1 minute read
Proefversie©VANIN
by VAN IN
Elena a Wie van de spilfiguren spaart vooral op korte termijn? Noteer telkens de naam en waarvoor die spaart. b Wie spaart op lange termijn? Noteer telkens de naam en waarvoor die spaart. c Wie spaart er zowel op korte als op lange termijn? Noteer telkens de naam en waarvoor die spaart. d Wie spaart niet? Waarom?
Voor iets dat je snel wilt hebben, kun je sparen op korte termijn. Voor iets dat je later pas wilt hebben, of om een hoger bedrag bijeen te sparen, kun je sparen op lange termijn.
Inkomsten hebben we meestal op korte termijn. Je werkt en verdient daar geld mee. Maar je uitgaven doe je niet allemaal meteen. Sommige uitgaven doe je pas later, zoals het ticket van Mila voor Tomorrowland. Ze weet al dat ze dat geld gaat uitgeven, maar ze heeft het nog niet. Om met je inkomsten op korte termijn je uitgaven op lange termijn te kunnen betalen, moet je dus sparen. Je moet zorgen dat je later het geld hebt wanneer je het nodig hebt.
5 En jouw budget?
Bespreek samen met een klasgenoot: a Met welke spilfiguur komt jouw persoonlijke budgettaire situatie het meest overeen? b Waar haal jij je inkomsten vandaan (zakgeld, weekendwerk, vakantiejob, flexi-job …)? c Waaraan geef jij je geld uit? d Waarvoor spaar jij?