1 minute read

Proefdruk@VANIN

Next Article
Proefdruk@VANIN

Proefdruk@VANIN

persoonlijk antwoord

Vóór het jaar 610 bevonden veel vrouwen op het Arabisch Schiereiland zich in een zwakke positie. Afhankelijk van de stam waarin ze leefden, hadden vrouwen meer of minder rechten.

Meestal hadden ze echter maar beperkt toegang tot onderwijs en werk. Vaak werden ze gedwongen om te trouwen om politieke of economische redenen. Vruchtbare vrouwen die vooral jongens kregen, genoten iets meer aanzien. Zij verzekerden namelijk het voortbestaan van de stam. De onvruchtbare vrouwen werden als minderwaardig beschouwd. De man kon met een eenvoudige zin de scheiding uitspreken, terwijl het voor vrouwen zo goed als onmogelijk was om te scheiden. Vrouwen uit de onderdrukte stammen werden uitgebuit en zelfs tot slaaf gemaakt. Sommige vrouwen hadden wel professioneel succes in de handel, geneeskunde en dichtkunst. Vooral vrouwen uit de adellijke families waren financieel onafhankelijk en beslisten zelf over hun huwelijken en scheidingen. Die vrouwen konden soms zelfstandig hun leven leiden. Met de komst van de islam kregen alle vrouwen meer rechten, zoals het recht op eigendom en erfenis. De traditie benadrukte ook de waarde van onderwijs voor vrouwen en stelde dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. In de Qur ān spreekt Allah beiden aan en wat geldt voor de man is ook geldig voor de vrouw. Er is dus in de Qur ān geen sprake van ongelijkheid.

DE QURʾĀN ZEGT:

En wie dan ook goede werken verricht, hetzij man hetzij vrouw, en gelovig is, betreedt de Tuin. En hen wordt niet het geringste onrecht aangedaan. (Q 4:124)

TOELICHTING

De Qurʾān geeft aan dat mannen en vrouwen dezelfde morele en geestelijke status hebben. Dat wil zeggen dat zij dezelfde morele verantwoordelijkheid en hetzelfde vermogen tot onafhankelijke morele keuze hebben en dat ze dezelfde gevolgen van hun daden dragen.

Vers 195 van hoofdstuk 3 deelt ook mee: Hun Heer antwoordde hen: ‘Ik zal het werk van geen enkele arbeider onder u, man of vrouw, tevergeefs laten zijn; ieder van u is gelijk aan de ander.’ Ook vanuit de overlevering concluderen geleerden dat de profeet de man en de vrouw gelijkstelde.

This article is from: