TALENT 2 - Taalschrift A - Thema 3

Page 1

2

Taalschrift Naam: Klas:

71123_TALENT 2_TAALSCHRIFT 2A_ 580252-1.indd 2

Nr.:

22/01/18 14:27


TALENT 2 - Taalschrift Bij TALENT voor het 2e leerjaar horen volgende materialen: Voor de leerling: • Leesboek • Taalschrift A • Taalschrift B • Taalschrift C • Spellingschrift • Projectbundel - Wist je dat? • Projectbundel - Van dino’s tot dodo’s • Projectbundel - Dat is mooi, niet? Voor de leraar: • Handleiding A • Handleiding B • Handleiding C • Correctiesleutel Taalschrift A • Correctiesleutel Taalschrift B • Correctiesleutel Taalschrift C • Correctiesleutel Spellingschrift • Zorg- en evaluatiemap A • Zorg- en evaluatiemap B • Zorg- en evaluatiemap C Voor de klas: • Talentbib • Wandplaten • Cd- en dvd-box Digitale ondersteuning (zie ook www.talentvoortaal.be/digitaal) • Bingel Max • Bingel Plus • Bingel Start

Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. Jammer genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be. Ook voor het digitale lesmateriaal gelden deze voorwaarden. De licentie die toegang verleent tot dat materiaal is persoonlijk. Bij vermoeden van misbruik kan die gedeactiveerd worden. © Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2018 De uitgever heeft ernaar gestreefd de relevante auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht zich tot de uitgever te wenden.

Eerste druk 2018 Art. 580252 / 1

71123_TALENT 2_TAALSCHRIFT 2A_ 580252-1.indd 3

22/01/18 14:27


THEMA

3

Onder mijn bed

Talent2_Taalschrift A.indb 67

22/01/18 09:41


Talent2_Taalschrift A.indb 68

22/01/18 09:41


les 4

Een stem onder mijn bed Ik kan zeggen wie de hoofdpersoon is en hoe hij of zij zich voelt.

1

Lees deel 1 van het verhaal. Los de vragen op.

5

10

We zijn op vakantie in ons nieuwe huis. Klinkt dat gek? Het is ook gek. Na lang zoeken vond papa een baan. Zijn nieuwe werk is wel een eind weg. Het is meer dan een uur rijden van ons oude huis vandaan. Dus zochten we een nieuwe woning en dit huis kwam net vrij. Er woonde een oude man in. Boven de bel staat zijn naam nog: E. VERBEEK

a ‘Na lang zoeken vond papa een baan.’ Wat wil dat zeggen?

W

Papa vond eindelijk de juiste weg. Papa vond nieuw werk. Papa vond een wegenkaart.

de woning huis, de plek waar je woont

b Wie is de oude man uit het verhaal? De opa van Emiel De nonkel van Emiel De man die vroeger in het huis woonde c Kleur in de tekst: de naam van de oude man die in het huis woonde.

Thema 3 - les 4

Talent2_TS Thema3.indd 69

69

23/01/18 10:45


2

Lees deel 2 van het verhaal. Los de vragen op.

5

10

15

20

W

Door een val kwam hij in een rolstoel. Nu woont hij in een tehuis. En weet je wat nog gekker is? De kleren en zo zijn weg, maar een stuk inboedel bleef hier: meubels, bestek, potten en pannen. Naar het tehuis kon niet veel mee en mijn ouders vinden het handig zo. Thuis hoeven ze nog niets in te pakken en hier kunnen ze al verbouwen. Er komt een nieuwe keuken, het oude behang moet eraf en de muren krijgen een wit kleurtje. Hun zoon, ik dus, speelt voor knecht: behangpapier opruimen, koffie zetten ... Zo zijn mijn dagen goed gevuld, maar de nachten duren lang. Ik lig in een vreemde kamer met nieuwe geuren en kleuren. In mijn bed is plaats voor twee en het kraakt als ik beweeg.

het tehuis

huis waar een groep mensen woont. In een bejaardentehuis wonen oude mensen.

de inboedel

alle meubels en spullen in een huis

verbouwen

een huis een stukje afbreken en dat stuk opnieuw bouwen

het behang

brede stroken papier waarmee je de muren beplakt

a Hoe zou jij je voelen als je moest verhuizen? Bespreek het met je partner. b ‘De oude man woont nu in een tehuis.’ Wat is een tehuis?

70

Thema 3 - les 4

Talent2_Taalschrift A.indb 70

22/01/18 09:42


c Emiel helpt mee thuis. Kleur in de tekst: twee dingen die hij doet. d Hoe help jij soms thuis? Vertel het aan je partner. e Hoe voelt Emiel zich in zijn nieuwe kamer? Hij voelt zich er erg op zijn gemak. Hij moet nog wennen aan de kamer. Hij komt er nooit omdat hij bang is. W

f Wie is de hoofdpersoon?

de hoofdpersoon belangrijkste persoon in een verhaal

Wie zijn de personen in een verhaal? Sommige personen zijn belangrijker dan anderen. Erg belangrijke personen noemen we hoofdpersonen.

Maar ook over ons!

Dit verhaal gaat over mij!

Ik ben dus de hoofdpersoon.

g Wat bedoelt Emiel? Zoek de vier goede antwoorden. ‘Ik lig in een vreemde kamer met nieuwe geuren en kleuren. In mijn bed is plaats voor twee en het kraakt als ik beweeg.’ Mijn kamer ruikt anders dan mijn vorige kamer. Mijn kamer ruikt naar zweetvoeten. Mijn kamer heeft een nieuwe kleur. Mijn bed is te klein. Mijn bed is heel groot. Ik ken deze kamer nog niet goed.

Thema 3 - les 4

Talent2_Taalschrift A.indb 71

71

22/01/18 09:42


3

Lees deel 3 van het verhaal. Los de vragen op.

5

10

15

In het donker komen de vragen. Hoe zou het met mijn vrienden zijn? Missen zij mij ook? Wonen er nog kinderen in deze straat? En dan die nieuwe school. Zal ik gauw vriendjes hebben? Of zullen ze mij pesten? Volgens mama komt het vast goed. Maar is dat wel zo? ’s Nachts blijf ik maar piekeren. Ik draai en keer tussen de lakens. En het bed blijft maar kraken. Tot ik beter luister ... Het is net of ... ergens onder mijn bed een stem zit! “Dag Emiel”, kraakt ze. “Blij dat je terug bent. Ik heb je gemist.” Roerloos blijf ik op mijn rug liggen en zo word ik ’s morgens wakker. Was die stem echt? Of een droom? W

a Emiel stelt zich vragen als hij in bed ligt. Welke vragen? Hoe zou het met mijn vrienden zijn? Zouden mijn vrienden naar mijn feestje komen? Zal ik gepest worden op mijn nieuwe school? Kan ik soep eten op de nieuwe school?

piekeren ergens over blijven nadenken roerloos zonder te bewegen

b Kleur in de tekst: nog een vraag van Emiel. c Hoe voelt Emiel zich in zijn bed? Kleur de woorden die passen.

rdrietig opgewonden bang ve moe nieuwsgierig boos blij jaloers

d Wat vraag jij je af als je in bed ligt? Bespreek het met je partner. e Kleur in de tekst: een zin die zegt dat Emiel zijn vrienden mist. een zin die zegt dat Emiel ’s nachts wakker ligt. f Is de stem echt of een droom? En van wie zou de stem zijn? Wat denk jij? 72

Thema 3 - les 4

Talent2_Taalschrift A.indb 72

22/01/18 09:42


4

Lees deel 4 van het verhaal en los daarna de vragen op.

5

10

Een stem onder mijn bed | Riet Wille

Oelewapper van de week | Karla Stoefs

15

Tijdens het ontbijt kijkt mama me aan. “Slecht geslapen?” vraagt ze bezorgd. Dan geeft ze papa een por. “Gaan jullie maar fietsen”, stelt ze voor. “Rij eens langs zijn nieuwe school en toon het zwembad en het park.” We fietsen naast elkaar. Papa doet of hij hier al jaren woont en ratelt maar door. “Hier is mijn werk”, toont hij. “En daar is jouw school.” Ik haal mijn neus op. Het is een oud gebouw en de speelplaats zit vol putten. Moeten we daarop voetballen? Wel is er veel groen: bomen, struiken en een groot grasveld.

De papa van Emiel vindt een baan. en daarom verhuist het gezin. In het nieuwe huis is veel werk. Er staan nog heel wat spullen. Die zijn van de oude man die voor hen in het huis woonde. De nachten duren lang voor Emiel. Hij woelt en draait in bed.

vanmijn de week EenOelewapper stem onder bed Karla Stoefs | Mark Borgions Riet Wille | Jan Van Lierde

Meer lezen? Een stem onder mijn bed, Riet Wille, Talentbib 2

Zijn bed kraakt … het lijkt wel of het praat. Maar van wie is die stem? En wat zegt ze? Dat lees je in dit boek!

Haal meer uit dit boek! Ga snel naar bingel.be.

2

Th 1_Oelewapper van de week_COVER.indd Alle pagina's

30/05/17 11:59

W

a Mama is bezorgd. Waarom? Ze is de fiets van Emiel in het vorige huis vergeten. Emiel heeft slecht geslapen. Er is te weinig verf om te schilderen.

bezorgd je maakt je zorgen om iets of iemand de por klein duwtje

b Hoe voelt papa zich als hij met Emiel gaat fietsen? Hij vindt het niet leuk, hij werkt liever in het huis. Hij is verdrietig omdat Emiel niet goed kan fietsen. Hij vindt het fijn om samen met zijn zoon te fietsen. c Emiel haalt zijn neus op. De school ziet er niet zo leuk uit! Kleur in de tekst: iets dat hij niet leuk vindt aan de school. iets dat er wel leuk uitziet op de nieuwe school.

5

Hoe verliep de les voor jou? Ik kon vertellen over mijn gevoelens bij het bekijken van de foto’s. Ik kon zeggen wie de hoofdpersoon is en hoe hij of zij zich voelt. Ik werkte goed samen met mijn partner. Thema 3 - les 4

Talent2_Taalschrift A.indb 73

73

22/01/18 09:42


les 5

Bang Ik kan een gedicht juist overschrijven zodat ik het zelf nog eens kan lezen.

1

Luister naar de geluiden. a Nummer ze. Wat je eerst hoort, krijgt nummer 1.

b Schrijf geluiden die jij eng vindt.

Wat is een rijmwoord? Rijmwoorden lijken op elkaar. Bv. koek – broek, bang – slang, doos – boos ... Ze hebben vaak dezelfde letters achteraan, maar dat moet niet. Bv. pauw – mouw, stad – plat, krab – hap ... Je vindt rijmwoorden vaak terug in een gedicht, maar een gedicht moet niet noodzakelijk rijmen. niets zo leuk als een leuke boot

74

beer eet peer en haas lust kaas

Thema 3 - les 5

Talent2_Taalschrift A.indb 74

22/01/18 09:42


2

Schrijf de ontbrekende zinnen net en juist over. Kijk je werk na. Bang Ik ben voor niets en niemand bang

‘t Is elke avond dikke pret

Ook heb ik helemaal geen last

En springt er ‘s nachts om twaalf uur

dan zeg ik: “Jammer beste vent, dat jij zo ingewikkeld bent!”

Ik kijk na! Ik heb elke zin: juist overgeschreven. netjes overgeschreven. Ik heb achter elke zin: een punt gezet.

3

W

de pret plezier ingewikkeld ingewikkeld, (hier ook) met doeken er rond

Hoe verliep de les voor jou? Ik kon het gedicht aanvullen door naar de prenten te kijken. Ik kon de zinnen juist en netjes overschrijven. Ik werkte goed samen met anderen.

Thema 3 - les 5

Talent2_Taalschrift A.indb 75

75

22/01/18 09:42


les 7

Tijd om op te ruimen! Ik kan woorden die een naam geven aan personen, planten, dieren of dingen herkennen.

Wat is een zelfstandig naamwoord? Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een naam geven aan personen, dingen, planten en dieren: > > > >

1

boom

papa, directeur, Carlos, juf, Anna ... kast, lijm, deur, schaar ... cactus, eik, roos ... hond, schaap, dinosaurus ...

personen dingen planten dieren

Emiel, Noor en Saar hielden een kussengevecht terwijl Fien sliep. a Help je met opruimen? Kleur de kussens die bij elkaar horen in de kleur van de pyjama’s.

leeuw Ik ♥ dieren!

Ruben

Ik ♥ personen!

struik kind

potlood

boom

papa gras

Ik ♥ planten!

mus

koelkast parkiet

aap

konijn madelief

bril

boer

Bruno tulp

postbode

Ik ♥

b Er liggen nog kussen, van Fien. Lees de woorden zonder kleur. Waar houdt Fien van? Schrijf het op haar dekbed. 76

Thema 3 - les 7

Talent2_Taalschrift A.indb 76

22/01/18 09:42


2

Emiel bouwde een stad. Om op te ruimen moet hij zijn blokken sorteren. Kleur: de blokken met een ding.

paard zeep

zusje

verkoper

slak

behang

gras kast

spin lepel

3

eik fiets

tante

roos

lampje

struik

bed

Emiel

stoel

vogeltje

Bij oefening 2 kregen de dingen al een kleur. a Ruim de blokken met planten, dieren en personen op. Schrijf ze bij de juiste doos.

b Bedenk bij iedere doos nog twee woorden.

Thema 3 - les 7

Talent2_Taalschrift A.indb 77

77

22/01/18 09:42


4

Hoe verliep de les voor jou? Ik kon woorden die een naam geven aan personen, planten, dieren of dingen herkennen. Ik kon zeggen bij welke groep een naamwoord hoort: bij personen, planten, dieren of dingen. Ik kon de woorden juist en verzorgd overschrijven.

78

Thema 3 - les 7

Talent2_Taalschrift A.indb 78

22/01/18 09:42


les 10

In de krant Ik kan de juiste informatie in een tekst vinden.

og Hoog en dro

Meisje van 9 vindt sc

hat!

Spaanse dief gevat

Wie zijn de personen in een verhaal? Sommige personen zijn belangrijker dan anderen. Erg belangrijke personen noemen we hoofdpersonen.

Maar ook over ons!

Dit verhaal gaat over mij!

Ik ben dus de hoofdpersoon.

Thema 3 - les 10

Talent2_Taalschrift A.indb 79

79

22/01/18 09:42


1

Lees het artikel. Los de vragen op.

W

het artikel verhaal in een krant of tijdschrift het geheim iets wat niemand mag weten

5

10

15

20

25

30

80

Tijdens de maanden juli en augustus klonk er aan één stuk door geklop en gezaag in het Molse bos. Sam en zijn vader Bob waren er aan de slag. Ze zaten de hele dag hoog in een boom. Daar bouwden ze iets. Wat ze bouwden? Dat moest geheim blijven. Vandaag zijn we uitgenodigd door Sam en Bob om hun grote geheim te bekijken. Ik kijk omhoog. Ik klim een ladder op. Ik ben nu boven in de boom. Sam zegt lachend: “Hallo mevrouw van de krant. Welkom in mijn boomhut.” Bob doet de deur open. Hij zegt: “Kom maar binnen.” Ik stap binnen in een prachtige, houten hut. Er staan twee bedden, een zitzak, een kleine tafel en twee stoelen. Deze nacht zullen Sam en Bob hier slapen. Ik vraag hun wie er op dat idee kwam. Sam vertelt: “Onder het bed van mijn opa vond ik een oud boek. Het ging over een jongen die in een boomhut woonde. Papa kende dat boek nog van vroeger. Sam zal in de boomhut slapen. Het leek ons leuk om in een Hoe voelt hij zich, denk je? boom te slapen. bang droevig Daarom maakten we deze hut. blij boos Zo kunnen we naar de sterren opgewonden trots kijken en luisteren naar de geluiden in het bos.” Zou jij je voelen zoals Sam? Kleur: Sam heeft er duidelijk zin in. Ik wens hun slaapwel en ga de de woorden die zeggen hoe ladder af. jij je zou voelen.

Thema 3 - les 10

Talent2_Taalschrift A.indb 80

22/01/18 09:42


a Kleur in het artikel: de namen van de twee hoofdpersonen. wie de boomhut gemaakt heeft. waar de boomhut staat. b Wie leest dit artikel? Mensen die willen weten hoe je een boomhut kunt maken Mensen die graag meer over bomen willen leren Mensen die willen weten wat er in hun stad of de wereld gebeurt c Kies op pagina 79 de juiste krantenkop. Schrijf die boven het artikel.

W

d Wie schreef het artikel?

de krantenkop titel bij een artikel in de krant de reporter of de journalist persoon die schrijft over iets dat echt gebeurt

Een reporter of journalist Sam De papa van Sam De buurvrouw e Waar gaat het artikel over? De buurvrouw heeft een geheim verklapt. Sam en zijn vader gaan logeren in een boomhut. In het bos ligt veel afval.

f Hoelang hebben Sam en zijn vader aan de boomhut gewerkt?

g Wat vind je niet in de hut? Doorstreep. twee bedden

een grote plant

een koelkast

een zitzak

een televisie

twee stoelen

een radio

een kleine tafel

h Kan het verhaal echt gebeuren? Bespreek het met je partner. Ja

Nee

i

Hoe zou jij een boomhut gezellig maken? Wat zou je erin zetten?

j

Zou jij graag in een boomhut slapen? Waarom (niet)?

Thema 3 - les 10

Talent2_Taalschrift A.indb 81

81

22/01/18 09:42


2

Lees het artikel. Los de vragen op.

5

10

15

20

25

Len (7 jaar) kwam met zijn foto in een Spaanse krant. “Len, de kleine held” stond er bij de foto. Samen met zijn oma en opa was hij op vakantie. Hun tent stond dicht bij het strand. Len was met zijn opa gaan vissen. Ze hoorden oma gillen en liepen naar de tent. Een man met een kap over zijn hoofd rende snel weg. De man had de tas van oma vast. Daar zat al hun geld in. Len sprong op zijn fiets en volgde de dief. De dief ging een huis in het dorp binnen. Len fietste zo snel hij kon terug naar de tent. Opa had de politie al gebeld. Door de tip van Len kon de politie de dief vinden. In zijn huis lagen nog meer gestolen spullen. Heel wat mensen kregen hun tas of juwelen terug. Hoe voelde Len zich toen hij de dief Len kreeg een nieuwe hengel volgde, denk je? van opa. bang droevig “Toen ik de dief volgde, klopte blij boos mijn hart snel”, vertelde Len. opgewonden trots “Maar slapen in een tent is heerlijk!” Zou jij je voelen zoals Len? Kleur: Volgend jaar wil Len opnieuw in Spanje kamperen. de woorden die zeggen hoe

jij je zou voelen. W

de hengel

a Kleur in het artikel: de naam van de hoofdpersoon. b Kies op pagina 79 de juiste krantenkop. Schrijf die boven het artikel. c Waarom staat er in de krant dat Len een kleine held is? Len groeit niet zo goed. Len is 7 jaar. Wat Len deed, was maar een kleine moeite.

82

Thema 3 - les 10

Talent2_Taalschrift A.indb 82

22/01/18 09:42


d Wie schreef het artikel? Oma Len Een reporter of journalist De politie van Spanje e Waar gaat het artikel over? Len was op vakantie in Spanje. Len hielp de politie om een boef te vangen. Len kan snel fietsen. Len en zijn opa kregen een prijs omdat ze de grootste vis vingen. f Wie leest dit artikel? Mensen die willen leren vissen Mensen die willen weten wat er in hun stad of de wereld gebeurt Mensen die willen weten hoe je een dief vangt Mensen die willen weten of het mooi weer is in Spanje g Len slaapt niet een hotel. Waar dan wel?

h Wat weet je over de dief? Het was een man. Het was een vrouw. De dief had zwarte kleren aan. De dief nam de fiets van Len mee. De dief nam de tas van oma mee. De dief woont in het dorp. De dief ging een huis binnen in het dorp. De politie kon de dief vangen. De dief gooide de tas van oma in zee. i

Kan het verhaal echt gebeuren? Bespreek het met je partner. Ja Nee

j

Zou jij graag in een tent slapen? Waar zou je die dan opzetten? Bespreek het met je partner.

Thema 3 - les 10

Talent2_Taalschrift A.indb 83

83

22/01/18 09:42


3

Lees het artikel. Beantwoord daarna de vragen.

Imako (9 jaar) woont op een boot. Haar mama en papa zijn schippers. Ze varen van haven naar haven. Een jaar geleden kochten haar ouders een nieuw schip. Iemand zei dat het schip vroeger van een oude piraat was. 5

10

15

20

W

Op een dag speelde Imako verstoppertje. Ze kroop onder het bed. Er kleefde een grote bruine omslag aan het bed. In de omslag zat een kaart. Op die kaart stond een kruis. Imako rende naar haar papa maar die wou haar niet geloven. “Een schat bestaat alleen in sprookjes�, zei hij. Imako bleef zeuren. Op 5 april ging papa met haar Hoe voelde Imako zich toen ze de duiken, op de plek van het bruine omslag vond, denk je? kruisje. bang droevig Ze vonden een oude, bruine blij boos kist vol zand en zeewier. opgewonden trots In de kist zat een rare, groene vaas. Kleur: Het was een heel oude, zeldzame vaas. de woorden die zeggen hoe jij Imako en haar ouders kregen je zou voelen. veel geld voor de schat.

de schipper

persoon die met een boot vaart

de haven

plaats waar boten vertrekken en aankomen

de piraat

zeerover

de omslag duiken

onder water zwemmen

a Kleur in het artikel: de naam van de hoofdpersoon. drie dingen die de hoofdpersoon doet.

84

Thema 3 - les 10

Talent2_Taalschrift A.indb 84

22/01/18 09:42


b Kies op pagina 79 de juiste krantenkop. Schrijf die boven het artikel. c Wie leest dit artikel? Mensen die willen leren hoe ze een schatkaart moeten maken Mensen die willen weten wat er in hun stad of de wereld gebeurt Mensen die willen weten hoe je een schat opvist Mensen die willen weten of imako kan duiken d Vul aan. Imako woont niet in een huis maar

.

Ze verstopt zich

.

Daar vindt ze een

.

Op een dag gaat ze duiken. Daar vindt ze een oude

.

In de kist zit een

.

e Waarom staat er een kruis op de kaart? Bespreek het met je partner.

f Wanneer vonden Imako en haar vader de schat?

g Wie schreef het artikel? Een goudzoeker Een reporter of journalist Imako h Waarom kreeg Imako veel geld voor de vaas?

i

Kan dit verhaal echt gebeurd zijn? Bespreek het met je partner. Ja Nee

j

Imako woont op een schip. Op welke speciale plek zou jij willen wonen? Bespreek het met je partner.

Thema 3 - les 10

Talent2_Taalschrift A.indb 85

85

22/01/18 09:42


4

Bij welk artikel hoort het? Schrijf het nummer erbij.

1

2

5

Meisje van 9 vindt sc

hat!

Spaanse dief gevat

Kies met je partner één artikel uit. Vertel het na. Let op! Vertel: – over wie het gaat, – wat er gebeurt,

6

3

og Hoog en dro

– waar het gebeurt, – hoe het afloopt.

Hoe verliep de les voor jou? Ik kon vertellen hoe de hoofdpersoon in het krantenartikel zich voelde. Ik kon vragen over het krantenartikel oplossen. Ik kon de informatie die ik nodig had in de tekst vinden. Ik werkte goed samen met mijn partner.

86

Thema 3 - les 10

Talent2_Taalschrift A.indb 86

22/01/18 09:42


les 12

Raad je mee? Ik kan zelf een goed raadsel schrijven dat iemand anders ook kan lezen.

Een goed raadsel schrijf je met dit stappenplan: STAP 1: Verzin iets dat onder je bed ligt. Verklap het nog niet! STAP 2: Is het een dier, een plant, een ding of een persoon? STAP 3: Beschrijf hoe het dier, de plant, het ding of de persoon eruitziet. Bijvoorbeeld bij een ding: – Welke kleur heeft het? – Welke vorm heeft het? – Is het groot of klein? – Wat zie je nog?

W

STAP 4: Is het een plant of ding? Vertel wat je ermee kan doen. Is het een dier of persoon? Vertel wat het dier of de persoon kan of doet. 1

het raadsel vraag waarop je het antwoord moet zoeken beschrijven zeggen hoe iets of iemand eruitziet vorm bv. rechthoekig, rond, vierkant, dik, dun

Bedenk met je partner een raadsel. Volg de stappen. ONS EERSTE RAADSEL Onder mijn bed ligt een plant / dier / voorwerp / persoon. Vertel hoe het eruitziet (vorm, kleur):

? ??

Vertel wat je ermee doet of wat het kan.

Draai je schrift om en schrijf je antwoord ondersteboven. Rarara, het is een Thema 3 - les 12

Talent2_Taalschrift A.indb 87

87

22/01/18 09:42


???

ONS TWEEDE RAADSEL Onder mijn bed ligt een plant / dier / voorwerp / persoon. Vertel hoe het eruitziet (vorm, kleur):

Vertel wat je ermee doet of wat het kan.

Draai je schrift om en schrijf je antwoord ondersteboven. Rarara, het is een 2

a Los het raadsel op. In ieder hokje past ĂŠĂŠn letter. 1 Er zit een gat in mijn ...

1

2 Ik ben bang van ... onder mijn bed.

2

3 In mijn spaarpot zit veel ...

3

4 Emiel slaapt het liefst met een teddy ...

4

5 Mijn broek zakt af, dus draag ik een ...

5

6 Emiel hoorde een ... onder zijn bed.

6

7 Ik slaap altijd met het ... aan. 8 Ik eet stiekem kleine ... met chocolade in mijn bed. 9 Ik zoek mijn ... met blauwe veters.

7 8

N

9

10 Iedere avond lees ik een spannend ... in mijn bed. 11 Aan mijn dagboek hangt een slot. Ik ben de ... kwijt!

10 11

U

12

12 Ik snuit mijn neus in een papieren ... b Wat lees je in de blauwe vakjes?

88

Thema 3 - les 12

Talent2_Taalschrift A.indb 88

22/01/18 09:42


3

Speel per twee Ik zie, ik zie wat jij niet ziet onder mijn bed. STAP 1: Bedenk wat jij onder je bed ziet liggen. STAP 2: Gebruik het stappenplan voor een goed raadsel. STAP 3: Zeg aan je partner: “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet onder mijn bed en het is ...� STAP 4: Je partner stelt vragen en probeert het antwoord te raden.

4

Hoe verliep de les voor jou? Ik gebruikte het stappenplan om een goed raadsel te maken. Ik bouwde goede zinnen en schreef ze verzorgd op. Ik kon raadsels oplossen door goed te luisteren naar alle tips.

Thema 3 - les 12

Talent2_Taalschrift A.indb 89

89

22/01/18 09:42


les 14

Wie zoekt, die vindt Ik kan woorden die een naam geven aan personen, dingen, planten en dieren aanduiden in een verhaal of gedicht.

Wat is een zelfstandig naamwoord? Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een naam geven aan personen, dingen, planten en dieren: > > > >

1

personen dingen planten dieren

boom

papa, directeur, Carlos, juf, Anna ... kast, lijm, deur, schaar ... cactus, eik, roos ... hond, schaap, dinosaurus ...

Lees de tekst. Kleur: de woorden die een naam geven aan een persoon. de woorden die een naam geven aan een plant. de woorden die een naam geven aan een ding. de woorden die een naam geven aan een dier.

Lies is jarig! Mama heeft een taart gemaakt. Een taart met besjes en met kiwi. Papa geeft een groot pak. Bart zing een mooi lied. Oma danst rond de appelboom. Een mus zit in het gras. De hond blaft naar een spin. Lies doet de doos open. Ooh! Het is een

Vul hier zelf een ding in.

90

Thema 3 - les 14

Talent2_Taalschrift A.indb 90

22/01/18 09:42


2

Schrijf vier zelfstandige naamwoorden bij de prent.

3

Lees het gedicht. Onderstreep drie zelfstandige naamwoorden. Los de vragen op. Spook Op mijn kamer zit een spook. Ik ben daar ook. Ben ik bang? Van de schaduw op het behang? Ben ik blij? Met een spook onder mijn sprei? Ben ik boos? Op het spook daar met die roos? Nee want hij is mijn vriend! Ik heb hem verdiend! a Zoek één persoon.

b Zoek één ding.

c Zoek één plant.

d Bedenk zelf nog een dier.

Thema 3 - les 14

Talent2_Taalschrift A.indb 91

91

22/01/18 09:42


4

Lees het gedicht.

Dit is mijn huis!

a Kleur:

Ik ben een spin. Mijn huis is een web, daar hang ik uren in. In een boom of in een struik. Ja hoor, zelfs in een pruik. Ik eet graag muggen en vliegen, Nee, ik ben niet aan het liegen. Dus luister even naar mij. Ja, jij! Wees niet zo druk, want voor je het weet, is mijn huisje stuk!

een woord voor een persoon. een woord voor een plant. een woord voor een ding. een woord voor een dier.

b Welke kleur heb je niet gebruikt?

5

a Schrijf een zelfstandig naamwoord bij de twee prenten. Maak er een zin mee.

b Schrijf een zelfstandig naamwoord bij de drie prenten. Maak er een zin mee.

6

Hoe verliep de les voor jou? Ik kon zelfstandige naamwoorden in een tekst vinden. Ik kon zelf een voorbeeld geven van een zelfstandige naamwoorden.

92

Thema 3 - les 14

Talent2_Taalschrift A.indb 92

22/01/18 09:42


les 16

Een versje om te rappen Ik kan een stuk van het gedicht uit mijn hoofd rappen.

sje o Ver

m te rappen (zonder einde)

Dit is een versje om te rappen. Geen versje om te zeggen bij de juf op de bank, met een knuffel in je hand.

En waar het over gaat dat is niet van belang. Ben je boos, ben je bang, heb je last, heb je pijn, laat je zinnen maar beginnen. Zet je woorden op de trein. Uit: Als de bomen straks gaan rijden (Frank Adam)

Nee, een versje om te rappen. De woorden moeten kwek-kwek kwek-kwek-kwekken. Op het ritme, in de maat. In het midden van de straat.

Wie gaat er mee?! Wie stapt er op?! Een nieuw versje om te rappen gaat vertrekken uit mijn kop! Geen versje Om te zeggen bij de juf ...

Hoe verliep de les voor jou? Ik kon het gedicht op een fijne manier rappen. Ik durfde te spreken, te bewegen en mijn stem te gebruiken. Ik luisterde naar anderen die het gedicht voordroegen.

Thema 3 - les 16

Talent2_Taalschrift A.indb 93

93

22/01/18 09:42


les 21

Ingewikkelde woorden Ik kan woorden uit dit thema verklaren en ze gebruiken.

1

Omcirkel de prenten waarop een woning staat.

2

Vul het juiste woord in. Kies uit: bezorgd – piekert – sluw – triest 1 Tijmen fietst naar school. Mama is bang dat er iets gebeurt. .

Ze is 2 Sannes poes is doodgegaan.

.

Nu is Sanne

3 Edward heeft een slim plan. Het is ook een beetje gemeen. .

Edward is

4 Saïda heeft morgen een toets. Ze moet er de hele tijd aan denken. Ze

94

.

Thema 3 - les 21

Talent2_Taalschrift A.indb 94

22/01/18 09:42


3

4

De woorden zijn in stukken geknipt. Geef wat bij elkaar hoort dezelfde kleur. Schrijf het woord bij de juiste prent. grap

kranten

kop

vuur

werk

woord

rijm

jas

Zoek het antwoord op deze raadsels. 1 Vissen doen het dag en nacht, mensen kunnen het maar heel even. Rara, wat is het?

2 Je weet het, maar je vertelt het niet verder. Rara, wat is het?

3 Het is groen en zit op een hek. Rara, wat is het?

4 Welk kind kan hoger springen dan de kerktoren?

Thema 3 - les 21

Talent2_Taalschrift A.indb 95

95

22/01/18 09:42


5

Wat vrees jij? Schrijf het op. Vertel waarom jij er bang voor bent. Ik vrees want

6

Lees het artikel. Bedenk een krantenkop. Schrijf hem op.

In de haven van Gent is een ongeluk gebeurd. Twee boten vaarden de haven in. Maar de kapiteins letten niet goed op. De boten botsten. Een matroos moest het water induiken om zich te redden. Hij zwom naar de kant. Hij had gelukkig alleen een nat pak.

7

Hoe verliep de les voor jou? Ik begreep de woorden uit dit thema en kon ze gebruiken.

96

Thema 3 - les 21

Talent2_Taalschrift A.indb 96

22/01/18 09:42


71123_TALENT 2_TAALSCHRIFT 2A_ 580252-1.indd 4

22/01/18 14:27


Bingel is hét leerplatform voor lagere scholen in Vlaanderen. Met de inloggegevens die je kind van de school ontvangt, kan het digitaal oefenen en leren. Bij bingel hoort ook een tablet-app: Bingel Raket. Door een pagina uit dit schrift te scannen, ziet je kind meteen welke opdrachten het op bingel kan maken. Je herkent de pagina’s voor Bingel Raket aan . Bingel en Bingel Raket kunnen zowel op school als thuis gebruikt worden. Je kind krijgt er tips en werkt op een eigen niveau en tempo.

580252 / 1

vanin.be

Meer informatie: www.bingel.be – www.bingelraket.be

71123_TALENT 2_TAALSCHRIFT 2A_ 580252-1.indd 1

22/01/18 14:26


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.