met je klasgenoten opnieuw vijf groepjes. Elk groepje krijgt een spilfiguur toegewezen. Bekijk het filmpje van je spilfiguur. Beantwoord daarna de vragen. •
Wat is de naam van jouw spilfiguur?
•
Noteer hier de top drie van zaken waaraan jouw spilfiguur het meeste geld uitgeeft.
Bespreek de antwoorden met de klas. Vul de mindmap aan met de top drie van de andere spilfiguren.
Noteer hier de drie zaken waaraan jij het meeste geld uitgeeft.
HOOFDSTUK 2: WELKE UITGAVEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
FikS_lwb.indb 19
| 19
2 6/03/19 09:57
3 Bestudeer tabel 1 in verband met de uitgaven van jongeren. a Noteer hier de top drie van de uitgavenposten voor de drie leeftijdsgroepen. 13-14 jaar
15-16 jaar
17-18 jaar
Plaats 1
Plaats 2
Plaats 3
b Welke verschillen in uitgaven stel je vast naarmate jongeren ouder worden?
c Waarom geven jongeren in verhouding meer uit aan persoonlijke verzorging/make-up en sierraden/ accessoires naarmate ze ouder worden?
Tabel 1: Percentage jongeren dat zelf geld uitgeeft aan de uitgavenposten, naar leeftijd 12 jaar
13-14 jaar
15-16 jaar
17-18 jaar
Abonnement (bv. op tijdschrift)
11
12
14
19
Cadeaus
47
66
76
87
Dagje uit (bv. dierentuin)
26
39
61
78
Games
66
63
59
61
Kleding en schoenen
17
37
50
67
Mobiele telefoon
27
34
41
52
Persoonlijke verzorging/make-up
31
41
49
55
Schoolspullen
21
15
14
19
Sieraden en accessoires
38
49
57
64
Snoep en snacks
63
73
82
84
Sport/hobby
5
11
16
24
Uitgaan (bv. bioscoop, discotheek)
46
60
79
90
Bron: Scholierenonderzoek 2016
2 FikS_lwb.indb 20
20 |
HOOFDSTUK 2: Welke uitgaven kunnen jongeren hebben?
6/03/19 09:57
4 Bestudeer tabel 2 in verband met de uitgaven van Vlaamse scholieren. a Wat is de populairste uitgavenpost bij: •
jongens:
•
meisjes:
b Bij welke uitgavenposten merk je de grootste verschillen tussen jongens en meisjes? Kun je hier een mogelijke verklaring voor geven?
c Er zijn dus duidelijke verschillen tussen het uitgavenpatroon van jongens en meisjes. Welke andere factoren beïnvloeden volgens jou nog het uitgavenpatroon van jongens en meisjes?
Tabel 2: De meest voorkomende uitgavenposten, naar geslacht
Geeft hier zelf geld aan uit (in %).
Wordt per maand uitgegeven (in �).
Jongens
Meisjes
Jongens
Meisjes
Abonnement (bv. op tijdschrift)
14
12
8
8
Cadeaus
65
74
8
9
Dagje uit (bv. dierentuin)
45
54
11
11
Games
84
39
17
8
Kleding en schoenen
29
56
43
39
Mobiele telefoon
38
37
12
10
Persoonlijke verzorging/make-up
14
74
8
9
Schoolspullen
12
20
9
6
Sieraden en accessoires
30
74
12
6
Snoep en snacks
76
77
13
9
Sport/hobby
16
10
28
24
Uitgaan (bv. bioscoop, discotheek)
64
73
18
14
Bron: Scholierenonderzoek 2016
HOOFDSTUK 2: Welke uitgaven kunnen jongeren hebben? | 21
FikS_lwb.indb 21
2 6/03/19 09:57
5
In het onderstaande schema vind je een voorstelling van de inkomsten en uitgaven van Nederlandse scholieren. Beantwoord de vragen. a
Welke inkomstenbronnen hebben Nederlandse scholieren?
b
Welke uitgaven hebben Nederlandse scholieren?
c
Welke gelijkenissen stel je vast tussen de Vlaamse en de Nederlandse scholieren? Vergelijk tabel 2 op p. 21 met deze infographic.
INKOMSTEN EN UITGAVEN NEDERLANDSE SCHOLIEREN EEN SCHOLIER HEEFT GEMIDDELD € 112,00 PER MAAND TE BESTEDEN.
OMSLAGPUNT BIJ 15DE LEVENSJAAR
SCHOLIEREN HEBBEN VERSCHILLENDE INKOMSTENBRONNEN:
88 %
Zakgeld
Bijbaantje
Vakantiewerk
14-jarige scholieren hebben € 52,00 per maand te besteden.
16-jarige scholieren hebben € 145,00 per maand te besteden.
TOP VIJF GROOTSTE UITGAVEN PER MAAND VAN SCHOLIEREN: 1 Kleding en schoenen
€ 40,00
2 Vakantie
€ 37,00
3 Sport/hobby/muziekles
€ 27,00
4 Uitgaan, café, discotheek, bioscoop
€ 16,00
5 Spel(computer), games
€ 16,00
47 % PERCENTAGE OUDERS DAT ALLES BETAALT VOOR HUN KIND:
40 %
Schoolspullen en boeken
81 %
Sport/hobby/muziekles Kleedgeld
38 %
74 %
Smartphone (verbruikskosten)
61 %
Kleding en schoenen
56 %
Cadeaus 29 %
COMPUTERGAMES POPULAIR BIJ JONGENS : 84 % GEEFT DAAR GELD AAN UIT.
SNOEP EN SNACKS POPULAIR BIJ BEIDEN : 76 % GEEFT DAAR GELD AAN UIT.
SIERADEN EN PERSOONLIJKE VERZORGING POPULAIR BIJ MEISJES : 74 % GEEFT DAAR GELD AAN UIT. Bron: www.ing.nl
2 FikS_lwb.indb 22
22 |
HOOFDSTUK 2: WELKE UITGAVEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
6
84 % van de jongens geeft zijn zakgeld uit aan games. Gamen houdt risico’s in, maar gezond gamen kan ook. a
1
Lees eerst de onderstaande artikels.
Gameverslaving: ‘Tot 12 uur per dag was ik aan het gamen.’ Een onderzoek van de KU Leuven heeft uitgewezen dat drie procent van de 12- tot 17-jarigen een problematische gamer is. De 20-jarige student J. M. was iemand die tot twee jaar geleden zijn vrije tijd vulde met niets dan gamen.
2
In het weekend gamede ik dan 9 tot 12 uur per dag. De hele dag ongeveer, alles moest wijken.’
‘Ik kwam thuis van school en at toen soms al aan de computer’, getuigt hij bij VTM Nieuws. ‘Een zestal uur per dag was ik dan aan het gamen.
Jens zocht geen professionele hulp, maar wel nieuwe hobby’s. Zo wist hij zijn verslaving onder controle te krijgen. ‘Veel jongeren lijden eraan en beseffen niet dat het een ziekte is. Het kan voor velen een oplossing bieden.’ Soms geraken jongeren er niet uit en moeten ze professionele hulp inroepen.
Uit een leerlingenbevraging blijkt dat 90 % van de gamende jongeren (12-18 jaar) in Vlaanderen geen problemen ervaart met gamen. Ook wetenschappers zijn ervan overtuigd dat ‘gameverslaving’ vaak te snel in de mond wordt
genomen. De meeste gamers doen dus aan recreatief gamen, dat wil zeggen dat het blijft bij gamen als hobby of ontspanning. Voor een kleine groep kun je wel spreken van problematisch gamen.
Bron: www.gva.be
Bron: www.gezondheid.be
b
Bekijk vervolgens twee filmpjes in verband met gamen en de mogelijke risico's ervan.
c
Markeer nu de positieve kanten van gamen in het groen en de risico’s in het rood.
Je leert probleemoplossend denken.
Sommige games zijn goed voor je ruimtelijk inzicht en je reactiesnelheid.
Voor sommigen neemt gamen zoveel tijd in beslag, dat het ten koste van andere activiteiten gaat.
Door te gamen leer je je concentreren en doorzetten. Games verbeteren de oog-handcoördinatie door de combinatie van bewegen en kijken.
Sommige jongeren zonderen zich meer en meer af om te gamen en geraken geïsoleerd.
School, vrienden en/ of vroegere hobby’s kunnen onder druk komen te staan.
Veel zitten heeft gevolgen voor de gezondheid.
Als er dag en nacht gegamed wordt, kan het dag- en nachtritme vervagen en de gamer slaapt slecht of te weinig.
Je leert snel beslissingen te nemen en keuzes te maken. Te lang achter een beeldscherm zitten, is niet goed voor je gezondheid.
In games met meerdere spelers leer je samenwerken, afspraken maken en andere sociale relaties aangaan. Gamen stimuleert creativiteit.
HOOFDSTUK 2: WELKE UITGAVEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
FikS_lwb.indb 23
| 23
2 6/03/19 09:57
7 Maken jongeren afspraken met hun ouders in verband met hun uitgaven? a Bekijk opnieuw het filmpje van jouw spilfiguur. •
Welke afspraken heeft jouw spilfiguur gemaakt met zijn/haar ouders over de dingen waaraan zijn/haar zakgeld uitgegeven wordt?
•
Heb jij afspraken gemaakt met je ouders over de dingen waaraan jouw zakgeld uitgegeven wordt? Indien wel, noteer hier dan de afspraken. Indien niet, schrijf dan waarom je dat niet nodig vindt.
b Bestudeer tabel 3 en beantwoord de vragen. • • • •
Zoek de betekenis van de letter ‘n’.
Hoeveel jongeren hebben geen afspraken gemaakt met hun ouders?
Hoeveel jongeren mogen hun zakgeld niet volledig uitgeven?
Hoe komt het dat de som van de tweede kolom niet gelijk is aan 100 %?
Tabel 3: Afspraken met ouders gemaakt over de besteding van het zakgeld (meerdere antwoorden mogelijk) Afspraak
%
Neen, we hebben geen afspraken gemaakt.
33
Ja, we hebben afgesproken dat ik helemaal zelf mag beslissen waar ik het geld aan uitgeef.
32
Ja, we hebben afgesproken wat ik van het geld moet kopen.
21
Ja, we hebben afgesproken dat ik vertel waar ik het geld aan uitgeef.
16
Ja, ik moet een deel van het geld sparen.
11
Ja, we hebben afgesproken wat ik niet van het geld mag kopen.
7
Ja, namelijk …
3 Bron: Scholierenonderzoek 2016 (n = 2 858)
2 FikS_lwb.indb 24
24 |
HOOFDSTUK 2: Welke uitgaven kunnen jongeren hebben?
6/03/19 09:57
V OPDRACHT 3: Stel een plan van aanpak op 1 Hoe ga je de nodige informatie verzamelen om de deelvraag te kunnen beantwoorden? a Noteer de deelvraag even opnieuw. (Zie p. 18.)
b Denk vervolgens na of er nog andere uitgavenposten zijn die niet in de lijst van het scholierenonderzoek voorkomen. Vul de tabel eventueel verder aan. Abonnement (bv. op tijdschrift)
Schoolspullen
Cadeaus
Sieraden en accessoires
Dagje uit (bv. dierentuin)
Snoep, eten en drinken
Games
Sport/hobby
Kleding en schoenen
Uitgaan (bv. bioscoop, discotheek)
Mobiele telefoon
Persoonlijke verzorging/make-up
c Bedenk samen met je buur op welke manier je de top vijf van de uitgavenposten van de leerlingen van je klas kunt verzamelen.
d Wie gaat de top vijf ophalen bij de leerlingen?
e Wanneer ga je dat doen? Noteer de dag en het lesuur.
2 Bepaal hoe en wanneer je je resultaten gaat voorstellen. a Noteer hier welke voorstellingswijze je gekozen hebt. Je vindt de verschillende opties terug op p. 15.
b Wanneer moet je het resultaat aan je leerkracht bezorgen? Noteer hier de dag.
c Noteer die datum ook in je agenda en zet eventueel een herinnering in je gsm.
HOOFDSTUK 2: Welke uitgaven kunnen jongeren hebben? | 25
FikS_lwb.indb 25
2 6/03/19 09:57
U OPDRACHT 4: Verwerf informatie 1
Haal de top vijf van de uitgavenposten op. Maak daarbij een onderscheid tussen de antwoorden van jongens en die van meisjes.
2
Vul de onderstaande tabel in door alle cijfers verzameld bij opdracht 3 (zie top vijf van jouw klasgenoten) bij de uitgavenposten op te tellen. Jongens a
Abonnement (bv. op tijdschrift)
b
Cadeaus
c
Dagje uit (bv. dierentuin)
d
Games
e
Kleding en schoenen
f
Mobiele telefoon
g
Persoonlijke verzorging/make-up
h
Schoolspullen
i
Sieraden en accessoires
j
Snoep, eten en drinken
k
Sport/hobby
l
Uitgaan (bv. bioscoop, discotheek)
Meisjes
m n o p
U OPDRACHT 5: Verwerk de resultaten
2 FikS_lwb.indb 26
1
Je hebt de informatie in verband met het uitgavenpatroon van je klasgenoten verzameld. Jouw onderzoek moet nu een antwoord bieden op de (deel)onderzoeksvragen. Bekijk bij het onlinelesmateriaal de verschillende tips en stappenplannen om jouw resultaten voor te stellen in een infographic.
2
Bewaar het resultaat in je portfolio.
26 |
HOOFDSTUK 2: WELKE UITGAVEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
U OPDRACHT 6: Trek besluiten 1
Welke uitgaven staan, volgens het klasonderzoek, op de eerste vijf plaatsen voor de jongens? En welke voor de meisjes? Jouw onderzoek Jongens
Meisjes
1
2
3
4
5
2 Met de resultaten van je onderzoek heb je een antwoord geformuleerd op de onderzoeksvraag op p. 18. Noteer dat antwoord hier:
3 Komen de resultaten van het klasonderzoek overeen met de bevindingen van het scholierenonderzoek? Vul de onderstaande tabel verder aan. Scholierenonderzoek Jongens
Jouw onderzoek
Meisjes
Jongens
Meisjes
1
Games
Snoep, eten, drinken
2
Snoep, eten, drinken
Persoonlijke verzorging/make-up
3
Cadeaus
Sieraden en accessoires
4
Uitgaan (bv. bioscoop, discotheek)
Cadeaus
5
Daguitstap (bv. dierentuin)
Uitgaan (bv. bioscoop, discotheek)
HOOFDSTUK 2: Welke uitgaven kunnen jongeren hebben? | 27
FikS_lwb.indb 27
2 6/03/19 09:57
a
Welke gelijkenissen stel je vast?
b
Welke verschillen stel je vast? Noteer bij elk verschil een mogelijke verklaring.
R OPDRACHT 7: Evalueer jezelf 1
Duid aan of je de volgende vaardigheden goed beheerst of dat het nog beter kan. Checklist
Ja
Kan beter.
1 Financiële geletterdheid •
Ik kan het uitgavenpatroon van jongeren toelichten.
¨
¨
•
Ik kan verschillen tussen het uitgavenpatroon van jongeren toelichten.
¨
¨
2 Onderzoeksvaardigheden •
Ik kan (deel)vragen formuleren voor een onderzoek.
¨
¨
•
Ik kan een tabel/infographic begrijpen.
¨
¨
•
Ik kan procenten berekenen.
¨
¨
3 Mediagebruik •
Ik kan de mogelijkheden van mediagebruik kritisch toelichten.
¨
¨
•
Ik kan de risico’s van mediagebruik toelichten.
¨
¨
4 ICT
2
2 FikS_lwb.indb 28
•
Ik kan informatie opzoeken op het internet.
¨
¨
•
Ik kan cijfers ingeven in een rekenblad.
¨
¨
•
Ik kan een infographic maken.
¨
¨
Wat zou je anders doen, wanneer je de volgende keer een onderzoek moet uitvoeren?
28 |
HOOFDSTUK 2: WELKE UITGAVEN KUNNEN JONGEREN HEBBEN?
6/03/19 09:57
WOORDENLIJST
Hoofdstuk
Woord
Verklaring
1
budget
De hoeveelheid geld waarover je beschikt.
1
enquête
Een vragenlijst waarmee je iets te weten wilt komen en die je bij meerdere personen afneemt.
1
gemiddelde
Het rekenkundige gemiddelde van een reeks getallen wordt berekend door de getallen bij elkaar op te tellen en vervolgens te delen door het aantal getallen in de reeks.
1
inkomsten
(of inkomen) Het geld dat je krijgt. Jongeren hebben vaak inkomsten dankzij zakgeld, verjaardagen enzovoort.
2
kleedgeld
Met kleedgeld bepaal je zelf welke kleding je koopt en wanneer je dat doet. Kleedgeld is dus een vorm van zakgeld.
1
meerkeuzevraag
Een vraag waarbij de kandidaat het goede antwoord moet kiezen uit verschillende opties.
2
uitgavenpatroon
De manier waarop iemand zijn geld besteedt aan verschillende uitgaven(posten).
Hoofdstuk
Woord
Verklaring
In je eigen woorden
In je eigen woorden
Woordenlijst | 29
FikS_lwb.indb 29
FikS 6/03/19 09:57
FikS FikS_lwb.indb 30
30 | Woordenlijst
6/03/19 09:57