Een stem onder mijn bed | Riet Wille
Oelewapper van de week | Karla Stoefs
De papa van Emiel vindt een baan. en daarom verhuist het gezin. In het nieuwe huis is veel werk. Er staan nog heel wat spullen. Die zijn van de oude man die voor hen in het huis woonde. De nachten duren lang voor Emiel. Hij woelt en draait in bed.
Oelewapper van de week Een stem onder mijn bed Karla Stoefs | Mark Borgions Riet Wille | Jan Van Lierde
Zijn bed kraakt ‌ het lijkt wel of het praat. Maar van wie is die stem? En wat zegt ze? Dat lees je in dit boek!
Haal meer uit dit boek! Ga snel naar bingel.be.
Th 1_Oelewapper van de week_COVER.indd Alle pagina's
2
30/05/17 11:59
C68 M17 Y36 K2
C16 M30 Y70 K0
2
Een stem 3 onder mijn bed?
C100 M76 Y39 K33
C68 M17 Y36 K0
Riet Wille | Jan Van Lierde C70 M20 Y67 K0
4
C16 M30 Y70 K0
We zijn op vakantie in ons nieuwe huis. Klinkt dat gek? Het is ook gek. Na lang zoeken vond papa een baan. Zijn nieuwe werk is wel een eind weg. Het is meer dan een uur rijden van ons oude huis vandaan. Dus zochten we een nieuwe woning en dit huis kwam net vrij. Er woonde een oude man in. Boven de bel staat zijn naam nog: E. VERBEEK Door een val kwam hij in een rolstoel. Nu woont hij in een tehuis. En weet je wat nog gekker is? De kleren en zo zijn weg, maar een stuk inboedel bleef hier: meubels, bestek, potten en pannen. Naar het tehuis kon niet veel mee en mijn ouders vinden het handig zo. Thuis hoeven ze nog niets in te pakken en hier kunnen ze al verbouwen. Er komt een nieuwe keuken, het oude behang moet eraf en de muren krijgen een wit kleurtje.
2
TEKENING 1
3
Hun zoon, ik dus, speelt voor knecht: behang ruimen, koffie zetten … Zo zijn mijn dagen goed gevuld, maar de nachten duren lang. Ik lig in een vreemde kamer met nieuwe geuren en kleuren. In mijn bed is plaats voor twee en het kraakt als ik beweeg. In het donker komen de vragen. Hoe zou het met mijn vrienden zijn? Missen zij mij ook? Wonen er nog kinderen in deze straat? En dan die nieuwe school. Zal ik gauw vriendjes hebben? Of zullen ze mij pesten? Volgens mama komt het vast goed. Maar is dat wel zo? ’s Nachts blijf ik maar piekeren. Ik draai en keer tussen de lakens. En het bed blijft maar kraken. Tot ik beter luister … Het is net of … ergens onder mijn bed een stem zit!
4
“Dag Emiel”, kraakt ze. “Blij dat je terug bent. Ik heb je gemist.” Roerloos blijf ik op mijn rug liggen en zo word ik ’s morgens wakker. Was die stem echt? Of een droom?
5
Tijdens het ontbijt kijkt mama me aan. “Slecht geslapen?”, vraagt ze bezorgd. Dan geeft ze papa een por. “Gaan jullie maar fietsen”, stelt ze voor. “Dat kind mag ook iets hebben. Rij eens langs zijn nieuwe school en toon het zwembad en het park. Die weg is veilig, er ligt een breed fietspad. Dan mag Emiel ook alleen de buurt verkennen.” “Komaan, zoon van mij”, lacht papa. “Ik heb ook frisse lucht nodig. Van die verfgeur krijg ik hoofdpijn.” We fietsen naast elkaar. Papa doet of hij hier al jaren woont en ratelt maar door. “Hier is mijn werk”, toont hij. “Het gebouw is pas nieuw. En daar is jouw school.” Ik haal mijn neus op.
6
7
Het is een oud gebouw en de speelplaats zit vol putten. Moeten we daarop voetballen? Wel is er veel groen: bomen, struiken en een groot grasveld. Naast de school staat nog een gebouw, met RUSTHUIS DE LINDE erop. “Daar woont meneer Verbeek”, vertelt papa. Daarna fietsen we langs het zwembad en toeren we door het park. “Zullen we straks pizza eten?”, vraagt papa. Ik knik. We gaan op zoek in de winkel. Ik ontdek de pizza’s als eerste. “Kaas, tomaat of stukjes fruit … kies maar uit”, rijmt papa. De rest van de dag zit weer vol klusjes. We eten vrij laat. Met een raar gevoel in mijn buik neem ik de trap naar mijn kamer. Ik durf amper te bewegen. Tot ik het niet meer uithoud en van mijn buik op mijn rug draai.
8
“Dag Emiel”, kraakt de stem weer. “Dit moest ik helpen onthouden. HET ligt in de kast, in de derde lade.” “Welke kast?”, trilt mijn stem. Ik weet niet wat mij overkomt, maar mijn woorden floepen eruit. “Trip, trap en kolder de kast op de zolder”, kraakt de stem onder het bed. Ons nieuwe huis is niet groot, maar op zolder kwam ik nog niet. Zou ik … Zou ik nu nog … Nee, dat durf ik niet. Ik heb hier geen zaklamp. Als ik ’s morgens wakker word, zitten papa en mama al vol witte spatten. “Mag ik naar de zolder?”, vraag ik. “Ja, hoor”, antwoordt mama. “Ik zag daar een mooie kast. Misschien knappen we die op en geven haar een plekje in de keuken. En als je jezelf nuttig wil maken … neem dan de stofzuiger mee, en haal de grootste webben weg.”
9
10
Voetje voor voetje sleur ik de stofzuiger de trap op. De deur gaat vlotjes open. Ik zie een aantal kisten en dozen en een kast met zeven laden. Eentje probeer ik open te schuiven, maar dat lukt niet. In elke lade zit een sleutelgat maar een sleutel is nergens te vinden. Op de derde lade hangt een foto, een foto van een mevrouw. Wat nu? Stofzuigen dan maar. En deze nacht om de sleutel vragen? Ik wil nu toch weten wat HET is. Dus die nacht woel ik weer in bed. “Dag Emiel”, kraakt de stem. “De sleutel”, stotter ik. “Waar is de sleutel van de kast?” “De sleutel die past, ligt hoog op de kast”, kraakt de stem onder het bed.
11
Nog voor het ontbijt hol ik de trap op naar de zolder. Terwijl ik op mijn tenen sta, zoeken mijn vingers de sleutel. Hebbes! Mijn handen beven als ik sleutel in het gaatje stop. Ik draai de sleutel om. Langzaam trek ik de lade naar mij toe. Daarin ligt een dik boek. Ik neem het boek in mijn handen en blader er wat in. Het is een album met foto’s. De foto van de mevrouw op de lade zit ook in het boek. Meneer en mevrouw Verbeek?
12
13
Zou meneer Verbeek dit boek missen? Waarom nam hij het niet mee? Ken ik de weg nog met de fiets? Ik neem het boek met me mee. “Even fietsen in de buurt”, deel ik mee na het ontbijt. “Fijn, goed idee”, knikt mama. “Neem je gsm mee. Dan kun je altijd bellen.” Ik volg het fietspad naar school en parkeer voor rusthuis De Linde. Als ik naar de deur toe stap, schuift die vanzelf open. Best handig. Een paar mensen knikken. Niemand vraagt wat ik hier doe. Ook handig. Aan de muur hangen drie rijen namen, met daarnaast een nummer en een postbus. Ik ga de rijen af. Eerst van boven naar onder dan van links naar rechts. Daar, nummer 256: E. Verbeek.
14
De lift lijkt me geen goed idee, dus loop ik de trap op. Hier starten alle kamers met een 1. Nog een trap hoger dus. Dan een lange gang: 250, 252, 254 … 256: E. Verbeek Zal ik op zijn deur kloppen? Ik twijfel. Doen, zegt het album in mijn handen. … klop, klop, klop … Niets. KLOP! KLOP! KLOP! Een stem zegt: “Ja, ja, kom er maar in.” Ik duw de deur open. In de kamer is veel licht. Ze kijkt uit op bomen en mijn school. Bij het raam zit een man in een rolstoel. “Dag”, groet hij. “Wie ben jij?”
15
“Emiel”, stotter ik. “Ik woon nu in uw huis en … en … ik vond dit boek en … en … ik dacht dat … “Mijn album …”, zucht meneer Verbeek. “Wat goed. Wat ben ik daar blij mee!” Alweer een zucht. “Voor mij is dit boek heel kostbaar. Daarom had ik het veilig verstopt. Mijn geheugen is niet zo goed meer, daardoor raakt er soms iets zoek. ’s Avonds in bed zei ik steeds opnieuw waar het boek lag: Trip, trap en kolder, de kast op de zolder. De sleutel die past, ligt hoog op de kast. Tel van één tot drie. Welke lade? DIE! Mijn bed heeft dit zo vaak gehoord dat het net was of het mee praatte.”
16
17
Meneer Verbeek drukt het album tegen zich aan. Dan legt hij het op zijn schoot en bladert erin. “Dat is mijn vrouw”, wijst hij aan. “Was mijn vrouw.”
Hij zucht nog een paar keer. “En hoe is het met mijn huis? Fijn dat er nu jonge mensen wonen. Oude namen blijken weer in de mode. Ik heet ook Emiel. Wat een toeval dat er na mij opnieuw een Emiel in het huis woont.” 18
19
C68 M17 Y36 K2
C16 M30 Y70 K0
2
Fotokopieerapparaten zijn algemeen verspreid en vele mensen maken er haast onnadenkend gebruik van voor allerlei doeleinden. JammerC100genoeg ontstaan boeken niet met hetzelfde gemak als kopieën. M76 Y39 K33 Boeken samenstellen kost veel inzet, tijd en geld. De vergoeding van de auteurs en van iedereen die bij C68 M17 Y36 K0 het maken en verhandelen van boeken betrokken is, komt voort uit de verkoop van die boeken. In België beschermt de auteurswet de rechten van die mensen. Wanneer u van boeken of van gedeelten eruit zonder toestemming kopieën maakt, buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen, ontneemt u hun dus een stuk van die vergoeding. Daarom vragen auteurs en uitgevers u beschermde teksten niet zonder schriftelijke toestemming te kopiëren buiten de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen. Verdere informatie over kopieerrechten en de wetgeving met betrekking tot reproductie vindt u op www.reprobel.be.
3
C70 M20 Y67 K0
© Uitgeverij VAN IN, Wommelgem, 2017 C16 M30 Y70 K0 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.
4
Eerste druk 2017 ISBN 978-90-306-8268-4 D/2017/0078/373 Art. 569682/01 NUR 191
Auteur: Riet Wille Tekeningen: Jan Van Lierde Cover: B.AD Zetwerk: D. Provo nv, Gierle Begeleiding auteurs: Caroline Vanderhaegen
Een stem onder mijn bed | Riet Wille
Oelewapper van de week | Karla Stoefs
De papa van Emiel vindt een baan. en daarom verhuist het gezin. In het nieuwe huis is veel werk. Er staan nog heel wat spullen. Die zijn van de oude man die voor hen in het huis woonde. De nachten duren lang voor Emiel. Hij woelt en draait in bed.
Oelewapper van de week Een stem onder mijn bed Karla Stoefs | Mark Borgions Riet Wille | Jan Van Lierde
Zijn bed kraakt ‌ het lijkt wel of het praat. Maar van wie is die stem? En wat zegt ze? Dat lees je in dit boek!
Haal meer uit dit boek! Ga snel naar bingel.be.
Th 1_Oelewapper van de week_COVER.indd Alle pagina's
2
30/05/17 11:59