1 minute read
Proefversie©VANIN
by VAN IN
opd R aCH t 2: Het ene gezinsbudget is het andere niet
Inleiding stap 1: Markeer de inkomsten van het gezin. We maken een onderscheid tussen vaste inkomsten (elke maand hetzelfde bedrag) en variabele inkomsten (elke maand een verschillend bedrag). a Markeer alle vaste inkomsten met blauw. b Markeer alle variabele inkomsten met rood.
Het ene persoonlijke budget is het andere niet, en dat geldt ook voor familiebudgetten. Elke familie heeft haar eigen inkomsten en uitgaven, afhankelijk van de gezinssituatie.
1 Analyseer de gezinsbudgetten.
Ga naar en bestudeer het overzicht van de gezinsbudgetten van Lotte, Marieke, Mila en Adila. We starten met het gezinsbudget van Lotte. Daarna vergelijken we haar gezinsbudget met dat van de drie anderen.
Tussentijdse feedback door de leerkracht stap 2: Markeer de kosten of uitgaven van het gezin. We maken een onderscheid tussen vaste of terugkerende kosten/uitgaven (een kost die je elke maand hebt of regelmatig terugkeert) en éénmalige kosten/uitgaven (een specifieke kost of uitgave die niet vaak terugkomt). a Markeer alle vaste of terugkerende kosten met groen. b Markeer alle eenmalige kosten met geel.
Tussentijdse feedback door de leerkracht stap 3: Analyseer de gezinsbudgetten. stap 4: Noteer alle inkomsten en uitgaven. Bekijk vervolgens het overzicht.
Je leerkracht legt uit hoe deze opdracht gemaakt wordt.
Komt het gezin van Lotte toe? Zijn de uitgaven groter dan de inkomsten of niet? Hoeveel bedraagt het tekort/overschot?