Het zachtste geluid dat we kunnen waarnemen, noemen we de gehoordrempel.
pijngrens
Wat je kunt horen, is afhankelijk van een combinatie van toonhoogte en
geluidssterkte. Een geluid met een lage toon zal een grotere geluidssterkte
)
extreem luid
moeten hebben om het te kunnen horen. De sterkte van het waargenomen
geluid komt niet overeen met de werkelijke geluidssterkte. Als vuistregel kun je stellen dat per stijging van 10 dB, een geluid twee keer zo luid klinkt. Een geluid van 50 dB klinkt twee keer zo luid als een geluid van 40 dB.
heel luid
gematigd tot stil
geluidsbron worden opgewekt in een middenstof. De middenstof is het medium dat de trillingen tot het oor brengt. De toonhoogte of frequentie (uitgedrukt in Hz) hangt af van het aantal trillingen per
seconde. De geluidssterkte hangt af van de uitwijking van de trillingen
stil
en wordt uitgedrukt in decibel (dB).
N
Afb. 76 Decibelschaal
Geluidsgolven zijn trillingen of drukveranderingen die door een
IN
luid
VA
2.2 Hoe is het oor opgebouwd?
Onze oren vangen de trillingen op. Om te begrijpen hoe geluidsprikkels door zoogdieren worden opgevangen en verwerkt, bespreken we eerst de bouw van het oor.
Uitwendig zie je enkel de oorschelp. Het eigenlijke gehoororgaan met
geluidsreceptoren ligt beschermd in het rotsbeen. Het kleine gaatje in het
©
rotsbeen is de opening van de gehoorgang.
A
B
gehoorgang rotsbeen
Afb. 77 Situering van het gehoorzintuig A Oorschelp B Het rotsbeen bevat de inwendig gelegen delen van ons gehoorzintuig.
116
THEMA 02
hoofdstuk 2