Lift 4 D KathOndVla - Leerwerkboek

Page 1

4

Factuur

BALANS

€ =

T

F

N

AANBOD

@

VA

BUY IT NOW

IN

VRAAG

L

I

Economische wetenschappen Bedrijfswetenschappen Doorstroomfinaliteit Katholiek Onderwijs Vlaanderen


VA

@ IN

N


4

T

Factu

IN

ur

@

VA

N

F

L

I

Thema 1: Boekhouden


Starten met Lift Welkom bij Lift. We leggen graag even uit hoe je met dit leerpakket aan de slag gaat.

1 OP WEG MET LIFT Het leerwerkboek bestaat uit vijf thema’s en online ICT-fiches. Elk thema is op dezelfde manier opgebouwd.

4

F

Werk in groepjes. Je hebt vorig jaar 5 000,00 euro geërfd van een rijke tante uit Amerika. Dat bedrag staat op je zichtrekening bij de bank. Je wilt het sparen en dus niet uitgeven. Wat zijn je mogelijkheden? Bespreek en vul de onderstaande mindmap aan.

5 000,00 euro sparen

2

Welk spaarmiddel brengt volgens jou het meeste geld op in tien jaar? Maak ook een schatting hoeveel.

Elk thema begint met een Step-in. Daar maak je kennis met de rode draad doorheen het thema.

I L

1

Wie moet je contacteren als je wilt sparen?

4

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje.

5

6

THEMA 4

STEP-IN

Thema 3: De productmarkt

3

N

AANBOD

STEP-IN

IN

T

VRAAG

BUY IT NOW

In totaal zul je vijf thema’s doorlopen: boekhouden, internationale handel, de productmarkt, de economische kringloop en de bedrijven. Elk thema start met een Themapagina.

a

Blijf je bij je mening of denk je dat je je 5 000,00 euro op een andere manier zult sparen?

b

Als je van mening bent veranderd, waarom?

In dit thema doorloop je twee levels waarin je leert … 1

hoe de totale productie van goederen en diensten in een land wordt bepaald;

2

hoe ondernemingen hun activiteiten kunnen financieren via aandelen en obligaties.

Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin bestudeer en bereken je een economische kringloop.

4

VA

Je doorloopt per thema verschillende Levels, waarbij je telkens een centrale onderzoeksvraag beantwoordt. Je verkent de onderzoeksvraag aan de hand van verschillende opdrachten, onder de noemer Explore.

Explore 2— Wat is het gevolg van een vraagschok op het marktevenwicht?

Good to know In dit level behandel je vraag- en aanbodschokken op een markt met volkomen concurrentie. Dat betekent dat de goederen homogeen zijn, er veel aanbieders zijn, er vrije toetreding tot de markt is en dat het een transparante of open markt is. In

Bij verschillende opdrachten kun je kiezen uit twee of meerdere Opties. De opties geven je de keuze of je graag een uitdaging wilt aangaan of liever meer ondersteuning wenst. Het kan ook zijn dat je kunt kiezen volgens je interesse.

aardappelboer

@

aardappelverwerkingsbedrijf frituur

Alle ondernemingen voegen waarde toe aan een product of dienst. Wanneer een grondstof een hele bedrijfskolom doorloopt tot het een afgewerkt product vormt, zullen alle bedrijven die tot die bedrijfskolom behoren waarde toevoegen aan het product.

je het effect na van schokken: plotse veranderingen in de vraag of het aanbod als gevolg van een verandering van het inkomen, prijswijzigingen van grondstoffen enz.

1

Voor de volgende opdracht heb je de keuze. Kies, afhankelijk van je interesse, of je onderzoekt welke gevolgen een inkomenswijziging (optie 1) of een voorkeurswijziging (optie 2) op het marktevenwicht heeft. Vink de gekozen optie aan.

2

Je vertrekt van de markt zoals ze in Explore 1 is weergeven, met dezelfde vraag- en aanbodvergelijking en de overeenkomstige grafiek. Vraagvergelijking: Aanbodvergelijking:

Optie 1 a

p = -0,05 * qv + 1,80

p = 0,05 * qa + 0,20

Inkomenswijzing

Door een aanpassing van de lonen neemt het

Optie 2 a

Voorkeurswijziging

Door reclamecampagnes verkiest de jongere

inkomen met 4 % toe. Heeft dat een gevolg op

bevolking theewater boven water. Heeft dat

de vraag- of aanbodcurve? Waarom?

een gevolg op de vraag- of aanbodcurve van water? Waarom?

b

Markeer het juiste antwoord. b

Markeer het juiste antwoord.

Door een stijging van het inkomen stijgt de vraag naar / het aanbod van water. Daardoor

Door een afname van de voorkeur daalt de

verschuift de vraagcurve / aanbodcurve naar

vraag naar / het aanbod van water. Daardoor

links / rechts.

verschuift de vraagcurve / aanbodcurve naar links / rechts.

LEVEL 4

Bedrijfskolom

die die volkomen concurrentie benadert, nl. de markt van flesjes water. Op die markt ga

THEMA 3

De verworven leerstof is gebundeld in To the point. Daarin staat wat je moet onthouden uit het level. Bij het onlinelesmateriaal vind je de verworven leerstof in een overzichtelijke mindmap.

TO THE POINT

werkelijkheid zijn er niet veel producten die daaraan voldoen. Daarom neem je een markt

68

Toegevoegde waarde

Voor het toevoegen van die waarde aan een grondstof of product, vragen de bedrijven een

Lift4D KOV_T3_L4.indd 68

16/05/2022 14:32

vergoeding. Dat heet de toegevoegde waarde.

Het eindproduct van de bedrijfskolom wordt ook het finaal goed of de output genoemd. Goederen en diensten die nodig zijn om de producten te produceren, zijn intermediaire goederen of inputs. De totale waarde van de verkopen van een onderneming is de omzet. Die wordt berekend door de prijs te vermenigvuldigen met de hoeveelheid die verkocht wordt. Om de toegevoegde waarde te berekenen, worden van die omzet de kosten van de intermediaire goederen afgetrokken. y t = ∑pit qit

Action 3— Waarom worden goederen in het buitenland

i

gekocht?

waarbij —

yt = bbp in jaar t

pit = de prijs van het product i in jaar t

qit = de verkochte hoeveelheid van het product i in jaar t

1

Wat is het voornaamste ingrediënt voor de productie van chocolade?

Bruto binnenlands product

Wanneer je alle toegevoegde waarden van alle bedrijven in een land in een jaar optelt, krijg je het bbp of bruto

2

binnenlands product. Daarbij gaat het om de productie van

Waar haalt Chocolade Jacques die grondstoffen vandaan? Neem een kijkje op de website van het bedrijf.

consumptiegoederen en van investeringsgoederen.

Bij investeringsgoederen heb je enerzijds vervangingsinvesteringen: oude machines worden vervangen door nieuwe. Dat zorgt meestal niet voor een toename van de productie. Anderzijds heb je

3

halen?

en de toename of afname van de voorraad. Aan de andere kant heb je de bruto-investeringen, die bestaan uit de netto-investeringen en de vervangingsinvesteringen. 4

16/05/2022 14:34

5

Noem vijf buitenlandse afgewerkte producten op die je in een supermarkt of kleinhandelszaak in België kunt kopen.

Action 4— Waarom exporteren ondernemingen? Het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT - Flanders Investment and Trade) organiseert elk jaar de wedstrijd de ‘Leeuw van de Export’, waarmee het de exportsuccessen van Vlaamse ondernemingen bekroont. Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van de wedstrijd. a

Werk in twee groepen. Groep 1 zoekt de recentste winnaar in de categorie van bedrijven met maximaal 49 werknemers. Groep 2 zoekt de recentste winnaar in de categorie van bedrijven met 50 of meer werknemers.

THEMA 2

2

Ga naar de website van het Agentschap voor Buitenlandse Handel. Welke grondstoffen voert België in omdat het ze niet zelf ontgint of produceert? Geef een voorbeeld en leg uit waarom België moet invoeren.

30

Lift4D KOV_T4_L1.indd 30

Waarom zou Chocolade Jacques zijn grondstoffen daar

Zo zijn er aan de ene kant de netto-investeringen, die verwijzen naar de uitbreidingsinvesteringen

b

Zoek de redenen die de winnaar aanhaalt om te exporteren.

c

Kies een van de drie opties om de antwoorden te verwerken.

d

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

LEVEL 1

STARTEN MET LIFT

THEMA 4

LEVEL 1

uitbreidingsinvesteringen en een toename van de voorraad van artikelen. Die zorgen wel voor een toename van de productie en dus van het bbp.

14

een tekstverwerker

een presentatie

een filmpje

Nu is het tijd om je opgedane kennis in te oefenen aan de hand van verschillende Actions.


Action 6— Is het bbp een goede welvaartsindicator?

Een Action More bevat een verbreding van het leerplandoel. Het is niet verplicht die Action te maken om het leerplandoel te behalen. De Action More biedt je de mogelijkheid om (als je voor de anderen klaar bent of als je Bedrijfswetenschappen volgt) je kennis van het leerplandoel te verruimen en dat doel in een breder kader te situeren. De Action More maakt ook differentiatie in interesse mogelijk.

Action 7— Welke alternatieve instrumenten zijn er om

MORE

welvaart te meten?

MORE

Good to know

Werk in vier groepen. Elke groep gaat met een ander alternatief voor het bbp als welvaartsindicator aan de slag. a

Door de jaren heen is er heel wat kritiek gekomen op het bbp als welvaartsindicator.

Onderzoek volgens de OVUR-methode wat het verschil is tussen het bbp als welvaartsindicator en de welvaartsindicator van jouw groep. Gebruik het internet.

Kuznets, de bedenker van het bbp, waarschuwde er zelf voor dat je bbp niet mag verwarren met welvaart. Het bbp is een maatstaf voor economische activiteit, niet voor economisch of sociaal welzijn. Toch zijn veel mensen het bbp als een indicator voor

WELVAARTSINDICATOR

(economische) vooruitgang gaan zien. Onder hen veel economen, politici en media. Het concept van het bbp werd en wordt vaak gebruikt om de levenskwaliteit in verschillende landen te gaan vergelijken, hoewel het daar eigenlijk weinig over zegt. In feite komt het erop neer dat het bbp niet alles meet, wat het bbp wel meet, meet het bbp verkeerd en het is bovendien geen goede welvaartsindicator.

Werk in drie groepen. Elke groep gaat met een andere bron aan de slag. a

Ga naar het onlinelesmateriaal en raadpleeg de bron die je groepje toegewezen kreeg.

b

Beantwoord de volgende vraag uitvoerig: Is het bbp een goede welvaartsindicator? Waarom (niet)?

c

Bespreek de antwoorden klassikaal. Noteer ze hier.

Groep 1

ISEW: Index of Sustainable Economic Welfare

Groep 2

Green GDP

Groep 3

Human Development Index (HDI)

Groep 4

Bruto Nationaal geluk

b

Presenteer je bevindingen voor de klas.

c

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een beoordelingsfiche voor jezelf en je groepsgenoten. STAP

O V U R

O Oriërenten

AANDACHTSPUNTEN BIJ DE ONDERZOEKSVRAAG De onderzoeksvraag luidt: ‘Op welke manier verschilt mijn toegewezen welvaartsindicator met name ... met het gebruik van het bbp?’

V Voorbereiden

Doe aan deskresearch: je gaat op zoek naar bestaande bronnen en onderzoeken.

Welke bronnen heb je nodig?

Welke zoektermen kun je gebruiken?

Aan het einde van elk level sta je stil bij de actualiteit omtrent de inhoud van dat level in de rubriek Breaking news. Bij het onlinelesmateriaal vind je de bijbehorende artikels of filmpjes en de verwante vragen.

BREAKING NEWS

Maak een taakverdeling onder de groepsleden. Wie doet wat wanneer? Noteer dat in een tabel.

Uitvoeren

Lees je bronnen.

Markeer of noteer wat je wilt gebruiken in je antwoord voor dit werk.

Begrijp je alles wat je gelezen en genoteerd hebt?

Heb je een volledig antwoord gevonden?

Presenteer je bevindingen. Dat kan met een presentatieprogramma, in een tekst, aan de hand van een journaal, een interview …

LEVEL 1

R

THEMA 4

Reflecteren

36

Lift4D KOV_T4_L1.indd 36

16/05/2022 14:35

1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

IN

U

Is de onderzoeksvraag beantwoord?

Was het antwoord duidelijk voor de rest van de klas?

Heeft iedereen zijn tijd nuttig besteed?

Wat kun je de volgende keer beter doen?

Heb je je steentje bijgedragen?

Hadden jouw groepsgenoten voldoende inbreng en inzet?

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

1

KAN

EXTRA OEFENMATERIAAL

BETER

Ik kan de prijselasticiteit van de vraag en het aanbod berekenen en interpreteren.

2

Ik kan de verschillende types van prijselasticiteit

3

Ik kan de inkomenselasticiteit bepalen en

4

Ik kan de prijs- en inkomenselasticiteit in

5

Ik kan het nut van de prijs- en

6

Ik kan factoren die vraag- en aanbodschokken

7

Ik kan het effect van vraag- en aanbodschokken

8

Ik kan de invloed van vraag- en aanbodschokken

herkennen en hun gevolgen verduidelijken.

interpreteren.

Elk level eindigt met een Checklist. Het is een hulpmiddel om te beoordelen of je de doelen van dat level onder de knie hebt.

STEP-UP

verband brengen met de verschillende soorten goederen.

inkomenselasticiteit verklaren.

veroorzaken herkennen.

analyseren in relatie tot de prijselasticiteit van vraag en aanbod.

b

Maak een mindmap van de kennis, de vaardigheden en attitudes die een boekhouder moet hebben.

c

Verwerk de gegevens van de mindmap in een vacature. Laat je daarvoor inspireren door de job-

d

Ga naar het onlinelesmateriaal. Download er het logo en raadpleeg het huisstijlboek van A.S.Adventure.edu.

e

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

advertenties die je voor de Step-in verzameld hebt.

115

Lift4D KOV_T3_L5.indd 115

06/05/2022 09:19

THEMA 1

STEP-UP

VA

Elk thema sluit af met een Step-up die je uitdaagt om je kennis toe te passen in een grotere opdracht.

prijselasticiteit van vraag en aanbod.

LEVEL 5

Neem de advertenties van de Step-in erbij.

THEMA 3

a

N

op de omzet bepalen in relatie tot de

Stel een jobadvertentie op voor een boekhouder die Anissa Zadora tijdens haar zwangerschapsverlof zal vervangen.

145

Lift4D KOV_T1_L3.indd 145

Een Action Next Level is moeilijker en geeft je een idee van wat er in de volgende jaren op je afkomt. De Action Next Level zorgt dus ook voor een differentiatie in moeilijkheidsgraad en is sowieso een uitdaging. Je vindt de Action Next Level bij het onlinelesmateriaal.

LEVEL 4

@

NEXT

06/05/2022 09:20

Action 1— Hoe stel je de aanbod- en vraagvergelijking op? Good to know

Het functievoorschrift van een lineaire lijn, m.a.w. een rechte lijn, zal altijd y = ax + b zijn. Je moet zoeken welke a en welke b bij die lijn horen.

Om de vergelijking op te stellen als je twee punten (x1, y1) en (x2, y2) hebt, gebruik je de formule: y2 – y1 * y – y1 = ______ x – x (x – 1) 2

1

y2 – y1 met ______ x – x de rico of richtingscoëfficiënt 2

1

Om de vraag- aanbodvergelijking af te leiden, vervang je in die formule y door p en x door q (qa of qv). p2 – p1 * p – p1 = _______ q – q (q – q1) 2

1

p2 – p1 met _______ q – q de rico of richtingscoëfficiënt 2

1

Good to know

In Action 1 van Level 4 heb je de vraag en het aanbod grafisch voorgesteld aan de hand van de coördinaten. Stel nu de lineaire vraag- een aanbodvergelijking op van die vraagen aanbodcurve aan de hand van de punten uit de tabel.

1

4

T F I L

ICT-fiches

In de tabel vind je hoeveel spelconsoles Sony voor de lockdown aanbiedt (qa) tegen verschillende prijzen

en hoeveel de gamer wil kopen (qv).

Tabel 1

4,50

5,50

AANGEBODEN HOEVEELHEID NA INVESTERING (qa2 IN MILJOENEN) 4,50

450,00

4,50

5,00

4,60

500,00

4,50

4,50

4,70

550,00

Lift4D KOV_T3_next.indd 123

GEVRAAGDE HOEVEELHEID (qv IN MILJOENEN)

4,50

4,00

4,80

600,00

4,50

3,50

4,90

650,00

4,50

3,00

5,00

06/05/2022 09:23

De ICT-fiches vind je bij het onlinelesmateriaal. Ze helpen je om zelfstandig met een tekstverwerker, een rekenblad of een presentatiepakket aan de slag te gaan; infographics te creëren, foto’s en video’s te monteren en online samen te werken.

STARTEN MET LIFT

400,00

AANGEBODEN HOEVEELHEID (qa IN MILJOENEN)

NEXT LEVEL 4

IN EURO

THEMA 3

PRIJS PER CONSOLE

3


b

Voeg de ondernemingen toe aan het onderstaande schema.

Explore 7— Wat is een inkomende creditnota?

2 HANDIG VOOR ONDERWEG In elk thema vind BEDRIJFSKOLOM je dezelfde hulpmiddelen.

1

Wat kan er allemaal fout lopen bij een levering?

2

Wat kan er allemaal fout lopen bij de facturatie?

Een bedrijfskolom is een overzicht van alle ondernemingen die aan de vervaardiging van een product meewerken. Ze begint met de producent (ontginner, teler of kweker) van de grondstoffen en eindigt met de kleinhandel of detailhandel die het product aan de consument

Creditnota

verkoopt. De consument maakt geen deel uit van de je bedrijfskolom. Doorheen het thema vind de belangrijkste

Een inkomende creditnota dient om een factuur aan te passen. Het bedrag van de creditnota

zaken op een rijtje in de rode kenniskaders.

vermindert de factuur. De berekening is identiek aan die van de factuur.

Explore 3— Wat is toegevoegde waarde? Explore 8— Hoe registreer je een inkomende creditnota?

TOEGEVOEGDE WAARDE

Moeilijke woorden worden uitgelegd 1 Op 10 maart ontvangt Lies Meeus het document op bladzijde XX via mail. Bestudeer het document van en beantwoord de vragen.Die woorden in een Vaude begrippenkader. vallen aextra op door de stippellijn. Welk document is dit?

IN

Elke onderneming van de bedrijfskolom voegt waarde aan het product toe. Voor de toevoeging van die waarde vraagt elke onderneming een bepaalde vergoeding, de toegevoegde waarde.

b

c Waarom heeft Vaude dat document opgesteld? Je vindt die woorden ook achteraan in de Begrippenlijst.

BEGRIP aankoopkosten

VERKLARING

IN JE EIGEN WOORDEN

Dat zijn kosten die de leverancier doorrekent op de aankoopfactuur. bv. transportkosten, extra verpakking

1

brutobedrag

Het bedrag zonder aftrek van kortingen.

1

btw

Dat is de belasting over de toegevoegde

Goodto toknow know Good

waarde. Het is een belasting die de overheid heft bij elke levering van een product of

Als een creditnota opstelt, je verplicht naar demaar oorspronkelijke en de van Opjede wereldmarkt zijn nietben enkel ondernemingen ook landen factuur concurrenten oorspronkelijke factuurdatum te verwijzen. Omdataan eentecreditnota gevolgen voortede elkaar. Als regeringen proberen ondernemingen trekken door steedsheeft sterker zijn

1

diensten

Dat zijn de goederen en diensten die een

en diverse

onderneming regelmatig aankoopt opdat de

goederen

onderneming kan functioneren. bv. elektriciteit, kantoorbenodigheden

1

Lift4D KOV_T4_L1.indd 8

N

dienst.

8

extra of

Dat is een verpakking zoals een kist,

verloren

petflessen of een kartonnen doos, die een

verpakking

onderneming aan de klant doorrekent. De

btw, je verplicht de vermelding terug te storten aan in de matelanden waariner danben de concurrerende landen, dan‘Btw spreek je van een race to de theStaat top. Zo hebben zebelang oorspronkelijk in onderwijssysteem mindering werd gebracht 4, art. te vermelden op factuur. bij om hun beter te(KB maken om4)’ ondernemingen te de lokken. Maar Als diehet mededeling ontbreekt, kan to men een belastingcontrole de terugvordering ook omgekeerde bestaat:dan de race thebij bottom. Zo zullen regeringen in hun hoop van de btw weigeren: jeaan krijgt btw-bedrag op devoor creditnota niet terug. alsmaar lager grote ondernemingen te het trekken de belasting de ondernemingen

06/05/2022 09:25

klant kan die verpakking niet terugsturen.

Op die verpakking wordt btw berekend aan

het laagste btw-tarief dat van toepassing is op de factuur. 1

1

1

financiële

Die korting is bedoeld om een snelle

korting

betaling aan te moedigen.

handels-

Dat zijn alle goederen die de ondernemer

goederen

aankoopt om te verkopen.

handelskorting

Die korting heeft tot doel meer te verkopen.

2

Als je eenGevolg creditnota ontvangt, moet je controleren of de mededeling verband met de maken. is dat ondernemingen vaak veel minder belastingen in moeten betalen dan teruggave van de btw erop staat. Als dat niet het geval is, vraag dan aan de leverancier de werknemers. Ga op naar de veranderingspercentages het bbp in in de onderstaande kwartalen. om de zoek creditnota aan te passen om eventuelevan problemen tevolume vermijden. Dat kun je zoeken via de statistieken van de NBB.

LEVEL 1

THEMA 4

1

THEMA 1

LEVEL 1

Begrippenlijst Thema 1 LEVEL

Op welke factuur heeft dat document betrekking?

Een onderneming staat die bijvoorbeeld toe aan trouwe klanten of bij aankoop in grote hoeveelheden. 1

immateriële

Immateriële vaste activa zijn niet tastbaar.

vaste activa

bv. licenties, merken, knowhow, het recht

2

2008 2009 Over welk merk gaat het in het filmpje?

a

inkomende

De inkomende creditnota wordt opgesteld

creditnota

door de leverancier. Het is een verbetering

2009

2009

Lift4D KOV_T1_L1b.indd 21

van de factuur. Het vermindert het

06/05/2022 09:24

factuurbedrag en wordt opgesteld als er een fout in de factuur of de levering is.

b

THEMA 1

BEGRIPPENLIJST

merknaam te gebruiken

1

21

GaKWARTAAL naar het onlinelesmateriaal. Bekijk Beantwoord de KWARTAAL vragen. 4 KWARTAAL 1 het filmpje. KWARTAAL 2 3

VA

om een bepaald product te verkopen of een

Wat wordt er aangeklaagd in het filmpje? KWARTAAL 1 KWARTAAL 2 KWARTAAL 3 2020

146

Lift4D KOV_T1_Lijst.indd 146

2020

2020

KWARTAAL 4

KWARTAAL 1

2020

2021

06/05/2022 09:27

c

Wie klaagt de situatie aan?

Good to know

In de Good to know-kaders staan handige tips of weetjes bij de uitvoering van de opdrachten.

Een groeipercentage van 1 % betekent dat er om de 70 jaar een welvaartsverdubbeling d Sommigen vrezen dat internationale handel landen aanzet tot een race to the bottom op het gebied is. Een groeipercentage van 3,50 % betekent dat er om de 20 jaar een welvaartsvan arbeidsomstandigheden en milieuwetgeving. Wat zou dat betekenen? verdubbeling is.

@

Bbp per inwoner Je kunt het bbp niet gebruiken om de welvaart te vergelijken. Het bbp van Duitsland is bijna Forum tien keer zo groot als dat van België. Daarom gebruik je om welvaart te vergelijken, het bbp Ben jij bereid meer betalen voor kleding van een onderneming die respect heeft voor per capita of het bbpte per inwoner.

In een Forum voer je in groepjes of met de hele klas een gesprek over een bepaalde stelling. Het is de bedoeling dat je luistert naar elkaars mening en leert hoe anderen denken, maar ook dat je je eigen mening leert onderbouwen met argumenten.

het milieu en die goede werkomstandigheden van de arbeiders garandeert?

3

Bestudeer de tabel met het bbp per inwoner (in euro) van enkele landen. Wat stel je vast als je het bbp van

THEMA 2

LEVEL 4

de verschillende landen vergelijkt met het bbp per capita?

De volgende iconen helpen je ook nog een eind op weg: Je vindt online extra (ondersteunend) materiaal. Lift4D KOV_T2_L4.indd 71

LEVEL 1

16/05/2022 14:38

Het luisterfragment dat hierbij hoort, vind je online. THEMA 4

STARTEN MET LIFT

Het beeldfragment dat hierbij hoort, vind je online.

4

71

Je vindt online een ontdekplaat. 26 Je moet iets bewaren in je portfolio.

Je oefent je ICT-vaardigheden. Lift4D KOV_T4_L1.indd 26

06/05/2022 09:28


LIFT EN DIDDIT

IN

Het onlineleerplatform bij Lift

Materiaal Hier vind je het lesmateriaal en de online-oefeningen. Gebruik de filters bovenaan, de indeling aan de linkerkant of de zoekfunctie om snel je materiaal te vinden.

N

Lesmateriaal Hier vind je het extra lesmateriaal bij Lift, zoals video’s, audio’s, pdf's, ontdekplaten …

VA

Oefeningen • De leerstof kun je inoefenen op jouw niveau. • Je kunt hier vrij oefenen.

Opdrachten Hier vind je de opdrachten terug die de leerkracht voor jou heeft klaargezet.

Evalueren Hier kan de leerkracht toetsen voor jou klaarzetten.

Meer info over diddit vind je op www.vanin.diddit.be/nl/leerling.

@

Resultaten Wil je weten hoever je al staat met oefenen, opdrachten en evaluaties? Hier vind je een helder overzicht van je resultaten.

STARTEN MET LIFT

E-book Het e-book is de digitale versie van het leerwerkboek. Je kunt erin noteren, aantekeningen maken, zelf materiaal toevoegen ...

5


N

THEMA

IN

1

@

VA

Boekhouden


STEP-UP

LEVEL

Hoe registreer je financiële verrichtingen in de boekhouding?

p. 92

Hoe registreer je verkoopverrichtingen in de boekhouding?

p. 52

Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding?

p. 9

STEP-IN

p. 8

@

VA

N

3

IN

Een jobadvertentie opstellen

LEVEL

2

LEVEL

1

p. 145


STEP-IN 1

Zoek op het internet vier jobadvertenties voor een boekhouder. a

Download de advertenties.

b

Markeer de kennis die de werkgever van de kandidaat verwacht, in het groen.

c

Markeer de vaardigheden en attitudes in het geel.

d

Bewaar het resultaat in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level.

IN

Geef die submap de naam ‘Thema_1_Step-in’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals

VA

N

‘Step-in_advertenties’.

Wij

@

zoeken

THEMA 1

STEP-IN

2

8

3

jou!

In dit thema doorloop je drie levels waarin je leert … 1

hoe je aankoopverrichtingen in de boekhouding registreert;

2

hoe je verkoopverrichtingen in de boekhouding registreert;

3

hoe je financiële verrichtingen in de boekhouding registreert.

Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin stel je een jobadvertentie op voor een boekhouder die Anissa Zadora tijdens haar zwangerschapsverlof zal vervangen.


LEVEL 1 Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding?

Bekijk de afbeeldingen. Welke soorten aankopen voor A.S.Adventure.edu kun je onderscheiden?

@

VA

N

1

IN

INTRO

Hoe registreer je aankoopverrichtingen in de boekhouding?

LEVEL 1

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 1

2

9


Re-explore 1— Welke goederen en diensten koopt een onderneming aan?

Hoe zie je het verschil tussen een aankoop- en verkoopfactuur?

2

Welke soorten aankopen kan een onderneming doen?

3

Wat zijn handelsgoederen?

4

Geef drie voorbeelden van handelsgoederen voor:

b

een garage

c

een bloemenwinkel

N

A.S.Adventure.edu

VA

a

IN

1

5

Bekijk het MAR achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. In welke groep van het MAR staat de rekening die betrekking heeft op de aankoop van handelsgoederen?

@

a

THEMA 1

LEVEL 1

b

10

Wat is het rekeningnummer?

6

Zoek op het internet welke aankopen beschouwd worden als een investering.

7

In welke klasse en groepen van het MAR staan de investeringsrekeningen?


VASTE ACTIVA

Immateriële vaste activa zijn niet tastbaar. Voorbeelden zijn licenties, merken, knowhow, of het recht om een bepaald product te verkopen of om een merknaam te gebruiken. Ook de aankoop van softwareprogramma’s of de ontwikkeling van een website boek je op die rekening. Materiële vaste activa zijn tastbaar, je kunt ze dus aanraken of pakken. Daartoe behoren bijvoorbeeld de machines, de kantoor- of

8

Bekijk het MAR achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Wat zijn aankopen van diensten en

N

diverse goederen? Geef vijf voorbeelden.

9

IN

winkelinrichting of de vrachtwagen.

In welke groep staan de rekeningen betreffende de aankopen van diensten en diverse goederen?

VA

GOEDEREN

De aankopen van een onderneming kun je onderverdelen in drie grote groepen:

– Handelsgoederen zijn alle goederen die de onderneming aankoopt om te verkopen. Dat zijn dus de producten die je in het assortiment vindt.

– Diensten en diverse goederen zijn de goederen en diensten die een onderneming regelmatig aankoopt om de onderneming draaiende te houden zoals elektriciteit, gas, kantoorbenodigdheden, huur …

@

– Investeringsgoederen zijn goederen die een onderneming aankoopt om meer dan een jaar te gebruiken. Als de aankoop betrekking heeft op kantoormateriaal, klein gereedschap of klein materiaal dan spreek je pas over een investering als het

THEMA 1

LEVEL 1

aankoopbedrag exclusief btw hoger is dan 1 000,00 euro.

11


Re-explore 2— Hoe controleer je een aankoopfactuur? 1

Bekijk het organogram van A.S.Adventure.edu achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Wie is de verantwoordelijke voor de aankoop?

b

Wie is de verantwoordelijke van de boekhouding?

IN

a

Good to know

A.S.Adventure.edu heeft de factuur niet zelf opgesteld. Het is daarom interessant de

Wie zal de aankoopfacturen controleren?

VA

c

N

aankoopfacturen grondig te controleren en na te rekenen.

2

Met welke documenten vergelijk je de aankoopfactuur? Waarom?

3

Bestudeer de aankoopfactuur bij Re-explore 4. Beantwoord de volgende vragen. Wie heeft de factuur opgesteld?

@

a

b

Op welke datum is de factuur opgesteld?

c

Wanneer moet de factuur ten laatste betaald worden?

d

Welke betalingsvoorwaarde heeft A.S.Adventure.edu

THEMA 1

LEVEL 1

bij leverancier Vaude?

12

e

Wat is het factuurnummer van de factuur?


Onder welk nummer wordt de factuur geregistreerd in de boekhouding?

g

Waarom boekt Anastasia de factuur niet onder het factuurnummer van leverancier Vaude in?

h

Waarop heeft de aankoop betrekking?

i

Voor welke waarde heeft A.S.Adventure.edu goederen aangekocht?

j

Hoeveel btw wordt er aangerekend?

k

Hoeveel moet A.S.Adventure.edu betalen aan leverancier Vaude?

l

Markeer het juiste antwoord:

N

IN

f

A.S.Adventure.edu heeft een vordering / schuld tegenover leverancier Vaude.

De btw die Vaude op een aankoopfactuur aanrekent, is aftrekbare btw / verschuldigde btw.

VA

Reken de factuur na volgens het berekeningsschema.

THEMA 1

LEVEL 1

@

4

13


Re-explore 3— Welke boekhoudkundige begrippen vind je op een aankoopfactuur?

Noteer het juiste begrip naast de omschrijving. Kies uit: maatstaf van heffing – financiële korting – terugstuurbare verpakking – transportkosten handelskorting – verloren verpakking – brutobedrag – btw – nettobedrag

Deze korting heeft tot doel om meer te verkopen. Je staat ze

bijvoorbeeld toe aan trouwe klanten of bij aankoop van grote hoeveelheden.

Dit is het bedrag voor er kortingen afgetrokken worden.

N

Deze korting dient om een snelle betaling aan te moedigen.

Deze vergoeding reken je aan om de goederen bij de klant te

leveren. Je berekent er btw op aan het laagste btw-tarief dat op de factuur van toepassing is.

Deze verpakking, zoals een kist, petflessen of een kartonnen

doos, reken je door aan de klant. De klant kan die verpakking niet

VA

terugsturen. Je berekent er btw op aan het laagste btw-tarief dat op de factuur van toepassing is.

Dit is de belasting op de toegevoegde waarde. Het is een belasting die bij elke levering van een product of dienst geheven wordt.

Voor deze verpakking, zoals een europallet of bierkrat, betaalt de klant een waarborg die hij terugkrijgt als hij de verpakking terugbezorgt. Er wordt geen btw op aangerekend.

Over dat bedrag bereken je de btw. Het bedrag is het totaal van

@

de brutoprijs – handelskorting + extra kosten, verminderd met de financiële korting.

THEMA 1

LEVEL 1

Dat is het brutobedrag verminderd met de handelskorting.

14

BEGRIP

IN

OMSCHRIJVING


Re-explore 4— Hoe registreer je een eenvoudige

aankoopfactuur van handelsgoederen?

1

Bestudeer de aankoopfactuur van Vaude. Welke bedragen heb je nodig voor de boekhoudkundige verwerking?

2

IN

Bekijk het MAR en de boekingsregels achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

Een aankoop van handelsgoederen is een Die vind je in klasse

, groep

in het MAR. Je boekt op de

. Die rekening vermeerdert /

N

rekening

vermindert. Je debiteert / crediteert die rekening voor b

voor A.S.Adventure.edu.

euro.

Bij een aankoop heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een schuld / vordering ten opzichte van de btw-administratie (overheid). Je boekt het btw-bedrag op een rekening van , namelijk rekening

VA

klasse

. Dat is een

actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor euro.

De schuld tegenover leverancier Vaude daalt / stijgt met

met betrekking tot de handelsschuld vind je in klasse

euro. De rekening , namelijk

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert /

vermindert. Je debiteert / crediteert de rekening voor dat bedrag.

THEMA 1

LEVEL 1

@

c

15


3

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Totaal

VA

VAUDE

Sint-Niklaasstraat 52 9000 GENT Tel. +32 09 27 83 764 VAUDE.Store.Gent@vaude.com www.vaude.be RPR Gent IBAN: BE87 5503 5180 0094 Btw: BE0478 184 858

The spirit of mountain sports Klant A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

AF163

Factuur

@

Leveringsvoorwaarde: Betalingsvoorwaarde:

Franco thuis

30 dagen na einde van de maand

Handelskorting: Klantnummer Datum K-0984 20xx-03-02 Omschrijving Code

THEMA 1

LEVEL 1

1121C30008 Vaude Tent Taurus 2P 9141C42003 Vaude Jas Escape Bike Light

16

Vervaldag 20xx-04-30 EP Aantal € 68,85 € 27,55

10 8

Basisprijs Handelskorting Vervoerskosten Maatstaf van heffing Btw-bedrag Te betalen in euro Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

Factuurnummer 20xx/FA/0289 Totaal Btw-% € 688,50 € 220,40

21 % 21 %

908,90

908,90 190,87 1 099,77


Re-explore 5— Hoe registreer je een aankoopfactuur van diensten en diverse goederen?

Bestudeer de aankoopfactuur van De Watergroep op de volgende bladzijde en beantwoord de vragen. a

Waarop heeft de factuur betrekking?

b

Op welke rekening boek je dat verbruik?

VA

2

N

IN

1

Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

THEMA 1

Totaal

LEVEL 1

@

REDENERING

Documentdatum:

17


Dossiergegevens

Inlichtingen

Klantrekening

002435489

De Watergroep Oost-Vlaanderen

Contractnummer

001897653

Koning Boudewijnstraat 46

Factuurnummer

FAK189087

9000 GENT

Factuurdatum

20xx-03-02

Tel. 09 240 91 11 Fax 09 222 89 16 info.oost.vlaanderen@dewatergroep.be

IN

AF164

Afz. De Watergroep Oost-Vlaanderen – Koning Boudewijnstraat 46, 9000 GENT

N

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Leveringsadres Leveringseenheid nr.: 9269253782 A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

VA

TUSSENTIJDSE FACTUUR OMSCHRIJVING Voor de periode:

Excl. btw

Btw

%

Incl. btw (EUR)

20xx-01-01 tot en met 20xx-02-28

250,00

15,00

6%

265,00

Factuur totaal

250,00

15,00

6%

265,00 265,00 EUR

@

Te betalen voor 20xx-04-01

THEMA 1

LEVEL 1

Gelieve te betalen op rekening BE90 0969 2800 0132 voor de vermelde vervaldag met vermelding van de gestructureerde mededeling +++403/3887/90876+++ Indien u nalaat deze factuur met een bedrag van 265,00 euro binnen de gestelde termijn te vereffenen, zal dat automatisch resulteren in een aanmaning met bijkomende administratiekosten ten bedrage van 7,50 euro.

18

De Watergroep – Vlaamse maatschappij voor watervoorziening – CVBA – Vooruitgangsstraat 189 – 1030 BRUSSEL – BTW BE 0224 771 467.


Re-explore 6— Hoe registreer je een aankoopfactuur van een investering?

2

Bestudeer de aankoopfactuur van De Tollenaere op de volgende bladzijde en beantwoord de vragen. a

Waarop heeft de factuur betrekking?

b

Op welke rekening ga je die aankoop boeken?

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer:

Documentdatum:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

LEVEL 1

Totaal

THEMA 1

@

VA

N

REDENERING

IN

1

19


FACTUUR

Nr. 12003837

Factuurdatum

Leveradres A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Betalingsreferentie Betalingsvoorwaarde

Artikel

7440/12003837 30 dagen einde maand 20xx-04-30

Klantnummer

Omschrijving

Eenheidsprijs

VA Netto goederen

@

3 419,20

LEVEL 1

DE TOLLENAERE NV Ringlaan 9 9900 EEKLO Tel. 09 377 29 49

THEMA 1

7440

Aantal Prijs

Zendnota 340981 van 20xx-03-01 _ Order 315729 van 20xx-03-02 1055700 Hogedrukreiniger Therm 1 st 3 691,00 C11-130T 230V Monofase 1060260 Kranzle Schuimlans met 1 st 80,20 reservoir 2l M22 6077783 Kranzle Alfa Plus 1 st 19,00 (Autoshampoo) 5 liter

20

AF165

N

Vervaldatum

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

IN

Uw referentie

20xx-03-03

Kosten

-10 %

3 419,20

21 %

3 321,90/st

3 321,90

80,20/st

80,20

17,10/st

17,10

-10 %

Belastbaar Btw-%

Totaal

Btw

718,03

Totaal excl. btw 3 419,20 Totaal btw 718,03 Totaal te betalen in euro 4 137,23 Reeds betaald 0,00

Verkoopsvoorwaarden, inclusief de geschillenbeslechting in arbitrage, zie bijlage of keerzijde. BTW BE0419 965 755 BNP Paribas Fortis KBC info@detollenaere.be RPR GENT / MEZ 57.336 BE 65 2900 1183 1896 BE31 4429 6096 2155 www.detollenaere.eu IDnr. 032 000 000 343 BIC GEBABEBB BIC KREOBEBB PCR BE20 0001 1755 0256

Verkoopsvoorwaarden: onverminderd 's kopers risico m.b.t. de goederen behouden wij ons eigendomsrecht op de geleverde goederen tot de volledige betaling van de prijs. De betaalde voorschotten blijven de verkoper verworven ter vergoeding van de mogelijke verliezen bij de wederverkoop.

Blz. 1/1


Explore 7— Wat is een inkomende creditnota? 1

Wat kan er allemaal fout lopen bij een levering?

2

Wat kan er allemaal fout lopen bij de facturatie?

IN

Creditnota

Een inkomende creditnota dient om een factuur aan te passen. Het bedrag van de creditnota

N

vermindert de factuur. De berekening is identiek aan die van de factuur.

Explore 8— Hoe registreer je een inkomende creditnota? Op 10 maart ontvangt Lies Meeus het document op bladzijde 23 via mail. Bestudeer het document van

VA

1

Vaude en beantwoord de vragen. a

Welk document is dit?

b

Op welke factuur heeft dat document betrekking?

Waarom heeft Vaude dat document opgesteld?

@

c

Good to know Als je een creditnota opstelt, ben je verplicht naar de oorspronkelijke factuur en de oorspronkelijke factuurdatum te verwijzen. Omdat een creditnota gevolgen heeft voor de btw, ben je verplicht de vermelding ‘Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin

van de btw weigeren: je krijgt het btw-bedrag op de creditnota niet terug. Als je een creditnota ontvangt, moet je controleren of de mededeling in verband met de teruggave van de btw erop staat. Als dat niet het geval is, vraag dan aan de leverancier om de creditnota aan te passen om eventuele problemen te vermijden.

THEMA 1

Als die mededeling ontbreekt, dan kan men bij een belastingcontrole de terugvordering

LEVEL 1

ze oorspronkelijk in mindering werd gebracht (KB 4, art. 4)’ te vermelden op de factuur.

21


2

Gebruik de boekingsregels en het MAR. Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

Er worden twee artikelen in mindering gebracht. Dat is een A.S.Adventure.edu die

. Je boekt

euro op de

. Je debiteert / crediteert die rekening.

rekening b

voor

Bij een inkomende creditnota heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een schuld / vordering ten opzichte van de btw-administratie. Je boekt het btw-bedrag op een rekening van klasse 4, namelijk rekening

.

IN

Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor c

euro.

De schuld tegenover leverancier Vaude daalt / stijgt met crediteert de rekening

3

.

REDENERING

Documentdatum:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

K/O

@ LEVEL 1 THEMA 1

22

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

VA

N

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer:

euro. Je debiteert /

Totaal


VAUDE

Sint-Niklaasstraat 52 9000 GENT Tel. +32 09 27 83 764

CN5 The spirit of mountain sports

VAUDE.Store.Gent@vaude.com www.vaude.be RPR Gent IBAN: BE87 5503 5180 0094 Btw: BE0478 184 858

Klant A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Leveringsvoorwaarde: Betalingsvoorwaarde: Handelskorting: Klantnummer K-0984 Code

IN

Creditnota

Franco thuis

30 dagen na einde van de maand Datum 20xx-03-10 Omschrijving

EP

Aantal

€ 68,85

-2

N

1121C30008 Vaude Tent Taurus 2P

Vervaldag

Factuurnummer 20xx/CN/0019 Totaal Btw-%

-137,70

21 %

Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin zij oorspronkelijk in mindering werd gebracht. KB 4, art. 4

Basisprijs Handelskorting Verv oerskosten Maatstaf v an heffing Btw-bedrag Te betalen in EUR

VA

Factuur 20xx/FA/0289, dd. 20xx-03-02 Er werden twee stuks te veel aangerekend.

- 137,70

- 137,70 - 28,92 - 166,62

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden : zie keerzijde

Explore 9— Hoe registreer je een aankoopfactuur met

@

handelskorting?

Bestudeer de factuur van Woolpower op bladzijde 25 en

a

Om welk soort aankoop gaat het?

b

Wat is speciaal aan de aankoopfactuur? LEVEL 1

beantwoord de vragen.

THEMA 1

1

23


2

Gebruik de boekingsregels en het MAR. Vul aan en markeer het juiste antwoord. Je boekt de handelskorting op de rekening

.

Je moet die rekening debiteren / crediteren, want de 3

daalt / stijgt.

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

Totaal

VA

@ LEVEL 1

BEDRAG (€)

THEMA 1

BEDRAG (€)

K/O

24

CREDIT-

D/C

DEBET-

+/-

N

A/P

IN

REDENERING

Documentdatum:


Woolpower Brusselsesteenseg 644 1731 ZELLIK RPR BRUSSEL BTW BE0214 596 464 IBAN: BE72 4256 1791 1116

Klant A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

6

Factuur

IN

AF16

BE0465 672 452

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldag factuur

Btw-nr. klant

20xx-O-0478

20xx-03-03

Aantal

20xx-04-30

BE 0465 672 452

3481D42001 Woolpower Ondergoed Suit 200 3325D42031 Woolpower Trui Full Zip Jacket 600 3313XX015 Woolpower Trui 400 (unisex midlayer)

50 50 50

Artikelomschrijving

Eenheidsprijs

Bedrag zonder btw

Btw tarief

Btw bedrag

Bedrag btw incl. in EUR

54,59 52,33 33,04

2 729,50 2 616,50 1 652,00

21 % 21 % 21 %

573,20 549,47 346,92

3 302,70 3 165,97 1 998,92

N

Art.nr.

Totaal goederen Handelskorting Transportkost Maatstaf van heffing Btw

Totaal factuurbedrag

30 dagen na einde van de maand

6 298,20 1 322,62

7 620,82

VA

Betalingsvoorwaarde:

6 998,00 699,80

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden : zie keerzijde

Tel. +32 02 467 02 50 - info@woolpowerbelgium.com - www.woolpower.se

Registratie handelskorting

Handelskorting is een korting die als doel heeft om meer te verkopen. Die korting wordt toegestaan bij bijvoorbeeld een aankoop in grote hoeveelheden of aan trouwe klanten.

@

Je registreert de handelskorting op de rekening 604020 Handelskorting op aankopen (-). Bij die rekening staat er na de rekeningnaam ‘(-)’ omdat die rekening de omgekeerde boekingsregels volgt in vergelijking met de andere rekeningen binnen die groep. De bedrijfskost daalt, je crediteert dus die rekening.

boeken het nettobedrag (brutobedrag - handelskorting) onmiddellijk op de rekening 604000 Aankopen handelsgoederen.

THEMA 1

Sommige bedrijven boeken de handelskorting niet op een afzonderlijke rekening. Zij

LEVEL 1

Good to know

25


Explore 10— 1

oe registreer je een aankoopfactuur met H aankoopkosten?

Bestudeer de factuur van AGU en beantwoord de vragen. a

Welke kosten kan een leverancier doorrekenen?

Wat werd er in de aankoopfactuur van AGU doorgerekend?

2

Gebruik het MAR. Vul aan.

IN

b

De extra verpakking en de transportkosten die een leverancier doorrekent, zijn een

.

N

Je boekt de aankoopkosten op de rekening

3

Vul het redeneringsschema in.

Documentdatum:

VA

Documentnummer: REDENERING

REK.NR.

REKENINGNAAM

@

LEVEL 1 THEMA 1 26

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

D/C

Totaal

K/O

DEBET-

+/-

A/P


AF167 AGU België NV, Industriepark-Noord 27, 9100 Sint-Niklaas T: 03 766 61 64 - F: 03 766 63 64

I: www.agu.be - E: info@agu.be Klantgegevens A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160

Nijverheidsstraat 92/5 2160

WOMMELGEM

WOMMELGEM

IN

Leveringsadres A.S.Adventure.edu

BE0465 672 452

FACTUUR Artikelnr.

913502 914202

Omschrijving

Geleverd

Advies verkoopprijs

Uw aankoopprijs

40 30

140,49 107,43

48,44 34,65

Agu Broek Commuter Women Agu Fietsjas Long Bomber Rain

924204

N

Urban Outdoor Women

50

Agu Fietsjas Pocket Rain Urban Outdoor Men

132,22

42,65

Totaal goederen

Totaalbedrag

1 937,60 1 039,50 2 132,50 5 109,60

Extra hoeveelheidskorting

30,00

Btw 21 %

1 079,32

Factuurbedrag

6 218,92

VA

Transportkosten

Factuurdatum:

20xx-03-05

Betalingscondities:

Klantnummer:

84

30 dagen

Factuurnummer: 20xx_AF306 Btw-nummer klant: BE465672452

@

ING-bank, St-Niklaas IBAN BE20 3101 6011 4956, BIC: BBRUBEBB Klachten binnen 8 dagen. Retourzendingen altijd franco Levering volgens onze verkoopvoorwaarden Btw-nr. AGU België NV: BE431 380 279; RPR Sint-Niklaas Algemene voorwaarden: zie achterkant

Registratie aankoopkosten

Die kosten boek je op de rekening 604030 Aankoopkosten. Dat is een kostenrekening die stijgt, je boekt dus op de debetzijde.

THEMA 1

(verloren) verpakking, installatiekosten, administratiekosten.

LEVEL 1

Aankoopkosten zijn kosten die een leverancier doorrekent, zoals transportkosten, extra

27


Explore 11—

Hoe registreer je een aankoopfactuur met terugstuurbare verpakking?

Waarom koop je beter glazen flessen dan petflessen?

2

Wat krijg je van een supermarkt of drankencentrale wanneer je een lege bak colaflesjes terugbrengt?

Good to know

IN

1

N

Statiegeld is een vorm van borg, je ‘leent’ de flesjes. Je betaalt een extra

bedrag boven op de prijs van een flesje cola, bier, water. Breng je het lege flesje terug naar de winkel, dan betaalt de winkelier die waarborg terug.

Op de factuur van Jack Wolfskin wordt er terugstuurbare verpakking aangerekend. Wat zou dat kunnen zijn?

4

Ook voor een europallet betaal je een waarborg. Wanneer je de pallet naar leverancier Jack Wolfskin

VA

3

terugstuurt, betaalt die 15,00 euro terug. Welk verschil is er in vergelijking met verloren verpakking?

Gebruik de boekingsregels en het MAR. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

@

5

Wanneer Jack Wolfskin terugstuurbare verpakking aanrekent aan A.S.Adventure.edu, ontstaat er een vordering / schuld tegenover Jack Wolfskin. Je boekt die op een actiefrekening / passiefrekening . De rekening daalt / stijgt,

je debiteert / crediteert voor 15,00 euro.

THEMA 1

LEVEL 1

Terugstuurbare verpakking

28

Wanneer een leverancier terugstuurbare verpakking aanrekent, ontstaat er een vordering op de leverancier. De leverancier rekent een waarborg aan voor zijn verpakking. Bezorg je de terugstuurbare verpakking terug, dan betaalt de leverancier de waarborg terug. Het bedrag van de terugstuurbare verpakking boek je op de rekening 418000 Terug te vorderen verpakking. Dat is een actiefrekening die stijgt, dus moet je debiteren.


6

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

Jack Wolfskin Draaiboomstraat 6 2160 WOMMELGEM T: +32 3 354 09 50 info@jack-wolfskin.be

Bij elke correspondentie vermelden

Klantcode

@

Uw ref

10002972

Leveringsadres A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM tel. +32 3 480 55 1 info@asadventure.edu Artikelcode 10065 10072 10096 10091

MvH Btw

Jack Jack Jack Jack

Wolfskin Wolfskin Wolfskin Wolfskin

21 % 7 847,60 1 648,00

Aantal

Jas Stormy Point Fleece Scandic Schoen Vojo 3 Mid Texapore Schoen Downhill Texapore Mid

Datum

F001278

20xx-03-06

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM tel. +32 3 480 55 1 info@asadventure.edu BE0465 672 452

AF168 Omschrijving

Doc.nummer

80 60 70 40

Eenheidsprijs in euro 26,65 38,36 33,04 27,53

Totaal goederen Btw 21 % Terugstuurbare verpakking

TE BETALEN EUR

Gelieve te betalen voor:

Bedrag 2 2 2 1

132,00 301,60 312,80 101,20

Btw-% 21 21 21 21

% % % %

7 847,60 1 648,00 15,00

9 510,60 20xx-04-05

Btw / TVA BE0810 394 121 - RPR Antwerpen -

LEVEL 1

L20xx-1089

THEMA 1

FACTUUR

Onze ref.

BNP Paribas Fortis IBAN BE02 0016 1558 7540 - BIC GEBABEBB

Algemene verkoopsvoorwaarden op keerzijde

29


Explore 12— Hoe registreer je een aankoopfactuur met financiële korting?

1

Bestudeer de factuur van Polar en beantwoord de vragen. a

Welke korting staat leverancier Polar toe?

Wanneer mag je die korting in mindering brengen?

IN

b

Registratie financiële korting bij aankoopfactuur

Je weet op het moment dat je de aankoopfactuur registreert nog niet of je van de financiële korting zult gebruikmaken. Daarom moet je er geen rekening mee houden wanneer je

N

de aankoopfactuur boekt. De financiële korting beïnvloedt enkel de berekening van de

btw. Betaal je voor 15 maart, dan boek je de financiële korting op het moment dat je het bankafschrift registreert.

Als je de aankoopfactuur registreert, moet je geen rekening houden met de financiële

VA

korting. Die registreer je eventueel later bij de financiële verrichtingen.

2

Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer: REDENERING

@ LEVEL 1

REKENINGNAAM

THEMA 1

REK.NR.

30

Documentdatum:

A/P

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

K/O


Klantgegevens A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

IN

Vriesenrot 3 - Hoogveld 9200 DENDERMONDE Tel. 052 25 94 20 info@polarbelgium.be OND: 864427079 BTW: BE0864 427 079

AF169

Factuur Factuurnummer Klantnummer

Eenh.pr. € 82,42

Btw 21 %

N

Omschrijving Polar Hartslagmeter Ignite S

Factuurdatum Vervaldatum Leveringsdatum

VA

Aantal Artikelnr. 100 2521C6

VF-20xx-278 40008

@

Totaal goederen excl. btw Handelskorting Doorgerekende kost Tussentotaal Betalingskorting Maatstaf van Heffing Btw Gewaarborgde verpakking

20xx-03-07 20xx-04-06 20xx-03-03

Netto € 8 242,00

€ 8 242,00

€ 8 242,00 € 82,42 € 8 159,58 € 1 713,51

Te betalen contant (8 dagen)

€ 9 873,09

Totaal factuurbedrag einde termijn

€ 9 955,51

IBAN: BE13 7370 1155 2339, BIC KREDBEBB, RPR Dendermonde

THEMA 1

LEVEL 1

Verkoopvoorwaarden achterzijde

31


TO THE POINT Onderverdeling aankopen De aankopen van een onderneming kun je in drie grote groepen onderverdelen: —

aankopen handelsgoederen,

aankopen diensten en diverse goederen,

aankopen investeringen.

IN

Handelsgoederen zijn alle goederen die je als

onderneming aankoopt om te verkopen. Dat zijn dus

de producten van het assortiment. Die aankopen vind je in het MAR in groep 60, onder de rekening 604000 Aankopen handelsgoederen.

Diensten en diverse goederen zijn de goederen en diensten die je regelmatig aankoopt om de

onderneming draaiende te houden, zoals elektriciteit, kantoorbenodigdheden, brandstof rollend

N

materieel, verzekeringen … Die aankopen vind je in het MAR in groep 61. Tot de investeringsgoederen behoort alles wat je

aankoopt om meer dan een jaar te gebruiken. Je kunt ze

onderverdelen in materiële vaste activa en immateriële vaste activa.

VA

Materiële vaste activa zijn tastbaar. Die aankopen vind je in het MAR in klasse 2, groep 22, 23 en 24. Heeft de aankoop betrekking op kantoormateriaal, klein

gereedschap of klein materiaal, dan spreek je pas van een investering als het aankoopbedrag exclusief btw hoger is dan 1 000,00 euro.

Tot de immateriële vaste activa behoren licenties, merken of knowhow, zoals het gebruik van een merknaam. Ze zijn niet tastbaar. Die aankopen vind je in het MAR, klasse 2, groep 21. Bijzonderheden

Handelskorting heeft tot doel de verkoop te bevorderen. Je verleent die korting aan trouwe klanten, bij grote afname, bij opendeurdagen … Het bedrag van de handelskorting boek je op de rekening

@

604020 Handelskorting op aankopen (-).

De aankoopkosten zoals extra (of verloren) verpakking of transportkosten boek je op de kostenrekening 604030 Aankoopkosten. Terugstuurbare verpakking wordt niet verkocht. Als klant betaal je een waarborg, die je terugkrijgt als je de verpakking aan de leverancier terugbezorgt. Er ontstaat dus een vordering op de leverancier. Het bedrag van de terugstuurbare verpakking boek je op de actiefrekening 418000 Terug te vorderen verpakking. De financiële korting heeft tot doel de klant sneller te laten betalen. Bij de registratie van de

THEMA 1

LEVEL 1

aankoopfactuur houd je geen rekening met de financiële korting. Je boekt steeds het totale

32

factuurbedrag, zonder financiële korting.


Aankoopverrichtingen volgens het MAR: aankoopfactuur

REDENERING

REK.NR.

Schuld t.o.v. leverancier

440000

REKENINGNAAM Leveranciers

A/P K/O P

+/-

D/C

+

C

stijgt. Btw op aankopen =

BEDRAG Totaal factuurbedrag

411100

Aftrekbare btw

418000

Terug te vorderen

A

+

D

Btw-bedrag

terug te vorderen btw.

IN

De vordering t.o.v. de overheid stijgt. Verpakking wordt aangerekend, maar je

een extra bedrijfskost. Handelskorting=

604030

604020

Aankoopkosten

Handelskorting op

Aankopen HG =

604000

bedrijfskost stijgt.

Aankoop dienst of

K

K

+

-

D

C

aankopen (-)

VA

bedrijfskost daalt.

Bedrag terug-

N

op de leverancier.

doorgerekend, dat is

D

verpakking

ontstaat een vordering

verpakking worden

+

stuurbare

mag die terugsturen. Er

Transportkosten,

A

verpakking

Aankopen

Bedrag transportkosten, extra verpakking Bedrag handelskorting

K

+

D

Brutobedrag

K

+

D

Bedrag excl.

handelsgoederen

61…

divers goed = bedrijfs-

btw

kost stijgt.

Aankoop investerings-

21…

goed = bezitting stijgt.

22…

A

+

D

Bedrag excl. btw

@

23… 24…

Inkomende creditnota Een inkomende creditnota is een document dat de leverancier opstelt om een aankoopfactuur te verbeteren. De schuld aan de leverancier daalt daardoor. De leverancier stelt een creditnota op als er iets is fout gelopen bij de levering (bv. verkeerde kwaliteit, goederen die stuk zijn …) of bij de

THEMA 1

LEVEL 1

facturatie (bv. geen korting, verkeerde prijs …)

33


Op een creditnota moet de leverancier altijd het volgende vermelden: ‘Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin zij oorspronkelijk in aftrek werd gebracht. (KB nr. 4, art.4)’. Staat die vermelding niet op de creditnota, dan kan de belastingcontroleur de terugvordering op de btwadministratie weigeren. De leverancier krijgt het btw-bedrag op de creditnota dan niet terug. Inkomende creditnota volgens het MAR

REK.NR.

Schuld t.o.v. leverancier

440000

daalt.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

Leveranciers

P

-

D

451200

Verschuldigde

creditnota =

btw op inkomende

verschuldigde btw. De

creditnota’ s

schuld t.o.v. overheid

Retour HG = bedrijfs-

+

604010

Retours op

K

-

C

Btw-bedrag

C

Bedrag excl.

aankopen (-)

VA

kost daalt.

P

N

stijgt.

Action 1— Kun je aankoopfacturen en inkomende

@

creditnota’s registreren?

1

Analyseer alle aankoopfacturen en inkomende creditnota’s.

2

Geef de facturen zelf een volgnummer. Wat is het eerstvolgende nummer van: de factuur?

THEMA 1

LEVEL 1

b

34

van de inkomende creditnota?

3

Totaalbedrag creditnota

Btw op inkomende

a

BEDRAG

IN

REDENERING

Vul van elke factuur en inkomende creditnota het redeneringsschema in.

btw

BEKIJK DE KENNISCLIP


A Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

Refresher 9 | Hoe controleer je een aankoopfactuur van diensten en diverse goederen?

VA

Factuur

Hebt u nog vragen over deze aanrekening? Dan kunt u ons bereiken via: Telenet klantendienst Liersesteenweg 4 2800 MECHELEN 015 66 66 66 www.telenet.be/onlinesupport

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Klantennummer: 663744642

Beschrijving Internetdiensten aan Totaal

Accountnummer: 74981078

Btw-% 21 %

Factuurnummer: 1291124522

Bedrag excl. btw 77,70 EUR 77,70 EUR

20xx-03-11

Btw 16,32 EUR 16,32 EUR

Bedrag incl. btw 94,02 EUR 94,02 EUR

Deze aanrekening Te betalen vóór 20xx-04-10

C 94,02 C 94,02

Vermeld in uw communicatie steeds uw klantennummer.

inclusief btw

i

Raadpleeg de site van de overheid www.bestetarief.be om het tariefplan te vinden dat het beste met uw gebruikspatroon ove overeenstemt.

LEVEL 1

Aanrekening internet en telefonie

THEMA 1

@

Wist u dat u op www.telenet.be/mijntelenet uw aanrekeningen van de laatste zes maanden kunt raadplegen?

35


B Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

@

FACTUUR

Klantnummer: Aantal 1

201569

40957 Omschrijving Facturatieprogramma WinFakt Entreprise

THEMA 1

LEVEL 1

Dank u voor uw order. Bedrag zonder btw 1 950,00 EUR

36

Btw-% 21 %

Datum: 13 maart 20xx Eenheidsprijs Btw-% Netto 1 950,00 EUR 21 % 1 950,00 EUR

Btw-bedrag 409,50 EUR Te betalen voor 20xx-04-12:

Totaal EUR 2 359,50 EUR 2 359,50 EUR

Socs bvba – Ezaart 28, 2400 Mol, België – tel. +32 (0)14 322 322 – fax +32 (0)14 320 300 Fortis: 230-0039451-89 – Swift: GEBABEBB – IBAN: BE45230003945189 – BTW BE 0461 324 971 RPR Turnhout Alle facturen zijn contant betaalbaar op onze zetel te Mol. Om geldig te zijn dient een klacht ons binnen de vijftien dagen na factuurdatum bij aangetekend schrijven ter kennis te worden gebracht. Indien een factuur uiterlijk een maand na de factuurdatum niet betaald is, dan zijn van rechtswege en zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, interesten van 12 % per jaar verschuldigd, te rekenen vanaf de factuurdatum. Bovendien is alsdan een forfaitaire schadevergoeding van 10 % verschuldigd, met een minimum van 40 euro. Voor alle betwistingen zijn uitsluitend de rechtbanken van Turnhout bevoegd.


C Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

action 1 AF LANNOO

@

Uitgeverij Lannoo NV Kasteelstraat 97 B-8700 TIELT tel. +32 051 42 42 11 info@lannooshop.be www.lannoo.be

Totaal

Klant

A.S.Adventure.edu

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

BE0465 672 452

IBAN BE39 4721 0100 0119 BTW BE0446 201 582

Omschrijving

Trotter Zuid-Italië Hoe word ik bergwandelaar Groot Wandelboek Ardennen

Leveringsvoorwaarde: Transportkosten: Betalingsvoorwaarde:

Datum factuur 20xx-03-15 Art.ref CIDBB9241 CA14C8035 CI3JB9214

Klantnummer 23897 Aantal 50 75 100

Ordernr. OB_0324

EP 19,51 14,31 16,91

Totaal goederen

Totaal 975,50 1 073,25 1 691,00

Af fabriek Handelskorting 20,00 EUR Verzendkosten 30 dagen datum factuur Maatstaf van heffing

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

Btw-bedrag TE BETALEN

Vervaldag factuur 20xx-04-14 Kortings% Btw-% 5% 6% 5% 6% 5% 6%

3 739,75 186,99 20,00 3 572,76 214,37 3 787,13 EUR

LEVEL 1

Factuurnummer 20xx-VF-0346

THEMA 1

FACTUUR Orderbevestiging

37


D Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

@

Factuur

Customer A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Hoge Heerweg 14 bus a 9100 SINT-NIKLAAS Tel. 03 765 07 44 info@ortliebbelgium.be OND: 0435232466 BTW: BE0435 232 466

THEMA 1

LEVEL 1

Factuurnummer VF-20xx-412

38

Klantnummer

Factuurdatum 20xx-03-16 Vervaldatum 20xx-04-15

Aantal

Artikelnr.

50 30 30

5570 7070 5370

Omschrijving Dagrugzak Velocity 17L Fietstas Back Roller Classic Fietstas Roller Free 25L-QL

Leveringsdatum Bestelbonnummer Eenh.pr. € 30,59 € 44,61 € 43,18

Btw-% 21 % 21 % 21 %

Totaal goederen excl. btw Handelskorting Transportkost Subtotaal Financiële korting Maatstaf van heffing Btw Terugstuurbare verpakking

Te betalen contant Totaal factuurbedrag einde termijn IBAN:BE77 4060 0754 0142, BIC KREDBEBB, RPR Sint-Niklaas

41415 20xx-03-12 BB-20xx-421 Netto € 1 529,50 € 1 338,30 € 1 295,40 4 163,20 291,42 3 871,78 38,72 3 833,06 804,94 20,00

4 658,00 4 696,72

Algemene voorwaarden achterzijde


E Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

VA

Totaal

Klant

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Atomiumsquare 1 bus 320

BE0465 672 452

1020 BRUSSEL

FACTUUR

Factuurnummer

30 dagen na einde van de maand

Order

F-20xx-1010 Artikelnummer

BB-20xx-1010 Artikelomschrijving

B212G6 B212H1 B212H4 B221H8 B241H1

T-Shirt Mhe Tee Gfx 2 T-Shirt E3S Tee T-Shirt Fl Spr X UI Hea Trui E 3S Crew Fl Short E 3S Shrt Ft

@

Betalingsvoorwaarde:

Factuurdatum

Vervaldag

20xx-03-17 Aantal Eenheidsprijs 100 100 100 50 50

RPR Brussel

8,84 6,65 6,65 15,14 9,63

20xx-04-30 Bedrag zonder Btwbtw tarief 884,00 665,00 665,00 757,00 481,50 Totaal-bedrag excl. Btw € 3 452,50

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

Btw-nr. klant

Tel. +32 02 475 37 00 - info@adidas.be

21 % 21 % 21 % 21 % 21 %

BE0465.672.452 BtwBedrag bedrag btw incl. in EUR 185,64 139,65 139,65 158,97 101,12

1 069,64 804,65 804,65 915,97 582,62

Totaal Totaal-bedrag btw-bedrag incl. btw € 725,03 € 4 177,53 Te betalen:

€ 4 177,53

LEVEL 1

Franco thuis

Iban: BE26 2850 4801 5029

THEMA 1

Levervoorwaarde:

Btw: BE450 773 747

39


F Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

Jack Wolfskin Draaiboomstraat 6 2160 WOMMELGEM T: +32 3 354 09 50 info@jack-wolfskin.be

FACTUUR

L20xx-1185

@

Onze ref.

Bij elke correspondentie vermelden

Klantcode

Uw ref.

10002972

Leveringsadres A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM tel. +32 3 480 55 1 info@asadventure.edu

THEMA 1

LEVEL 1

Artikel code 10018 10045 10069 10051

40

MvH Btw

Jack Jack Jack Jack

Wolfskin Wolfskin Wolfskin Wolfskin

21 % 4 602,60 966,55

Doc.nummer F001763

Datum

20xx-03-19

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM tel. +32 3 480 55 1 info@asadventure.edu BE0465 672 452 Omschrijving

Aantal

Heuptas Upgrade T-Shirt Sky Flex Softshell Northern Point Jas Arctic Ocean Fl

100 50 30 25

Eenheidsprijs in euro 7,45 9,98 40,72 85,48

Totaal goederen Btw 21 % Terugstuurbare verpakking

TE BETALEN EUR

Gelieve te betalen voor:

Bedrag

Btw-%

745,00 499,00 1 221,60 2 137,00

21 21 21 21

% % % %

4 602,60 966,55 15,00

5 584,15 20xx-04-18

Btw / TVA BE0810 394 121 - RPR Antwerpen BNP Paribas Fortis IBAN BE02 0016 1558 7540 - BIC GEBABEBB Algemene verkoopsvoorwaarden op keerzijde


G Documentnummer: REK.NR.

A/P

REKENINGNAAM

K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

VA

Totaal

FNAC WIJNEGEM Shopping center Turnhoutsebaan 5 2110 WIJNEGEM Tel. 03 355 22 00 fnacwijnegem@fnac.be

Factuur 010-004074 ORIGINEEL

Omschrijving

107 85847

Aantal

Pagina 1/1 Eenheidsprijs excl. btw

Eenheidskorting excl. btw

Apple iPad WI-FI, Cellular, Zilver 256 GB 1 577,64 Recupel 1 0,04

Btw-tarief 21 % Totaal factuur

Netto eenheidsprijs excl. btw

0,00 0,00

577,64 0,04

Totaal excl. btw 577,68 577,68

Btwtarief

Netto eenheidsprijs incl. btw

21 % 21 %

Totaal incl. btw voor de lijn

698,95 0,05

Btw-bedrag in euro 121,32 121,32

698,95 0,05

Totaal incl. btw in euro 699,00 699,00

S.A. FNAC BELGIUM – Av. J. Georgin / J. Georginlaan 12 -1030 BRUXELLES / BRUSSEL Numéro d'entreprise / ondernemingsnummer BE0421 506 570

LEVEL 1

Code

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

THEMA 1

@

Btw-nummer: BE0465 672 452 Verkoopdatum: 20xx-03-20 Uitgiftedatum factuur: 20xx-03-20 Vervaldatum factuur: 20xx-03-20 Nr. kassa / ticket: 10/40307

Wijnegem, 20xx-03-20

41


H Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

+/-

K/O

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Totaal

@

FACTUUR

Klantgegevens

The North Face

A.S.Adventure.edu

Wiegstraat 19 2000 ANTWERPEN

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Ond.nr.: 883.795.308

BE0465 672 452

Leverdatum

Klantcode

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

20xx-03-15

400120

VF-20xx-0486

20xx-03-23

20xx-04-22

Art.nr.

LEVEL 1

9191 5555 0004 7170 2470

THEMA 1

Aantal

Verkoopprijs/e

10 15 10 20 25

69,30 123,95 67,87 39,78 27,53

Leveringsvoorwaarde

Af magazijn

Btw-%

Brutobedrag

Korting

Netto

Kosten

Subtotaal

Fin.korting

4 714,80

471,48

4 243,32

15,00

4 258,32

42,58

21%

42

Omschrijving

Jas Carto 31nl Mc Murdo Parka Jas Dryzzle Future light Schoen M Ampezzo Dagrugzak Recon 30L

Btw-%

Totaal

21 % 21 % 21 % 21 % 21 %

MvH 4 215,74

€ 693,00 € 1 859,25 € 678,70 € 795,60 € 688,25

Btw

Totaal

885,31

5 143,63

Bedrag

€ 5 143,63

Terugstuurbare verpakking Te betalen voor vervaldag

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

42,58

euro in mindering brengen.

Btw-nummer: BE0833.795.308 - IBAN: BE43 2930 1710 5401 - BIC: GEBABEBB - RPR ANTWERPEN Algemene voorwaarden: zie achterkant


I Documentnummer: REK.NR.

A/P

REKENINGNAAM

K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

VA

VAUDE

Sint-Niklaasstraat 52 9000 GENT Tel. +32 09 27 83 764

The spirit of mountain sports

VAUDE.Store.Gent@vaude.com www.papierstad.be RPR Dendermonde IBAN: BE87 5503 5180 0094 Btw: BE0478 184 858

Klant A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Factuur Franco thuis

30 dagen na einde van de maand

Vervaldag 20xx-04-30 EP Aantal € 68,85 20 € 43,27 15 € 30,59

Basisprijs Handelskorting Vervoerskosten Maatstaf van heffing Btw-bedrag Te betalen in EUR Voor de algemene verkoopsvoorwaarden : zie keerzijde

25

Factuurnummer 20xx/FA/0289 Totaal Btw-% € 1 377,00 21 % € 649,05 21 % € 764,75

21 %

2 026,05

2 026,05 425,47 2 451,52

LEVEL 1

Klantnummer Datum K-0984 20xx-03-24 Code Omschrijving 1121C30008 Vaude Tent Taurus 2P A513C6001 Vaude Fietstas Achter Cyclist Messenger L 3159C1007 Vaude Softshell Hurricane IV

THEMA 1

@

Leveringsvoorwaarde: Betalingsvoorwaarde: Handelskorting:

43


J Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

Jack Wolfskin Draaiboomstraat 6 2160 WOMMELGEM T: +32 3 354 09 50 info@jack-wolfskin.be

CREDITNOTA

Onze ref.

Bij elke correspondentie vermelden

Klantcode

mail dd. 20xx-03-07

@

Uw ref.

F001278

10002972

Leveringsadres A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM tel. +32 3 480 55 1 info@asadventure.edu

Doc.nummer

Datum

CN0012

20xx-03-24

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM tel. +32 3 480 55 1 info@asadventure.edu BE0465 672 452

Omschrijving Artikelcode 10065 Jack Wolfskin Jas Stormy Point

Aantal -10

Eenheidsprijs in euro 26,65

Bedrag

Btw-%

- 266,50

21 %

THEMA 1

LEVEL 1

Retour 10 stuks, te veel geleverd. Factuur F001278 dd. 20xx-03-06 Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin ze oorspronkelijk in mindering werd gebracht. KB 4 nr. 4

44

Mvh Btw

21 % - 266,50 - 55,97

Totaal goederen Btw 21 % Terugstuurbare verpakking

TE BETALEN EUR

- 266,50 - 55,97 - 15,00

- 337,47

Btw / TVA BE0810 394 121 - RPR Antwerpen BNP Paribas Fortis IBAN BE02 0016 1558 7540 - BIC GEBABEBB Algemene verkoopsvoorwaarden op keerzijde


K Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

IN

REDENERING

Documentdatum:

N

Totaal

VERVALDAGBERICHT Geldig van 20xx-03-30 tot 20xx-03-30 Kwijtschrift, voldaan op …

VA

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Verzekeringen Fredrix Uitgegeven op: 20xx-03-25

Uw producent Fredrix Turnhoutsebaan 365 2110 WIJNEGEM Tel. 03 354 09 64

Contractnummer: 250/03.72.015.518 Nettobedrag Bijdragen Totaal en taksen 434,73 EUR 96,08 EUR 530,81 EUR 6,75 EUR

47,08 EUR

Te betalen bedrag 577,89 EUR

B.A. Bonus-malusgraad: -2 (vorige -2) Kosten en beheer commercialisatie BA: 167,37 EUR (begrepen in nettobedrag) Betaling van de premie geldt als acceptatie van alle voorwaarden van het contract. Het tarief is gewijzigd. Indien gewenst, heeft u het recht om uw contract op te zeggen binnen de drie maanden vanaf vandaag.

AG Insurance nv BEHEERSSITE Berchemstadionstraat 70 -2600 BERCHEM – tel. 03 218 37 00

LEVEL 1

40,33 EUR

THEMA 1

@

Motorrijtuig Bestelwagen: Renault Trafic Nummerplaat: 8-ABC-003 Burg. aansprakelijkheid 20xx-03-30 tot 20xx-03-30 Rechtsbijstand 20xx-03-30 tot 20xx-03-30

45


L Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

@

Tex

import

Totaal

RPR MECHELEN BE0426 217 901 IBAN BE34 4031 0167 7190 Tel. +32 015 20 43 46 info@teximport.com www.teximport.be

Teximport Industriezone Zuid 56 2800 MECHELEN

Factuur

Klant

THEMA 1

LEVEL 1

Code

46

10002 10003 10004 10009 10011 10019 10023

Naam

A.S.Adventure.edu

Adre s

Nijverheidsstraat 92/5

Postcode

2160 WOMMELGEM

Btw-nr. klant BE0465 672 452

Beschrijving

Coleman Tent Darwin 2 Coleman Tent Pingora Blac kout Osprey Rugzak Aether AG 60 Campingaz Kookvuur Bivouac Easpak Dagrugzak Tevum Cnnc t L Sinner Bril Speed Box Garmin gps-fietsc omputer Edge Explore

Levervoorwaarde: Af fabriek Betalingsvoorwaarde: 30 dagen na einde van de maand Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

Aantal

Btw

10 10 15 10 10 15 20

21 % 21 % 21 % 21 % 21 % 21 % 21 %

Totaal goederen Handelskorting Verzendkosten Maatstaf van heffing Btw-totaal

Datum

20xx-03-26

Vervaldag

20xx-04-30

Factuurnr. Ordernr.

F0444 O0387

Stukprijs

27,53 86,07 82,63 22,71 31,67 18,92 55,08

TOTAAL zonder btw

275,30 860,70 1 239,45 227,10 316,70 283,80 1 101,60

21 %

4 304,65 430,47 25,00 3 899,18 818,83

TOTAAL in EUR

4 718,01

10 %


M Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

Patagonia Europe

Bovenbosstraat 89/5 3053 OUD-HEVERLEE info@patagonia-belgium.be

Klant A.S.Adventure.edu

2160 WOMMELGEM

Factuur

Leveringsvoorwaarde:

Af fabriek

Betalingsvoorwaarde: Handelskorting:

30 dagen na einde van de maand 20 % bij aankoop boven 2 500,00 euro

Artikel 7070 4242 5555

Factuurnummer F-0421

Leverdatum 20xx-03-20

Omschrijving goederen Patagonia Bodywarmer Nano Puff Patagonia Jas Torrentshell 3L Patagonia Windstopper R2 Techface Hoody

Order BB-0188

Aantal 12 12 12

Datum 20XX-03-27

Vervaldag 20xx-04-30

EP 46,26 48,96 66,10

Btw-% 21 % 21 % 21 %

Basisprijs Handelskorting Vervoerskosten Maatstaf van heffing Btw-bedrag Te betalen in EUR

Klant K454

Totaal 555,12 587,52 793,20 0,00 0,00 1 935,84 10,00 1 945,84 408,63 2 354,47

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

IBAN BE09 3770 9130 8157 - Btw BE0460.985.372 - RPR LEUVEN - info@patagonia-belgium.be

LEVEL 1

BE0465 672 452

THEMA 1

@

Nijverheidsstraat 92/5

47


N Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

VA

Totaal

Factuur

THANK YOU FOR SHOPPING WITH US!

Nike

Nikelaan 1 2430 LAAKDAL Ond.nr.: 0450.989.424 RPR ANTWERPEN

Leverdatum

20xx-03-28

Factuurnummer

N_F_20xx_01274

@

Omschrijving

THEMA 1

LEVEL 1

Nike T-Shirt M Top SS Hpr Dry Nike T-Shirt Rise 365 Nike T-Shirt M Top SS Hpr Dry

48

Klant: 234

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Factuurdatum

20xx-03-28

Vervaldag factuur

20xx-04-27

Art.nr.

B212C90007 B212G00014 B212G00029

Aantal 25 20 15

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennumer te vermelden. Algemene voorwaarden: zie achterkant

Klantgegevens

Eenheidsprijs 10,66 13,33 9,97

Brutobedrag

Btw-%

Totaal

21 % 21 % 21 %

€ 266,50 € 266,60 € 149,55

€ 682,65

Handelskorting Nettobedrag

€ 682,65

Transportkosten Maatstaf van heffing

€ 682,65

Btw

€ 143,36

Totaal

€ 826,01


O Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

VA

Totaal

CCS Boekhoudkantoor Herentalsebaan 386 2160 WOMMELGEM Tel. 03 324 16 46 Fax 03 324 17 47 www.ccs.be

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92 bus 5 BE-2160 WOMMELGEM BE0465 672 452

Factuurnummer: 212156

Prestaties

Ereloon aangifte vennootschapsbelasting

Btw BE0808 621 398 – RPR Antwerpen ING BE38 3630 5129 7882

Klantnummer: 000312

Aantal

Btw-% 21 % Subtotaal BTW 21 % TOTAAL

Vervaldag: 20xx-04-29

Maatstaf van heffing 770,00 EUR 770,00 EUR 161,70 EUR 931,70 EUR

LEVEL 1

Datum: 20xx-03-30

THEMA 1

@

FACTUUR

49


P Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Teximport Industriezone Zuid 56 2800 MECHELEN

Tex

import

@

Totaal

RPR MECHELEN BE0426 217 901 IBAN BE34 4031 0167 7190 Tel. +32 015 20 43 46 info@teximport.com www.teximport.be

Creditnota

Klant

Naam

A.S.Adventure.edu

Ad res

Nijverheidsstraat 92/5

Postcode

2160 WOMMELGEM

Datum

BE0465 672 452

Beschrijving

Code

10002

Btw-nr. klant

Coleman Tent Darwin 2

20xx-03-30

Vervaldag Factuurnr. Ordernr. Aantal

Btw

-10

21 %

Stukprijs

27,53

C0444 O0387 TOTAAL zonder btw

- 275,30

THEMA 1

LEVEL 1

Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin ze oorspronkelijk in mindering werd gebracht. KB 4 nr. 4

Onze factuur F0444 dd.20xx-03-26 Retour beschadiging Levervoorwaarde: Betalingsvoorwaarde:

Af fabriek 30 dagen na einde van de maand

10 %

- 275,30 - 27,53

21 %

- 247,77 - 52,03

TOTAAL in EUR

Voor de algemene verkoopsvoorwaarden: zie keerzijde

50

Totaal goederen Handelskorting Verzendkosten Maatstaf van heffing Btw-totaal

- 299,80


Action 2— Kun je aankoopfacturen en inkomende creditnota’s registreren in didACC?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je kunt er oefenen op het registreren van aankoopfacturen en inkomende creditnota’s.

CHECKLIST

IN

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

1 Ik kan een eenvoudige aankoopfactuur van aankoop handelsgoederen registreren.

EXTRA OEFENMATERIAAL

N

2 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop

KAN

BETER

handelsgoederen met handelskorting registreren.

3 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop

handelsgoederen met aankoopkosten

VA

registreren.

4 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop

handelsgoederen met terugstuurbare verpakking registreren.

5 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop

handelsgoederen met financiële korting registreren.

6 Ik kan een aankoopfactuur van aankoop

handelsgoederen met handelskorting,

@

aankoopkosten, terugstuurbare verpakking en financiële korting registreren.

7 Ik kan een aankoopfactuur van diensten en

diverse goederen registreren.

8 Ik kan een aankoopfactuur van investerings­

goederen registreren.

LEVEL 1

Ik kan een inkomende creditnota registreren.

THEMA 1

9

51


LEVEL 2 Hoe registreer je verkoopverrichtingen in de boekhouding?

1

IN

INTRO Uitgeverij VAN IN start met een eigen wielerclubje. Vandaag wordt de fietsuitrusting geleverd. a

Welke documenten zijn er al aan de levering voorafgegaan?

Welk document zit bij de levering?

c

N

b

Welk document volgt er na de levering?

THEMA 1

LEVEL 2

@

VA

52

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe registreer je de verkoopverrichtingen in de boekhouding?


Re-explore 1— Welke soorten verkopen kun je onderscheiden?

1

De meeste ondernemingen verkopen handelsgoederen. Geef vijf voorbeelden van handelsgoederen voor A.S.Adventure.edu.

2

Een loodgieter verkoopt niet enkel handelsgoederen. Vaak

IN

voert hij ook nog herstellingswerken uit. Hoe heet zo’n verkoop?

3

Op de verkoopfactuur staan niet alleen de verkochte

goederen en diensten. Bekijk de facturen van Explore 7 en 8.

4

N

Wat kan de verkoper nog meer doorrekenen aan zijn klanten?

Bekijk het MAR achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Vul aan. Een verkoop van handelsgoederen is een Je vindt die in klasse

VA

Je boekt op de rekening

in groep

voor A.S.Adventure.edu.

in het MAR.

en/of

.

Re-explore 2— Kun je een verkoopfactuur analyseren? 1

Bekijk het organogram achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Wie heeft de verkoopfactuur

@

opgesteld?

Bestudeer de verkoopfactuur bij Re-explore 3.

a

Voor wie is de factuur bestemd?

b

Op welke datum is de factuur opgesteld?

c

Wat is de uiterste betalingsdatum?

LEVEL 2

Beantwoord de vragen.

THEMA 1

2

53


d

Welk nummer heeft de factuur?

e

Schrijf je de factuur onder hetzelfde factuurnummer in de boekhouding in?

f

Waarop heeft de verkoop betrekking?

Vul aan: klant Chirojeugd Vlaanderen moet

betalen aan

IN

g

A.S.Adventure.edu, met andere woorden er ontstaat een die klant. h

Voor welke waarde heeft A.S.Adventure.edu goederen verkocht?

Hoeveel btw wordt er aangerekend?

j

N

i

tegenover

Welk btw-tarief is er van toepassing op de factuur?

VA

k

Markeer het juiste antwoord: de btw die je aanrekent op de verkoop van goederen en diensten is aftrekbare btw / verschuldigde btw.

Re-explore 3— Hoe registreer je een eenvoudige verkoopfactuur?

1

Bestudeer de verkoopfactuur. Welke bedragen heb je nodig voor de boekhoudkundige verwerking?

@

2

Bekijk het MAR en de boekingsregels achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

THEMA 1

LEVEL 2

a

54

De vordering op klant Chirojeugd Vlaanderen stijgt / daalt met

euro. De rekeningen met betrekking tot een vordering staan in klasse

, namelijk rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert. Je moet de rekening dus debiteren / crediteren voor dat bedrag.


b

Bij een verkoop heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een vordering / schuld tegenover de btw-administratie. Je boekt het btw-bedrag op een rekening van klasse

,

. Dat is een actiefrekening /

namelijk rekening

passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor het bedrag van euro. c

A.S.Adventure.edu verkocht handelsgoederen, dat is een

voor de

onderneming. Je boekt de verkoop op een rekening uit klasse

, namelijk rekening .

euro. Vul het redeneringsschema in. Documentnummer:

REKENINGNAAM

A/P

K/O

VA

@

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

CREDIT-

D/C

DEBET-

+/-

Totaal

LEVEL 2

REK.NR.

N

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

3

IN

Die rekening vermeerdert / vermindert. Je debiteert / crediteert de rekening voor het bedrag van

55


A.S.Adventure.edu

Chirojeugd Vlaanderen Kipdorp 30 2000 ANTWERPEN

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw‐nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

40002

BE0476 038 485

VF20xx‐0256

20xx‐03‐01

20xx‐03‐31

Omschrijving

Art.nr.

Aantal

Verkoopprijs/e

Btw‐%

Totaal in euro

10

90,87

21 %

908,70

10009 Campingaz Kookvuur Bivouac

40

45,41

21 %

1 816,40

IN

10008 Ayacucho Slaapzak Ignition 1700 II

10012 Ortlieb Dagrugzak Velocity 17L 10003 Coleman Tent Pingora Blackout

20xx‐03‐01, UVB20xx‐0197

Leveringsvoorwaarden

Af fabriek

Brutobedrag Hand.korting

Btw‐%

0,00

0,00

21 %

7 682,50

0,00

Totaal

7 682,50

6%

82,60

21 %

826,00

20

206,57

21 %

4 131,40

N

Leveringsdatum

10

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

7 682,50

7 682,50

0,00

7 682,50

1 613,33

9 295,83

7 682,50

7 682,50

7 682,50

1 613,33

9 295,83

Netto

Kosten

Totaal

Terugstuurbare verpakking

VA

Factuurbedrag (in euro)

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Algemene voorwaarden: zie achterkant

@

Re-explore 4— Hoe registreer je een verkoopfactuur

THEMA 1

LEVEL 2

1

56

met meerdere btw-tarieven?

Bestudeer de verkoopfactuur en beantwoord de vragen. a

Welke btw-tarieven zijn er van toepassing? Verklaar.

b

Stel dat er extra verpakking aangerekend zou worden op de factuur. Aan welk btw-tarief is die dan onderhevig? Verklaar.

9 295,83


2

Gebruik het MAR en de boekingsregels. Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

De vordering op klant Synergie Wellness Point stijgt / daalt met

euro. . Dat is een actiefrekening /

Je boekt dat op de rekening

passiefrekening die vermeerdert / vermindert. Je debiteert / crediteert de rekening voor dat bedrag. b

Bij een verkoop heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een vordering / schuld tegenover de btw-administratie. Je boekt dat op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert,

je debiteert / crediteert de rekening voor c

euro.

IN

A.S.Adventure.edu verkocht handelsgoederen aan 6 % en 21 % btw, dat is een voor de onderneming. Je boekt de verkoop aan 6 % op de rekening

. Dat is een kostenrekening /

opbrengstenrekening die vermeerdert / vermindert. Je debiteert / crediteert de rekening voor

N

euro. De verkoop aan 21 % btw, boek je op de rekening

. Dat is een kostenrekening /

opbrengstenrekening die je debiteert / crediteert voor 3

euro.

VA

Vul nu het redeneringsschema in.

REK.NR.

REKENINGNAAM

@

A/P

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

K/O

LEVEL 2

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

Documentnummer:

57


A.S.Adventure.edu

Synergie Wellness Point Brieleke 16 2160 WOMMELGEM

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw‐nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

40010

BE0448 602 630

VF20xx‐0257

20xx‐03‐02

20xx‐04‐01

Art.nr.

Omschrijving

Aantal

Verkoopprijs/e

Btw‐%

Totaal in euro

5

140,49

21 %

702,45

10207 Mythische Trektochten in de Wereld

2

26,41

6%

52,82

2

28,29

6%

56,58

10

33,06

21 %

330,60

10

28,92

21 %

289,20

30

24,79

21 %

743,70

10

24,75

21 %

247,50

IN

10147 Agu Broek Commuter Women

10203 Trotter Zuid‐Italië 10175 Nike T‐Shirt Rise 365 10185 Nike T‐Shirt M Top SS Hpr Dry 10198 Nike Equipment Yoga Mat Nike Fundamental 3 mm

N

10042 Chilly's Drinkfles Chrome Rose Gold 500ml

Leveringsdatum

20xx‐03‐01, UVB20xx‐0198

Leveringsvoorwaarden

Franco huis

Brutobedrag Hand.korting

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

Totaal

109,40

0,00

109,40

Netto

Kosten

109,40

0,00

109,40

6,56

115,96

21 %

2 313,45

0,00

2 313,45

2 313,45

0,00

2 313,45

485,82

2 799,27

Totaal

2 422,85

2 422,85

2 422,85

2 422,85

492,38

2 915,23

VA

Btw‐%

6%

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

2 915,23

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

@

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Re-explore 5— Hoe registreer je een uitgaande creditnota?

THEMA 1

LEVEL 2

1

58

Op 20xx-03-06 stelt Mulin Bussche creditnota CN20xx-0002 op. Beantwoord de vragen. a

Op welke factuur heeft de creditnota betrekking?

b

Waarom heeft Mulin die creditnota opgesteld?


2

Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

De vordering op klant Chirojeugd Vlaanderen stijgt / daalt met

euro. . Dat is een actiefrekening /

Je boekt dat op de rekening

passiefrekening die vermeerdert / vermindert. Je moet de rekening dus debiteren / crediteren voor dat bedrag. b

Het btw-bedrag van een uitgaande creditnota mag je van de overheid terugvorderen. Bij een uitgaande creditnota heb je te maken met aftrekbare btw / verschuldigde btw. Dat is een

IN

vordering / schuld tegenover de btw-administratie. Je boekt het btw-bedrag op een rekening van klasse

, namelijk rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die

vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert de rekening voor c

euro.

Chirojeugd Vlaanderen stuurt een deel van de verkochte handelsgoederen terug. De kost /

N

opbrengst voor A.S.Adventure.edu daalt / stijgt. Je boekt het brutobedrag op de rekening

, die je debiteert / crediteert voor

euro.

3

VA

Vul het redeneringsschema in.

REK.NR.

REKENINGNAAM

@

A/P

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

K/O

LEVEL 2

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

Documentnummer:

59


A.S.Adventure.edu

Chirojeugd Vlaanderen Kipdorp 30 2000 ANTWERPEN

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Creditnota

Klantcode

Btw‐nummer

Nummer creditnota

Factuurdatum

40002

BE0476 038 485

CN20xx‐0002

20xx‐03‐06

Art.nr.

Omschrijving

Aantal

Btw‐%

90,87

21 %

‐5

Totaal in euro ‐454,35

IN

10008 Ayacucho Slaapzak Ignition 1700 II

Verkoopprijs/e

Vervaldatum

Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin zij oorspronkelijk in aftrek werd gebracht. KB nr. 4 art. 4

Leveringsdatum

Goederen retour, rits stuk. VF20xx‐0256 dd. 20xx‐03‐01

Leveringsvoorwaarden

Af fabriek

Brutobedrag Hand.korting 0,00

0,00

21 %

‐454,35

0,00

Totaal

‐454,35

Netto

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

Kosten

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

‐454,35

‐454,35

0,00

‐454,35

‐95,41

‐549,76

‐454,35

‐454,35

‐454,35

‐95,41

‐549,76

N

Btw‐% 6%

VA

Bedrag creditnota (in euro)

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

THEMA 1

LEVEL 2

@

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

60

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Totaal

‐549,76


Explore 6— Hoe registreer je een verkoopfactuur met handelskorting?

1

Bestudeer de verkoopfactuur. Welke bijzondere verkoopvoorwaarde is er van toepassing?

2

IN

Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord. Door een handelskorting te geven aan klant Fitality Club dalen / stijgen de bedrijfsopbrengsten. Je boekt de handelskorting op de rekening

. Je moet

de rekening debiteren / crediteren voor 3

euro.

Welk bedrag boek je op de rekening 704002 Verkopen handelsgoederen aan 21 %?

4

N

Vul het redeneringsschema in.

REKENINGNAAM

A/P

@

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

K/O

LEVEL 2

REK.NR.

VA

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

Documentnummer:

61


Registratie handelskorting Het bedrag van de toegestane handelskorting aan de klanten boek je op de rekening 704020 Handelskorting op verkopen(-).

A.S.Adventure.edu

Fitality Club Ruggevellaan 603 2100 DEURNE

Nijverheidsstraat 92/5 Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw‐nummer

40004

BE0458 666 280

Art.nr.

Omschrijving

10077 Ayacucho Short Iquitos M

Vervaldatum

20xx‐03‐03

20xx‐04‐02

Verkoopprijs/e

Btw‐%

20

24,79

21 %

495,80

10

20,62

21 %

206,20

Leveringsdatum

20xx‐03‐02, UVB20xx‐0199

Leveringsvoorwaarden

Franco huis

45,41

21 %

454,10

10

49,55

21 %

495,50

10

41,28

21 %

412,80

10

148,35

21 %

1 483,50

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

Totaal

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

21 %

3 547,90

354,79

3 193,11

3 193,11

0,00

3 193,11

670,55

3 863,66

Totaal

3 547,90

354, 79

3 193,11

3 193,11

3 193,11

670,55

3 863,66

Btw‐%

@

6%

Brutobedrag Hand.korting

Totaal in euro

10

VA

10022 Polar Hartslagmeter Ignite S

Factuurdatum

VF20xx‐0258

N

10186 Adidas T‐Shirt E 3S Tee

10076 Ayacucho Short Pacer Shorts M

Factuurnummer

Aantal

10198 Nike Equipment Yoga Mat Nike Fundamental 3 mm

10193 Adidas Trui E 3S Crew Fl

IN

2160 WOMMELGEM

Netto

Kosten

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

THEMA 1

LEVEL 2

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

62

Algemene voorwaarden: zie achterkant

3 863,66


Explore 7— Hoe registreer je een verkoopfactuur met doorgerekende kosten?

1

Bestudeer de verkoopfactuur en beantwoord de vragen. a

Bekijk het klantenbestand achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Welke leveringsvoorwaarde heeft klant Ski &

b

Welke kosten staan er op de factuur voor Snow Valley?

c

Geef nog twee andere voorbeelden van kosten die je aan de klant kunt doorrekenen.

N

2

IN

Snowboardcentrum Snow Valley? Wat betekent dat?

Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

Als je kosten doorrekent aan de klanten, dan daalt / stijgt de bedrijfsopbrengst. De doorgerekende kosten

VA

boek je op een rekening uit de groep 74 Andere bedrijfsopbrengsten, namelijk op de rekening

Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer: REDENERING

Documentdatum:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

THEMA 1

LEVEL 2

@

3

. Je moet die rekening debiteren / crediteren.

Totaal

63


Registratie doorgerekende kosten Kosten die je doorrekent aan klanten, zoals transportkosten en extra verpakking, boek je op de rekening 746000 Doorgerekende kosten.

A.S.Adventure.edu

Ski & Snowboardcentrum Snow Valley Deusterstraat 74/E 3990 PEER

2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw‐nummer

40006

BE0464 256 648

Art.nr.

Omschrijving

IN

Nijverheidsstraat 92/5

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

VF20xx‐0259

20xx‐03‐04

20xx‐04‐03

Aantal 5

10126 Leki Skistok Rider 10132 Salomon Skihelm Mirage+ 10137 Smith Skibril I/O Mag

495,83

21 %

10130 DC Snowboardboot Judge Boa

Leveringsdatum

20xx‐03‐02, UVB20xx‐0200

Leveringsvoorwaarden

Af fabriek

Btw‐%

6%

Totaal

2 479,15

12,36

21 %

494,40

5

214,83

21 %

1 074,15

20

198,31

21 %

3 966,20

8

578,47

21 %

4 627,76 1 446,05

Netto

5

289,21

21 %

Kosten

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

Totaal

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

14 087,71

0,00

14 087,71

40,00

14 127,71

0,00

14 127,71

2 966,82

17 094,53

14 087,71

40,00

14 127,71

14 127,71

2 966,82

17 094,53

@

21 %

Brutobedrag Hand.korting

Totaal in euro

40

VA

10129 Burton Snowboard Custom X

Btw‐%

N

10122 Elan Ski Sl Fusion X+

Verkoopprijs/e

14 087,71

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

17 094,53

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

THEMA 1

LEVEL 2

Algemene voorwaarden: zie achterkant

64


Explore 8— Hoe registreer je een verkoopfactuur met terugstuurbare verpakking?

1

Bestudeer de verkoopfactuur. Wat wordt er aan klant Chirojeugd Vlaanderen aangerekend?

2

Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord.

IN

De goederen worden geleverd op een europallet. Na het lossen van de goederen kan Chirojeugd

Vlaanderen de europallet terugbezorgen. Er ontstaat een vordering / schuld tegenover de klant. Je vindt de rekening in groep 48 van het MAR, rekening

.

Dat is een actiefrekening / passiefrekening die daalt / stijgt. Je debiteert / crediteert die rekening voor euro.

N

Vul het redeneringsschema in.

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

VA

REDENERING

Documentdatum:

@

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

Totaal

LEVEL 2

Documentnummer:

THEMA 1

3

65


Registratie terugstuurbare verpakking Terugstuurbare verpakking die je de klant aanrekent, boek je op de passiefrekening 488000 Terug te betalen verpakking. Op de terugstuurbare verpakking wordt geen btw aangerekend.

A.S.Adventure.edu

Chirojeugd Vlaanderen Kipdorp 30 2000 ANTWERPEN

2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw‐nummer

40002

BE0476 038 485

Art.nr.

Omschrijving

IN

Nijverheidsstraat 92/5

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

VF20xx‐0260

20xx‐03‐05

20xx‐04‐04

Aantal 30

Btw‐%

165,25

21 %

Totaal in euro 4 957,50

VA

N

10001 Vaude Tent Taurus 2P

Verkoopprijs/e

Leveringsdatum

20xx‐03‐03, UVB20xx‐0201

Leveringsvoorwaarden

Af fabriek

Btw‐%

6%

Netto

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

4 957,50

0,00

4 957,50

4 957,50

0,00

4 957,50

1 041,08

5 998,58

4 957,50

4 957,50

4 957,50

1 041,08

5 998,58

@

21 %

Brutobedrag Hand.korting

Totaal

4 957,50

Kosten

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

THEMA 1

LEVEL 2

Algemene voorwaarden: zie achterkant

66

Totaal

20,00 6 018,58


Explore 9— Hoe registreer je een verkoopfactuur met financiële korting?

1

Bestudeer de verkoopfactuur en beantwoord de vragen. a

Welke korting staat A.S.Adventure.edu aan klant KSA Nationaal toe?

Wanneer mag KSA Nationaal die korting in mindering brengen?

IN

b

Registratie financiële korting bij verkoopfactuur

Op het moment van registratie van de verkoopfactuur weet je niet of de klant van de

N

financiële korting zal gebruikmaken. Je moet daar dus bij het boeken van de verkoopfactuur geen rekening mee houden.

De financiële korting beïnvloedt enkel de berekening van de btw. Betaalt de klant binnen de

VA

tien dagen, dan registreer je de financiële korting bij de financiële verrichtingen.

2

Vul het redeneringsschema in.

REK.NR.

REKENINGNAAM

@

A/P

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

K/O

LEVEL 2

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

Documentnummer:

67


A.S.Adventure.edu

KSA Nationaal Vooruitgangsstraat 225 1030 SCHAARBEEK

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw‐nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

40005

BE0420 509 351

VF20xx‐0261

20xx‐03‐05

20xx‐04‐04

Art.nr.

Omschrijving

Aantal

Verkoopprijs/e

Btw‐%

Totaal in euro

5

82,60

21 %

413,00

10005 Deuter Accessoire Raincover III

30

18,97

21 %

569,10

10

82,60

21 %

826,00

5

82,60

21 %

413,00

IN

10012 Ortlieb Dagrugzak Velocity 17L

10007 Millet Slaapzak Baikal 750 Regular

N

10017 CamelBak Hydration Pack Lobo 9L

Leveringsdatum

Afhaling winkel 20xx‐03‐05

Leveringsvoorwaarden

Franco huis

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

21 %

2 221,10

0,00

2 221,10

2 221,10

44,42

2 176,68

457,10

2 678,20

Totaal

2 221,10

2 221,10

2 221,10

44,42

2 176,68

457,10

2 678,20

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

VA

Btw‐%

6%

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

44,42 EUR in mindering brengen.

THEMA 1

LEVEL 2

@

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

68

Totaal

Algemene voorwaarden: zie achterkant

2 678,20


Factuur

40005

Art.nr.

VF20xx‐0262

BE0420 509 351

Omschrijving

Aantal

20xx‐03‐05

20xx‐04‐04

Verkoopprijs/e

Btw‐%

Totaal in euro

10012 Ortlieb Dagrugzak Velocity 17L

5

82,60

6%

452,70

10005 Deuter Accessoire Raincover III

30

18,97

21 %

4 745,40

Explore 10— Ken je alle boekingsregels van de verkoopfactuur?

Op 20xx-03-06 stelt Mulin Bussche factuur VF20xx-0262 op voor Groendienst Gent. a

Bestudeer de factuur.

b

Neem er opnieuw het MAR bij. Noteer in de vakken op welke rekening van het MAR je het bedrag registreert Leveringsdatum

bij hetAfhaling boeken van de verkoopfactuur. winkel 20xx‐03‐05

Leveringsvoorwaarden Btw‐%

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

Totaal

452,70

67,91

384,79

25,00

409,79

8,20

401,59

24,10

433,89

4 745,40

711,81

4 033,59

4 033,59

80,67

3 952,92

830,11

4 863,70

779,72

4 418,38

88,87

4 354,51

854,21

5 297,59

6% 21 %

Franco huis

IN

1

A B

Totaal

5 198,10

C

D 25,00

4 443,38

E

F

Terugstuurbare verpakking

Factuurbedrag (in euro)

G

H

20,00

5 317,59

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

B

EUR in mindering brengen.

N

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

A

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

VA

C

Algemene voorwaarden: zie achterkant

D E F

G

THEMA 1

LEVEL 2

@

H

69


2

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

@

LEVEL 2

3

THEMA 1

+/-

N

70

A/P K/O

IN

REDENERING

Documentdatum:

Maak nu Action 1.

Totaal


Explore 11— Wat zijn dagontvangsten? 1

Bij welke verkopen ben je niet verplicht een verkoopfactuur op te stellen?

Welk betalingsbewijs ontvangt de klant dan?

3

Ga naar het onlinelesmateriaal. Beluister het interview met

IN

2

Kevin Thijs, kassamedewerker van A.S.Adventure.edu. Beantwoord de vragen. Wat zijn dagontvangsten?

b

Wat is een dagontvangstenboek?

c

Wat moet je noteren in het dagontvangstenboek?

VA

N

a

Good to know

Het is belangrijk dat je de dagontvangsten inschrijft op basis van een verantwoordingsstuk. Elke computerkassa doet dat tegenwoordig automatisch. Wie niet over een computerkassa beschikt, moet zijn dagontvangsten anders bewijzen. In kleine boetieks kleeft men soms de etiketten uit de kleding op een blad tijdens het afrekenen. Zo bewijzen de kassiers hun dagontvangsten dag per dag. Kappers houden dan weer hun

@

afspraken bij in een agenda als bewijs.

Op het niet invullen van het dagontvangstenboek staan boetes. Stel dat je drie dagen het

THEMA 1

LEVEL 2

dagontvangstenboek niet invult, dan is er drie keer een boete van 125,00 euro voorzien.

71


CONTANTE WINKELVERKOPEN EN DAGONTVANGSTENBOEK

Contante winkelverkopen zijn verkopen aan een consument zonder dat de winkelier daarvoor een verkoopfactuur opstelt. De klant betaalt onmiddellijk en ontvangt enkel een kasticket als aankoopbewijs. Het dagontvangstenboek is een boek (op papier of elektronisch) waarin je als winkelier dagelijks, verplicht de totale ontvangsten uit winkelverkopen opgesplitst per btw-tarief inschrijft. Elke inschrijving

IN

moet je aan de hand van een verantwoordingsstuk, bijvoorbeeld het totale kasticket bij de dagelijkse afsluiting van de kassa,

verantwoorden. Je bent verplicht het dagontvangstenboek en de verantwoordingsstukken zeven jaar te bewaren.

N

Explore 12— Kun je de dagontvangsten registreren in de boekhouding?

Bekijk het overzicht van de dagontvangsten van de maand maart. Beantwoord de vragen.

VA

1

Hoeveel bedragen de winkelverkopen in de maand maart?

b

Hoe zijn die uitgesplitst?

Bereken en vul de tabel aan. a

Het maandtotaal exclusief 6 % btw.

b

Het maandtotaal exclusief 21 % btw.

c

Het maandtotaal exclusief btw.

d

Het maandtotaal btw-bedrag 6 % btw.

THEMA 1

LEVEL 2

@

2

a

72


e

Het maandtotaal btw-bedrag 21 % btw.

f

Het maandtotaal btw-bedrag.

ONTVANGSTEN

Btw-nummer: BE0465 672 452

Omschrijving

Totalen

0%

BEDRAGEN INCLUSIEF BTW 6% 12 %

21 %

20xx-03-01

Dagontvangsten

0,00

20xx-03-02

Dagontvangsten

874,56

874,56

20xx-03-03

Dagontvangsten

1 278,40

1 278,40

20xx-03-04

Dagontvangsten

970,71

20xx-03-05

Dagontvangsten

789,12

20xx-03-06

Dagontvangsten

2 200,58

20xx-03-07

Dagontvangsten

0,00

20xx-03-08

Dagontvangsten

0,00

20xx-03-09

Dagontvangsten

764,39

764,39

20xx-03-10

Dagontvangsten

956,87

956,87

20xx-03-11

Dagontvangsten

1 189,52

1 189,52

20xx-03-12

Dagontvangsten

989,48

20xx-03-13

Dagontvangsten

1 587,96

20xx-03-14

Dagontvangsten

0,00

20xx-03-15

Dagontvangsten

0,00

20xx-03-16

Dagontvangsten

902,14

20xx-03-17

Dagontvangsten

821,85

20xx-03-18

Dagontvangsten

578,02

20xx-03-19

Dagontvangsten

1 073,97

20xx-03-20

Dagontvangsten

2 089,64

20xx-03-21

Dagontvangsten

0,00

25,00

945,71

125,60

2 074,98

@

VA

N

789,12

95,20

894,28 1 587,96

902,14 25,00

796,85

50,00

1 023,97

578,02 2 089,64

20xx-03-22

Dagontvangsten

0,00

20xx-03-23

Dagontvangsten

461,37

461,37

20xx-03-24

Dagontvangsten

612,09

612,09

20xx-03-25

Dagontvangsten

1 006,47

1 006,47

20xx-03-26

Dagontvangsten

1 074,06

20xx-03-27

Dagontvangsten

1 153,19

20xx-03-28

Dagontvangsten

0,00

20xx-03-29

Dagontvangsten

0,00

20xx-03-30

Dagontvangsten

432,20

432,20

20xx-03-31

Dagontvangsten

761,90

761,90

MAANDTOTAAL INCLUSIEF BTW MAANDTOTAAL EXCLUSIEF BTW MAANDTOTAAL BTW

147,80

926,26 1 153,19

LEVEL 2

Datum

THEMA 1

maart 20xx

IN

MAAND

Blz. nr. 3

73


3

Om de dagontvangsten te registreren in het verkoopdagboek stelt Estefania Umuhire een globale factuur dagontvangsten op. Vul op basis van de berekeningen in vraag 2 de factuur in.

A.S.Adventure.edu

Dagontvangsten

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Klantcode

Factuur

Btw‐nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

VF20xx‐0272

20xx‐03‐31

40100

Omschrijving

Aantal

Verkoopprijs/e

Btw‐%

Totaal in euro

IN

Art.nr.

Vervaldatum

Dag 6 % Dagontvangsten aan 6 % btw

6%

1

21 %

VA

N

Dag 21 % Dagontvangsten aan 21 % btw

1

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden Btw‐%

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

6%

21 %

Totaal

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

@

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

THEMA 1

LEVEL 2

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

74

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Totaal


4

Vul het redeneringsschema van de dagontvangsten in. Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

A/P K/O

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

VA

TO THE POINT Soorten verkopen

@

Verkopen zijn bedrijfsopbrengsten. De meeste ondernemingen verkopen vooral handelsgoederen, maar er zijn ook ondernemingen die hoofdzakelijk diensten verkopen, zoals glazenwassers, tuinmannen … Bijzonderheden Handelskorting geef je met als doel meer te verkopen. Je verleent die korting aan trouwe klanten, bij grote afname, bij opendeurdagen … Het bedrag van de toegestane handelskorting boek je op de rekening 704020 Handelskorting op verkopen (-).

voor terugstuurbare verpakking, dan ontstaat er een schuld tegenover de klant. De klant kan de verpakking terugsturen en dan moet je het aangerekende bedrag terugbetalen. Het bedrag van de terugstuurbare verpakking boek je op de passiefrekening 488000 Terug te betalen verpakking. Met de financiële korting houd je geen rekening bij de boeking van de verkoopfactuur. Je boekt steeds het totale factuurbedrag, zonder financiële korting.

THEMA 1

de opbrengstenrekening 746000 Doorgerekende kosten. Reken je een waarborg aan de klant

LEVEL 2

Extra (of verloren) verpakking, transportkosten die je doorrekent aan klanten, registreer je op

75


Verkoopverrichtingen volgens het MAR: verkoopfactuur

REDENERING Vordering op klant

REK.NR.

REKENINGNAAM

400000

Handelsdebiteuren

A/P K/O A

+/-

D/C

+

D

stijgt. 451100

Verschuldigde btw

704001

Verkopen HG aan

schuld t.o.v. overheid stijgt. Verkopen HG = bedrijfsopbrengst stijgt.

+

C

O

+

C

6 % btw

Verkopen HG = bedrijfs-

704002

Verkopen HG aan

O

+

C

21 % btw 704020

bedrijfsopbrengst daalt. Verpakking wordt aan-

Handelskorting op

Terug te betalen

O

-

D

Brutobedrag

P

+

Bedrag handelskorting

C

verpakking

VA

Brutobedrag

btw-% 21 %

verkopen (-)

488000

Btw-bedrag

btw-% 6 %

N

opbrengst stijgt.

mag die terugsturen.

P

IN

verschuldigde btw. De

gerekend, maar klant

Totaal factuurbedrag

Btw op verkopen =

Handelskorting =

BEDRAG

Bedrag terugstuurbare verpakking

Er ontstaat een schuld tegenover de klant. Transportkosten,

verpakking wordt door-

746000

Doorgerekende kosten

O

+

C

Bedrag transport-

gerekend. Dat is een

kosten, extra

extra bedrijfsopbrengst.

verpakking

Dagontvangsten

Bij verkopen aan handelaars ben je verplicht een

@

factuur op te stellen. Die factuur registreer je in het

verkoopdagboek. Bij een verkoop aan een particulier ben je niet verplicht om een factuur op te maken, een kasticket volstaat. Dat zijn winkelverkopen. In een winkel betaalt de klant onmiddellijk, cash of via een bankkaart, daarom heet dat contante winkelverkopen. Bij het afsluiten van de kassa, krijg je een overzicht van de dagontvangsten. Dat is het totaalbedrag van de contante winkelverkopen van die dag. Het is belangrijk een overzicht te hebben van alle

THEMA 1

LEVEL 2

dagontvangsten. Je hebt dat namelijk nodig om de btw-aangifte in te vullen en om de winst te

76

bepalen. Daarom ben je als winkelier wettelijk verplicht, dagelijks het dagontvangstenboek in te vullen. Dat kan zowel digitaal als op papier. Op het niet invullen van het dagontvangstenboek staan boetes. Stel dat je drie dagen het dagontvangstenboek niet invult, dan is er drie keer een boete voorzien van 125,00 euro.


In het dagontvangstenboek noteer je op basis van het kasticket de bedragen inclusief btw, uitgesplitst per btwtarief. Om de winkelverkopen te registreren in het verkoopdagboek, stel je een interne verkoopfactuur op. Uitgaande creditnota Een uitgaande creditnota is een document dat je opstelt om de verkoopfactuur te verbeteren. De vordering tegenover de klant daalt daardoor. Net zoals bij een inkomende creditnota,

IN

moet ook op de uitgaande creditnota verplicht de melding

staan: ‘Btw terug te storten aan de Staat in de mate waarin ze oorspronkelijk in aftrek werd gebracht. (KB nr. 4, art. 4)’.

Verkoopverrichtingen volgens het MAR: uitgaande creditnota

Btw op uitgaande creditnota’s = aftrekbare btw. De vordering t.o.v.

Handelsdebiteuren

411200

Aftrekbare btw op

Retour HG = bedrijfs­

@

opbrengst daalt.

A

+/-

D/C

BEDRAG

-

C

Totaalbedrag

cn

A

+

D

Btw-bedrag

O

-

D

Brutobedrag

uitgaande cn’ s

VA

overheid stijgt.

400000

A/P

K/O

704010

Retours op

verkopen (-)

BEKIJK DE KENNISCLIP

LEVEL 2

daalt.

REKENINGNAAM

THEMA 1

Vordering op klant

REK.NR.

N

REDENERING

77


Action 1— Kun je verkoopfacturen en uitgaande creditnota’s registreren?

1

Analyseer alle verkoopfacturen en uitgaande creditnota’ s.

2

Vul van elke factuur en uitgaande creditnota het redeneringsschema in.

IN

A Documentnummer:

Documentdatum:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

REDENERING

A.S.Adventure.edu

Groendienst Gent Woodrow Wilsonplein 1 9000 GENT

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw-nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

40007

BE0207 451 227

VF20xx-0264

20xx-03-12

20xx-05-11

Verkoopprijs/e

Btw-%

10096

Jack Wolfskin Schoen Vojo 3 Mid Texapore

Omschrijving

Aantal 10

99,13

21 %

991,30

10072

Jack Wolfskin Fleece Scandic

10

107,40

21 %

1 074,00

82,60

21 %

826,00

16,49

21 %

164,90

@

Art.nr.

10080

Jack Wolfskin Broek Act ivat e Sky Xt

10

10025

Ledlenser Zaklamp P3

10

Totaal

A.S.Adventure.edu

Groendienst Gent Woodrow Wilsonplein 1 9000 GENT

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum

THEMA 1

LEVEL 2

Leveringsvoorwaarden

78

Factuur Art.nr. Btw-%

20xx-03-08, UVB20xx-0204 Klantcode Btw-nummer Franco huis 40007

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

BE0207 451 227

Netto

Kosten

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

VF20xx-0264

20xx-03-12

20xx-05-11

Aantal Subtotaal

6% 10096 21 %

0,00 0,00 0,00 Jack Wolfskin Schoen Vojo 3 Mid Texapore 3 056,20 3 056,20

0,00 10 3 056,20

10072 Totaal

Jack Wolfskin Fleece Scandic 3 056,20

10 3 056,20

10080

Totaal in euro

3 056,20

Jack Wolfskin Broek Act ivat e Sky Xt

10

10025 Ledlenser Zaklamp P3 Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

10

EUR in mindering brengen.

Verkoopprijs/e Fin. korting 0,00

Btw-% MvH

99,13 61,12

0,00 21 % 2 995,08

107,40 61,12

21 % 2 995,08

Btw

Totaal inTotaal euro

0,00 628,97

0,00 991,30 3 685,17

628,97

1 685,17 074,00 3

82,60

Terugstuurbare 21 % verpakking

16,49

Factuurbedrag (in euro) 21 %

826,00 3 685,17 164,90


B Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

VA

Totaal

Btw-%

Brutobedrag Hand.korting

6%

0,00

0,00

Netto

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

Kosten

0,00

0,00

0,00

0,00

Totaal 0,00

21 %

3 056,20

3 056,20

3 056,20

61,12

2 995,08

628,97

3 685,17

Totaal

3 056,20

3 056,20

3 056,20

61,12

2 995,08

628,97

3 685,17

Terugstuurbare verpakking 3 685,17

THEMA 1

LEVEL 2

@

Factuurbedrag (in euro)

79


C Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

A.S.Adventure.edu

Chirojeugd Vlaanderen Kipdorp 30 2000 ANTWERPEN

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

VA

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw-nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

40002

BE0476 038 485

VF20xx-0265

20xx-03-12

20xx-04-11

Art.nr.

Omschrijving

Aantal

Verkoopprijs/e

Btw-%

70,25

Totaal

21 %

210,75

15

33,02

21 %

495,30

20

28,51

21 %

570,20

10030

Bynolyt Verrekijker Shark 8x25

3

10032

Victorinox Zakmes Huntsman

10041

Dopper Drinkfles Dopper Insulated 580 ml

A.S.Adventure.edu

10201 El mar Central Nijverheidsstraat 92/5 e en Oostel ijke Pyreneeën Deel 2 Ariège en Pyrénées 2160 WOMMELGEM 10202 mar55 Central Tel. + 32 3El480 11 e en Oostel ijke Pyreneeën Deel 1 Catal unya en Andorra info@asadventure.edu

@

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Factuur Art.nr. Btw-%

2

Af fabriek 40002

BE0476 038 485

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

63,96

6%

Vervaldatum

VF20xx-0265

20xx-03-12

20xx-04-11

Aantal Subtotaal

Verkoopprijs/e Fin. korting 0,00 70,25 0,00

63,96 21 % 1 276,25

33,02

21 % 1 340,21

1 276,25

63,96 3 1 276,25

10032 Totaal

Victorinox Zakmes Huntsman 1 340,21

1 340,21

15 1 340,21

Dopper Drinkfles Dopper Insulated 580 ml

31,98

Factuurdatum

0,00 63,96 Bynolyt Verrekijker Shark 8x25 0,00 1 276,25

20

10201 El mar Central e en Oostel ijke Pyreneeën 2 2 Ariège en Pyrénées Gelieve bijDeel betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. 10202 El mar Central e en Oostel ijke Pyreneeën 2 Deel 1de Catal unya mag en Andorra Bij betaling binnen 10 dagen u EUR in mindering brengen.

Btw-% MvH

Btw

Totaal inTotaal euro

3,84 268,01

67,80 210,75 1 544,26

271,85

495,30 1 612,06

28,51 Terugstuurbare verpakking 21 %

570,20

Factuurbedrag (in euro) 15,99 6% 15,99

1 612,06 31,98

6%

31,98

20xx-03-09, UVB20xx-0205

LEVEL 2

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Leveringsvoorwaarden

MvH

Btw

63,96

0,00

63,96

63,96

0,00

63,96

3,84

67,80

THEMA 1

Leveringsdatum

15,99

31,98

Factuurnummer

6% 10030 21 %

10041

Chirojeugd Vlaanderen 15,99 Kipdorp 30 6% 2000 ANTWERPEN

2

20xx-03-09, UVB20xx-0205 Klantcode Btw-nummer

Totaal in euro

Af fabriek

21 %

1 276,25

0,00

1 276,25

1 276,25

0,00

1 276,25

268,01

1 544,26

Totaal

1 340,21

1 340,21

1 340,21

1 340,21

271,85

1 612,06

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Btw-% 6%

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

Subtotaal

Fin. korting

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

80

Totaal

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

1 612,06


D Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

A.S.Adventure.edu

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Klantcode 40010

Btw-nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

BE0448 602 630

VF20xx-0266

20xx-03-13

20xx-04-12

Omschrijving

Aantal

Verkoopprijs/e

Btw-%

VA

Art.nr.

N

Synergie Wellness Point Brieleke 16 2160 WOMMELGEM

Nijverheidsstraat 92/5

Factuur

REKENINGNAAM

IN

REDENERING

Totaal in euro

10092

The North Face Schoen M Ampezzo

7

107,40

21 %

751,80

10197

Roxy Sporttas Celestial World

3

46,27

21 %

138,81

10191

Bjorn Borg T-Shirt Bbcent re Regular Tee

7

20,62

21 %

144,34

10189

Bjorn Borg T-Shirt Ast or Tee

7

Totaal

33,02

21 %

231,14

10161

Abus Fietshelm Urban -I 3.0

20

66,07

21 %

1 321,40

A.S.Adventure.edu

Synergie Wellness Point Brieleke 16 2160 WOMMELGEM

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Factuur Art.nr. Btw-%

20xx-03-09, UVB20xx-0206 Klantcode Btw-nummer Franco huis 40010

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

BE0448 602 630

Netto

Kosten

Factuurdatum

Vervaldatum

VF20xx-0266

20xx-03-13

20xx-04-12

Aantal Subtotaal

Verkoopprijs/e Fin. korting 0,00 107,40 0,00

0,00 21 % 2 587,49

46,27

21 % 2 587,49

6% 10092 21 %

0,00 0,00 The North Face Schoen M Ampezzo 0,00 2 587,49

2 587,49

0,00 7 2 587,49

10197 Totaal

Roxy Sporttas Celestial World 2 587,49

2 587,49

3 2 587,49

10191

0,00

Factuurnummer

Bjorn Borg T-Shirt Bbcent re Regular Tee

10189 Bjorn Borg T-Shirt Ast or Tee Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. 10161 Abus Fietshelm Urban -I 3.0 Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

Btw-% MvH

Btw

Totaal inTotaal euro

0,00 543,37

0,00 751,80 3 130,86

543,37

138,81 3 130,86

7

20,62 Terugstuurbare verpakking 21 %

7

Factuurbedrag (in euro) 33,02 21 %

3 150,86 231,14

66,07

1 321,40

20

EUR in mindering brengen.

20,00 144,34

21 %

LEVEL 2

@

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Leveringsdatum

20xx-03-09, UVB20xx-0206

Leveringsvoorwaarden

Franco huis

Btw-% 6% 21 %

Brutobedrag Hand.korting

Netto

THEMA 1

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

Totaal

0,00

0,00

0,00

Kosten

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

2 587,49

0,00

2 587,49

2 587,49

0,00

2 587,49

543,37

3 130,86

81


E Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

A.S.Adventure.edu

Fiets! Vlaamse Kaai 20 2000 ANTWERPEN

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw-nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

40003

BE0476 038 485

VF20xx-0267

20xx-03-14

20xx-04-13

Art.nr.

Omschrijving

Aantal

867,15

20

33,06

21 %

661,20

15

247,89

21 %

3 718,35

15

Fiets! 90,87 Vlaamse Kaai 2021 % 2000 ANTWERPEN

1 363,05

Roeckl Handschoen Paulista

10059

Mountain Hardwear Jas Super/DS

@

10157

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Factuur Art.nr. Btw-%

LEVEL 2

Totaal

21 %

15

10021 Julbo Bril Aero Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

THEMA 1

Btw-%

57,81

Lezyne Fietsverlichting Lite Drive 1000Xl

A.S.Adventure.edu

82

Verkoopprijs/e

10162

20xx-03-13, UVB20xx-0207 Klantcode Btw-nummer Af fabriek 40003

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

BE0476 038 485

Netto

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

VF20xx-0267

20xx-03-14

20xx-04-13

Kosten

Aantal Subtotaal

Verkoopprijs/e Fin. korting 0,00 57,81 0,00

0,00 21 % 5 643,29

33,06

21 % 5 643,29

6% 10162 21 %

0,00 0,00 0,00 Lezyne Fietsverlichting Lite Drive 1000Xl 991,46 5 618,29 6 609,75

25,00

0,00 15 5 643,29

10157 Totaal

Roeckl Handschoen Paulista 991,46 6 609,75

25,00

20 5 643,29

10059 10021

5 618,29

Mountain Hardwear Jas Super/DS Julbo Bril Aero

Totaal in euro

Btw-% MvH

Btw

Totaal inTotaal euro

0,00 1 185,09

0,00 867,15 6 828,38

1 185,09

661,20 6 828,38

15

247,89 Terugstuurbare verpakking 21 %

3 718,35

15

Factuurbedrag (in euro) 90,87 21 %

6 828,38 1 363,05

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

Leveringsdatum

EUR in mindering brengen.

20xx-03-13, UVB20xx-0207

Leveringsvoorwaarden

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Af fabriek

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Btw-% 6%

Brutobedrag Hand.korting 0,00

0,00

Netto 0,00

Kosten

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

Totaal

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00


F Documentnummer: REKENINGNAAM

@

VA

CREDITBEDRAG (€)

DEBETBEDRAG (€)

D/C

N

+/-

Totaal

LEVEL 2

A/P K/O

THEMA 1

REK.NR.

IN

REDENERING

Documentdatum:

83


A.S.Adventure.edu

Wandelsport Vlaanderen vzw Industrielaan 11 bus 3 9990 MALDEGEM

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Factuur

Klantcode

Btw-nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

40008

BE0643 481 073

VF20xx-0268

20xx-03-18

20xx-04-17

Art.nr.

Omschrijving

Aantal

Verkoopprijs/e

Btw-%

Totaal in euro

Ayacucho Hoed Brumby Bronco

40

82,60

21 %

3 304,00

10085

Ayacucho Hoed Waterproof Winter

40

33,02

21 %

1 320,80

10018

Jack Wolfskin Heuptas Upgrade

40

23,10

21 %

924,00

10064

Jack Wolfskin Jas Stormy Point

10200

Avontuurlijk Wandelen in Vlaanderen 20 Tochten, Lannoo

10204

Rother Reisboek Tenerife wandelgidsen 70 wandelingen met gps

Leveringsdatum

20xx-03-17, UVB20xx-0208

Leveringsvoorwaarden

Af fabriek

6%

20

82,60

21 %

1 652,00

5

24,52

6%

122,60

5

15,99

6%

79,95

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

Totaal

30,38

172,17

25,00

197,17

0,00

197,17

11,83

209,00

6 120,68

1 285,34

7 406,02

6 317,85

1 297,17

7 615,02

202,55

21 %

7 200,80

Totaal

7 403,35

N

Btw-%

IN

10084

1 080,12

6 120,68

1 110,50

6 292,85

6 120,68

25,00

6 317,85

0,00

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro)

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

EUR in mindering brengen.

VA

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

THEMA 1

LEVEL 2

@

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

84

Algemene voorwaarden: zie achterkant

20,00 7 635,02


G Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

A.S.Adventure.edu

Fitality Club Ruggevellaan 603 2100 DEURNE

Nijverheidsstraat 92/5

VA

2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Creditnota

Klantcode

Btw-nummer

Nummer creditnota

Factuurdatum

40004

BE0458 666 280

CN20xx-0003

20xx-03-18

Art.nr.

10198

Omschrijving

Aantal

Nike Equipment Yoga Mat Nike Fundamental 3 mm

Verkoopprijs/e

Btw-%

24,79

21 %

-10

Vervaldatum

Totaal in euro - 247,90

Totaal

A.S.Adventure.edu

Fitality Club Ruggevellaan 603 2100 DEURNE

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

@

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Creditnota Art.nr. Btw-%

6% 10198 21 %

Retour 20xx-03-15, VF20xx-0258 dd. 20xx-03-03,Nummer 10 stuks te veel geleverd Klantcode Btw-nummer creditnota Franco huis 40004

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

- 24,79

- 247,90

Verkoopprijs/e Fin. korting

0,00 -10 - 223,11

0,00 24,79 0,00

- 223,11

Vervaldatum

20xx-03-18

Aantal Subtotaal

0,00 0,00 0,00 Nike Equipment Yoga Mat Nike Fundamental 3 mm - 24,79 - 223,11 - 247,90

Totaal

Factuurdatum

CN20xx-0003

BE0458 666 280

- 223,11

Btw-% MvH 0,00 21 % - 223,11 - 223,11

Btw

Totaal inTotaal euro

0,00 - 46,85

0,00 - 247,90 - 269,96

- 46,85

- 269,96

Terugstuurbare verpakking Bedrag creditnota (in euro)

- 269,96

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.

LEVEL 2

EUR in mindering brengen.

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Leveringsdatum

Retour 20xx-03-15, VF20xx-0258 dd. 20xx-03-03, 10 stuks te veel geleverd

Leveringsvoorwaarden

Franco huis

Btw-%

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

21 %

- 247,90

- 24,79

- 223,11

- 223,11

0,00

- 223,11

- 46,85

- 269,96

Totaal

- 247,90

- 24,79

- 223,11

- 223,11

- 223,11

- 46,85

- 269,96

6%

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Terugstuurbare verpakking

Totaal

THEMA 1

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

85


H Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

A.S.Adventure.edu

Ski & Snowboardcentrum Snow Valley Deusterstraat 74/E 3990 PEER

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

@

Factuur

Klantcode

Btw-nummer

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

40006

BE0464 256 648

VF20xx-0269

20xx-03-20

20xx-04-19

Art.nr.

Omschrijving

Aantal

Btw-%

Totaal in euro

10133

Smith Skihelm Mission

12

82,60

21 %

991,20

10111

Ayacucho Junior Jas Visconsin

12

41,28 Totaal

21 %

495,36

10114

Peak Performance Softshel l W Sil vap P

12

231,40

21 %

2 776,80

10115

Peak Performance Fl eece M Seasonz J

12

115,66

21 %

1 387,92

12

Ski & Snowboardcentrum Snow Valley 132,22 Deusterstraat 74/E 21 % 3990 PEER

A.S.Adventure.edu

10116 Protest92/5 Skibroek Oweny Nijverheidsstraat 2160 WOMMELGEM

LEVEL 2

Leveringsdatum

THEMA 1

10201 mar55 Central Tel. + 32 3El480 11 e en Oostel ijke Pyreneeën Deel 2 Ariège en Pyrénées info@asadventure.edu

6% 10133 21 %

31,98 Smith Skihelm Mission 7 237,92

10111 Totaal

Ayacucho Junior Jas Visconsin 7 269,90

Leveringsvoorwaarden

Factuur Art.nr. Btw-%

10114

86

Verkoopprijs/e

10115

2

20xx-03-18, UVB20xx-0209 Klantcode Btw-nummer Af fabriek 40006

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

BE0464 256 648

15,99

6%

Factuurdatum

Vervaldatum

VF20xx-0269

20xx-03-20

20xx-04-19

Netto

Kosten

Aantal Subtotaal

Verkoopprijs/e Fin. korting

31,98

25,00

0,00

7 237,92

56,98 12 7 237,92

0,00 82,60

56,98 21 % 7 237,92

12 7 294,90

41,28

21 % 7 294,90

25,00

Peak Performance Softshel l W Sil vap P Peak Performance Fl eece M Seasonz J

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. 10116 Protest Skibroek Oweny

31,98

Factuurnummer

0,00

7 269,90

1 586,64

Btw-% MvH

Btw

Totaal inTotaal euro

3,42 1 519,96

60,40 991,20 8 757,88

1 523,38

495,36 8 818,28

12

231,40 Terugstuurbare verpakking 21 %

20,00 2 776,80

12

Factuurbedrag (in euro) 115,66 21 %

8 838,28 1 387,92

12

132,22

1 586,64

21 %


I Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

A.S.Adventure.edu

Camping International Pré Cawiai 3 6941 BOMAL SUR OURTHE DURBUY

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Klantcode

Btw-nummer

Factuurnummer

VA

Factuur

N

IN

REDENERING

40009

Art.nr.

Factuurdatum

Vervaldatum

20xx-03-22

20xx-04-21

VF20xx-0270

BE0442 492 521

Verkoopprijs/e

Btw-%

10065

Jack Wolfskin Jas Stormy Point

Omschrijving

Aantal 5

82,60

21 %

413,00

10055

The North Face Jas Carto 3In1

5

214,83 Totaal

21 %

1 074,15

10033

Leatherman Multitool Rebar

5

70,21

21 %

351,05

10032

Victorinox Zakmes Huntsman

5

33,02

21 %

165,10

A.S.Adventure.edu

Totaal in euro

Camping International Pré Cawiai 3 6941 BOMAL SUR OURTHE DURBUY

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

@

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Factuur Art.nr. Btw-%

20xx-03-18, UVB20xx-0210 Klantcode Btw-nummer Af fabriek 40009

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

BE0442 492 521

Netto

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

VF20xx-0270

20xx-03-22

20xx-04-21

Kosten

Aantal Subtotaal

Verkoopprijs/e Fin. korting 0,00 82,60

0,00 21 % 2 013,30

214,83

21 % 2 013,30

6% 10065 21 %

0,00 0,00 Jack Wolfskin Jas Stormy Point 0,00 2 003,30

2 003,30

10,00

0,00 5 2 013,30

10055 Totaal

The North Face Jas Carto 3In1 2 003,30

2 003,30

10,00

5 2 013,30

10033 10032

0,00

Leatherman Multitool Rebar Victorinox Zakmes Huntsman

Btw-% MvH

5

70,21 Terugstuurbare verpakking 21 %

5

Factuurbedrag (in euro) 33,02 21 %

Btw

Totaal inTotaal euro

0,00 422,79

0,00 413,00 2 436,09

422,79

1 074,15 2 436,09 351,05 2 436,09 165,10

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

20xx-03-18, UVB20xx-0210

Leveringsvoorwaarden

Af fabriek

Btw-% 6%

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Kosten

0,00

0,00

0,00

21 %

2 003,30

0,00

2 003,30

10,00

Totaal

2 003,30

2 003,30

10,00

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

2 013,30

2 013,30

422,79

2 436,09

2 013,30

2 013,30

422,79

2 436,09

THEMA 1

Leveringsdatum

LEVEL 2

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Totaal

2 436,09

87

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro) Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden.


J Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A.S.Adventure.edu

+/-

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Btw-nummer

40005

BE0420 509 351

Omschrijving

Factuurnummer

Factuurdatum

Vervaldatum

VF20xx-0271

20xx-03-24

20xx-04-23

Verkoopprijs/e

Btw-%

66,07

21 %

528,56

Coleman Tent Pingora Blackout

8

206,57 Totaal

21 %

1 652,56

10004

Osprey Rugzak Aether AG 60

6

206,57

21 %

1 239,42

10012

Ortlieb Dagrugzak Velocity 17L

6

82,60

21 %

495,60

10003

Aantal

VA

Coleman Tent Darwin 2

10025 Ledlenser Zaklamp P3 Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Leveringsdatum

Leveringsvoorwaarden

Factuur Art.nr. Btw-%

20

20xx-03-20, UVB20xx-0211 Klantcode Btw-nummer Franco huis 40005

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

6% 10002 21 %

0,00 Coleman Tent Darwin 2 4 658,49

10003 Totaal

Coleman Tent Pingora Blackout 4 658,49

10004

Netto

Kosten

20xx-04-23

0,00 66,07 93,17

0,00 21 % 4 565,32

206,57 93,17

21 % 4 565,32

0,00

0,00

4 658,49

0,00 8 4 658,49

4 658,49

8 4 658,49

Ortlieb Dagrugzak Velocity 17L

Btw-% MvH

Btw

Totaal inTotaal euro

0,00 958,72

0,00 528,56 5 617,21

958,72

1 652,56 5 617,21

6

206,57 Terugstuurbare verpakking 21 %

1 239,42

6

Factuurbedrag (in euro) 82,60 21 %

5 617,21 495,60

15

16,49

21 %

247,35

20

24,75

21 %

495,00

EUR in mindering brengen.

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Leveringsdatum

20xx-03-20, UVB20xx-0211

Leveringsvoorwaarden

Franco huis

Btw-%

Vervaldatum

20xx-03-24

Verkoopprijs/e Fin. korting

Care Plus EHBO Kit Emergency

495,00

Factuurdatum

Aantal Subtotaal

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. 10025 Ledlenser Zaklamp P3 10027

21 %

VF20xx-0271

0,00

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

24,75

247,35

Factuurnummer

Osprey Rugzak Aether AG 60

@

10012

BE0420 509 351

Totaal in euro

KSA Nationaal 16,49 Vooruitgangsstraat 21 % 225 1030 SCHAARBEEK

15

10027 EHBO Kit Emergency Tel. + 32 3Care 480Plus 55 11 info@asadventure.edu

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

21 %

4 658,49

0,00

4 658,49

4 658,49

93,17

4 565,32

958,72

5 617,21

Totaal

4 658,49

4 658,49

4 658,49

93,17

4 565,32

958,72

5 617,21

6%

LEVEL 2

CREDITBEDRAG (€)

8

10002

A.S.Adventure.edu

THEMA 1

DEBETBEDRAG (€)

N

Klantcode

Art.nr.

88

D/C

KSA Nationaal Vooruitgangsstraat 225 1030 SCHAARBEEK

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Factuur

A/P K/O

IN

REDENERING

Kosten

Totaal

Terugstuurbare verpakking Factuurbedrag (in euro) Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

EUR in mindering brengen.

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Algemene voorwaarden: zie achterkant

5 617,21


K Documentnummer:

Documentdatum: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

A.S.Adventure.edu

Ski & Snowboardcentrum Snow Valley Deusterstraat 74/E 3990 PEER

Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

VA

Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Creditnota

Klantcode

Btw-nummer

Nummer creditnota

Factuurdatum

40006

straat 92/5

CN20xx-0004

20xx-03-24

Art.nr.

10133

Omschrijving

Aantal

Smith Skihelm Mission

Verkoopprijs/e

Btw-%

82,60

21 %

-2

@

2160 WOMMELGEM Tel. + 32 3 480 55 11 info@asadventure.edu

Creditnota Art.nr. Btw-%

6% 10133 21 %

Retour 20xx-03-22, VF20xx-0269, 2 stuks beschadigd Klantcode Btw-nummer Nummer creditnota Af fabriek 40006

Omschrijving Brutobedrag Hand.korting

0,00 Smith Skihelm Mission - 165,20

Totaal

Verkoopprijs/e Fin. korting

- 165,20

0,00 -2 - 165,20

0,00 82,60 0,00

- 165,20

- 165,20

0,00

0,00

Kosten

Vervaldatum

20xx-03-24

Aantal Subtotaal

Netto

0,00

- 165,20

Factuurdatum

CN20xx-0004

straat 92/5

- 165,20

Ski & Snowboardcentrum Snow Valley Deusterstraat 74/E 3990 PEER

Nijverheidsstraat 92/5

Leveringsvoorwaarden

Totaal in euro

Totaal

A.S.Adventure.edu

Leveringsdatum

Vervaldatum

Btw-% MvH 0,00 21 % - 165,20 - 165,20

Btw

Totaal inTotaal euro

0,00 - 34,69

0,00 - 165,20 - 199,89

- 34,69

- 199,89

Terugstuurbare verpakking

- 20,00

Bedrag creditnota (in euro)

- 219,89

Gelieve bij betaling het factuurnummer en uw klantennummer te vermelden. EUR in mindering brengen.

LEVEL 2

Bij betaling binnen de 10 dagen mag u

Action 2— Kun je verkoopfacturen en uitgaande

A.S.Adventure.edu - Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM - BTW BE0465672452 - RPR Antwerpen - IBAN: BE20 3200 6835 4556 - BIC BBRUBEBB

Retour 20xx-03-22, VF20xx-0269, 2 stuks beschadigd creditnota’s registeren in didACC?

Leveringsdatum

Btw-%

Af fabriek

Subtotaal

Fin. korting

MvH

Btw

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

21 %

- 165,20

0,00

- 165,20

- 165,20

0,00

- 165,20

- 34,69

- 199,89

Totaal

- 165,20

- 165,20

- 165,20

- 165,20

- 34,69

- 199,89

6%

Brutobedrag Hand.korting

Netto

Kosten

Totaal

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je kunt er oefenen op het registreren van verkoopfacturen en uitgaande creditnota’s.

Terugstuurbare verpakking

- 20,00

Bedrag creditnota (in euro)

- 219,89

THEMA 1

Algemene voorwaarden: zie achterkant

Leveringsvoorwaarden

89


Action 3— Kun je dagontvangsten registreren in de boekhouding?

1

Bekijk de dagontvangsten van de maand april. Bereken de bedragen exclusief btw en het totaal van de btw-bedragen. BEDRAGEN INCLUSIEF BTW

Maandtotaal

20 171,02

inclusief btw

exclusief btw Maandtotaal btw 2

12 %

21 %

325,90

19 845,12

N

Maandtotaal

6%

IN

0%

Vul het redeneringsschema in. De laatst opgestelde factuur in april kreeg het nummer VF20xx-0305. Je registreert de dagontvangstenfactuur op de laatste dag van de maand in de boekhouding. Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

@

LEVEL 2 THEMA 1 90

3

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

VA

REDENERING

Documentdatum:

K/O

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je kunt er oefenen op het registreren van de dagontvangsten in didACC.


CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA 1

Ik kan een eenvoudige verkoopfactuur

3

Ik kan een verkoopfactuur met handelskorting registreren in de boekhouding.

4

Ik kan een verkoopfactuur met doorgerekende kosten registreren in de boekhouding.

5

Ik kan een verkoopfactuur met terugstuurbare

6

Ik kan een verkoopfactuur met financiële korting registreren in de boekhouding.

7

Ik kan een uitgaande creditnota registreren in de

VA

boekhouding.

Ik kan een dagontvangstenfactuur registreren in de boekhouding.

THEMA 1

LEVEL 2

@

8

N

verpakking registreren in de boekhouding.

IN

Ik kan een verkoopfactuur met meerdere btwtarieven registreren in de boekhouding.

EXTRA OEFENMATERIAAL

registreren in de boekhouding. 2

KAN BETER

91


LEVEL 3 Hoe registreer je financiële verrichtingen in de boekhouding?

Bekijk de onderstaande afbeeldingen en bespreek de vragen klassikaal. a

Welke betaalmethoden herken je?

b

Welke zijn nieuw?

c

Bespreek kort het verschil tussen de verschillende betaalmethoden.

d

Waar kun je die betaalmethoden gebruiken?

THEMA 1

LEVEL 3

@

VA

N

1

IN

INTRO

92

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe registreer je financiële verrichtingen in de boekhouding?


Re-explore 1— Kun je een bankafschrift analyseren? 1

Bestudeer het bankafschrift. a

Noteer de omschrijving van elk onderdeel naast elke letter.

A

IN

B C D

N

E F b

VA

Onder welk nummer registreer je het bankafschrift in de boekhouding?

c

Welke verrichting geeft aanleiding tot dit bankafschrift?

A

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR)

BIC: BBRUBEBB

@

A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556 Europese overschrijving

B

+ 73 560,60 - 1 099,77

Naar: Vaude – BE87 5503 5180 0094 20xx/FA/0289 – K-0984

D Afschrift 59/001 © MDart10

E Nieuw saldo op 20xx-03-06

F + 72 460,83

LEVEL 3

Verrichting 201 van 20xx-03-05 – valuta 20xx-03-04

THEMA 1

C

Vorig saldo op 20xx-02-28

93


2

Vul aan en markeer. Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met

euro. Dat bedrag

bereken je door het verschil te maken tussen van het bankafschrift, dus 3

.

Bekijk het MAR achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Vul aan en markeer het juiste antwoord: Het saldo op de bankrekening ING van A.S.Adventure.edu staat op de balans / resultatenrekening, het behoort tot vaste activa / vlottende activa, onder de rubriek in groep

IN

Die staat in klasse

.

in het MAR. Verrichtingen op de

rekening ING boek je op de rekening passiefrekening.

. Dat is een actiefrekening /

Re-explore 2— Op welke rekening staan de openstaande 1

N

handelsschulden en vorderingen?

Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De schulden / vorderingen tegenover de leveranciers vind je

VA

a

op de

zijde van de rekening

. Dat is een actiefrekening /

passiefrekening. Bij het registreren van een aankoopfactuur / verkoopfactuur boek je het (inclusief btw) op de

Bij een inkomende creditnota op de

b

zijde. zijde.

Wanneer A.S.Adventure.edu een leverancier betaalt, vermeerdert / vermindert de

.

@

Je debiteert / crediteert de rekening.

2

Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

De schulden / vorderingen tegenover de klanten vind je op de

zijde van

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening.

de rekening

Bij het registreren van een aankoopfactuur / verkoopfactuur boek je het totaalfactuurbedrag

THEMA 1

LEVEL 3

(inclusief btw) op de

94

b

zijde. Bij een uitgaande creditnota op de zijde.

Wanneer een klant A.S.Adventure.edu betaalt, vermeerdert / vermindert de vordering, je debiteert / crediteert de rekening.


Re-explore 3— Hoe registreer je een betaling? 1

Ga even terug naar Level 1, Re-explore 4. a

Onder welk nummer staat de factuur van Vaude in de boekhouding van A.S.Adventure.edu ingeschreven?

Controleer of het overgeschreven bedrag correct is.

IN

b

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

A.S.Adventure.edu IBAN: BE20 3200 6835 4556 Europese overschrijving

BIC: BBRUBEBB

N

ING Green Account – EURO (EUR)

Vorig saldo op 20xx-02-28

+ 73 560,60 - 1 099,77

Naar: Vaude – BE87 5503 5180 0094

VA

20xx/FA/0289 – K-0984

Verrichting 201 van 20xx-03-05 – valuta 20xx-03-04

Afschrift 59/001

Nieuw saldo op 20xx-03-06

+ 72 460,83

© MDart10

Bekijk het MAR en de boekingsregels achteraan dit thema of bij het onlinelesmateriaal. Vul aan en

@

markeer het juiste antwoord. Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met

bedrag op de rekening vermeerdert / vermindert, dus je

b

euro. Je boekt dat . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die .

De schuld / vordering tegenover leverancier Vaude daalt / stijgt met

boekt dat op de rekening actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je

euro. Je . Dat is een .

LEVEL 3

a

THEMA 1

2

95


3

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

IN

REDENERING

Documentdatum:

N

Totaal

Re-explore 4— Hoe registreer je een inning? Welke verrichting geeft aanleiding tot dit bankafschrift?

VA

1

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR)

BIC: BBRUBEBB

A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556

Vorig saldo op 20xx-03-06

Europese overschrijving

+ 72 460,83 + 9 295,83

@

Van: Chirojeugd Vlaanderen – BE02 1401 2004 4540 VF20xx-0256 – K40002

Verrichting 202 van 20xx-03-06 – valuta 20xx-03-07

Afschrift 60/001

Nieuw saldo op 20xx-03-07

+ 81 756,66

THEMA 1

LEVEL 3

© MDart10

96

2

Ga even terug naar Level 2, Re-explore 3. Controleer of Chirojeugd Vlaanderen het correcte bedrag overgeschreven heeft.


3

Gebruik de boekingsregels en het MAR. Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met

euro

(

). Je boekt dat bedrag op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert /

vermindert, dus je b

.

De schuld / vordering tegenover klant Chirojeugd Vlaanderen daalt / stijgt voor een bedrag van euro. Je boekt dat op de rekening

.

. 4

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer:

Documentdatum:

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

REK.NR.

Totaal

THEMA 1

LEVEL 3

@

VA

REDENERING

IN

Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je

97


Explore 5– Hoe registreer je een betaling met financiële korting?

1

Welke verrichting gaf aanleiding tot dit bankafschrift?

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393

ING Green Account – EURO (EUR) A.S.Adventure.edu IBAN: BE20 3200 6835 4556 Europese overschrijving

BIC: BBRUBEBB

Vorig saldo op 20xx-03-07

+ 81 756,66 -9 873,09

N

Aan: Polar – BE13 7370 1155 2339 VF20xx-0278 – K40008

IN

BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

VA

Verrichting 203 van 20xx-03-10 – valuta 20xx-03-09

Afschrift 61/001

Nieuw saldo op 20xx-03-10

+ 71 883,57

© MDart10

Ga even terug naar Level 1, Explore 12. a

Onder welk nummer is die factuur ingeschreven in de boekhouding van A.S.Adventure.edu?

b

Voor welk bedrag heeft A.S.Adventure.edu die factuur geregistreerd op de rekening Leveranciers?

THEMA 1

LEVEL 3

@

2

98

3

c

Welk bedrag heeft A.S.Adventure.edu overgeschreven op de rekening van Polar?

d

Verklaar het verschil.

Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord. De financiële korting die de leverancier toestaat, is een financiële kost / opbrengst voor A.S.Adventure.edu. De financiële opbrengsten staan gegroepeerd in het MAR in groep 75. Je boekt de toegestane financiële korting van de leverancier op de rekening

.


Registratie financiële korting leverancier Wanneer je de factuur aan de leverancier betaalt, daalt de schuld tegenover de leverancier. Dat is een passiefrekening die je debiteert voor het totale factuurbedrag zonder rekening te houden met de financiële korting: dus voor het bedrag dat je geregistreerd hebt bij het boeken van de aankoopfactuur op de rekening Leveranciers. Het bedrag van de financiële korting is voor de onderneming een financiële opbrengst. Dat

4

IN

boek je op de rekening 757000 Betalingskortingen van leveranciers, die je crediteert.

Gebruik de boekingsregels en het MAR. Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die

bedrag op de rekening vermeerdert / vermindert, dus je

.

De schuld / vordering tegenover leverancier Polar daalt / stijgt met dat op de rekening

euro. Je boekt

N

b

euro. Je boekt dat

. Dat is een actiefrekening /

passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je c

Het bedrag van de financiële korting

.

euro boek je op de rekening

VA

. Je

dus die

5

rekening.

Vul het redeneringsschema in.

REK.NR.

REKENINGNAAM

@

A/P

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

K/O

LEVEL 3

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

Documentnummer:

99


Explore 6— Hoe registreer je een inning met financiële korting?

1

Welke verrichting gaf aanleiding tot dit bankafschrift?

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393

ING Green Account – EURO (EUR) A.S.Adventure.edu IBAN: BE20 3200 6835 4556 Europese overschrijving

BIC: BBRUBEBB

Vorig saldo op 20xx-03-10

+ 71 883,57 + 2 633,78

N

Van: KSA Nationaal – BE13 7370 1155 2339 VF20xx-0261 – K40005

IN

BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

VA

Verrichting 204 van 20xx-03-11 – valuta 20xx-03-12

Afschrift 62/001

Nieuw saldo op 20xx-03-11

+ 74 517,35

© MDart10

2

Ga even terug naar Level 2, Explore 9. a

Voor welk bedrag heeft A.S.Adventure.edu de factuur geregistreerd op de rekening handelsdebiteuren in de boekhouding?

Welk bedrag heeft KSA Nationaal op de rekening van A.S.Adventure.edu overgeschreven?

@

b

c

LEVEL 3

Neem er opnieuw het MAR bij. Vul aan en markeer het juiste antwoord. De financiële korting die A.S.Adventure.edu toestaat aan haar klant, is een financiële kost / opbrengst

THEMA 1

3

Verklaar het verschil.

toegestane financiële korting van de leverancier op de rekening

100

voor de onderneming. De financiële kosten staan gegroepeerd in groep 65 van het MAR. Je boekt de

.


Registratie financiële korting klanten Wanneer een klant zijn factuur betaalt, daalt de vordering tegenover de klant. Dat is een actiefrekening die je crediteert voor het totale factuurbedrag zonder rekening te houden met de financiële korting. Het is het bedrag dat je geregistreerd hebt bij het boeken van de verkoopfactuur op de rekening Handelsdebiteuren. Het bedrag van de toegestane financiële korting is voor de onderneming een financiële kost.

4

IN

Dat boek je op de rekening 657000 Betalingskortingen aan klanten die je debiteert.

Gebruik de boekingsregels en het MAR. Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die

bedrag op de rekening vermeerdert / vermindert, dus je

.

De schuld / vordering tegenover klant KSA Nationaal daalt / stijgt met

euro.

N

b

euro. Je boekt dat

. Dat is een actiefrekening /

Je boekt dat op de rekening

passiefrekening die vermeerdert / vermindert, je c

.

Het bedrag van de toegestane financiële korting

VA

de rekening

. Dat is een .

THEMA 1

LEVEL 3

@

rekening die je

euro boek je op

101


5

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

VA

Totaal

Explore 7— Hoe analyseer je het kasdocument? 1

Bij het afsluiten van de kassa op het einde van de dag, krijgt Kevin Thys het volgende document. Bestudeer het document en beantwoord de vragen. Waar vind je die gegevens nog?

b

Voor welk bedrag heeft A.S.Adventure.edu op

@

a

20xx-03-02 verkocht?

c

d

Hoeveel geld zat er aan het begin van 20xx-03-02 in de kassa?

LEVEL 3 THEMA 1 102

Hoe betaalden de klanten de verkopen?

e

Hoeveel geld zit er op het einde van de dag in kas?

Dagtotalen in euro 20xx-03-02 Doc. KAS 20xx-40 Verkoop 6 % Verkoop 21 % Totaal

874,56 874,56

Cash Bancontact Dagtotaal

262,35 612,21 874,56

Startgeld kas Ontv. cash Totaal kas Uit kas Overdracht Stand kas

380,00 262,35 642,35

642,35


Waarom zou je geld uit de kas halen? Geef een voorbeeld.

3

Wat wordt er bedoeld met ‘overdracht’?

4

Op welke rekening wordt het totaalbedrag van de dagontvangsten geregistreerd?

VA

N

IN

2

Explore 8— Hoe registreer je een kasdocument? Gebruik de boekingsregels en het MAR. Vul aan en markeer het juiste antwoord. Het saldo van de kas daalt / stijgt met

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermeerdert /

rekening

vermindert, dus je

.

De schuld / vordering tegenover klant Dagontvangsten daalt / stijgt voor een bedrag van euro. Je boekt dat op de rekening die vermeerdert / vermindert en die je dus moet

Dat is een

c

.

.

Nu moet je nog het ontvangen bedrag met Bancontact registreren,

euro. Bekijk

de financiële rekeningen in het MAR. Je boekt de betaalde verkopen met Bancontact op de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermindert / vermeerdert, je debiteert / crediteert.

LEVEL 3

b

euro. Je boekt dat bedrag op de

THEMA 1

a

@

1

103


Elektronische inningen Betalingen met Bancontact of kredietkaart registreer je op rekening 590000 Elektronische inning. Dat is een actiefrekening. Je past er de boekhoudregels op toe zoals op de andere financiële rekeningen. Bij de kasafsluiting mag je de elektronische betalingen niet boeken op de bankrekening

2

Vul het redeneringsschema in. Documentnummer:

Documentdatum:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

@

VA

N

REDENERING

IN

omdat je daarvoor nog geen bankafschrift ontvangen hebt.

Totaal

Explore 9— Hoe registreer je de storting van elektronische inningen op de bankrekening?

THEMA 1

LEVEL 3

1

104

Welke verrichting geeft aanleiding tot dit bankafschrift?


Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 A.S.Adventure.edu

BIC KREDBEBB

Nr. 38 20xx-03-05 + 4 498,13

Vorig saldo EUR datum

03-04

ONTVANGST Bancontact / Mister Cash van 02-03 REF 665057896 PERIODE 02/03 68 NR 1487 A.S.ADVENTURE.EDU

+ 612,21

IN

03-03

valuta

+ 5 110,34

Nieuw saldo EUR

2

N

KBC Bank NV

Gebruik de boekingsregels en het MAR. Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

De bankrekening KBC daalt / stijgt met

euro. Je boekt dat bedrag

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die

op de rekening

VA

vermeerdert / vermindert, dus je

b

.

De inning via Bancontact registreer je op de rekening

.

Dat is een actiefrekening / passiefrekening die vermindert / vermeerdert, je debiteert / crediteert.

3

Vul het redeneringsschema in.

Documentnummer:

@

REDENERING

Documentdatum:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

K/O

THEMA 1

LEVEL 3

105


Welke verrichting geeft aanleiding tot dit bankafschrift?

N

1

IN

Explore 10— Hoe registreer je een interne geldbeweging?

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR)

BIC: BBRUBEBB

VA

A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556

Vorig saldo op 20xx-03-11

Europese overschrijving

+ 74 517,35 - 5 000,00

Aan: A.S. Adventure.edu – BE38 7380 1935 6572 Interne overboeking van ING naar Belfius

@

Verrichting 205 van 20xx-03-13 – valuta 20xx-03-12

Afschrift 63/001

Nieuw saldo op 20xx-03-13

© MDart10

INTERNE GELDBEWEGING

Er is sprake van een interne geldbeweging wanneer je geld overschrijft van de ene

THEMA 1

LEVEL 3

bankrekening naar de andere

106

bankrekening, of als je geld vanuit de kas op de bankrekening stort of omgekeerd.

+ 69 517,35


2

Bestudeer het bankafschrift van Belfius dat je ontvangen hebt op 20xx-03-15. Belfius Bank NV – Karel Rogierplein 11 – 1210 Brussel IBAN: BE23 0529 0064 6991 – BIC: GKCCBEBB – RPR Brussel – BTW BE 0403.201.185 Verzekeringsagent FSMA nr. 019649 A – ME2 4944 Belfius Contact 02 222 12 02

Afschrift 10 EUR CLASSIC-REKENING

BE89 0682 3480 4085 BIC: GKCCBEBB

Saldo op

20xx-02-28

0010

20xx-03-14 (VAL 20xx-03-15)

EUR

+ 364,92 + 5 000,00

IN

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Overschrijving van A.S.Adventure.edu

Saldo op 3

20xx-03-15

N

BE20 3200 6835 4556

EUR

Vul aan en markeer het juiste antwoord. De ING-rekening daalt / stijgt met

euro. De Belfius-rekening daalt / stijgt

VA met

4

+ 5 364,92

euro.

Registreer beide afschriften op de onderstaande T-rekeningen. D

551000 ING

C

553000 Belfius

C

(BS) 364,92

@

(BS) 74 517,35

D

5

Wat stel je vast?

580000 Interne overboekingen. Dat is een actiefrekening. Je past er de boekingsregels op toe zoals op de andere financiële rekening. Nadat je beide financiële documenten geboekt hebt, staat de wachtrekening weer op nul.

THEMA 1

Om een interne geldbeweging boekhoudkundig te registreren, gebruik je de wachtrekening

LEVEL 3

Registratie interne overboeking

107


6

Registreer bankafschrift ING63 op de correcte manier. a

Vul aan en markeer het juiste antwoord. De bankrekening ING daalt / stijgt met

euro. Je boekt dat bedrag . Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je

op de rekening debiteert / crediteert.

Als tegenrekening gebruik je niet de rekening 553000 Belfius, maar de rekening

vermindert, die je debiteert / crediteert. b

Registreer op de T-rekening. D

551000 ING (BS) 74 517,35

D

C

C

C

VA

7

553000 Belfius

(BS) 364,92

558000 Interne overboeking

D

N

IN

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert /

Registreer bankafschrift BELF10 op de correcte manier. a

Vul aan en markeer het juiste antwoord.

De bankrekening Belfius daalt / stijgt met

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je

op de rekening

@

euro. Je boekt dat bedrag

debiteert / crediteert. Als tegenrekening gebruik je niet de rekening 551000 ING, maar de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert /

THEMA 1

LEVEL 3

vermindert, die je debiteert / crediteert.

108

b

Registreer op de T-rekening, bij vraag 6b.

c

Wat stel je nu vast?


8

Vul het redeneringsschema van bankafschrift ING63 en BELF10 in. Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

IN

REDENERING

Documentdatum:

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

D/C

@

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

Totaal

LEVEL 3

REK.NR.

VA

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

Documentnummer:

N

Totaal

109


Explore 11— Hoe registreer je een lening op lange termijn? Kapitaalaflossing In bepaalde gevallen gaat een onderneming een lening op lange termijn aan om de aankoop van investeringsgoederen te financieren. Bij de boekhoudkundige registratie van een lening op lange termijn horen er drie verrichtingen, namelijk: het afsluiten van de lening,

de terugbetaling van de lening die bestaat uit een kapitaalaflossing en de betaling van

IN

de interest, —

1

de overboeking aan het einde van het boekjaar.

Lees de case van A.S.Adventure.edu en beantwoord de vragen. Gebruik de tabel.

VA

N

Tot nu toe deed A.S.Adventure.edu een beroep op een koerierdienst om bestellingen van de webshop te leveren. Femke Kelchtermans, de directeur van A.S.Adventure.edu, heeft nu beslist om een bestelwagen aan te kopen zodat de onderneming zelf kan leveren. Om de wagen op 1 april te financieren, gaat ze een lening van 40 000,00 euro op 5 jaar aan. De eerste terugbetaling is op 1 mei.

a

Hoeveel heeft de onderneming geleend om de aankoop van de bestelwagen te financieren?

Langlopende schulden

Langlopende schulden hebben een betalingsverplichting met een termijn van langer dan één jaar. Wanneer een schuld binnen het jaar moet worden terugbetaald, is het een kortlopende

@

schuld.

b

Hoeveel van dat bedrag is een schuld op:

korte termijn?

lange termijn?

THEMA 1

LEVEL 3

110

c

Waarom daalt het aandeel van de interest in het maandelijkse bedrag?


Tabel 1: Gedeelte uit aflossingstabel KAPITAALAFLOSSING

INTEREST

MAANDELIJKS BEDRAG

2023-05-01

643,67

47,33

691,01

2023-06-01

644,44

46,57

691,01

2023-07-01

645,20

45,81

691,01

2023-08-01

645,96

45,05

691,01

2023-09-01

646,73

44,28

691,01

2023-10-01

647,49

43,52

691,01

2023-11-01

648,26

42,75

691,01

2023-12-01

649,02

41,98

691,01

2024-01-01

649,79

41,21

691,01

40,45

691,01

651,33

39,68

691,01

652,10

38,91

691,01

652,87

38,13

691,01

2024-06-01

653,65

37,36

691,01

2024-07-01

654,42

36,59

691,01

2024-08-01

655,19

35,81

691,01

2024-09-01

655,97

35,04

691,01

2024-10-01

656,75

34,26

691,01

2024-11-01

657,52

33,48

691,01

658,30

32,71

691,01

2024-03-01 2024-04-01

@

VA

2024-05-01

2024-12-01

LEVEL 3

650,56

THEMA 1

N

2024-02-01

IN

DATUM

111


2

Bekijk het rekeninguittreksel dat A.S.Adventure.edu op 1 april ontvangt voor het aangaan van de lening. a

Vul aan en markeer het juiste antwoord. Het saldo op de bankrekening KBC daalt / stijgt met

euro. Je boekt . Dat is een actiefrekening / passiefrekening

dat bedrag op de rekening die je debiteert / crediteert.

Als tegenrekening gebruik je voor de schuld op lange termijn de rekening . Dat is een actiefrekening /

euro.

IN

passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van

De andere tegenrekening voor de schuld op korte termijn is de rekening

.

Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van

N

b

euro.

Vul het redeneringsschema van bankafschrift KBC53 in.

Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

K/O

+/-

VA

REDENERING

Documentdatum:

@ LEVEL 3

THEMA 1

112

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

Totaal


Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 A.S.Adventure.edu

BIC KREDBEBB

Nr. 53 20xx-04-01 + 16 321,94

Vorig saldo EUR datum

valuta 04-01

ONTVANGST Europese overschrijving KBC krediet

+ 40 000,00

IN

04-01

+ 56 321,94

Nieuw saldo EUR

KBC Bank NV

Bekijk het rekeninguittreksel dat A.S.Adventure.edu op 30 april ontvangt voor de eerste kapitaalaflossing. a

N

3

Vul aan en markeer het juiste antwoord.

Het saldo op de bankrekening KBC daalt / stijgt met

euro. Je boekt

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening

dat bedrag op de rekening

VA

die je debiteert / crediteert.

Als tegenrekening gebruik je voor de daling van de schuld op korte termijn de rekening

.

Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van

euro.

De andere tegenrekening voor de registratie van de interest is de rekening

.

Dat is een kostenrekening / opbrengstenrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert

LEVEL 3

euro.

THEMA 1

@

voor een bedrag van

113


b

Vul het redeneringsschema van bankafschrift KBC63 in.

Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

+/-

D/C

VA

@

IBAN: BE38 7380 1935 6572 A.S.Adventure.edu

Totaal

BIC KREDBEBB

valuta

Aflossing KBC-krediet 04-30

KBC Bank NV

Nr. 63 20xx-04-30 + 21 452,29

Vorig saldo EUR

datum

LEVEL 3

Zichtrekening EUR

THEMA 1

114

CREDITBEDRAG (€)

04-30

DEBETBEDRAG (€)

N

A/P K/O

IN

REDENERING

Documentdatum:

Nieuw saldo EUR

04-30

– 691,01 + 20 761,28


Inventaris Het einde van het boekjaar brengt voor een onderneming verschillende taken mee. Eén daarvan is de opmaak van de inventaris. Een inventaris is het volledige overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van de onderneming tegen de werkelijke waarde op het einde van het boekjaar.

4

a

IN

Voor de lening moet de betrokken schuld correct in de balans worden genoteerd. Hoeveel van de schuld moet in 2024 worden terugbetaald?

b

Hoeveel van de schuld is op 1 januari 2024 nog een schuld op lange termijn?

Registreer de overboeking van een schuld op lange termijn naar een schuld op korte termijn op de

N

c

correcte manier. Vul aan en markeer het juiste antwoord. De schuld op lange termijn daalt / stijgt met op de rekening

euro. Je boekt dat bedrag .

VA

Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert. De schuld op korte termijn daalt / stijgt met

euro. Je boekt dat bedrag

op de rekening

Vul het redeneringsschema voor deze overboeking in.

Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

+/-

D/C

Totaal

K/O

LEVEL 3

@

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

d

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je debiteert / crediteert.

115


Explore 12— Hoe registreer je een inbreng met geld of in natura?

Inbreng vermogen Bij de oprichting van een onderneming kan de oprichter of kunnen de oprichters een inbreng doen in geld of in natura. Een inbreng in natura gebeurt vaak wanneer een eenmanszaak in een vennootschap wordt ingebracht.

IN

De inbreng van de eigenaar(s) staat op de balans bij de rubriek Eigen vermogen. Door

de wijziging in de vennootschapswetgeving is er een onderscheid tussen kapitaalloze

vennootschappen zoals een bv en kapitaalvennootschappen zoals een nv. Daardoor was een aanpassing van het MAR noodzakelijk voor de inbreng in kapitaalloze vennootschappen. De inbreng van de oprichter(s) in een eenmanszaak of kapitaalvennootschappen wordt geboekt op de rekening 100000 Geplaatst kapitaal. De inbreng in een kapitaalloze

N

vennootschap op de rekening 110000 Inbreng.

Lees de case van Pieter en beantwoord de vragen.

VA

Pieter heeft al jaren een eenmanszaak waar hij fietsen verkoopt en herstelt. Samen met zijn twee vrienden Piotr en Jonas wil hij nu de zaak uitbreiden zodat ze ook elektrische fietsen, steps en scooters kunnen verkopen, verhuren en herstellen. Ze richten daarvoor een nv op. Pieter brengt een gebouw in van 150 000,00 euro en handelsgoederen voor een bedrag van 45 000,00 euro. Piotr en Jonas brengen elk 50 000,00 euro in.

a

Registreer de oprichting van de nv. De inbreng in geld wordt overgeschreven op de ING-rekening van de nieuwe zaak op 20 november. Vul aan en markeer het juiste antwoord. Het saldo op de bankrekening ING daalt / stijgt met

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening die je

bedrag op de rekening

@

euro. Je boekt dat

debiteert / crediteert. De inbreng van het gebouw door Pieter wordt geboekt op de rekening

. Dat is

een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van

euro.

De inbreng van de handelsgoederen wordt geboekt op de rekening

. Dat is een actiefrekening / passiefrekening,

THEMA 1

LEVEL 3

die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van

116

euro. Als tegenrekening gebruik je voor de oprichting van de nv de rekening . Dat is een actiefrekening / passiefrekening, die vermeerdert / vermindert, je debiteert / crediteert voor een bedrag van

euro.


b

Vul het redeneringsschema van bankafschrift ING01 in. Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

A/P K/O

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

VA

TO THE POINT

Analyse van het financieel document

@

Voor je in de boekhouding registreert, is het belangrijk dat je het bankafschrift goed bestudeert. Volg deze stappen om fouten te vermijden: Stap 1:

Van welke financiële instelling komt het document?

→ Zoek het rekeningnummer op in het MAR.

Stap 2:

Stijgt of daalt het saldo?

→ Reken uit met hoeveel.

Stap 3:

Heeft de verrichting betrekking op een betaling of inning? → Controleer of er financiële korting in mindering werd gebracht.

Stap 4:

Wordt er geld overgeschreven van de ene financiële rekening naar de andere of naar de kas? Heeft de verrichting betrekking op een elektronische inning? → Gebruik altijd de wachtrekening 590000 Elektronische inning

THEMA 1

Stap 5:

LEVEL 3

→ Gebruik altijd de wachtrekening 580000 Interne overboekingen.

117


Bijzonderheden Financiële korting toegestaan door leveranciers Stond de leverancier financiële korting toe, dan mag je bij betaling binnen de

Totaal goederen excl. btw Handelskorting Transportkost Subtotaal Financiële korting Maatstaf van heffing Btw Terugstuurbare verpakking

acht à tien dagen na factuurdatum, de financiële korting in mindering brengen op het totale factuurbedrag van de aankoopfactuur. Dat betekent betaalt dan je oorspronkelijk, bij de boeking van de aankoopfactuur geregistreerd hebt. Dat is voor de

Te betalen contant

3 871,78 38,72 3 833,06 804,94 20,00

4 658,00 4 696,72

IN

dat je de leverancier minder

4 163,20 291,42

Totaal factuurbedrag einde termijn

onderneming een financiële opbrengst. Je boekt de ontvangen financiële korting op rekening 757000 Betalingskortingen van leveranciers. Let op, de schuld aan de leverancier daalt (registreer je) met het bedrag zonder de financiële korting.

N

Financiële korting toegestaan aan klanten

Is er financiële korting toegestaan aan de klant? Dan mag de klant bij betaling binnen de tien dagen de financiële korting in mindering brengen op het totale factuurbedrag van de verkoopfactuur. Dat betekent dat de klant minder betaalt dan oorspronkelijk geboekt bij de registratie van de verkoopfactuur. Dat is voor de onderneming een financiële kost. Je boekt de toegestane financiële korting op de rekening 657000 Betalingskortingen aan klanten. Let op, de vordering op de klant daalt

VA

(registreer je) met het bedrag zonder de financiële korting. Elektronische inning

Bij de contante winkelverkopen wordt er niet

enkel cash betaald, veel klanten betalen met de

bankkaart. Om die betalingen te registreren maak je gebruik van de rekening 590000 Elektronische inning. Je past er de boekingsregels op toe zoals op de andere financiële rekeningen. Je mag bij

de kasafsluiting de elektronische betalingen niet boeken op de bankrekening, omdat je daarvoor

@

nog geen bankafschrift ontvangen hebt. Interne overboeking

Er is sprake van een interne geldbeweging wanneer je geld overschrijft van de ene bankrekening naar de andere bankrekening, of wanneer je geld vanuit de kas op de bankrekening plaatst of omgekeerd.

Om een interne geldbeweging boekhoudkundig te registreren, gebruik je de wachtrekening 580000 Interne overboekingen. Dat is een actiefrekening. Je past er de boekingsregels op toe zoals op de andere financiële rekening. Heb je beide financiële documenten geboekt, dan staat de wachtrekening

THEMA 1

LEVEL 3

weer op nul.

118


Financiële verrichtingen volgens het MAR

REDENERING

REK.NR.

Het nieuwe saldo van

55…

REKENINGNAAM Financiële rekening

A/P K/O A

+/-

D/C

+

D

de financiële rekening

BEDRAG Eindsaldo – beginsaldo

stijgt. Het saldo van de kas

570000

55…

de financiële rekening

Het saldo in de kas

570000

daalt.

Financiële rekening

Kas

Stand kas –

A

-

C

Eindsaldo –

A

-

C

Stand kas –

startgeld kas

400000

Handelsdebiteuren

VA

daalt.

D

A

-

C

N

= vordering op klant

+

beginsaldo

daalt.

verkoopfactuur

A

startgeld kas

Het nieuwe saldo van

Klant betaalt, inning

Kas

IN

stijgt.

Toegestane financiële

657000

korting aan klanten

Betalingskortingen

K

+

D

aan klanten

Totale

factuur­ bedrag zonder financiële korting Bedrag financiële

= financiële kost die

korting

stijgt.

Betaling aan

440000

Leveranciers

P

-

D

Totale factuur­

aan leverancier daalt.

bedrag

@

leverancier = schuld

Toegestane financiële

757000

korting door leveranciers

Betalingskortingen

zonder financiële korting O

+

C

van leveranciers

Bedrag financiële

= financiële opbrengst

korting

stijgt.

Interne overboeking: het saldo op de andere

580000

Interne overboeking

A

+

D

Bedrag verrichting

financiële rekening of

THEMA 1

LEVEL 3

kas stijgt.

119


REDENERING

REK.NR.

Interne overboeking:

580000

het saldo op de andere

REKENINGNAAM Interne

A/P K/O A

+/-

D/C

-

C

overboeking

BEDRAG Bedrag verrichting

financiële rekening of kas daalt. Elektronische inning:

590000

Elektronische

A

+

D

inning

Bedrag betalingen

IN

kasafsluiting

bankkaart

Elektronische inning:

590000

storting op bank­

Elektronische

A

C

inning

rekening (bankafschrift)

Bedrag

ontvangen

betalingen

Lening op lange termijn

N

bankkaart

In bepaalde gevallen moet een onderneming een lening op lange termijn aangaan om een aankoop van investeringsgoederen te financieren. Bij de boekhoudkundige registratie van een lening op lange termijn horen er drie verrichtingen, namelijk: het afsluiten van de lening

VA

REDENERING

Het nieuwe saldo op

REK.NR. 55…

REKENINGNAAM

Financiële rekening

A/P K/O A

+/-

D/C

+

D

de financiële rekening

BEDRAG Eindsaldo – beginsaldo

stijgt.

De schuld op lange

173000

@

termijn stijgt.

De schuld op korte termijn stijgt.

Schulden aan

P

+

C

kredietinstellingen

Bedrag van de lening dat pas de volgende boekjaren moet worden terugbetaald.

423000

Binnen het jaar

P

+

C

Bedrag van

vervallende

de lening dat

schulden aan

het huidig

kredietinstellingen

boekjaar moet worden

THEMA 1

LEVEL 3

terugbetaald.

120


de terugbetaling van de lening die bestaat uit een kapitaalaflossing en de betaling van de interest

REDENERING

REK.NR.

De schuld op korte

423000

termijn daalt.

REKENINGNAAM Binnen het jaar

A/P K/O P

+/-

D/C

D

vervallende

BEDRAG Kapitaal­ aflossing

schulden aan

De financiële kosten

650000

stijgen.

IN

kredietinstellingen

Rente, commissies

K

+

D

en kosten verbon-

Bedrag van de interest

den aan schulden Het nieuwe saldo op

55…

de financiële rekening

A

C

Eindsaldo –

beginsaldo

N

daalt.

Financiële rekening

de overboeking aan het einde van het boekjaar

REK.NR.

REKENINGNAAM

VA

REDENERING De schuld op lange

173000

termijn daalt.

De schuld op korte

@

termijn stijgt.

Schulden aan

A/P

K/O P

+/-

D/C

D

kredietinstellingen

423000

Binnen het jaar

BEDRAG Bedrag van de lening dat volgend boekjaar moet worden terugbetaald.

P

+

C

Bedrag van

vervallende

de lening

schulden aan

dat volgend

kredietinstellingen

boekjaar moet worden terugbetaald.

Inventaris

Het einde van het boekjaar brengt voor een onderneming verschillende taken mee. Eén daarvan is de inventaris opmaken. Een inventaris is het volledig overzicht van alle bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van de onderneming tegen de werkelijke waarde op het einde van het

THEMA 1

LEVEL 3

boekjaar.

121


Inbreng in geld en in natura Bij de oprichting van een onderneming kan de oprichter of kunnen de oprichters een inbreng doen in geld of in natura. Een inbreng in natura gebeurt vaak wanneer een eenmanszaak wordt ingebracht in een vennootschap. De inbreng van de eigenaar(s) staat op de balans bij de rubriek Eigen vermogen. Door de wijziging in de vennootschapswetgeving is er een onderscheid tussen kapitaalloze vennootschappen zoals een bv en kapitaalvennootschappen zoals een nv. Daardoor was een aanpassing van het MAR noodzakelijk voor de inbreng in kapitaalloze vennootschappen. De inbreng van de oprichter(s) in een eenmanszaak of kapitaalvennootschappen wordt geboekt op rekening 110000 Inbreng gebruikt.

IN

de rekening 100000 Geplaatst kapitaal. Voor de inbreng in een kapitaalloze vennootschap wordt de

De boekhoudkundige registratie van de inbreng met geld gebeurt als volgt:

REDENERING

REK.NR.

Het nieuwe saldo op stijgt.

55.…

Het eigen vermogen van

100000

Geplaatst kapitaal

110000

@ LEVEL 3

D/C

+

D

P

+

BEDRAG

Eindsaldo –

beginsaldo

C

Het geld-

en kapitaalvennoot­

dat wordt

schappen)

ingebracht.

Inbreng bij

vennootschappen

THEMA 1

A

+/-

bedrag

kapitaalloze

122

K/O

(bij eenmanszaken

VA

de onderneming stijgt.

Financiële rekening

A/P

N

de financiële rekening

REKENINGNAAM


De boekhoudkundige registratie van de inbreng in natura gebeurt als volgt:

REK.NR.

De activa stijgen.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

+

D

BEDRAG

2…

Afhankelijk van de

340000

inbreng bv.

gekoppeld

221000 Gebouwen

aan de

230000 Installaties

inbreng in

340000 Voorraad

natura.

A

Waarde

IN

REDENERING

handelsgoederen Het eigen vermogen van

100000

de onderneming stijgt.

110000

Geplaatst kapitaal

P

+

C

Het geld-

(bij eenmanszaken

bedrag dat

en kapitaalvennoot­

ingebracht

schappen)

wordt.

Inbreng bij

kapitaalloze

BEKIJK DE KENNISCLIP

THEMA 1

LEVEL 3

@

VA

N

vennootschappen

123


Action 1— Kun je financiële documenten registreren? Vul van elk bankafschrift of kasdocument het redeneringsschema in.

A Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

THEMA 1

LEVEL 3

@

Dagtotalen in euro 20xx-03-03 Doc. KAS 20xx-41

124

Verkoop 6 % Verkoop 21 % Totaal

1 278,40 1 278,40

Cash Bancontact Dagtotaal

255,70 1 022,70 1 278,40

Startgeld kas Ontv. cash Totaal kas Uit kas Overdracht Stand kas

642,35 255,70 898,05

898,05


B Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Dagtotalen in euro 20xx-03-04 Doc. KAS 20xx-42 Verkoop 6 % Verkoop 21 % Totaal

25,00 945,71 970,71

Cash Bancontact Dagtotaal

119,60 851,11 970,71 898,05 119,60 1 017,65

1 017,65

LEVEL 3

Startgeld kas Ontv. cash Totaal kas Uit kas Overdracht Stand kas

THEMA 1

@

VA

Totaal

125


C Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

+/-

D/C

VA

Totaal

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 A.S.Adventure.edu

BIC KREDBEBB

Vorig saldo EUR

datum

Nr. 39 20xx-03-06 + 5 110,34

valuta

ONTVANGST Bancontact / Mister Cash van 03-04 REF 66607846106 PERIODE 03/03 68 NR 1488 A.S.ADVENTURE.EDU

03-05

+ 1 022,70

03-05

ONTVANGST Bancontact / Mister Cash van 03-05 REF 66607846107 PERIODE 03/04

03-06

+ 851,11

@

03-04

KBC Bank NV LEVEL 3

THEMA 1

CREDITBEDRAG (€)

126

DEBETBEDRAG (€)

N

A/P K/O

IN

REDENERING

Documentdatum:

Nieuw saldo EUR

+ 6 984,15


D Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

VA

Totaal

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR)

BIC: BBRUBEBB

A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556

Vorig saldo op 20xx-03-13

Europese overschrijving

+ 69 517,35 -94,02

Aan: Telenet – BE11 4050 5046 1148

@

Verrichting 206 van 20xx-03-14 – valuta 20xx-03-13 Europese overschrijving

+ 2 915,24

Van: Synergie – BE38 1030 2555 0272 VF20xx-0257 – K40010 Verrichting 207 van 20xx-03-13 – valuta 20xx-03-14 Afschrift 64/001

Nieuw saldo op 20xx-03-14

+ 72 338,57

THEMA 1

LEVEL 3

© MDart10

127


E Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

+/-

K/O

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

VA

Totaal

THEMA 1

LEVEL 3

@

Dagtotalen in euro 20xx-03-16 Doc. KAS 20xx-51

128

Verkoop 6 % Verkoop 21 % Totaal

902,14 902,14

Cash Bancontact Dagtotaal

135,30 766,84 902,14

Startgeld kas Ontv. cash Totaal kas Uit kas Overdracht Stand kas

1 515,80 135,30 1 651,10

1 651,10


F Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

Totaal

Verkoop 6 % Verkoop 21 % Totaal

25,00 796,85 821,85

Cash Bancontact Dagtotaal

144,50 677,35 821,85

Startgeld kas Ontv. cash Totaal kas Uit kas Overdracht Stand kas

1 651,10 144,50 1 795,60 -1 500,00 295,60

LEVEL 3

Dagtotalen in euro 20xx-03-17 Doc. KAS 20xx-52

THEMA 1

@

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

129


G Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

@

Belfius Bank NV – Karel Rogierplein 11 – 1210 Brussel IBAN: BE23 0529 0064 6991 – BIC: GKCCBEBB – RPR Brussel – BTW BE 0403.201.185 Verzekeringsagent FSMA nr. 019649 A – ME2 4944 Belfius Contact 02 222 12 02

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Afschrift 11 EUR CLASSIC-REKENING

BE89 0682 3480 4085 BIC: GKCCBEBB

Saldo op

20xx-03-15

0011

20xx-03-15 (VAL 20xx-03-16)

EUR

+ 5 364,92 + 5 228,72

Overschrijving van Groendienst Gent BE53 0910 1965 4653

THEMA 1

LEVEL 3

VF20xx-0262 (5 317,59-88,87 FK)

130

0012

20xx-03-15 (VAL 20xx-03-14)

- 10 000,00

Overschrijving naar A.S.Adventure.edu BE20 3200 6835 4556

Saldo op

20xx-03-17

EUR

+ 593,64


H Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR)

BIC: BBRUBEBB

@

A.S.Adventure.edu

IBAN: BE20 3200 6835 4556

Vorig saldo op 20xx-03-14

Europese overschrijving

+ 72 338,57 + 10 000,00

Van: A.S. Adventure.edu - BE89 0682 3480 4085 Verrichting 208 van 20xx-03-16 – valuta 20xx-03-17 Storting loket

+ 1 500,00

Verrichting 209 van 20xx-03-17 – valuta 20xx-03-18 Europese overschrijving

+ 2 645,28

VF20xx-0258 – CN20xx-003 / K40004 Verrichting 210 van 20xx-03-17 – valuta 20xx-03-18 Afschrift 65/001 © MDart10

Nieuw saldo op 20xx-03-18

+ 86 483,85

THEMA 1

LEVEL 3

Van: Fitality Club – BE73 0639 9193 4260

131


I Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

+/-

D/C

VA

Totaal

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 A.S.Adventure.edu

BIC KREDBEBB

Vorig saldo EUR

datum

Nr. 46 20xx-03-19 + 15 110,34

valuta

ONTVANGST Bancontact / Mister Cash van 03-18 REF 66607846116 PERIODE 03/17 68 NR 1498 A.S.ADVENTURE.EDU

03-18

+ 766,84

03-19

ONTVANGST Bancontact / Mister Cash van 03-19 REF 66607846118 PERIODE 03/18

03-19

+ 677,35

@

03-18

KBC Bank NV LEVEL 3

THEMA 1

CREDITBEDRAG (€)

132

DEBETBEDRAG (€)

N

A/P K/O

IN

REDENERING

Documentdatum:

Nieuw saldo EUR

+ 16 554,53


J Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

VA

Totaal

Belfius Bank NV – Karel Rogierplein 11 – 1210 Brussel IBAN: BE23 0529 0064 6991 – BIC: GKCCBEBB – RPR Brussel – BTW BE 0403.201.185 Verzekeringsagent FSMA nr. 019649 A – ME2 4944 Belfius Contact 02 222 12 02

A.S.Adventure.edu Nijverheidsstraat 92/5 2160 WOMMELGEM

Afschrift 12 EUR CLASSIC-REKENING

BE89 0682 3480 4085 BIC: GKCCBEBB

Saldo op

20xx-03-17

0012

20xx-03-20 (VAL 20xx-03-21)

EUR

+ 593,64 + 5 524,04

Overschrijving van KSA Nationaal

@

BE32 0682 1090 4602

VF20xx-0271 (5 617,21-93, 17 FK)

EUR

+ 6 117,68

LEVEL 3

20xx-03-21

THEMA 1

Saldo op

133


K Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

VA

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

ING Belgium SA/NV – Head Office: Avenue Marnix 24, B-1000 Brussels – RPL Brussels – VAT BE 0403 200 393 BIC (SWIFT): BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789

ING Green Account – EURO (EUR)

BIC: BBRUBEBB

A.S.Adventure.edu

@

IBAN: BE20 3200 6835 4556

Vorig saldo op 20xx-03-18

Europese overschrijving

+ 86 483,85 - 4 658,00

Aan: Ortlieb – BE77 4060 0754 0142 VF-20xx-412 – Klant 41415 (4 696,72-38,72 FK) Verrichting 211 van 20xx-03-25 – valuta 20xx-03-24 Europese overschrijving

- 931,70

Aan: CCS Boekhoudkantoor – BE38 3630 5129 7882 F212156 - klant 000312

THEMA 1

LEVEL 3

Verrichting 212 van 20xx-03-25 – valuta 20xx-03-24

134

Afschrift 66/001 © MDart10

Nieuw saldo op 20xx-03-25

+ 80 894,15


L Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P

+/-

K/O

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Dagtotalen in euro 20xx-03-26 Doc. KAS 20xx-59 Verkoop 6 % Verkoop 21 % Totaal

147,80 926,26 1 074,06

Cash Bancontact Dagtotaal

194,10 879,96 1 074,06

Startgeld kas Ontv. cash Totaal kas Uit kas Overdracht Stand kas

986,35 194,10 1 180,45

LEVEL 3

1 180,45

THEMA 1

@

VA

Totaal

135


M Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

VA

Totaal

THEMA 1

LEVEL 3

@

Dagtotalen in euro 20xx-03-27 Doc. KAS 20xx-60

136

Verkoop 6 % Verkoop 21 % Totaal

1 153,19 1 153,19

Cash Bancontact Dagtotaal

34,60 1 118,59 1 153,19

Startgeld kas Ontv. cash Totaal kas Uit kas Overdracht Stand kas

1 180,35 34,60 1 214,95

1 214,95


N Documentnummer: REKENINGNAAM

VA

@

CREDITBEDRAG (€)

DEBETBEDRAG (€)

D/C

N

+/-

Totaal

LEVEL 3

A/P K/O

THEMA 1

REK.NR.

IN

REDENERING

Documentdatum:

137


Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 A.S.Adventure.edu

BIC KREDBEBB

Nr. 52 20xx-03-28 + 19 424,44

Vorig saldo EUR datum

valuta ONTVANGST Bancontact / Mister Cash van 03-27 REF 66607854129 PERIODE 03/26 68 NR 1498 A.S.ADVENTURE.EDU

03-27

+ 879,96

03-28

ONTVANGST Bancontact / Mister Cash van 03-28 REF 66607846130 PERIODE 03/27

03-28

+ 1 118,59

03-28

OVERSCHRIJVING The North Face – BE43 2930 1710 5401 VF20xx-0486 – klant 400120 (5 143,6342,58 FK

03-27

- 5 101,05

N

IN

03-27

Nieuw saldo EUR

VA

KBC Bank NV

+ 16 321,94

Action 2— Kun je financiële documenten registreren in didACC?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je kunt er oefenen op het registreren van financiële verrichtingen.

@

Action 3— Kun je de verrichtingen van een lening op lange termijn registreren?

THEMA 1

LEVEL 3

1

138

Lees de case over A.S.Adventure.edu en beantwoord de vragen. Maak gebruik van de tabel.

Tot nu toe deed A.S.Adventure.edu een beroep op een externe firma om kleding zoals T-shirts te bedrukken. Femke Kelchtermans, de directeur van A.S.Adventure.edu, heeft nu beslist om een installatie aan te kopen zodat de onderneming zelf kan bedrukken. Opdat ze de installatie op 1 oktober zou kunnen financieren, gaat ze een lening van 25 000,00 euro op 5 jaar aan. De eerste terugbetaling is op 1 november.


Hoeveel heeft de onderneming geleend om de aankoop van de installatie te financieren?

b

Hoeveel van dat bedrag is een schuld op:

lange termijn?

Tabel 2: Gedeelte uit de aflossingstabel KAPITAALAFLOSSING

2023-11-01

402,30

2023-12-01

402,77

2024-01-01 2024-02-01

MAANDELIJKS BEDRAG

29,58

431,88

29,11

431,88

403,25

28,63

431,88

403,73

28,15

431,88

404,20

27,68

431,88

2024-04-01

404,68

27,20

431,88

2024-05-01

405,16

26,72

431,88

2024-06-01

405,64

26,24

431,88

2024-07-01

406,12

25,76

431,88

2024-08-01

406,60

25,28

431,88

2024-09-01

407,08

24,80

431,88

@

VA

2024-03-01

INTEREST

N

DATUM

2024-10-01

407,56

24,32

431,88

2024-11-01

408,05

23,83

431,88

2024-12-01

408,53

23,35

431,88

LEVEL 3

korte termijn?

THEMA 1

IN

a

139


2

Bekijk het rekeninguittreksel dat A.S.Adventure.edu op 1 oktober ontvangt voor het aangaan van de lening. Vul het redeneringsschema van het bankafschrift van KBC in. Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

K/O

+/-

D/C

Totaal

VA

Zichtrekening EUR

@

IBAN: BE38 7380 1935 6572 A.S.Adventure.edu

BIC KREDBEBB

Vorig saldo EUR

datum

Nr. 102 20xx-10-01 + 18 987,63

valuta

ONTVANGST Europese overschrijving KBC krediet

KBC Bank NV

LEVEL 3

BEDRAG (€)

THEMA 1

BEDRAG (€)

140

CREDIT-

10-01

DEBET-

N

A/P

IN

REDENERING

Documentdatum:

Nieuw saldo EUR

10-01

+ 25 000,00

+ 43 987,63


3

Bekijk het rekeninguittreksel dat A.S.Adventure.edu op 2 november ontvangt voor de eerste kapitaalaflossing. Vul het redeneringsschema van het bankafschrift van KBC in.

Documentnummer:

REK.NR.

REKENINGNAAM

K/O

+/-

D/C

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

Totaal

VA

@

Zichtrekening EUR

IBAN: BE38 7380 1935 6572 A.S.Adventure.edu

BIC KREDBEBB

+ 17 587,36

Vorig saldo EUR

datum

valuta

Aflossing KBC-krediet

11-02 Nieuw saldo EUR

KBC Bank NV

Nr. 110 20xx-11-02

– 431,88 + 17 155,48

LEVEL 3

11-01

DEBET-

N

A/P

IN

REDENERING

Documentdatum:

THEMA 1

a

141


b

Vul het redeneringsschema voor de inventarisverrichting in verband met de lening in.

Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

N

IN

REDENERING

Documentdatum:

Totaal

Action 4— Kun je een inbreng met geld of in natura

VA

boeken?

Lees de case over Maud en Finn en vul het redeneringsschema van het bankafschrift BELF01 op 11 december in.

THEMA 1

LEVEL 3

@

Door de coronamaatregelen hebben heel veel fysieke winkels hun producten ook aangeboden via een webwinkel. Maud en Finn die net afgestudeerd zijn als webdesigners aan de hogeschool, hebben tijdens hun stage ervaren dat een onderneming daarvoor vaak een beroep doet op webdesigners. Ze zien het dan ook als een ideaal moment om samen een onderneming op te starten. Ze brengen elk hun computers in die een waarde hebben van 1 500,00 euro en een bedrag van 10 000,00 euro zodat ze een klein kantoor kunnen huren. Het geldbedrag wordt gestort op de Belfius-rekening van de bv.

142


Documentnummer: REK.NR.

REKENINGNAAM

A/P K/O

+/-

D/C

DEBET-

CREDIT-

BEDRAG (€)

BEDRAG (€)

IN

REDENERING

Documentdatum:

N

Totaal

BREAKING NEWS

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 1

LEVEL 3

@

VA

1

143


CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

KAN

EXTRA OEFENMATERIAAL

BETER

1

Ik kan een bankafschrift analyseren.

2

Ik kan een inning van een verkoopfactuur

3

IN

registreren in de boekhouding. Ik kan een inning van een verkoopfactuur met

financiële korting registreren in de boekhouding. 4

Ik kan een betaling van een aankoopfactuur registreren in de boekhouding.

5

Ik kan een betaling van een aankoopfactuur met

6

Ik kan een kasdocument registreren in de boekhouding.

7

N

financiële korting registreren in de boekhouding.

Ik kan een interne geldbeweging registreren in

VA

de boekhouding. 8

Ik kan een elektronische inning registreren in de

boekhouding.

9

Ik kan een afsluiting van een lening op lange

termijn registreren in de boekhouding.

10

Ik kan een terugbetaling van een lening op lange

termijn registreren in de boekhouding.

11

Ik kan de overboeking op het einde van het

boekjaar in verband met schulden op lange

@

termijn registreren in de boekhouding.

12

Ik kan de inbreng met geld registreren in de

boekhouding.

13

Ik kan de inbreng in natura registreren in de

THEMA 1

LEVEL 3

boekhouding.

144


STEP-UP Stel een jobadvertentie op voor een boekhouder die Anissa Zadora tijdens haar zwangerschapsverlof zal vervangen. a

Neem de advertenties van de Step-in erbij.

b

Maak een mindmap van de kennis, de vaardigheden en attitudes die een boekhouder moet hebben.

c

Verwerk de gegevens van de mindmap in een vacature. Laat je daarvoor inspireren door de job-

IN

advertenties die je voor de Step-in verzameld hebt. Ga naar het onlinelesmateriaal. Download er het logo en raadpleeg het huisstijlboek van A.S.Adventure.edu.

e

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 1

STEP-UP

@

VA

N

d

145


Begrippenlijst Thema 1 LEVEL 1

BEGRIP aankoopkosten

VERKLARING Dat zijn kosten die de leverancier doorrekent op de aankoopfactuur.

Het bedrag zonder aftrek van kortingen.

1

btw

Dat is de belasting over de toegevoegde

IN

brutobedrag

waarde. Het is een belasting die de overheid heft bij elke levering van een product of

dienst.

diensten

Dat zijn de goederen en diensten die een

en diverse

onderneming regelmatig aankoopt opdat de

goederen

onderneming kan functioneren.

bv. elektriciteit, kantoorbenodigheden

extra of

Dat is een verpakking zoals een kist,

verloren

petflessen of een kartonnen doos, die een

verpakking

onderneming aan de klant doorrekent. De

klant kan die verpakking niet terugsturen.

VA

Op die verpakking wordt btw berekend aan

het laagste btw-tarief dat van toepassing is

1

1

1

financiële

Die korting is bedoeld om een snelle

korting

betaling aan te moedigen.

handels­

Dat zijn alle goederen die de ondernemer

goederen

aankoopt om te verkopen.

handelskorting

Die korting heeft tot doel meer te verkopen.

aan trouwe klanten of bij aankoop in grote

hoeveelheden.

immateriële

Immateriële vaste activa zijn niet tastbaar.

vaste activa

bv. licenties, merken, knowhow, het recht

@ BEGRIPPENLIJST THEMA 1 146

1

op de factuur.

Een onderneming staat die bijvoorbeeld toe

1

N

1

bv. transportkosten, extra verpakking 1

1

IN JE EIGEN WOORDEN

om een bepaald product te verkopen of een

merknaam te gebruiken

inkomende

De inkomende creditnota wordt opgesteld

creditnota

door de leverancier. Het is een verbetering

van de factuur. Het vermindert het

factuurbedrag en wordt opgesteld als er

een fout in de factuur of de levering is.


LEVEL 1

BEGRIP

VERKLARING

investerings-

Dat zijn goederen die een onderneming

goederen

aankoopt om meer dan een jaar

IN JE EIGEN WOORDEN

te gebruiken. Als die aankoop

kantoormateriaal, klein gereedschap

of klein materiaal is, dan is het pas een investering als het aankoopbedrag exclusief

btw hoger is dan 1 000,00 euro.

btw. Het is het totaal van de brutoprijs –

handelskorting + extra kosten, verminderd

met de financiële korting.

materiële

Materiële vaste activa zijn tastbaar. Je kunt

vaste activa

ze aanraken of vastpakken.

bv. machines, meubilair, rollend materieel

terugstuurbare

Dat is een verpakking zoals een europallet

verpakking

of bierkrat. De klant betaalt een waarborg

die hij terugkrijgt als hij de verpakking

terugbezorgt. Op die verpakking wordt geen

Dat is een vergoeding die de verkoper

kosten

aanrekent om de goederen tot bij de klant

VA

transport­

te leveren. Op de transportkosten wordt

btw berekend aan het laagste btw-tarief dat

van toepassing is op de factuur.

2

contante

Dat zijn alle verkopen aan particulieren

winkel­

waarvoor de verkoper geen factuur opstelt.

verkopen

De klant betaalt de aankoop onmiddellijk,

hetzij cash, hetzij met een bankkaart.

2

2

3

dag­

Dat is het totaalbedrag van de

ontvangsten

winkelverkopen van een dag, inclusief btw.

dag-

Dat is een verplicht boek waarin dagelijks

ontvangsten-

de dagontvangst wordt ingeschreven. Als

boek

de winkel gesloten is, of als er niets wordt

verkocht, is de winkelier verplicht een

@

2

nulverkoop in te schrijven.

winkel­

Dat zijn alle verkopen aan particulieren

verkopen

waarvoor de verkoper geen factuur opstelt.

elektronische

Dat zijn contante winkelverkopen die de

betalingen

klant met de bankkaart, de kredietkaart, of via QR-code op de smartphone betaalt.

BEGRIPPENLIJST

btw aangerekend. 1

THEMA 1

1

Over dat bedrag berekent de verkoper de

heffing

IN

1

maatstaf van

N

1

147


LEVEL 3

BEGRIP

VERKLARING

inbreng in

Dat is inbreng bij de oprichting van een

natura

onderneming die niet in geld gebeurt.

machinepark of een gebouw in de (nieuwe)

interne

Dat is een geldoverschrijving van de ene

geldbeweging

bankrekening naar de andere bankrekening

inventaris

van een bedrijf, of geld vanuit de kas op de

bankrekening storten of omgekeerd.

Het volledige overzicht van alle bezittingen,

vorderingen, schulden en verplichtingen

kapitaal­ aflossing

3

waarde op het einde van het boekjaar.

De terugbetaling van het geleende bedrag.

kapitaalloze

Vennootschappen waarvoor er bij de

vennoot­

oprichting geen minimum aan kapitaal

schappen

vereist is. Daarom gebruikt men niet het

begrip ‘kapitaal’ maar ‘inbreng’.

kapitaal-

Vennootschappen waarvoor een minimum

vennoot­

aan kapitaal vereist is.

VA

3

van de onderneming tegen de werkelijke

N

3

THEMA 1

BEGRIPPENLIJST

@

schappen

148

IN

3

Een ondernemer kan bijvoorbeeld een onderneming inbrengen. 3

IN JE EIGEN WOORDEN


MAR Minimum Algemeen Rekeningstelsel KLASSE 3 VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN

VOOR RISICO’S EN KOSTEN EN SCHULDEN OP MEER

UITVOERING

DAN EEN JAAR

30 Grondstoffen

10 Kapitaal

300000 Voorraad

100000 Geplaatst kapitaal

34 Handelsgoederen

110000 Inbreng

340000 Voorraad handelsgoederen

14 Overgedragen winst of overgedragen verlies

IN

KLASSE 1 EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN

KLASSE 4 VORDERINGEN EN SCHULDEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR

140000 Overgedragen winst

40 Handelsvorderingen

141000 Overgedragen verlies (-)

400000 Handelsdebiteuren

17 Schulden op meer dan één jaar 173000 Schulden aan kredietinstellingen

41 Overige vorderingen

411000 Terug te vorderen btw-saldo

411100 Aftrekbare btw

N

KLASSE 2 OPRICHTINGSKOSTEN, VASTE ACTIVA EN VORDERINGEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR

411200 Aftrekbare btw op uitgaande creditnota’s

21 Immateriële vaste activa

416000 Vorderingen op de eigenaar

211000 Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken

416100 Voorschotten op bezoldigingen 418000 Terug te vorderen verpakking

211090 Afschrijvingen op concessies, octrooien,

42 Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar

VA

licenties, knowhow, merken (-)

212000 Goodwill

vervallen

212090 Afschrijvingen op goodwill (-)

423000 Binnen het jaar vervallende schulden aan kredietinstellingen

22 Terreinen en gebouwen 220000 Terreinen

43 Financiële schulden

221000 Gebouwen

433000 Kredietinstellingen – schulden in rekening

221090 Afschrijvingen op gebouwen (-)

courant

439000 Diverse financiële schulden

23 Installaties, machines en uitrusting

44 Handelsschulden

230090 Afschrijvingen op installaties (-)

440000 Leveranciers

@

230000 Installaties 231000 Machines

231090 Afschrijvingen op machines (-)

45 Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldi-

232000 Uitrusting

gingen en sociale lasten 451000 Te betalen btw-saldo

24 Meubilair en rollend materieel

451200 Verschuldigde btw op inkomende creditnota’s

240000 Meubilair

452000 Te betalen winstbelastingen

240090 Afschrijvingen op meubilair (-)

453000 Ingehouden bedrijfsvoorheffing

240100 Kantoormachines

454000 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)

240190 Afschrijvingen op kantoormachines (-)

455200 Verschuldigde lonen

240200 Computers

455300 Verschuldigde salarissen

240290 Afschrijvingen op computers (-) 241000 Rollend materieel 241090 Afschrijvingen op rollend materieel (-)

48 Diverse schulden 488000 Terug te betalen verpakking 489000 Schulden aan de eigenaar

MAR

451100 Verschuldigde btw

THEMA 1

232090 Afschrijvingen op uitrusting (-)

149


KLASSE 5 GELDBELEGGINGEN EN LIQUIDE

616520 Publiciteitskosten

MIDDELEN

617000 Uitzendkrachten

52 Vastrentende effecten 520000 Vastrentende effecten – aanschaffingswaarde

62 Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

53 Termijndeposito’s

620300 Bezoldigingen arbeiders

530000 Termijndeposito’s op meer dan één jaar

621000 Werkgeversbijdrage RSZ

531000 Termijndeposito’s op meer dan één maand en

623000 Andere personeelskosten

op ten hoogste één jaar

620200 Bezoldigingen bedienden

532000 Termijndeposito’s op ten hoogste één maand

63 Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzie-

55 Kredietinstellingen

630100 Afschrijvingen op immateriële vaste activa

IN

550000 KBC

630200 Afschrijvingen op materiële vaste activa

551000 ING

64 Andere bedrijfskosten

552000 BNP Paribas Fortis

640000 Bedrijfsbelastingen

553000 Belfius

643000 Diverse bedrijfskosten

554000 Bank van de Post 555000 Bank X

570000 Kas 58 Interne overboekingen 580000 Interne overboekingen 59 Elektronische inning

650000 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

657000 Betalingskortingen aan klanten

659000 Diverse financiële kosten 66 Niet-recurrente bedrijfs- en financiële kosten 665000 Andere niet-recurrente financiële kosten 668000 Andere niet-recurrente bedrijfskosten

VA

590000 Elektronische inning

65 Financiële kosten

N

57 Kassen

ningen voor risico’s en kosten

KLASSE 6 KOSTEN

69 Resultaatverwerking

60 Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen

693000 Over te dragen winst

604000 Aankopen handelsgoederen

694000 Vergoeding van het kapitaal

604010 Retours op aankopen (-)

604020 Handelskorting op aankopen (-) 604030 Aankoopkosten

608000 Ontvangen kortingen, ristorno’s en rabatten (-)

704010 Retours op verkopen (-)

611000 Huur en huurlasten

704020 Handelskorting op verkopen (-)

611600 Onderhoud en herstellingen gebouwen

708000 Toegestane kortingen, ristorno’s en rabatten (-)

@

61 Diensten en diverse goederen

612100 Boeken en documentatie 612200 Klein materiaal 612500 Verbruik water 612600 Verbruik gas

612700 Verbruik elektriciteit 613200 Erelonen boekhouders MAR

704000 Verkopen handelsgoederen 704001 Verkopen handelsgoederen aan 6 % btw

612000 Kantoorbenodigdheden en drukwerk

THEMA 1

70 Omzet

609400 Voorraadwijzigingen handelsgoederen

611800 Onderhoud en herstellingen rollend materieel

614000 Brandverzekering 614400 Verzekering rollend materieel 615000 Vervoerskosten op verkoop 616000 Postzegels, portkosten 616200 Telefoon, gsm 616300 Internetkosten

150

KLASSE 7 OPBRENGSTEN

616500 Brandstof voertuigen

704002 verkopen handelsgoederen aan 21 % btw

74 Andere bedrijfsopbrengsten 744000 Huuropbrengsten 746000 Doorgerekende kosten 749000 Diverse bedrijfsopbrengsten 75 Financiële opbrengsten 757000 Betalingskortingen van leveranciers 759000 Diverse financiële opbrengsten 76 Niet-recurrente bedrijfs- of financiële opbrengsten 764000 Andere niet-recurrente bedrijfsopbrengsten 769000 Andere niet-recurrente financiële opbrengsten 79 Resultaatverwerking 793000 Over te dragen verlies


Overzicht boekingsregels ACTIEF

PASSIEF

Datum balans Actiefrekening

C

D

Passiefrekening

(BS) Beginsaldo

C

Beginsaldo (BS) –

+

vermeerdering

vermindering

vermindering

vermeerdering

IN

+

KOSTEN

klasse 1 en 4 (groep 42 t.e.m. 48)

D

N

Resultatenrekening

Kostenrekening + kosten

D

Opbrengstenrekening

@

klasse 6

C

+

kosten

opbrengsten

opbrengsten

vermindering

vermindering

vermeerdering

VA

vermeerdering

C

OPBRENGSTEN

klasse 7

BOEKINGSREGELS

klasse 1, 2, 3, 4 (groep 40, 41) en 5

THEMA 1

D

151


Jinte Schrooten

Annelies Daems

Visual Merchandiser

Zita Peeters

Verkoopmedewerker Wandelen

Tiziano Ferrari

Verkoopmedewerker Fietsen

Ties Hubrechts

Verkoopmedewerker Wintersport / Reizen

Nadine Bollen

Verkoopmedewerker Fashion

Aankoopassistent

Kevin Thijs

Dana Haels

Kassamedewerker

Aankoopassistent

Lies Meeus

Store manager

Senior aankoper

Salesmanager

Anissa Zadora

Assistent boekhouder

Anastasia Dingenen

Senior boekhouder

Administratief medewerker

Mulin Bussche

Assistent facturatie

Estefania Umuhire

Verantwoordelijke facturatie

Natascha Makropoulos

Sterre Daniëls

Management assistant

Directeur

Jitse Vissers

Elke Peerlings

Muhammed Abidar

Magazijnmedewerker

Vrachtwagenchauffeur

Daan Leekens

Ruben Leenders

Vrachtwagenchauffeur

Veerle De Block

e-mailmarketing

Verantwoordelijke

Katarina Vanderzande

Naomi Luys

HR-manager

Webshopverantwoordelijke

Tibe Pecceu

Customer Service

Eline Truyen

Marketingmanager

IN

Yassin Ayas

Transportverantwoordelijke

Magazijnmedewerker

Kenny Rogiers

Magazijnmedewerker

Ayoub Talbi

Magazijnverantwoordelijke

Yarno Janssen

Logistiek verantwoordelijke

N

Web Developer

Natan Heylen

Online analist

Tim Stroobandt

ICT-manager

Femke Kelchtermans

VA

@

ORGANOGRAM

Pedro Awouters

152

Ersil Dokumaci

THEMA 1

Organogram – A.S.Adventure.edu


Klantenbestand – A.S.Adventure.edu KLANTNUMMER

KLANTGEGEVENS- EN VOORWAARDEN

Beleko

BTW BE0883 404 239

Amerikalei 90

Ond.nr. 0883 404 239

2000 ANTWERPEN

IBAN BE60 7373 0744 4270

tel. 03 257 27 72 info@beleko.com

IN

40001

KLANTGEGEVENS

contactpersoon: Caro Miermans

BIC KREDBEBB

30 dagen factuurdatum 15 % handelskorting Af fabriek

Chirojeugd Vlaanderen Kipdorp 30

BIC GEBABEBB

info@chiro.be

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Larissa Klein

Af fabriek

Fiets!

BTW BE0823 778 933

Vlaamse Kaai 20

Ond.nr. 0823 778 933

40005

2000 ANTWERPEN

IBAN BE28 0001 0480 0820

tel. 03 337 89 66

BIC BPOTBEB1

antwerpen@fiets.com

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Thybe Snoks

15 % handelskorting Af fabriek

Fitality Club

BTW BE0458 666 280

Ruggeveldlaan 603

Ond.nr. 0458 666 280

2100 DEURNE

IBAN BE73 0639 9193 4260

tel. 03 326 63 72

BIC BPOTBEB1

deurne01@fitality.be

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Remy Cuypers

10 % handelskorting Franco thuis

KSA Nationaal

BTW BE0420 509 351

Vooruitgangsstraat 225

Ond.nr. 0420 509 351

1030 SCHAARBEEK

IBAN BE32 0682 1090 4602

tel. 02 201 15 10

BIC GKCCBEBB

info@ksa.be

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Younes Lachnachi

2 % financiële korting Franco thuis

KLANTENBESTAND

@

40004

IBAN BE02 1401 2004 4540

tel. 03 231 07 95

VA

40003

Ond.nr. 0476 038 485

N

2000 ANTWERPEN

BTW BE0476 038 485

THEMA 1

40002

153


40006

40007

KLANTGEGEVENS

KLANTGEGEVENS- EN VOORWAARDEN

Ski & Snowboardcentrum Snow Valley

BTW BE0464 256 648

Deusterstraat 74/E

Ond.nr. 0464 256 648

3990 PEER

IBAN BE89 7360 3683 3085

tel. 011 61 01 90

BBRUBEBB

info@snowvalley.be

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Lauren Stakenborg

Af fabriek

Groendienst Gent

BTW BE0207 451 227

Woodrow Wilsonplein 1

Ond.nr. 0207 451 227

9000 GENT

IBAN BE53 0910 1965 4653

tel. 09 210 10 10 gentinfo@stadgent.be

IN

KLANTNUMMER

contactpersoon: Julie De Ryck

BIC GKCCBEBB

60 dagen na factuurdatum 2 % financiële korting Franco thuis

Wandelsport Vlaanderen vzw

BTW BE0643 481 073

Industrielaan 11 bus 3

Ond.nr. 0643 481 073

N

40008

9990 MALDEGEM

IBAN BE53 7390 1317 7853

tel. 050 72 00 19

BIC KREDBEBB

info@wandelsport.be

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Hanne Cuykx

15 % handelskorting

VA

Af fabriek

40009

@

40010

THEMA 1

KLANTENBESTAND

40011

154

Camping International

BTW BE0442 492 521

Pré Cawiai 3

Ond.nr. 0442 492 521

6941 BOMAL SUR OURTHE DURBUY

IBAN BE37 2900 5351 5628

tel. 0498 62 90 79

BIC GEBABEBB

info@campinginternational.be

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Anouar Aafir

Af fabriek

Synergie Wellness Point

BTW BE0448 602 630

Brieleke 16

Ond.nr. 0448 602 630

2160 WOMMELGEM

IBAN BE38 1030 2555 0272

tel. 03 354 99 11

BIC NICABEBB

info@synergie.com

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Zonne Paredis

Franco thuis

Wijnegem Bicycle club vzw Merksemsebaan 5

Ond.nr. 0455 227 730

2110 WIJNEGEM

IBAN BE89 3800 1173 8485

tel. 03 353 73 20

BIC BBRUBEBB

info@bicycle.com

30 dagen na factuurdatum

contactpersoon: Jesse Delli Santi

Af fabriek


NOTITIE

VA

N

IN

@


NOTITIE

VA

N

IN

@


4

IN

T

@

VA

N

F

L

I

Thema 2: Internationale handel


N

THEMA

IN

2

@

VA

Internationale handel


STEP-UP

p. 84

IN

p. 53

Infographic over het belang van internationale handel voor België

LEVEL

N

4

Welke gevolgen heeft de globalisering op de arbeidsmarkt?

LEVEL

@

VA

3

Hoe komt de economische integratie tot stand?

p. 29

LEVEL

Wat zijn de gevolgen van handelsbelemmeringen?

p. 16

LEVEL

Wat zijn de motieven voor internationale handel?

p. 5

STEP-IN

p. 4

2 1


STEP-IN 1

Werk per twee. Waaraan doet het begrip ‘internationale handel’ je denken? Gebruik de onderstaande afbeeldingen als inspiratie. a

Verwerk het resultaat van de brainstorm in een woordenwolk. Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er enkele handige tools.

b

Bewaar het resultaat in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level.

@

VA

N

‘Step-in_Internationale_handel’.

IN

Geef die submap de naam ‘Thema_2_Level_1’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals

THEMA 2

STEP­IN

2

4

3

In dit thema doorloop je vier levels waarin je leert … 1

wat de motieven van internationale handel zijn;

2

wat de gevolgen van handelsbelemmeringen zijn;

3

hoe de economische integratie tot stand komt;

4

wat de gevolgen van globalisering op de arbeidsmarkt zijn.

Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin ontwerp je een infographic die het belang van internationale handel voor België toelicht.


LEVEL 1 Wat zijn de motieven voor internationale handel?

1

IN

INTRO Heb je vanochtend voldoende tijd gehad om te ontbijten? Welke producten stonden er op de ontbijttafel?

VA

N

ONTBIJT Good to know

Je vindt de herkomst van producten op de Europese

ArtikelNummering of EAN­code. Die code dient wereldwijd als artikelcodering in winkels om de kassa­afhandeling en

@

de voorraadadministratie te vereenvoudigen. De eerste

twee of drie cijfers staan voor het land van herkomst. Zo verwijst 87 naar Nederland en 54 naar België of Luxemburg.

2

Ga via het onlinelesmateriaal naar een website met de codes voor andere landen. Uit welke landen komen de ontbijtproducten? En de grondstoffen om die producten te maken? Noteer ze bij elk

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een wereldkaart. Noteer het cijfer van elk product van vraag 1 bij het land van herkomst.

4

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Wat zijn de motieven voor internationale handel?

THEMA 2

3

LEVEL 1

product van vraag 1.

5


Explore 1— Wat is internationale handel? Internationale handel Internationale handel of wereldhandel is de handel tussen verschillende landen. In de volksmond worden de termen ‘invoer’ of ‘import’ gebruikt voor aankopen in het buitenland en de termen ‘uitvoer’ of ‘export’ voor verkopen aan het buitenland. De btw-wetgeving en de douanereglementering maken daarbij nog een onderscheid tussen

1

IN

intracommunautaire handel en extracommunautaire handel.

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat in verband met internationale handel en beantwoord de onderstaande vragen.

Omschrijf de volgende begrippen in je eigen woorden. Intracommunautaire handel

Intracommunautaire verwerving

N

VA

a

Intracommunautaire levering

Extracommunautaire handel

Import / invoer

Export / uitvoer

THEMA 2

LEVEL 1

@

6


Kleur de landen van de EU op de kaart in.

VA

N

IN

b

Om welke vorm van internationale handel gaat het voor de onderlijnde onderneming?

A

C

Een Spaanse supermarktketen koopt sardientjes in blik aan bij een Portugese groothandel.

Een Oostenrijk se groothandel in kazen verkoopt goed eren aan een Hong aarse restaurantkete n.

D Een Belgis che visha ndel koop kabeljauw t bij een Br itse visse rij.

LEVEL 1

@

rkoopt Een Franse onderneming ve thandel. wijn aan een Zwitserse groo

B

THEMA 2

2

7


Explore 2— Hoe belangrijk is België als doorvoerland? Doorvoer of transit België is een typisch doorvoerland. De haven van Antwerpen speelt daarbij een heel belangrijke rol als doorvoerhaven. Goederen van over de hele wereld komen aan in de haven

Ga naar het onlinelesmateriaal, bestudeer de ontdekplaat over de haven van Antwerpen en beantwoord de vragen. a

Omschrijf het begrip ‘doorvoerhaven’ in je eigen woorden.

b

Welke andere zeehavens zijn er in België?

c

Welke transportmodi worden ingezet om de goederen verder te transporteren?

THEMA 2

LEVEL 1

@

VA

N

1

IN

van Antwerpen en worden doorgevoerd naar andere landen.

8


2

Ga naar het onlinelesmateriaal en download de brochure over de haven van Antwerpen. Beantwoord de onderstaande vragen. Welke plaats neemt Antwerpen in, in de top 20 van containerhavens?

b

Noteer twee voorbeelden van: breakbulk

vloeibaar massagoed

droog massagoed

N

IN

a

Hoeveel tonnage containers behandelde de haven van Antwerpen?

d

Hoeveel mensen stelt de haven direct en indirect tewerk?

VA

c

Good to know

In de havens van Antwerpen en Zeebrugge zijn verschillende Vehicle Processing Centers (= hubs) waar ze auto’s wassen, ontdoen van wax, inspecteren, herstellen, uitrusten met

THEMA 2

© Aerovista Luchtfotografie / Shutterstock.com

LEVEL 1

@

accessoires om uiteindelijk naar de nieuwe eigenaar te vervoeren.

9


Explore 3— Waarom is internationale handel een noodzaak voor België?

Lees de redenen waarom internationale handel noodzakelijk is voor België. Markeer: a

de redenen om uit te voeren in het groen,

b

de redenen om in te voeren in het rood.

De binnenla

ndse mark t de ingevoe rd e goederen ze lf niet. produceert

IN

De afzetmarkt wordt groter. Het land kan daardoor meer winst boeken.

In eigen land is de productie

Voor de productie van bepaalde goederen heeft

van goederen te duur door

ons land onvoldoende technische kennis.

bijvoorbeeld hoge loonkosten

N

of gebrek aan scholing.

Productie op grotere

De ingevoerde go ederen hebben een bete re kwaliteit.

schaal biedt

schaalvoordelen waard

oor eigen producten rd worden.

VA

goedkoper geproducee

Het land heeft

de

dstoffen niet benodigde gron

(in voldoende

Explore 4— Wat is het aandeel van België in de wereldhandel?

@

Good to know

Het Agentschap voor Buitenlandse Handel is een Belgisch agentschap dat opgericht is ter bevordering van de Belgische buitenlandse handel. Zo maakt het agentschap overzichtsstudies over het verloop van de buitenlandse handel van België. Ze publiceren cijfers die aangeven wie de belangrijkste handelspartners van België zijn en welke

THEMA 2

LEVEL 1

producten België hoofdzakelijk in­ en uitvoert.

10

mate).


Surf naar de website van het Agentschap voor Buitenlandse handel. Je vindt er alle informatie om de opdracht uit te voeren. a

Werk in groepen.

b

Zoek een antwoord op de vragen en geef het antwoord weer in een infographic. 

Wie zijn de belangrijkste handelspartners per continent?

Wat zijn de belangrijkste export- en importsectoren?

Voorzie de infographic van de nodige cijfergegevens aan de hand van tabellen en grafieken.

d

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

TO THE POINT

IN

c

Internationale handel of wereldhandel is de handel tussen verschillende landen.

Daarbij is er een onderscheid tussen intracommunautaire handel (intracommunautaire verwerving en intracommunautaire levering), extracommunautaire handel (invoer of import en uitvoer of

@

VA

N

export) en doorvoer of transit.

Redenen om goederen aan te kopen in het buitenland: –

De productie van goederen in eigen land is te duur, bijvoorbeeld door hoge loonkosten of gebrek

De ingevoerde goederen hebben een betere kwaliteit.

De ingevoerde goederen ontbreken op de binnenlandse markt.

Een land bezit onvoldoende technische kennis om bepaalde goederen te produceren.

Een land heeft te weinig grondstoffen.

THEMA 2

LEVEL 1

aan scholing.

11


IN

Redenen om goederen te verkopen aan het buitenland:

– Je kunt een grotere afzetmarkt bereiken en dus meer winst behalen.

N

– Door productie op grotere schaal zijn er schaalvoordelen waardoor eigen producten goedkoper geproduceerd worden en dus aantrekkelijk zijn om uit te voeren. België neemt in de internationale handel een belangrijke plaats in en staat in de top 20 van de grootste uitvoerlanden en invoerlanden. De

VA

belangrijkste handelspartners van België zijn de buurlanden.

Chemische producten, transportmateriaal, machines en toestellen zijn de belangrijkste goederen die België invoert, maar ook uitvoert. De ingevoerde goederen worden in België vaak enkel bewerkt of verwerkt en vervolgens weer uitgevoerd.

Action 1— Over welke vorm van internationale handel gaat

@

het?

Noteer in de onderstaande tabel om welke vorm van internationale handel het gaat vanuit het standpunt van

THEMA 2

LEVEL 1

België.

12

VAN

NAAR

EEN ONDERNEMING

EEN ONDERNEMING

IN …

IN …

China

België

Bulgarije

België

België

Litouwen

België

Noord-Ierland

VORM VAN INTERNATIONALE HANDEL


Action 2— Welke nadelen ondervindt België als doorvoerland?

Lees het onderstaande artikel. Markeer de nadelen van de doorvoer voor België in het rood.

b

Waarom is België een typisch doorvoerland?

c

Verklaar de volgende zin: ‘Onze wegen worden te veel herleid tot een soort mobiele opslagplaats.’

d

Welke alternatieven worden in de tekst vermeld om de nadelen op te vangen?

N

IN

a

België, doorvoerland: hoe maken we onze wegen weer vrij?

VA

We staan met zijn allen alsmaar langer in de file. Dat heeft te maken met ons wagenpark dat voortdurend uitbreidt, maar zeker ook met het exponentieel groeiende vrachtverkeer. De alternatieven voor de steeds langer wordende rijen vrachtwagens zijn bekend: meer vracht per spoor en via de binnenvaart vervoeren. Maar daarvoor zijn wel extra investeringen nodig. ‘Bij ons is de toestand nog erger dan in de ons

omringende landen’, weet Johan De Mol, onderzoeker aan het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling van

de UGent. ‘België is een doorvoerland door de kleine

afstanden en de centrale ligging voor het achterland. Een groot deel van het vrachtvervoer uit Noord-

Europa en Duitsland naar Frankrijk en Spanje gaat langs hier.’

‘Als dat blijft doorgaan, wordt het onhoudbaar’, waarschuwt Johan De Mol. Op een aantal

@

autosnelwegen wordt het stilaan dramatisch. ‘Op de E17 bijvoorbeeld rijdt er nu al vaak een echte muur van vrachtwagens. Niet alleen op de eerste rijstrook, maar soms ook op de tweede rijstrook.’ Met andere woorden: Dat wordt echt gevaarlijk voor gewone automobilisten die zich daartussen moeten invoegen. Dat is niet alles. De vele vrachtwagens stoten veel uitlaatgassen uit en dat is zeer nadelig voor het milieu. ‘We moeten echt meer inzetten op levenskwaliteit, op gezond leven’, volgens De Mol. Daarvoor is volgens hem een mentaliteitswijziging nodig. ‘Op lange termijn wordt het just-in-timeprincipe onhoudbaar. Onze wegen worden te veel herleid tot een soort mobiele opslagplaats omdat de bedrijven te weinig in stock houden.’ Meer in stock houden, impliceert wel hogere prijzen voor de

wel dringend nieuwe investeringen nodig, en wel grote investeringen. ‘Het is hoog tijd dat er aan alternatieven wordt gewerkt’, vindt De Mol. ‘We hebben al veel kansen verspild, omdat we te laat plannen en te weinig investeren.’ Naar: www.vrt.be, 2015-09-22

THEMA 2

Johan De Mol ziet mogelijke oplossingen bij het spoor en bij de binnenscheepvaart, maar daar zijn

LEVEL 1

consument.

13


Action 3— Waarom worden goederen in het buitenland gekocht?

1

Wat is het voornaamste ingrediënt voor de productie van chocolade?

2

Waar haalt Chocolade Jacques die grondstoffen vandaan?

3

Waarom zou Chocolade Jacques zijn grondstoffen daar

N

halen?

4

IN

Neem een kijkje op de website van het bedrijf.

Ga naar de website van het Agentschap voor Buitenlandse Handel. Welke grondstoffen voert België in

VA

omdat het die niet zelf ontgint of produceert? Geef een voorbeeld en leg uit waarom België moet invoeren.

5

Noem vijf buitenlandse afgewerkte producten op die je in een supermarkt of kleinhandelszaak in België kunt kopen.

@

Action 4— Waarom exporteren ondernemingen? Het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT - Flanders Investment and Trade) organiseert elk jaar de wedstrijd de ‘Leeuw van de Export’, waarmee het de exportsuccessen van Vlaamse ondernemingen bekroont. Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van de wedstrijd. a

Werk in twee groepen. Groep 1 zoekt de recentste winnaar in de categorie van bedrijven met maximaal 49 werknemers. Groep 2 zoekt de recentste winnaar in de categorie van bedrijven met 50 of meer werknemers. Zoek de redenen die de winnaar aanhaalt om te exporteren.

c

Kies een van de drie opties om de antwoorden te verwerken.

THEMA 2

LEVEL 1

b

14

een tekstverwerker d

een presentatie

een filmpje

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.


Action 5— Hoe verklaren Ricardo en Smith het ontstaan van internationale handel?

MORE MORE

MORE

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er de theorieën van Adam Smith en David Ricardo. Beantwoord de bijbehorende vragen.

BREAKING NEWS Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

N

CHECKLIST

IN

1

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan het begrip ‘internationale handel’

VA

1

KAN

omschrijven.

2

Ik kan de begrippen ‘invoer’, ‘uitvoer’, ‘import’ en ‘export’ toelichten aan de hand van een voorbeeld.

3

Ik kan de begrippen ‘intracommunautaire

verwerving’ en ‘intracommunautaire levering’ toelichten aan de hand van een voorbeeld.

Ik kan het begrip ‘doorvoer’ toelichten aan de

@

4

hand van een voorbeeld.

5

Ik kan de redenen om in te voeren omschrijven.

6

Ik kan de redenen om uit te voeren omschrijven.

7

Ik kan het belang van internationale handel voor België omschrijven.

België opzoeken. 9

Ik kan opzoeken welke producten België voornamelijk invoert of uitvoert.

LEVEL 1

Ik kan de belangrijkste handelspartners van

THEMA 2

8

15


LEVEL 2 Wat zijn de gevolgen van handelsbelemmeringen?

Werk per twee. Bestudeer de cartoon. Welke boodschap wil de cartoonist meegeven?

VA

N

1

IN

INTRO

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

@

2

THEMA 2

LEVEL 2

Wat zijn de gevolgen van handelsbelemmeringen?

16


Explore 1— Hoe ziet de handelsbalans van België eruit? HANDELSBALANS

Een handelsbalans is een cijfermatig overzicht van de in­ en uitvoer van een land. Als een land meer uitvoert dan invoert, is er sprake van een positieve handelsbalans. In het omgekeerde geval is er een

Zoek op de website van de Nationale Bank de recentste handelsbalans van België. a

Download die cijfers en verwerk ze in een overzichtelijke tabel met een rekenblad.

b

Is er sprake van een positieve of negatieve handelsbalans?

c

Geef de evolutie van de cijfers weer in een grafiek.

d

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Good to know

N

1

IN

negatieve handelsbalans.

VA

De uitvoer bestaat voor ongeveer 60 procent uit intermediaire goederen zoals machines en materiaal, en uit chemische en aanverwante producten. België is een belangrijk autoassemblageland. Wereldwijd is het de op drie na grootste uitvoerder van wagens. Bovendien is België de grootste uitvoerder van diamanten en tapijten ter wereld. Ons land staat op nummer twee voor plantaardige vezels, chocolade en margarine. Voor de export

Wat betekent het begrip ‘intermediaire goederen’? Gebruik het internet.

THEMA 2

2

LEVEL 2

@

van glas staat het op de derde plaats.

17


Open economie

N

IN

Explore 2— Hoe open is de Belgische economie?

België heeft een open economie: het drijft relatief veel handel met het buitenland omdat er weinig tot geen belemmeringen bestaan in de handel van goederen en diensten en in het

VA

kapitaalverkeer.

Wat is het verschil is tussen internationalisering en globalisering? Gebruik het internet.

@

1

Lees de tekst en beantwoord de vragen. a

Welke factoren bepalen de plaats in de globaliseringsindex?

b

Markeer:

THEMA 2

LEVEL 2

2

18

de voordelen van een open economie in het groen,

de nadelen van een open economie in het rood.


Wat is de globaliseringsindex precies?

De globaliseringsindex geeft aan in welke mate landen meedoen aan globalisering. De globaliseringsindex wordt jaarlijks opgemaakt aan de hand van een aantal indicatoren zoals handelsstromen, kapitaalbewegingen, technologie, arbeidsmigratie en culturele integratie.

IN

België is de derde meest open economie ter wereld, zo bleek deze week uit de jaarlijkse globaliseringsindex van 2021.

handelspartners zijn dus essentieel. Bovendien hebben heel wat grote multinationals hier een vestiging, met jobcreatie tot gevolg.

Voor een klein land als België heeft een open economie ook één belangrijk nadeel. Wanneer het in het buitenland economisch minder goed gaat, voelen we dat meteen. Door een open economie is het landafhankelijker van internationale bewegingen. Aangezien we als klein land weinig kunnen doen om internationale tendensen fundamenteel te veranderen, moeten we er alles aan doen om onze uitvoer en buitenlandse investeringen in België te stimuleren en onze bedrijven wendbaar te houden.

N

Een goede score in de globaliseringsindex is geen vereiste voor goede economische prestaties, maar ze kan er wel in belangrijke mate toe bijdragen. Zo scoort België bijvoorbeeld hoog in de categorie van kapitaal en financiën, wat zeer belangrijk is voor investeerders aangezien er in die categorie ook indicatoren zijn opgenomen die de ‘politieke vriendelijkheid’ en de openheid ten opzichte van buitenlandse investeerders meten. In een geglobaliseerde wereld is een hoge ranking in deze categorie dus goed om buitenlandse investeringen aan te trekken.’

Naar: https://www.jobat.be/nl/art/wat-is-de-globaliseringsindex-precies

THEMA 2

Bron: Statista.com

LEVEL 2

@

VA

Voor een klein land als België is een open economie belangrijk. Een gesloten economie is op zichzelf – het binnenland – gericht. Voor een klein land is net de uitvoer naar het buitenland van groot belang. Uitstekende relaties met de

19


Explore 3— Protectionisme of vrijhandel? Lees de tekst en beantwoord de vragen. Welke voordelen van vrijhandel staan er in de tekst?

b

Waarom zou een land maatregelen zoals protectionisme willen treffen?

c

Markeer de protectionistische maatregelen in het groen.

d

Wat betekent ‘invoercontingent’ of’ invoerquota’? Gebruik het internet.

N

IN

a

VA

Dat je over goederen zoals koffie en olie kunt beschikken, is te danken aan de internationale handel. Tegelijkertijd kunnen consumenten in andere landen over producten die in België worden geproduceerd zoals witlof en chocolade, beschikken. Dat levert in ons land weer extra werkplaatsen en inkomens uit export op. Op het eerste gezicht lijkt internationale handel dus voor alle betrokken landen voordelen te bieden. Toch kun je je misschien ook wel een andere situatie voorstellen.

THEMA 2

LEVEL 2

@

Stel dat een bedrijfstak in een land niet kan concurreren met producten die ergens anders in de wereld goedkoper worden geproduceerd. Voor een dergelijke bedrijfstak kan internationale handel bijzonder ongunstig werken. Concreet betekent dit dat sommige bedrijven van die bedrijfstak hun deuren moeten sluiten en de werknemers op zoek moeten naar een andere job. Ook andere bedrijven die met die industrie verbonden zijn, bijvoorbeeld omdat ze grondstoffen of halffabrikaten aanleveren, zullen de negatieve gevolgen ondervinden.

20


Nationale overheden proberen hun industrie te beschermen door dergelijke negatieve effecten tegen te gaan. Veelal nemen ze invoerbeperkende maatregelen, zoals invoerheffingen, of steunen ze de binnenlandse fabrikant met subsidies. Op die manier kunnen ze hun eigen producten beschermen tegen goedkopere producten vanuit het buitenland.

IN

Een land kan ook een invoercontingent of invoerquota opleggen voor een bepaald product. Dat heeft echter vaak het gevolg dat handelspartners tegenmaatregelen nemen om hun eigen industrie en werkgelegenheid in stand te houden en dat de internationale handel op die manier wordt tegengewerkt.

Explore 4— Welke protectionistische maatregelen kan een land treffen?

N

Werk in groepen. Elke groep onderzoekt aan de hand van de ontdekplaat een bepaalde protectionistische maatregel van België. Gebruik daarvoor het bijbehorende werkblaadje. a

Elke groep verwerkt de gevonden informatie in een rapport. Gebruik indien nodig het sjabloon bij het

VA

onlinelesmateriaal.

PROTECTIONISTISCHE MAATREGEL

Invoerrechten

Groep 2

Exportsubsidies

Groep 3

Quotum of contingentering

Groep 4

Kwaliteitseisen

Groep 5

Embargo

@

Groep 1

b

Zoek een recent artikel in de krant of op het internet dat de protectionistische maatregel illustreert.

c

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

TO THE POINT Een handelsbalans is een cijfermatig overzicht van de in- en uitvoer IMPORT

EXPORT

een negatieve handelsbalans. België is een voorbeeld van een open economie. Een open economie betekent dat het land relatief veel handeldrijft met het buitenland omdat er weinig tot geen belemmeringen bestaan in de handel van goederen en diensten en in het kapitaalverkeer.

LEVEL 2

een positieve handelsbalans. In het omgekeerde geval spreek je van

THEMA 2

van een land. Als een land meer uitvoert dan invoert, is sprake van

21


Bij internationalisering gaan bedrijven producten ontwikkelen die aan de eisen van klanten uit verschillende landen kunnen voldoen. Sommige bedrijven gaan ook in verschillende landen filialen of dochterondernemingen openen om zo op een groter gebied in te spelen. Globalisering is een gevolg van de internationalisering en verwijst naar de wederzijdse afhankelijkheid van de landen over de hele wereld, mogelijk gemaakt door vrijhandel en het wegnemen van handelsbarrières. Toch zijn er landen die maatregelen treffen om de eigen markt af te schermen voor buitenlandse concurrenten, protectionisme genoemd. De belangrijkste protectionistische maatregelen zijn: −

invoerrechten: dat is een extra belasting op importproducten. Invoerrechten worden ook wel

IN

importheffingen of importbelastingen genoemd. Het doel van invoerrechten is dat de belasting op de import van die producten de producten in het eigen land duurder maakt. −

exportsubsidies: een invoerheffing betekent niet dat binnenlandse producenten hun product gemakkelijk aan het buitenland kunnen verkopen. Om ervoor te zorgen dat producenten hun product wel kunnen exporteren, kan dat land een exportsubsidie invoeren.

contingentering: hier wordt er een quotum ingesteld op bepaalde producten uit het buitenland. Er mag in een bepaalde periode slechts een beperkte

N

hoeveelheid van een product worden ingevoerd.

kwaliteitseisen: door kwaliteitseisen aan producten te stellen, kan een land producenten tegen

concurrentie uit het buitenland beschermen. −

embargo: dit is het verbod op handel met een

VA

bepaald land.

Action 1— Hoe ziet de handelsbalans van Vlaanderen eruit? Lees het onderstaande artikel en beantwoord de vragen. a

Was er in 2020 sprake van een positieve handelsbalans van Vlaanderen? Waarom (niet)?

@

b

Wat was de reden voor de krimp in 2009?

THEMA 2

LEVEL 2

c

22

Waarom was de invoer van 2008 tot 2012 groter dan de uitvoer?


Vlaamse uitvoer en invoer groeien sterk in 2e en 3e kwartaal 2021 De Vlaamse goederenuitvoer bedroeg in het 3e kwartaal van 2021 94,6 miljard euro. Dat is 30 % meer dan in het 3e kwartaal van 2020 en 19 % meer dan in het 3e kwartaal van 2019.

N

IN

Grafiek 1: Uitvoer van goederen per kwartaal (Vlaamse Gewest, 1e kwartaal 2018-3e kwartaal 2021, in miljard euro in lopende prijzen)

Bron: INR (toestand op 20 december 2021), bewerking: Statistiek Vlaanderen

Vlaamse uitvoer in 2020 8 % lager, invoer 10 % lager

VA

De Vlaamse uitvoer van goederen was volgens voorlopige cijfers in 2020 goed voor 298 miljard euro. De Vlaamse invoer van goederen in 2020 kwam op 281 miljard euro, of 10 % lager dan in 2019. De Vlaamse in- en uitvoer namen sinds 2003 jaarlijks gestaag toe. Maar in het recessiejaar 2009 was er een krimp door de financieel-economische crisis. In 2010 en 2011 herstelde de buitenlandse handel zich. De invoer was tussen 2008 en 2012 tijdens een aantal jaren groter dan de uitvoer (uitgedrukt in euro) door prijsstijgingen van ingevoerde aardolie. Sinds 2013 is de uitvoer steeds groter dan de invoer. In 2019 was er een daling van zowel de uitvoer als de invoer van goederen. Handelsconflicten en protectionistische maatregelen (conflict met China) zijn daar de oorzaak van. De COVID-19-crisis zorgde voor een nog grotere terugval van de in- en uitvoer in 2020.

THEMA 2

Bron: INR (toestand op 22 oktober 2021), bewerking: Statistiek Vlaanderen

LEVEL 2

@

Grafiek 2: Totale uitvoer en invoer (Vlaamse Gewest, 2002-2020, in miljard euro in lopende prijzen)

23


Vlaams Gewest goed voor 81 % van Belgische in- en uitvoer van goederen

Het Vlaamse Gewest nam in 2020 81 % van de Belgische uitvoer en invoer van goederen voor zijn rekening. België als geheel en onze drie buurlanden hebben een grotere buitenlandse handel dan het Vlaamse Gewest. Dat verwondert niet omdat het om grotere economieën gaat. De Duitse uitvoer lag in 2020 op 1 208 miljard euro. Dat is meer dan het dubbele van Nederland. De Franse en Belgische uitvoer lagen lager dan de Nederlandse uitvoer. De invoerzijde vertoont eenzelfde beeld. Duitsland noteerde met 1 024 miljard euro in 2020 de grootste invoer onder onze buurlanden.

N

IN

Grafiek 3: Totale uitvoer en invoer (Belgische gewesten en buurlanden, 2020, in miljard euro)

VA

Bron: Eurostat, INR (toestand op 22 oktober 2021), bewerking: Statistiek Vlaanderen Bron: statistiekvlaanderen.be

Action 2— Wat houdt globalisering in? Zoek, voor je de tekst leest, de betekenis van de onderstaande woorden op. Gebruik het internet.

THEMA 2

LEVEL 2

@

1

24

a

Outsourcing:

b

Offshoring:


2

Lees de tekst en maak de bijbehorende opdrachten. a

Vul het artikel aan. Kies uit: culturele globalisering – economische globalisering – politieke globalisering

Markeer:

de positieve gevolgen van globalisering in het groen,

de negatieve gevolgen van globalisering in het rood.

IN

b

Wat zijn de gevolgen van globalisering? Globalisering is het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld, en informatie. Er zijn drie soorten globalisering:

N

: vrij verkeer van arbeidskrachten en een verminderd belang van de fysieke afstand tussen de plaats van productie en de afzetmarkt

— : de afname van het belang van nationale overheden en minder soevereiniteit voor de staten, bijvoorbeeld de EU : bijvoorbeeld Starbucks of McDonald’s met filialen overal ter wereld, of gebedshuizen voor elk geloof in België (synagoge, moskee)

VA

Globalisering zorgt ervoor dat je als consument voor een schijntje op AliExpress handige spullen kunt kopen die gratis vanuit China verscheept worden. Een consument krijgt dus een keuze uit een enorm aanbod. Er is altijd wel een aanbieder die in jouw behoefte kan voorzien tegen een prijs die jij kunt en wilt betalen. Onder dat aanbod vallen ook platforms als Instagram of TikTok, of vakantiebestemmingen.

THEMA 2

Een ander kritiekpunt op globalisering is dat ze culturen vervaagt. Zo heb je overal ter wereld McDonald’s of Burger King en dezelfde kledingketens. Die tendens leidt tot een verdringing van oorspronkelijke culturele uitingen in gebieden. Traditionele winkels en gebouwen moeten plaatsmaken voor dat soort bedrijven. Bedrijven als McDonald’s en Coca-Cola spelen daar overigens handig op in. Ze personaliseren hun producten en reclame naar de cultuur en gewoonten van de lokale bevolking. Zo heb je in Peru bijvoorbeeld ‘Inka Kola’, refererend naar de oude inheemse bewoners van het land, de Inca’s.

LEVEL 2

@

Globalisering heeft helaas ook als gevolg dat de ongelijkheid wereldwijd groeit. Gebieden die niet of nauwelijks meeprofiteren van de globalisering, bijvoorbeeld doordat zij geen verbeterde positie krijgen in de internationale arbeids­verdeling door outsourcing en offshoring, raken nog verder achterop. Die perifere gebieden blijven arm, terwijl de rest van de wereld economisch profiteert van de internationale uitwisseling.

25


Action 3— Welke gevolgen heeft de uitstap van GrootBrittannië uit de Europese Unie?

Lees het onderstaande artikel grondig. Beantwoord de vragen. Uit welke landen bestaat het Verenigd Koninkrijk?

b

Waarvoor staat het begrip ‘brexit’?

N

Good to know

IN

a

Het handelsbeleid van de EU is erop gericht zoveel mogelijk handelsbelemmeringen weg te nemen. Zo is de handel tussen de lidstaten in de interne markt vrij en worden er binnen de EU geen invoerrechten geheven. Er gelden voor de hele EU gelijke douanetarieven voor

VA

de import van producten uit landen buiten de EU.

Welke nadelen ervaren ondernemingen zowel in Groot-Brittannië als in België door de brexit?

d

Wie is op dit moment het grootste slachtoffer van de nadelen van de brexit bij internationale handel?

@

c

Vooral Britse bedrijven klagen over brexit

THEMA 2

LEVEL 2

Een maand nadat de Brexit-overeenkomst is ingegaan, blijven grote moeilijkheden uit. Als er zich al problemen voordoen, dan vooral aan de Britse kant.

26

Voor zover er zich problemen voordoen met de handel naar Groot-Brittannië, zitten die vooral aan de Britse zijde. Schotten krijgen hun vis niet op tijd naar het continent, Noord-Ieren klagen over lege rekken, Britse webshops zitten met de handen in het haar omdat hun klanten extra kosten krijgen aangerekend, en de kmo-sector klaagt over de extra rompslomp.

‘Stilte voor de storm’

Koen Klingele van het gelijknamige chocoladebedrijf in Evergem exporteert 15 procent van zijn omzet naar het VK. Klingele denkt dat hij dit jaar evenveel chocolade naar de overzijde van het


Kanaal zal verschepen als vorig jaar en dat ondanks een prijsverhoging die hij op 10 procent raamt. ‘De kosten voor de administratieve rompslomp moeten worden doorgerekend. Vanaf april komt de eetwareninspectie hier ter plaatse controles uitvoeren die nodig zijn om naar het VK te exporteren. De documenten opstellen kost ons toch een paar uur werk.’

Hoopgevend is wel dat het aantal trucks waarvan de papieren niet in orde zijn, sterk gedaald is. ‘In de eerste week ging het om 30 tot 40 procent, nu nog om 2 tot 5 procent. De Britse douane voert de nieuwe controles gefaseerd in. In april en juli zullen verstrengingen volgen waardoor de wachtparkings voor de vrachtwagens nodig zullen zijn. Bron: De Standaard, 2021-02-01

IN

Voedingsfederatie Fevia sluit niet uit dat in de komende maanden het aantal problemen nog zal toenemen. ‘Veel bedrijven hebben het zekere voor het onzekere genomen en hebben vorig jaar grotere voorraden aangelegd’, zegt

Nicholas Courant van de voedingsfederatie Fevia. ‘Misschien is dat de stilte voor de storm.’

Action 4— Waarom wordt export naar China lastiger?

VA

moeilijker te maken?

N

Lees aandachtig het artikel. Welke maatregelen heeft China genomen om de import van bepaalde producten

Nieuwe regels maken export levensmiddelen naar China lastiger De uitvoer van chocolade, wijn, koffie en andere waren naar China wordt vanaf zaterdag moeilijker. Vanaf 1 januari worden namelijk nieuwe beperkingen van kracht voor buitenlandse bedrijven die levensmiddelen en dranken naar China willen exporteren.

Registeren bij douane

Importeurs klaagden dat de nieuwe aanvraaggegevens te laat zijn gepubliceerd. De website voor registratie ging pas vorige maand online. Ook zou op de website veel

informatie niet in het Engels beschikbaar zijn. De Europese Unie heeft Beijing formeel verzocht de maatregel met achttien maanden uit te stellen, maar zonder succes. Levensmiddelenbedrijven en -importeurs hebben al langer te lijden onder de controlemaatregelen in China. Zo werd een uitbraak van het coronavirus vorig jaar in Beijing toegeschreven aan geïmporteerde zalm. Producten die China binnenkomen, worden extra gescreend en herhaaldelijk ontsmet. Veel producten worden ook verboden wanneer een uitbraak van corona wordt ontdekt op de plaats waar de spullen in het buitenland zijn verpakt. Bron: foodagribusiness.nl, 2021-12-31

LEVEL 2

Coronamaatregelen

THEMA 2

@

Per 1 januari gaan nieuwe wetten in die de export naar China zullen raken. Alle producenten van levensmiddelen die naar China exporteren, moeten zich laten registreren bij de douane. Daarmee wordt wederom een barrière voor internationale bedrijven opgeworpen. Die klagen al langer over oneerlijke praktijken. De extra horde was voorheen alleen vereist voor producten die mogelijk gezondheidsrisico’s opleverden, zoals zeevruchten. Maar nu zullen ook koffie, alcohol, honing, olijfolie, chocolade en diverse andere producten worden gecontroleerd. Bedrijven die zonder de juiste papieren naar China exporteren, zullen te maken krijgen met oponthoud aan de grens. Het is mogelijk dat er ook boetes worden uitgedeeld.

27


Action 5— Zijn protectionistische maatregelen altijd positief voor het eigen land?

1

Werk in twee groepen. Elke groep krijgt een filmpje toegewezen.

2

Groep 1

Invoerheffingen VS

Groep 2

Voedselveiligheid VS

IN

PROTECTIONISTISCHE MAATREGEL

Bekijk het filmpje aandachtig. Zoek een antwoord op de vraag: ‘Zijn protectionistische maatregelen altijd positief voor het eigen land?’.

3

Stel het antwoord op een creatieve manier voor aan de andere groep.

N

BREAKING NEWS

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

VA

1

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

Ik kan het begrip ‘handelsbalans’ omschrijven.

2

Ik kan toelichten wanneer er sprake is van een

@

1

positieve of een negatieve handelsbalans.

3

Ik kan toelichten waarom België een open

THEMA 2

LEVEL 2

economie heeft.

28

4

Ik kan toelichten wat protectionisme inhoudt.

5

Ik kan de gevolgen van protectionistische maatregelen op de marktwerking omschrijven.

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL


LEVEL 3 Hoe komt de economische integratie tot stand?

1

IN

INTRO Heb jij of heeft iemand van je famillie al eens iets in een buitenlandse webshop aangekocht?

2

Zo ja, moest er nog een bedrag extra betaald worden bij de levering van het pakje?

3

N

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. a

Waar koopt de dame uit het filmpje de schoenen aan?

Welke kosten worden er bijkomend aangerekend bij de levering van het pakje?

VA

b

c

Hoeveel moet de shopster bijbetalen?

d

Wat is van toepassing bij een aankoop in het buitenland? Zet een kruisje in de kolom als er

@

mogelijks controles of bijkomende kosten zijn.

BINNEN DE EU

BUITEN DE EU

(INTRACOMMUNAUTAIR)

(IMPORT)

Controle op hoeveelheid invoerrechten Btw

Accijnzen

Onder welk bedrag geldt er voor invoerrechten een vrijstelling?

4

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe komt economische integratie tot stand?

THEMA 2

e

LEVEL 3

Veiligheidscontrole

29


Explore 1— Welke types economische integratie bestaan er? 1

Om de internationale handelsstromen te bevorderen kunnen landen hun economieën integreren. Hoe meer landen de regels voor internationale handel op elkaar afstemmen en mogelijke obstakels wegnemen, hoe gemakkelijker ondernemingen en gezinnen kunnen handeldrijven over de grenzen heen.

2

IN

Welke voordelen brengt die economische integratie zoal mee?

De integratievormen verschillen naargelang de intensiteit van samenwerking: van vrijhandelszone tot economische en monetaire unie. Lees de tekst en markeer de verschillende integratievormen.

Als er tussen landen geen economische samenwerking is, dan

riskeert de handel stroef te lopen. Een resem van invoerheffingen,

N

veiligheidscontroles en de administratieve rompslomp wegen op

een vlotte grensoverschrijdende handel. Ze belemmeren de in- en uitvoer.

Een vrijhandelszone is een integratievorm waarbij een groep landen de onderlinge handelsbelemmeringen op goederen-

VA

stromen zoals in- en uitvoerrechten, afschaft. Dat heeft als voordeel dat het voor ondernemingen aantrekkelijker is om zich binnen die landen te vestigen en grensoverschrijdende handel te drijven. Ook worden ondernemingen daardoor aangemoedigd om in die landen investeringen te doen. Een kenmerk van vrijhandelszones is dat de aangesloten landen elk zelf de invoerrechten kunnen bepalen van goederen die afkomstig zijn van buiten de zone. Controles aan de grenzen en eventuele bijkomende invoerrechten blijven daardoor nodig. Slimme handelaars zullen er namelijk altijd voor kiezen om hun goederen te importeren uit landen waar de laagste invoerrechten gelden. Door dat te compenseren met bijvoorbeeld aanvullende invoerrechten, kan ongelijke concurrentie voorkomen worden.

In een douane-unie heffen de leden van de unie voor het goederenverkeer onderling geen invoerrechten meer. Bovendien geldt er een gemeenschappelijk douanetarief voor goederen uit derde landen. Bijkomende invoerrechten die nodig zijn om import via de landen met de laagste tarieven te corrigeren, zijn niet langer

@

nodig in een douane-unie.

In een gemeenschappelijke markt zijn de btw-tarieven en accijnzen sterk op elkaar afgestemd en zijn handelsbarrières of gelijkaardige maatregelen verboden. Eigen aan de gemeenschappelijke markt is het vrij verkeer van de productiefactoren. Goederen, diensten, personen (arbeid) en kapitaal kunnen vrij over het grondgebied van de gemeenschappelijke markt bewegen. In dat verband spreekt men vaak van de vier vrijheden. Een gemeenschappelijke markt gaat dus verder dan een vrijhandelszone en een douane-unie door ook diensten, kapitaal en personen vrij te laten circuleren. Een economische unie verenigt de voordelen van

LEVEL 3

De vier vrijheden worden er gewaarborgd en voor

THEMA 2

de gemeenschappelijke markt en de douane-unie.

tussen de deelnemende landen moet ook de

30

de buitenwereld geldt een eengemaakt douanetarief. Omwille van de sterke economische verbondenheid economische, fiscale en sociale politiek goed afgestemd zijn.


Er zijn ook op fiscaal en sociaal vlak (minimum)normen vastgelegd. De economische unie is een echt handelsblok dat vaak met een stem spreekt over economische aangelegenheden. Landen kunnen ook kiezen om een monetaire unie te vormen door een gemeenschappelijke munt in te voeren (of de munten van elk land zonder schommelingsmarges aan elkaar te koppelen), het kapitaalverkeer volledig vrij te maken en het monetaire beleid door een centrale instelling te laten voeren. De economische en monetaire unie in Europa is de eurozone waar de Europese Centrale Bank het monetaire beleid bepaalt. Het vormen van een monetaire unie boven op een economische unie maakt een gemeenschappelijk economisch beleid des te belangrijker.

Bekijk aandachtig de onderstaande tekeningen. a

Om welke integratievorm gaat het?

b

Noteer het belangrijkste kenmerk van die economische integratie.

B

Integratievorm:

Kenmerken:

Kenmerken:

LEVEL 3

Integratievorm:

THEMA 2

@

VA

A

N

3

IN

Naar: europa-nu.nl

31


D

Kenmerken:

Kenmerken:

F

THEMA 2

LEVEL 3

@

VA

E

Integratievorm:

N

Integratievorm:

IN

C

32

Integratievorm:

Integratievorm:

Kenmerken:

Kenmerken:


Explore 2— Welke samenwerkingsverbanden bestaan er binnen Europa?

Marshallplan Een snelle blik op de kaart van Europa maakt duidelijk waarom het de pionier is op het gebied van economische samenwerking. De grote hoeveelheid van soms zeer kleine landjes maakt dat handelsstromen snel grensoverschrijdend zijn. Na de Tweede Wereldoorlog kregen de

IN

West-Europese landen veel financiële steun van de VS om de heropbouw te financieren.

Dat Marshallplan had als doel de welvaart te verhogen, een afzetmarkt voor Amerikaanse

producten te creëren en het oprukkende communisme tegen te houden. De uitvoering van het plan, zette een integratieproces op gang dat zijn gelijke in de wereld niet kent. In de derde graad sta je uitvoerig stil bij het verloop van dat proces.

Werk per twee. Beantwoord de vragen met behulp van de vorige Explore en het internet. Let erop dat je

N

1

met recente informatie werkt! Schrijf de websites op die je raadpleegt. Is je website betrouwbaar?

Het bekendste samenwerkingsverband binnen Europa is de Europese Unie.

VA

2

a

Wat voor type handelsblok is dat?

b

Wat houdt dat in?

Hoeveel lidstaten telt de EU?

@

c

d

Welke lidstaat heeft de EU in 2020 verlaten?

Kleur de lidstaten van de EU in op de onderstaande kaart.

f

Gebruik een lichte kleur, want je moet nog andere zaken aan de kaart toevoegen. Vul je kleur ook aan in de legende.

Omcirkel Noord-Ierland.

LEVEL 3

Tip:

THEMA 2

e

33


Good to know Noord­Ierland, een deel van het Verenigd Koninkrijk (dat uit Engeland, Schotland, Wales en Noord­Ierland bestaat), heeft menig politicus en zakenman doen wakker liggen. Officieel is het een onderdeel van het VK, maar een aanzienlijk deel van de bevolking leunt dicht aan bij de Republiek Ierland. Wil je er meer over weten? Kijk dan zeker naar

IN

de Action over Noord­Ierland.

THEMA 2

LEVEL 3

@

VA

N

Kaart 1: Europa

34

Legende: EU

EMU

Bilaterale akkoorden Zwitserland

EFTA/EVA

EER

Douane-unie Turkije


3

Sommige landen van de EU gaan in hun samenwerking nog verder en vormen een ‘EMU’. a

Waarvan is ‘EMU’ de afkorting?

b

Onder welke naam is de EMU in Europa beter bekend?

Hoeveel lidstaten telt de EMU?

d 4

IN

c

Kleur de lidstaten van de EMU op kaart 1. Vul je kleur ook aan in de legende.

In 1960 besloten enkele landen die minder ver wilden gaan dan hun Europese partners een eigen organisatie op te richten: de EFTA (in het Nederlands EVA). Waarvoor staan die afkortingen?

b

N

a

Welk type van samenwerking is dit? Wat houdt dat in?

VA

c

Welke landen maken deel uit van de EFTA?

d

De Europese Economische Ruimte (EER) is een samenwerkingsverband tussen de EU en drie van de vier

EFTA-lidstaten. De EER is in de eerste plaats een vrijhandelszone. Daarnaast hebben de drie EFTA-landen ook de regels van de interne markt overgenomen waardoor de vier vrijheden ook op hen van toepassing zijn.

@

5

Kleur de landen van de EFTA in op kaart 1. Vul je kleur ook aan in de legende.

a

Welke vier vrijheden zijn binnen de EER van toepassing?

b

Welk land zit niet in de EER?

c

Trek een dikke lijn rondom de EER. Volg in het oosten de buitengrenzen van de EU. Vul de legende

Welke enclave die geen deel uitmaakt van de EER, vind je net onder de Baltische staten terug?

THEMA 2

d

LEVEL 3

aan.

35


6

De EU en Turkije vormen sinds 1996 een douane-unie.

7

a

Wat houdt een douane-unie in?

b

Kleur Turkije in op kaart 1. Vul je kleur ook aan in de legende.

Tussen de EU en Zwitserland zijn een hele reeks bilaterale akkoorden gesloten rond economische samenwerking. Wanneer is een akkoord bilateraal?

b

Hoe noemen we een akkoord tussen veel landen?

c

Kleur Zwitserland in op kaart 1. Vul je kleur ook aan in de legende.

N

IN

a

Explore 3— Waarom noem je de EU een ‘supranationale’ instelling?

1

VA

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bestudeer de ontdekplaat. Vul het onderstaande overzicht aan. a

Bekijk aandachtig de foto. Welke instelling is er in het gebouw gevestigd?

b

Waar bevindt zich de officiële zetel van die instelling?

c

Welke staatsmacht oefent die instelling uit?

THEMA 2

LEVEL 3

@

A

36

B

Instelling:

Instelling:

Officiële zetel:

Officiële zetel:

Macht:

Macht:


D

IN

C

Instelling:

Instelling:

Officiële zetel:

Officiële zetel:

Macht:

Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Bestudeer het onderdeel over de Raad van de EU. a

Kruis het juiste antwoord aan.

N

2

Macht:

SAMENSTELLING

VERTEGENWOORDIGER VAN

vakministers van elk land

de lidstaten

de commissaris die

premier van elk land

de burgers

bevoegd is voor het

voorzitters van de fracties

de belangen van de EU

onderwerp

VA b

VOORZITTER

van het parlement

elke zes maanden de

commissarissen

ministers van een ander land de Europese president

Om Europese wetgeving te vormen is instemming van de Raad van de EU nodig. Waarvoor is unanimiteit of eenparigheid nodig?

De meeste besluiten worden genomen met gekwalificeerde meerderheid. Wat houdt dat in?

THEMA 2

LEVEL 3

@

c

37


3

Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Bestudeer het onderdeel over de Europese Commissie. a

Markeer het juiste antwoord in de tekst. De Europese Commissie neemt het, in overeenstemming met de afgelegde eed, op voor de belangen van de lidstaten / de algemene Europese belangen. Dat doet ze door wetgeving voor te stellen / goed te keuren en nadien op de naleving toe te zien. Ze doet dat samen met het Hof van Justitie van de EU / de Raad van de EU. De Europese Commissie wijst de EU-financiering toe en onderhandelt namens de EU over internationale handelsovereenkomsten. De voorzitter is een van de machtigste personen in de EU. De aanstelling gebeurt door het Europees Parlement / de Raad van de EU op voordracht van de

IN

Europese Raad van regeringsleiders. b

Wie is de huidige voorzitter van de Europese Commissie?

c

Hoe is de Europese Commissie samengesteld? Kruis aan.

Ze wordt om de vijf jaar verkozen tijdens de Europese verkiezingen.

N

Er is een commissaris voor elke lidstaat, voorgedragen door het Europees Parlement.

Er zijn vijftien commissarissen die door het Europees Parlement worden voorgedragen. De regering van elk van de 27 lidstaten mag een commissaris voordragen die door het Europees Parlement moet worden goedgekeurd.

Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Bestudeer het onderdeel over het Europees Parlement.

VA

4

a

Waar vergadert het Europees Parlement ook vaak, al is het niet de officiële zetel van de Europese instelling?

Luxemburg Parijs

Brussel

Amsterdam

b

Vul de tekst aan.

@

Het Europees parlement telt de

leden uit alle landen van de EU. Het parlement wordt om

jaar verkozen en vertegenwoordigt

. Momenteel wordt

het Europees Parlement voorgezeten door

parlementsleden per land hangt af van

. Het aantal . De parlementsleden

vormen geen groepen op basis van hun nationaliteit, wel op basis van hun standpunten. Leden met vergelijkbare politieke standpunten werken samen in

.

THEMA 2

LEVEL 3

Het parlement neemt samen met

38

beslissingen over Europese wetten. Als het Parlement en de Raad het niet eens worden over een stuk wetgeving, komt er geen nieuwe wet. Het Parlement kiest de voorzitter van en keurt de 27 leden van de Commissie als college goed. Het keurt ook de

van de Europese Unie goed.


5

Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Bestudeer het onderdeel over het Hof van Justitie van de EU. a

Hoeveel rechters telt het Hof van Justitie?

b

Combineer de drie belangrijke taken van het Hof van Justitie van de EU met de juiste omschrijving van de taak. 1

interpretatie van

A

Als een EU-land, de Raad van de EU, de Europese Commissie

wetgeving

of (soms) het Europees Parlement denken dat bepaalde

IN

EU-wetgeving de EU-verdragen overtreedt, kunnen zij het Hof vragen die Europese wetgeving te vernietigen. 2

handhaving van

B

De Europese Commissie of een lidstaat kan naar het Hof van

wetgeving

Justitie gaan als ze denken dat een EU-land de Europese regels heeft overtreden. Als het Hof van Justitie dat bevestigt, moet

de veroordeelde lidstaat dat onmiddellijk corrigeren of er kan een geldboete volgen. nietigverklaring van EU-wetgeving

C

De rechtbanken van de lidstaten waken over de naleving van

N

3

de EU-wetgeving, maar de interpretatie kan van land tot land verschillen. Als een rechter twijfelt of hij de EU-regels wel juist begrijpt, kan hij uitleg vragen aan het Hof van Justitie.

2

3

VA

1

6

Neem er opnieuw de ontdekplaat bij. Vul het volgende schema over de totstandkoming van Europese wetgeving in.

UITVOERING

TOEZICHT

LEVEL 3

ONDERHANDELING EN GOEDKEURING

THEMA 2

@

WETSVOORSTEL

39


7

Neem er opnieuw de ontdekplaat bij en bestudeer het onderdeel over de Europese Raad. a

Vul de tekst aan. Als er een Europese top plaatsvindt, dan is dat meestal een vergadering van de Europese Raad. In de Europese Raad zitten

van de lidstaten van

de EU. Het is in die vergadering dat je de Franse president, de Duitse bondskanselier, de Belgische eerste minister … samen ziet. De vergaderingen gaan door in De voorzitter van de Europese Raad is aangesteld voor wordt ook de

IN

Wat is de rol van de Europese Raad? Kruis aan.

Het strategisch orgaan dat de politieke koers vaart. Het orgaan dat moeilijke knopen doorhakt.

N

Een overlegorgaan dat de Europese machine vlot laat draaien. 8

Neem er opnieuw de ontdekplaat bij en bestudeer het onderdeel over intergouvernementele en supranationale organisaties.

Wat is een supranationale organisatie?

VA

a

Wat is een intergouvernementele organisatie?

@

b

c

Geef enkele voorbeelden van intergouvernementele organisaties.

d

Is de EU een supranationale of intergouvernementele

THEMA 2

LEVEL 3

organisatie?

40

. Hij

van Europa genoemd. Samen met de voorzitter

van de Europese Commissie is hij het gezicht van de EU. b

.


Explore 4— Wat is de rol van de WTO? 1

Lees de tekst over de WTO en los de volgende vragen op. a

Waarvoor staat de afkorting ‘WTO’? Hoe heet de organisatie in

IN

het Nederlands?

Wat is het doel van de WTO?

c

Is de WTO een supranationale of intergouvernementele organisatie? Waarom?

VA

N

b

d

Waarover gaan de volgende akkoorden?  GATT:

 GATS:

 TRIPS:

Vul de tekst verder aan:

De WTO met vestigingsplaats in

vertegenwoordigt meer dan

%

van de wereldhandel. De organisatie maakt de wereldhandel zo vrij mogelijk omdat dat de

@

bevordert. Ze doet dat door landen aan te moedigen om

zoveel mogelijk

te laten vallen. Daarbij

vertrekt ze uit twee principes. Volgens het (mfn), moet elke lidstaat elke andere lidstaat gelijk behandelen. Verlaag je de invoerrechten voor een land, dan moet je dat ook meteen voor alle andere leden van de WTO doen. Volgens het

producten die uit het buitenland op de eigen markt komen, behandelen als waren het binnenlandse producten. Eens de buitenlandse goederen ingevoerd zijn op de eigen markt, mag het land ze niet langer discrimineren.

LEVEL 3

(non-discriminatieprincipe) moet elk land

THEMA 2

e

41


De WTO, wat is dat? De sterke opkomst van de internationale handel deed in de eerste helft van de vorige eeuw de behoefte ontstaan aan een platform om handelsbetrekking te bevorderen en te reguleren. Daartoe werd in 1947 de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) gesloten. Dat voorzag een forum voor rondetafelgesprekken

IN

over internationale handel, maar ook een stelsel van internationaal erkende regels voor de handel.

De belangrijkste doelstelling was om voor alle leden een gelijk speelveld zonder valse concurrentie

tot stand te brengen door middel van ‘een aanzienlijke verlaging van douanetarieven en een aanzienlijke

vermindering van andere handelsbelemmeringen, alsmede de afschaffing van discriminerende behandeling in het internationale handelsverkeer’.

Aanvankelijk omvatte de internationale handel slechts materiële goederen, maar toen de handel zich

N

uitbreidde naar diensten en ideeën werd de GATT hervormd tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De WTO werd opgericht in 1995 met haar hoofdzetel in Genève. De WTO-verdragen kwamen in de plaats van eerdere handelsovereenkomsten, zoals de GATT. De belangrijkste van de nieuwe verdragen waren de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) en de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPS). De WTO hanteert daarbij twee basisprincipes: het ‘most favoured nation’principe en het ‘national treatment’-principe.

VA

Een van de belangrijkste successen van de WTO was de totstandkoming van haar orgaan voor geschillenbeslechting, dat bevoegd is om uitspraken te doen in handelsgeschillen. Het mechanisme voor de beslechting van handelsgeschillen functioneert op basis van vooraf vastgestelde regels die WTO-leden, ongeacht hun politieke gewicht of economische kracht, de mogelijkheid geven om een klacht in te dienen wegens een inbreuk op de WTO-regels en vergeldingsmaatregelen te eisen. Dat mechanisme heeft ertoe geleid dat staten veel minder dan voorheen eenzijdige defensieve maatregelen nemen, die bij de landen waartegen zij zich richtten vaak vergeldingsmaatregelen uitlokten en soms zelfs uitmondden in een regelrechte handelsoorlog. Statistieken laten zien dat er een duidelijk verband bestaat tussen vrije en eerlijke handel en economische groei. De oprichting van de WTO was een belangrijke stap in de richting van een beter georganiseerde en gereglementeerde internationale handel. De WTO zet zich in voor de bevordering van vrijhandel, met

@

name door erop toe te zien dat landen tijdens handelsbesprekingen blijven werken aan het wegnemen van handelsbelemmeringen. De organisatie telt meer dan 160 lidstaten die samen goed zijn voor zo’n 98 % van de wereldhandel. Naar: Europees Parlement, www.europarl.europa.eu/factsheets/nl/sheet/161/de-europese-unie-en-de-wereldhandelsorganisatie

THEMA 2

LEVEL 3

Most favoured nation

42

Volgens de basisprincipes in de Wereldhandelsorganisatie zouden landen die lid zijn van een handelsblok, de voordelen die ze aan elkaar geven, meteen aan alle leden van de Wereldhandelsorganisatie moeten geven. Slechts enkele landen bevoordelen mag volgens het ‘most favoured nation’­principe immers niet. Gelukkig laten de regels een uitzondering toe voor handelsblokken. Zo kan de EU onderling heel ver gaan in het vrijmaken van de intracommunautaire handel zonder die voordelen uit te breiden naar de rest van de wereld.


2

Lees de tekst over het luchtvaartconflict tussen Europa en de VS en bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal. Beantwoord de vragen. Schets kort de inhoud van het conflict tussen beide economische grootmachten.

b

Welke instelling moest zich buigen over dat conflict?

c

Hoelang sleept het conflict al aan?

d

Wie kreeg gelijk in het conflict?

e

Wat is het resultaat van de topontmoeting tussen de Amerikaanse president, de voorzitster van de

N

IN

a

THEMA 2

LEVEL 3

@

VA

Europese Commissie en de voorzitter van de Europese Raad?

43


EU en VS bereiken doorbraak in aanslepend handelsconflict over Airbus en Boeing De Europese Unie en de Verenigde Staten zijn overeengekomen om het dispuut over de wederzijdse heffingen in het conflict rond Boeing en Airbus voor vijf jaar in de koelkast te stoppen. Zo werd bevestigd door Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, na haar ontmoeting met Amerikaans president Joe Biden Brussel en Washington beschuldigen elkaar al

IN

en voorzitter van de Europese Raad Charles Michel. jarenlang van illegale staatssteun aan de eigen luchtvaartindustrie. Het conflict is het oudste handelsgeschil in de schoot van de Wereld-

handelsorganisatie (WTO). In 2019 kreeg de VS groen licht om voor 7,5 miljard dollar taksen te heffen op

Europese producten. Een jaar later mocht de EU van de WTO voor 4 miljard dollar aan tarieven invoeren

N

voor Amerikaanse export.

Na een telefoongesprek met de Amerikaanse president Joe Biden maakte Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen begin maart bekend dat de twee partijen overeengekomen waren om al die tarieven voor vier maanden op te schorten. Dat moest hen de ruimte bieden een oplossing te zoeken.

VA

Nu Biden op bezoek is in Brussel maar die oplossing nog niet bereikt is, wordt de opschorting met vijf jaar verlengd.

Bron: standaard.be, 2021-06-15

TO THE POINT

De voordelen die internationale handel met zich meebrengt, heeft veel landen ertoe aangezet om met hun

@

belangrijkste handelspartners de mogelijke handelsbelemmeringen zoveel mogelijk weg te nemen. Die

economische integratie heeft als doel de welvaart in alle betrokken landen te verhogen. In functie van de mate van samenwerking, kun je vijf verschillende integratievormen onderscheiden: —

de vrijhandelszone: geen douanerechten tussen de lidstaten,

THEMA 2

LEVEL 3

44

de douane­unie: een vrijhandelszone met een gemeenschappelijk douanetarief ten opzichte van derde landen,

de gemeenschappelijke markt: een douane-unie zonder handelsbarrières en met vrije circulatie van productiefactoren over het grondgebied van alle lidstaten,

de economische unie: een gemeenschappelijke markt met (minimum)normen op sociaal en fiscaal vlak,

de economische en monetaire unie: een unie met een gemeenschappelijke munt (of vaste wisselkoersen) en een centrale instelling die het eengemaakte monetair beleid bepaalt.


Die samenwerking kan tot stand komen door een bilateraal akkoord tussen twee landen. Nog vaker gaat het om een multilateraal akkoord tussen meerdere landen en wordt er een handelsblok gevormd. De Europese Unie is het verregaandste en wellicht ook bekendste handelsblok ter wereld. De lidstaten van de EU vormen samen een economische unie. Sommige lidstaten vormen daarnaast ook een monetaire unie met de euro als eenheidsmunt. Om de economische unie te organiseren hebben de lidstaten aan de Europese instellingen de bevoegdheid gegeven om zelf regels op te stellen en af te dwingen. De EU treedt dan op als supranationale instelling. Voor domeinen die politiek gevoeliger liggen, zoals het buitenlands beleid of defensie, vormt de EU een intergouvernementele organisatie waarbinnen de lidstaten zelf nog steeds het allerlaatste woord

IN

hebben.

Het beleid van de EU is het gevolg van een gecompliceerd samenspel tussen de Europese instellingen. —

De Europese Raad van regeringsleiders zet de politieke richting voor de EU uit en ontwart de moeilijkste knopen.

De Europese Commissie verdedigt het Europees algemeen belang, stelt nieuwe wetgeving voor om de EU te versterken en voert ze uit eens ze zijn goedgekeurd.

Het Europees Parlement vertegenwoordigt de burgers. Het parlement keurt samen met de

N

Raad van de EU wetgeving goed, stemt over de Europese begroting en geeft z’n zegen aan de voorzitter en leden van de Europese commissie. —

De Raad van de EU is samengesteld uit de (vak)ministers van de verschillende lidstaten en moet de wetgeving van die door de Europese commissie wordt voorgesteld ook goedkeuren.

Het Hof van Justitie van de EU helpt nationale rechtbanken en hoven bij de interpretatie van de

VA

Europese wetgeving, kijkt toe op het respect voor de regels en controleert de wettigheid van de Europese reglementering zelf.

Niet enkel op regionaal niveau, maar ook op wereldschaal maken landen afspraken om de internationale handel vlotter te laten verlopen. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) spant zich in om de douanetarieven te verlagen en een eerlijk handelssysteem op te zetten. Ze vertrekt hierbij vanuit de principes van de ‘most favoured nation’ en de ‘national treatment’. De lidstaten hebben binnen de WTO ook de mogelijkheid om een geschillenbeslechtingsprocedure op te starten. De WTO zal dan een beslissing nemen wie gelijk heeft in lopende handelsconflicten en eventueel het nemen van

THEMA 2

BEKIJK DE KENNISCLIP

LEVEL 3

@

tegenmaatregelen toestaan.

45


Action 1— Staat vrije wereldhandel onder druk? Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. Welke twee belangengroepen hebben elkaar gevonden in hun verzet tegen een vrijere wereldhandel?

b

Welk probleem bestaat er als je je eigen markt voor het buitenland afschermt?

c

Waarvoor staat de afkorting ‘GATT’?

d

Welke twee functies van de WTO worden in het filmpje in de verf gezet?

e

Wat is een ‘ronde’?

VA

N

IN

a

f

De USMCA of het ‘United States, Mexico and Canada Agreement’ was de opvolger van een eerdere vrijhandelszone in Noord-Amerika. Hoe heette de voorganger?

Waarom zijn (vaak rechtse) politici tegen een vrije wereldhandel?

@

g

Welke kritiek komt er vanuit linkse hoek op een vrije wereldhandel?

i

Welke andere nadelen zijn er mogelijk verbonden aan een te vrije wereldhandel?

j

Welk risico bestaat er als de vrijhandel aan banden wordt gelegd?

THEMA 2

LEVEL 3

h

46


Action 2— Wordt de wereldhandel vrijer? 1

Wat is een vrijhandelszone?

Lees het artikel en beantwoord de vragen. Wie heeft er voordeel als er geen invoerheffingen meer moeten betaald worden?

b

Waarom gaat de afschaffing van de invoerrechten voor sommige producten of sectoren niet meteen in?

Waarvoor staat de afkorting ‘VBO’? Waarom zijn de leden tevreden?

VA

c

IN

a

N

2

d

Leg in je eigen woorden uit waarom ondernemingen ook indirect kunnen profiteren van dat akkoord.

@

e

Met hoeveel procent zal de export naar Japan stijgen?

f

Wat houdt een handelstekort van België ten opzichte van Japan in?

Het vrijhandelsakkoord van Japan is een akkoord van de nieuwe stempel. Wat houdt dat in?

THEMA 2

g

LEVEL 3

47


Europa geeft de wereld lesje in vrijhandel Terwijl de VS en China blijven kibbelen over hun handelsrelatie, hebben de EU en Japan vrijdag het lint doorgeknipt van de grootste vrijhandelszone ter wereld. sterk staat in halfafgewerkte producten. Een

handelsakkoord ook een sterke politieke betekenis.

producent van bijvoorbeeld auto-onderdelen die aan

‘We sturen daarmee een boodschap naar de wereld

Duitse bedrijven levert, kan voordeel doen met het

over de toekomst van open en eerlijke handel’,

akkoord als zijn Duitse klant meer auto’s naar Japan

verklaarde de voorzitter van de Europese Commissie,

exporteert. Die indirecte export bedraagt 85 procent

Jean-Claude Juncker, in een persmededeling. Hij wil daarmee benadrukken dat Europa niet meedoet aan de protectionistische agenda van

IN

Behalve een economisch belang heeft het

van de directe export.

Amerikaans president Trump . ‘We tonen de wereld

dat we overtuigd blijven van de voordelen van open

handelsrelaties’, voegde handelscommissaris Cecilia

Chocolade en kaas

N

Malmström eraan toe.

In de nieuwe handelszone wonen 635 miljoen mensen, en er komt bijna een derde van de

wereldwijde goederen- en dienstenproductie tot stand. Volgens de EU zullen Europese bedrijven dankzij de overeenkomst jaarlijks 1 miljard aan

VA

invoerheffingen kunnen besparen. Japan heeft toegezegd om 97 procent van zijn heffingen op Europese import te schrappen. Op export van

chocolade en kaas wordt nu bijvoorbeeld nog

30 procent geheven, op wijn 15 procent. Bovendien

wordt het voor Europese bedrijven mogelijk om mee te dingen naar opdrachten van 48 grote Japanse

steden en van de spoorwegen. Voor de autosector

is er een overgangsperiode van zeven jaar voorzien, om een overspoeling van de Europese markt door Japanse wagens te voorkomen.

@

Voor Belgische bedrijven biedt het akkoord veel

kansen, zegt Olivier Joris, directeur Europese en internationale zaken van werkgeverskoepel VBO. De handel wordt goedkoper en eenvoudiger, en er ontstaan nieuwe kansen. Ongeveer tweeduizend Belgische ondernemingen exporteren naar Japan, waarvan 90 procent kmo’s. Ze hebben 15 000 mensen in dienst. De chemische en farmaceutische sectoren zijn goed voor 40 procent van de export. België kan

THEMA 2

LEVEL 3

ook indirect profiteren omdat ons land traditioneel

48

Bron: standaard.be


uit Japan. ‘We hebben vanuit onze federaties geen enkel negatief signaal gekregen. We vrezen geen drama’s.’ De afspraken zijn voor Europa belangrijk, omdat Japan deel uitmaakt van het Trans Pacific Partnership (TPP). Dat biedt landen als Canada en Australië meer kansen op de Japanse markt. ‘Met het nieuwe akkoord werken we dat concurrentiële nadeel weg’, legt Joris uit.

IN

Zoals veel moderne handelsakkoorden bevat de overeenkomst met Japan ook afspraken over

Geen drama’s België exporteert nu veel minder naar Japan dan

andersom. Het rechtstreekse handelstekort bedraagt 5,5 miljard. Als ook de indirecte export erbij geteld wordt, slinkt dat cijfer naar 2,7 miljard euro. ‘Door

het akkoord zal de handelsrelatie meer in evenwicht komen’, denkt Joris. Hij is niet bang dat sommige

en milieuconventies. Voor het eerst zijn ook de

klimaatakkoorden van Parijs erin opgenomen. De twee partijen beloven om die na te komen. ‘Zo

ontstaat een sokkel van waarden en engagementen die beide partijen respecteren’, zegt Joris. Bron: De Standaard, 2019-02-02

N

bedrijven te kampen krijgen met sterke concurrentie

werknemersrechten, consumentenbescherming

VA

Action 3— Hoe kijkt de EU naar een vrije wereldhandel? Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. Hoe wil de EU met de volgende partners samenwerken? 

de Wereldhandelsorganisatie

de VS

@

a

Waarom is het handelsbeleid open?

LEVEL 3

Het Europees handelsbeleid wordt omschreven als open, duurzaam en assertief.

THEMA 2

b

China

49


Waarom is het handelsbeleid duurzaam?

Waarom is het handelsbeleid assertief?

IN

Action 4— Hoe werkt de EU?

… vertegenwoordigt de EU in het buitenland. … keurt EU-wetten goed.

… stelt wetsvoorstellen op.

@

… is samengesteld door een vertegenwoordiger per lidstaat. … wordt eens om de vijf jaar verkozen. … is de verdediger van het Europees algemeen belang. … wordt voorgezeten door de ‘president’ van Europa.

… beslist hoe een wet uitgelegd moet worden in geval van discussie.

THEMA 2

LEVEL 3

… zet de richting uit waarin het Europese project evolueert.

50

… voert de begroting uit. … keurt de begroting goed. … is de vertegenwoordiger van de burgers van de EU. … spreekt namens de individuele lidstaten bij het opmaken van wetten.

EUROPESE RAAD

HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EU

EUROPESE COMMISSIE

DE RAAD VAN DE EU

EUROPEES PARLEMENT

VA

N

Op welk beslissingsorgaan zijn de volgende uitspraken van toepassing? Kruis aan.


Action 5— Zit Noord-Ierland nog in de EU? MORE MORE

1

MORE

Werk per twee. Spreek af wie filmpje 1 en wie filmpje 2 over de discussie over de grens tussen NoordIerland en de EU bekijkt. a

Leg in vijf regels uit waarom er zoveel te doen is over de enige landgrens tussen de EU en het

N

Waarom kan Noord-Ierland niet gewoon in de EU blijven?

VA

b

IN

Verenigd Koninkrijk.

c

Waarom kan er niet gewoon een duidelijke grens komen met Noord-Ierland?

Werk opnieuw samen met je klasgenoot. Bekeek je zonet filmpje 1, dan bekijk je nu filmpje 3. Bekeek je filmpje 2, dan bekijk je nu filmpje 4.

Welke regeling over de Noord-Ierse grens werd er afgesproken in het Noord-Ierlandprotocol?

b

Waarom zijn de Britten niet gelukkig met de afspraken?

THEMA 2

a

LEVEL 3

@

2

51


Zoek op wat de huidige situatie is aan de Noord-Ierse grens.

4

Formuleer een genuanceerd antwoord op de onderzoeksvraag van deze Action.

N

BREAKING NEWS

IN

3

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

VA

1

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

Ik kan uitleggen welke types van economische

@

1

integratie er zijn en kan ze met elkaar vergelijken.

2

Ik kan de vormen van economische integratie toepassen op Europa.

3

Ik kan de Europese instellingen en hun functies binnen de EU toelichten.

4

supranationale en een intergouvernementele

LEVEL 3 THEMA 2 52

Ik kan uitleggen wat het verschil tussen een organisatie is.

5

Ik kan de rol en het belang van de Wereldhandelsorganisatie duiden.

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL


LEVEL 4 Welke gevolgen heeft de globalisering op de arbeidsmarkt?

IN

INTRO Good to know

Met je smartphone heb je de halve wereld in je hand. Wist je dat er in je smartphone meer dan drie kwart van alle niet­radioactieve elementen uit de tabel van Mendelejev terug te

vinden is? Die grondstoffen komen uit alle uithoeken van de wereld. Je smartphone is dus

1

N

waarschijnlijk in meer landen geweest dan jij!

Bekijk de herkomst van de verschillende

grondstoffen die nodig zijn om een smartphone te maken. Kleur de landen van herkomst in op

VA

de kaart, of gebruik de interactieve wereldkaart

ELEMENT

aluminium

PRODUCENTEN

China (50 %), Rusland (7 %),

GEBRUIK omhulsel, LCD-scherm

Canada (5 %)

ijzer

China (44 %), Australië (20 %),

luidspreker, microfoon, omhulsel

Brazilië (12 %) kobalt

D.R. Congo (51 %), China (6 %),

batterij, luidspreker

nikkel

koper

China (44 %), Australië (20 %),

afscherming signalen, condensor,

Brazilië (12 %)

batterij, microfoon

Chili (30 %), China (9 %), Peru

elektrische verbindingen

(9 %) zilver

Mexico (15 %), Peru (12 %), China (6 %)

elektrische verbindingen

LEVEL 4

Canada (5 %)

THEMA 2

@

bij het onlinelesmateriaal.

53


ELEMENT indium

PRODUCENTEN China (49 %), Zuid-Korea (20 %),

GEBRUIK touchscreen, LEDs

Japan (9 %) tin

China (34 %), Indonesië (17 %),

camera, touchscreen

Myanmar (10 %) wolfraam

China (44 %), Australië (20 %),

trillingsmotor, microfoon

IN

Brazilië (12 %) goud

China (16 %), Australië (10 %),

elektrische verbindingen

Rusland (8 %)

VA

N

Kaart 1: Wereldkaart

Welk land beschikt over veel grondstoffen die gebruikt worden in een smartphone?

THEMA 2

LEVEL 4

@

2

54

3

Hoe doet Europa het?

4

Waarom heeft Europa alle belang bij een vlotte wereldhandel?

5

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Welk gevolgen van de globalisering ondervindt de arbeidsmarkt?


Explore 1— Wat is globalisering? 1

In Level 2 stond je reeds stil bij het begrip ‘globalisering’. Bekijk de volgende krantenkoppen. Om welk type globalisering gaat het? Noteer het juiste cijfer bij elke krantenkop. TYPE GLOBALISERING Economische globalisering

2

Socioculturele globalisering

3

Politieke globalisering

4

Technologische globalisering

Halloween: Keltisch ritueel krijgt voet op Europese bodem

IN

1

Videocall maakt wereld

N

Belgische landbouwbed rijven vinden makkelijker de weg naar China

je dorp

VA

Hollywoodfilms beïnv loeden visie van jongeren op de ideale proclamatie

KUS-pact China omschrijft AU t VK en tussen Australië, he ord de VS als onverantwo

Wit-Russische olympische at lete Tsimanou gebruikt Goog skaya le Translate o m hulp te zoek en in Tokio LEVEL 4

Chirurg opereert op afstand dankzij 5G-netwerk en robotarmen

Buitenlandse investeringen in Vlaanderen slopen alle records

Na Italiaans en Chinees, Japans en Mexicaans eten aan opmars bezig

THEMA 2

@

Kroatië welkom in Schengenzone

55


Wat is globalisering?

3

Geef voor elk type van globalisering een eigen voorbeeld. economische globalisering

b

socioculturele globalisering

c

politieke globalisering

d

technologische globalisering

VA

N

a

IN

2

Explore 2— Wat is het verschil tussen outsourcing en offshoring?

1

Werk per twee. Spreek af wie welk filmpje bekijkt en de bijbehorende vragen oplost. Vink je gekozen optie aan.

Optie 2

THEMA 2

LEVEL 4

@

Optie 1

56

a

Over welke onderneming of organisatie

a

Over welke onderneming of organisatie

handelt het filmpje? Waar bevindt zich die

handelt het filmpje? Waar bevindt zich die

onderneming of organisatie?

onderneming of organisatie?


b

c

b

Welke job zal niet langer door de werknemers

worden vervuld?

c

Wie neemt deze taak over?

Wat hoopt men te bereiken door die taak af te stoten?

Werk samen met je klasgenoot en bespreek de antwoorden die je aan de hand van jouw filmpje hebt gevonden.

Gaat het in het filmpje over outsourcing of offshoring? a

N

3

d

Wat hoopt men te bereiken door die taak af te stoten?

2

Wie neemt deze taak over?

IN

d

Welke job zal niet langer door de werknemers

worden vervuld?

Wat is het verschil tussen outsourcing en offshoring? Gebruik het internet.

VA

b

4

Schrijf naast je gekozen optie of het om outsourcing of offshoring gaat.

Wat is de ‘corebusiness’ of ‘kernactiviteit’ van een onderneming of organisatie?

Kun je de volgende bedrijfsprocessen outsourcen of offshoren? Kleur het vakje: a

rood als het niet mogelijk is;

b

oranje als het beperkt mogelijk is;

c

groen als het goed mogelijk is.

@

OUTSOURCING

OFFSHORING

Productie

Boekhouding

Corebusiness Poetsploeg Catering voor het personeel

LEVEL 4

Callcenter

THEMA 2

5

57


6

Waarom kun je een aantal van de voorgaande bedrijfsprocessen niet offshoren?

7

Bij sommige processen is offshoren beperkt mogelijk. Er moeten bepaalde hindernissen overwonnen

VA

N

IN

worden. Welke?

Explore 3— Is arbeid in België duur? 1

Bekijk grafiek 1. Wat kun je afleiden uit de grafiek?

THEMA 2

LEVEL 4

@

Grafiek 1: Geschatte arbeidskost per uur in 2020

58

Bron: Eurostat


2

Gebruik de gegevens uit de grafiek en maak de opdrachten. Gebruik indien nodig de tool die bij het onlinelesmateriaal staat. a

Teken op grafiek 1 een horizontale lijn ter hoogte van de gemiddelde loonkost van de EU.

b

Kleur op de kaart de EU-landen rood in als de loonkost boven het gemiddelde ligt.

c

Kleur op de kaart de EU-landen groen in als de loonkost lager dan het gemiddelde ligt.

d

De twee landen die geen lidstaat zijn van de EU arceer je in het rood of groen (afhankelijk of ze boven of onder de gemiddelde loonkost van de EU liggen). Welk land van de EU komt niet voor in de grafiek?

f

Kleur dat land in de juiste kleur in als je weet dat de gemiddelde loonkost er gelijkaardig is aan die van Cyprus.

THEMA 2

LEVEL 4

@

VA

N

Kaart 2: Loonkost in Europa

IN

e

59


Welke landen hebben een hoge loonkost in de EU?

h

Welke landen hebben een lage loonkost?

i

Hoe lang werkt een werknemer gemiddeld om tot een loonkost van 100,00 euro te komen? Vergelijk België met Roemenië.

Waarom zouden sommige ondernemingen ervoor kiezen om zich eerder in het buitenland dan in België te

VA

3

Hoe is het met de loonkost in België gesteld?

N

j

IN

g

vestigen? Motiveer je antwoord.

@

Explore 4— Zijn Belgen productief? ARBEIDSPRODUCTIVITEIT

Belgen staan bekend als harde werkers. Maar is dat ook zo? De arbeidsproductiviteit kan daar een antwoord op geven. De arbeidsproductiviteit geeft weer hoeveel waarde een werknemer toevoegt gedurende een bepaalde periode (meestal een uur). Hoe meer waarde

THEMA 2

LEVEL 4

een werknemer in een periode kan produceren, hoe

60

productiever hij is.


1

Op grafiek 2 zie je de arbeidsproductiviteit per uur uitgedrukt. Hoe doet België het?

Grafiek 2: Productiviteit per gewerkt uur in vergelijking met het EU-gemiddelde (2020)

IN

Bulgarije Griek enland Letland Kroatië Polen Roemenië Portugal Hongarije Litouwen Malta Slovakije

N

Estland Cyprus Tsjechië Slovenië Spanje Europese Unie Italië

VA

Finland Eurozone IJsland

Zweden

Oostenrijk

Duitsland

Nederland

Frankrijk

Zwitserland

Noorwegen

België

Denemarken Luxemburg Ierland

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

@

0

Teken op de grafiek een verticale lijn ter hoogte van de gemiddelde arbeidsproductiviteit van Europa.

3

Kleur kaart 3 in. Gebruik indien nodig de tool die bij het onlinelesmateriaal staat. a

Kleur de EU-landen waarvan de productiviteit onder het gemiddelde ligt, rood in.

b

Kleur de EU-landen waarvan de productiviteit boven het gemiddelde ligt, groen in.

c

Arceer de drie landen die geen lidstaat van de EU zijn in de juiste kleur. Gebruik een rode arcering als de productiviteit onder het gemiddelde ligt, groen als het erboven ligt.

THEMA 2

2

LEVEL 4

Bron: Eurostat

61


VA

N

IN

Kaart 3: Arbeidsproductiviteit in Europa

Vergelijk kaart 2 uit Explore 3 en kaart 3 met elkaar.

@

4

THEMA 2

LEVEL 4

a

62

Wat stel je vast?


b

IN

5

Kun je daaruit besluiten dat Zuid- en Oost-Europese werknemers minder hard werken?

In welke mate beïnvloedt de informatie je oordeel uit de vorige Explore over investeren in België?

Explore 5— Waarom staan arbeidsintensieve sectoren meer 1

N

onder druk?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Open het werkblad om een vergelijking te maken tussen arbeids- en

VA

kapitaalintensieve sectoren. 2

Volg het stappenplan. Gebruik indien nodig de ICT-fiche_R_06, fiche_R_07, fiche_R_11, fiche_R_13, fiche_R_18, fiche_R_24, fiche_R_30, fiche_R_31 en fiche_R_42. De berekening van kosten en opbrengsten is sterk vereenvoudigd om je niet van de essentie

Tip:

af te leiden.

STAPPENPLAN

Zet in de grijze cellen van het werkblad de gegevens die je nodig hebt om de kosten en opbrengsten

ONDERNEMING 2

150 000,00 euro

150 000,00 euro

65 000 000,00 euro

5 000 000,00 euro

Afschrijvingstermijn

10

10

Aantal arbeiders

30

230

2 500,00 euro

2 500,00 euro

20 000

20 000

40,00 euro

40,00 euro

Grondstoffen per maand Kapitaalgoederen

Loonkost per maand Afzet per maand Prijs per stuk

THEMA 2

ONDERNEMING 1

LEVEL 4

te berekenen.

@

Stap 1:

63


Stap 2:

Bereken de jaarlijkse kosten met behulp van formules.

De jaarlijkse grondstofkost vind je door de kost van de grondstoffen per maand te vermenigvuldigen

De kapitaalkost vind je door de aankoopwaarde van de machines (kapitaalgoederen) te delen door

De arbeidskost vind je door het aantal werknemers te vermenigvuldigen met de maandelijkse

met twaalf. het aantal jaar dat ze volgens de boekhoudregels zullen meegaan (afschrijvingstermijn). loonkost en dat bedrag te vermenigvuldigen met twaalf. Stap 3:

Bereken de opbrengsten met behulp van een formule. De jaarlijkse omzet vind je door de afzet per maand te vermenigvuldigen met de prijs per stuk en dat vervolgens te vermenigvuldigen met twaalf. Bereken het resultaat door de jaarlijkse kost van de jaarlijkse omzet af te trekken.

Stap 5:

Zorg dat de opmaak van de cellen juist is. Gebruik daarvoor de celeigenschappen.

IN

Stap 4: –

Zet de cellen met bedragen in euro op celopmaak ‘Financieel’.

Zorg in ‘Aangepast’ dat er een spatie tussen de duizendtallen komt in plaats van een puntje.

Stap 6:

In cel B3 en B20 geef je aan of de onderneming eerder arbeidsintensief is of eerder kapitaal­ intensief. Werk daarvoor met de ALS-functie.

Als de arbeidskost groter is dan de kapitaalkost, dan beschouw je een onderneming als arbeids-

Als de kapitaalkost groter is dan de arbeidskost, dan beschouw je de onderneming als kapitaal-

In functie van die voorwaarde verschijnt in de cel B3 en B20 het begrip ‘arbeidsintensief’ of

intensief. ‘kapitaalintensief’. Stap 7:

N

intensief.

Om duidelijk te zien of de onderneming winst of verlies maakt, ken je aan de cellen H15 en H32 een voorwaardelijke opmaak toe. Wijs markeringsregels voor die cellen aan.

Is het bedrag in de cellen groter dan 0,00 euro, dan kleuren de cellen groen.

Is het bedrag in de cellen kleiner dan 0,00 euro, dan kleuren de cellen rood.

VA

– Stap 8: –

Maak een cirkeldiagram om de kostenstructuur van onderneming 1 weer te geven. In dat cirkeldiagram zie je de verdeling over de drie kostencategorieën: grondstofkost, kapitaalkost en arbeidskost.

De grafiek krijgt als titel: ‘kostenstructuur onderneming 1’.

Stap 9:

Doe hetzelfde voor de kostenstructuur van onderneming 2.

Stap 10: Selecteer cel H15 en cel H32. Voeg daarvoor een kolomgrafiek in waardoor je de winst van beide ondernemingen visueel naast elkaar ziet staan. Beide kolommen zijn aanvankelijk even hoog.

Stap 11: Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Hoeveel bedraagt de winst in beide ondernemingen?

4

Welke onderneming is kapitaalintensief? Waarom?

5

Stel dat er in beide ondernemingen sociale onrust is en dat de werknemers een loonsverhoging vragen.

THEMA 2

LEVEL 4

@

3

64

a

De loonsverhoging zou de maandelijkse loonkost per arbeider laten stijgen met 200,00 euro. Voer die aanpassing door in je werkblad.


b

Welke invloed heeft de loonsverhoging op de winst van beide ondernemingen?

Welk type van ondernemingen zal werknemers makkelijker een loonsverhoging geven? Waarom?

IN

c

Stel dat beide ondernemingen de mogelijkheid zien om de productie naar het buitenland te verhuizen en

N

6

daar tegen een veel lagere loonkost te produceren. a

De delokalisatie zou de maandelijkse loonkost laten dalen tot 1 500,00 euro per arbeider. Pas de loonkost in je werkblad aan.

b

Welke invloed heeft de lagere loonkost op de winst van beide ondernemingen?

VA

7

Een onderneming verhuizen kost ook geld. Als je ervan uitgaat dat de bouw van een nieuwe fabriek, kantoor of atelier in het buitenland gelijk is aan de helft van de kapitaalkost in België, hoeveel jaar duurt het dan vooraleer de verhuis is terugverdiend?

@

8

Welk type van ondernemingen zal makkelijker de productie offshoren? Waarom?

THEMA 2

LEVEL 4

65


9

Bekijk de afbeeldingen. a

Gaat het om kapitaalintensieve of om arbeidsintensieve sectoren? Markeer.

b

Welke van de arbeidsintensieve sectoren maken het meeste kans om naar het buitenland te verhuizen?

c

Welke van de arbeidsintensieve sectoren maken minder kans om naar het buitenland te verhuizen? Waarom?

IN

B

N

A

arbeidsintensief / kapitaalintensief

VA

arbeidsintensief / kapitaalintensief

@

C

arbeidsintensief / kapitaalintensief

arbeidsintensief / kapitaalintensief

F

THEMA 2

LEVEL 4

E

D

66

arbeidsintensief / kapitaalintensief

arbeidsintensief / kapitaalintensief


H

arbeidsintensief / kapitaalintensief 10

IN

G

arbeidsintensief / kapitaalintensief

Loonkosten zijn een element bij de keuze van een vestigingsplaats voor een onderneming, maar er zijn er nog vele anderen. Waarom zou je als ondernemer, ondanks de hoge loonkost, toch in België investeren?

N

Explore 6— Wat zijn de baten en de lasten van economische

VA

globalisering op de arbeidsmarkt?

Voor deze opdracht werk je per twee. Spreek af wie rond de voor- en nadelen van internationale handel op de Belgische arbeidsmarkt (optie 1) werkt en wie de situatie in het buitenland (optie 2) bestudeert. Vink de gekozen optie aan. Optie 1

Door de internationale handel vergroot de afzetmarkt van de Belgische ondernemers van 11 miljoen Belgen tot 450 miljoen EU-burgers of zelfs tot bijna 8 miljard wereldburgers. Van die handel met de landen buiten de EU zijn heel wat jobs afhankelijk.

@

1

De situatie in België

a

Bekijk de infographic bij het onlinelesmateriaal.

b

Hoeveel jobs zijn in België afhankelijk van de wereldhandel?

c

Hoeveel procent van de jobs vloeit in België voort uit de internationale handel met landen buiten de

EU als je weet dat zo’n 5 miljoen Belgen een job hebben?

Globalisering geeft Belgische ondernemingen toegang tot de wereldmarkt. Wat is de keerzijde van de medaille?

THEMA 2

d

LEVEL 4

67


Lees de artikels en los de bijhorende vragen op. Welk effect heeft de globalisering op de werkgelegenheid in België?

b

Wat zou het verschil zijn tussen offshoring en nearshoring?

c

Is er in het eerste artikel sprake van nearshoring of offshoring?

d

Welk ander begrip wordt er gebruikt om de verhuis van ondernemingen naar het buitenland aan te geven?

1

IN

a

N

2

Proximus zet callcenters aan om te delokaliseren

VA

38 jobs bedreigd bij distributiecentrum van Pfizer in Zaventem

2

De directie van Pfizer wil een afdeling van het

distributiecentrum in Zaventem verhuizen naar

Boekarest in Roemenië. Het gaat om een afdeling die de productie plant bij onderaannemers van

het Pfizer. Door die geplande verhuis zijn 38 jobs bedreigd. In Roemenië liggen de loonkosten namelijk heel wat lager.

@

Bron: vrt.be, 2021-03-04

De herstructurering van Proximus heeft gevolgen voor callcenters die in opdracht van de telecomoperator werken. In een mededeling vraagt CEO Dominique Leroy hen om hun activiteiten naar lagelonenlanden te verplaatsen. In de praktijk is dat vaak Marokko. ‘We streven naar lagere kosten bij onze externe partners en zullen onder meer vragen aan onze externe callcenters om over te schakelen op meer kostenefficiënte werkmodellen via nearshoring binnen de EU en offshoring.’ Die boodschap staat in een mededeling die Proximus-CEO Dominique Leroy onlangs liet verspreiden. Ze laat daarmee geen enkele twijfel bestaan over wat er van die externe callcenters wordt verwacht: ze moeten dezelfde diensten leveren tegen een lagere prijs.

THEMA 2

LEVEL 4

Bron: knack.be, 2021-01-10; Jeroen De Preter

68


IN

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje en beantwoord de onderstaande vragen.

Welk probleem stelt zich in het Suezkanaal?

b

Hoeveel procent van de wereldhandel verloopt via dat kanaal?

c

Wat is het gevolg van dat probleem?

N

a

VA

3

d

Optie 2

De situatie in de ontvangende landen

Lees de onderstaande getuigenis over de evolutie van de welvaart in China. Beantwoord de vragen. a

Wat bedoelt de schrijfster met de opkomst van ‘Fabriek China’?

@

1

Welke invloed heeft dat op de werknemers in de haven van Antwerpen?

Met hoeveel procent is de Chinese economie volgens Irene Yuan Sun jaarlijks gegroeid gedurende de afgelopen 25 jaar? Gebruik de tool bij het onlinelesmateriaal als je niet weet hoe je dat moet

LEVEL 4

berekenen.

THEMA 2

b

69


c

In realiteit is de Chinese economie jaarlijks gemiddeld met zo’n 10 % gegroeid gedurende de laatste 30 jaar. Hoeveel keer groter is de productie dan over die periode geworden?

Hoe profiteert de gewone Chinese arbeider van de Chinese rol als wereldproducent?

VA

N

Ik ben slechts 30 jaar oud, maar ik heb persoonlijk nog meegemaakt dat de Chinese straten die vandaag vol files staan, gevuld waren met fietsen. Zo snel is alles in China veranderd ten gevolge van de opkomst van Fabriek China. Sinds ik een kwarteeuw geleden voor het eerst in een auto zat, is de productie in China gestegen van 2 % tot 25 % van de wereldproductie.

IN

d

Tijdens die 25 jaar is het bruto binnenlands product 30 keer zo groot geworden. In die periode lieten niet minder dan 750 miljoen mensen de armoede definitief achter zich, de grootste welvaartsprong die ooit gerealiseerd werd in de wereldgeschiedenis. China was armer dan Kenia, Lesotho en Nigeria. Nu concurreert het met de VS om de titel van grootste economie ter wereld.

THEMA 2

LEVEL 4

@

Die statistieken zijn indrukwekkend, maar meer nog zijn het de kleine alledaagse veranderingen die weergeven hoe snel de welvaart voor de hardwerkende Chinese bevolking is toegenomen. Mijn favoriet? Sprite wordt niet langer beschouwd als een zeldzaamheid voor speciale gelegenheden maar wel als een ordinaire frisdrank. Gewone Chinezen staan netjes aan te schuiven in de luchthavens voor de vele binnenlandse vluchten in plaats van te staan duwen aan een bushalte. Op wc is er toiletpapier beschikbaar en niemand vind het nog bijzonder om in een auto te rijden.

70

Bron: qz.com, Irene Yuan Sun in Quarz Africa


Good to know Op de wereldmarkt zijn niet enkel ondernemingen maar ook landen concurrenten van elkaar. Als regeringen proberen ondernemingen aan te trekken door steeds sterker te zijn dan de concurrerende landen, dan spreek je van een race to the top. Zo hebben landen er belang bij om hun onderwijssysteem beter te maken om ondernemingen te lokken. Maar ook het omgekeerde bestaat: de race to the bottom. Zo zullen regeringen in hun hoop grote ondernemingen aan te trekken de belasting voor de ondernemingen alsmaar lager de werknemers.

2

IN

maken. Gevolg is dat ondernemingen vaak veel minder belastingen moeten betalen dan

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje. Beantwoord de vragen. a

Over welk merk gaat het in het filmpje?

b

Wat wordt er aangeklaagd in het filmpje?

Wie klaagt de situatie aan?

VA

c

N

d

Sommigen vrezen dat internationale handel landen aanzet tot een race to the bottom op het gebied

van arbeidsomstandigheden en milieuwetgeving. Wat zou dat betekenen?

@

Forum

Ben jij bereid meer te betalen voor kleding van een onderneming die respect heeft voor

THEMA 2

LEVEL 4

het milieu en die goede werkomstandigheden van de arbeiders garandeert?

71


TO THE POINT Globalisering In een geglobaliseerde wereld vinden er steeds meer contacten plaats tussen burgers, onder­ nemingen en organisaties over de landsgrenzen heen. Die verwevenheid tussen landen speelt zich op technologisch, sociocultureel, politiek maar ook op economisch vlak af. Outsourcing en offshoring

IN

Ondernemingen kiezen er vaak voor om bepaalde

activiteiten die niet tot hun corebusiness of kernactiviteit

behoren door een andere onderneming te laten uitvoeren. Dat heet outsourcen. In een geglobaliseerde wereld is het ook interessant om daarvoor naar het buitenland te trekken en te offshoren. Dat gaat niet voor alle

activiteiten. Als een onderneming delokaliseert, gaan er

Arbeidsproductiviteit

N

arbeidsplaatsen in België verloren.

Het buitenland is voor ondernemingen aanlokkelijk omwille van de lage loonkosten. België heeft daarentegen een hoge loonkost. Dat geldt niet enkel in vergelijking met de lagelonenlanden, maar ook in vergelijking met heel wat Europese landen. Gelukkig kent ons land ook een hoge arbeids­ productiviteit. De waarde die door Belgische werknemers wordt toegevoegd tijdens een arbeidsuur

VA

behoort tot de hoogste ter wereld.

Arbeidsintensieve en kapitaalintensieve sectoren Het effect van lage lonen speelt des te harder bij arbeidsintensieve sectoren. Doordat de

loonkost voor die ondernemingen een groot

aandeel van de totale bedrijfskost uitmaakt,

heeft offshoren in die sectoren vaak een groot effect op de winstgevendheid. Dat wordt

vergemakkelijkt doordat de verhuiskost voor de ondernemingen laag is. Dat heeft tot een

@

vermindering van het aantal arbeidsplaatsen geleid in sommige sectoren zoals textiel en kleding. Voor kapitaalintensieve sectoren is offshoren veel minder interessant.

Economische globalisering op de arbeidsmarkt In België zijn zo’n 713 000 jobs een rechtstreeks gevolg van de internationale handel. De internationale handel zorgt dus voor heel wat tewerkstelling. Tegelijk gaan er ten gevolge van de concurrentie met buitenlandse ondernemingen en de delokalisatie van ondernemingen ook jobs verloren. Offshoren maakt België ten slotte ook afhankelijk van het buitenland,

LEVEL 4

lam te leggen. In de landen die buitenlandse ondernemingen op hun grondgebied

THEMA 2

waardoor een kleine verstoring in de logistieke keten riskeert ondernemingen

dat deze ondernemingen het niet al te nauw nemen met de milieuwetgeving of de

72

mogen ontvangen, zien werknemers hun welvaart stijgen. Dat leidt in lageloon­ landen voor een aanzienlijke reductie van de armoede. Toch bestaat het risico werkomstandigheden van de werknemers. Het blijft een aandachtspunt waar je je als consument bewust van moet zijn.

BEKIJK DE KENNISCLIP


Action 1— Kies je voor outsourcen of offshoren? Voor deze opdracht werk je per twee. Spreek af wie met welk artikel werkt en de bijbehorende vragen oplost. Vink de gekozen optie aan. Wissel nadien de antwoorden uit. Optie 1

kostencompetitief

b

sanering

c

outsourcing

N

a

IN

Verklaar de volgende begrippen. Gebruik indien nodig het internet.

VA

1

Koekjesfabriek Herentals

d

Welke diensten heeft Mondelez eerder al uitbesteed? Waarom is er toen niet gekozen voor offshoring?

@

2

multinational

3

Hoe kan de capaciteit verhoogd worden als er 200 mensen moeten afvloeien?

4

Is de koekjesfabriek in Herentals in Belgische handen? Welk risico

THEMA 2

LEVEL 4

brengt dat mogelijk met zich mee?

73


Minder koekjes uit Herentals In de koekjesfabriek van Mondelez International in Herentals (de vroegere LU-fabriek) staan 200 banen op de tocht. Concreet wil de directie drie productielijnen sluiten. Die van twee typisch Belgische producten – ChaCha en Cent Wafers – wordt uitbesteed aan een externe fabrikant, terwijl het volume van een van de Tuc-lijnen overgenomen zou worden door andere productielijnen binnen de Mondelez-groep. Daarnaast wil Mondelez 10 miljoen euro investeren in de vestiging van Herentals om ervoor te zorgen dat de merken Tuc, Prince, Pim’s en Bastogne er ‘kostencompetitief’ geproduceerd kunnen blijven. De

IN

investering dient om de capaciteit te verhogen en meer te automatiseren.

‘Voor de vakbonden komt de ingreep onverwacht’, zegt Jeffrey Goossens (ACV Voeding). ‘Dit komt hard

aan. De mensen reageren verrast, maar ook misnoegd.’ ’s Namiddags liet de liberale vakbond weten dat het personeel het werk in de koekjesfabriek had neergelegd. De staking zou zeker tot deze namiddag duren. Dan zitten directie en vakbonden opnieuw rond de tafel.

Het is niet de eerste keer dat een saneringsoefening tot sociale onrust leidt in de koekjesfabriek in

Herentals. In maart 2017 werd er gestaakt tegen de outsourcing van ondersteunende functies, zoals

N

portiers en schoonmaakploegen. Tegelijkertijd werd de productie van de Vitabis- en Betterfood-koeken verschoven van Herentals naar een andere Mondelez-vestiging enkele honderden kilometers verder. In Herentals worden jaarlijks zo’n 70 000 ton koekjes gebakken, met de chocoladekoekjes van Prince en

Cent Wafers als meest gekende merknamen. In 2007 kwam LU in handen van de multinational Kraft Foods, die zichzelf in 2012 in tweeën splitste en de snackafdeling liet doorstarten onder de naam Mondelez.

VA

Bron: standaard.be, 2019-11-01

Optie 2

Verklaar de volgende begrippen. Gebruik indien nodig het internet. a

CEO

b

logistiek

c

portfolio

d

charteren

THEMA 2

LEVEL 4

@

1

Ever Given Suezkanaal

74


Welke getroffen onderneming wordt in het artikel besproken?

3

Is er in het artikel sprake van outsourcing of offshoring? Waarom?

4

Welke gevolgen veroorzaakt die keuze nu?

5

Welke stappen worden ondernomen om dat probleem in de toekomst te voorkomen?

N

IN

2

Ever Given maakt kwetsbaarheid Billy en Kallax duidelijk Alsof je een gestrande walvis weer in het

VA

water moest krijgen. Met die beeldspraak vergeleek Peter Berdowski, de CEO van

baggerbedrijf Boskalis, de situatie van de Ever Given, het enorme containerschip dat zes

dagen het Suezkanaal blokkeerde. Met een

capaciteit van maximaal 20 000 zeecontainers en een gewicht van 225 000 ton behoort de

Ever Given tot de grootste containerschepen ter wereld.

Vorig jaar gebruikten volgens de Suez Canal Authority bijna 19 000 schepen de vaarroute. Dat komt neer

@

op gemiddeld 51 tot 52 schepen per dag. Hoe langer die geblokkeerd liggen, hoe groter de gevolgen van de aanzwellende file aan het Suezkanaal. Om een voorbeeld te geven van de omvang van de schade bij Ikea: bij de blokkade van het Suezkanaal na het ongeval met de Ever Given behoorde Ikea met 110 geblokkeerde containers op stilstaande schepen tot de grote gedupeerden.

Ikea chartert nu een ‘eigen’ containerschip, maar ook dat zal nooit alle logistieke problemen van Ikea oplossen. Evenmin als de speciale goederentrein dat heeft gedaan die sinds 2017 van Estland naar China spoort om exclusief Ikea-producten aan te leveren. Het zijn eerder symbolische ingrepen op het enorm uitgestrekte logistieke apparaat dat de 450 Ikea-winkels

Vrij naar De Standaard, 2021-03-26 en 2021-09-21

THEMA 2

dan 9 000 Ikea-producten. Slechts 11 procent van die portfolio wordt in eigen Ikea-fabrieken gemaakt.

LEVEL 4

wereldwijd moet beleveren. In die winkels en op de webshop hebben miljoenen klanten elke dag de keuze uit meer

75


Action 2— Hoe doet de kledingindustrie het op het vlak van globalisering?

1

De kledingindustrie is een schoolvoorbeeld van globalisering. Kijk even naar het etiket in je kledingstukken.

b

Welke landen komen het vaakst voor in de klas?

IN

Vanwaar komt jouw trui, hemd of broek?

N

Waarom is de kledingindustrie zo gevoelig voor offshoring? Geef meerdere factoren.

VA

2

a

3

Om competitief te blijven zoeken kledingproducenten constant naar landen met lage lonen. Teken op de wereldkaart de weg die hieronder wordt uitgelegd.

Good to know

@

Toen de kledingateliers onder druk kwamen te staan in Vlaanderen, viel het oog op Zuid­Europa als de ideale plaats om kledingstukken te produceren. Niet veel later werd de Middellandse Zee overgestoken naar de Maghreblanden, Tunesië in het bijzonder. Toen ook die landen te duur werden, werd de productie in belangrijke mate verplaatst naar de Chinese kustlijn. De industrialisering in de kustgebieden deed de vraag naar arbeid en de daaraan verbonden lonen stijgen. De ondernemingen verplaatsten zich binnen China meer en meer naar het westen om bijna gelijktijdig af te zakken in Zuidoost­Azië waar landen als Bangladesh en Laos de kroon spannen. De volgende halte die zich aandient is

THEMA 2

LEVEL 4

Sub­Saharaans Afrika, waar textielateliers steeds vaker voet aan wal krijgen.

76

Tip:

Wil je meer weten over de stijgende lonen in China, kijk dan zeker even bij het onlinelesmateriaal!


4

N

IN

Kaart 4: Evolutie offshoring kledingproducenten

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van de Schone Kleren Campagne. Beantwoord de vragen. a

Waarom is het zo moeilijk om de grote kledingmerken aansprakelijk te stellen voor de wantoestanden

VA

in de textielateliers in de lagelonenlanden?

Wat is de corebusiness van de grote kledingmerken?

c

Is er sprake van een race to the top of een race to the bottom? Verklaar.

@

b

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk de reportage. a

Vul infographic 1 op de volgende bladzijde aan.

b

Controleer op het internet of het akkoord nog steeds van kracht is. Zo ja, welke bekende merken

LEVEL 4

hebben het akkoord zoal ondertekend?

THEMA 2

5

77


Infographic 1: Het akkoord van Bangladesh

@

Duur akkoord:

THEMA 2

LEVEL 4

Renovaties mede betaald door:

78

Aantal kledingmerken:

IN

Sanctie bij niet naleven:

VA

Gemaakte afspraak:

Aantal slachtoffers Rana Plaza:

N

Aanleiding:

Controle door:

Toepasbaar in:

Organisatie die opvolgt:

Aantal geholpen werknemers:

Niet opgenomen in akkoord:


Action 3— Keren ondernemingen terug naar België? Lees het artikel en beantwoord de vragen. Wat is het tegengestelde van offshoren?

b

Hoe omzeilt Atkore Vergokan de hoge loonkost in België?

c

Welke redenen zijn er zoal om naar België terug te keren?

d

Waarom houden ondernemingen het terugbrengen van een uitbestede activiteit liever stil?

VA

N

IN

a

‘Opnieuw in België produceren geeft gewoon ook een goed gevoel’ De coronacrisis deed veel aanvoerlijnen stokken. Bedrijfsactiviteiten terughalen uit het buitenland dan maar? Van een vloedgolf aan ‘terugkeerders’ is nog geen sprake, toch zien de maatwerkbedrijven mooie kansen. Tussen de lasrobots en vorkheftrucks in

de productiehal van Atkore Vergokan, een producent van kabeldraagsystemen in

Oudenaarde, staat een vijftiental arbeiders in

@

gele hesjes. Ze monteren losse onderdelen tot verzinkbare stekkerdozen en kabelladders, vijlen de laatste bramen weg en verpakken de afgewerkte producten, die vervolgens worden weggevoerd naar het magazijn. Zo’n vijf jaar geleden trok Atkore Vergokan naar Roemenië om dat noodzakelijke, maar repetitieve en arbeidsintensieve werk uit

Gedetacheerde arbeiders van het maatwerkbedrijf Aarova voeren repetitieve en arbeidsintensieve taken uit bij Atkore Vergokan in Oudenaarde.

te voeren. Dat leek logisch, gezien de lage

directeur Gino Declercq. ‘Laat staan de goedkoopste.’

THEMA 2

puzzel, en de transportkosten lagen zo hoog, dat het uiteindelijk toch niet de beste oplossing bleek te zijn’, zegt

LEVEL 4

loonkosten in het Oost-Europese land. ‘Maar het hele logistieke proces werd op den duur zo’n ingewikkelde

79


Dus worden de verzinkbare stekkerdozen weer in Oudenaarde gemonteerd. Dat specifieke werk doen gedetacheerde arbeiders van Aarova, een nabijgelegen maatwerkbedrijf, de vroegere ‘beschutte werkplaatsen’ voor personen die door een handicap geen toegang hebben tot de reguliere arbeidsmarkt. ‘Het werk dat zij voor ons doen, zou gezien de hoge loonkosten in België normaal te duur zijn om hier te laten doen’, zegt Declercq. ‘Door onze samenwerking met een maatwerkbedrijf kunnen wij hun een uurloon betalen waardoor we toch

IN

competitief zijn.’

Dat is volgens de ondernemer niet het enige voordeel. ‘Door opnieuw hier te produceren, zijn we veel flexibeler en is onze ecologische voetafdruk kleiner’, gaat Declercq verder. ‘En het geeft gewoon ook een goed gevoel dat we werkgelegenheid hebben gecreëerd voor mensen die misschien niet overal terechtkunnen.’ Competitiviteit versterken

Tijdens de coronacrisis kwamen heel wat aanvoerketens piepend en krakend tot stilstand. Behalve

computerchips werden bijvoorbeeld ook hout, kunststoffen en staal schaars. Tot overmaat van ramp liep eind

N

maart ook nog eens het vrachtschip Ever Given vast in het Suezkanaal, met een monsterfile op een van de drukste maritieme handelsroutes ter wereld tot gevolg.

Het leidde van pleidooien voor kortere aanvoerketens tot hier en daar zelfs de oproep om te ‘reshoren’, bedrijfsactiviteiten die ooit zijn vertrokken naar het buitenland terug te laten keren naar België. Denk aan de productie van mondmaskers, waarvan plots werd afgevraagd waarom we die niet meer zelf maakten. In de hoge lonen ziet de sociale sector kansen. Dankzij subsidies kunnen maatwerkbedrijven toch betaalbare

VA

arbeid leveren. ‘Van een vloedgolf aan bedrijven die productie uit het buitenland aan het terughalen zijn, is inderdaad nog geen sprake’, zegt Francis Devisch, directeur van Groep Maatwerk, die met 54 maatwerkbedrijven ruim drie kwart van de tewerkstelling in de sociale sector vertegenwoordigt. ‘De jongste maanden zien we dat er wel degelijk een trend is tot reshoring, en dat die door corona de wind in de zeilen heeft. Alleen merken we dat niet elk bedrijf aan de grote klok wil hangen dat het een deeltje van zijn productie naar België heeft laten terugkeren. De perceptie leeft dat ze daarmee vooral een foute keuze uit het verleden rechtzetten.’ Hoe structureel?

Devisch geeft toe dat de vraag blijft hoe structureel die roep naar meer lokale productie zal zijn eens de coronacrisis is bedwongen. Toch zullen er volgens hem altijd bedrijven zijn die tot de conclusie komen dat de

@

verplaatsing van hun productie naar het buitenland niet tot de verhoopte resultaten heeft geleid. ‘De lonen zullen er weliswaar lager liggen, maar producenten kijken naar zoveel meer factoren. Denk aan de tijd die verloren gaat en de hogere ecologische voetafdruk door het toegenomen transport, of de kwaliteit van het geleverde werk die in het buitenland soms lager kan liggen. Daar zien we net veel mogelijkheden liggen voor de lokale maatwerkbedrijven. Al blijven we realistisch. We zullen in ons eentje natuurlijk niet de lagelonenlanden uit de markt kunnen prijzen.’

THEMA 2

LEVEL 4

Bron: Standaard, 2021-05-28

80


Action 4— Hoe houdt de loonnorm België competitief? Bekijk de onderstaande info over de loonnorm en beantwoord de vragen. a

Wat staat er in de loonnormwet?

b

Waarom is dat belangrijk?

c

Is de loonnormwet vooral belangrijk voor kapitaal- of voor arbeidsintensieve sectoren?

IN

1

THEMA 2

LEVEL 4

@

VA

N

MORE

81


2

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van de FOD Werkgelegenheid voor bijkomende informatie over de loonnorm. Beantwoord de vragen. a

Wie legt de loonnorm vast?

b

Hoeveel bedraagt de huidige loonnorm?

c

Hoeveel krijgt iemand die maandelijks 2 000,00 euro netto verdient extra ten gevolge van die wetgeving?

d

Lonen stijgen buiten de loonnorm ook door indexering. Wat is dat?

N

Doet de indexering en de loonnorm de koopkracht stijgen?

VA

e

IN

3

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk de reportage van de vakbondsactie naar aanleiding van de loonnormwet. Los de meerkeuzevragen op. a

Van welke vakbond gaat de manifestatie uit? ABVV ACV

@

ACLVB

b

Welke verwachting hebben de actievoerders? Werkgevers moeten minder cadeaus krijgen van de overheid. De lonen moeten meer stijgen dan de levensduurte. De lonen moeten geïndexeerd worden.

c

Mogen ondernemingen die veel winst maken meer loonsverhoging geven? Ja, een onderneming die goed draait mag aan de werknemers meer opslag geven.

THEMA 2

LEVEL 4

Neen, de wet schrijft in de loonnormwet een maximum voor.

82

d

Waarom vinden de actievoerders dat Belgen meer mogen verdienen dan in de buurlanden? Omdat we al bijna volledige tewerkstelling hebben in België. Omdat we productiever zijn. Omdat de levensduurte stijgt.


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

1

Ik kan de loonkost van België vergelijken met die van andere landen.

Ik kan de arbeidsproductiviteit van België

VA

4

N

Ik kan het verschil tussen outsourcen en offshoren uitleggen.

3

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan de verschillende types van globalisering duiden.

2

KAN

BETER

vergelijken met andere landen.

5

Ik kan de loonkost in een land analyseren in functie van de arbeidsproductiviteit.

6

Ik kan het verklaren waarom arbeidsintensieve sectoren makkelijker offshoren dan kapitaalintensieve sectoren.

Ik kan de voordelen en nadelen van globalisering op de arbeidsmarkt toelichten vanuit het

standpunt van België en vanuit het standpunt

@

7

THEMA 2

LEVEL 4

van de ontvangende landen.

83


STEP-UP 1

Je hebt doorheen dit thema kennisgemaakt met het belang van de internationale handel voor België. Stel dat belang nu voor in een duidelijke infographic die misschien wel in je klas- of economielokaal komt te hangen. Houd bij het maken van je infographic rekening met de volgende zaken: a

Kies goede afbeeldingen.

b

Gebruik recente gegevens.

c

Geef relevante informatie om het belang van de internationale handel voor België te verduidelijken.

3

IN

2

d

Zorg voor een goed evenwicht tussen afbeeldingen en korte tekstjes.

e

Werk af met een aantrekkelijke look die blijft hangen.

Voor het maken van deze opdracht is het belangrijk dat je vertrekt vanuit betrouwbare bronnen.

VA

N

Schrijf de bronnen die je gebruikt hieronder op.

4

Gebruik voor je infographic een gratis onlinetool om tot een mooi resultaat te komen. Je vindt er enkele bij het onlinelesmateriaal.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 2

STEP­UP

@

5

84


Begrippenlijst Thema 2 doorvoer

VERKLARING Dat is vervoer van goederen door een land, waarbij tussen in- en uitvoer geen inklaring

1

door de douane ligt.

export of

Dat is verkoop van goederen en diensten

uitvoer

aan landen buiten de EU.

extra­

Dat is internationale handel buiten de EU.

communau­

1

import of

Dat is de aankoop van goederen en diensten

invoer

bij landen buiten de EU.

internationale

De internationale handel of wereldhandel is

handel

de handel tussen verschillende landen.

intra­

Dat is internationale handel binnen de EU.

communau­

1

1

1

Dat vindt plaats wanneer een onderneming

nau­taire

uit de EU goederen verkoopt aan een

levering

onderneming van een ander EU-land.

intra­commu­

Dat vindt plaats wanneer een onderneming

nau­taire

uit de EU goederen aankoopt bij een

verwerving

onderneming van een ander EU-land.

schaalvoordeel

Schaalvoordeel is het economische

@ 2

2

intra­commu­

voordeel dat gerealiseerd wordt door

2

VA

taire handel

N

1

taire handel 1

IN

1

IN JE EIGEN WOORDEN

embargo

op grotere schaal te produceren. In het

algemeen dalen de gemiddelde kosten per

eenheid. Dat is een verbod op handel met een bepaald land.

export­

Dat is geld dat de overheid verstrekt aan

subsidies

bedrijven die producten exporteren.

globalisering

Globalisering is een gevolg van de internationalisering en wijst op de

samenhang en de verwevenheid tussen de

nationale economieën. De verwevenheid

is zowel te zien op het vlak van economie, technologie, cultuur, politiek ...

BEGRIPPENLIJST

1

BEGRIP

THEMA 2

LEVEL

85


LEVEL 2

BEGRIP handelsbalans

VERKLARING Een handelsbalans is een cijfermatig overzicht van de in- en uitvoer van een land.

handelsbalans positief. In het omgekeerde

intermediaire

Dat zijn halfafgewerkte goederen die een

goederen

of meerdere industriële transformaties afgewerkte goederen moeten worden

IN

internationali-

Bij internationalisering ontwikkelen

sering

bedrijven producten die aan de eisen

voldoen. Sommige bedrijven gaan

een groter gebied in te spelen.

Dat is een extra belasting op producten die

geïmporteerd worden. open

Een land heeft een open economie als het

economie

relatief veel handeldrijft met het buitenland

VA

2

protectionisme

bestaan in de handel van goederen en

Die vorm van economisch beleid schermt de eigen markt voor buitenlandse

quotum of

Een quotum is een maximale hoeveelheid

contingente-

die in een bepaalde periode van een

ring

bepaald product mag worden ingevoerd.

3

bilateraal

Een akkoord of overleg tussen twee landen.

3

douane-unie

Dat is een vrijhandelszone waar er een

@ BEGRIPPENLIJST THEMA 2

concurrenten af.

2

86

omdat er weinig tot geen belemmeringen diensten en van kapitaalverkeer.

2

N

dochterondernemingen openen om zo op

invoerrechten

van klanten uit verschillende landen

ook in verschillende landen filialen of

2

hebben ondergaan maar die nog in omgezet. 2

Als een land meer uitvoert dan invoert, is de geval is de handelsbalans negatief. 2

IN JE EIGEN WOORDEN

3

gemeenschappelijk douanetarief wordt ingesteld ten opzichte van derde landen.

economische

Dat is een unie met een gemeen­

en monetaire

schappelijke munt (of vaste wisselkoersen)

unie

en een centrale instelling die het

eengemaakt monetair beleid bepaalt.


VERKLARING

economische

Dat is een samenwerking tussen twee

integratie

of meer landen die de regels voor

en mogelijke obstakels wegnemen, om

drijven over de grenzen heen. Dat is een gemeenschappelijke markt met

unie

(minimum)normen op sociaal en fiscaal

Europees

Dat bestaat uit verkozen

Parlement

vertegenwoordigers van de burgers in de EU

Dat is de uitvoerende macht van de EU die

Commissie

het Europees algemeen belang verdedigt en

3

die nieuwe Europese wetgeving voorstelt en

uitvoert.

Europese Raad

Dat is het hoogste politiek orgaan in de EU

van regerings-

dat de politieke richting voor de unie uitzet

leiders

en moeilijke knopen doorhakt.

gemeenschap-

Dat is een douane-unie waar

pelijke markt

handelsbarrières verboden zijn en de

VA 3

N

Europese

productiefactoren vrij kunnen circuleren

over het grondgebied van alle lidstaten.

het Hof van

Dat is de Europese rechterlijke macht die

Justitie van

nationale rechtbanken en hoven helpt bij de

de EU

interpretatie van de Europese wetgeving,

toekijkt op het respect voor de regels en de

@

3

Het parlement keurt wetgeving goed, stemt

Europese Commissie.

3

zegen aan de voorzitter en leden van de

3

en is onderdeel van de wetgevende macht. over de Europese begroting en geeft z’n

3

IN

economische

vlak. 3

internationale handel op elkaar afstemmen het gemakkelijker te maken om handel te

3

IN JE EIGEN WOORDEN

wettigheid van de Europese reglementering controleert.

intergouver-

Dat is een organisatie die tussen de

nementele

regeringen staat en die probeert de

organisatie

lidstaten gemeenschappelijke afspraken

te laten maken. Er is geen overdracht van

soevereiniteit.

‘most favoured

Dat principe binnen de WTO bepaalt dat

nation’-prin-

tariefverlagingen die aan een lidstaat van

cipe

de WTO worden toegekend ook voor alle

andere lidstaten gelden.

BEGRIPPENLIJST

3

BEGRIP

THEMA 2

LEVEL

87


LEVEL 3

BEGRIP multilateraal

VERKLARING Een akkoord of overleg tussen drie of meer landen.

3

Dat principe binnen de WTO bepaalt dat

treatment’-­

goederen eens ze zijn ingevoerd in een land

principe

op gelijke voet moeten behandeld worden

als goederen die uit het land zelf afkomstig

Die is onderdeel van de wetgevende

de EU

macht in de EU. De Raad wordt als

samengesteld uit de (vak)ministers van de

supranationale

Die organisatie staat boven de verschillende

organisatie

lidstaten en kan beslissingen opleggen

vrijhandels-

Dat is een vorm van economische integratie

zone

waarbij de douanerechten tussen de

N

overgedragen aan de organisatie.

4

THEMA 2

BEGRIPPENLIJST

4

88

4

Dat is een intergouvernementele

handels­

organisatie die een vrijere wereldhandel

organisatie (of

nastreeft en een eerlijk handelssysteem wil

WTO)

opzetten.

arbeids­

Dat is een sector waar de arbeids- of

intensieve

loonkost het grootste deel van de totale

sector

bedrijfskosten uitmaakt.

arbeids­

Dat is de hoeveelheid waarde die een

productiviteit

werknemer gedurende een bepaalde

delokalisatie

periode (meestal een uur) toevoegt.

Dat is de verhuis van een onderneming naar

het buitenland.

kapitaal­

Dat is een sector waar de kapitaalkost

intensieve

(gebouwen, machines …) het grootste deel

sector

van de bedrijfskosten uitmaakt.

offshoring

Dat is de uitbesteding van een deel van de

activiteiten naar een onderneming in het

4

Wereld­

@

4

VA 4

aangezien een deel van de soevereiniteit is

lidstaten zijn afgeschaft. 3

vertegenwoordiger van de lidstaten

goed.

3

IN

de Raad van

verschillende lidstaten en keurt wetgeving

3

‘national

zijn. 3

IN JE EIGEN WOORDEN

outsourcing

(verre) buitenland.

Dat is de uitbesteding van een deel van de

activiteiten naar een andere onderneming.


4

T

AANBOD

F

@

VA

N

BUY IT NOW

IN

VRAAG

L

I

Thema 3: De productmarkt


N

THEMA

IN

3

@

VA

De productmarkt


IN

NEXT LEVEL

STEP-UP

Vraag en aanbod op de markt

LEVEL

Hoe bereken en interpreteer je prijs- en inkomenselasticiteit en het effect ervan op vraag- en aanbodschokken?

p. 85

Hoe analyseer je grafisch en rekenkundig het marktevenwicht en het effect van vraag- en aanbodschokken?

p. 64

Hoe leid je de aanbodcurve af?

p. 56

Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op lange termijn?

p. 42

Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op korte termijn?

p. 6

STEP-IN

p. 4

N

5

LEVEL

@

VA

4

LEVEL

3

LEVEL

2

LEVEL

1

p. 116


STEP-IN 1

Vorig jaar heb je geleerd om de vraagcurve af te leiden. Je bent vertrokken vanuit de indifferentiemap. Wat geeft zo een indifferentiemap weer?

Wat weet je over de punten op een bepaalde curve? Wat kun je zeggen over de punten op verschillende curven? Vul aan. Punten op eenzelfde curve stellen die voor de consument hetzelfde

IN

2

voor

of dezelfde

opleveren.

Punten op een curve die

van de oorsprong liggen, hebben een

nut dan punten op een curve

N

oorsprong.

bij de

60 55

VA

Product 2 (aantal stuks)

Grafiek 1: Indifferentiemap en budgetlijnen voor producten 1 en 2

50 45 40 35 30 25 20 15 10

@

5

3

0

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

Product 1 (aantal stuks)

Uit grafiek 1 kun je de optimale goederencombinaties afleiden. Het budget van de consument bedraagt 60,00 euro. Noteer in de volgende tabel hoeveel producten er gevraagd worden bij die

THEMA 3

STEP-IN

verschillende prijzen.

4

qv

PRIJS PER KLEDINGSTUK (IN EURO) 1,50 3,00 4,00


Op basis van de tabel kun je de vraagcurve voor product 1 afleiden. a

Wat geeft de vraagcurve weer?

b

Teken de vraagcurve.

c

Waarom verloopt de vraagcurve dalend?

IN

4

5,00 4,00 3,00

N

Prijs (in euro)

Grafiek 2: Vraagcurve product 1

2,00

VA

1,00 0,00

0

5

10

15

20

25

30

Aantal stuks

5

In dit thema doorloop je vijf levels waarin je leert … 1

hoe je als producent de optimale productiegrootte op korte termijn bepaalt;

2

hoe je als producent de optimale productiegrootte op lange termijn bepaalt;

3

hoe je de aanbodcurve kunt afleiden;

4

hoe je het marktevenwicht en het effect van vraag- en aanbodschokken grafisch en rekenkundig kunt afleiden;

hoe je de prijs- en inkomenselasticiteit berekent en hoe je het effect ervan op vraag- en

@ 5

aanbodschokken interpreteert.

Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin krijg je een geïntegreerde oefening waarbij je zowel de vraag- als aanbodcurve afleidt als het

STEP-IN

vraag- en aanbodschema van een markt bepaalt.

THEMA 3

6

5


LEVEL 1

INTRO 1

Lees het verhaal van Colourful Denim.

IN

Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op korte termijn?

VA

N

De onderneming Colourful Denim produceert 3 000 spijkerbroeken en maakt daarvoor in het totaal 27 500,00 euro kosten. De variabele kosten verlopen evenredig en bedragen 7,50 euro per eenheid. Het break-evenpunt situeert zich bij een productie van 2 000 eenheden.

Bereken de winst die de onderneming maakt als zij 2 500 eenheden produceert.

THEMA 3

LEVEL 1

@

2

6

3

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op korte termijn?


Explore 1— Welke productiefactoren zet een onderneming in?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje. a

Welke productiemiddelen komen er in het filmpje voor?

IN

Productiefactoren

Productiemiddelen kun je onderverdelen in vier productiefactoren: natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap. De term ‘kapitaal’ verwijst dan niet naar een bepaalde hoeveelheid geld, maar naar economisch kapitaal: gebouwen en machines (het vaste kapitaal of de

constante productiefactor) en voorraden en grondstoffen (vlottend kapitaal). Je spreekt bij

N

voorkeur over kapitaalgoederen.

b

VA

Klasseer de bovenstaande productiemiddelen onder de juiste productiefactor.

NATUUR

ARBEID

KAPITAAL

ONDERNEMERSCHAP

@

Explore 2— Hoe verloopt de productie naarmate een onderneming meer personeel inzet?

Good to know

bij welke productieomvang zijn winst maximaal is. In de realiteit kan een onderneming echter ook andere doelstellingen nastreven zoals het marktaandeel vergroten, de concurrentiepositie versterken of werkgelegenheid creëren.

THEMA 3

uitgangspunt is: de ondernemer wil maximale winst behalen. Hij moet dus onderzoeken

LEVEL 1

Wanneer je het producentengedrag analyseert, dan zie je dat winstmaximalisatie het

7


1

Lees het verhaal over de samenwerking tussen A.S.Adventure.edu en Solid.

Bekijk tabel 1. Die toont de variatie in de totale productie in functie van het aantal arbeiders.

VA

2

N

IN

In 2009 hebben A.S.Adventure.edu en Solid samen ‘Ayacucho’ opgericht. A.S.Adventure.edu wilde graag bijdragen aan duurzame ontwikkeling en raakte gecharmeerd door het gemeenschapswerk van Solid, een Belgische ontwikkelingsorganisatie. Solid is onder meer werkzaam in Ayacucho, een arm en moeilijk bereikbaar gebied in de Andes in Peru. Solid wil er de kansarme bevolking een nieuwe start geven door onder andere opleidingen voor boeren te organiseren en een opvangcentrum voor tienermoeders uit te baten. Solid zet ook projecten op poten in India, Kenia, Tanzania, en voor kansarme adolescenten in eigen land. In Ayacucho ligt een werkatelier van A.S.Adventure.edu waar de Ayacuchoslaapzak ‘Ignition’ geproduceerd wordt. De plaatselijke manager neemt de productie onder de loep. Hij beschouwt de kapitaalgoederen van het werkatelier als vast: het gebouw en de machines blijven op korte termijn – maximaal één jaar – constant. Het is voor een onderneming immers niet mogelijk om op minder dan een jaar een gebouw neer te zetten of dure machines aan te kopen. Op korte termijn kan het aantal arbeiders wel variëren. Het is makkelijker om snel arbeiders aan te werven.

a

Noteer de formule om de gemiddelde productie (GP) te berekenen.

b

Noteer de gemiddelde productie in de tabel.

Marginale productie

@

De marginale productie (MP) is de bijkomende productie als de onderneming één werknemer

THEMA 3

LEVEL 1

meer in dienst neemt.

8

c

Noteer de formule om de marginale productie (MP) te berekenen.

d

Noteer de marginale productie in de tabel.


Tabel 1: Verloop van de totale, gemiddelde en marginale productie VARIABELE

TOTALE PRODUCTIE

GEMIDDELDE

MARGINALE

PRODUCTIEFACTOR

(TP)

PRODUCTIE

PRODUCTIE

(EENHEDEN ARBEIDERS)

(SLAAPZAKKEN/DAG)

(GP)

(MP)

0

0

48

IN

1

2

170

620

900

1 182

7

1 407

10

11

1 701

1 800

1 870

LEVEL 1

@ 9

1 576

6

8

VA

5

THEMA 3

4

366

N

3

9


TOTALE PRODUCTIE

GEMIDDELDE

MARGINALE

(TP)

PRODUCTIE

PRODUCTIE

(EENHEDEN ARBEIDERS)

(SLAAPZAKKEN/DAG)

(GP)

(MP)

12

1 908

13

1 911

14

1 862

3

Stel tabel 1 grafisch voor.

IN

VARIABELE PRODUCTIEFACTOR

a

Teken de grafiek van de totale productie (TP).

b

Teken de grafiek van de gemiddelde productie (GP) en de marginale productie (MP).

N

Beschrijf het verloop van de totale productie. Formuleer een verklaring.

@

VA

c

THEMA 3

LEVEL 1

d

10

Welk verband stel je vast tussen de totale productie en de marginale productie?


TP

Grafiek 1: De totale productie 2 250 2 000 1 750 1 500 1 250 1 000 750 250 0

IN

500

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Aantal arbeiders

N

325,00 300,00 275,00 250,00 225,00 200,00 175,00

VA

GP en MP (in euro)

Grafiek 2: De gemiddelde en marginale productie

150,00 125,00 100,00 75,00 50,00 25,00 0,00

-25,00 -50,00

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Aantal arbeiders

THEMA 3

LEVEL 1

@

-75,00

11


Good to know Stel dat het atelier van Ayacucho een aantal machines heeft. Telkens als er werknemers bijkomen, kan het atelier die machines beter inzetten. Er ontstaat ook een arbeidsverdeling en een arbeidsspecialisatie waardoor de productie, en ook de arbeidsproductiviteit sneller toeneemt. Zo kan een tweede werknemer een andere taak uitvoeren dan de eerste waardoor beiden sneller kunnen werken. Wanneer er dan nog werknemers bijkomen, kunnen die ook weer de andere machines gebruiken en de taken verdelen. Na verloop van tijd lopen meer en meer werknemers elkaar echter in de weg, of moeten

IN

ze op elkaar wachten waardoor de snelheid van de totale productie afneemt. Op korte termijn zullen na een tijd de machines allemaal bezet zijn en zal een bijkomende

werknemer minder bijdragen aan de productie en er zelfs voor zorgen dat de productie begint te dalen.

N

Wet van de toenemende en afnemende meeropbrengst Als aan de constante productiefactor (grond of kapitaal) eenheden van een variabele productiefactor (arbeid) worden toegevoegd zal de fysieke meeropbrengst eerst toenemen, vervolgens afnemen en ten slotte negatief worden. Dat verband heet de wet van de

VA

toenemende en afnemende meeropbrengst.

Welk verband stel je vast tussen de gemiddelde productie en de marginale productie?

@

4

Good to know Wanneer een bijkomende werknemer de gemiddelde productie van alle werknemers verhoogt, dan moet de productie die de werknemer toevoegt, groter zijn dan de

THEMA 3

LEVEL 1

gemiddelde productie van alle reeds aanwezige werknemers.

12

Of om het in sporttermen uit te leggen: een baseballspeler zal zijn slaggemiddelde verhogen, wanneer zijn volgende score hoger is dan zijn gemiddelde. Hij zal zijn gemiddelde verlagen als zijn volgende score lager is dan zijn gemiddelde. Kijk maar naar je rapport. Als je op vier vakken die evenveel meetellen, een gemiddelde hebt van 70 % en op het volgende vak (marginale vak) behaal je 80 %, dan stijgt je gemiddelde. Behaal je 60 % op dat bijkomende (marginale) vak, dan daalt je gemiddelde.


Explore 3— Hoe verlopen de kosten op korte termijn? Soorten kosten Een onderneming gebruikt verschillende productiemiddelen om het gewenste eindproduct te produceren. Voor elke werknemer, elke machine en elke kilogram grondstof betaalt een ondernemer een bepaalde prijs. Je weet al dat sommige productiekosten van de productieomvang afhangen, andere kosten dan weer niet.

IN

Een deel van de totale productiekosten (TK) blijft constant binnen een gegeven

productiecapaciteit (= korte termijn) en verandert niet met de omvang van de productie. Dat zijn de vaste of constante kosten (TCK). Zo kan een ondernemer op minder dan een jaar tijd geen grote machines of gebouwen neerzetten. Daarom is de factor ‘kapitaal’ vast.

Naast de constante kosten zijn er de variabele kosten. De totale variabele kosten (TVK) zoals de grondstofkosten, zijn wel afhankelijk van de productie. Bepaalde personeelskosten zijn

variabel maar de vergoeding voor leidinggevend personeel die niet verandert naargelang de

1

N

productie, is dan weer een vaste kost.

Bekijk tabel 2. Daarin staan de kosten van het werkatelier van A.S.Adventure.edu in Ayacucho. Stel de totale constante kosten (TCK), de totale variabele kosten (TVK) en de totale kosten (TK) grafisch voor.

VA

Tabel 2: Productiekosten (in euro)

OUTPUT = TP

TCK

TVK

TK

6 000,00

0,00

6 000,00

1

48

6 000,00

1 500,00

7 500,00

2

170

6 000,00

3 000,00

9 000,00

3

366

6 000,00

4 500,00

10 500,00

4

620

6 000,00

6 000,00

12 000,00

5

900

6 000,00

7 500,00

13 500,00

6

1 182

6 000,00

9 000,00

15 000,00

7

1 407

6 000,00

10 500,00

16 500,00

8

1 576

6 000,00

12 000,00

18 000,00

9

1 701

6 000,00

13 500,00

19 500,00

10

1 800

6 000,00

15 000,00

21 000,00

11

1 870

6 000,00

16 500,00

22 500,00

12

1 908

6 000,00

18 000,00

24 000,00

13

1 911

6 000,00

19 500,00

25 500,00

14

1 876

6 000,00

21 000,00

27 000,00

13

LEVEL 1

0

@

0

THEMA 3

ARBEIDERS


28 000,00 24 000,00 20 000,00 16 000,00 12 000,00 8 000,00 4 000,00 0,00

0

200

400

600

IN

TVK, TCK, TK (in euro)

Grafiek 3: De totale constante kosten, totale variabele kosten en totale kosten

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 2 200

2

N

Aantal eenheden (slaapzakken)

Beschrijf het verloop van de TVK.

VA

3

Waarom kennen de TVK en de TK een gelijkaardig verloop?

4

Waarom vertrekken de TCK niet vanuit het nulpunt? Waarom lopen de TCK evenwijdig met de X-as?

@

5

Bekijk tabel 3. a

Bereken de GCK en de GVK. Noteer de formule in de tabel.

b

Op welke twee manieren kun je de GTK berekenen?

THEMA 3

LEVEL 1

c

14

Vul de GTK in de tabel in. Noteer een van de formules in de tabel.

Marginale kosten De marginale kosten (MK) zijn de extra kosten die ontstaan als de productie met één eenheid uitbreidt. (ΔTK/Δq of ΔTVK/Δq)


d

Vul de MK in de tabel in.

Tabel 3: Verband tussen kostenbegrippen (in euro) A*

q*

TCK

FORMULE 0

GCK

TVK

GVK

0 6 000,00

TK

GTK

MK

0

6 000,00

1

48 6 000,00

1 500,00

IN

7 500,00

2

170 6 000,00

3 000,00

9 000,00

620 6 000,00

4 500,00

10 500,00

6 000,00

12 000,00

VA

4

366 6 000,00

5

6

7

1 182 6 000,00

1 407 6 000,00

1 576 6 000,00

@

8

900 6 000,00

9

10

1 701 6 000,00

1 800 6 000,00

N

3

7 500,00

9 000,00

10 500,00

12 000,00

13 500,00

15 000,00

16 500,00

18 000,00

13 500,00

19 500,00

15 000,00

21 000,00

1 870 6 000,00

16 500,00

22 500,00

12 A* q*

1 908 6 000,00 = hoeveelheid arbeid = in eenheden

18 000,00

24 000,00

THEMA 3

11

LEVEL 1

15


6

Stel de GCK, de GVK, de GTK en de MK grafisch voor.

Grafiek 4: De gemiddelde constante kosten, gemiddelde variabele kosten, gemiddelde kosten en marginale

160,00

140,00

IN

GCK, GVK, GTK en MK (in euro)

kosten

120,00

N

100,00

VA

80,00

60,00

40,00

@

20,00

THEMA 3

LEVEL 1

0,00

16

0

200

400

600

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 Aantal eenheden (slaapzakken)


a

Waarom dalen de GCK voortdurend als de productieomvang stijgt?

b

Wat is het verband tussen de wet van de toe- en de afnemende meeropbrengst en het verloop van de GVK-curve?

IN

c

N

Waarom komen de GTK-curve en de GVK-curve steeds dichter bij elkaar?

VA

d

Waarom nemen de marginale kosten toe vanaf een bepaald productieniveau?

@

Technisch optimaal punt Het bedrijf produceert het goedkoopst bij de productieomvang waarbij de GTK het laagst zijn. Dat heet het technisch optimale punt. Dat wil nog niet zeggen dat de ondernemer maximale

7

Bij welke productieomvang bereikt de ondernemer het technisch optimale punt?

THEMA 3

LEVEL 1

winst realiseert, want je kent de opbrengsten nog niet.

17


Explore 4— Hoe verlopen de opbrengsten? Verkoop- of marktprijs Een producent streeft naar maximale winst. Om die winst te kennen moet hij niet alleen het verloop van de kosten kennen, maar ook het verloop van de opbrengsten. De productiekost én de verkoop- of marktprijs van het product zijn dus van belang. Er zijn twee mogelijke situaties: Bij een monopolie of een oligopolie kan de ondernemer tot op zekere hoogte invloed uitoefenen op de prijzen. —

IN

In een markt van volkomen concurrentie is de prijs van de markt een gegeven en kan de ondernemer enkel maar reageren door de geproduceerde hoeveelheid aan te passen. Dat is het geval op een markt waar er veel aanbieders en veel vragers zijn.

1

Lift 4 beperkt zich tot de tweede situatie.

N

Tip:

Omschrijf in je eigen woorden het verschil tussen een monopolie en een oligopolie.

VA

2

Omschrijf bondig de vier kenmerken van een markt van volkomen concurrentie.

@

3

Omschrijf het begrip ‘marginale opbrengst’ in eigen woorden.

THEMA 3

LEVEL 1

18

4

Bekijk tabel 4. Vul de tabel aan. De marktprijs bedraagt 15,00 euro.


Tabel 4: De opbrengsten (in euro) van A.S.Adventure.edu in Ayacucho q

TO

(IN EENHEDEN) 0

GO

MO

48

170

IN

366

620

N

VA 1 407

@

1 576

1 701

1 800

1 870

1 908

LEVEL 1

1 182

THEMA 3

900

19


5

Stel tabel 4 grafisch voor. a

Teken de grafiek TO.

33 000,00 30 000,00 27 000,00 24 000,00 21 000,00 18 000,00 15 000,00 12 000,00 9 000,00 6 000,00 3 000,00 0

200

400

600

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000

N

0,00

IN

TO (in euro)

Grafiek 5: De totale opbrengsten

Aantal eenheden (slaapzakken)

b

Teken de grafiek MO en de GO.

VA

Grafiek 6: De marginale en gemiddelde opbrengsten 20,00 18,00 16,00 14,00

@

12,00 10,00 8,00

THEMA 3

LEVEL 1

6,00

6

200

400

Waarom is p = MO = GO?

20

0

600

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 Aantal eenheden (slaapzakken)


Explore 5— Hoeveel bedraagt de winst bij een bepaald productieniveau?

Good to know De meeste ondernemingen willen zo veel mogelijk winst maken en streven dus winstmaximalisatie na. Als je enerzijds het kostenverloop en anderzijds het opbrengstenverloop kent, is het mogelijk het punt van winstmaximalisatie te bepalen. Om

IN

winstmaximalisatie te bereiken is het niet voldoende om zo hoog mogelijke opbrengsten

te halen. De onderneming moet ook proberen de vooropgestelde productiehoeveelheid te realiseren met zo weinig mogelijk kosten.

Vul de tabel uit Explore 4 verder aan. Tip:

Gebruik de gegevens uit Explore 4.

N

1

Tabel 5: Het resultaat (winst in euro) van A.S.Adventure.edu in Ayacucho

TO

TK

TW

0

1

48

2

170

3

366

4

620

5

900

6

1 182

7

1 407

8

1 576

9

1 701

10

1 800

11

1 870

12

1 908

@

0

LEVEL 1

IN EENHEDEN

THEMA 3

q

ARBEID = A

VA

HOEVEELHEID

21


Stel op basis van de tabel de grafieken op. a

Arceer op de twee grafieken de winst in het groen en het verlies in het rood.

b

Duid op beide grafieken de hoeveelheid aan waarbij de onderneming break-even draait.

c

Bij welk productieniveau is de winst maximaal? Leid af uit de grafiek.

IN

2

30 000,00 27 000,00 24 000,00 21 000,00 18 000,00 15 000,00 12 000,00 9 000,00 6 000,00 3 000,00 0

200

400

600

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000

VA

0,00

N

TO en TK (in euro)

Grafiek 7: De totale opbrengsten en kosten van slaapzakken

Aantal eenheden (slaapzakken)

8 000,00 6 000,00 4 000,00

@

TW (in euro)

Grafiek 8: De totale winst van slaapzakken

2 000,00 0,00

-2 000,00

THEMA 3

LEVEL 1

-4 000,00

22

-6 000,00 -8 000,00

0

200

400

600

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 Aantal eenheden (slaapzakken)


Grafiek 9: De marginale opbrengsten, marginale kosten, gemiddelde opbrengsten en gemiddelde totale kosten

MO, MK, GO en GTK (in euro)

80,00 70,00 60,00 50,00

IN

40,00 30,00 20,00

0,00

0

200

400

N

10,00

600

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 Aantal eenheden (slaapzakken)

Markeer het juiste antwoord.

VA

3

a

Van zodra de GTK onder de GO dalen, is er winst / verlies. Zodra de GTK echter opnieuw groter

worden dan de GO is er opnieuw winst / verlies. Het is de marginale winst (= extra winst) die aanduidt of de totale winst maximaal is of niet.

b

Zolang de marginale opbrengsten van een extra eenheid groter zijn dan de marginale kosten, is de winst stijgend / dalend. Zodra de marginale opbrengsten van een extra eenheid kleiner zijn dan de marginale kosten, is de winst stijgend / dalend. Een onderneming bereikt de optimale productiegrootte zodra de marginale opbrengsten gelijk zijn aan de marginale kosten.

@

Optimale productiegrootte

Een onderneming bereikt haar optimale productiegrootte op het ogenblik dat de marginale opbrengsten gelijk zijn aan de marginale kosten.

Waarom kan de winst niet maximaal zijn in het eerste snijpunt van de MO met de MK?

LEVEL 1

THEMA 3

4

23


24

LEVEL 1

VA

@

4

3

2

1

PRODUCTIE

TCK

TVK

TK

GCK

GVK

Jeroen Stans is gespecialiseerd in de productie van fietsrekken. Hij moet 120,00 euro betalen voor het gereedschap dat hij nodig heeft (vaste kosten). Zijn andere materiaalkosten worden weergegeven in de onderstaande tabel (variabele kosten). Per maand kan hij maximaal 10 fietsrekken bouwen. De verkoopprijs per fietsrek bedraagt 200,00 euro.

Lees het verhaal. Vul de tabel verder aan op basis van de gegevens.

Tabel 6: Materiaalkosten, opbrengsten en resultaat (in euro) fietsrekken

1

MK

PRIJS

IN

N GTK

Explore 6— Hoeveel bedraagt de optimale productiegrootte?

THEMA 3

TO

MO

RESULTAAT


25

THEMA 3

TVK

TK

d

c

Hoeveel bedraagt de optimale productiegrootte?

Arceer de rechthoek van de winst.

Hoeveel euro bedraagt het resultaat?

Bepaal grafisch de optimale productiegrootte voor Jeroen.

a

b

GCK

GVK

VA

@

TCK

Stel op basis van de tabel de grafieken op.

LEVEL 1

2

10

9

8

7

6

5

PRODUCTIE

MK

PRIJS

IN

N

GTK

TO

MO

RESULTAAT


Grafiek 10: GVK, GCK, GI, MK en MO-curven fietsrekken

GVK, GTK, GO, MK en MO (in euro)

400,00 375,00 350,00 325,00

IN

300,00 275,00 250,00 225,00

N

200,00 175,00 150,00

VA

125,00 100,00 75,00 50,00 25,00 0,00

@

0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 10,5

THEMA 3

LEVEL 1

3

26

Aantal eenheden (fietsrekken)

Stel dat de marktprijs stijgt tot 240,00 euro en dat de kostenstructuur niet verandert. a

Hoe groot wordt dan de optimale productiegrootte?

b

Hoeveel bedraagt het resultaat?


4

Stel dat de marktprijs daalt tot 150,00 euro en dat de kostenstructuur niet verandert. a

Hoe groot wordt dan de optimale productiegrootte?

b

Hoeveel bedraagt het resultaat?

c

Zal er nog geproduceerd worden bij die prijs?

IN

Stel dat de marktprijs daalt tot 70,00 euro en dat de kostenstructuur niet verandert. a

Hoe groot wordt dan de optimale productiegrootte?

b

Hoeveel bedraagt het resultaat?

Zal er dan nog geproduceerd worden voor die prijs?

VA

c

N

5

Onder welke prijs stopt Jeroen best met de productie van fietsrekken? Motiveer je antwoord.

TO THE POINT

@

6

Wet van de toe- en afnemende fysieke meeropbrengst Om het gewenste eindproduct te bekomen, moet een ondernemer productiefactoren (natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap) inzetten. Op korte termijn blijft het aantal eenheden dat hij met de beschikbare hoeveelheid kapitaalgoederen, de productiecapaciteit, in een gegeven periode kan voortbrengen, constant. Als aan die constante productiefactor (grond of kapitaal)

eerst toe, vervolgens neemt die af en ten slotte wordt de meeropbrengst negatief (wet van de toe- en afnemende fysieke meeropbrengst).

THEMA 3

worden toegevoegd, neemt de fysieke meeropbrengst

LEVEL 1

eenheden van een variabele productiefactor (arbeid)

27


De fysieke meeropbrengst is de extra productie die wordt verkregen door één eenheid van de variabele productiefactor (arbeid) meer te gebruiken. Technisch optimaal punt Een onderneming heeft twee soorten kosten: constante (vaste) en variabele kosten. De totale constante kosten veranderen niet met de productieomvang, de totale variabele kosten daarentegen wel. Gemiddelde kosten zijn de kosten per eenheid van een product. Die kunnen ook worden berekend door de gemiddelde constante kosten en gemiddelde variabele kosten op te tellen.

KOSTEN TCK = totale constante kosten TVK = totale variabele kosten TK = totale kosten

IN

Marginale kosten zijn de extra kosten voor de productie van één extra eenheid. FORMULE

TCK + TVK TCK/q

N

GCK = gemiddelde constante kosten GVK = gemiddelde variabele kosten

TVK/q

TK/q of GCK + GVK

MK = marginale kosten

ΔTK/Δq of ΔTVK/Δq

VA

GTK = gemiddelde totale kosten

Op basis van de wet van de toe- en afnemende fysieke meeropbrengst: —

stijgen de totale (variabele) kosten eerst minder dan evenredig (degressief) en daarna meer dan evenredig (progressief);

dalen de marginale kosten (extra kosten van één extra eenheid) eerst waarna ze stijgen;

is de marginale kostenlijn minimaal als de totale (variabele) kostenlijn het minst stijgt (in het buigpunt);

gaat de marginale kostenlijn door het laagste punt van de

@

gemiddelde (variabele) kostenlijn.

Als de marginale kosten kleiner zijn dan de gemiddelde variabele kosten, dan dalen de gemiddelde variabele kosten. Als de marginale kosten groter zijn dan de gemiddelde variabele kosten, stijgen de gemiddelde variabele kosten. De onderneming bereikt het technisch optimale punt daar waar de GTK het laagst zijn. Op dat punt produceert het bedrijf het goedkoopst. Dat betekent niet dat de ondernemer hier maximale winst realiseert, want de opbrengsten zijn nog niet gekend. Optimale productiegrootte

THEMA 3

LEVEL 1

De meeste ondernemingen streven winstmaximalisatie na. Het komt er dus op aan om de productie-

28

omvang te bepalen waarbij de winst maximaal is. De totale winst wordt berekend door de totale opbrengsten te verminderen met de totale kosten.


FORMULE TW = totale winst

TO – TK

TO = totale opbrengsten

GO*q TCK + TVK

GO = gemiddelde opbrengsten MO = marginale opbrengsten

TO/q ΔTO/Δq

IN

TK = totale kosten

De optimale productiegrootte kan grafisch afgeleid worden. De winst is maximaal daar waar de

TO en TK (in euro)

positieve afstand tussen de TO-curve en de TK-curve het grootst is. 30 000,00

TO

27 000,00

TK

24 000,00 21 000,00 18 000,00 15 000,00 9 000,00 6 000,00 3 000,00 0,00

0

200

400

600

N

12 000,00

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 Aantal eenheden (slaapzakken)

TW (in euro)

VA

De totale winst kan ook grafisch bepaald worden: 8 000,00 6 000,00

TW

4 000,00 2 000,00 0,00

0

200 200

-2 000,00

400 400

600 600

800 800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 Aantal eenheden (slaapzakken)

-4 000,00 -6 000,00 -8 000,00

@

Een andere manier om de optimale productiegrootte te bepalen is door de marginale kosten en marginale opbrengsten met elkaar te vergelijken. Het is de marginale winst die aanduidt of de totale winst maximaal is. Zolang de marginale opbrengst groter is dan de marginale kosten, realiseert de ondernemer op die eenheid extra winst. Op het ogenblik dat de marginale kosten groter zijn dan de marginale opbrengst, levert de eenheid geen extra winst meer op, integendeel de extra eenheid kost meer dan ze opbrengt zodat de totale winst afneemt. Gezien de ondernemer de marktprijs meestal weinig of niet kan beïnvloeden, is het ook belangrijk te weten of hij bij die prijs nog winst zal maken. Een onderneming maakt winst zolang de prijs hoger is dan de gemiddelde totale kosten (GTK = GVK + GCK). Ze de verkoop- of marktprijs lager is dan de gemiddelde kosten. Op korte termijn zullen ondernemingen nog blijven produceren, ook al is er verlies. Op dat moment kunnen ze immers nog een gedeelte van de vaste kosten dekken. Op het ogenblik dat de prijs beneden de gemiddelde variabele kost komt te liggen, stopt de ondernemer best met produceren.

BEKIJK DE KENNISCLIP

THEMA 3

LEVEL 1

draait break-even als de prijs gelijk is aan de gemiddelde kosten. Er is verlies als

29


Action 1— Verloop van de productie in een artisanale kaasmakerij

1

Vul de tabel aan op basis van de onderstaande grafiek. a

Vanaf hoeveel arbeiders is het niet efficiënt om nog

IN

extra mensen aan te werven? Waarom?

Vanaf hoeveel arbeiders is het niet verstandig om nog extra mensen in dienst te nemen? Waarom?

c

Verklaar waarom op korte termijn constante kosten toch kunnen stijgen bij verschillende

VA

productieniveaus.

N

b

Tabel 7: Productie kaasmakerij AANTAL WERKNEMERS 1

2

@

3 4 5 6 7

THEMA 3

LEVEL 1

8

30

9

GP (KG/WEEK)

TP (KG/WEEK)


2

Teken de totale productiecurve aan de hand van de marginale en de gemiddelde productiecurve.

Grafiek 11: De marginale en gemiddelde productiecurve in een kaasmakerij

20

20,00 15

15,00

14,5

10

10,00

12,5

5

0

5 1

13,75

13,6

13,21 10

10

5,00 0,00

18

7,5

11,88

GP

IN

GP en MP (in kg/week)

25,00

9,44

2,5

2

3

4

5

-5,00 -10,00

6

7

8 9 10 Aantal arbeiders MP

N

-10

-15,00

120

100 80 60 40

@ 20

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Aantal arbeiders

LEVEL 1

0

THEMA 3

TP (in kg/week)

VA

Grafiek 12: De totale productiecurve in een kaasmakerij

31


Action 2— Grafische weergave van het verloop van de totale, gemiddelde en marginale productie

Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om de TP, GP en MP grafisch weer te geven.

IN

Action 3— Nut van aanwerving personeel Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt bepalen of de aanwerving van personeel zinvol is.

Action 4— Productiekost onderneming Volders

N

Vul de tabel met de productiekosten van onderneming Volders aan. Tabel 8: Productiekosten (in euro) Volders TCK

TVK

TK

GCK

GVK

VA

q 0

75 000,00

1

0,00

75 000,00

2

75 000,00

@

3

34 500,00

4

5

75 000,00

MK

75 000,00

18 000,00

75 000,00

GTK

93 000,00

75 000,00

18 000,00

124 200,00

93 000,00

37 500,00

49 200,00

18 000,00

17 250,00

54 750,00 14 700,00

16 400,00

41 400,00 13 200,00

62 400,00

137 400,00

18 750,00

15 600,00

34 350,00

15 000,00

15 000,00

30 000,00

THEMA 3

LEVEL 1

10 500,00

32

6

75 000,00

85 500,00

160 500,00

12 500,00

14 250,00

26 750,00 10 200,00

7

75 000,00

95 700,00

170 700,00

10 714,29

24 385,71 9 900,00


q

TCK

8

75 000,00

TVK

TK

GCK

180 600,00

9 375,00

GVK

GTK

13 200,00

MK

22 575,00 9 600,00

9

75 000,00

115 200,00

190 200,00

8 333,33

12 800,00

21 133,33 9 900,00

10

75 000,00

125 100,00

200 100,00

7 500,00

12 510,00

20 010,00

11

75 000,00

IN

10 200,00

6 818,18

12 300,00

19 118,18

11 100,00

12

75 000,00

146 400,00

221 400,00

6 250,00

12 200,00

18 450,00

75 000,00

171 600,00

12 184,62

246 600,00

5 357,14

VA

14

15

16

202 500,00

75 000,00

18

19

20

75 000,00

75 000,00

75 000,00

5 000,00

220 800,00

@

17

75 000,00

241 200,00

264 000,00

289 500,00

4 687,50

295 800,00

4 411,76

316 200,00

4 166,67

12 257,14

12 420,00

13 200,00

17 614,29 14 700,00

17 420,00

12 656,25

17 343,75 18 300,00

12 988,24

17 400,00 20 400,00

13 400,00

17 566,67 22 800,00

339 000,00

3 947,37

13 894,74

17 842,11

364 500,00

14 475,00

18 225,00 LEVEL 1

158 400,00

THEMA 3

13

N

12 000,00

33


Action 5— Stellingen beoordelen Zijn de stellingen juist of fout? Verbeter de foutieve stellingen. JUIST

FOUT

De brandverzekering van een fabrieksgebouw is een variabele kost.

IN

De TK-curve verloopt evenwijdig met de TVK-curve.

N

Door telkens meer variabele productiefactoren toe te voegen neemt de productieomvang in het begin minder dan evenredig toe.

VA

Vanaf het ogenblik dat de meeropbrengst minder dan evenredig toeneemt, gaat de GVK weer stijgen.

De TCK vertrekt vanuit het nulpunt.

@

De GVK-curve en de GTK-curve verlopen evenwijdig.

THEMA 3

LEVEL 1

34


Action 6— Fouten opsporen In de onderstaande grafiek staan minstens vier fouten getekend. a

Welke fouten zie je?

b

Verklaar waarom dat fout is.

IN

N

MK

GTK GVK GCK

@

VA

MK, GTK, GVK en GCK

Grafiek 13: MK, GTK, GVK en GCK

THEMA 3

LEVEL 1

q

35


Action 7— Meerkeuzevragen Duid het juiste antwoord aan. a

Hoe verlopen de totale variabele kosten als de gemiddelde variabele kosten constant zijn? De TVK verlopen evenredig stijgend. De TVK verlopen dalend. De TVK verlopen progressief stijgend.

b

Wat is het technisch optimale punt?

IN

De TVK verlopen degressief stijgend.

De productieomvang waarbij de GVK minimaal zijn. De productieomvang waarbij de GTK minimaal zijn.

De productieomvang waarbij de GCK minimaal zijn.

N

De productieomvang waarbij de MK minimaal zijn.

Action 8— Kostentabel vervolledigen

VA

Met betrekking tot de kosten van een producent wordt het volgende gegeven. Vul de tabel verder in. Tabel 9: TCK, TVK en TK (* 1 000,00 euro) en GVK, GCK en GTK (in euro)

PRODUCTIE 0

2 000

3 000

THEMA 3

LEVEL 1

4 000

36

TVK

TK

GCK

GVK

GTK

MK

1 000,00

@

1 000

TCK

800,00

1 000,00

900,00

4 580,00

1 320,00

720,00 5 000


PRODUCTIE

TCK

TVK

TK

GCK

GVK

GTK

MK

4 800,00

6 000

7 000

7 740,00

1 110,00

IN

8 000

Action 9— Kostentabel aanvullen in een applicatie

Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je het invullen van een kostentabel verder

N

kunt oefenen. Je kunt zelf de moeilijkheidsgraad bepalen.

Action 10— Maximale winst met de verkoop van wafels Lees het verhaal van Karel.

VA

1

Karel baat een klein bedrijfje uit dat op de zeedijk Brusselse wafels verkoopt. Hij verkoopt de wafels aan 2,00 euro per stuk. Veronderstel daarbij dat het loon voor de verkopers de enige variabele kost is. Zijn constante kosten bestaan uit de huur van de kleine ruimte waar de wafels gebakken worden en de afschrijving van het wafelijzer. De productiecapaciteit van het wafelijzer bedraagt 750 wafels per dag.

Beantwoord de vragen.

Bekijk aandachtig tabel 10. Hoeveel bedraagt het loon per dag van een verkoper?

b

Hoeveel bedragen de totale constante kosten?

c

Vul de tabel aan.

d

Hoeveel bedraagt de optimale productiegrootte? Waarom?

THEMA 3

a

LEVEL 1

@

2

37


e

Karel wil nog een verkoper aannemen om zijn totale winst te verhogen. Wat is jouw advies?

Tabel 10: Opbrengsten, kosten en winst (in euro) wafels AANTAL

VERKOP­ERS

WAFELS

TO

TCK

TVK

TK

TW

PER DAG 150

2

300

3

450

4

600

5

750

105,00

195,00

198,00

405,00

285,00

615,00

375,00

825,00

465,00

1 035,00

N

1

IN

AANTAL

Action 11— De optimale productiegrootte

Een onderneming stelt de onderstaande gegevens ter beschikking. De productiecapaciteit bedraagt

VA

1

9 eenheden. De marktprijs bedraagt 40,00 euro. Vul de tabel aan.

Tabel 11: Productiekosten (in euro)

EEN­

HEDEN

TK

GTK

MK

TO

GO

M0

(IN TON) 0

@

1

2

THEMA 3

LEVEL 1

3

38

44,00

80,00

112,00

4

140,00


EENHEDEN

TK

GTK

MK

TO

GO

M0

160,00

6

184,00

7

216,00

8

256,00

9

312,00

2

N

5

IN

(IN TON)

Stel de MK grafisch voor in de onderstaande grafiek. a

Tegen een marktprijs van 40,00 euro streeft de onderneming naar winstmaximalisatie. Hoeveel

VA

bedraagt de optimale productiegrootte?

Duid de winst (bij die optimale productiegrootte) aan op grafiek.

c

Hoeveel bedraagt de break-evenomzet en de break-evenafzet? Motiveer je antwoord.

d

Waar bevindt zich het technische optimale punt? Motiveer je antwoord.

THEMA 3

LEVEL 1

@

b

39


60,00 50,00 GO = MO

40,00

GTK

30,00 20,00 10,00 0,00

0

1

2

3

4

5

IN

GO, GTK, MO en MK (in euro)

Grafiek 14: GTK, MO, GO en MK

6

7

8

9

10

N

Aantal eenheden

Action 12— Verloop van de totale, gemiddelde en marginale opbrengsten

VA

Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je het verloop van de totale, gemiddelde en marginale opbrengsten verder kunt oefenen.

Action 13— Grafische bepaling van de winst Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je het grafisch bepalen van de winst kan oefenen.

@

BREAKING NEWS

1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Bewaar het resultaat in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level. Geef die

THEMA 3

LEVEL 1

submap de naam 'Thema_3_Level_1'. Geef het bestand een duidelijke naam zoals 'Breaking_news'.

40


CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA 1 Ik kan toelichten hoe de productie verloopt

KAN

EXTRA OEFENMATERIAAL

BETER

naarmate een onderneming meer personeel inzet.

verlopen.

IN

2 Ik kan toelichten hoe de kosten op korte termijn

3 Ik kan toelichten hoe de opbrengsten verlopen.

4 Ik kan bepalen hoeveel winst er gemaakt wordt

bij een bepaald productieniveau.

THEMA 3

LEVEL 1

@

VA

N

5 Ik kan de winst grafisch bepalen.

41


LEVEL 2

INTRO Lees de krantenknipsels. a

Welke investeringen staan er in de artikels?

b

Welke productiefactor(en) heeft / hebben een wijziging ondergaan?

VA

A

N

1

IN

Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op lange termijn?

WOLF GEEFT NU OOK BRUSSEL ZIJN FOODMARKET

@

Zaterdag opent de Brusselse foodmarket Wolf de deuren voor het grote publiek. Het concept op de Wolvengracht bestaat uit een mix van eten en kopen, en bestaat uit zeventien restaurants, een biomarkt en een microbrouwerij.

B

H.ESSERS BREIDT JARENLANGE PARTNERSHIP MET DOW UIT MET INVESTERING IN TWEE NIEUWE AFVULLIJNEN Een minder complexe supplychain voor de klant, daarmee proberen we als H.Essers hét verschil te maken. Concreet worden er in de site in Wilrijk twee nieuwe afvullijnen in gebruik genomen.

© Rudzenka / Shutterstock.com

THEMA 3

LEVEL 2

Bron: retaildetail.be, 2019-12-12, © Wolf

42

2

Bron: essers.com

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe bepaalt de producent de optimale productiegrootte op lange termijn?


Explore 1— Welke invloed heeft de uitbreiding van de productiefactor kapitaalgoederen op de kostenstructuur?

1

Lees het verhaal van Zofia en vul tabel 1 aan.

N

IN

Wat voor Zofia ooit als een hobby begon, is uitgegroeid tot een bron van inkomsten. Een paar jaar geleden kreeg ze de microbe te pakken om juwelen te ontwerpen. Ze startte een kleine onderneming in bijberoep en kon op jaarbasis maximaal acht juwelen ontwerpen en produceren. De belangrijkste gegevens over die productie staan in tabel 1. Op dit ogenblik werkt ze in een klein atelier en heeft ze twee machines waarmee ze de juwelen vervaardigt. Ze verkoopt haar juwelen aan 2 650,00 euro.

Tabel 1: Productiekosten opbrengsten (in euro) voor juwelen

0

1

2

TVK

TK

2 000,00

GCK

GVK

GTK

MK

TO

GO

MO

TW

2 000,00

2 500,00

4 150,00

@

3

TCK

VA

q*

1 650,00

4

5

7

LEVEL 2

11 200,00

2 500,00 6 500,00

8 q* = productie (in eenheden)

THEMA 3

6

10 000,00

43


2

Teken de TK- en de TO-curve.

30 000,00 25 000,00 20 000,00 15 000,00 10 000,00 5 000,00 0,00

0

1

2

3

4

IN

TK en TO (in euro)

Grafiek 1: De totale kosten en de totale omzet

5

6

7

8

9

3

N

Aantal stuks

Zofia wil haar winst maximaliseren. Daarvoor moet ze het optimaal productieniveau kennen. Gebruik tabel 1.

Teken alle curven die je nodig hebt om het optimaal productieniveau te bepalen.

b

Bepaal grafisch het optimaal productieniveau.

c

Arceer de rechthoek van de winst.

d

Bij welke prijs moet Zofia stoppen met produceren? Motiveer je antwoord.

e

Bij welke prijs bereikt Zofia haar break-evenpunt? Motiveer je antwoord.

THEMA 3

LEVEL 2

@

VA

a

44


Grafiek 2: Gemiddelde totale kosten, gemiddelde opbrengst, marginale opbrengst, gemiddelde variabele

7 000,00 6 000,00 5 000,00 4 000,00 3 000,00 2 000,00 1 000,00 0,00

0

1

2

3

4

IN

GTK, GO, MO, GVKMK (in euro)

kosten en marginale kosten

5

6

7

8

9

4

N

Aantal stuks

Tot dusver was de productiefactor kapitaal constant. Door de toenemende vraag wordt die productiefactor verhoogd. Zofia koopt nieuwe toestellen aan waarmee ze haar assortiment kan uitbreiden. Het toestel

VA

kost 10 000,00 euro en wordt op 5 jaar afgeschreven. Welk effect heeft die uitbreiding op de TCK?

5

Vul de volgende tabel verder aan na deze kapitaaluitbreiding.

Tabel 2: Totale en gemiddelde kosten (in euro) voor juwelen TVK

0,00

1

1 200,00

2

1 850,00

3

2 700,00

4

3 900,00

5

5 440,00

6

7 720,00

7

10 700,00

8

14 960,00

@

0

q* = productie (in eenheden)

TK

GCK

GVK

GTK

LEVEL 2

TCK

THEMA 3

q*

45


6

Welk effect heeft de uitbreiding op de TVK?

Teken de nieuwe TK-curve. a b

Noem die curve TK2.

Beschrijf en verklaar het verloop van de nieuwe TK-curve.

IN

7

30 000,00

N

TK (in euro)

Grafiek 3: Totale kosten

25 000,00

TK

20 000,00

VA

15 000,00 10 000,00 5 000,00 0,00

a

b

Noem die curve GTK2.

2

3

4

5

6

7

8

9

Aantal stuks

Beschrijf en verklaar het verloop van beide curven ten opzichte van elkaar.

LEVEL 2

THEMA 3

46

1

Teken de nieuwe GTK-curve.

@

8

0


GTK (in euro)

Grafiek 4: Gemiddelde totale kosten 6 000,00 5 000,00 4 000,00 GTK

2 000,00 1 000,00 0,00

0

1

2

3

4

IN

3 000,00

5

6

7

8

9

N

Aantal stuks

Explore 2— Hoe verlopen de gemiddelde kosten op lange termijn?

Bestudeer aandachtig grafiek 5.

VA

1

a

Bij welke GTK-curve wordt er de hoogste hoeveelheid kapitaalgoederen ingezet?

b

Verklaar je antwoord.

120,00 100,00 80,00

GTK1

60,00

GTK2

GTK3 GTK4 LEVEL 2

40,00 20,00 0,00

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Aantal stuks

THEMA 3

GTK (in euro)

@

Grafiek 5: Gemiddelde totale kosten

47


GTK-curve op lange termijn Telkens als de ondernemer meer investeert in kapitaalgoederen, ontstaat er een nieuwe GTK-curve. Een ondernemer gaat pas over tot bijkomende investeringen als daaruit gunstigere gemiddelde kosten ontstaan. Dat betekent dat de ondernemer zich beweegt langs een GTK-curve tot hij een GTK-curve tegenkomt die lagere gemiddelde kosten met zich meebrengt.

Duid de lange termijn GTK-curve aan op de grafiek. Noem die curve GTKLT (GTK-curve op lange termijn).

IN

2

Explore 3— Welke schaaleffecten treden er op als de

Schaaleffecten

N

onderneming haar productiemiddelen verhoogt?

Wanneer een onderneming haar productiemiddelen verhoogt, produceert ze op grotere schaal (schaalvergroting). Er is sprake van positieve schaaleffecten (of toenemende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten op lange termijn dalen bij een

VA

schaalvergroting. Er is sprake van negatieve schaaleffecten (of dalende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten op lange termijn bij een schaalvergroting stijgen. Als de gemiddelde totale kosten op lange termijn stijgen noch dalen, zijn er constante schaalopbrengsten.

Bij de meeste bedrijven kent de gemiddelde totalekostencurve op lange termijn een dalend verloop bij lage productieniveaus, gevolgd door een horizontaal verloop, en ten slotte een stijging bij hoge productieniveaus.

@

Duid op de grafiek de drie verschillende schaaleffecten aan.

GTKLT

THEMA 3

LEVEL 2

GTK op lange termijn

Grafiek 6: Gemiddelde totale kosten op lange termijn

48

Aantal stuks


TO THE POINT Productiefactoren op korte termijn Om tot productie te komen, moet een ondernemer productiefactoren inzetten. Wanneer een productie-uitbreiding enkel tijdelijk is (op korte termijn) gaat de ondernemer na hoe de productie toeneemt bij een stijging van één enkele productiefactor, namelijk arbeid. De andere productiefactoren zoals de hoeveelheid kapitaalgoederen (gebouwen, machines …) blijven constant.

IN

Productiefactoren op lange termijn

Op lange termijn kunnen ook de andere productiefactoren wijzigen. Wanneer de productie-

uitbreiding niet enkel tijdelijk is, zal de ondernemer de productie verhogen door meer arbeiders in te zetten en daarnaast ook nieuwe machines te kopen om zo de fabriek uit te breiden.

Als een onderneming op grote schaal gaat produceren, heeft dat gevolgen voor de kostenstructuur. De totale constante kosten nemen toe omdat de kosten van de constante productiefactor

toegenomen zijn en de totale variabele kosten dalen omdat elke extra werknemer nu meer kan

N

TK (in euro)

produceren. 30 000,00 25 000,00

TK1

20 000,00

TK2

VA

15 000,00 10 000,00 5 000,00 0,00

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Aantal stuks

Bij lage productieniveaus zijn de totale kosten hoger na schaalvergroting. Bepaalde kapitaalgoederen blijven bij die productieomvang immers onbenut. Bij hogere productieniveaus zijn de totale kosten lager na de schaalvergroting. De productiefactoren kunnen dan ook efficiënter ingezet worden.

@

Gemiddelde kosten in een lange periode

Telkens als de onderneming haar productiefactor kapitaal verhoogt, ontstaat er een nieuwe GTKcurve. Ook op de GTK op de lange termijn zullen de gemiddelde kosten bij lagere productieniveaus hoger liggen dan in de situatie voor de investering. De hoge constante kosten wegen zwaar door gezien de lage productieomvang. Bij hogere productieniveaus zullen de gemiddelde kosten

efficiënter kunnen werken dankzij betere machines, grotere werkruimte ... Daarnaast worden de constante kosten nu gedragen door een hoger aantal productieeenheden.

100,00 80,00 GTK1

60,00

GTK2

LEVEL 2

gedaald omdat de werknemers nu

120,00

GTK3 GTK4

40,00

GTKLK

20,00 0,00

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Aantal stuks

THEMA 3

De variabele kosten zijn immers

GTK (in euro)

daarentegen lager liggen ten opzichte van voor de investering.

49


Wanneer een onderneming haar productiemiddelen verhoogt, produceert ze op grotere schaal. Er zijn positieve schaaleffecten (of toenemende schaalopbrengsten)

GTK op lange termijn

Schaaleffecten

GTKLT

als de gemiddelde totale kosten bij termijn dalen. Er is sprake van negatieve schaaleffecten (of dalende schaalopbrengsten) als de gemiddelde totale kosten bij een

positieve schaaleffecten

constante schaaleffecten

negatieve schaaleffecten

IN

een schaalvergroting op lange

Aantal stuks

schaalvergroting op lange termijn stijgen. Als de gemiddelde totale kosten op lange termijn stijgen noch dalen, is er sprake van constante schaaleffecten.

Bij de meeste bedrijven zal de gemiddelde totale kostencurve op lange termijn een dalend verloop kennen bij lage productieniveaus, vervolgens horizontaal

N

verlopen om ten slotte weer te stijgen bij hoge productieniveaus.

BEKIJK DE KENNISCLIP

Action 1— Welke invloed heeft de productiefactor

VA

kapitaalgoederen op de kostenstructuur?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om een kostentabel in te

THEMA 3

LEVEL 2

@

vullen.

50


Action 2— Hoe leid je de GTK-curve op lange termijn af? 1

Bekijk de gegevens in de tabel die een pottenbakkerij ter beschikking stelt. Tabel 3: Gemiddelde totale kosten (in euro) van ovens GTK BIJ DE INZET VAN:

OMVANG

2 OVENS

1

640,00

800,00

2

320,00

400,00

3

200,00

200,00

4

240,00

144,00

5

520,00

192,00

6

1 000,00

3 OVENS 960,00 520,00 240,00 160,00 144,00

N

2

1 OVEN

IN

PRODUCTIE-

360,00

192,00

Leid de GTK op lange termijn grafisch af.

GTK (in euro)

VA

Grafiek 7: GTK ovens 1 200,00 1 000,00

GTK1 oven

800,00 600,00

@

400,00

GTK2 ovens

200,00 0,00

0

1

2

3

4

5

6

7

Aantal stuks

Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om de GTK-curve op

LEVEL 2

lange termijn af te leiden.

THEMA 3

3

GTK3 ovens

51


Action 3— Hoe leid je uit verschillende GTK-curven de GTK-curve op lange termijn af?

Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om de GTK-curve op lange termijn af te

IN

leiden.

Action 4— Hoeveel biedt een producent in parketvloeren aan?

Bekijk in de tabel de gegevens die een producent in parketvloeren ter beschikking stelt.

N

1

Tabel 4: Gemiddelde totale kosten (in euro) parketvloeren GTK

IN M²

OP LANGE TERMIJN

VA

PRODUCTIEVOLUME

0

20,00

200

18,00

300

16,20

400

15,00

500

14,00

THEMA 3

LEVEL 2

@

100

52

600

13,20

700

13,00

800

13,20

900

13,90

1 000

15,00

1 100

16,20

1 200

18,00


2

Stel de gemiddelde kosten op lange termijn grafisch voor. a

Hoeveel vierkante meter parket zal de ondernemer aanbieden als de marktprijs 28,00 euro/m² bedraagt? Duid dat aan op de grafiek.

b

Onder welke prijs begint de ondernemer verlies

IN

te lijden?

38,00

MK

37,00 36,00 35,00 34,00

N

33,00 32,00 31,00 30,00 29,00 28,00 27,00

VA

MK en GTK op lange termijn (in euro)

Grafiek 8: Marginale kosten en gemiddelde totale kosten op lange termijn

26,00 25,00 24,00 23,00 22,00 21,00 20,00 19,00 18,00 17,00

@

16,00 15,00 14,00 13,00 12,00 11,00 10,00 9,00 8,00

0

200

400

600

800

1 000

1 200

1 400

Productieomvang

THEMA 3

6,00

LEVEL 2

7,00

53


Action 5— Wanneer treden welke schaaleffecten op? 1

Bekijk in de tabel de gegevens die een wijnproducent ter beschikking stelt in verband met de gemiddelde kosten op lange termijn. Bij welke productievolumes is er sprake van positieve schaaleffecten? Motiveer je antwoord.

b

Bij welke productievolumes wordt de ondernemer geconfronteerd met negatieve schaaleffecten?

IN

a

N

Motiveer je antwoord.

Tabel 5: Gemiddelde totale kosten (in euro) voor wijn GTK

IN HL

OP LANGE TERMIJN

VA

PRODUCTIEVOLUME

0

78,00

200

66,00

300

54,00

400

50,00

500

50,00

600

60,00

700

76,00

800

100,00

@

100

2

Ga naar het onlinelesmateriaal. Daar vind je een applicatie waarmee je kunt oefenen om de

THEMA 3

LEVEL 2

verschillende schaaleffecten te benoemen.

54


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

1

KAN

BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan toelichten welke invloed de uitbreiding kostenstructuur heeft.

2

N

van de productiefactor kapitaalgoederen op de

Ik kan het verloop van de gemiddelde kosten op lange termijn omschrijven.

3

Ik kan de GTK-curve op lange termijn grafisch

VA

weergeven. 4

Ik kan toelichten welke schaaleffecten

kunnen optreden als de onderneming haar productiemiddelen verhoogt.

Ik kan de verschillende soorten schaaleffecten op een grafiek aanduiden.

THEMA 3

LEVEL 2

@

5

55


LEVEL 3 Hoe leid je de aanbodcurve af? INTRO Tabel 1: Vraag en aanbod Teken de volgende vraag- en aanbodcurve. a

Hoe verloopt de vraagcurve?

b

Waarom?

c

PRIJS

Hoe verloopt de aanbodcurve?

d

qa

2,00

9

3

4,00

8

5

6,00

7

7

8,00

6

9

10,00

5

11

VA

Waarom?

qv

(IN EURO)

N

IN

1

12,00

10,00

A

8,00

@

Prijs (in euro)

Grafiek 1: Vraag en aanbod

6,00 4,00 2,00

0,00

V

0

2

4

6

8

10

12

THEMA 3

LEVEL 3

Hoeveelheid

56

2

Vorig jaar heb je geleerd dat de vraagcurve afgeleid wordt uit de indifferentiecurven en de budgetlijn. In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe leid je de aanbodcurve af?


Explore 1— Hoe leid je de aanbodcurve af? 1

Wat geeft de individuele aanbodcurve weer?

2

Is de individuele aanbieder of producent een prijsnemer of een prijszetter op een markt met volkomen concurrentie of mededinging? Waarom?

IN

3

Welk effect heeft een prijsverandering op de optimale productiegrootte?

4

N

Op grafiek 2 bedraagt de oorspronkelijke prijs van een slaapzak van Ayacucho 15,00 euro. De horizontale curve is getekend. a

Maakt de onderneming hier winst of verlies, of draait ze break-even? Motiveer je antwoord.

VA

b

Teken de MO/GO-curve wanneer de prijs 11,42 euro bedraagt. Dat is gelijk aan het laagste punt van

de GTK-curve.

c

Teken de MO/GO-curve wanneer de prijs 9,00 euro bedraagt.

d

Teken de MO/GO-curve wanneer de prijs 3,00 euro bedraagt.

e

Welke situatie doet er zich voor bij de prijs van 11,42 euro?

@

f

Hoe verklaar je de afstand tussen de GTK-curve en de GVK-curve?

Vul aan en markeer het juiste antwoord. a

Bij een prijs van 9,00 euro maakt de onderneming verlies / winst. De onderneming kan wel nog de LEVEL 3

kosten dekken en een deel van de kosten. b

Bij een prijs van 3,00 euro maakt de onderneming verlies. Ze kan de kosten niet dekken alsook een deel van de

kosten niet.

THEMA 3

5

57


40,00 MK

35,00 30,00 25,00 20,00

IN

MO/GO, MK en GTK (in euro)

Grafiek 2: MK-, MO- en GO-curven bij verschillende prijzen slaapzakken

15,00

GTK

10,00

MO = GO

GVK

0,00

0

200

N

5,00

400

600

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 Hoeveelheid (slaapzakken)

VA

Individuele aanbodcurve

De snijpunten van de verschillende prijzen – de MO-curven – met de MK-curve, vormen telkens een andere optimale productiegrootte. Zolang het zinvol is om te blijven produceren, streeft de ondernemer steeds de optimale productiegrootte na. De prijzen die op de markt gelden, bepalen dus de hoeveelheid die de aanbieder produceert. De individuele aanbodcurve bestaat uit het opwaartse deel van de MK-curve vertrekkende vanaf het snijpunt van de MK-curve met de GVK-curve. Of met andere woorden, vanaf het punt waar de marktprijs groter is dan de GVK .

Een onderneming maakt winst zolang de prijs hoger is dan de gemiddelde totale kosten (GTK = GVK + GCK). Ze draait break-even als de prijs gelijk is aan de gemiddelde kosten. Er is

@

verlies als de verkoop- of marktprijs lager is dan de gemiddelde kosten. Op korte termijn zullen ondernemingen nog blijven produceren, ook al is er verlies. Op dat moment kunnen ze immers nog een gedeelte van de vaste kosten dekken. Op het ogenblik dat de prijs beneden de gemiddelde variabele kosten zakt, kan de onderneming beter stoppen met produceren.

THEMA 3

LEVEL 3

6

58

Markeer op grafiek 2 de aanbodcurve.


Explore 2— Wanneer verschuift de individuele aanbodcurve? 1

Grafiek 3 toont de MO- en MK-curve van Ayacucho. Veronderstel dat de variabele kosten zoals de loonkosten, stijgen. Schets een nieuwe MK-curve. Welk effect heeft dat op de optimale goederencombinatie?

b

Welk effect heeft dat op de aanbodcurve?

IN

2

a

Veronderstel dat door nieuwe technologieën, de variabele kosten dalen. De werknemers kunnen immers meer produceren per uur door een stijging van de productiviteit. Schets een mogelijke nieuwe MK-curve. Welk effect heeft dat op de optimale goederencombinatie?

b

Welk effect heeft dat op de aanbodcurve?

VA

N

a

3

Duid de drie verschillende aanbodcurven aan op de grafiek.

45,00 40,00

MK1

35,00

@ 30,00 25,00 20,00

MO

15,00 10,00

LEVEL 3

GVK

5,00 0,00

0

200

400

600

800 1 000 1 200 1 400 1 600 1 800 2 000 Hoeveelheid (slaapzakken)

THEMA 3

MO en MK (in euro)

Grafiek 3: GVK-, MO- en MK-curve slaapzakken

59


Explore 3— Hoe ontstaat de collectieve aanbodcurve? Totale aanbod In een markt met volkomen mededinging zijn de aanbieders prijsnemers. In de markt wordt

IN

het totale aanbod bepaald door de som van alle individuele aanbieders.

Op grafiek 4 zie je een markt met drie aanbieders. Je vindt er de aanbodcurven van de drie producenten die overeenkomt met hun MK-curve vertrekkende vanaf de GVK-curve uit Explore 1. a

Bepaal de aanbodcurve van de totale markt.

b

Teken de aanbodcurve.

N

14,00

MK1

12,00 10,00

MK2

MK3

VA

Prijs (in euro)

Grafiek 4: MK-curven van drie producenten op de markt

8,00 6,00 4,00 2,00

0

THEMA 3

LEVEL 3

@

0,00

60

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

22

Hoeveelheid (slaapzakken)


TO THE POINT De aanbodcurve De aanbodcurve geeft het verband weer tussen de aangeboden hoeveelheid en de marktprijs. Het snijpunt van de marktprijs met de marginale kosten bepaalt de optimale productiegrootte voor de aanbieder. Wanneer de prijs verandert, verandert dus ook telkens de optimale productiegrootte. De

Wanneer maakt de onderneming winst?

IN

aanbodcurve verloopt stijgend. Hoe hoger de prijs, hoe meer stuks de onderneming zal aanbieden.

Wanneer de marktprijs boven de GTK ligt, maakt de onderneming winst en zal ze dus blijven produceren. Is de prijs gelijk aan de GTK, dan draait de onderneming break-even. Is de prijs

kleiner dan GTK maar groter dan de GVK, dan boekt de onderneming verlies, maar kan ze nog de

variabele kosten en een deel van de constante kosten dekken. Is de prijs kleiner dan GVK, dan zal de onderneming ook die variabele kosten niet meer volledig kunnen dekken. Verschuiving aanbodcurve

Wanneer de kosten van de onderneming stijgen, verschuift de MK-curve naar

N

boven. De optimale goederencombinatie ligt lager omdat de kosten hoger zijn. De aanbodcurve verschuift naar links.

Wanneer het, door een technologische vernieuwing, goedkoper wordt om

te produceren, zal de onderneming meer winst kunnen maken en dus zal de MK-curve lager liggen. De aanbodcurve verschuift naar rechts.

VA

Collectieve aanbodcurve

De collectieve aanbodcurve is de som van alle individuele aanbodcurven of de som van alle individuele MK-curven van de verschillende ondernemingen.

BEKIJK DE KENNISCLIP

Action 1— Kun je de aanbodcurve en de verschuiving van die curve afleiden?

Lees het artikel. Wat is het gevolg voor bouwondernemingen?

@

1

Uit: vrt.be, 2022-02-07

THEMA 3

De prijs van bijna alle bouwmaterialen is de laatste drie maanden met 15 tot 25 procent gestegen. Dat blijkt uit een bevraging van de Confederatie Bouw. ‘Vooral isolatiemateriaal, hout en staal zijn fors duurder geworden’, aldus Niko Demeester, gedelegeerd bestuurder van de Confederatie Bouw.

LEVEL 3

BOUWMATERIALEN TOT KWART DUURDER DAN DRIE MAANDEN GELEDEN: ‘VOORAL PRIJS VAN ISOLATIEMATERIAAL EN HOUT FORS GESTEGEN’

61


2

Bekijk aandachtig de onderstaande tabel en vul ze aan.

3

Open een leeg werkblad. a

Neem de tabel over in het werkblad.

b

Teken vervolgens alle grafieken in het werkblad.

c

Bereken de MK in het werkblad.

d

Teken de MK-curve in het werkblad.

e

Bereken nu een tweede MK-curve wanneer de TVK veranderen wegens een stijging van de grondstofprijzen met 20 %. De marktprijs van het product bedraagt 35,00 euro. Teken die marktprijs.

g

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Druk de grafiek af en duid de

IN

f

eerste aanbodcurve en de tweede aanbodcurve aan.

Tabel 2: Totale en gemiddelde kosten (in euro) voor bouwmateriaal q*

TCK

TVK 0,00

1

50,00

2

78,00

3

98,00

GCK

40,00

VA 112,00

5

130,00

6

150,00

7

175,00

8

204,00

9

242,00

10

300,00

11

385,00

@

4

THEMA 3

LEVEL 3

q* = productie (in eenheden)

62

GVK

N

0

TK

GTK


IN N VA BREAKING NEWS

1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

@

CHECKLIST

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

1

JA

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan een aanbodcurve afleiden uit de

Ik kan de verschuiving van een aanbodcurve verklaren.

3

Ik kan de aanbodcurve van de totale markt bepalen.

THEMA 3

2

LEVEL 3

kostencurven van een onderneming.

63


LEVEL 4

INTRO Lees de krantenkop. a

Wat is er gebeurd waardoor er plots te veel mondmaskers waren? Gebruik in je antwoord de

N

1

IN

Hoe analyseer je grafisch en rekenkundig het marktevenwicht en het effect van vraag- en aanbodschokken?

termen ‘vraag’ en ‘aanbod’.

Wat is het gevolg voor de prijs van de mondmaskers wanneer:

VA

b

er een tekort aan mondmaskers is?

er te veel mondmaskers zijn?

@

EERST WAS ER EEN TEKORT, EN NU HEBBEN WE PLOTS VEEL TE VEEL MONDMASKERS

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe kun je grafisch afleiden wat er met het marktevenwicht gebeurt als er een

THEMA 3

LEVEL 4

aanbod- of vraagschok is?

64


Explore 1— Hoe stel je het marktevenwicht wiskundig voor? 1

Vorig jaar het je het aanbod en de vraag grafisch voorgesteld. Noteer de volgende symbolen op de juiste plaats op de grafiek: A, V, e, pe, qe

N

IN

Prijs (in euro)

Grafiek 1: Marktevenwicht

Hoeveelheid

De collectieve vraagcurve wiskundig

VA

Om het makkelijk te houden ga je ervan uit dat de collectieve vraagcurve een rechte is. In wiskunde is de vergelijking van een rechte: y = a * x + b

Wanneer je de vertaling naar economie maakt, dan zie je op de Y-as de prijs (p) staan en op de X-as de hoeveelheid (q).

Het vak economie gebruikt de symbolen: — —

gevraagde hoeveelheid: qv prijs: p

De vergelijking van de vraagcurve is dan p = -a * qv + b, want het is een dalende rechte en dus

@

is de rico (a) negatief.

Stel dat de vraagvergelijking van flesjes drinkwater wordt weergegeven door: p = -0,05 * qv + 1,80 waarbij qv in duizenden flesjes Bepaal twee koppels coördinaten zodat je de rechte, de vraagcurve, kunt tekenen.

(0;

b

) en (

; 1)

Hoe heb je die koppels bepaald? p = -0,05 * qv + 1,80

p = -0,05 * qv + 1,80

LEVEL 4

a

THEMA 3

2

65


De collectieve aanbodcurve wiskundig Ook bij de collectieve aanbodcurve ga je ervan uit dat het een rechte is. Wanneer je de vertaling naar economie maakt, dan zie je op de Y-as de prijs (p) staan en op de X-as de hoeveelheid (q). Het vak economie gebruikt de symbolen: — —

aangeboden hoeveelheid: qa prijs: p

IN

Dus de vergelijking van de aanbodcurve is dan p = a * qa + b, want het is een stijgende rechte

en dus is de rico (a) positief.

3

Stel dat de aanbodvergelijking van flesjes drinkwater wordt weergegeven door: p = 0,05 * qa + 0,20 waarbij qa in duizenden flesjes

Bepaal twee koppels coördinaten zodat je de rechte, de aanbodcurve, kunt tekenen. (0;

b

N

a

) en (

; 1)

Hoe heb je die koppels bepaald?

p = 0,05 * qa + 0,20

VA

p = 0,05 * qa+ 0,20

4

Maak de grafiek die overeenkomt met die vraag- en aanbodvergelijking. Bepaal zelf of je de grafiek maakt met pen of met een rekenblad. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van rekenblad.

Prijs (in euro)

@

Grafiek 2: Vraag- en aanbodvergelijking flesjes drinkwater 1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40

THEMA 3

LEVEL 4

0,20

66

0,00

0

5

10

15

20

25

30

Hoeveelheid (q * 1 000)


5

Beantwoord de vragen aan de hand van de uitkomst van de grafiek. a

Hoeveel bedraagt de evenwichtsprijs?

b

Hoeveel bedraagt de evenwichtshoeveelheid?

Welke situatie doet zich voor bij een prijs van 1,40 euro?

Good to know

IN

c

Om het marktevenwicht te kennen zoek je het snijpunt van de vraag- en aanbodcurve.

Daarvoor stel je beide vergelijkingen aan elkaar gelijk. Daaruit kun je dan de evenwichts­

Zoek het marktevenwicht wiskundig op de markt voor flesjeswater. a

De evenwichtsprijs

VA vraag

=

aanbod

p = -0,05 * qv + 1,80

=

p = 0,05 * qa + 0,20

@

b

Werk in twee groepen. Groep 1 vult de evenwichtsprijs in de vraagvergelijking in. Groep 2 in de

c

vraagvergelijking

aanbodvergelijking

p = -0,05 * qv + 1,80

p = 0,05 * qa + 0,20

Controleer of je dat evenwicht ook terugvindt in grafiek 2.

LEVEL 4

aanbodvergelijking. Elke groep berekent op zijn manier de evenwichtshoeveelheid.

THEMA 3

6

N

prijs en de evenwichtshoeveelheid zoeken.

67


Explore 2— Wat is het gevolg van een vraagschok op het marktevenwicht?

Good to know In dit level behandel je vraag- en aanbodschokken op een markt met volkomen concurrentie. Dat betekent dat de goederen homogeen zijn, er veel aanbieders zijn, er vrije toetreding tot de markt is en dat het een transparante of open markt is. In

IN

werkelijkheid zijn er niet veel producten die daaraan voldoen. Daarom neem je een markt die die volkomen concurrentie benadert, nl. de markt van flesjes water. Op die markt ga

je het effect na van schokken: plotse veranderingen in de vraag of het aanbod als gevolg van een verandering van het inkomen, prijswijzigingen van grondstoffen enz.

1

Voor de volgende opdracht heb je de keuze. Kies, afhankelijk van je interesse, of je onderzoekt welke

N

gevolgen een inkomenswijziging (optie 1) of een voorkeurswijziging (optie 2) op het marktevenwicht heeft. Vink de gekozen optie aan. 2

Je vertrekt van de markt zoals ze in Explore 1 is weergeven, met dezelfde vraag- en aanbodvergelijking en de overeenkomstige grafiek.

p = -0,05 * qv + 1,80

VA

Vraagvergelijking:

Aanbodvergelijking:

Optie 1

a

p = 0,05 * qa + 0,20

Inkomenswijzing

Door een aanpassing van de lonen neemt het

Optie 2

a

Door reclamecampagnes verkiest de jongere

inkomen met 4 % toe. Heeft dat een gevolg op

bevolking theewater boven water. Heeft dat

de vraag- of aanbodcurve? Waarom?

een gevolg op de vraag- of aanbodcurve van

@

water? Waarom?

b

Voorkeurswijziging

Markeer het juiste antwoord. b

Markeer het juiste antwoord.

THEMA 3

LEVEL 4

Door een stijging van het inkomen stijgt de

68

vraag naar / het aanbod van water. Daardoor

Door een afname van de voorkeur daalt de

verschuift de vraagcurve / aanbodcurve naar

vraag naar / het aanbod van water. Daardoor

links / rechts.

verschuift de vraagcurve / aanbodcurve naar links / rechts.


c

c

Dit zijn de nieuwe gegevens, met qv1 de

Dit zijn de nieuwe gegevens, met qv1 de

oorspronkelijke vraag en qv2 de nieuwe vraag.

oorspronkelijke vraag en qv2 de nieuwe vraag.

Tabel 1.2

Tabel 1.1 qv1

qa

qv2

p

qv1

qa

qv2

0,40

28

4

32

0,40

28

4

24

1,00

16

16

20

1,00

16

16

12

1,60

4

28

8

Teken de nieuwe situatie op de grafiek. Zorg voor de juiste naamgeving van de curven.

1,40 1,20 1,00

voor de juiste naamgeving van de curven.

1,80

1,60 1,40 1,20 1,00 0,60 0,40 0,20

0,00

e

f

Duid aan wat het gevolg is op het

g

e

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 Hoeveelheid (q * 1 000)

Duid aan wat het gevolg is op het

marktevenwicht, de evenwichtsprijs en

marktevenwicht, de evenwichtsprijs en

-hoeveelheid.

-hoeveelheid.

Markeer de juiste verandering.

f

Markeer de juiste verandering.

Wanneer de vraag stijgt, verschuift de

Wanneer de vraag daalt, verschuift de

vraagcurve naar rechts. Daardoor zal de

vraagcurve naar links. Daardoor zal de

evenwichtsprijs afnemen / toenemen en de

evenwichtsprijs afnemen / toenemen en de

evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen.

evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen.

Aangezien de vraag stijgt, verandert ook

g

Aangezien de vraag stijgt, verandert ook

de vraagvergelijking. Kruis de nieuwe

de vraagvergelijking. Kruis de nieuwe

vraagvergelijking aan.

vraagvergelijking aan.

De oude aanbodvergelijking:

p = 0,05 * qa + 0,20

De oude vraagvergelijking :

p = 0,05 * qa + 0,20

p = –0,05 * qv + 1,80

De nieuwe vraagvergelijking: p = –0,05 * qv + 2,00 p = –0,05 * qv + 1,60

De oude aanbodvergelijking: De oude vraagvergelijking : p = –0,05 * qv + 1,80

De nieuwe vraagvergelijking: p = –0,05 * qv + 2,00 p = –0,05 * qv + 1,60

LEVEL 4

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 Hoeveelheid (q * 1 000)

THEMA 3

0,00

0

Teken de nieuwe situatie op de grafiek. Zorg

VA

0,20

28

0,80

0,80 0,40

4

N

1,60

0,60

d

Prijs (in euro)

1,80

1,60

Grafiek 3.2: Afname voorkeur

@

Prijs (in euro)

Grafiek 3.1: Toename lonen

IN

d

p

69


h

Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en

h

-hoeveelheid.

evenwichtsprijs

vraag

= aanbod

evenwichtshoeveelheid

Controleer in grafiek 3.1 of dat klopt.

= aanbod

evenwichtshoeveelheid

N

evenwichtsprijs

vraag

Controleer in grafiek 3.2 of dat klopt.

Je vormt een duo met een leerling die de andere optie heeft gekozen. Bespreek wat je hebt uitgewerkt.

VA

3

-hoeveelheid.

IN

Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en

Explore 3— Wat is het gevolg van een aanbodschok op het marktevenwicht?

1

Op grafiek 4 zie je de evolutie van de prijs van een vat olie (1 barrel = 158,99 liter). Wat is de evolutie ervan op één jaar tijd?

THEMA 3

LEVEL 4

@

Grafiek 4: Evolutie prijs olie

70


2

Lees aandachtig de krantenkoppen. Gebruik alle informatie om een artikel van maximaal zeven regels te schrijven. a

In het artikel moet duidelijk staan wat het gevolg is van de stijgende prijs van de olie voor de Belgische ondernemingen.

b

Verwerk zeker deze woorden: olieprijs – landbouw – kosten – grondstoffen – plastics – transport – lonen

c

Indien je meer ondersteuning wilt, ga dan naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een tekst waar je

A

N

IN

de woorden kunt invullen.

B

VA

Ook de landbouw zal de gevolgen ondervinden. Olie zit niet alleen in de diesel waarmee de boer zijn machines doet draaien, maar ook in kunstmest. Sommige meststoffen zijn het voorbije jaar al tot een kwart duurder geworden.

Aardgas en elektriciteit waren al fors duurder geworden (respectievelijk 77,50 en 25,80 procent in vergelijking met vorig jaar), nu kost ook tanken met diesel of benzine al gemiddeld een kwart meer dan in oktober 2020.

Verschillende supermarktketens hebben elke dag een stuk of 200 vrachtwagens op de baan, en die verbruiken allemaal 25 tot 30 liter diesel per 100 kilometer. Diesel is goed voor 30 tot 40 procent van het kostenplaatje voor zwaar wegtransport.

E Omdat de olieprijs mee de index

bepaalt, zullen ook

de lonen stijgen. De bedrijven worden

dus geconfronteerd met de stijgende olieprijzen en

stijgende lonen.

LEVEL 4

C

D

THEMA 3

@

Olie is een grondstof van plasticverpakkingen. Ook die worden duurder, net als de producten zelf die van plastics gemaakt zijn.

71


3

Hoe evolueert de markt van de flesjes water uit Explore 2? Markeer. De daling / stijging van de olieprijs heeft geleid tot een afname / toename van de prijs van de grondstoffen en de lonen. Daardoor daalt / stijgt de kostprijs van de flesjes water waardoor de MO-curve / MK-curve naar links / rechts verschuift. Vermits de aanbodcurve met de MK-curve gelijkloopt, verschuift de aanbodcurve ook naar links / rechts. Met andere woorden er wordt minder / meer aangeboden op de markt voor flesjes drinkwater.

4

Stel dat grafisch voor. Je vertrekt van de markt van flesjes drinkwater zoals ze in Explore 1 is weergeven. Door de daling van het aanbod krijg je de volgende gegevens met qa1 het oorspronkelijke aanbod en qa2 het

IN

nieuwe aanbod. a

Teken de oorspronkelijke vraag- en aanbodcurve en de nieuwe aanbodcurve in een grafiek.

b

Benoem alle rechten.

c

Duid het marktevenwicht aan.

d

Duid aan wat het gevolg is op het marktevenwicht, de evenwichtsprijs en -hoeveelheid.

qv

qa1

0,40

28

4

1,00

16

16

1,60

4

28

qa2 0

12 24

VA

p

N

Tabel 2

Prijs (in euro)

Grafiek 5: Nieuw aanbod flesjes drinkwater 1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80

@

0,60 0,40 0,20

0,00

5

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 Hoeveelheid (q * 1 000)

Markeer de juiste evolutie.

THEMA 3

LEVEL 4

Wanneer het aanbod daalt, verschuift de aanbodcurve naar links. Daardoor zal de evenwichtsprijs

72

afnemen / toenemen en de evenwichtshoeveelheid afnemen / toenemen.


6

Aangezien het aanbod daalt, verandert ook de aanbodvergelijking. Kruis de nieuwe aanbodvergelijking aan.

De oude vraagvergelijking: p = -0,05 * qv + 1,80

De oude aanbodvergelijking : p = 0,05 * qa + 0,20

De nieuwe aanbodvergelijking: p = 0,05 * qa + 0,40 p = 0,05 * qa

Bereken de nieuwe evenwichtsprijs en -hoeveelheid. a

evenwichtsprijs

IN

7

vraag

=

b

N

aanbod

evenwichtshoeveelheid

VA

c

Controleer in de grafiek of dat klopt.

TO THE POINT

@

Vraag- en aanbodvergelijking

Op de markt komt door het spel van vraag en aanbod een marktevenwicht tot stand. Daar komt een evenwichtsprijs (pe) en -hoeveelheid (qe) tot stand waar de aangeboden hoeveelheid gelijk is aan de gevraagde hoeveelheid.

De vraag- en aanbodcurve kun je voorstellen aan de hand van hun vergelijking: vraagvergelijking: aanbodvergelijking:

p = -a * qv + b p = a * qa + b

Zowel de vraag- als aanbodvergelijking zijn eerstegraadvergelijkingen zodat je slechts twee

Het marktevenwicht is het snijpunt van de vraag- en aanbodcurve. Wiskundig of rekenkundig kun je dat bepalen door de vraagvergelijking gelijk te stellen aan de aanbodvergelijking.

THEMA 3

Marktevenwicht

LEVEL 4

coördinaten nodig hebt om ze te tekenen in een grafiek.

73


Afleiding evenwichtshoeveelheid: vraag = aanbod -a * q + b = a * q + b Daaruit bepaal je de evenwichtshoeveelheid q. Afleiding evenwichtsprijs: Aangezien bij het marktevenwicht vraag gelijk is aan aanbod, kun je de gevonden evenwichts-

p = -a * q + b of p = a * q + b Vraag- en aanbodschokken

IN

hoeveelheid invullen in de vraag- of aanbodvergelijking.

Een vraagschok is een plotse gebeurtenis waardoor de vraag verandert. Dat kan het gevolg van een verandering van het inkomen, een belastingverhoging … zijn. Dan verandert ook de oorspronkelijke vraagvergelijking. Een aanbodschok is een plotse gebeurtenis waardoor het aanbod verandert,

bijvoorbeeld door een wijziging van de kostprijs van grondstoffen, de lonen … Dan komt er een nieuw

N

marktevenwicht tot stand. Dat komt ook tot uiting in een nieuwe vraag- of aanbodvergelijking.

Action 1— Vraag- en aanbodschokken met een rekenblad De vraag naar spelconsoles is enorm toegenomen: tijdens de lockdown moesten mensen thuisblijven

VA

1

en dan was gamen een mooi tijdverdrijf. Ondanks de grote vraag naar de spelconsoles, voert Sony de productie van de PlayStation 5 niet meteen op door een chiptekort. Wat is het gevolg daarvan op: het aanbod van PlayStation 5?

b

de vraag naar PlayStation 5?

In de tabel staat hoeveel spelconsoles Sony voor de lockdown aanbiedt (qa) voor verschillende prijzen en

@

2

a

hoeveel de gamer wil kopen (qv1). In de laatste kolom staat de gevraagde hoeveelheid tijdens de lockdown.

a

Teken de grafiek met de oorspronkelijke vraag- en aanbodcurve en de nieuwe vraagcurve met een

THEMA 3

LEVEL 4

rekenblad. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van rekenblad.

74

b

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

c

Waarom heeft de aanbodcurve dat merkwaardige verloop?

d

Hoeveel bedraagt de:

oude evenwichtsprijs?

nieuwe evenwichtsprijs?


Tabel 3 PRIJS

GEVRAAGDE

AANGEBODEN

GEVRAAGDE

HOEVEELHEID

HOEVEELHEID

HOEVEELHEID

(IN EURO)

(qa IN MILJOENEN)

(qv1 IN MILJOENEN)

(qv2 IN MILJOENEN)

400,00

4,50

5,50

6,50

450,00

4,50

5,00

6,00

500,00

4,50

4,50

5,50

550,00

4,50

600,00

4,50

650,00

4,50

4,00

5,00

3,50

4,50

3,00

4,00

N

Good to know

IN

PER CONSOLE

De prijs per console begint in de tabel op 400,00 euro en eindigt bij 650,00 euro. Dat betekent dat er een grote lege ruimte is in de grafiek bij een prijs onder de 400,00 euro. Dan kun je de prijs in de grafiek laten beginnen bij bijvoorbeeld 300,00 euro in plaats van 0,00 euro. Op die manier is de grafiek duidelijker. Zorg er wel voor dat je de grafiek juist

VA

interpreteert.

Is het realistisch dat de prijs zou toenemen? Lees het onderstaande artikel om een antwoord te geven.

Gamen tijdens lockdown

@

3

Uit de resultaten van Sony blijkt dat het bedrijf niet meteen winst gaat maken op de console, die vrij scherp geprijsd is voor zijn bouwkost. De console wordt pas winstgevend naarmate de chips goedkoper worden. Het bedrijf verdient vooral aan software voor de consoles. En daar gaat het wel goed mee. Sony’s Game and Network Services department zag zijn winsten in het laatste kwartaal van 2020 met bijna 50 procent

87 procent van de PS5-eigenaars heeft ondertussen een abonnement op de streamingdienst. Naar: datanews.knack.be, 2021-02-04

THEMA 3

PlayStation Plus-abonnement, dat 47,4 miljoen dollar binnenrijfde voor Sony in het voorbije kwartaal.

LEVEL 4

omhooggaan. Veel daarvan heeft te maken met het

75


EVALUATIEFICHE VRAAG- EN AANBODCURVE MET EEN REKENBLAD

Juiste keuze grafiektype

Juiste selectie van gegevens

Benoeming van de assen

Grafiektitel

Benoeming van de reeksen

Opmerkingen

N

TOTAAL

Score

IN

Max

Action 2— Stellingen beoordelen

VA

Zijn de volgende stellingen juist of fout? Verbeter de foutieve stellingen.

De aanbodvergelijking heeft de vorm qa = -a * p + b

Om de evenwichtsprijs te vinden mag je de evenwichtshoeveelheid invullen in de vraag- of aanbodvergelijking.

@

Een technologische innovatie, zoals een 4D-printer, kan een aanbodschok veroorzaken omdat door de innovatie de kostprijs van de productie daalt.

THEMA 3

LEVEL 4

76

JUIST

FOUT


JUIST

FOUT

Wanneer de nieuwe vraagcurve evenwijdig met de oorspronkelijke vraagcurve loopt, is de waarde van a hetzelfde gebleven in de vraagvergelijking p = -a * qv + b

IN

Bij een vraagschok kan de prijs alleen toenemen, niet afnemen.

Wanneer je in de aanbod- of vraagvergelijking de evenwichtsprijs invult, krijg

N

je de evenwichtshoeveelheid.

VA

Action 3— Vraag- en aanbodschok technologieën Voor deze opdracht heb je de keuze. Kies afhankelijk van je interesse. Ben je geïnteresseerd in de invloed van nieuwe technologieën op het transport van medicijnen, kies dan optie 1. Wil je weten in welke mate nieuwe technologieën de verkoop van keukens kan beïnvloeden, kies dan optie 2. Vink de gekozen optie aan. Transport van medicijnen

@

Optie 1

Vroeger transporteerden bedrijven medicijnen en bloed met speciaal transport over de weg. Dat was duur en

Staten. Men verwacht hetzelfde in Europa.

THEMA 3

van ziekhuizen naar dat type transport is enorm toegenomen in sommige Afrikaanse landen en de Verenigde

LEVEL 4

niet efficiënt voor dringend transport. Daarom zetten meer en meer bedrijven in op medische drones. De vraag

77


1

Wat is het gevolg op: a

de vraag naar transport van medicijnen via drones?

b

het aanbod van transport van medicijnen via drones?

2

Analyseer de onderstaande grafieken.

Benoem de curven (V1, V2, A1, A2) en duid aan de hand van een pijl de verschuiving van de vraag of het

aanbod aan. b

N

a

IN

Welke van de onderstaande grafieken is onmogelijk? Trek hier een streep door en verklaar waarom deze mogelijkheid niet kan.

c

Duid aan de hand van een pijl bij elke mogelijke grafiek de verschuiving van de evenwichtsprijs en -hoeveelheid aan.

d

Zet bij de blauwe stip van het oorspronkelijk marktevenwicht e1 en bij het nieuwe marktevenwicht e2. Verklaar bij elke mogelijke grafiek de verschuiving van de evenwichtsprijs en/of -hoeveelheid.

VA

e

Grafiek 6: Situatie 1

Grafiek 7: Situatie 2

B

THEMA 3

LEVEL 4

@

Prijs (in euro)

Prijs (in euro)

A

78

Hoeveelheid

Verklaring:

Verklaring:

Hoeveelheid


Grafiek 8: Situatie 3

Grafiek 9: Situatie 4

D

IN

Prijs (in euro)

Prijs (in euro)

C

Hoeveelheid

Dovy keukens

VA

Optie 2

Verklaring:

N

Verklaring:

Hoeveelheid

Bekijk de reclame van Dovy keukens. Donald Muylle heeft veel geïnvesteerd in de virtualreality- of VR-beleving van zijn keukens. De kostprijs van zijn keukens is daardoor slechts met 5 % toegenomen, maar dankzij die investering is de vraag naar Dovy-keukens toegenomen met 20 %. Wat is het gevolg voor: a

de vraag naar Dovy-keukens?

b

het aanbod van Dovy-keukens?

THEMA 3

LEVEL 4

@

1

79


Schets de oorspronkelijke en nieuwe vraag- en aanbodcurve in de onderstaande grafiek. a

Duid de verschuiving van de evenwichtsprijs en -hoeveelheid aan.

b

Verklaar de verschuiving van de evenwichtsprijs en/of -hoeveelheid.

c

Zet bij de blauwe stip van het oorspronkelijk marktevenwicht e1 en bij het nieuwe marktevenwicht e2.

N

Prijs (in euro)

Grafiek 10: Vraag- en aanbodcurven

IN

2

VA

Hoeveelheid

3

Markeer de juiste tendens.

Door de investering in VR-technologie nemen de kosten af / toe en daalt / stijgt het aanbod. De vraag neemt enorm af / toe omdat de klanten hun keuken al virtueel kunnen zien. De vraag zal relatief minder / meer toenemen dan het aanbod daalt. Daardoor neemt de evenwichtsprijs af / toe en neemt de

THEMA 3

LEVEL 4

@

evenwichtshoeveelheid af / toe.

80


Action 4— Het evenwicht berekenen 1

2

Gegeven zijn twee vergelijkingen. Is het een vraagvergelijking of een aanbodvergelijking. Markeer. a

p = ___ ​​  1  ​​ * q + 60 15

vraagvergelijking / aanbodvergelijking

b

​​  1  ​​ * q + 400 p = – ___ 15

vraagvergelijking / aanbodvergelijking

Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid.

IN

N

VA

Wat kun je besluiten bij een prijs van 300,00 euro? a

Markeer het juiste antwoord en vul aan.

Er is een vraagoverschot / aanbodoverschot van

b

eenheden.

Geef je verklaring.

@

3

THEMA 3

LEVEL 4

81


4

Teken de grafieken met een rekenblad. a

Vul eerst de volgende tabel verder aan.

b

Duid het evenwicht aan in de tabel.

c

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

Tabel 4 AANGEBODEN HOEVEELHEID

PRIJS IN EURO

(qv)

(qa)

(p)

IN

GEVRAAGDE HOEVEELHEID

150

4 950

1 500

3 600

2 250

2 250

3 000

2 100

5

600

N

4 500

Het is economische crisis. De overheid beslist om de economie te stimuleren via belastingverminderingen. Ze vermindert de vennootschapsbelasting voor de bedrijven met 4 % en de gezinnen krijgen een verhoging van de belastingvrije som met 500,00 euro. Wat is het gevolg op: de vraag?

b

het aanbod?

c

Vink de nieuwe vraag- en/of aanbodcurve aan.

VA

a

Vergelijking nieuwe vraagcurve:

@

THEMA 3

LEVEL 4

82

d

1 * q + 400 Die blijft hetzelfde, nl. p = – ___ v 15 1 * q + 450 p = – ___ v 15 1 p = – ___ * qv + 350 15

Vergelijking nieuwe aanbodcurve: 1 * q + 60 Die blijft hetzelfde, nl. p = ___ a 15 1 p = ___ * qa + 80 15 1 * q + 10 p = ___ a 15

Teken de nieuwe situatie in dezelfde grafiek.


Wat is het gevolg op het marktevenwicht? Duid dit ook aan in de grafiek.

f

Bereken het nieuwe marktevenwicht.

g

Is de politiek van de overheid erin geslaagd om de economie erbovenop te krijgen?

VA

N

IN

e

BREAKING NEWS

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp. Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 3

2

LEVEL 4

@

1

83


CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA 1 Ik kan het effect van vraagschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie

KAN

EXTRA OEFENMATERIAAL

BETER

grafisch analyseren.

IN

2 Ik kan het effect van aanbodschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie grafisch analyseren.

3 Ik kan het effect van vraagschokken op het marktevenwicht bij volkomen concurrentie rekenkundig analyseren.

N

4 Ik kan het effect van aanbodschokken op het

marktevenwicht bij volkomen concurrentie rekenkundig analyseren.

5 Ik kan de vraag- en aanbodvergelijking herkennen aan de hand van het

VA

functievoorschrift.

6 Ik kan de evenwichtsprijs en -hoeveelheid

rekenkundig berekenen aan de hand van de

THEMA 3

LEVEL 4

@

vraag- en aanbodvergelijkingen.

84


LEVEL 5 Hoe bereken en interpreteer je prijsen inkomenselasticiteit en het effect ervan op vraag- en aanbodschokken?

1

IN

INTRO

Je krijgt maandelijks 50,00 euro zakgeld. Daar moet je geen kleren mee kopen, maar je ouders verwachten wel dat je er je eigen vrije tijd en je buskaart mee betaalt. a

Bekijk het overzicht van je uitgaven als je het zakgeld maandelijks gebruikt voor een filmavondje,

b

N

een fuif en een buskaart. Je koopt ook twee keer wat kleine hebbedingetjes.

Stel dat je 20,00 euro extra krijgt omdat je het schooljaar met succes hebt afgerond. Je mag dat geld uitgeven of sparen.

Verdeel die 20,00 euro over de verschillende uitgavemogelijkheden, rekening houdend met de verschillende prijzen.

Bepaal de totale hoeveelheid extra filmtickets, fuifavonden … die de klas zou aankopen met

VA

de 20,00 euro extra zakgeld.

Verschilt jouw voorkeur sterk van die van de klas?

Als je naar je echte uitgavenpatroon kijkt, welke uitgave zou je als eerste schrappen als je het met wat minder moest doen? Waarom?

Tabel 1: Overzicht uitgaven

Filmticket (10,00 euro/stuk)

1 * 10,00

Fuif (20,00 euro/avond)

1 * 20,00

Buskaart (10,00 euro/maand) Sparen TOTAAL

JOUW KEUZE

TOTAAL KLASKEUZE

2 * 5,00 1 * 10,00 1 * 0,00 50,00

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe bereken en interpreteer je prijs- en inkomenselasticiteit en het effect ervan op vraag- en aanbodschokken?

LEVEL 5

Hebbedingetjes kopen (5,00 euro/keer)

2

(IN EURO)

THEMA 3

@

BASISZAKGELD

EXTRA 20,00 EURO

85


Explore 1— Wat is de prijselasticiteit van de vraag? Good to know In het vorige level onderzocht je hoe je het gevolg van een vraag- of aanbodschok op het marktevenwicht kunt bepalen. Vaak is het echter onvoldoende om te weten in welke richting het marktevenwicht evolueert. Het wordt pas echt interessant als je weet hoe sterk de reactie op een prijswijziging zal zijn. Zo willen producenten of de overheid graag

IN

het effect kennen van een prijs- of accijnsverhoging op het verbruik van goederen. Het is de Engelse econoom Alfred Marshall die in 1881 in zijn boek Principles of Economics de grootte van die reactie de naam ‘prijselasticiteit’ gaf.

1

Werk per twee. Spreek af wie welke vraagcurve onder de loep neemt. Vink de gekozen optie aan. Werk

op een gelijk tempo en vergelijk vraag per vraag met elkaar. Sommige vragen moet je gemeenschappelijk

N

oplossen.

VA

Brusselaars zijn als rasechte Belgen verzot op frietjes. Het scheelt niet veel of ze bakken er elke dag. Het is dan ook niet vreemd dat ze jaarlijks heel wat aardappelen kopen. In de onderstaande grafiek is de dagelijkse vraag naar aardappelen van de Brusselaar te zien.

1,40 1,20

V1

V2

@

Prijs (in euro)

Grafiek 1: Dagelijkse vraag naar aardappelen in Brussel

1,00 0,80 0,60 0,40

THEMA 3

LEVEL 5

0,20

86

0,00

0

50

100

150

200

250

300

Hoeveelheid (in ton)


Optie 2 a

Vul de tekst aan.

Vraagcurve 2

Vul de tekst aan.

Vorig jaar bedroeg de prijs van aardappelen

Vorig jaar bedroeg de prijs van aardappelen

0,80 euro/kilo. De Brusselaars aten toen

0,80 euro/kilo. De Brusselaars aten toen

ton aardappelen per dag. Dit

ton aardappelen per dag. Dit jaar is de prijs van aardappelen gestegen naar

1,20 euro. De gevraagde hoeveelheid daalt

1,20 euro. De gevraagde hoeveelheid daalt

daarom naar

ton per dag.

Als je eerst naar de gevraagde hoeveelheid kijkt, dan blijkt die met

ton te

zijn gedaald. Als je vervolgens de gemiddelde gevraagde hoeveelheid over de twee jaar

dagelijks

daarom naar

Als je eerst naar de gevraagde hoeveelheid kijkt, dan blijkt die met

ton te

zijn gedaald. Als je vervolgens de gemiddelde gevraagde hoeveelheid over de twee jaar

berekent, kom je bij een gemiddelde uit van dagelijks

ton. Met andere

ton. Met andere

woorden, procentueel is de hoeveelheid

woorden, procentueel is de hoeveelheid

aardappelen met

aardappelen met

% gewijzigd

% gewijzigd

ten opzichte van de gemiddelde gevraagde

hoeveelheid.

hoeveelheid.

Ook bij de prijs kun je een dergelijke

Ook bij de prijs kun je een dergelijke

berekening doen. De prijs is met

berekening doen. De prijs is met

euro gestegen. De

euro gestegen. De

VA

ten opzichte van de gemiddelde gevraagde

gemiddelde prijs over de periode bedroeg

gemiddelde prijs over de periode bedroeg euro. De marktprijs is dus met

% gestegen ten opzichte van de

% gestegen ten opzichte van

@

euro. De marktprijs is dus met

gemiddelde prijs.

b

ton.

N

berekent, kom je bij een gemiddelde uit van

IN

jaar is de prijs van aardappelen gestegen naar

Vergelijk de grootte van de procentuele

de gemiddelde prijs. b

Vergelijk de grootte van de procentuele

afname van de gevraagde hoeveelheid met

afname van de gevraagde hoeveelheid met

die van de procentuele toename van de prijs.

die van de procentuele toename van de prijs.

Wat stel je vast?

Wat stel je vast?

LEVEL 5

a

Vraagcurve 1

THEMA 3

Optie 1

87


c

Vind je dat de Brusselaars sterk gereageerd

Vind je dat de Brusselaars sterk gereageerd

hebben op de prijsstijging? Had je dat

hebben op de prijsstijging? Had je dat

verwacht?

verwacht?

VA

N

IN

c

Prijselasticiteit van de vraag

De prijselasticiteit van de vraag of de prijsgevoeligheid van de vraag geeft weer hoe sterk de gevraagde hoeveelheid wijzigt ten gevolge van een wijziging in de prijs. Daarvoor plaats je de procentuele wijziging van de gevraagde hoeveelheid tegenover de procentuele wijziging van de prijs. Of nog:

(q1 – q0) / qgem = ____________ (p1 – p0) / pgem

@

E vp

d

(q1 + q0) waarbij qgem = ________ 2

(p1 + p0) waarbij pgem = ________ 2

Bereken de prijselasticiteit van de vraag naar

d

aardappelen van de Brusselaars.

THEMA 3

LEVEL 5

e

88

Leg uit wat dat resultaat betekent.

Bereken de prijselasticiteit van de vraag naar aardappelen van de Brusselaars.

e

Leg uit wat dat resultaat betekent.


Good to know Waarom bereken je de prijselasticiteit aan de hand van gemiddelden? Je kunt de prijselasticiteit onder andere ook nog op deze manier berekenen: (q1 – q0) / q0 E vp = ____________ (p1 – p0) / p0 Die (eenvoudigere) formule heeft echter een groot nadeel. Bekijk daarvoor de

IN

Prijs (in euro)

onderstaande situatie. 25,00 20,00 15,00

N

10,00 5,00 0,00

0

100

200

300

400

VA

Hoeveelheid

Als je de prijselasticiteit van de vraag berekent tussen 10,00 en 15,00 euro kun je op twee manieren te werk gaan. Bij een prijsstijging van 10,00 naar 15,00 euro zou je de volgende berekening maken:

(q1 – q0) / q0 E vp = ____________ (p1 – p0) / p0

=

(150 – 250) / 250 -0,40 ______________________ = ______ 0,50 (15,00 – 10,00) / 10,00

=

-0,80

Bij een prijsdaling van 15,00 naar 10,00 euro zou je echter het volgende uitkomen: -2,03

@

(q1 – q0) / q0 (250 – 150) / 150 0,67 E vp = ____________ = ______________________ = ______ = -0,33 (p1 – p0) / p0 (10,00 – 15,00) / 15,00

De vraagcurve zou over hetzelfde interval dus zowel elastisch als inelastisch zijn. Dat wordt vermeden door gebruik te maken van de formules met gemiddelden. Test zelf maar

THEMA 3

LEVEL 5

eens uit!

89


(In)elastisch(e) vraag en aanbod De vraag en het aanbod zijn inelastisch als de absolute waarde van de elasticiteitscoëfficiënt kleiner is dan één. Een prijswijziging brengt in dat geval een procentueel kleinere hoeveelheidwijziging met zich mee. De vraag en het aanbod zijn elastisch als de absolute waarde van elasticiteitscoëfficiënt groter is dan één. Een prijswijziging brengt in dat geval een procentueel grotere

f

Is de vraag in de vraagcurve elastisch of inelastisch?

IN

hoeveelheidwijziging met zich mee.

f

inelastisch?

Waarom is de prijselasticiteit van de vraag steeds negatief?

h

Hoeveel euro gaven Brusselaars aanvankelijk

N

g

VA

h

dagelijks aan aardappelen uit?

i

Hoeveel geven ze na de prijsstijging dagelijks

i

uit?

j

Is de vraag in de vraagcurve elastisch of

Verklaar dat op basis van de

j

dagelijks aan aardappelen uit?

Hoeveel geven ze na de prijsstijging dagelijks uit?

Verklaar dat op basis van de elasticiteitscoëfficiënt.

@

elasticiteitscoëfficiënt.

Hoeveel euro gaven Brusselaars aanvankelijk

THEMA 3

LEVEL 5

k

90

Is de prijsstijging van de aardappelen voor de verkopers in Brusselaar een goede zaak?

k

Is de prijsstijging van de aardappelen voor de verkopers in Brusselaar een goede zaak?


l

Waarom beslist een individuele verkoper van aardappelen nooit zelf om de prijs plots te verhogen, ook niet als je bij vraag k een omzetstijging zou vaststellen?

m

Het zou ook kunnen dat de Brusselaar ten gevolge van een prijsstijging van 40 % (t.o.v. de gemiddelde prijs) zijn gevraagde hoeveelheid ook met 40 % laat dalen. In dat geval is de vraag (of het aanbod)

2

Bereken de prijselasticiteit van de vraag voor de volgende situatie. Ga verder met je gekozen optie.

Optie 1 a

IN

unitair elastisch. Hoeveel zou de elasticiteitscoëfficiënt dan bedragen?

Vraagcurve 3

Optie 2

De Brusselaars kopen bij een prijsstijging naar 1,20 euro/kg maar een heel klein beetje

De Brusselaars kopen bij een prijsstijging

naar 1,20 euro/kg veel minder aardappelen, zijnde 30 ton per dag.

N

minder aardappelen, zijnde 182 ton per dag.

a

Vraagcurve 4

VA

b

Teken de curven op grafiek 2. Schrijf bij elke curve de absolute waarde van de elasticiteitscoëfficiënt.

1,40

@ 1,20

V1

V2

1,00 0,80 0,60

LEVEL 5

0,40 0,20 0,00

0

50

100

150

200

250

300

Hoeveelheid (in ton)

THEMA 3

Prijs (in euro)

Grafiek 2: Dagelijkse vraag naar aardappelen in Brussel bij een prijsstijging

91


3

Welk verband bestaat er tussen de hellingshoek van de vraagcurve en de prijselasticiteit van de vraag?

Good to know Als je naar de vraagcurve kijkt, zie je dat de hellingsgraad van de curve de mate van elasticiteit bepaalt. Let wel op als je twee verschillende grafieken met elkaar vergelijkt:

IN

de hellingsgraad van de curve is afhankelijk van de ijking van de assen.

Explore 2— Hoe kun je goederen onderverdelen aan de hand 1

N

van de prijselasticiteit van de vraag?

Vorig jaar heb je het verschil tussen complementaire en substitutiegoederen geleerd. Wat is een complementair goed?

VA

a

b

Wat is een substitutiegoed?

c

Bekijk aandachtig de onderstaande goederen. Is het een complementair goed of een substitutiegoed? Kruis aan.

B

THEMA 3

LEVEL 5

@

A

92

complementaire goederen substitutiegoed

complementaire goederen substitutiegoed


D

complementaire goederen

complementaire goederen substitutiegoed

N

substitutiegoed

IN

C

F

@

VA

E

complementaire goederen

complementaire goederen

substitutiegoed

Los de onderstaande vragen over complementaire goederen op. Vul de tekst aan. Complementaire goederen herken je ook door middel van hun kruiselingse elasticiteit. Die beschrijft hoe de gevraagde hoeveelheid van het ene goed reageert op een prijswijziging van het andere goed. Er zal minder van een goed gekocht worden, als de prijs van een goed . De verkoop van andere goederen wordt daardoor meestal , maar dat is anders voor complementaire goederen: als de prijs van een scooter stijgt, zullen er niet enkel helmen gekocht worden.

scooters maar ook

LEVEL 5

a

THEMA 3

2

substitutiegoed

93


b

Markeer het juiste antwoord. Om de kruiselingse elasticiteit te berekenen, zet je de hoeveelheidswijziging van de helmen / scooters tegenover de prijswijziging van de helmen / scooters. Het cijfer dat je uitkomt zal negatief / positief zijn. Logisch, de hoeveelheid kent een procentuele daling / stijging en de prijs kent een procentuele daling / stijging. Is de kruiselingse elasticiteit gelijk aan nul, dan is er een sterk / geen verband tussen beide producten. Hoe verder van nul de kruiselingse elasticiteit ligt, hoe minder sterk / sterker de link tussen beide.

IN

Kruiselingse elasticiteit De kruiselingse elasticiteit tussen een goed A en goed B bereken je als volgt:

c

(q1 + q0)  waarbij qgem = ________ 2

goed B

(p1 + p0) waarbij pgem = ________  2

goed A

N

(q1 – q0) / qgem E vp = _____________ (p1 – p0) / pgem

Bereken de kruiselingse elasticiteit als je weet dat een prijsstijging van scooters van 3 000,00 euro

VA

naar 3 300,00 euro leidt tot een daling in de verkoop van helmen van 11 000 naar 9 000 stuks.

Los de onderstaande vragen over substitutiegoederen op. a

Hoe zal een prijsstijging van deelfietsen de gevraagde hoeveelheid van deelsteps beïnvloeden?

b

Hoe kun je aan de kruiselingse elasticiteit van twee goederen zien dat het substitutiegoederen zijn?

THEMA 3

LEVEL 5

@

3

94


4

Lees het volgende artikel en beantwoord de vragen. a

Hoe vaak moet baby Pia het medicijn krijgen?

b

Stel dat de prijs van het medicijn niet 1,9 miljoen zou bedragen, maar 2,1 miljoen. Zou de gevraagde

c

Hoeveel bedraagt de prijselasticiteit van de vraag als de hoeveelheid ongewijzigd blijft ongeacht hoe

N

groot de wijziging van de prijs is?

Hoe loopt een vraagcurve die perfect inelastisch is?

VA

d

IN

hoeveelheid dan afnemen?

Peperduur medicijn Zolgensma – dat bekend raakte door baby Pia – voortaan terugbetaald

@

Twee jaar geleden leert iedereen plots baby Pia kennen. Het meisje heeft de zeldzame spierziekte SMA. Haar ouders willen haar laten behandelen, maar de eenmalige dosis van het medicijn die Pia nodig heeft, blijkt peperduur. Het medicijn Zolgensma, dat geproduceerd wordt door het Zwitserse farmabedrijf Novartis, wordt niet terugbetaald in België waardoor de kosten hoog oplopen. Ze zetten een grote sms-actie op om via crowdfunding het nodige bedrag van 1,9 miljoen euro bijeen te krijgen. De solidariteitsactie wordt een gigantisch succes: het bedrag wordt snel gehaald. Naar: vrtnws.be, 2021-10-08

zonder garantie op succes. Als het wel lukt, dan wil de producent ook stevig vergoed worden. Levensnoodzakelijke producten zijn perfect inelastisch. De producent kan er eigenlijk eender welke prijs voor vragen zonder dat het invloed heeft op de gevraagde hoeveelheid. Vind jij dat ondernemingen de prijs van medicatie vrij mogen bepalen?

THEMA 3

De ontwikkeling en productie van medicijnen is een heel dure aangelegenheid

LEVEL 5

Forum

95


Explore 3— Wat is de prijselasticiteit van het aanbod? Prijselasticiteit van het aanbod De prijselasticiteit van het aanbod of de prijsgevoeligheid van het aanbod wordt op dezelfde manier berekend als die van de vraag. Zo houdt een inelastisch aanbod in dat een prijsstijging tot een relatief kleinere toename van het aanbod zal leiden. Een inelastisch aanbod heeft een

1

IN

elasticiteitscoëfficiënt die lager is dan één, net zoals bij de vraag.

In Vlaanderen staan zo’n 300 000 melkkoeien op stal. Elke koe levert dagelijks gemiddeld 25 liter melk. Die wordt elke dag

door de plaatselijke zuivelproducenten opgehaald. De boeren krijgen daarvoor 0,35 euro per liter. Stel dat de internationale melkprijs plots daalt tot 0,25 euro per liter. Hoeveel bedraagt

VA

N

de afzet en de omzet van de boeren dan?

2

Wat gebeurt er met de afzet en omzet, als de prijs een week later stijgt naar 0,55 euro per liter?

3

Stel de aanbodcurve van melk grafisch voor.

0,60

A

0,50

@

Prijs (in euro)

Grafiek 3: Dagelijks aanbod van melk in Vlaanderen

0,40 0,30 0,20 0,10

THEMA 3

LEVEL 5

0,00

96

0

1

2

3

4

5

6

7

8

Hoeveelheid (in miljoen liter)


4

Bereken de prijselasticiteit van het aanbod voor een prijswijziging van 0,25 naar 0,55 euro.

Perfect (in)elastisch aanbod en perfect (in)elastische vraag

IN

Als de waarde van de elasticiteitscoëfficiënt nul bedraagt, is er een perfect inelastisch

aanbod (of een perfect inelastische vraag). Prijswijzigingen hebben dan geen effect op de

aangeboden of gevraagde hoeveelheid. De vraag- of aanbodcurve is in dat geval een verticale rechte. Als de aangeboden of gevraagde hoeveelheid buitengewoon sterk stijgt of daalt ten

gevolge van een minimale prijswijziging, dan is het aanbod of de vraag perfect elastisch. De

∞). Grafisch herken je de curve als een horizontale

elasticiteitscoëfficiënt is dan oneindig (

rechte. Een perfect (in)elastische vraag of aanbodcurve komt in de realiteit niet voor, al kan

5

N

die wel benaderd worden.

Stel dat de Boerenbond voorspelt dat de hoge prijs van 0,55 euro per liter waarschijnlijk voor meerdere

VA

jaren stand zal houden. Wat is een mogelijke reactie van de boeren?

6

Stel dat de voorspelde prijs voor de volgende jaren op 0,10 euro per liter

@

komt te liggen. Wat zouden de landbouwers dan doen?

LEVEL 5

Wat kun je zeggen over de prijselasticiteit van vraag en aanbod op lange termijn?

THEMA 3

7

97


Explore 4— Wat is het effect van een vraag- en aanbodschok bij een (in)elastische vraag- of aanbodcurve?

1

De vraag- en aanbodcurve geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde of aangeboden hoeveelheid. Soms kan de hoeveelheid die wordt gevraagd of aangeboden bij een bepaalde prijs echter plots wijzigen. Die vraag- en aanbodschokken kennen verschillende oorzaken. Vul de tabel aan. Leveren de volgende gebeurtenissen een vraag- of aanbodschok op?

b

Verschuift de curve naar links of naar rechts?

IN

a

VRAAG

De reclamecampagne van McDonald’s is succesvol.

AANBOD

Producten uit de Israëlische nederzettingen in Palestina worden geboycot.

N

De Spaanse supermarktketen Mercadona verovert de Belgische markt.

Bpost kondigt aan dat ze over enkele weken de prijs van postzegels verhoogt.

VA

De overheid kondigt een aanzienlijke

verlaging van de personenbelasting aan. Een nieuwe productietechniek maakt de productie van gsm’s veel goedkoper.

De vrees ontstaat dat er weldra geen

wc-papier meer beschikbaar zal zijn.

De energieprijzen maken de productie van

THEMA 3

LEVEL 5

@

glas heel duur.

98

LINKS

RECHTS


2

Bekijk de twee vraagcurven op de grafiek. a

Welke curve is elastischer?

b

Waarom denk je dat?

Grafiek 4: Prijselasticiteit bij twee goederen

10,00

V2

V1 e2

8,00

A2

e2

A1

e1

4,00 2,00

0

10

20

N

6,00

0,00

IN

Prijs (in euro)

12,00

30

40

50

60

70

80

90

VA

Hoeveelheid (in kg)

Teken op grafiek 4 een aanbodcurve waarbij tegen een prijs van 8,00 euro 60 stuks worden aangeboden en het aanbod 40 stuks bedraagt bij een een prijs van 4,00 euro. a

Duid het marktevenwicht aan.

b

Welk marktevenwicht komt tot stand?

c

Hoeveel bedraagt de omzet op die markt?

@

3

LEVEL 5

Kleur de oppervlakte in die deze omzet weergeeft.

THEMA 3

d

99


4

De prijzen van de gebruikte grondstoffen stijgen, waardoor er bij dezelfde prijs een lagere hoeveelheid wordt aangeboden. a

Teken op de grafiek een nieuwe aanbodcurve evenwijdig aan de eerste aanbodcurve die ook door het punt (7,00 ; 14) loopt.

b

Duid het nieuwe marktevenwicht aan, zowel voor goed 1 (V1) en goed 2 (V2).

c

Vul de tabel aan.

d e

V1

V2

NIEUWE p

NIEUWE OMZET

(IN EURO)

(IN EURO)

IN

NIEUWE q

Arceer de oppervlakte van de nieuwe omzet bij V1 en V2. Markeer het juiste antwoord en vul aan.

Als je de twee vraagcurven bekijkt, dan kun je stellen dat V1 / V2 de meest elastische is. Die is

N

immers de steilste / vlakste van de twee. De aanbodschok heeft een groot effect op de prijs. De oorspronkelijke prijs van

euro stijgt voor V1 naar

euro en voor V2 naar

euro. Het is de meest / minst elastische curve waar het prijseffect het grootst is. Het effect van de aanbodschok doet de gevraagde hoeveelheid dalen van kg (voor V1) en

VA

respectievelijk

kg naar

kg (voor V2). Het hoeveelheidseffect is

dus groter bij de meest / minst elastische vraagcurve. De aanbodschok doet tot slot de omzet voor V1 afnemen / toenemen en voor V2 afnemen / toenemen. Hoe elastischer / inelastischer de curve, hoe

beter het effect van een negatieve aanbodschok voor de omzet is.

Onderzoek wat het effect is van een verschuiving van de vraag- of aanbodcurve voor de volgende situaties.

a

Is de curve perfect elastisch of perfect inelastisch? Vul de titel van de grafieken aan.

b

Noteer de bijbehorende elasticiteitscoëfficiënt.

c

Verschuif de grijze curve (je mag de richting kiezen).

d

Bespreek het effect van de verschuiving.

@

5

Grafiek 5: De vraagcurve is

Grafiek 6: De aanbodcurve is (​​E​  ap​​​  =

Prijs

)

Prijs

(​​E​  vp​​​  =

.

A

.

)

V A

LEVEL 5

V

Hoeveelheid

THEMA 3

Hoeveelheid Gevolgen van een aanbodschok:

Gevolgen van een vraagschok:

100


Grafiek 7: De vraagcurve is

(E ap =

Prijs

)

V

Grafiek 8: De aanbodcurve is

Prijs

(E vp =

.

A

.

)

A

V

Gevolgen van een vraagschok:

Gevolgen van een aanbodschok:

6

Hoeveelheid

IN

Hoeveelheid

Welk verband is er tussen de prijselasticiteit en het prijs- en hoeveelheidseffect van een vraag- of

N

aanbodschok?

VA

Explore 5— Hoe kun je goederen onderverdelen op basis van de inkomenselasticiteit van de vraag?

1

Wat geeft de inkomenselasticiteit van een product weer?

2

Herbekijk de Intro. Beantwoord de vragen.

Als elke klasgenoot maandelijks 50,00 euro zakgeld

@

a

krijgt, hoeveel zakgeld wordt er dan maandelijks door de hele klas ontvangen?

b

Hoeveel bedraagt het zakgeld na de verhoging met

Met hoeveel procent is het klassikale zakgeld gestegen?

THEMA 3

c

LEVEL 5

20,00 euro?

101


d

e

Vul de tabel aan.

Hoeveel bedragen de klassikale uitgaven per uitgavenposten vóór de verhoging van het zakgeld?

Hoeveel bedragen de klassikale uitgaven per uitgavenposten na de verhoging van het zakgeld?

Bereken de procentuele stijging van elke uitgavenpost.

Vergelijk de stijging van de aankopen van de verschillende productcategorieën met de inkomens-

Tabel 2: Verhoging budget

IN

stijging. Wat stel je vast?

KLASSIKALE UITGAVEN

NA DE VERHOGING

PROCENTU-

BIJ EXTRA

ELE STIJGING

N

VÓÓR DE VERHOGING VAN

TOTAAL

KLASKEUZE

HET ZAKGELD

VAN HET ZAKGELD

(IN EURO) Filmticket

VA

Fuif

20,00 EURO

Hebbedingetjes Buskaart Sparen

TOTAAL

3

Stel dat een huishouden gedurende lange tijd slechts één

@

kostwinner heeft. Na lange tijd komt er een tweede verdiener bij. Daardoor heeft dat huishouden maandelijks 2 500,00 euro extra inkomen. Vul de tabel aan. a

Zoek voor elke categorie enkele voorbeelden van producten die het huishouden nu in een andere mate koopt.

b

Geef de juiste naam aan de productgroepen. Kies uit:

THEMA 3

LEVEL 5

basisgoederen – inferieure goederen – luxegoederen

102

c

Hoeveel zal de inkomenselasticiteit voor elk van deze productcategorieën bedragen?


GOEDEREN DIE HET GEZIN … voorheen wel, maar nu

voorheen wel al maar nu

voorheen (bijna) niet maar

minder koopt.

nog meer koopt.

nu wel koopt.

IN

Voorbeelden

Benaming Inkomenselasticitieits-

4

N

coëfficiënt

Je kunt de redenering ook in de andere richting maken. Stel dat het beschikbare inkomen plots halveert, welke goederen zou je dan niet meer kopen?

Lees het artikel. Zijn inferieure goederen ook daadwerkelijk inferieur?

VA

5

AA-BATTERIJEN VAN IKEA EN KRUIDVAT KLOPPEN DURACELL In een vergelijkende test van ‘De Inspecteur’ gaan de goedkope merken van AA-batterijen opvallend langer

mee dan de dure. Dat blijkt zowel uit een ludieke test met speelgoedhondjes, als uit een laboratoriumtest die het Radio 2-programma laat uitvoeren.

Opvallend, een objectieve labotest door de MOBI-vakgroep aan de VUB komt op ongeveer dezelfde resultaten uit.

@

Die laat verschillende batterijen van hetzelfde merk leeglopen in een simulatie bij laag verbruik (bijvoorbeeld de afstandsbediening van een televisietoestel) en bij hoog verbruik (bijvoorbeeld een speelgoedauto). De resultaten

want ze heeft ook nog de prijs per kilowattuur berekend, de hoeveelheid energie die we terugkrijgen voor elke uitgegeven euro. Ikea is dan 7 keer goedkoper dan Panasonic. Bron: vrtnws, 2019-05-09

THEMA 3

Ook hier doen Ikea en Kruidvat het opvallend beter. Toch durft de VUB Ikea als de absolute winnaar aanduiden,

LEVEL 5

vindt u in deze grafiek.

103


TO THE POINT Prijselasticiteit De prijselasticiteit geeft weer hoe sterk de gevraagde of aangeboden hoeveelheid verandert ten gevolge van een prijswijziging. Om dat te weten plaats je de procentuele wijziging van de gevraagde hoeveelheid tegenover de procentuele wijziging van de prijs. Of nog: (q1 – q0) / qgem (q1 + q0)  ​​       ​​ waarbij qgem = ​​ ________ ​​E​  p ​​ ​ = ​​ ____________ 2 (p1 – p0) / pgem

IN

(p1 + p0)  ​​ waarbij pgem = ​​ ________ 2

De vraag en het aanbod worden inelastisch genoemd als

de absolute waarde van de elasticiteitscoëfficiënt kleiner

is dan één. Een prijswijziging zal een procentueel kleinere hoeveelheidwijziging met zich meebrengen. Is de waarde hoger dan één, dan is de vraag of het aanbod elastisch.

In dat geval zal een prijswijziging een procentueel grotere

N

hoeveelheidwijziging met zich meebrengen. Mogelijk

bedraagt de coëfficiënt exact één. Dan is er sprake van een unitair elastische vraag- of aanbodcurve.

Hoe vlakker de curve, hoe hoger de prijselasticiteit. In extreme gevallen is de elasticiteit oneindig. De

VA

curve is dan perfect elastisch. Je herkent dat als een perfect horizontale rechte. Voor de vraagcurve zal de minste prijsstijging de verkoop doen stilvallen. Ook het omgekeerde is mogelijk. Een verticale curve heeft een elasticiteitscoëfficiënt van nul. De curve is dan perfect inelastisch. Dat wordt benaderd door levensnoodzakelijke producten waarvoor er geen substitutie bestaat, zoals unieke medicijnen.

Substitutiegoederen en complementaire goederen

De elasticiteit van een product neemt meestal op lange termijn toe omdat er dan meer tijd is om naar substitutiegoederen te zoeken of om investeringen te doen om het gebruik te verminderen. Complementaire goederen herken je aan de negatieve kruiselingse elasticiteit. De kruiselingse

@

elasticiteit beschrijft hoe de gevraagde hoeveelheid van het ene goed reageert op een prijswijziging van het andere goed. Als de prijs van een goed stijgt, dan zal er minder van dat goed gekocht worden. De verkoop van andere goederen wordt daardoor meestal niet beïnvloed, waardoor de kruiselingse elasticiteit op nul blijft. Dat is anders voor complementaire goederen. Als de prijs van een goed stijgt, zullen niet enkel minder stuks van dat goed maar ook minder stuks van het complementaire goed gekocht worden. De kruiselingse elasticiteit is daar negatief. Op haar beurt zal een prijsstijging van een goed de verkoop van substitutiegoederen doen toenemen, wat de positieve kruiselingse

THEMA 3

LEVEL 5

elasticiteit verklaart.

104


Prijs- en hoeveelheidseffect van een vraag- of aanbodschok Wijzigingen in de consumentenvoorkeur, inkomensveranderingen, concurrentie, technologische evoluties, prijzen van inputs, toekomstverwachtingen omtrent prijzen … zijn factoren die vraag- en of aanbodschokken veroorzaken, met prijsfluctuaties tot gevolg. Het effect van een vraagschok (of verschuiving van de vraag) is afhankelijk van de prijselasticiteit van het aanbod. Hetzelfde geldt voor het effect van een aanbodschok in relatie tot de prijselasticiteit van de vraag. Zo zal een aanbodschok een zuiver prijseffect hebben als de vraag perfect inelastisch is. De hoeveelheid zal dan niet wijzigen. Hoe elastischer de curve, hoe groter het hoeveelheidseffect zal zijn. Het prijseffect neemt op zijn beurt af. Dat is belangrijk voor de producent, aangezien dat een grote invloed heeft op

IN

zijn omzet. Een prijsstijging bij een inelastische vraag zal de omzet doen toenemen. Bij een elastische vraag zal die afnemen. Inkomenselasticiteit

Naast de prijselasticiteit kan ook de inkomenselasticiteit van de vraag gemeten worden. Is de inkomenselasticiteit van een bepaald goed negatief, dan spreek

je van een inferieur goed. Bij luxegoederen zie je dat een procentuele toename van het inkomen leidt tot een procentueel grotere toename van het verbruik.

N

Omgekeerd zijn dit ook de producten die als eerste worden opgeofferd bij een inkomensdaling. Basisgoederen zijn op hun beurt relatief ongevoelig voor inkomenswijzigingen.

BEKIJK DE KENNISCLIP

VA

Action 1— Om welk soort goederen gaat het? Bepaal aan de hand van de elasticiteitscoëfficiënt om welk type goederen het gaat. ELASTICITEITSCOËFFICIËNT

De inkomenselasticiteit van de vraag is negatief.

De kruiselingse elasticiteit van de vraag is kleiner

De inkomenselasticiteit van de vraag is groter dan één.

De kruiselingse elasticiteit van de vraag is positief.

De inkomenselasticiteit van de vraag ligt tussen nul

en één.

LEVEL 5

dan nul.

THEMA 3

@

De prijselasticiteit van de vraag is nul.

SOORT GOEDEREN

105


Action 2— Hoeveel bedraagt de prijselasticiteit? 1

Bekijk aandachtig de onderstaande vraagcurven. a

Welke vraagcurve is het meest elastisch? Waarom?

b

IN

Welke vraagcurve is het minst elastisch? Waarom?

9,00

V3

8,00

V4

N

10,00

V2 V1

VA

Prijs (in euro)

Grafiek 9: Verschillende vraagcurven

7,00

V5

6,00 5,00 4,00 3,00

@

2,00 1,00

THEMA 3

LEVEL 5

0,00

106

0

50

100

150

200

250

300

350

400

Hoeveelheid


2

Bereken de prijselasticiteitscoëfficiënt van de vijf vraagcurven voor een prijsstijging van 4,00 naar 6,00 euro.

Bestudeer grafiek 10 en 11. a

IN

3

Welke aanbodcurve is het meest elastisch? Waarom?

b

N

Bereken de elasticiteit van beide aanbodcurven als de prijs stijgt van 15,00 naar 25,00 euro.

Vergelijk de prijselasticiteit en de helling van de beide aanbodcurven. Wat merk je op?

VA

c

Grafiek 11: Aanbodcurve 2

30,00

35,00

25,00

25,00

20,00

20,00

15,00

15,00

10,00

10,00

5,00

5,00

0,00

0

100

200

300

400

500

600

Hoeveelheid

A2

30,00

0,00

LEVEL 5

A1

35,00

40,00

0

1 000 2 000 3 000 4 000 5 000 6 000

Hoeveelheid

THEMA 3

Prijs (in euro)

40,00

@

Prijs (in euro)

Grafiek 10: Aanbodcurve 1

107


4

Zijn volgende producten elastisch of inelastisch? a

Kruis aan.

b

Motiveer je keuze.

B

elastisch inelastisch

elastisch

inelastisch

Motivatie:

VA

Motivatie:

N

IN

A

@

C

elastisch

elastisch

inelastisch

inelastisch

THEMA 3

LEVEL 5

Motivatie:

108

D

Motivatie:


Action 3— Ontmoedigen prijsverhogingen rokers? Lees het artikel en beantwoord de vragen. a

Waarom is de overheid geïnteresseerd in het effect van

b

Hoeveel kost een pakje sigaretten volgens het artikel, als je weet dat er twintig sigaretten in een pakje zitten?

c

IN

prijsverhogingen op de gevraagde hoeveelheid?

Is de vraag naar sigaretten en losse tabak (shag) elastisch of inelastisch? Staaf aan de hand van het

VA

N

artikel.

d

Kent de vraagcurve naar sigaretten een steiler of een vlakker verloop dan de vraagcurve naar een alledaags product, bijvoorbeeld koffiekoeken?

Welke waarde zou de prijselasticiteitscoëfficiënt van de vraag naar sigaretten benaderen?

@

e

LEVEL 5

Met welke categorie van producten kun je sigaretten vergelijken op basis van de prijselasticiteit?

THEMA 3

f

109


Waarom is dit niet zo vreemd?

h

Is de prijselasticiteitscoëfficiënt voor losse tabak hoger of lager dan die van sigaretten?

i

Zal de vraagcurve naar losse tabak vlakker of steiler zijn dan die van sigaretten?

j

Waarom denk je dat gebruikers van losse tabak gevoeliger zijn voor prijsverhogingen?

N

IN

g

Als pakje sigaretten 60,00 euro gaat kosten, stopt helft van de rokers

VA

Een forse verhoging van de tabaksaccijns weerhoudt de meeste rokers er niet van te stoppen. De helft van alle rokers in Nederland zegt pas te willen stoppen bij een prijs van 60,00 euro per pakje. Pas bij prijzen vanaf 12,00 euro per pakje wil 10 procent van de rokers stoppen, blijkt uit onderzoek van Universiteit Maastricht (UM).

@

Van de 1 500 ondervraagde rokers vond een derde het geen probleem om 6,00 euro per sigaret of 4,00 euro per gram shag te betalen. Volgens de onderzoekers geeft dat niet alleen aan hoe verslavend sigaretten zijn, maar vooral ook hoe betaalbaar.

THEMA 3

LEVEL 5

Uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat sigaretten in Nederland bijna twee keer zo betaalbaar zijn als in het Verenigd Koninkrijk.

110

Accijnsverhogingen grootste effect Volgens UM-onderzoekster Cloé Geboers hebben accijnsverhogingen het grootste effect. ‘Mensen passen hun consumptie aan wanneer ze het verschil in prijs merken in hun portemonnee, dus als iets meer of juist minder betaalbaar wordt. Als het gaat om het ontmoedigen van roken zijn flinke

accijnsverhogingen, zoals de verhoging met 1,00 euro in 2020, dan ook zeer wenselijk.’ Na de accijnsverhoging van april 2020 ligt de gemiddelde prijs van een sigaret in Nederland op 36 cent en die van een shagje op 22 cent. De gemiddelde prijs waarbij dagelijkse rokers zeiden te stoppen of te minderen, ligt tussen de 2,00 en 3,50 euro per sigaret of shagje. Shagrokers hebben meer moeite met prijsverhogingen dan mensen die sigaretten roken. Bron: businessinsider.nl, 2021-11-03


Action 4— Welk verband is er tussen de prijselasticiteit van de vraag en van de omzet?

1

Lees de case van VAMM.

2

IN

Vanessa, Abdel, Marianne en Marleen zijn alle vier muzikaal aangelegd. Toen ze enkele jaren geleden samen in de klas zaten hebben ze een bandje opgericht met de naam ‘VAMM’. Ze zitten nog niet in de lijsten van de grote streamingdiensten als Spotify of Deezer, maar sinds ze een eerste hit scoorden, verloopt de download van hun debuut cd (VAMM Fatale) relatief vlot.

Vul de gevraagde hoeveelheid bij elke prijs in de tabel aan. Voor deze opdracht heb je de keuze. Kies

N

optie 1 als je graag wat ondersteuning wilt. Kies optie 2 als je een uitdaging wilt. Vink de gekozen optie aan.

25,00

VA

Prijs (in euro)

Grafiek 12: Vraag naar VAMM Fatale

20,00

V

15,00 10,00

5,00

0

500

@

0,00

Optie 1

1 000 1 500 2 000 2 500

Hoeveelheid (in stuks)

Manuele berekening

a

Werk per twee of per vier.

b

Bekijk de grafiek.

c

Vul de gevraagde hoeveelheid bij elke prijs aan.

d

Reken manueel uit. Verdeel de prijswijzigingen over je teamleden. Zo berekent de eerste leerling de prijselasticiteit van de vraag voor een prijsstijging van 0,00 naar 2,00 euro.

Tip:

Werk met de gemiddelde prijs- en hoeveelheidwijziging!

LEVEL 5

Schrijf de waarde van de prijselasticiteit tussen 0,00 en 2,00 euro in.

THEMA 3

e

111


Optie 2

Automatische berekening

a

Werk alleen.

b

Bekijk de grafiek.

c

Ga naar het onlinelesmateriaal en download het basisbestand.

d

Vul de gevraagde hoeveelheid bij elke prijs aan.

e

Gebruik formules om de verschillende waarden te berekenen.

Tabel 3: Verband prijselasticiteit en omzet

0,00

qv

​​E​  pv​  ​​

N

4,00

(IN EURO)

2,00

OMZET

IN

p

VA

6,00

8,00

10,00

@

12,00

14,00

16,00

THEMA 3 112

LEVEL 5

18,00

20,00


3

Vergelijk de elasticiteitswaarden die je voor deze grafiek hebt gevonden. Wat stel je vast? Verklaar je vaststelling.

Bereken de omzet van de debuut cd VAMM Fatale bij de verschillende prijzen. a

Vul die aan in de tabel.

b

Bij welke prijs is de omzet het hoogst?

IN

4

Welk verband bestaat er tussen de omzet en de prijselasticiteitscoëfficiënt?

6

Juist of fout? De optimale productiehoeveelheid voor VAMM bedraagt dus 10 000 stuks.

VA

N

5

7

Voor deze opdracht heb je de keuze. Kies optie 1 als je graag wat ondersteuning wilt. Kies optie 2 als je een uitdaging wilt. Vink de gekozen optie aan. Stel het verband tussen de (absolute waarde van de) prijselasticiteitscoëfficiënt en de omzet grafisch voor.

Optie 1

Teken de twee curven uit op de blanco grafiek.

@

a

Blanco grafiek

b

Zet de prijs op de X-as.

c

Gebruik voor de elasticiteit en de omzet een aparte Y-as.

Tip:

Optie 2

a

De prijselasticiteitscoëfficiënt moet je telkens tussen de twee prijzen uitzetten (respectievelijk bij 1,00 – 3,00 – 5,00 euro … zoals bij de MO).

Grafiek in Excel

Maak de grafiek op in Excel. Gebruik online hulpmiddelen om uit te zoeken hoe je een grafiek met twee Zet de prijs op de X-as.

c

Gebruik voor de elasticiteit en de omzet een aparte Y-as.

Tip: d

De prijselasticiteitscoëfficiënt moet je telkens tussen de twee prijzen uitzetten (respectievelijk bij 1,00 – 3,00 – 5,00 euro … zoals bij de MO).

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 3

b

LEVEL 5

assen maakt en hoe je die naar je hand zet om hetzelfde resultaat te krijgen als in een getekende grafiek.

113


8

Wat stel je op de grafiek vast op het punt waar de elasticiteit één bedraagt?

-20

90 000,00

-18

80 000,00

-16

Elasticiteitscoëfficiënt

100 000,00

IN

Prijs (in euro)

Grafiek 13: Omzet versus elasticiteit

70 000,00

-14

60 000,00

-12

50 000,00

-10

40 000,00

N

-8

30 000,00 20 000,00

-4 -2

VA

10 000,00

-6

0,00 0,00

2,00

4,00

6,00

8,00

0 10,00 12,00 14,00 16,00 18,00 20,00

Hoeveelheid (in stuks)

omzet

p v

E

Action 5— Leiden stijgende tarieven tot dalende sportparticipatie?

MORE

@

MORE

MORE

1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Lees de tekst. Zoek een antwoord op de vraag: Leiden stijgende tarieven tot dalende sportparticipatie?

2

Maak een presentatie om op de sportraad van de gemeente de belangrijkste conclusies van het onderzoek uit te leggen. Je doelpubliek zijn dus professionals. Gebruik een tool naar keuze

3

Schrijf een artikel voor de krant waarin je het brede publiek informeert over je vaststellingen. Je schrijft

THEMA 3

LEVEL 5

dus voor niet-economisten. Respecteer de NBN-norm.

114

4

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

1

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan de prijselasticiteit van de vraag en het

N

aanbod berekenen en interpreteren. 2

KAN

BETER

Ik kan de verschillende types van prijselasticiteit herkennen en hun gevolgen verduidelijken.

3

Ik kan de inkomenselasticiteit bepalen en interpreteren.

Ik kan de prijs- en inkomenselasticiteit in

VA

4

verband brengen met de verschillende soorten goederen.

5

Ik kan het nut van de prijs- en inkomenselasticiteit verklaren.

6

Ik kan factoren die vraag- en aanbodschokken veroorzaken, herkennen.

7

Ik kan het effect van vraag- en aanbodschokken analyseren in relatie tot de prijselasticiteit van

@

vraag en aanbod.

Ik kan de invloed van vraag- en aanbodschokken op de omzet bepalen in relatie tot de

LEVEL 5

prijselasticiteit van vraag en aanbod.

THEMA 3

8

115


STEP-UP 1

Bekijk in de onderstaande tabel de goederencombinaties van consument Olga. Die geeft haar voorkeur weer wat betreft topjes (product 1) en jeansbroeken (product 2).

2

Teken de drie indifferentiecurven met een rekenteken je op de Y-as.

Tabel 1: Goederencombinaties Olga INDIFFERENTIECURVE 1 x2

0,50

30

1 2,50

6

3

INDIFFERENTIECURVE 3

x1

x2

x1

x2

8

12

12

18

24

6

13

9

19

17

4

16

7

20

13

3

19

5

22,50

2

24

3,50

27

1,50

30

3

30

VA

4

INDIFFERENTIECURVE 2

N

x1

IN

blad. Product 1 (x1) teken je op de X-as. Product 2 (x2)

10

Haar budget bedraagt 800,00 euro. De oorspronkelijke prijs voor product 1 (x1) bedraagt 40,00 euro. Wanneer Olga enkel product 2 koopt en geen enkel stuk van product 1, dan kan ze 30 stuks kopen. Teken ook, op dezelfde grafiek in het werkblad, die budgetlijn. a

Veronderstel dat de prijs van product 1 vervolgens duurder wordt en stijgt naar 100,00 euro. Teken vervolgens de nieuwe budgetlijn op dezelfde grafiek. Teken een derde budgetlijn, ook op die grafiek, wanneer de prijs van product 1 stijgt naar

@

b

160,00 euro.

THEMA 3

STEP-UP

4

116

Bepaal de optimale goederencombinaties van Olga. a

Noteer in de tabel hoeveel kledingstukken ze bij die verschillende prijzen kan kopen.

b

Wat stellen die optimale goederencombinaties voor?

HOEVEELHEID

PRIJS (IN EURO) 40,00 100,00 160,00


5

Bereken de prijselasticiteit van de vraag naar topjes van Olga wanneer de prijs stijgt van 40,00 naar 100,00 euro.

6

In tabel 2 vind je de gevraagde hoeveelheden van alle consumenten op de ‘topjesmarkt’. Bepaal de totale gevraagde hoeveelheid op de markt bij de verschillende prijzen. Tabel 2: Totaal gevraagde hoeveelheden op de topjesmarkt

qv2

5

6

3

4

1

2

qv3

qvtotaal

PRIJS (IN EURO)

IN

qv1

8

40,00

7

100,00

6

160,00

Teken de vraagcurve van de totale markt met een rekenblad.

8

Een producent op de ‘topjesmarkt’ heeft de volgende kostenstructuur. Bereken nu de GVK, GCK, GTK. TK

(IN EURO)

100,00

-

100,00

1

100,00

75,00

175,00

2

100,00

117,00

217,00

3

100,00

147,00

247,00

4

100,00

168,00

268,00

5

100,00

195,00

295,00

6

100,00

225,00

325,00

7

100,00

262,50

362,50

8

100,00

306,00

406,00

9

100,00

363,00

463,00

10

100,00

450,00

550,00

11

100,00

577,50

677,50

12

100,00

777,00

877,00

@

0

STEP-UP

TVK

(IN EURO)

THEMA 3

TCK

(IN EURO)

VA

OUTPUT = q

N

7

117


OUTPUT = q

GCK

GVK

GTK

(IN EURO)

(IN EURO)

(IN EURO)

0

2

3

4

5

6

7

8

10 11

VA

12

N

9

IN

1

9

Bereken nu de MK in het werkblad.

10

Teken de GVK, GCK en de MK in het rekenblad.

11

Hoe leid je de aanbodcurve van deze producent af?

@

12

Noteer in de volgende tabel hoeveel kledingstukken de producent bij die verschillende prijzen aanbiedt.

THEMA 3

STEP-UP

AANGEBODEN HOEVEELHEID

118

PRIJS IN EURO

37,50

43,50

57,00

87,00

127,50

199,50


13

In de volgende tabel staan de aangeboden hoeveelheden van alle producenten op de ‘topjesmarkt’. Bepaal de totale aangeboden hoeveelheid op de markt bij de verschillende prijzen. Tabel 3: Totaal aangeboden hoeveelheden op de topjesmarkt

qa2

6,50

2,50

1

37,50

7,50

3,50

2

43,50

8,50

4,50

9,50

5,50

10,50

6,50

11,50

7,50

(IN EURO)

IN

qatotaal

57,00

7

87,00

11

127,50

16

199,50

N

4

Teken nu de aanbodcurve van de totale markt op dezelfde grafiek als de vraagcurve (vraag 7).

THEMA 3

STEP-UP

@

VA

14

qa3

PRIJS

qa1

119


Begrippenlijst Thema 3 1

1

1

BEGRIP

VERKLARING

constante

Die productiefactor wijzigt niet op korte

productiefactor

termijn.

constante of

Dat zijn kosten die niet variëren met de

vaste kosten

omvang van de productie.

gemiddelde

De kosten per eenheid product.

kapitaal­

Dat zijn goederen waarmee andere

goederen

goederen worden geproduceerd.

Enerzijds zijn er vaste kapitaalgoederen,

die meer dan één productieproces

N

meegaan zoals machines, gebouwen of transportmiddelen. Anderzijds zijn er

vlottende kapitaalgoederen die in één

productieproces worden verbruikt zoals grondstoffen en voorraden. marginale

De extra kosten voor de productie van een

kosten

extra eenheid.

optimale

Bij die productiegrootte is de winst

productie-

maximaal.

VA

1

1

grootte

1

productie­

De maximale hoeveelheid goederen

capaciteit

en diensten die een onderneming in

@ THEMA 3

BEGRIPPENLIJST

1

120

1

een periode kan voortbrengen als

alle productiefactoren volledig zijn

ingeschakeld.

1

bv. gebouwen, machines

kosten 1

IN JE EIGEN WOORDEN

IN

LEVEL

productie­

Om het gewenste eindproduct te

factoren

bekomen, moet een ondernemer

productiefactoren (natuur, arbeid, kapitaal

en ondernemerschap) inzetten.

technisch

De onderneming bereikt het technisch

optimaal punt

optimale punt daar waar de GTK het laagst

zijn. Op dat punt produceert het bedrijf het

goedkoopst.

variabele

Dat zijn kosten die evenredig of

kosten

verhoudingsgewijs variëren met het

productievolume.


1

VERKLARING

variabele

Dat is een productiefactor die op korte

productiefactor

termijn wel kan wijzigen bijvoorbeeld

wet van

Als aan de constante productiefactor

de toe- en

(grond of kapitaal) eenheden van een

afnemende

variabele productiefactor (arbeid) worden

meeropbrengst

toegevoegd, zal de fysieke meeropbrengst

constante

Als de gemiddelde totale kosten op lange

schaaleffecten

termijn stijgen noch dalen, is er sprake van

2

negatieve

Er is sprake van negatieve schaaleffecten

schaaleffecten

(of dalende schaalopbrengsten) als de

stijgen bij een schaalvergroting.

positieve

Er is sprake van positieve schaaleffecten

schaaleffecten

(of toenemende schaalopbrengsten) als de

N

gemiddelde totale kosten op lange termijn

gemiddelde totale kosten op lange termijn

dalen bij een schaalvergroting.

schaal­

Dat betekent productie op grotere

vergroting

schaal, met voor de onderneming

aanbodschok

schaalopbrengsten) als gevolg van

Dat is een plotselinge toename of afname

van het aanbod van een bepaald product.

4

Als gevolg van de aanbodschok verandert

de prijs van het product plotseling.

aanbod­

Die functie toont het verband aan tussen

vergelijking

de aangeboden hoeveelheid van een

@ 4

vaak grote kostenvoordelen (positieve productievere machines.

4

constante schaaleffecten.

VA

2

IN

slotte negatief worden.

2

arbeid.

eerst toenemen, vervolgens afnemen en ten

2

IN JE EIGEN WOORDEN

vraagschok

bepaald goed en de prijs ervan. Het is

een functie van de eerste graad zodat

de overeenkomstige curve kan worden getekend aan de hand van twee punten. Dat is een plotselinge toename of afname van de vraag naar een bepaald product. Als

gevolg van de vraagschok verandert de prijs

van het product plotseling.

BEGRIPPENLIJST

1

BEGRIP

THEMA 3

LEVEL

121


LEVEL 4

BEGRIP

VERKLARING

vraag­

Die functie toont het verband aan tussen

vergelijking

de gevraagde hoeveelheid van een

een functie van de eerste graad zodat

getekend aan de hand van twee punten. basisgoederen

Dat zijn goederen die bij de wijziging van het inkomen slechts beperkt meer

inkomenselasticiteit ligt tussen nul en één.

complemen-

Dat is een goed dat een ander goed aanvult

tair goed

omdat ze samen gebruikt (moeten) worden. De kruiselingse elasticiteit tussen de beide goederen is negatief.

elastisch

Een goed is prijs- of inkomenselastisch als

N

5

IN

of minder zullen gekocht worden. De

5

bepaald goed en de prijs ervan. Het is de overeenkomstige curve kan worden

5

IN JE EIGEN WOORDEN

een wijziging van de prijs of het inkomen tot een relatief grotere wijziging van de

hoeveelheid leidt. De elasticiteitscoëfficiënt

is groter dan één. 5

inelastisch

Een goed is prijs- of inkomenselastisch als

VA

een wijziging van de prijs of het inkomen tot een relatief kleinere wijziging van de

hoeveelheid leidt. De elasticiteitscoëfficiënt

is kleiner dan één.

5

inferieure

Dat zijn goederen waarvan er een kleinere

goederen

hoeveelheid gekocht wordt, als het inkomen toeneemt. De inkomenselasticiteit is

THEMA 3

BEGRIPPENLIJST

5

122

5

negatief.

inkomens­

Dat is de mate waarin de gevraagde

elasticiteit

hoeveelheid van een goed wijzigt ten

@

5

gevolge van een wijziging van het inkomen

van de gebruiker.

kruiselingse

Dat is de mate waarin de gevraagde

elasticiteit

hoeveelheid van een goed wijzigt ten gevolg

luxegoederen

van een wijziging van de prijs van een ander

goed.

Dat zijn goederen waarvan het verbruik

sterk toeneemt als gevolg van een relatief kleinere inkomenswijziging. De inkomenselasticiteit is groter dan één.


LEVEL 5

BEGRIP

VERKLARING

perfect

De vraag of het aanbod van een goed is

elastisch

perfect elastisch als een minimale wijziging van de prijs de gevraagde of aangeboden hoeveelheid enorm hard laat wijzigen. De

IN JE EIGEN WOORDEN

elasticiteitscoëfficiënt is oneindig. 5

perfect

De vraag of het aanbod van een goed is

inelastisch

perfect inelastisch als een grote wijziging van de prijs de gevraagde of aangeboden

IN

hoeveelheid enorm niet laat wijzigen. De

elasticiteitscoëfficiënt is nul. prijselasticiteit

Dat is de mate waarin de gevraagde

van de vraag

hoeveelheid van een goed wijzigt als gevolg van een wijziging van de prijs.

Dat is de mate waarin de aangeboden

van het

hoeveelheid van een goed wijzigt ten

aanbod

gevolge van een wijziging van de prijs.

substitutiegoed

Dat is een goed dat een ander goed kan

vervangen omdat het hetzelfde nut heeft. De kruiselingse elasticiteit is positief. unitair

Een goed is unitair elastisch als een

elastisch

wijziging van de prijs of het inkomen tot

@

VA

5

een relatief even grote wijziging van de

hoeveelheid leidt. De elasticiteitscoëfficiënt

is één.

BEGRIPPENLIJST

5

prijselasticiteit

N

5

THEMA 3

5

123


VA

@ IN

N


4

IN

T

@

VA

N

F

L

I

Thema 4: De economische kringloop


N

THEMA

IN

4

@

VA

De economische kringloop


IN

NEXT LEVEL

STEP-UP

N

Ontleding van een economische kringloop

LEVEL

@

VA

2

Wat is de intermediaire rol van de banken en beurzen ten opzichte van de kapitaalmarkt ?

LEVEL

1

p. 62

p. 39

Hoe verhouden de economische aggregaten en de economische kringloop zich?

p. 5

STEP-IN

p. 4


STEP-IN 1

Werk in groepjes. Je hebt vorig jaar 5 000,00 euro geërfd van een rijke tante uit Amerika. Dat bedrag staat op je zichtrekening bij de bank. Je wilt het sparen en dus niet uitgeven. Wat zijn je mogelijk-

IN

heden? Bespreek en vul de onderstaande mindmap aan.

2

N

5 000,00 euro sparen

Welk spaarmiddel brengt volgens jou het meeste geld op in tien jaar? Maak ook een schatting

VA

hoeveel.

3

Wie moet je contacteren als je wilt sparen?

4

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje.

Blijf je bij je mening of denk je dat je je 5 000,00 euro op een andere manier zult sparen?

@

a

b

THEMA 4

STEP-IN

5

4

6

Als je van mening bent veranderd, waarom?

In dit thema doorloop je twee levels waarin je leert … 1

hoe de totale productie van goederen en diensten in een land wordt bepaald;

2

hoe ondernemingen hun activiteiten kunnen financieren via aandelen en obligaties.

Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin bestudeer en bereken je een economische kringloop.


LEVEL 1 Hoe verhouden de economische aggregaten en de economische kringloop zich?

1

IN

INTRO

Bekijk de onderstaande tabel. Welk land heeft de grootste economie volgens jou? Waarom?

LAND België

2

Nederland

3

Duitsland

TOTALE PRODUCTIE

AANTAL INWONERS

IN 1 JAAR (2020)

(2020)

512 miljard USD

11 556 000

925 miljard USD

17 441 140

3 751 miljard USD

83 240 520

VA

1

N

Tabel 1: Vergelijking totale productie van enkele landen in 2020

4

Verenigde Staten

17 709 miljard USD

329 484 120

5

China

11 785 miljard USD

1 402 112 000

6

Qatar

146 miljard USD

2 881 060

7

Luxemburg

73 miljard USD

632 270

8

Zwitserland

747 miljard USD

8 636 900

2

3

1 4

7

8 6

5

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag: Hoe is de totale productie samengesteld?

THEMA 4

LEVEL 1

@

Bron: data.worldbank.com

5


Explore 1— Welke productiefactoren ken je nog? Productiemiddelen Elke onderneming heeft productiemiddelen nodig om goederen te produceren of diensten te leveren. Een ander woord voor productiemiddel is productiefactor. Productiemiddelen kun je

IN

onderverdelen in vier productiefactoren: natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap.

Bestudeer de onderstaande afbeeldingen en lees het interview. Welke productiemiddelen worden er zoal gebruikt?

b

Onder welke productiefactor zou je ze plaatsen? ARBEID

KAPITAAL

ONDERNEMERSCHAP

@

VA

NATUUR

N

a

THEMA 4

LEVEL 1

Aardappelboer

6

Aardappelverwerkingsbedrijf

Frituur


We vroegen Elke Loos (38) uit Hoevene hoeveel zij verdient. Wat doe je voor job?

Doe je je job graag?

N

Een frituur uitbaten is een aangename job. Ik geniet vooral van de gesprekken met de klanten (al is dat moeilijk tijdens de drukke momenten). Mensen hebben altijd leuke verhalen te vertellen en ik vind het fijn om te luisteren. Zeker wanneer je eerst het verhaal van de moeder hoort en even later de versie van de dochter.

IN

Ik houd al zeventien jaar samen met mijn man een frituur open. Destijds namen we de plaatselijke frituurwagen over waar we wekelijks frietjes gingen eten. Echt praktisch was zo’n unit niet, je bent immers nooit thuis. Dus hebben we een huis gekocht waar we beneden de frituur konden openen en boven konden wonen. Op die manier valt het werk ook beter te combineren met kinderen. In de frituur verdelen we de taken, maar je moet eigenlijk alles kunnen. Ik zorg voor de bestellingen en de afspraken met de leveranciers, en ik kan ook frietjes bakken natuurlijk!

Elke Loos (38), Hoevene

frituuruitbaatster

Privé:

getrouwd en drie kinderen

Brutoloon:

± 7 000 euro

Nettoloon:

± 3 500 euro

VA

Beroep:

/

@

Extra:

Kapitaalgoederen Velen denken bij de term ‘kapitaal’ aan een hoeveelheid geld. In deze context gaat het echter om economisch kapitaal: gebouwen en machines (vast kapitaal) en voorraden en

THEMA 4

LEVEL 1

grondstoffen (vlottend kapitaal), ook wel kapitaalgoederen genoemd.

7


Explore 2— Wat is een bedrijfskolom? Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje. Hoeveel ondernemingen werken mee aan het product?

b

Voeg de ondernemingen toe aan het onderstaande schema.

N

IN

a

BEDRIJFSKOLOM

Een bedrijfskolom is een overzicht van alle ondernemingen die aan de vervaardiging van een product meewerken. Ze begint met de

VA

producent (ontginner, teler of kweker) van de grondstoffen en eindigt

met de kleinhandel of detailhandel die het product aan de consument

@

verkoopt. De consument maakt geen deel uit van de bedrijfskolom.

THEMA 4

LEVEL 1

Explore 3— Wat is toegevoegde waarde?

8

TOEGEVOEGDE WAARDE

Elke onderneming van de bedrijfskolom voegt waarde aan het product toe. Voor de toevoeging van die waarde vraagt elke onderneming een bepaalde vergoeding, de toegevoegde waarde.


1

Lees de case over de toegevoegde waarde in de bedrijfskolom van frieten. Gemakshalve hoef je geen rekening te houden met de btw.

2

IN

De teelt van aardappelen begint met de boer die pootaardappelen plant. Pootaardappelen zijn kleine aardappelen van het jaar voordien. Die beginnen na een tijdje vanzelf te kiemen. Er is dus geen aankoopkost voor die pootaardappelen. De landbouwer verkoopt de aardappelen (nodig voor één bakje friet) voor 0,20 euro aan de aardappelverwerker. De aardappelverwerker wast en schilt de aardappelen en snijdt die tot frieten en vraagt daarvoor 0,80 euro. De frituur verkoopt het bakje friet aan de consument voor 2,00 euro.

Vul de tabel aan.

N

Tabel 2: Toegevoegde waarde (in euro) van frieten

INKOOPPRIJS

Aardappelboer

VA

Aardappelverwerker

VERKOOPPRIJS

TOEGEVOEGDE WAARDE

Frituur

Consument

3

TOTALE TW:

Vul de tekst aan.

De aardappelboer voegt voor

euro waarde toe door aardappelen te kweken, gaande van het

@

poten van aardappelen tot het oogsten. De aardappelverwerker voegt op zijn beurt waarde toe door van de aardappelen frieten te maken. Zijn toegevoegde waarde bedraagt

frieten en levert dus een extra toegevoegde waarde van bedraagt

euro. Dat is ook het bedrag dat de

euro. De frituur frituurt de

euro. De totale toegevoegde waarde betaalt (btw niet

meegerekend).

aardappelen zijn het intermediair goed of de inputs. Die laatste zijn de goederen die als input dienen voor de productie van andere goederen en diensten.

THEMA 4

In het geval van frieten zijn de frieten het eindproduct, het finaal goed of de output. De

LEVEL 1

Output en input

9


Explore 4— Wat als … je alle toegevoegde waarden optelt? 1

Lees de onderstaande case.

2

IN

Je bevindt je in Frietland, een klein land met slechts drie bedrijven: de aardappelboer, de aardappelverwerker en de frituur. In dat land werden het afgelopen jaar 100 000 bakjes friet verkocht.

Gebruik de gegevens uit tabel 2 van Explore 3 om tabel 3 aan te vullen. Tabel 3: Toegevoegde waarde (in euro) Frietland AARDAPPEL–

marktwaarde output – intermediaire goederen (inputs) = toegevoegde

VERWERKER

FRITUUR

VA

waarde

AARDAPPEL-

N

BOER

Hoeveel omzet hebben de drie ondernemingen samen gerealiseerd?

4

Is die omzet hetzelfde als de toegevoegde waarde? Waarom (niet)?

@

3

Bbp

In het voorbeeld van Frietland heb je de toegevoegde waarde van alle bedrijven in één jaar samengeteld. Dat is het bbp of bruto

THEMA 4

LEVEL 1

binnenlands product. In lekentaal noem je dat ook wel ‘de totale

10

productie van goederen en diensten van een land in een jaar’. Het bbp kun je ook berekenen voor regio’s zoals het Vlaams Gewest of de eurozone. Het bbp geeft een indicatie van de grootte van de economie van een land of regio. Het is gelijk aan het verschil tussen de marktprijs van de geproduceerde goederen en diensten en de waarde van de in het productieproces verbruikte goederen en diensten zoals ingekochte grondstoffen, handelsgoederen en diensten van derden.

TOTAAL


Bbp (vervolg) Ondernemingen produceren goederen of leveren diensten.

Zij zorgen zo voor toegevoegde waarde.

IN

De som van de toegevoegde waarden is gelijk aan het bbp.

De waarde van de jaarlijkse output is de hoeveelheid geproduceerde goederen en

diensten vermenigvuldigd met de marktprijzen. Ook wel gelijk aan het omzetcijfer als alle geproduceerde goederen ook effectief verkocht werden.

Wanneer je dat toepast op België, krijg je voor het jaar 2020:

– intermediair verbruik = toegevoegde waarde

926,4572 miljard euro

N

waarde output

– 516,6534 miljard euro = 409,8038 miljard euro +

51,9827 miljard euro

– productgebonden subsidies

4,8936 miljard euro

= bbp tegen marktprijzen

= 456,8929 miljard euro

VA

+ productgebonden belastingen

Zoek op internet het recentste cijfer van het bbp van de volgende landen op. Noteer waar je die gegevens gevonden hebt.

BRON

a

België

b

Nederland

c

Duitsland

d

Verenigde Staten

e

China

f

Qatar

g

Luxemburg

h

Zwitserland

LEVEL 1

BBP

THEMA 4

LAND

@

5

11


Explore 5— Wat zijn de bruto en de netto toegevoegde waarde?

1

Wanneer je het bbp berekent op basis van de totale productie – er zijn ook nog andere manieren – dan gaat het over de productie van consumptiegoederen en van investeringsgoederen. Geef een voorbeeld van een consumptiegoed.

b

Geef een voorbeeld van een investeringsgoed.

IN

2

a

Bij de investeringen is er een onderscheid tussen bruto- en netto-investeringen. Lees het vervolg van de case van de aardappelboer.

VA

N

De aardappelboer heeft momenteel één tractor die hij dagelijks gebruikt, maar die is al enkele jaren oud en dus aan vervanging toe. Daarom zal hij een nieuwe tractor ter vervanging kopen. Daarnaast merkt hij dat de vraag naar aardappelen fel gestegen is waardoor hij een extra tractor nodig heeft. Om er zeker van te zijn dat hij aan de vraag van de frituren en dus van de aardappelverwerkers kan voldoen, teelt hij extra aardappelen om zo voldoende aardappelen te kunnen aanleggen die hij dan in het magazijn bewaart.

a

Wat is in dit verhaal:

de vervangingsvestering?

THEMA 4

LEVEL 1

@

12

de uitbreidingsinvestering?

de voorraad?

b

Wat zorgt bij de aardappelboer voor een toename van de productie?

c

Wat zorgt bij de aardappelboer niet voor een toename van de productie?


Bruto-investeringen Bruto-investeringen bestaan uit vervangingsinvesteringen en netto-investeringen. De netto-investeringen zijn de uitbreidingsinvesteringen vermeerderd met de toename van de voorraad of verminderd met de afname van de voorraad.

Vervangingsinvesteringen

IN

Bruto-investeringen

Netto-investeringen

Uitbreidingsinvesteringen

Voorraadwijzigingen

Een vervangingsinvestering zorgt dus niet voor een verhoging van de productie. Daarom

N

spreek je ook over brutoproduct en nettoproduct.

Het brutoproduct is de waarde van de verkochte consumptiegoederen en de waarde van de bruto-investeringen.

VA

het nettoproduct = brutoproduct – de vervangingsinvesteringen

Of: het nettoproduct is de waarde van consumptiegoederen plus de waarde van de netto-investeringen.

Geef nog een voorbeeld van: a

een vervangingsinvestering voor de frituur.

b

een uitbreidingsinvestering voor de frituur.

THEMA 4

LEVEL 1

@

3

13


Netto toegevoegde waarde Goederen zoals een tractor, een magazijn of een gebouw, een bureau, machines, computers … zijn onderhevig aan slijtage door gebruik of gewoon door veroudering. Om die waardedaling op te vangen kunnen bedrijven jaarlijks een bepaald percentage van zulke goederen afschrijven. Bij de bruto toegevoegde waarde is er nog geen rekening gehouden met de kosten van afschrijvingen van de gebruikte investeringsgoederen. Wat er na aftrek van afschrijvingen overblijft, is de netto toegevoegde waarde. Afschrijvingen zijn enerzijds een boekhoudkundige manier om de kosten van investeringen te spreiden over meerdere bepaalde periode weer te geven. Stel dat de aardappelboer een tractor van 100 000,00 euro aankoopt en die machine volledig in de kosten van het boekjaar meerekent, dan zal zijn winst voor dat boekjaar flink lager liggen. Dat

N

is eigenlijk niet eerlijk omdat hij die

IN

jaren, en anderzijds een manier om de waardevermindering van goederen (activa) over een

tractor misschien wel tien jaar in zijn onderneming zal gebruiken.

Daarom zijn er afschrijvingen: om de kost van de aankoop (in het

tractorvoorbeeld 100 000,00 euro)

VA

over de levensduur van de machine te spreiden. Als de machine tien jaar wordt gebruikt, zal de boer ieder jaar 10 000,00 euro in kosten boeken en wordt de kostprijs gespreid over de verschillende jaren.

Door het gebruik en de veroudering van de machine zal de waarde van die machine ieder jaar ook dalen. Door de machine jaarlijks 10 000,00 euro af te schrijven geeft de boer in de boekhouding eveneens aan dat de machine voor 10 000,00 euro in waarde vermindert.

Vul het schema aan. Kies uit:

@

4

THEMA 4

LEVEL 1

14

inkopen – netto – afschrijving – bruto – omzet

= –

toegevoegde waarde =

toegevoegde waarde


Explore 6— Welk kosten moeten uit de toegevoegde waarde worden betaald?

1

Om te produceren heeft een bedrijf productiefactoren nodig. Welke productiefactoren zijn er?

RENTE, HUUR, LOON, PACHT EN WINST

Rente: De vergoeding die je krijgt, wanneer je geld uitleent. Banken

IN

rekenen rente aan bij het uitlenen van geld.

Huur: De vergoeding die je bij de verhuur van een gebouw ontvangt. Loon:

De vergoeding voor geleverde arbeid.

Pacht: De vergoeding die je krijgt, wanneer je grond ter beschikking stelt.

Winst: Het geld dat overblijft, nadat je de kosten van de inkomsten afgetrokken hebt. Het is de vergoeding voor de productie-

2

N

factor ondernemerschap.

Een onderneming moet de leverancier van een productiefactor vergoeden. Doordat ondernemingen waarde toevoegen aan het product, kunnen ze die kosten betalen uit de (bruto) toegevoegde waarde.

VA

Vul aan welke vergoeding er voor welke productiefactor is. Kies uit :

rente – huur – loon – pacht – winst

PRODUCTIEFACTOREN

ARBEID

KAPITAAL

ONDERNEMERSCHAP

LEVEL 1

VERGOEDING

THEMA 4

@

NATUUR

15


Bruto toegevoegde waarde De bruto toegevoegde waarde gebruikt het bedrijf voor de beloning van de productiefactor arbeid (loon), van de productiefactor kapitaal (rente, huur en pacht), van de productiefactor ondernemerschap (winst) en om de versleten kapitaalgoederen te vervangen (afschrijvingen).

Vul het schema aan.

IN

3

N

De frituur heeft een loonkost van 48 000,00 euro. Daarnaast heeft ze een huurlast voor de gebouwen van 16 000,00 euro. De afschrijvingen van de machines bedragen 12 000,00 euro en de aankoop van aardappelen bij de aardappelverwerker bedraagt 80 000,00 euro. De huur van de parking kost 6 000,00 euro. Op een lening bij de bank voor de aankoop van een magazijn wordt jaarlijks 3 200,00 euro rente betaald. De frituur heeft voor 200 000,00 euro frieten verkocht.

VA

OMZET €

inkopen

=€

bruto toegevoegde waarde

=€

netto toegevoegde waarde

@

afschrijving

Loon

Rente

Pacht

Winst

Explore 7— Wat als … er inflatie was? 1

Bekijk aandachtig tabel 4 met de cijfers van het bbp van België. Zowel de tweede als de derde kolom zijn

THEMA 4

LEVEL 1

cijfers van het bbp, en toch verschillen die cijfers.

16

a

Overloop beide getallen en vergelijk ze jaar per jaar.

b

Welk jaar valt er jou op?

c

Wat valt er op?


Tabel 4: Bruto binnenlands product België (prijzen in miljoen euro)

BBP TEGEN LOPENDE PRIJZEN

BBP TEGEN CONSTANTE PRIJZEN (2015)

310 037,6

362 908,7

2006

325 151,5

372 171,4

2007

343 618,9

385 855,7

2008

351 743,1

2009

346 472,8

2010

363 140,1

2011

375 967,8

2012

386 174,7

2014

379 748,2

390 625,3

397 244,5

400 181,0

392 880,0

402 018,8

403 003,3

408 364,8

416 701,4

416 701,4

VA

2015

387 580,2

N

2013

IN

2005

2016

430 085,3

421 979,7

2017

445 050,1

428 814,0

2018

460 370,1

436 615,0

2019

478 160,7

446 000,3

2020

456 892,9

420 758,2

@

Bron: Eurostat

Inflatie

Dat de cijfers van het bbp tegen lopende prijzen en tegen constante prijzen verschillen, heeft te maken met inflatie. De prijs van bepaalde goederen en diensten kan stijgen of dalen. Als er een algemene stijging van de prijzen van goederen en diensten is, is er sprake van inflatie. Dat betekent dat je vandaag voor 100,00 euro minder kunt kopen dan een jaar geleden. Met andere woorden: door inflatie wordt de munt in de loop van de tijd minder waard. Wanneer je de gemiddelde prijsstijging berekent, dan ken je aan de prijs van goederen en

THEMA 4

van een product waaraan je minder besteedt (bv. suiker, postzegels).

LEVEL 1

diensten waaraan je meer geld uitgeeft (zoals elektriciteit), meer gewicht toe dan aan de prijs

17


Good to know In de jaren twintig van de vorige eeuw was er in Duitsland een hyperinflatie: de prijzen stegen elke dag en het geld devalueerde razendsnel. Op het hoogtepunt waren de prijzen tienmaal zo hoog als de dag voordien. De oorzaak van de inflatie was dat de Fransen het Ruhrgebied bezetten om de herstelbetalingen, vastgelegd

IN

in het Verdrag van Versailles, af te dwingen. Daarop gingen de Duitse arbeiders in staking.

De Duitse overheid probeerde de slechte economische toestand te verhelpen door massaal geld uit te geven waardoor de waarde van de mark (de toenmalige Duitse

munt) pijlsnel daalde. Zo snel dat lonen bijna dagelijks moesten uitbetaald worden.

Om tegemoet te komen aan het nijpende geldgebrek gaven veel plaatselijke overheden

hun eigen biljetten uit die slechts ter plekke uitgegeven konden worden. Er waren zelfs

N

bankbiljetten met een waarde van één miljard mark waarmee je bijna niets kon kopen, je kon er hoogstens de kachel mee aansteken, zei men.

2

In tabel 5 staan de inflatiecijfers van de laatste jaren. Zoek het meest recente inflatiecijfer op en vul dat in

VA

de laatste kolom aan. Gebruik het internet. Tabel 5: Inflatiecijfers 2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2,2

3,5

2,8

1,1

0,3

0,6

2,0

2,1

2,1

1,4

2020 ... 0,7

...

Bron: NBB

Lees de case van Fruitlandia.

@

3

THEMA 4

LEVEL 1

Naast Frietland ligt een ander klein land, Fruitlandia. In Fruitlandia worden slechts drie producten geproduceerd en verkocht: avocado’s, citroenen en mango’s.

18


a

Bekijk het kenniskader. Gebruik tabel 6 om de vragen op te lossen.

b

Bereken het bbp tegen lopende prijzen voor het jaar 2021 en 2022 voor Fruitlandia.

c

Bereken de procentuele stijging van het bbp.

IN

Tabel 6: Prijzen en hoeveelheden avocado’s, citroenen en mango’s HOEVEELHEDEN (IN 1 000 STUKS) AVOCADO’S 10

2021

12

2022

12

14

MANGO’S

AVOCADO’S

CITROENEN

MANGO’S

2,00

1,00

3,00

20

N

2020

CITROENEN

PRIJZEN (IN EURO)

15

24

2,00

1,00

3,00

16

24

3,00

2,00

4,00

VA

Formule toegevoegde waarde

Je berekent de toegevoegde waarde in een land in een jaar als volgt: Stap 1: Bereken de omzet. De formule voor omzet ken je al: prijs * hoeveelheid Stap 2: Trek de kosten voor de intermediaire goederen ervan af. Zo krijg je de toegevoegde waarde (berekend met de prijzen van dat jaar). Dat gebeurt dan ieder jaar opnieuw, met de prijzen van datzelfde jaar.

Stap 3: Giet dat in een formule: ​

​ ​ ​pi​t​​​qi​t​​ ​y​t​= ∑

@

i

Waarbij —

yt = bbp in jaar t

​pi​t​​​= de prijs van het product i in jaar t

​qi​t​​= de verkochte hoeveelheid van het product i in jaar t

Pas je dat toe op Fruitlandia voor het jaar 2022 dan is dat:

THEMA 4

LEVEL 1

​y​2022​= ​pavocado′s ​2022 ​* ​qavocad​ ​2022 o′s​ + ​ p ​ citroenen ​2022 ​* q ​ citroenen ​2022 ​+ ​pmango′s ​2022 ​* ​qmang​ ​2022o′s​ ​​​

19


Formule toegevoegde waarde zonder inflatie Wil je het prijseffect en dus de inflatie uitschakelen, dan moet je de prijzen van een bepaald referentiejaar nemen. In formulevorm geeft dat: 2021 2022 2021 2022 2021 2022 * qavocado′s + pcitroenen * qcitroenen + pmango′s * qmango′s y 2022 = pavocado′s

d

IN

Op die manier is er tussen 2021 en 2022 geen prijseffect.

Bereken het bbp tegen constante prijzen voor het jaar 2021 en 2022 voor Fruitlandia. 2021 is het

e

Bereken opnieuw de procentuele stijging van het bbp.

Bekijk opnieuw tabel 4 op bladzijde 17.

VA

4

N

referentiejaar.

a

Welke kolom geeft een waarheidsgetrouw beeld van de evolutie van het bbp?

Waarom?

@

b

c

Noteer de jaarlijkse procentuele verandering voor het bbp in constante prijzen vanaf 2013 in de tabel.

Bbp tegen lopende en constante prijzen Het bbp tegen lopende prijzen wordt ook wel het nominaal bbp genoemd. Het bbp tegen

THEMA 4

LEVEL 1

constante prijzen wordt ook wel het reëel bbp genoemd of bbp naar volume.

20


Explore 8— Wat zijn de componenten en de samenstelling van het bbp?

Bekijk de inmiddels vertrouwde economische kringloop. Welke economische spelers zie je?

Wat geproduceerd wordt, wordt ook op de een of andere manier geconsumeerd en dus

Tip:

verkocht. Ga ervan uit dat er geen eindvoorraden zijn.

IN

1

Gezinnen

N

Bedrijven

VA

Financiële instellingen

Overheid

Buitenland

Formule bbp versus economische kringloop

@

Alle goederen en diensten die geproduceerd worden, worden aan de economische spelers verkocht. Voor elk van die economische spelers gebruik je een specifieke term en een specifiek symbool: —

C: Gezinnen consumeren.

I: Bedrijven investeren.

G: De overheid besteedt.

X: Het buitenland importeert goederen.

IM: Goederen worden geïmporteerd.

de formule: bbp = C + I + G + (X-IM)

THEMA 4

Als je weet dat de totale productie in een land (het bbp) ook geconsumeerd wordt, dan krijg je

LEVEL 1

Dus om te weten wat je netto exporteert, gebruik je de formule X – IM.

21


2

Bekijk de componenten van het bbp in tabel 7. Hoeveel bedraagt het bbp van België?

Tabel 7: Componenten van het bbp BELGIË 2021 (IN MILJOEN EURO) 246 840,3

Overheidsbestedingen (G)

120 237,3

Investeringen (I)

133 340,0

Uitvoer van goederen en diensten (X) Invoer van goederen en diensten (IM) Bruto binnenlands product

3

432 894,9 426 118,8 507 194,2

N

Bron: NBB

IN

Consumptieve bestedingen (C)

Verwerk de gegevens van tabel 7 in een cirkeldiagram op papier of in een werkmap.

@

VA

Gebruik de netto-uitvoer voor de samenstelling, die bereken je door de formule export – import.

THEMA 4

LEVEL 1

4

22

Bestudeer tabel 8. Welke evolutie zie je wanneer je het bbp per sector uitsplitst?


Tabel 8: Bijdragen van elke hoofdsector aan het bbp 2001

2005

2010

2015

2020

1,30 %

1,10 %

0,80 %

0,80 %

0,70 %

0,70 %

Secundaire sector

26,00%

24,30 %

22,80 %

20,90 %

19,70 %

19,20 %

Tertiaire sector

43,00 %

44,50 %

45,80 %

46,60 %

48,00 %

48,50 %

Quartaire sector

19,80 %

19,70 %

20,10 %

21,00 %

21,20 %

21,20 %

9,90 %

10,40 %

Primaire sector

Productgebonden belastingen min subsidies Bron: NBB

10,70 %

10,70 %

10,40 %

10,40 %

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk de tabel met hoeveel elke bedrijfstak bijdraagt aan de toegevoegde waarde in België. a

N

5

IN

1995

Welke bedrijfstak draagt het minst bij aan de toegevoegde waarde in ons land? Waarom is dat

VA

volgens jou?

b

Welke bedrijfstak draagt het meest bij aan de toegevoegde waarde in ons land?

Explore 9— Betekenen nationaal en binnenlands hetzelfde? Lees het vervolg van de case van Frietland en Fruitlandia.

@

1

THEMA 4

LEVEL 1

Frietland en Fruitlandia zijn buurlanden. Een aantal inwoners uit beide landen werken in het buurland. Rachid en Cas wonen in Fruitlandia maar werken bij de aardappelverwerker van Frietland. Marie en Salima wonen in Frietland en werken bij de fruittelers van Fruitlandia.

23


2

Vervolledig de onderstaande zinnen. a

De productie die Rachid en Cas realiseren behoort tot het bbp van

.

b

De productie die Marie en Salima realiseren behoort tot het bbp van

.

c

Het inkomen dat Rachid en Cas krijgen, krijgen ze van

.

d

Het inkomen dat Marie en Salima krijgen, krijgen ze van

.

Bnp bruto nationaal product (bnp).

IN

Omwille van grensarbeid is er een onderscheid tussen het bruto binnenlands product en het Het bbp verwijst naar het grondgebied, het bnp naar de inwoners.

Het bnp (van België bijvoorbeeld) is het bbp vermeerderd met de primaire inkomens die de

inwoners van het land ontvangen uit het buitenland en verminderd met de primaire inkomens die het land aan de inwoners van het buitenland betaalt. In formulevorm is dat: bbp

N

+ primaire inkomens ontvangen van het buitenland – primaire inkomens betaald aan het buitenland = bnp

Pas die kennis nu toe op Fruitlandia en Frietland.

VA

3

THEMA 4

LEVEL 1

@

BNP FRUITLANDIA

24

BNP FRIETLAND


Explore 10— Hoe evolueert het bbp jaarlijks? Welvaart Welvaart is de mate waarin mensen met de beschikbare middelen in hun behoeften kunnen voorzien. Wie erin slaagt schaarste te verminderen, gaat erop vooruit. De welvaart neemt toe. Wanneer er economische groei is, neemt de welvaart dus toe. Reële economische groei betekent immers dat er meer goederen en diensten voorradig zijn die de consument kan bbp waarbij de inflatie wordt weggelaten.

1

IN

kopen. Je kunt dus meer in je behoeften voorzien. Je kijkt daarbij naar een toename van het

Op grafiek 1 zie je twee diepere dalen in de evolutie van het bbp. Welke gebeurtenissen liggen aan de

N

grondslag daarvan?

VA

Grafiek 1: Evolutie van het bbp in België

6 4 2 0

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

-2

@

-4 -6 -8

Bron: NBB

RECESSIE

voor minstens twee kwartalen, is er sprake van recessie.

THEMA 4

inkrimping van het reëel bbp leidt en een negatieve groei veroorzaakt

LEVEL 1

Als er zich een groeivertraging voordoet die zo fors is dat ze tot een

25


2

Ga op zoek naar de veranderingspercentages van het bbp in volume in de onderstaande kwartalen. Dat kun je zoeken via de statistieken van de NBB. KWARTAAL 1

KWARTAAL 2

KWARTAAL 3

2008

2009

2009

2009

KWARTAAL 1

KWARTAAL 2

KWARTAAL 3

KWARTAAL 4

KWARTAAL 1

2020

2020

2020

2020

2021

Good to know

IN

KWARTAAL 4

Een groeipercentage van 1 % betekent dat er om de 70 jaar een welvaartsverdubbeling verdubbeling is.

VA

Bbp per inwoner

N

is. Een groeipercentage van 3,50 % betekent dat er om de 20 jaar een welvaarts-

Je kunt het bbp niet gebruiken om de welvaart te vergelijken. Het bbp van Duitsland is bijna tien keer zo groot als dat van België. Daarom gebruik je om welvaart te vergelijken het bbp per capita of het bbp per inwoner.

3

Bestudeer tabel 9 met het bbp per inwoner (in euro) van enkele landen. Wat stel je vast als je het bbp van

THEMA 4

LEVEL 1

@

de verschillende landen vergelijkt met het bbp per capita?

26


Tabel 9: Bbp (in euro) per inwoner in 2020 BBP PER CAPITA 39 110,00

416 361,10

Duitsland

40 490,00

3 096 690,00

Ierland

74 870,00

353 790,20

Griekenland

15 490,00

168 462,70

Spanje

23 690,00

1 064 616,00

Frankrijk

33 960,00

Italië

27 780,00 101 640,00

Nederland

45 870,00

Zwitserland Bron: Eurostat

2 173 255,70

1 572 640,70 57 697,60

728 547,10

N

Luxemburg

IN

België

Zweden

45 910,00

481 960,40

76 330,00

666 904,60

Zoek voor het meest recente jaar het bbp tegen constante prijzen op van België alsook het aantal

VA

4

BBP TEGEN CONSTANTE PRIJZEN (2015)

inwoners. Bereken nu het bbp per inwoner.

Explore 11— Waar in België wordt de meeste toegevoegde

@

waarde gecreëerd?

Clusterbeleid Een van de belangrijkste elementen om te zorgen voor economische groei is innovatie. Daarom proberen Vlaamse provincies met hun clusterbeleid de innovatie in Vlaanderen te stimuleren. Het clusterbeleid staat voor een samenwerkingsverband tussen de provinciale overheid, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en de academische wereld, zoals de universiteiten en hogescholen. Het zwaartepunt van het Vlaamse clusterbeleid ligt bij de speerpuntclusters, grootschalige

strategische domeinen die voor Vlaanderen belangrijk zijn.

THEMA 4

vergemakkelijken zodat de concurrentiekracht van bedrijven verhoogd kan worden in

LEVEL 1

initiatieven die de onderlinge samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen

27


Good to know

1

Catalisti: chemie en kunststof

SIM: materialen

Flux50: energie

VIL: logistiek

Flanders’ Food: agrovoeding

De Blauwe cluster: blauwe economie

Flanders.HealthTech: geneeskunde

IN

Dit zijn enkele speerpuntclusters voor Vlaanderen.

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van De Blauwe Cluster. Bekijk ook het filmpje. Beantwoord de onderstaande vragen. Wat is het doel van De Blauwe Cluster?

b

Wat is de ‘blauwe economie’?

VA

N

a

Hoeveel toegevoegde waarde levert de ‘blauwe economie’ in Vlaanderen?

d

Hoeveel voltijds equivalenten zijn er werkzaam in de ‘blauwe economie’ in Vlaanderen?

@

c

Good to know Het aantal voltijdse equivalenten geeft weer hoeveel mensen er in het totaal voltijds in een onderneming werken. Wanneer in een onderneming vijf mensen veertig uur per week werken en zes mensen twintig uur per week, dan zijn dat acht voltijdse equivalenten.

THEMA 4

LEVEL 1

2

28

Surf via het onlinelesmateriaal naar de website van het Flanders.HealthTech. Bekijk het filmpje over Flanders.HealthTech als zevende speerpuntcluster. Beantwoord de onderstaande vragen. a

Welke drie werelden komen hier samen?


b

Wat is het doel?

c

Welke leden zitten er zoal in die zevende cluster? Noteer de naam met een korte toelichting van wat

IN

ze doen.

Good to know

Bij de term ‘cluster’ wordt vaak aan een regionale concentratie van

N

bedrijven en kennisinstellingen binnen sterk gerelateerde

economische sectoren gedacht. Voorbeelden van dergelijke clusters zijn de auto-industrie in Detroit, de entertainmentindustrie in

Hollywood en de mode-industrie in Noord-Italië, maar ook Silicon

VA

Valley in Californië, maar dat is niet altijd zo.

Werk in groepjes. Zoek informatie over een bepaalde cluster. Raadpleeg het internet en de bronnen bij het onlinelesmateriaal. a

b

Elke groep kiest een van de volgende speerpuntclusters: 

Catalisti: chemie en kunststof

SIM: materialen

Flux50: energie

VIL: logistiek

Beantwoord de onderstaande vragen met betrekking tot de gekozen cluster. Hoe is de cluster verdeeld over de vier hoofdsectoren (primair, secundair …)?

Hoe ziet de geografische spreiding van de bedrijven in de speerpuntcluster eruit?

Wat kun je zeggen over het multinationaal karakter van de bedrijven in de cluster?

Wat is de verdeling van de bedrijven in de cluster met betrekking tot hun grootte?

Wat kun je zeggen over de tewerkstelling in de cluster?

Hoe dragen de sectoren bij tot de toegevoegde waarde in de cluster?

Wat kun je zeggen met betrekking tot de export?

Zijn er cijfers bekend met betrekking tot de omzet? Zo ja, welke?

c

Verwerk de antwoorden in een presentatie. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van PowerPoint.

d

Stel je presentatie voor aan de klas.

e

Bewaar het bestand in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level en geef die submap de naam ‘Thema_4_Level_1’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals ‘Explore_11_Clusters’.

THEMA 4

LEVEL 1

@

3

29


TO THE POINT Bedrijfskolom

aardappelboer

frituur

IN

aardappelverwerkingsbedrijf

Alle ondernemingen voegen waarde toe aan een product of dienst. Wanneer een grondstof een

hele bedrijfskolom doorloopt tot het een afgewerkt product vormt, zullen alle bedrijven die tot die

Toegevoegde waarde

N

bedrijfskolom behoren, waarde toevoegen aan het product.

Voor het toevoegen van die waarde aan een grondstof of product, vragen de bedrijven een vergoeding. Dat heet de toegevoegde waarde.

Het eindproduct van de bedrijfskolom wordt ook het finaal goed of de output genoemd. Goederen en

VA

diensten die nodig zijn om de producten te produceren, zijn intermediaire goederen of inputs. De totale waarde van de verkopen van een onderneming is de omzet. Die wordt berekend door de prijs te vermenigvuldigen met de hoeveelheid die verkocht wordt. Om de toegevoegde waarde te berekenen, worden van die omzet de kosten van de intermediaire goederen afgetrokken. ​

​y​t​= ​∑​ ​pi​t​​​qi​t​​ i

waarbij —

yt = bbp in jaar t

​pi​t​​​= de prijs van het product i in jaar t

​qi​t​​= de verkochte hoeveelheid van het product i in jaar t

@

Bruto binnenlands product Wanneer je alle toegevoegde waarden van alle bedrijven in een land in een jaar optelt, krijg je het bbp of bruto binnenlands product. Daarbij gaat het om de productie van consumptiegoederen en van investeringsgoederen. Bij investeringsgoederen heb je enerzijds vervangingsinvesteringen: oude machines worden vervangen door nieuwe. Dat zorgt meestal niet voor een toename van de productie. Anderzijds heb je

THEMA 4

LEVEL 1

uitbreidingsinvesteringen en een toename van de voorraad van artikelen. Die zorgen wel voor een

30

toename van de productie en dus van het bbp. Zo zijn er aan de ene kant de netto-investeringen, die verwijzen naar de uitbreidingsinvesteringen en de toename of afname van de voorraad. Aan de andere kant heb je de bruto-investeringen, die bestaan uit de netto-investeringen en de vervangingsinvesteringen.


Bruto en netto toegevoegde waarde Kapitaalgoederen zoals machines en gebouwen verouderen en zijn op een bepaald moment aan vervanging toe. Bedrijven kunnen die veroudering jaarlijks in de vorm van afschrijvingen inbrengen als kost. Afschrijvingen geven aan dat de waarde van een kapitaalgoed elk jaar door veroudering daalt. netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde - afschrijvingen De bruto toegevoegde waarde gebruikt het bedrijf voor de beloning van de productiefactor arbeid (loon), van productiefactor kapitaal (rente, huur en pacht), van de productiefactor ondernemerschap

IN

(winst) en om de versleten kapitaalgoederen te vervangen (afschrijvingen). Inflatie

Op een jaar tijd stijgen sommige prijzen terwijl andere

dalen. Wanneer het prijspeil gemiddeld genomen stijgt, is er inflatie. Wanneer je echter het bbp berekent, en je gebruikt de prijzen van het jaar zelf, kan het zijn dat de stijging van het bbp eerder te wijten is aan

N

de stijging van de prijzen dan aan de stijging van de

productie(hoeveelheid). Daarom maak je een onderscheid

tussen bbp tegen constante prijzen (of reëel bbp, bbp naar volume) en bbp tegen lopende prijzen (of nominaal bbp). Bij het bbp tegen constante prijzen worden de prijzen van een bepaald referentiejaar gebruikt om het bbp van de jaren nadien te berekenen. Op die manier wordt het

VA

prijseffect weggelaten.

Samenstelling en componenten van het bbp

Wanneer je het bbp uitsplitst, merk je dat het grootste deel van de totale productie (het bbp dus) door de consumenten en door het buitenland geconsumeerd wordt. Natuurlijk moet je ook rekening houden met de import en dus bereken je de netto-export door de export te verminderen met de import. Splits je het bbp uit over de hoofdsectoren, dan levert de tertiaire sector de grootste brok van het bbp. Groothandel en kleinhandel leveren als bedrijfstak dan ook de grootste bijdrage. Nationaal versus binnenlands

VAN NEDERLAND

Daar waar het bbp verwijst naar het grondgebied,

NAAR NEDERLAND

verwijst het bruto nationaal product of bnp naar de

@

inwoners. Het bnp (van België bijvoorbeeld) verkrijg je

NAAR DUITSLAND

door de volgende formule toe te passen:

NAAR FRANKRIJK

VAN DUITSLAND

bbp

+ primaire inkomens ontvangen van het buitenland – primaire inkomens betaald aan het buitenland

VAN FRANKRIJK

THEMA 4

LEVEL 1

= bnp

31


Welvaart Welvaart is de mate waarin mensen met de beschikbare middelen in hun behoeften kunnen voorzien. Als je erin slaagt schaarste te verminderen, ga je erop vooruit en neemt de welvaart toe. Wanneer er dus economische groei is, neemt de welvaart toe. Reële economische groei betekent immers dat er meer goederen en diensten voor de consument voorradig zijn. Als er zich een groeivertraging voordoet die zo fors is dat ze leidt tot een inkrimping van het reëel bbp en een negatieve groei veroorzaakt voor minstens twee kwartalen, spreek je van een recessie. Wil je de welvaart van landen onderling vergelijken, dan moet je het bbp per

Speerpuntclusters

IN

inwoner berekenen, ook wel bbp per capita genoemd.

Innovatie is de belangrijkste factor om te zorgen voor economische groei. In

Vlaanderen zijn er enkele speerpuntclusters waar bedrijven, kenniscentra en

BEKIJK DE KENNISCLIP

N

overheden samenwerken om innovatie in een bepaalde sector te stimuleren.

Action 1— Welke productiefactoren herken je? Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje over de productie van de auto. Noteer de volgende items bij de juiste productiefactor. Kies uit:

VA

a

machines – rubber – robots – voertuiginspecteurs – gebouw

b

Geef zelf nog enkele voorbeelden voor elke productiefactor.

THEMA 4

LEVEL 1

@

NATUUR

32

ARBEID

KAPITAAL


Action 2— Hoe bereken je het bbp en bnp? 1

Bekijk aandachtig tabel 11 en 12. Bereken met die cijfergegevens het bbp. a

Bereken het nominaal bbp voor het land Olivië en voor Grapeland in jaar 3.

Bereken in tabel 10 het bbp tegen constante prijzen voor beide landen voor jaar 1, 2 en 3 met de prijzen van jaar 1 als referentiejaar. Tabel 10: Bbp (in euro) van Olivië en Grapeland BBP TEGEN CONSTANTE PRIJZEN

Jaar 2

Jaar 3

VA

Jaar 1

GRAPELAND

N

OLIVIË

IN

b

Tabel 11: Productie groene en zwarte olijven in het land Olivië HOEVEELHEDEN IN KG

PRIJS PER KG (IN EURO)

ZWARTE OLIJVEN

GROENE OLIJVEN

ZWARTE OLIJVEN

Jaar 1

10 000

8 000

4,00

5,00

Jaar 2

11 000

9 000

4,00

5,00

Jaar 3

11 000

9 000

5,00

6,00

@

GROENE OLIJVEN

Tabel 12: Productie witte en rode druiven in het land Grapeland

WITTE DRUIVEN

RODE DRUIVEN

WITTE DRUIVEN

RODE DRUIVEN

Jaar 1

14 000

18 000

2,00

3,00

Jaar 2

15 000

20 000

3,00

4,00

Jaar 3

16 000

21 000

3,00

4,00

2

In jaar 3 betaalt Olivië 3 000,00 euro aan primaire inkomens aan Grapeland. Grapeland betaalt 5 000,00 euro aan primaire inkomens aan Olivië. Bereken het bnp van beide landen voor jaar 3.

LEVEL 1

PRIJS PER KG (IN EURO)

THEMA 4

HOEVEELHEDEN IN KG

33


Action 3— Waar vind je online de cijfers over het bbp? Ga naar de website van de Nationale Bank van België en kies ‘Statistieken’. a

Zoek de evolutie van het bbp van de laatste tien jaar. Exporteer die tabel naar een werkblad en maak er een kolomgrafiek van. Gebruik daarvoor ICT-fiche_R_30.

b

Zoek de evolutie van de toegevoegde waarde volgens de

IN

productiebenadering van de laatste vijf jaar. Daar zie je hoeveel de totale output, het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde bedroeg. Exporteer de tabel naar een werkblad. c

Geef beide bestanden een duidelijke naam en bewaar ze in je portfolio.

België?

N

Action 4— Hoe verklaar je de evolutie van het bbp van

In de evolutie van het bbp van België zijn er meerdere perioden met een negatieve groei. Onderzoek de

VA

oorzaak van die felle daling in het bbp in de volgende jaren: 1975, 1981, 1993, 2001-2002, 2008-2009, 2020. a

Werk in groepjes. Elk groepje krijgt een jaartal toegewezen.

b

Maak een presentatie van je onderzoek. Gebruik indien nodig de ICT-fiches van PowerPoint.

c

Stel je onderzoek voor aan de klas.

d

Houd rekening met de onderstaande evaluatiecriteria.

e

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

EVALUATIEFICHE

@

ONDERZOEK NEGATIEVE GROEI BBP

Correcte verklaring evolutie bbp

Voldoende uitgebreide verklaring evolutie bbp

Overzichtelijke opbouw

THEMA 4

LEVEL 1

presentatie

34

Vlotte mondelinge toelichting

Oogcontact

Correct Nederlands

TOTAAL

Max

Score

Opmerkingen


Action 5— Hoe bereken je de bruto en netto toegevoegde waarde?

1

Lees aandachtig de onderstaande case. Vul het schema in om de bruto en de netto toegevoegde waarde en de winst te berekenen.

N

IN

A.S.Adventure.edu in Wommelgem tekende het afgelopen jaar volgende kosten en inkomsten op. De winkel huurt er een gebouw voor 120 000,00 euro. Er loopt een lening bij de bank van 200 000,00 euro waarop jaarlijks 6 000,00 euro rente betaald wordt. De winkel heeft een loonkost van 550 000,00 euro en de afschrijvingen bedragen 50 000,00 euro. Voor de aankoop van goederen (inclusief diensten) bij de leveranciers heeft ze 400 000,00 euro betaald. De onderneming heeft voor 1 500 000,00 euro goederen verkocht.

VA

OMZET €

– inkopen

=€

bruto toegevoegde waarde

– €

=€

netto toegevoegde waarde

afschrijving

Rente

Pacht

Winst

€0

@

Loon

Lees aandachtig de onderstaande case en bereken de bijdrage aan het bbp van de volgende onderneming.

LEVEL 1

Een onderneming verkoopt de door haar geproduceerde goederen voor 420 000,00 euro. De onderneming koopt voor 160 000,00 euro aan goederen en diensten aan bij leveranciers. Daarnaast betaalt ze 95 000,00 euro aan lonen en 21 000,00 euro aan interesten.

THEMA 4

2

35


Action 6— Is het bbp een goede welvaartsindicator? MORE

Good to know Door de jaren heen is er heel wat kritiek gekomen op het bbp als welvaartsindicator. Kuznets, de bedenker van het bbp, waarschuwde er zelf voor dat je bbp niet mag verwarren met welvaart. Het bbp is een maatstaf voor economische activiteit, niet voor economisch of sociaal welzijn. Toch zijn veel mensen het bbp als een indicator voor

IN

(economische) vooruitgang gaan zien. Onder hen veel economen, politici en media. Het

concept van het bbp werd en wordt vaak gebruikt om de levenskwaliteit in verschillende landen te vergelijken, hoewel het daar eigenlijk weinig over zegt. In feite komt het erop

neer dat het bbp niet alles meet; wat het bbp wel meet, meet het bbp verkeerd en het is bovendien geen goede welvaartsindicator.

N

Werk in drie groepen. Elke groep gaat met een andere bron aan de slag.

Ga naar het onlinelesmateriaal en raadpleeg de bron die je groepje toegewezen kreeg.

b

Beantwoord de volgende vraag uitvoerig: Is het bbp een goede welvaartsindicator? Waarom (niet)?

c

Bespreek de antwoorden klassikaal. Noteer ze hier.

THEMA 4

LEVEL 1

@

VA

a

36


Action 7— Welke alternatieve instrumenten zijn er om welvaart te meten?

MORE

Werk in vier groepen. Elke groep gaat met een ander alternatief voor het bbp als welvaartsindicator aan de slag. a

Onderzoek volgens de OVUR-methode wat het verschil is tussen het bbp als welvaartsindicator en de welvaartsindicator van jouw groep. Gebruik het internet.

IN

WELVAARTSINDICATOR ISEW: Index of Sustainable Economic Welfare

Groep 2

Green GDP

Groep 3

Human Development Index (HDI)

Groep 4

Bruto Nationaal geluk

N

Groep 1

b

Presenteer je bevindingen voor de klas.

c

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een beoordelingsfiche voor jezelf en je groepsgenoten. STAP

O V U R

De onderzoeksvraag luidt:

VA

O

AANDACHTSPUNTEN BIJ DE ONDERZOEKSVRAAG

Oriërenten

‘Op welke manier verschilt mijn toegewezen welvaartsindicator met name ... met het gebruik van het bbp?’

U

Uitvoeren

R Reflecteren

Doe aan deskresearch: je gaat op zoek naar bestaande bronnen en onderzoeken.

Welke bronnen heb je nodig?

Welke zoektermen kun je gebruiken?

Maak een taakverdeling onder de groepsleden. Wie doet wat wanneer? Noteer dat in een tabel.

Lees je bronnen.

Markeer of noteer wat je wilt gebruiken in je antwoord voor dit werk.

Begrijp je alles wat je gelezen en genoteerd hebt?

Heb je een volledig antwoord gevonden?

Presenteer je bevindingen. Dat kan met een presentatieprogramma, in een tekst, aan de hand van een journaal, een interview …

Is de onderzoeksvraag beantwoord?

Was het antwoord duidelijk voor de rest van de klas?

Heeft iedereen zijn tijd nuttig besteed?

Wat kun je de volgende keer beter doen?

Heb je je steentje bijgedragen?

Hadden jouw groepsgenoten voldoende inbreng en inzet?

LEVEL 1

@

Voorbereiden

THEMA 4

V

37


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

1

KAN

BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan de toegevoegde waarde van een bedrijf

2

N

berekenen aan de hand van een bedrijfskolom. Ik kan het bbp van een land berekenen aan de hand van cijfers over de toegevoegde waarde.

Ik kan de samenstelling van het bbp toelichten.

4

Ik kan cijfermateriaal over het bbp opzoeken.

VA

3

5

Ik kan het verschil toelichten tussen nominaal en reëel bbp.

6

Ik kan toelichten welke speerpuntclusters in

THEMA 4

LEVEL 1

@

België bijdragen aan het bbp.

38


LEVEL 2 Wat is de intermediaire rol van de banken en beurzen ten opzichte van de kapitaalmarkt?

1

IN

INTRO

Bekijk de onderstaande webpagina van BNP Paribas Fortis. a

Op wie is het aanbod van de producten (in het kader) van de bank BNP Paribas Fortis gericht? Omcirkel de doelgroep op de schermafdruk.

Voor welke doeleinden zijn die producten bedoeld? Kruis aan.

N

b

Een gezin gaat een lening aan voor de aankoop van een tv.

Een onderneming zoekt een financiering voor de aankoop van een bestelwagen. De overheid gaat een krediet aan om haar investeringen voor justitie te betalen. Een bedrijf gaat een krediet aan om de lonen van het personeel te betalen. Een gezin spaart per maand 500,00 euro op de spaarrekening.

VA

Voor de betaling van haar magazijn gaat een onderneming een lening van

@

200 000,00 euro aan.

Hoe kunnen ondernemingen een beroep doen op de kapitaalmarkt om hun activiteiten te financieren?

LEVEL 2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 4

2

39


Explore 1— Wat is de rol van de financiële instelling in de

economische kringloop om ondernemingen te financieren?

Deposito Een deposito is een geldbedrag dat de gezinnen of de bedrijven aan de financiële instelling geven. Als vergoeding daarvoor krijgen de gezinnen en/of bedrijven rente. De bedrijven die ze krijgen.

1

IN

betalen interest aan de financiële instellingen als vergoeding voor de leningen of kredieten

Zet de gemarkeerde woorden van de geldstromen op de juiste plaats in de economische kringloop. In de kringloop zijn de overheid en het buitenland niet opgenomen. a

Het gezin Berger spaart maandelijks 250,00 euro. Die deposito’s komen terecht op een spaarrekening

N

of depositorekening bij KBC. b

Het gezin Berger heeft het afgelopen jaar van KBC 52,24 euro rente ontvangen.

c

Colruyt heeft voor de investering in zonnepanelen een krediet of een lening van 300 000,00 euro aangegaan bij BNP Paribas Fortis.

Colruyt betaalt jaarlijks interest voor het krediet. Het afgelopen jaar was de interest 8 700,00 euro.

VA

d

THEMA 4

LEVEL 2

@

Gezinnen

40

Financiële instellingen

Bedrijven


Intermediair De financiële instelling speelt een intermediaire rol. Ze verzamelt de deposito’s van de gezinnen en leent die middelen uit aan bedrijven die dat geld op korte of lange termijn nodig hebben.

2

Gezinnen kunnen op meerdere manieren geld bij de financiële instellingen deponeren. Combineer het

IN

begrip met de juiste omschrijving. BEGRIP 1

OMSCHRIJVING

Spaarrekening

A

Dat zijn deposito’s die het gezin bij de bank deponeert en die het gezin niet direct nodig heeft.

2

Zichtrekening

B

Dat zijn deposito’s die het gezin voor een bepaalde periode, gaande

3

Termijnrekening

N

van enkele dagen tot meerdere jaren, bij de bank plaatst. C

Dat zijn deposito’s bij de bank om de dagelijkse verrichtingen van het gezin te doen.

2

3

VA

1

Bedrijven kunnen voor uiteenlopende doeleinden leningen aangaan bij de financiële instellingen. Combineer het begrip met de juiste omschrijving. Zoek de betekenis eventueel online op. BEGRIP

Investeringskrediet voor

A

onroerend goed

enkele weken, om tijdelijke tekorten op te vangen.

Investeringskrediet voor

B

materiaal

3

Dat is een krediet op lange termijn (5-20 jaar) voor de aankoop van gebouwen en gronden.

Kaskrediet

1

Dat is een krediet op korte termijn, meestal enkele dagen tot

C

Dat is een krediet op lange termijn (1-10 jaar) voor de aankoop van roerende goederen, machines …

2

3

LEVEL 2

2

OMSCHRIJVING

THEMA 4

1

@

3

41


Explore 2— Hoe financiert een onderneming haar activiteiten met aandelen?

Aandelen Bij een startende vennootschap brengen meestal de stichters het kapitaal in. De eigendomsbewijzen of aandelen zijn in handen van een aantal personen, de eigenaars of aandeelhouders. Wanneer een bedrijf meer kapitaal nodig heeft, kan het nieuwe aandelen uitgeven. Het

IN

geld dat het bedrijf daardoor van de aandeelhouders krijgt, kan het dan gebruiken om grote

investeringen te doen, om een ander bedrijf over te kopen, om een nieuw product op de markt te brengen of om gewoon de schulden te verlichten.

De belegger of de aandeelhouder koopt het aandeel en wordt op die manier mede-eigenaar

van het bedrijf. Grote ondernemingen zoals Apple of Toyota hebben miljoenen aandeelhouders. Omdat de aandeelhouders elkaar niet kennen, spreek je dan ook van een naamloze vennootschap (nv).

Mensen kopen een aandeel omdat ze als aandeelhouder een deel van de winst krijgen,

N

tenminste als het bedrijf winst maakt. Dat deel van de winst dat de aandeelhouder jaarlijks kan ontvangen, is het dividend. Daarop moet de aandeelhouder een roerende voorheffing, een belasting, van 30 % aan de fiscus betalen.

Lees de case van Deliveroo, de Britse onderneming die onder andere in België maaltijden aan huis

VA

1

bezorgt.

@

Onder de aanbieders van bezorgdiensten van maaltijden zoals Uber Eats, Takeaway, Proxideal, heerst zware concurrentie. Om de klanten over te halen om voor Deliveroo te kiezen zijn dure marketingcampagnes nodig en daarvoor is veel kapitaal nodig. Een beursgang is dan een logische stap om kapitaal op te halen. Tegelijk vergroot Deliveroo daarmee de eigen naamsbekendheid. Deliveroo heeft met de uitgifte van nieuwe aandelen één miljard Britse pond (1,2 miljard euro) opgehaald bij beleggers. Een aandeel van Deliveroo kon je bij de introductie voor 3,90 Britse pond kopen.

THEMA 4

LEVEL 2

Een aandeel van Deliveroo biedt kansen voor beleggers die geloven in de groei van de thuisbezorgmarkt. Ook Deliveroo laat mooie groeicijfers zien. Bovendien heeft Amazon aandelen van Deliveroo. Mogelijk zullen de twee op termijn de samenwerking versterken. Amazon wil namelijk ook boodschappen en andere items laten bezorgen via Deliveroo.

42


Beantwoord de vragen. a

Waarom had Deliveroo kapitaal nodig? Markeer het antwoord in de tekst.

b

Hoeveel nieuwe aandelen heeft Deliveroo op de markt gebracht?

c

Zijn er dan ook evenveel nieuwe aandeelhouders?

d

Bekijk tabel 1 met het resultaat. Zullen de aandeelhouders een groot dividend krijgen?

IN

2

Waarom (niet)?

Tip:

N

£ is het symbool voor Brits pond.

Tabel 1: Resultaat van Deliveroo JAAR

RESULTAAT (WINST/VERLIES) £ -232 miljoen

VA

2018

£ -317 miljoen

2020

£ -223 miljoen

Zou jij een aandeel van Deliveroo hebben gekocht? Waarom (niet)?

@

e

2019

f

De aandeelhouders van Colruyt ontvangen in 2021 een dividend van 1,47 euro bruto. Dat is in totaal 196 miljoen euro voor alle aandeelhouders samen. Bereken het nettodividend, met andere woorden hoeveel euro krijgt de aandeelhouder per aandeel op zijn bankrekening?

LEVEL 2

a

THEMA 4

3

Via welke instelling heeft Deliveroo die aandelen op de markt kunnen brengen?

43


b

Bereken de procentuele opbrengst van het nettodividend. De prijs of de koers van het aandeel Colruyt bedraagt 51,76 euro.

c

Een aandeel houden is risicovol. Het bedrijf kan immer verlies lijden of failliet gaan. Beoordeel de opbrengst van een aandeel ten opzichte van de opbrengst van een spaarrekening.

Hoeveel rente krijg je op een spaarrekening? Raadpleeg de website van een Belgische bank.

Vergelijk die opbrengst met de opbrengst van het aandeel en beoordeel.

IN

N

Good to know

Op de Brusselse beurs bedraagt het gemiddelde rendement op dividenden van aandelen die een dividend uitkeren, 3,40 % bruto. Wanneer je daar de roerende voorheffing van

VA

30 % aftrekt, komt dat netto uit op 2,40 %.

Explore 3— Hoe financiert een onderneming haar activiteiten met obligaties?

Obligaties

Een onderneming die kapitaal nodig heeft, kan aandelen uitgeven, een lening aangaan bij de

@

bank of een obligatielening, kortweg obligatie, uitgeven.

De belegger die een obligatie koopt, leent zijn geld uit aan die onderneming. Als vergoeding krijg hij een (jaarlijkse) rente waarvan de roerende voorheffing, een belasting van 30 %, afgehouden wordt. Op de eindvervaldag van de obligatie betaalt de onderneming het geleende geld terug. Het nominaal bedrag of de coupure van de obligatie is de waarde van de obligatie bij de uitgifte. Soms kan de uitgifteprijs, dat is de prijs die de belegger bij de uitgifte betaalt, meer bedragen. Dan spreek je van een uitgifte boven pari. Bij een uitgifte a pari betaalt de belegger evenveel als het nominaal bedrag. Bij een uitgifte beneden pari betaalt de belegger minder

THEMA 4

LEVEL 2

dan de nominale waarde.

44


Hieronder vind je de voorwaarden om in te schrijven op een obligatie van de onderneming Immobel. Die onderneming legt zich toe op de bouw van duurzame gezinswoningen en appartementen. Plaats elke letter uit de onderstaande lijst op de juiste plaats van de voorwaarden. A

Waarvoor zal Immobel het geld van de obligatielening gebruiken?

B

Wanneer krijgt de belegger het geld dat hij via deze obligatie uitleent, terug?

C

Hoeveel bedraagt het minimale bedrag van één obligatie?

D

Welk bedrag wil Immobel minimaal ophalen met de obligatielening?

E

Wat is de looptijd van de obligatie, m.a.w. hoelang wordt het geld uitgeleend?

F

Hoeveel rente krijgt de belegger jaarlijks (in procenten)?

IN

a

Publiek Aanbod van Groene Obligaties Immobel nv Doel van de obligatie

De opbrengsten van de obligaties zullen door Immobel

N

worden gebruikt voor de financiering of herfinanciering

van activa, projecten en activiteiten van de onderneming.

Aanbod

De obligatie wordt aangeboden via Belfius en BNP Paribas.

Looptijd

12 november 2021

VA

Uitgiftedatum

obligaties 6,5 jaar

Eindvervaldag

12 mei 2028

Uitgifteprijs

101,875 % van het nominale bedrag, namelijk 1 018,75 euro per coupure

Nominaal bedrag per coupure

1 000,00 euro

Uitgiftebedrag

minimaal 75 000 000,00 euro, maximaal 125 000 000,00 euro 100 % van het nominaal bedrag

Rendement

jaarlijkse coupon van 3 % bruto per coupure

Roerende voorheffing

30 % op het brutobedrag van de coupon

@

Terugbetaling op eindvervaldag

Is dit een uitgifte a pari, boven pari of beneden pari? Verklaar je antwoord.

c

Hoeveel moet de belegger betalen bij de uitgifte wanneer hij tien obligaties koopt?

d

Hoeveel krijgt de belegger op de vervaldag terug (zonder rente)?

THEMA 4

b

LEVEL 2

Bron: mijnportefeuille.be

45


e

Hoeveel rente krijgt de belegger bruto en netto op 12 november 2022?

Bruto:

Netto:

Waar kan de belegger de obligatie kopen? Markeer in de ‘lijst van Immobel’ op de vorige bladzijde.

g

Zou je die obligatie kopen? Waarom (niet)?

N

IN

f

Explore 4— Hoe werkt de kapitaalmarkt?

VA

Kapitaalmarkt

De kapitaalmarkt is de markt waarop financiële activa zoals aandelen en obligaties, worden verhandeld. Het gaat over activa die een looptijd hebben van minstens één jaar. Zowel aandelen als obligaties hebben een looptijd van meer dan één jaar.

1

Vul het schema aan. De pijlen in het schema stellen geldstromen voor. Kies uit:

Kapitaalmarkt

THEMA 4

LEVEL 2

@

rente – aandelen – dividenden – obligaties

46

Gezinnen

Bedrijven


Primaire en secundaire markt De kapitaalmarkt bestaat uit: —

de primaire markt: hier gebeurt de plaatsing van nieuwe aandelen en obligaties. Het geld van de belegger gaat rechtstreeks naar de onderneming. Als een onderneming haar aandelen voor het eerst op de primaire markt laat noteren, heet dat een beursintroductie of IPO (Initial Public Offering);

de secundaire markt: hier worden bestaande aandelen verhandeld, met andere

IN

woorden de aandelen worden gekocht van een aandeelhouder die zijn aandelen wil verkopen. Dat gebeurt via de beurzen. In dat geval betaal je niets aan de onderneming, maar aan de verkoper van de aandelen. Hetzelfde doet zich voor bij obligaties op de obligatiemarkt.

2

Op 21 juni 2013 ging bpost naar de beurs om kapitaal op te halen. Lees het krantenknipsel. Volgens de

N

krantenkop is dat best gelukt.

Gaat het in dit geval om de primaire of secundaire markt? Waarom?

b

Markeer in het artikel waarom de beleggers het aandeel van bpost hebben gekocht.

@

VA

a

Ruim 22 000 Belgen tekenen in op beursgang bpost Meer dan 22 000 Belgen hebben in totaal 11,6 miljoen aandelen van bpost gekocht.

Bpost stelde een stevig dividend in het vooruitzicht om beleggers te lokken. Naar: trends.knack.be, 2013-06-20

THEMA 4

tegen een prijs van 14,50 euro per aandeel.

LEVEL 2

De postgroep trekt morgen naar de beurs

47


3

Lees nu een stukje uit het artikel één jaar na de beursintroductie. a

Stel dat je bij de beursintroductie tien aandelen had gekocht. Een belegger vraagt aan jou om die aandelen te verkopen. Aan welke prijs zou je elk aandeel dan verkopen? Verklaar je antwoord.

Markeer het juiste antwoord.

IN

b

Wanneer de winstcijfers van een onderneming toenemen, daalt / stijgt de vraag naar aandelen van

die onderneming. Daardoor zal de beurskoers, dat is de prijs van het aandeel, afnemen / toenemen.

Bpost heeft in 2014 een nettowinst

gerealiseerd van 295,5 miljoen euro,

bijna 8 miljoen meer dan in 2013. Het

N

bedrijf stelt een dividend voor van

1,26 euro bruto, tegen 1,13 euro voor 2013. De vooruitzichten voor volgend jaar zijn veelbelovend.

VA

Naar: vrt.be, 2015-03-16

4

Lees vervolgens een stukje uit het artikel over bpost begin 2018. a

Zou die belegger nog zo geneigd zijn om aandelen van bpost te kopen van een aandeelhouder? Waarom (niet)?

b

Markeer het juiste antwoord.

@

Wanneer de winstcijfers van een onderneming dalen, daalt / stijgt de vraag naar aandelen van die onderneming. Daardoor zal de beurskoers, dat is de prijs van het aandeel, afnemen / toenemen.

c

Worden de aandelen van bpost nu verkocht en gekocht op de primaire of secundaire markt? Waarom?

THEMA 4

LEVEL 2

Beleggers blijven zich zorgen maken over de prestaties van Radial, het

48

Amerikaanse e-commercebedrijf dat eigendom is van bpost. Radial ziet klanten vertrekken en lijdt onder een scherpe prijsdruk. Daardoor zal de expert in e-commerce veel minder bijdragen tot de winst dan verwacht. Uit: vrt.be, 2018-03-19


Explore 5— Hoe werkt de aandelenbeurs? Beurzen De grote meerderheid van de ondernemingen treedt niet toe tot de beurs. De meeste ­besloten vennootschappen (bv’s) en naamloze vennootschappen (nv’s) verhandelen de aandelen in de privésfeer, met andere woorden onderling tussen de geïnteresseerde partijen. Alleen wanneer een onderneming bijkomend kapitaal nodig heeft om te groeien, wendt

IN

ze zich tot de beurs. Op dat moment heeft iedereen de mogelijkheid om mede-eigenaar of aandeelhouder te worden. Je spreekt dan van een kapitaalsverhoging.

De beurs is de plaats om aandelen te kopen en te verkopen. Het is een markt waar kopers en verkopers van aandelen elkaar vinden. Aandelen die via een beurs worden verhandeld, zijn beursgenoteerde aandelen. Tegenwoordig worden de koop- of verkooporders doorgegeven via digitale platformen zoals Bolero of Binkbank.

Een belegger koopt en verkoopt aandelen op de secundaire markt aan de prijs van dat

ogenblik, de beurskoers. Als hij de aandelen voor een hogere beurskoers verkoopt dan die

N

waarvoor hij ze zelf heeft gekocht, realiseert hij een meerwaarde op de verkoop. Als hij ze aan een lagere prijs verkoopt, heeft hij een minderwaarde.

Bekijk grafiek 1 met het verloop van de beurskoers van bpost. a

Vul de gegevens aan.

VA

1

de beurskoers van het ogenblik:

de periode waarover de beurskoers wordt gegeven:

de hoogste koers van die periode:

de laagste koers van die periode:

het verlies dat je hebt geleden als je het aandeel had gekocht op de hoogste koers en verkocht op de laagste koers:

het aantal bpostaandelen dat is uitgegeven:

@

b

de daling of stijging van de beurskoers ten opzichte van de vorige dag:

Stel dat je in een aandeel van bpost had willen beleggen. Wanneer zou je dat het best hebben gekocht en verkocht?

Stel dat je op 14 december 2020 100 aandelen had gekocht aan 7,00 euro per aandeel. Wat zou je dan doen op 31 december wanneer de koers 7,67 euro per aandeel bedraagt?

LEVEL 2

THEMA 4

c

49


d

Welk gevolg zou een kapitaalsverhoging van bpost op de beurskoers hebben? Nummer chronologisch. De eventuele winst moet onder meer aandeelhouders verdeeld worden. De aandeelhouders verkopen hun aandelen. Er zijn meer uitgegeven aandelen. Het dividend per aandeel daalt. De beurskoers daalt.

VA

N

IN

Grafiek 1: Verloop beurskoers bpost van februari 2021 – januari 2022

Bron: tijd.be, 2022-01-28

Beursindex

Er zijn meerdere beurzen in de wereld. In België is de beurs van Brussel of de Euronext Brussels het bekendst. Die werkt onder andere samen met de beurs van Amsterdam. Op de beurs van Brussel staan ongeveer 120 ondernemingen genoteerd. Dat zijn meestal

@

Belgische ondernemingen. De 20 grootste ondernemingen worden opgenomen in de Bel-20. Die beursindex geeft een beeld van de evolutie van de beurskoersen van de 20 ondernemingen. De Bel-20 begon op 2 januari 1991 te handelen op 1 000 punten. Momenteel staat die index op meer dan 4 000 punten. Dat betekent dat de beurskoers van de ondernemingen uit de Bel-20 vier keer in waarde is gestegen. Aandelen van (grote) buitenlandse ondernemingen koop je op de beurs waar dat aandeel wordt verhandeld. De bekendste beurs is die van New York (de NYSE). De beursindex van de NYSE is de Dow Jones. De grote technologieaandelen, zoals van Microsoft, Alphabet (= Google) en Apple, worden verhandeld op de Nasdaq, de technologiebeurs van New

THEMA 4

LEVEL 2

York. Vraag naar en aanbod van een bepaald aandeel bepaalt de koers. De notering van de

50

beurskoers gebeurt elektronisch en kan dus constant worden aangepast aan de vraag en het aanbod.


2

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een aantal websites met de aandelenkoersen. Noteer op twee verschillende momenten de gegevens van drie aandelen. a

Zoek de gegevens van drie aandelen, elk van een verschillende beurs: de beurs van Brussel, de NYSE en de Nasdaq. Vergeet niet om de munteenheid (EUR, USD ...) bij de getallen te noteren. BEURS VAN BRUSSEL

NYSE

NASDAQ

Naam aandeel

IN

Beurskoers Datum en uur Hoogste dagkoers Laagste dagkoers Winst / verlies t.o.v.

b

N

vorige beursdag

Kijk een tijdje later (of de volgende les) opnieuw naar de beurskoers van de aandelen. Vul de onderstaande rijen aan.

NYSE

NASDAQ

VA

BEURS VAN BRUSSEL

Naam aandeel Beurskoers

Datum en uur

Stijging, daling of niet gewijzigd

Zou je beleggen in een bedrijf dat wapens produceert of zeer vervuilend is voor het milieu? Je bent vrij zeker dat het aandeel veel geld kan opbrengen ...

THEMA 4

Forum

LEVEL 2

@

Verklaring

51


Explore 6— Hoe werkt de obligatiebeurs? Obligatiebeurs Obligaties worden op de secundaire markt verhandeld. Je kunt op de beurs bestaande obligaties kopen van een obligatiehouder die wil verkopen. Op die manier kan de verkoper een meerwaarde creëren als hij verkoopt aan een hogere koers dan die waaraan hij de obligatie heeft gekocht.

IN

De koers van de obligatie wordt uitgedrukt in een percentage. Een koers van 105 % betekent dat je de obligatie kunt kopen aan 105 % van de nominale waarde, dat is de koers bij uitgifte

van de obligatie. De koper van een obligatie op de secundaire markt kan zelf kiezen voor welk bedrag hij obligaties wil kopen.

Bekijk grafiek 2 over de obligatie van Netflix. Zoek de volgende informatie in de onderstaande gegevens. Aan welke koers kun je (ongeveer) de obligatie kopen in januari 2022?

b

Tot wanneer krijg je de jaarlijkse rente van Netflix?

N

a

VA

1

2

c

Hoeveel bedraagt de jaarlijkse rente (%)?

d

Wanneer is die obligatie uitgebracht?

Waarom zou iemand de obligatie willen kopen, met andere woorden waarvan is de vraag naar de obligatie

@

afhankelijk?

THEMA 4

LEVEL 2

3

52

Waarom zou de koers eind maart 2020 plots zo fel gezakt zijn?


Grafiek 2: Obligatie Netflix

TO THE POINT

5,88 % 100,00 % 2019-04-26 2028-11-15

IN

Coupon: Uitgifteprijs: Uitgiftedatum: Vervaldag:

Gezinnen deponeren hun overschotten aan geldmiddelen bij een financiële instelling. Ze kunnen dat

N

onder andere doen op een zichtrekening, een spaarrekening of een termijnrekening.

Bedrijven die geld nodig hebben om hun investeringen te doen, kunnen een beroep doen op die geldoverschotten van de gezinnen. De financiële instelling speelt daarbij een intermediaire rol. Ze verzamelt de deposito’s van de gezinnen en leent ze uit aan de bedrijven die dat geld nodig hebben: —

op korte termijn (minder dan één jaar) voor tijdelijke financiële tekorten: bijvoorbeeld een

VA

kaskrediet;

op lange termijn (meer dan één jaar) voor investeringen in onroerende goederen of materiaal.

Een onderneming kan voor de financiering van haar activiteiten ook een beroep doen op de kapitaalmarkt. De kapitaalmarkt is de markt waarop financiële activa zoals aandelen en obligaties worden verhandeld. Het gaat over activa die een looptijd hebben van minstens één jaar. Aandelen

Bij een startende vennootschap wordt het

kapitaal meestal ingebracht door de stichters

van de vennootschap. De eigendomsbewijzen

@

of aandelen zijn in handen van een aantal

personen, de eigenaars of aandeelhouders. Wanneer een bedrijf groeit en meer kapitaal nodig heeft, kan het nieuwe aandelen uitgeven. De belegger of de aandeelhouder koopt aandelen en wordt op die manier medeeigenaar van het bedrijf. Je spreekt dan ook van een naamloze vennootschap (nv) omdat de aandeelhouders elkaar niet kennen. De aandeelhouders krijgen eventueel jaarlijks een dividend. Dat

voorheffing, aan de fiscus betalen.

THEMA 4

er ook geen dividend. Op het dividend moet de aandeelhouder een belasting van 30 %, de roerende

LEVEL 2

is het deel van de winst dat de onderneming aan de aandeelhouders uitkeert. Als er geen winst is, is

53


Obligaties Een andere mogelijkheid voor een onderneming om geld te verzamelen voor haar werking is door een obligatielening of kortweg obligatie uit te geven. Een obligatie is een schuldbewijs van de onderneming. De obligatiehouder leent geld uit aan de onderneming. Als vergoeding krijg de belegger een (jaarlijkse) rente. Van die brutorente wordt een roerende voorheffing van 30 % of belasting afgehouden. Op de eindvervaldag van de obligatie wordt het geleende geld terugbetaald. Het nominaal bedrag (of de coupure) van de obligatie is de waarde van de obligatie bij de uitgifte. Bij de aankoop van een nieuwe obligatie kan de uitgifte gebeuren: boven pari: de belegger betaalt meer dan de nominale waarde;

a pari: de belegger betaalt evenveel als het nominaal bedrag;

beneden pari: de belegger betaalt minder dan de nominale waarde.

De kapitaalmarkt wordt verdeeld in: —

IN

de primaire markt: op die markt worden nieuwe aandelen en obligaties uitgebracht. Het geld van de belegger gaat dan rechtstreeks naar de onderneming zelf. Bij een beursintroductie of IPO (Initial Public Offering) stelt de onderneming haar nieuwe aandelen voor de eerste keer

N

beschikbaar aan het grote publiek;

de secundaire markt: op die markt verkoopt een aandeelhouder bestaande aandelen aan een belegger die de aandelen wil kopen. In dat geval betaalt de belegger niets aan de onderneming, maar aan de verkoper van de aandelen. Hetzelfde doet zich voor bij obligaties op de obligatiemarkt. Voor het verhandelen van aandelen en obligaties wordt een beroep gedaan op

VA

gespecialiseerde beurzen.

Beursgenoteerde aandelen en obligaties worden via de beurs verhandeld. Een belegger koopt en verkoopt aandelen of obligaties aan de prijs van dat ogenblik, de beurskoers. De koers van de obligatie wordt uitgedrukt in een percentage van de nominale waarde. Een koers van 105 % betekent dat de belegger de obligatie kan kopen aan 105 % van de nominale waarde. Als de belegger zijn aandelen of obligaties voor een hogere beurskoers verkoopt dan de koers waaraan hij ze zelf heeft gekocht, realiseert hij een meerwaarde op de verkoop. Aandeelhouders realiseren een opbrengst via de dividenden en de verkoop van de aandelen met een meerwaarde. De opbrengst van de obligatiehouders is de jaarlijkse rente en de eventuele meerwaarde bij een verkoop. Pas op, want dat kan ook een minderwaarde zijn, als de belegger verkoopt tegen een koers die lager is dan de koers bij de

@

aankoop van de aandelen of obligaties.

Elk land heeft zijn eigen beurs of beurzen waarop bedrijven van dat land, maar ook buitenlandse bedrijven genoteerd staan. In België is de beurs van Brussel of de Euronext Brussels het bekendst. Die werkt onder andere samen met de beurs van Amsterdam. Een belegger koopt aandelen van een onderneming op de beurs waar dat aandeel wordt verhandeld. De grootste en bekendste is de beurs van New York (de NYSE of New York Stock Exchange). De grote technologieaandelen, zoals van

THEMA 4

LEVEL 2

Microsoft, Alphabet (= Google) en Apple, worden verhandeld op de technologiebeurs van New

54

York, de Nasdaq. Vraag naar en aanbod van het desbetreffende aandeel vormen de beurskoers. Dat gebeurt elektronisch en kan dus constant worden aangepast aan de vraag en het aanbod van dat ogenblik.


Om een globaal beeld te geven van een beurs is er de beursindex. Daarin worden de belangrijkste bedrijven van die beurs opgenomen. Voor de beurs van Brussel heet die index de Bel-20. De Bel-20 geeft een beeld van de evolutie van de beurskoersen van 20 grote ondernemingen. De Bel-20 begon op 2 januari 1991 te handelen op 1 000 punten. Op dit ogenblik staat die index op meer dan 4 000 punten. Dat betekent dat de beurskoers van de ondernemingen uit de Bel-20 vier keer in waarde is gestegen. De beursindex van de NYSE heet de Dow Jones. De meeste naamloze en besloten vennootschappen treden niet toe tot de beurs maar verhandelen de aandelen in de privésfeer, met andere woorden onderling tussen de geïnteresseerde partijen.

IN

Wanneer een onderneming zich tot de beurs wendt, heeft iedereen de mogelijk om mede-eigenaar of aandeelhouder te worden. Op die manier verhoogt de onderneming haar kapitaal door de uitgifte van nieuwe aandelen. Je spreekt dan van een kapitaalsverhoging.

Geldstromen

aandelen

Kapitaalmarkt

VA

N

obligaties

rente

dividenden

rente

Bedrijven

leningen

Financiële instellingen

interest

LEVEL 2

deposito’s

BEKIJK DE KENNISCLIP

THEMA 4

@

Gezinnen

55


Action 1— Hoe zit de financiële kringloop in elkaar? Noteer de letter van de onderstaande activiteiten bij de juiste pijl van de financiële kringloop. A

Kinepolis gaat een lening van 400 000,00 euro aan bij Belfius voor de installatie van nieuwe projectoren.

B

Telenet plaatst een kapitaalsverhoging en wil daarmee 80 miljoen euro ophalen.

C

Vastgoedonderneming Immobel betaalt de rente op haar obligatielening.

D

Abida Benali heeft een vakantiejob gedaan en plaatst 2 000,00 euro op haar spaarrekening. Colruyt betaalt 4 570,00 euro interest op het investeringskrediet dat de onderneming voor de installatie van zonnepanelen heeft aangegaan.

IN

E F

Bpost betaalt de aandeelhouders 0,62 euro per aandeel.

G

McDonald’s doet een beroep op de belegger om in te schrijven op een lening met een looptijd van 8 jaar en een rente van 3,45 %.

H

Het gezin Vanhoudt krijgt van de bank als vergoeding 23,65 euro op de termijnrekening.

N

aandelen

Kapitaalmarkt

VA

obligaties

rente

dividenden

@

Gezinnen

rente

THEMA 4

LEVEL 2

deposito’s

56

Bedrijven

leningen

Financiële instellingen

interest


Action 2— Gaat het om de primaire of de secundaire markt?

1

Vinden de onderstaande transacties op de primaire of secundaire markt plaats? Kruis aan.

PRIMAIR

SECUNDAIR

Voetbalclub Club Brugge blaast de beursintroductie af en gaat niet naar

IN

de beurs.

Greenyard, de Belgische specialist in diepgevroren groenten en fruit, voert een kapitaalsverhoging van 50 miljoen euro door.

Je koopt op 3 september 2022 een obligatie van vastgoedonderneming Immobel aan 102,32 %. Uitgiftedatum 2021-11-12.

een rente van 2,70 %.

N

Amazon brengt een obligatielening uit met vervaldatum 2060-06-03 en

Je koopt op de beurs van Brussel 100 aandelen van Colruyt aan een koers van 37,60 euro.

Waarom is er bij deze bedrijven sprake van:

VA

2

a

de primaire markt?

b

de secundaire markt?

@

Action 3— Gaat het om een obligatie of om een aandeel? Welk begrip hoort niet thuis in de rij? Markeer en leg uit waarom. a

beurskoers – boven pari – aandeel – secundaire markt

b

kapitaalmarkt – primaire markt – investeringskrediet – secundaire markt

LEVEL 2

THEMA 4

1

57


beursintroductie – secundaire markt – kapitaalsverhoging – uitgifte obligatie

d

a pari – vervaldag – dividend – lening

e

NYSE – Beurs van Brussel – Bel-20 – KBC

IN

2

c

Werk in groepen. Elke leerling stelt twee rijen van vier woorden op waarbij een begrip niet in de rij

N

thuishoort. Raad van elkaar welk woord er niet thuishoort.

VA

Action 4— Hoe zoek je de beurskoers van een aandeel? Surf naar de website van de krant De Tijd. Klik op ‘Markten’ en ‘Beurzen’. Kies ‘Beurs’ of ‘Beursindex’. a

Bij de geselecteerde beurs zoek je alfabetisch of op naam naar de onderneming waarvan je de beurskoers wilt onderzoeken.

b

Selecteer een aandeel van de beurs van Brussel of een aandeel van de beurs van New York (NYSE of Nasdaq). Maak een infographic van dat aandeel.

Noteer de naam van de onderneming en de naam van de beurs.

Is het aandeel ook opgenomen in de index van die beurs?

Voeg de grafiek met de beurskoers van de afgelopen vijf jaar toe.

Verzamel enkele basisgegevens van dat aandeel zoals het aantal uitgegeven aandelen, de winst of

@

het verlies van de afgelopen vijf jaar en het afgelopen jaar en het aantal aandelen.

Selecteer twee data in het verloop van de beurskoers waarop een sterke daling of stijging van de beurskoers te zien is. Zoek een verklaring daarvoor en neem die ook op in de infographic.

THEMA 4

LEVEL 2

58

Voeg eventueel nog wat andere informatie toe.

c

Enkele leerlingen presenteren hun infographic.

d

Geef het bestand een duidelijke naam. Druk de infographic eventueel af en bewaar die in je portfolio.


Action 5— Hoe verloopt een beursintroductie? Good to know Ekopak is een bedrijf dat inspeelt op recyclage en herwaardering van water.

IN

In maart 2021 is het bedrijf naar de beurs getrokken.

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje en lees het artikel. Wat doet Ekopak?

b

Waarom ging Ekopak naar de beurs?

c

Aan welke prijs werd een aandeel van Ekopak op de beurs gebracht?

d

Wat is de koers van Ekopak na de eerste beursdag?

e

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er enkele sites waarop je de huidige koers kunt zoeken. Wat is de

VA

N

a

@

koers van Ekopak vandaag?

LEVEL 2

Bereken het rendement van de huidige beurskoers t.o.v. de introductieprijs.

THEMA 4

f

59


Action 6— Waar vind je statistische informatie over de financiële instellingen?

Surf via het onlinelesmateriaal naar het dashboard van Febelfin. Wat is Febelfin?

Tip:

IN

a

Als je op de knop ‘Download’ klikt, kun je het dashboard downloaden. Misschien kun je die infographic ophangen in de klas?

Wat is de kerntaak van de Belgische financiële instellingen?

c

Vul de vakken aan met de juiste getallen.

N

b

banken in België

VA

mensen voltijds tewerkgesteld in de financiële sector

Gezinnen

Financiële instellingen

financiële sector

i

Gezinnen

Bedrijven

Overheid

LEVEL 2 THEMA 4 60

i

Vul het onderstaande schema aan met de juiste getallen.

@

d

i

bankkantoren in België in de

e

Hoeveel staat er gemiddeld per inwoner op de spaarrekeningen van de Belgische financiële instellingen? Er zijn afgerond 11,5 miljoen inwoners in België.


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

Ik kan de kapitaalmarkt omschrijven.

2

Ik kan de rol van de financiële instellingen en

EXTRA OEFENMATERIAAL

N

1

KAN

BETER

de kapitaalmarkt in de financiële economische kringloop omschrijven aan de hand van voorbeelden. 3

Ik kan de financiële economische kringloop

VA

schetsen. 4

Ik kan de primaire en secundaire markt

omschrijven in relatie tot de kapitaalmarkt.

5

Ik kan verklaren hoe ondernemingen hun activiteiten kunnen financieren via de kapitaalmarkt.

6

Ik kan de werking van de beurzen verklaren.

7

Ik kan de begrippen ‘aandeel’ en ‘obligatie’

verklaren in relatie tot de financiering van een

@

onderneming.

8

Ik kan de intermediaire rol van de banken verklaren.

Ik kan de intermediaire rol van de beurzen op de

LEVEL 2

kapitaalmarkt verklaren.

THEMA 4

9

61


STEP-UP 1

In het volgende schema vind je een economisch kringloopmodel. Verklaar de volgende pijlen. De eerste pijl staat al gegeven als voorbeeld. Denk eraan, het gaat hier over geldstromen. Y:

Dat is de geldstroom van bedrijven naar gezinnen en stelt het netto binnenlands inkomen voor.

G:

IN

C:

X:

N

IM:

S:

T:

VA

I:

Gezinnen

@

T

THEMA 4

STEP-UP

Y

62

S

C

Overheid

G-T

G Bedrijven

X

I

IM

Buitenland

X - IM

Financiële instellingen


Good to know In dit model stellen de pijlen de geldstroom voor. Ga er gemakkelijkheidshalve ook van uit dat alle inkomens van de gezinnen via de bedrijven komen. De economische kringloop is altijd in balans. Elke economische speler heeft inkomsten die in evenwicht zijn met de uitgaven. Dat betekent dat de hoeveelheid geld die er bij een economische speler binnenkomt even groot is als de hoeveelheid geld die eruit gaat. Het saldo van een

2

Welke situatie verkrijg je wanneer G > T?

N

Good to know

IN

economische speler is dus altijd nul.

Als de uitgaven van de overheid (G) hoger zijn dan de belastingkomsten (T) heeft de overheid een tekort (of deficit). Dat bedrag moet dan geleend worden. De lijn die die leningen aangeeft, is de lijn G – T die van de financiële instellingen naar de overheid loopt. Overheden lenen hun geld op de vermogensmarkt van financiële instellingen, zoals

VA

banken.

3

Welke situatie verkrijg je wanneer G < T?

Good to know

Als de overheid een overschot heeft, zijn de belastinginkomsten hoger dan de overheids­

@

uitgaven en hoeft er niet geleend te worden. De lijn G – T zal dan de andere kant oplopen, van de overheid naar de financiële instellingen, omdat de overheid het geld dat over is dan kan opzijzetten of kan gebruiken om de staatsschuld af te lossen. Door de lijn G – T komt de kringloop ook bij de overheid weer in evenwicht.

Zoek op het internet op wat ‘de lopende rekening van de betalingsbalans’ betekent.

STEP-UP

THEMA 4

4

63


5

Wanneer je naar de gezinnen kijkt, kun je stellen dat het inkomen gelijk is aan de uitgaven ofwel: inkomen (gezinnen) = uitgaven (gezinnen). Stel dat op in een formule. Formule 1:

6

Wat zijn de inkomsten voor de bedrijven?

7

Stel nu de formule op waarbij de inkomsten voor de bedrijven gelijk zijn aan de uitgaven: Formule 2:

8

IN

inkomen (bedrijven) = uitgaven (bedrijven)

Combineer beide formules. Vul in formule 2 de waarde van Y in van formule 1.

Good to know

N

Als je de formule herschikt, krijg je: S + C + T – C – I – G = X – IM Vervolgens kun je groeperen: (S – I) + (T – G) = (X – IM)

Die formules zijn handig om te rekenen met de economische kringloop.

Bereken de consumptie van de gezinnen aan de hand van de volgende gegevens: Y = 500; T = 208; S = 92

VA

9

10

Bereken S aan de hand van volgende cijfers: I = 30; Lopende rekening betalingsbalans = 80; T = 122; G = 132

@

THEMA 4

STEP-UP

64


11

Bereken Y en X aan de hand van volgende cijfers. Bekijk aandachtig de economische kringloop. Bereken Y en X aan de hand van de cijfers.

Gezinnen

Y

Overheid

Bedrijven

I: 40

IM: 80

VA

X

Financiële instellingen

N

G: 70

C : 110

IN

T: 60

S: 70

THEMA 4

STEP-UP

@

Buitenland

65


Begrippenlijst Thema 4 LEVEL 1

BEGRIP

VERKLARING

afschrijvingen

Dat is een manier om boekhoudkundig weer te geven dat de waarde van kapitaalgoed omwille van veroudering afneemt.

bbp of bruto

Dat is de som van de toegevoegde waarde

binnenlands

van een land in een jaar.

product 1

bbp per capita

Dat is het bbp gedeeld door het aantal inwoners.

bbp tegen

Dat is het bbp berekend tegen de prijzen

constante

van een bepaald referentiejaar om zo de

prijzen of reëel

inflatie uit te zuiveren.

bbp of bbp naar volume 1

Dat is het bbp berekend tegen de prijzen

lopende

van het jaar zelf.

VA bedrijfskolom

Dat is een overzicht van alle ondernemingen die aan de vervaardiging van een product meewerken. Ze begint met de producent (ontginner, teler of kweker) van de

grondstoffen en eindigt met de kleinhandel of detailhandel die het product aan de

BEGRIPPENLIJST THEMA 4 66

1

bnp of bruto

bbp

nationaal

+  primaire inkomens ontvangen van het

product

1

consument verkoopt.

@

1

nominaal bbp

1

bbp tegen prijzen of

N

1

IN

1

IN JE EIGEN WOORDEN

buitenland –  primaire inkomens betaald aan het

buitenland

bruto-

Bruto-investeringen bestaan uit

investeringen

vervangingsinvesteringen en de netto-investeringen.

consumptie-

Dat is een goed dat aan de eindgebruiker

goed

wordt verkocht.


LEVEL 1

1

BEGRIP

VERKLARING

eindproduct of

Dat is het product dat in de laatste stap van

finaal goed of

de bedrijfskolom wordt afgeleverd aan de

output

consument.

huur

Die vergoeding ontvangt iemand bij de

IN JE EIGEN WOORDEN

verhuur van een gebouw. 1

inflatie

Dat is een stijging van het algemene

1

IN

prijspeil. intermediair

Dat zijn de goederen of diensten die tijdens

goed of inputs

het productieproces worden gebruikt om het eindproduct te produceren.

1

investerings-

Dat is een industrieel goed dat dient om

goed

andere goederen te produceren, maar dat geen deel uitmaakt van het eindproduct.

kapitaal­

Dat zijn industriële goederen die helpen om

goederen

andere goederen te produceren maar geen deel van het eindproduct uitmaken.

1

loon

N

1

Die vergoeding ontvangt iemand voor

VA

geleverde arbeid. 1

netto-

Dat zijn de uitbreidingsinvesteringen

investeringen

vermeerderd met de toename van de

voorraad of verminderd met de afname van

1

de voorraad.

netto

Dat is de bruto toegevoegde waarde

toegevoegde

verminderd met de afschrijvingen.

waarde

1

pacht

Die vergoeding krijgt iemand wanneer hij

1

recessie

rente

Er is sprake van recessie als er zich een groeivertraging voordoet die zo fors is, dat ze tot een inkrimping van het reëel bbp leidt en een negatieve groei veroorzaakt voor

minstens twee kwartalen. Die vergoeding krijgt iemand voor het uitlenen van geld. Banken rekenen rente aan bij het uitlenen van geld.

BEGRIPPENLIJST

1

THEMA 4

@

grond ter beschikking stelt.

67


LEVEL 1

BEGRIP

VERKLARING

speerpunt-

Dat zijn grootschalige initiatieven die

cluster

de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen vergemakkelijken om de concurrentiekracht van bedrijven in strategische domeinen die voor Vlaanderen belangrijk zijn, te verhogen.

1

toegevoegde

Dat is de waarde in geld uitgedrukt die

waarde

iedere onderneming vraagt voor het

1

uitbreidings­

Die investeringen zorgen voor een

investeringen

toename van de kapitaalgoederen van de onderneming.

1

vervangings­

Dat is de vervanging van een verouderd

investering

kapitaalgoed, zoals een oude machine.

voorraad

Dat is de hoeveelheid goederen die een

onderneming produceert om als reserve te hebben. 1

welvaart

Dat is de mate waarin mensen met de

beschikbare middelen in hun behoeften

VA

kunnen voorzien.

1

winst

Dat is het geld dat overblijft nadat van de inkomsten, de kosten afgetrokken zijn.

2

a pari

Een obligatie wordt a pari uitgegeven

wanneer de uitgifteprijs van de obligatie gelijk is aan de nominale waarde.

2

aandeel

N

1

IN

toevoegen van waarde aan het product.

IN JE EIGEN WOORDEN

Dat is een bewijs van mede-eigendom van

@

een onderneming.

2

THEMA 4

BEGRIPPENLIJST

2

68

2

aandeelhouder

beneden pari

beurs

Die persoon heeft aandelen van een onderneming in bezit. Hij is mede-eigenaar van de onderneming waarvan hij aandelen

bezit.

Een obligatie wordt beneden pari

uitgegeven wanneer de uitgifteprijs van de obligatie lager is dan de nominale waarde. De beurs is de plaats om aandelen te kopen en te verkopen. Het is een markt waar kopers en verkopers van aandelen elkaar vinden.


LEVEL 2

BEGRIP beursindex

VERKLARING Dat is een index van de belangrijkste aandelen van een beurs. bv. De Bel-20 is de beursindex van de beurs

2

beurs­

Een beursintroductie is de beursgang van

introductie of

een onderneming. De onderneming laat

IPO (Initial

haar aandelen voor het eerst op de primaire

Public Offering)

markt noteren voor het grote publiek.

beurskoers

Dat is de prijs waarvoor aandelen en woorden gekocht en verkocht.

boven pari

Een obligatie wordt boven pari uitgegeven wanneer de uitgifteprijs van de obligatie hoger is dan de nominale waarde.

deposito

Dat is een geldbedrag dat de gezinnen of de bedrijven aan de financiële instelling

geven. Het komt meestal terecht op een

2

dividend

N

2

van Brussel.

obligaties worden verhandeld, met andere

2

IN

2

IN JE EIGEN WOORDEN

spaarrekening.

Een dividend is een deel van de winst dat

intermediair

De financiële instelling speelt een

(intermediaire

intermediaire rol. Ze verzamelt de

rol)

deposito’s van de gezinnen. Die middelen worden door de financiële instelling

uitgeleend aan de bedrijven die dat geld nodig hebben op korte of lange termijn.

2

kapitaalmarkt

De kapitaalmarkt is de markt waarop

@

financiële activa zoals aandelen en

2

2

obligaties worden verhandeld. Het gaat over activa die een looptijd hebben van minstens één jaar.

kapitaals­

Dat gebeurt wanneer een onderneming

verhoging

bijkomend geld ophaalt door nieuwe aandelen op de beurs aan te bieden.

krediet of

Dat is een geldbedrag dat ter beschikking

lening

wordt gesteld aan bedrijven en gezinnen. Dat wordt nadien terugbetaald inclusief de kost ervan, namelijk de interest.

BEGRIPPENLIJST

2

THEMA 4

VA

wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders.

69


LEVEL 2

BEGRIP meerwaarde

VERKLARING Een belegger creëert een meerwaarde als hij zijn aandelen of obligaties aan een hogere waarde kan verkopen dan de

2

nominaal

Dat is de waarde van de obligatie bij

bedrag of

uitgifte.

Een onderneming die kapitaal nodig heeft, een obligatie van een onderneming koopt, leent geld aan die onderneming uit. Als

vergoeding krijg de belegger een (jaarlijkse) rente. Op de eindvervaldag van de obligatie

wordt het geleende geld terugbetaald.

Daarop worden nieuwe financiële activa

N

primaire markt

IN

obligatie

kan een obligatie(lening) uitgeven. Wie

2

waarde waaraan hij ze heeft gekocht.

coupure 2

IN JE EIGEN WOORDEN

zoals aandelen en obligaties geplaatst. Het geld gaat rechtstreeks naar de

onderneming. Het is een onderdeel van de

kapitaalmarkt. roerende

Dat is een belasting die op roerende

voorheffing

goederen zoals de dividenden van

VA

2

aandelen, de verkregen rente van obligaties

2

secundaire

Daarop worden bestaande financiële activa

markt

zoals aandelen en obligaties gekocht en niet naar de onderneming maar naar de verkoper van de aandelen of obligaties. Het

BEGRIPPENLIJST

@

is een onderdeel van de kapitaalmarkt.

THEMA 4

of spaardeposito’s, wordt geheven.

verkocht. Het geld van de verkoop gaat

70


NOTITIE

VA

N

IN

@


NOTITIE

VA

N

IN

@


4

T

IN

@

VA

N

F

L

I

Thema 5: De bedrijven


N

THEMA

IN

5

@

VA

De bedrijven


STEP-UP

p. 34

IN

p. 20

Onderzoek Onderneming van het jaar 20xx®

LEVEL

Wat maakt een onderneming succesvol?

@

VA

N

2

LEVEL

1

Hoe kan een onderneming groeien?

p. 5

STEP-IN

p. 4


STEP-IN 1

Bij het opstarten van een onderneming ga je niet over één nacht ijs. Stel dat je een onderneming zou opstarten. Welke onderneming zou dat zijn?

Bekijk aandachtig de afbeeldingen. Waarover moet je zoal nadenken vooraleer je een onderneming

@

VA

N

opricht?

IN

2

THEMA 5

STEP-IN

3

4

4

In dit thema doorloop je twee levels waarin je leert … 1

hoe ondernemingen kunnen groeien;

2

hoe een onderneming succesvol kan zijn.

Elk level biedt je een stukje kennis dat je nodig hebt om de opdracht van de Step-up uit te voeren. Daarin onderzoek je waarom een onderneming (niet) gekozen kan worden tot onderneming van het jaar.


LEVEL 1 Hoe kunnen ondernemingen groeien?

1

Lees de getuigenis van Tom en Katrien. a

Omschrijf de groei van OR Coffee. Gebruik een programma naar keuze. Wees creatief!

Tip: b

IN

INTRO

In PowerPoint vind je verschillende sjablonen om tijdlijnen te maken.

Bewaar het resultaat in je portfolio. Maak een map voor elk thema en een submap voor elk level. Geef die submap de naam ‘Thema_5_Level_1’. Geef het bestand een duidelijke naam zoals

N

‘Intro_Groei_OR Coffee’.

Weten waar we naartoe willen!

Het perfecte, dampende kopje op tafel zetten en een gelukzalige glimlach

VA

aan hun klant ontlokken. Dat drijft koffieaddicts Tom Janssen en Katrien Pauwels. Wat bijna twintig jaar geleden als een wild idee begon, is intussen uitgegroeid tot een flink vertakte onderneming: een koffiebranderij, vier koffiebars, een boek (Puur Koffie), een webshop, een baristaschool én dochteronderneming Cup-A-Lot. Dat laatste – en jongste – bedrijf draait vooral rond direct-tradekoffie. ‘We kennen onze boeren heel goed en gaan geregeld bij hen langs. Zo rijpte bij ons het idee om méér te doen met de groene bonen die we bij hen aankopen. Met Cup-A-Lot verdelen we die

@

ethisch verantwoorde kwaliteitskoffie onder branderijen in Europa’, zegt

THEMA 5

LEVEL 1

Tom.

5


Samen houden Tom en Katrien dus heel wat balletjes in de lucht. Daarom vinden ze het belangrijk om op gezette tijdstippen de balans op te maken. ‘Ons bedrijf groeit en de beslissingen die we onder elkaar nemen, gebeuren vaak heel spontaan’, vertelt Tom. ‘Maar het is absoluut noodzakelijk om af en toe een stapje achteruit te zetten. Alleen zo leer je bij en kun je je onderneming verder optimaliseren. Als je een onderneming runt, en die gezond wilt

IN

houden, moet je ervoor openstaan om bij te leren van anderen. Anders verval je al gauw in je vaste gewoontes en blijf je daarin steken.’ ‘Zelfs als je heel trouw aan je business bent, ben je genoodzaakt om af en toe dingen te veranderen. De volgende

N

stap is nu OR private label uitbouwen. We willen met een bepaald recept om

koffie te branden aankloppen bij ketens, restaurants, cateringbedrijven … dat zit in de pijplijn. En ik denk er ook over na

VA

om extra personeel aan te werven.’

Naar: unizo.be

2

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 5

LEVEL 1

@

Hoe kunnen ondernemingen groeien?

6


Explore 1— Wat houdt de product-marktmatrix van Ansoff in?

Ansoff-model Het is voor een onderneming heel belangrijk om tijdig in te spelen op belangrijke ontwikkelingen op de markt of in de doelgroep. Het Ansoff-model of de product-marktmatrix van Ansoff helpt om groeistrategieën te formuleren. Door twee belangrijke invalshoeken

IN

(product en markt) aan elkaar te koppelen kan de ondernemer nadenken over de kansen

voor zijn onderneming en op basis daarvan het groeimodel bepalen. Ansoff onderscheidt vier groeirichtingen, ingedeeld langs de dimensies product en markt.

N

NIEUW PRODUCT

MARKT­PENETRATIE

PRODUCT­ONTWIKKELING

MARKT­ONTWIKKELING

DIVERSIFICATIE

THEMA 5

LEVEL 1

@

NIEUWE MARKT

VA

BESTAANDE MARKT

BESTAAND PRODUCT

7


1

Bekijk het vervolg van het kenniskader en vul aan. Noteer de naam van de groeistrategie bij de juiste omschrijving. Kies uit: marktpenetratie – productontwikkeling – marktontwikkeling – diversificatie

Groeirichtingen Ansoff-model De onderneming probeert bestaande producten op bestaande markten te verkopen maar

IN

wil haar huidige marktaandeel vergroten. Dat kan op twee manieren: de onderneming kan

klanten van de concurrent afsnoepen, of ze kan meer van dezelfde producten aan de huidige klanten verkopen. Heel vaak wordt dat door middel van promotieacties gerealiseerd.

Dankzij die productieverhoging kunnen schaalvoordelen op vlak van productie, interne organisatie en distributie ontstaan. De strategie kost niet zoveel inspanning want de onderneming kan de aanwezige kennis gebruiken en hoeft geen nieuw product te

ontwikkelen. De strategie heeft meer slaagkans als het om een sterk product gaat én als de

N

potentiële klanten trouw zijn.

De onderneming probeert op nieuwe markten meer van haar bestaande producten te verkopen. Als er geen aanpassingen aan het product nodig zijn, kan die strategie veel geld opleveren. Vaak zijn er wel dure aanpassingen nodig om met een bestaand product succesvol

VA

te zijn binnen een nieuwe markt.

De onderneming probeert aan bestaande klanten nieuwe producten te verkopen. Dat kan op twee manieren. Ten eerste kan ze nieuwe producten introduceren die de bestaande, oude producten vervangen. Dat is een goede strategie als de onderneming daarmee inspeelt op de behoeften van de klant. Ten tweede kan de onderneming aan cross-selling doen: ze past een bestaand product een beetje aan en verkoopt dat product naast het huidige.

De onderneming probeert om een nieuw product op een nieuwe markt te verkopen. Die

@

moeilijke strategie is risicovol. De strategie is interessant voor bedrijven die succesvolle producten verkopen op een markt met beperkte groeimogelijkheden. De onderneming boort dan markten aan met nieuwe producten in de hoop om een opvolger voor de huidige succesvolle producten te vinden. Voor deze strategie heeft een onderneming voldoende investeringskapitaal, voldoende productknowhow en voldoende marktkennis nodig. De potentiële markt mag niet al te merkvast zijn. Een goede manier om een nieuwe markt te betreden is de overname van een

THEMA 5

LEVEL 1

bestaand bedrijf.

8


2

Lees aandachtig de korte omschrijvingen van de groei van een aantal bedrijven. a

Noteer de groeistrategie die de onderneming heeft gebruikt.

b

Plaats de naam van elk bedrijf binnen één van de kwadranten van de matrix van Ansoff in het kenniskader van Explore 1.

1

Aldi lanceert nieuw winkelconcept met versmarktbeleving

IN

Aldi lanceert in België een vernieuwd winkelconcept waarin het versaanbod een nog prominentere plaats krijgt. Bij de

inkom verwelkomt Aldi zijn shoppers voortaan met een heuse

versmarkt. Daar staan alle verse producten bij elkaar: groenten en fruit, vers vlees, verse vis en koelverse gemaksproducten

zoals voorverpakte slaatjes, verse fruitsappen en andere bereide maaltijden en dranken. Het is de meest opvallende innovatie Herenthout en Jodoigne.

N

in het winkelconcept dat de discounter woensdag lanceerde in Bron: retaildetail.be, 2021-12-08

VA

2

D’Ieteren zet eerste stap of fietsenmarkt met overname van Goodbikes De overname van Goodbikes ligt in lijn met de ambitie van D’Ieteren om de ontwikkeling van vlotte en duurzame mobiliteit te ondersteunen en te versnellen. Het is de bedoeling van de fietsafdeling, die enkele maanden geleden werd opgericht, om binnen vijf jaar een nationale keten van verkoop en naverkoop van fietsen, voornamelijk elektrische, op te bouwen, te beginnen in de grote steden. Op die manier geeft D’Ieteren concreet gestalte aan zijn wens om een plaats in te nemen op de fietsenmarkt, naast zijn autoactiviteit en andere mobiliteitsdiensten, zoals gedeelde mobiliteit met in het bijzonder Poppy.

@

Bron: fleet.be, 2021-10-07

3

Bron: retaildetail.be, 2021-12-08

THEMA 5

Op een toplocatie in het centrum van Antwerpen toont stadswinkel Jumbo City zich voor het eerst aan de Belgen. De eerste Vlaamse vestiging van de stadswinkelformule van Jumbo heeft een verkoopoppervlakte van 600 m² en is gevestigd in een mooi hoekpand aan de Teniersplaats, pal op de drukke winkelas tussen het Centraal Station en de Meir. Een heel zichtbare toplocatie met een hoge huurprijs, en dus ook een marketinginvestering, zou je kunnen concluderen. Jumbo maakt hier een statement naar de Belgische markt.

LEVEL 1

Eerste Belgische Jumbo City maakt statement in Antwerpen

9


4

IN

KORTINGEN À VOLONTÉ

Lust jij wel een extra korting?

Dan hebben we een suggestie voor je:

N

PRINT JE BONNEN

Explore 2— Hoe kunnen bedrijven groeien door samen te

VA

werken?

1

Lees het artikel. Wat heeft Crelan gedaan om te groeien?

Crelan mag AXA Bank overnemen De Europese Centrale Bank (ECB) heeft Crelan

@

de toestemming gegeven om AXA Bank over te

nemen, bevestigde woordvoerder Leo De Roeck van Crelan gisteravond. ‘Daarmee kunnen we verder in het overnameproces.’ In oktober 2019 maakten Crelan en AXA Bank hun plannen bekend om samen een ‘uitdager van de grootbanken’ te worden. Nu heeft de Europese toezichthouder, net als de Nationale Bank van België en de Franse centrale bank, het

THEMA 5

LEVEL 1

licht op groen gezet.

10

Door de overname verdubbelt Crelan zowat in omvang en wordt het groter dan Argenta. Het zal in de beginfase 900 kantoren tellen, een pak meer dan sommige Belgische grootbanken. Bron: standaard.be, 2021-12-15


2

Bedrijven kunnen ook groeien door structureel samen te werken onder de vorm van een fusie of een joint venture. Wat is het verschil tussen een fusie en een joint venture? Gebruik het internet.

Gaat het om een fusie of een joint venture? Kruis aan.

A

IN

3

Een Senseo is een koffiezetapparaat dat Douwe Egberts en Philips in nauwe samenwerking ontwikkelden en in Senseo Crema.

Fusie

VA

Joint venture

N

februari 2001 op de markt brachten onder de naam

B

‘De plannen van Ahold – bekend van Albert Heijn – en Delhaize kwamen voor 90 procent overeen. Het was daarom vanaf het begin duidelijk dat de gesprekken

gingen lukken’, lichtte Dick Boer, de CEO van Ahold, de deal toe. Beide bedrijven zitten in hetzelfde segment, hebben te maken met dezelfde uitdagingen en varen

dezelfde koers. De nieuwe supermarktreus heeft een

@

omzet van 54 miljard euro en 375 000 werknemers.

Fusie

Joint venture

LEVEL 1

Zoek in kranten naar een recente fusie of overname. Beschrijf die kort.

THEMA 5

4

11


Explore 3— Hoe kan een onderneming de BCG-matrix inzetten om haar toekomst te bepalen?

BCG-matrix De BCG-matrix is een managementmodel om het productportfolio van een bedrijf te analyseren. ‘BCG’ is de afkorting van Boston Consulting Group, een bekend consultancybedrijf dat de matrix in de jaren 70 ontwikkelde. De BCG-matrix zet het

IN

groeipotentieel en het relatief marktaandeel van de producten (of diensten) van een

onderneming tegen elkaar af. Daardoor kan een onderneming bepalen of ze moet investeren in een product of juist moet desinvesteren, of zelfs helemaal met het product moet stoppen. RELATIEF MARKTAANDEEL HOOG

star

question mark

GELDKOE

HOND

cash cow

dog

@

LAAG

GROEIPOTENTIEEL

VA

HOOG

VRAAGTEKEN

N

STER

LAAG

Werk in vier groepen. Elke groep onderzoekt aan de hand van de ontdekplaat een bepaald kwadrant van de BCG-matrix. Gebruik daarvoor het bijbehorende werkblaadje.

THEMA 5

LEVEL 1

a

12

Elke groep verwerkt de gevonden informatie in een rapport. Gebruik indien nodig het sjabloon dat bij het onlinelesmateriaal staat.

b

Presenteer je bevindingen aan de andere groepen.

c

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.


Explore 4— Hoe dragen digitalisering en technologie bij tot groei?

Digitalisering en technologie Naarmate een onderneming groeit, kan ze almaar slimmere keuzes maken voor de productie van haar goederen. Een hogere productie levert immers kostenvoordelen op, wat de concurrentiepositie verbetert. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat ondernemingen

Good to know

IN

innoveren. Dat kan door onder andere te digitaliseren of technologie in te zetten.

Royal Caribbean is een cruisegigant die voortdurend innoveert en technologie maximaal

N

inzet om de ervaring van haar gasten te optimaliseren.

Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje. Surf ook naar de website van Royal Caribbean. Op welke

THEMA 5

LEVEL 1

@

VA

manier creëert Royal Caribbean met technologie en digitalisering kansen voor groei? Noteer vier voorbeelden.

13


TO THE POINT Product-marktmatrix van Ansoff De product-marktmatrix van Ansoff is een nuttig model om de groeikansen van een bedrijf te bepalen. De matrix heeft twee dimensies: producten en markten. In die twee dimensies worden vier groeistrategieën gevormd. —

Marktpenetratie: verkoop van bestaande producten of diensten in de huidige markt. Onder­ nemingen gebruiken bij zo een strategie bijvoorbeeld volumekortingen of bonuskaarten. Dankzij schaalvoordelen bereiken.

IN

efficiënte productie, efficiëntere distributie en meer koopkracht kunnen ondernemingen

Marktontwikkeling: verkoop van bestaande producten in nieuwe markten. Met die strategie proberen ondernemingen klanten van concurrenten weg te lokken, bestaande producten te introduceren in buitenlandse markten of nieuwe merknamen te introduceren.

Productontwikkeling: verkoop van nieuwe producten in de huidige markt. Ondernemingen proberen om andere producten te verkopen op de huidige markt. Dat kunnen accessoires, uitbreidingen of totaal nieuwe producten zijn. Vaak gaat het om cross-selling.

Diversificatie: verkoop van nieuwe producten in nieuwe markten. Die strategie is risicovol.

N

Ondernemingen komen niet altijd geloofwaardig over als ze met nieuwe producten nieuwe

markten aanboren. Maar als ze op meerdere markten actief zijn, kunnen ze wel hun risico’s spreiden. Fusie en joint venture

VA

Bedrijven kunnen groeien door in nieuwe producten en/of nieuwe markten te investeren. Ze kunnen de groei versnellen door een bedrijf over te nemen of een structurele samenwerking met een ander bedrijf aan te gaan in de vorm van bijvoorbeeld een fusie of joint venture. Bij een fusie vormen de ondernemingen een nieuwe onderneming. Bij een joint venture blijven alle partners in het samenwerkingsverband geheel zelfstandig. BCG-matrix

De BCG-matrix zet de marktgroei en het marktaandeel van de producten of diensten van een onderneming tegen elkaar af. Daardoor kan een onderneming bepalen of ze moet investeren in een product of juist moeten desinvesteren, of zelfs helemaal met het product moet stoppen. De BCG-matrix bestaat uit vier kwadranten:

Stars (sterren): hoog marktaandeel, hoge marktgroei. Stars zijn geliefde producten voor een

@

onderneming want ze hebben een groot potentieel en ze dragen bij tot de winst van de onder­

neming. De producten zijn marktleider of bezitten een groot marktaandeel in een groeiende markt. Aangezien stars nog lange tijd veel omzet creëren, investeert de onderneming er vanzelfsprekend in.

Question marks (vraagtekens): laag marktaandeel, hoge marktgroei. De meeste producten beginnen als question marks. Ze bevinden zich in een snelgroeiende markt en hebben een laag marktaandeel. Het potentieel van de questions marks kan groot zijn maar dat is onzeker.

Cash cows (geldkoeien): hoog marktaandeel, lage marktgroei. Die producten of diensten hebben

nog steeds een hoog marktaandeel maar de markt groeit traag of stagneert. Cash cows leveren

THEMA 5

LEVEL 1

nog veel omzet op, die een onderneming kan gebruiken om nieuwe question marks tot stars om

14

te buigen. Investeringen in geldkoeien zijn alleen verstandig om de positie en winstgevendheid te behouden. —

Dogs (honden): laag marktaandeel, lage marktgroei. Uiteindelijk zullen cash cows veranderen in dogs. Dogs zijn producten of diensten waarvan de markt stagneert of krimpt. Het is raadzaam om die dogs af te stoten, vooraleer ze alleen nog maar geld kosten.


Kostenvoordelen In functie van het optimaal keuzegedrag van de producent is het belangrijk dat ondernemingen kunnen groeien. Een hogere productie levert immers kostenvoordelen op, wat haar concurrentiepositie verbetert. Een belangrijke voorwaarde is dat ondernemingen innoveren: ze zetten meer en betere productiemiddelen in om hun productieproces en – omvang te optimaliseren.

IN

BEKIJK DE KENNISCLIP

Action 1— Welke strategie passen ondernemingen toe om te groeien?

DIVERSIFICATIE

MARKTONTWIKKELING

MARKTPENETRATIE

VA

N

matrix heeft de onderneming gebruikt?

PRODUCTONTWIKKELING

Lees aandachtig de omschrijvingen van de groei van bepaalde bedrijven. Welke groeistrategie uit de Ansoff-

Een webontwikkelaar gaat boven op het bouwen van een webshop ook hosting aanbieden.

Een luchtvaartmaatschappij koopt in Barcelona een hotel om

@

klanten die een vlucht boeken een totaalpakket aan te bieden.

McDonald’s biedt aan om voor een klein bedrag een groot menu te kopen.

De modezaak gaat naast offline ook online verkopen. Een bedrijf dat op dit moment alleen televisies verkoopt, gaat ook 3D-brillen verkopen die geschikt zijn om televisie te kijken. Een bedrijf dat zich tot nu toe alleen op zakelijke klanten richt, gaat

Een onderneming gaat haar trouwe klanten belonen met een nieuw loyaliteitsprogramma.

THEMA 5

Een horecazaak gaat ook woonaccessoires op de markt brengen.

LEVEL 1

nu ook zijn producten aan particuliere klanten aanbieden.

15


Action 2— Welke voordelen ondervinden ondernemingen door samenwerking?

Lees aandachtig het artikel. Beantwoord de vragen. Waarom is er hier sprake van een joint venture en niet van een fusie?

b

Welk voordelen hebben de autofabrikanten door deel te nemen aan de joint venture Automotive Cells

IN

a

N

Company?

@

VA

Daimler en Stellantis sluiten batterij-alliantie

Het Duitse autoconcern Daimler gaat scheep met de autoconstructeur Stellantis (Fiat, Chrysler, Citroën, Opel, Peugeot ...) en de Franse energiereus Total om autobatterijen voor elektrische wagens te produceren. Het is niet de eerste keer dat vanuit de autosector plannen worden ontvouwd om zelf autobatterijen te maken. Daimler neemt een belang van 33 procent in het kapitaal van de joint venture Automotive Cells Company (ACC). De volgende jaren investeren de Duitsers bijna een miljard euro in de ontwikkeling van batterijen voor elektrische wagens. Door samen te werken kunnen de autofabrikanten genieten van schaalvoordelen en zijn ze

THEMA 5

LEVEL 1

verzekerd van voldoende voorraad. Streefdoel is tegen 2030 jaarlijks een miljoen batterijen te maken.

16

Bron: standaard.be, 2021-09-25


Action 3— Hoe dragen digitalisering en technologie bij aan de groei in de landbouw?

1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Lees het interview met de oprichter van ODYC.

2

Beantwoord de onderstaande vragen. a

Welke bedrijven kunnen bij ODYC terecht voor groeistrategieën?

IN

b

Met welke vragen kunnen bedrijven terecht bij ODYC? Noteer vier voorbeelden.

N

VA

Action 4— Hoe zet je de BCG-matrix in om de juiste

strategie te kiezen voor de toekomst van de onderneming?

1

Noteer de volgende kenmerken in het juiste kwadrant van de BCG-matrix: Deze producten of diensten …

leveren een grote bijdrage tot de winst.

b

behoren tot een snelgroeiende markt maar hebben nog een laag marktaandeel.

c

kosten op lange termijn alleen nog geld.

@

a

brengen nog een lange tijd veel omzet op. leveren nog veel omzet op die gebruikt wordt om nieuwe question marks tot stars om te buigen.

f

zijn marktleider of bezitten een groot marktaandeel in een groeiende markt.

g

hebben nog een hoog marktaandeel, maar de marktgroei vertraagt of stagneert.

h

maken deel uit van een markt die stagneert of krimpt.

i

hebben mogelijks een groot potentieel, maar dat is onzeker.

dat kwadrant behoren. 3

Noteer de volgende producten op de juiste plaats in het kwadrant. Kies uit: Apple iPad – Apple iPhone – Apple MacBook – Apple TV (toestel) – Apple Watch – Coca-Cola – Fanta – iPod – keukenapparatuur Samsung – McDonald’s Appelcake – McDonald’s Chicken McNuggets – McDonald’s frieten – McDonald’s McFlurry – Samsung Smartphone – Samsung TV – Sprite

LEVEL 1

Noteer ook in elk kwadrant een strategie die je een onderneming zou aanbevelen bij de producten die tot

THEMA 5

2

d

e

17


LEVEL 1

GROEIPOTENTIEEL

THEMA 5

HOOG

LAAG

18

VA N

HOND (dog)

VRAAGTEKEN (question mark)

LAAG

Producten:

Producten:

Kenmerken:

IN

Producten:

Strategie:

Kenmerken:

Strategie:

GELDKOE (cash cow)

STER (star)

Strategie:

Kenmerken:

Producten:

Strategie:

Kenmerken:

@ HOOG

RELATIEF MARKTAANDEEL


BREAKING NEWS 1

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

IN

CHECKLIST Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

1

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan de groei van ondernemingen toelichten

N

aan de hand van de Ansoff-matrix. 2

KAN

BETER

Ik kan met voorbeelden illustreren dat bedrijven kunnen groeien door samen te werken.

3

Ik kan het verschil tussen een fusie en een joint venture uitleggen.

Ik kan de voordelen van een joint venture

VA

4

toelichten.

Ik kan de BCG-matrix gebruiken om de juiste strategie te kiezen voor de toekomst van ondernemingen.

THEMA 5

LEVEL 1

@

5

19


LEVEL 2 Wat maakt een onderneming succesvol?

1

IN

INTRO In de vorige thema’s van de tweede graad heb je heel wat geleerd over economie. In dit level

integreer je al die leerstof. Wat heb je zo allemaal onthouden? Ga naar het onlinelesmateriaal en speel online de quiz om de betekenis van een aantal begrippen te herhalen.

Het doel van een onderneming is om ‘succesvol’ te zijn. Wat versta je onder een ‘succesvolle onderneming’? a

N

2

Werk in groepjes. Overleg en stel een digitale of getekende mindmap op met die elementen die bijdragen tot het succes van een onderneming. Tip:

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

@

VA

b

Verwerk eventueel elementen uit de quiz.

3

In dit level beantwoord je stap voor stap deze onderzoeksvraag:

THEMA 5

LEVEL 2

Welke factoren zorgen ervoor dat een onderneming succesvol is?

20


Explore 1— Met welke elementen moet een onderneming rekening houden om succesvol te zijn?

1

Lees het onderstaande artikel en bekijk het filmpje bij het onlinelesmateriaal. a

Aan welke criteria moet een onderneming voldoen om tot ‘Onderneming van het jaar®’ te worden gekozen? Markeer de criteria in het artikel. Wat is de activiteit van stow?

IN

b

N

stow uit Spiere-Helkijn werd bekroond met de titel ‘Onderneming van het Jaar®’ 2020. stow-CEO Jos De Vuyst ontving de prestigieuze award uit handen van eerste minister Alexander De Croo.

VA

EY organiseert de award voor ‘Onderneming van het Jaar®’ sinds 1995. Al 26 jaar zet de prijs Belgische bedrijven in de kijker die zich onderscheiden door hun innovatieve aanpak, gedurfde en internationale visie, strategie, gezonde financiële positie, geëngageerd teamwork, deugdelijk bestuur, ambitie en volharding om verder te groeien. Naar: stow-group.com, Foto: © Koen Luyten

Good to know

@

Deugdelijk (ondernemings)bestuur betekent dat een onderneming goed, efficiënt en verantwoord geleid wordt. Dat betekent ook: verantwoording over het gevoerde beleid afleggen aan stakeholders waaronder de eigenaars (aandeelhouders), werknemers,

THEMA 5

LEVEL 2

klanten en de samenleving als geheel.

21


2

Werk in vier groepen. Ga naar het onlinelesmateriaal. Bekijk het filmpje van jouw groep. Elk filmpje gaat over een onderneming die al eerder ‘Onderneming van het jaar®’ is geweest. Vul de tabel aan volgens het model van stow.

Groep 1

Ardo

Groep 2

La Lorraine Bakery

Groep 3

Deme

Groep 4

Resilux

IN

ONDERNEMING

a

Vul de kernactiviteit van de onderneming aan. Gebruik indien nodig het internet.

b

Vul in kernwoorden de reden van het succes in.

c

Stel klassikaal de onderneming van jouw groep voor.

stow

ACTIVITEIT

REDENEN VAN SUCCES

N

ONDERNEMING

magazijnopslag

innovatie

ontwikkelen

groei

e-commerce

VA

Ardo

@

La Lorraine Bakery

THEMA 5

LEVEL 2

Deme

22

Resilux


3

Een bedrijf is succesvol als het aan vier grote criteria voldoet: financiële gezondheid, sociale betrokkenheid, focus op groei en ecologische betrokkenheid. Deel de verschillende kenmerken in bij het overeenkomstige criterium. Kies uit: diversiteit – innovatie – financiële ratio’s – teamwork – winst – globalisering – circulaire economie – rendabiliteit – menselijk kapitaal – milieu – internationalisering – liquiditeit – solvabiliteit – duurzaamheid – deeleconomie – marketing

GERICHT OP GROEI

@

VA

ECOLOGISCH BETROKKEN

SOCIAAL BETROKKEN

N

FINANCIEEL GEZOND

IN

Infographic 1: Succesvolle onderneming

Bron: statista.com

a

Welke elementen staan in de mindmap, maar niet in de infographic?

b

Welke elementen staan in de infographic, maar niet in de mindmap?

c

Bespreek en vervolledig eventueel de mindmap.

LEVEL 2

Neem er de mindmap uit de Intro opnieuw bij en vergelijk Infographic 1 met de mindmap.

THEMA 5

4

23


TO THE POINT De belangrijkste doelstelling van de meeste ondernemingen is de continuïteit verzekeren, blijven voortbestaan en de concurrentiepositie behouden of verbeteren. De onderneming moet daarbij rekening houden met alle stakeholders, zoals haar werknemers, de klanten, de buurt, de leveranciers of de aandeelhouders. Om haar doel te bereiken moet de onderneming op vier criteria inzetten: financiële gezondheid,

Financiële gezondheid —

Zijn de liquiditeits-, solvabiliteits- en

IN

ecologische betrokkenheid, groei en sociale betrokkenheid.

rendabiliteitsratio’s goed? Is de evolutie van die ratio’s ten opzichte van voorgaande boekjaren positief? —

Is er winst gemaakt en is die winst niet gedaald ten opzichte van de afgelopen boekjaren?

Is het resultaat, winst of verlies, vooral te danken activiteiten?

N

aan de normale bedrijfsactiviteiten of aan financiële

Welk verdienmodel gebruikt de onderneming? Zijn omzet en winst belangrijk en/of zet ze in op duurzaamheid?

VA

Ecologische betrokkenheid —

Produceert de onderneming milieubewust?

Is duurzaamheid een belangrijk criterium bij de productie?

Heeft de onderneming aandacht voor de circulaire economie waarbij hergebruik primeert?

Focus op groei —

Is de onderneming innovatief bezig door het product of het productieproces te vernieuwen? Dat kun je aanduiden met de Ansoff-matrix die je in Level 1 hebt bestudeerd.

Besteedt de onderneming aandacht aan de digitalisering zoals e-commerce, robotisering,

@

automatisering … ?

Zoekt de onderneming nieuwe afzetmarkten of inkoopmarkten in het buitenland?

Zet de onderneming samenwerkingsakkoorden zoals joint ventures met andere bedrijven op?

Op welke manier zet de onderneming marketing in om beter te zijn dan de concurrent? Via de marketing kan de onderneming zich onderscheiden van de concurrenten. Welke producten bevinden zich in welk segment van de BCG-matrix zodat de onderneming weet op welke

THEMA 5

LEVEL 2

producten ze moet focussen?

24


Sociale betrokkenheid —

Hoe gaat de onderneming om met globalisering, onder andere van de arbeid (outsourcing, offshoring)?

Investeert de onderneming in menselijk kapitaal d.m.v. opleiding, zodat de productiviteit verbetert of creatieve ideeën ontstaan?

Houdt de onderneming rekening met diversiteit bij haar personeel (gender, afkomst …)? Hoe gaat het bedrijf om met globalisering in functie van de arbeidsmarkt? Wordt de productie gevestigd in lageloonlanden … ?

IN

Een onderneming die daaraan aandacht besteedt, is succesvol. Ze zal ook een duurzame bijdrage

leveren aan de welvaart van de maatschappij, wat op zijn beurt meer welzijn in de samenleving tot

N

stand brengt.

Action 1— Waar kun je controleren of een onderneming succesvol is?

VA

Good to know

De enkelvoudige jaarrekening is de jaarrekening van een enkel rechtspersoon zoals een besloten vennootschap. Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) voorziet in de modellen van jaarrekeningen en bepaalt dus de vorm van de balans, de resultatenrekeningen enzovoort.

Een geconsolideerde jaarrekening geeft een jaarlijks overzicht van de financiële situatie van een groep. Een voorbeeld van een groep is de Colruyt Group. Dat is het moederbedrijf en heeft als dochterondernemingen onder andere Colruyt, Okay, Dreamland, DATS 24,

@

BioPlanet. Het is het moederbedrijf dat de jaarrekening opstelt en de jaarrekeningen van de dochterondernemingen mee opneemt in zijn jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening vult de enkelvoudige jaarrekening aan en vervangt die dus niet.

LEVEL 2

Wat is de activiteit van bpost?

THEMA 5

1

25


2

Ga aan de hand van de onderstaande criteria na of bpost een succesvolle onderneming is. Je onderzoekt stapsgewijs het financiële, sociale, ecologische en groeiaspect van de onderneming.

Stap 1

Het financiële aspect

Good to know — De liquiditeitsratio geeft weer of een onderneming met vlottende activa de schulden op korte termijn kan terugbetalen. De ratio moet groter zijn dan 1,2. Ligt de ratio bij een liquiditeitsratio onder de 0,5.

IN

onder 1 dan kan de onderneming in de problemen komen. De situatie is dramatisch

vlottende activa (29/58)     liquiditeit = _____________________________________________ ​​       ​​ vreemd vermogen op korte termijn (42/48)

— De solvabiliteitsratio geeft de verhouding van de eigen middelen ten opzichte van

het totaalvermogen weer. Ondernemingen met een solvabiliteitsratio van 30 % zijn solvabel.

N

eigen vermogen (10/15)      ​​ solvabiliteitsratio = _____________________________ ​​  totaalvermogen (17/49)

* 100

— De rendabiliteitsratio van het eigen vermogen geeft aan hoeveel winst er gemaakt wordt met het geïnvesteerde vermogen. Een goede rendabiliteit ligt tussen de 5 % en 10 %, alleszins meer dan een risicovrije belegging zoals een spaarrekening.

VA

resultaat boekjaar na belastingen (9904)           ​​ * 100 rendabiliteit eigen vermogen = ______________________________________________ ​​  eigen vermogen (10/15)

De codes bij de formules verwijzen naar de code in de balans of resultatenrekening in de jaarrekening zodat je de getallen snel vindt. VLOTTENDE ACTIVA

29/58

1 300 977 474,00

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er de enkelvoudige jaarrekening van bpost van 2020. Bereken en zoek

@

de onderstaande ratio’s en resultaten. a

Bereken de liquiditeit.

THEMA 5

LEVEL 2

vlottende activa ​​       liquiditeit = ________________________________  ​​     vreemd vermogen op korte termijn

26

Dit boekjaar (2020):

Vorig boekjaar (2019):

Wat besluit je?


b

Bereken de solvabiliteit. Markeer in de formule of je dat onderdeel hebt gevonden in de balans (geel) of de jaarrekening (groen). eigen vermogen    solvabiliteit = ___________________________ ​​      ​​ * 100 totaalvermogen (schulden)

Dit boekjaar (2020):

Vorig boekjaar (2019):

Wat besluit je?

c

IN

Bereken de rendabiliteit. Markeer in de formule of je dat onderdeel hebt gevonden in de balans (geel) of de jaarrekening (groen).

N

resultaat van het boekjaar na belasting  ​​ * 100          rendabiliteit van het eigen vermogen = ____________________________________ ​​  eigen vermogen Dit boekjaar (2020):

Vorig boekjaar (2019):

Wat besluit je?

VA

Tip:

De rendabiliteit op het eigen vermogen in de sector van pakjesdiensten is 7 %.

d

Hoeveel bedraagt het ondernemingsresultaat na belastingen in 2020? Is er een stijging of een daling

@

t.o.v. vorig boekjaar?

LEVEL 2

Wat is je algemeen besluit rond de financiële gezondheid? Omcirkel en verklaar.

THEMA 5

e

27


Stap 2

Het sociale aspect

Good to know Gegevens in verband met de opleiding, het aantal vrouwelijke en mannelijke personeels­ leden enzovoort staan in de sociale balans en zijn een onderdeel van de enkelvoudige jaarrekening. Gedetailleerdere informatie vind je in het MVO-verslag (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) of duurzaamheidsverslag in het onderdeel ‘People’ van de onderneming. Alle bedrijven van ‘openbaar belang’ die meer dan vijfhonderd mensen

IN

tewerkstellen en een netto-omzet van 34 miljoen euro of een balanstotaal van 17 miljoen euro hebben, moeten zo een verslag opstellen.

Ga naar het onlinelesmateriaal. Raadpleeg het MVO-verslag en de sociale balans van bpost. Neem er opnieuw de jaarrekening bij. Waar staan de onderstaande gegevens en welke gegevens vind je daar? Diversiteit: aantal vrouwelijke en mannelijke werknemers

Volgens de sociale balans van de enkelvoudige jaarrekening (2020): blz.

N

a

volgens het MVO-verslag (2020): blz.

VA

Wat besluit je? Omcirkel en verklaar.

@

b

Opleiding: totaalaantal opleidingsuren per werknemer

Volgens de sociale balans van de enkelvoudige jaarrekening (2020): blz.

THEMA 5

LEVEL 2

28

Volgens het MVO-verslag (2020): blz.


Wat besluit je? Omcirkel en verklaar.

c

IN

Arbeidsongevallen: totaalaantal arbeidsongevallen

Volgens het MVO-verslag (2020): blz.

Wat besluit je? Vergelijk eventueel met vorige boekjaren. Omcirkel en verklaar.

VA

N

Stap 3

Het ecologische aspect

Good to know

Informatie over duurzaamheid staat niet in de enkelvoudige jaarrekening. Daarvoor moet je kijken in het MVO-verslag of duurzaamheidsverslag van de onderneming. Alle bedrijven

@

van ‘openbaar belang’ die meer dan vijfhonderd mensen tewerkstellen en een nettoomzet van 34 miljoen euro of een balanstotaal van 17 miljoen euro hebben, moet zo een verslag opstellen. In het duurzaamheidsverslag staat bij het onderdeel ‘Planet’ informatie over initiatieven om de productie of dienstverlening ecologischer te maken.

Raadpleeg opnieuw het MVO-verslag van bpost.

LEVEL 2

Vermeld drie initiatieven van bpost om de productie en dienstverlening groener te maken.

THEMA 5

a

29


b

Waar heb je die informatie gevonden?

c

Vermeld één initiatief van bpost om de buurt meer bij het bedrijf te betrekken.

d

Waar heb je die informatie gevonden?

Wat besluit je? Omcirkel.

Stap 4

Het groeiaspect

Good to know

N

e

IN

Uit de enkelvoudige jaarrekening kun je niet afleiden of de onderneming veel investeert in groei door samenwerkingen te zoeken met andere bedrijven (joint ventures), of

VA

hoeveel ze investeren in innovaties, onderzoek en ontwikkeling … Die informatie vind je meestal in krantenartikels, op de website van de onderneming maar zeker ook in het geconsolideerde jaarverslag.

a

Zoek een innovatie waaraan bpost werkt en die bijdraagt tot de groei van het bedrijf.

b

Waar heb je die informatie gevonden?

@

c

Wat besluit je? Omcirkel.

d

Zoek in welke markt bpost wil doorbreken of meer groei realiseren.

THEMA 5

LEVEL 2

Tip:

30

Lees ook de twee artikels die je bij het onlinelesmateriaal vindt.


e

Waar heb je die informatie gevonden?

f

Waar bevindt het bedrijf zich in de ANSOFF-matrix? Omcirkel in de afbeelding welke groeirichting bpost volgt. Argumenteer je antwoord.

IN

MARKT­ONTWIKKELING

NIEUW PRODUCT

PRODUCT­ONTWIKKELING

N

BESTAANDE MARKT

MARKT­PENETRATIE

NIEUWE MARKT

BESTAAND PRODUCT

VA

DIVERSIFICATIE

@

LEVEL 2

Wat besluit je? Omcirkel.

THEMA 5

g

31


h

Op welke manier zet de onderneming marketing in om beter te zijn dan de concurrent? Wie is die concurrent?

i

IN

Gebruik de artikels van de vorige vraag.

Tip:

Plaats de diverse producten van bpost op de BCG-matrix.

RELATIEF MARKTAANDEEL HOOG STER

@ THEMA 5

LEVEL 2

j

32

VRAAGTEKEN

N

question mark

GELDKOE

HOND

cash cow

dog

LAAG

GROEIPOTENTIEEL

VA

HOOG

star

LAAG

Wat besluit je? Omcirkel en verklaar.


3

Verzamel vijf recente krantenartikels over bpost. a

Verwerk de informatie uit die artikels samen met de antwoorden uit vraag 2 tot een nieuw artikel voor het tijdschrift De Belegger. Gebruik een tekstverwerker.

b

Je artikel bevat maximaal 1 000 woorden (1 pagina) en geeft een geïnteresseerde ethische belegger advies over de aankoop van een aandeel van bpost.

Tip:

aspecten zoals het ecologische en sociale.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio. Neem hier ook de vijf gezochte artikels in op.

BREAKING NEWS

IN

c

Die belegger houdt niet alleen rekening met de financiële aspecten, maar ook met ethische

Ga naar het onlinelesmateriaal. Je vindt er een actualiteitsitem over het onderwerp.

2

Los de vragen op.

3

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

VA

CHECKLIST

N

1

Duid aan of je de onderstaande vaardigheden voldoende beheerst.

JA

1

KAN BETER

EXTRA OEFENMATERIAAL

Ik kan elementen opsommen die bepalen of een onderneming succesvol is.

2

Ik kan aan de hand van bronnen een eigen

mening geven in verband met het succes van een

@

onderneming.

Ik kan de juiste stappen volgen om een beknopt

LEVEL 2

praktijkonderzoek uit te voeren.

THEMA 5

3

33


STEP-UP 1

Onderzoek alleen of in een groepje van maximaal drie personen of de gekozen onderneming succesvol is. a

De onderzoeksvraag is: Waarom kan de onderneming x (niet) gekozen worden tot onderneming

Kies een van deze drie ondernemingen. Vink aan: Kinepolis

c

N

b

IN

van het jaar®? Welke deelvragen kun je stellen? Gebruik de informatie uit Action 1 van Level 2.

Colruyt

Ikea

Ga naar het onlinelesmateriaal en download het sjabloon. Dat helpt je om een antwoord te vinden op de deelvragen.

Om dit te onderzoeken volg je de OVUR-strategie. Dat houdt in dat je de volgende stappen

VA

d

doorloopt om tot de oplossing van dit onderzoek te komen.

STAP

O V U R

MOGELIJKE VRAGEN

O

Wat moet ik doen?

Oriënteren

Wat wordt er van mij verwacht?

AANDACHTSPUNTEN BIJ DE ONDERZOEKSVRAAG

Lees de onderzoeksvraag. Zorg dat je de vraagstelling begrijpt.

Wat zijn de

Leiden de deelvragen tot de oplossing van de onderzoeksvraag?

doelstellingen?

@

V

THEMA 5

STEP-UP

Voorbereiden

34

Hoe ga ik de

Kijk de inhoud van dit level na in je leerwerkboek.

deelvragen en

Welke criteria zijn van toepassing om te besluiten of

de hoofdvraag oplossen?

een onderneming succesvol is?

Volg het sjabloon bij het onlinelesmateriaal om de

Welke bronnen heb

deelvragen op te lossen. Welke onderdelen moet je

ik nodig?

bespreken per criterium (bijvoorbeeld ‘solvabiliteit’ bij het criterium ‘financiële gezondheid’)? Stel dat voor in een schema (mindmap).

Welke bronnen heb je nodig per criterium om de deelvraag te beantwoorden?

Tip:

Mogelijke bronnen zijn krantenartikels, websites in verband met financiële ratio’s, duurzaamheidsrapport, enkelvoudige en geconsolideerde jaarverslagen, website van de onderneming (investor relations), de sociale balans in de jaarrekening …


STAP

MOGELIJKE VRAGEN

U

Uitvoeren

AANDACHTSPUNTEN BIJ DE ONDERZOEKSVRAAG

Geef een

Maak een inhoudelijke schets op papier.

invulling aan de

Komen alle criteria aan bod (financieel, sociaal,

onderzoeksvraag.

Hoe stel ik het

ecologisch, groeimatig)?

rapport op?

Heb je cijfermateriaal, tabellen, grafieken toegevoegd om je rapport te verduidelijken of te staven?

Heb je de bronnen toegevoegd?

In welke vorm(en) kun je best je rapport opstellen: geschreven, presentatie, infographic … ?

Reflecteren

2

geleverde werk?

Wat kan er beter?

Wat was goed?

Is je taal correct?

Eigen invulling.

Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

N

e

Wat vind ik van het

Gebruik je de NBN-norm?

IN

R

Schrijf een rapport over jouw vaststellingen voor de organisatie die de trofee van ‘Onderneming van het jaar® 20xx’ uitreikt. a

Maakt het rapport als volgt op:

een verslag in een tekstbestand van maximaal 1 500 woorden (3 pagina’s), zonder

VA

grafieken of tabellen,

b

en/of een presentatie van maximaal 20 dia’s, inclusief grafieken en tabellen,

en/of een infographic (bijvoorbeeld Canva). Gebruik daarvoor de ICT-fiche_C_01.

Beantwoord de diverse onderzoeksvragen zodat de organisator van de verkiezing kan beslissen om de onderneming al dan niet op te nemen in de shortlist. Dat is de top vijf van bedrijven die in aanmerking komen voor de trofee ‘Onderneming van het jaar®’. Geef het bestand een duidelijke naam en bewaar het in je portfolio.

THEMA 5

STEP-UP

@

c

35


Begrippenlijst Thema 5 LEVEL 1

BEGRIP cross-selling

VERKLARING Bij cross-selling voert een onderneming een kleine aanpassing aan het product door en verkoopt dat product naast het huidige.

1

diversificatie

Met die groeistrategie probeert een nieuwe markt te verkopen.

1

fusie

IN

onderneming een nieuw product in een

IN JE EIGEN WOORDEN

Dat is een samenwerking waarbij twee (of

meer) bedrijven één bedrijf vormen. 1

groeipotentieel

Dat is een positieve verandering op lange termijn van bijvoorbeeld de omzet, het

1

joint venture

Dat is een samenwerking waarbij twee

bedrijven naast hun eigen activiteiten, een

markt­

Met die groeistrategie probeert een

ontwikkeling

onderneming bestaande producten te

verkopen op nieuwe markten. Het doel

van marktontwikkeling is om via nieuwe

markten het huidige product extra te verkopen.

1

markt­

Bij die strategie probeert een onderneming

penetratie

bestaande producten op bestaande

36

1

marktpenetratie is vaak het huidige

product­

Met die groeistrategie probeert een

ontwikkeling

onderneming nieuwe producten aan

@ THEMA 5

BEGRIPPENLIJST

1

markten te verkopen. Het doel van marktaandeel vergroten.

1

nieuw bedrijf te stichten.

VA

1

N

marktaandeel, de winst …

bestaande klanten te verkopen.

relatief

Dat is de verhouding tussen het

marktaandeel

marktaandeel van een onderneming en haar

grootste concurrent in dezelfde markt.

schaal­

Het economische voordeel dat een

voordelen

onderneming realiseert door op grotere

schaal te opereren.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.