1 minute read

Non-essentials

fgelopen tijd bedacht ik me regelmatig dat zolang de nietessentiële winkels gewoon open zijn terwijl cultuurhuizen en musea dichtblijven het discutabel is of kunst en cultuur wel meetellen in het leven, in een zinvol bestaan. Want wiens belang dient het dan eigenlijk en - belangrijk - wie komt ervoor op? Als het al zo snel van alle politieke beleidstafels verdwijnt, de termen besmet lijken te zijn (want hebben we het hier niet gewoon over het vrijetijdsaanbod of evenementen?), wie zijn dan de mensen die er wel waarde aan hechten, die houden van zaken die tot je verbeelding spreken, of die je verbeelding tarten of sarren? Zijn deze mensen zelf dan ook niet-essentieel, en dus eigenlijk niet nodig? Ben ik dan niet-essentieel? Tel ik wel mee? Ondanks dat een uitkrantje jarenlang tot de basisinformatievoorziening van gemeentes behoorde, immers - je moet je burgers laten weten wat er allemaal te doen is - lijkt het met deze blik beschouwd alleen al vanwege de niet-essentiële content een niet-essentiële uiting van zaken die er toch al niet toe doen. Hup, in de papierbak ermee zou je denken. Toch weiger ik mee te gaan in deze cynische kijk op zaken. Omdat ik zie hoeveel nieuw aanbod er is. Dat moet toch ergens vandaan komen? Waarom zijn zoveel mensen dagelijks bezig met kunst creëren en waarom spannen zovelen zich in voor het culturele leven van de stad of het dorp waar zij wonen? En het simpelweg genieten van de schoonheid der dingen, dat is toch ook relevant? Zolang dit rijke kunst- en culturele aanbod er is en mensen zich door wat ze zien, horen, voelen laten meevoeren, blijft het voor ons de moeite waard om dit zo goed en breed mogelijk bekend te maken. Wij dragen bij aan het trots uitdragen. Wij geloven erin, dat kunst en cultuur wel degelijk je leven verrijken en dus in een essentiële behoefte voorzien. Kunst doet ertoe en …telt mee. Tóch wel.

Lidy Lathouwers

Advertisement

Hoofdredacteur

This article is from: