1 minute read
Proefversie©VANIN
by VAN IN
Als de aarde precies recht zou staan, zou er weinig verschil zijn tijdens dat rondje rond de zon. Maar de aarde staat dus scheef. Omdat de aarde rond de zon draait, is tijdens onze zomer het noordelijke deel het meest naar de zon gekanteld en tijdens onze winter het zuidelijke deel. In de zomer straalt de zon dus veel meer ‘van boven’ op ons deel van de aarde. De zonnestralen moeten dan door een veel kleiner stuk van de dampkring reizen en daardoor is het veel warmer.
De volgende figuur maakt dat duidelijk: zonlicht
Op het noordelijk halfrond, bij de rode pijl, krijgt de aarde in deze positie het meeste zonlicht. Op dat deel van de aarde (waaronder België) zal het dus zomer zijn: er vallen heel veel zonnestralen op die plaats.
Op het zuidelijk halfrond, bij de blauwe pijl, vallen de zonnestralen schuin in en onder een minder scherpe hoek. Daar is het winter.
Zes maanden later is het zomer aan de onderzijde van de aardbol (het zuidelijk halfrond) en winter aan de bovenzijde (noordelijk halfrond). De aarde heeft ondertussen de helft van haar baan rond de zon afgelegd.
De volgende figuur maakt dat duidelijk: zonlicht