1 minute read

4 Ruimtefiguren

Next Article
Op mijn maat

Op mijn maat

4.1 Benamingen

• Noteer in de kaders de naam van de ruimtefiguren.

b l

INSTRUCTIEFILMPJE

d h

r z • Duid in de kubus een hoekpunt in het rood aan.

Duid in de kubus een ribbe in het groen aan. • Kleur in de balk het grondvlak rood, het bovenvlak groen, een zijvlak blauw. • Wat betekenen de aangeduide letters? Vul aan. l = z = b = r = h = d =

4.2 Ruimtefiguren in perspectief schetsen en tekenen

Er zijn verschillende manieren om een ruimtefiguur (3D) voor te stellen in een vlak (2D). De truc bestaat erin om via enkele welgekozen lijnen diepte te suggereren. De lijnen die naar achteren lopen, noem je de vluchtlijnen. De vlakke voorstelling van een ruimtefiguur noem je het perspectief.

h Proefhoofdstuk©VANIN

Hoofdstuk 1

Isometrisch perspectief

• Teken eerst een opstaande ribbe. • Teken de vluchtlijnen onder een hoek van 30°. • Neem steeds de juiste afmetingen van de ruimtefiguur over. • Alle vluchtlijnen zijn evenwijdig. • Onzichtbare ribben teken je met een streepjeslijn. 30° 30°

Teken een balk met lengte 3 cm, breedte 2 cm en hoogte 1,5 cm in isometrisch perspectief.

Tip: het tekenblad bestaat al uit hoeken van 30°.

Cavalièreperspectief

• Teken eerst het voorvlak. • Teken de vluchtlijnen onder een hoek van 45°. • Neem voor de afmeting van de vluchtlijnen de helft van de werkelijke afmeting. • Alle vluchtlijnen zijn evenwijdig. • Onzichtbare ribben teken je met een streepjeslijn.

45° Schets een balk met lengte 4 cm, breedte 3 cm en hoogte 2 cm in cavalièreperspectief. Teken daarna nauwkeurig met je geodriehoek. schets uitvoering Proefhoofdstuk©VANIN

This article is from: