Schloss Trautenfels, Landschapsmuseum

Page 1

Kasteel Trautenfels

nederlands

Van harte welkom in kasteel Trautenfels! Landschapsmuseum In de volgende zalen vertellen we over de natuur en de cultuurgeschiedenis van het district Liezen. Het strekt zich uit van Maindling in het westen tot Wildalpen in het oosten, van het Stiermarkse Salzkammergut in het noorden tot Treglwang in het Paltendal. Met een oppervlakte van 3.315 km² is het het grootste politieke district van Oostenrijk (veruit groter dan de deelstaat Vorarlberg). Het aantal inwoners bedraagt ongeveer 80.000 (stand op 1 januari 2019).

Schloss Trautenfels, Universalmuseum Joanneum Trautenfels 1, 8951 Stainach-PĂźrgg T +43-3682/222 33, trautenfels@museum-joanneum.at www.schloss-trautenfels.at


De thema‘s van ons museum zijn: 1 Over ons museum 2 Over bos en hout 3 Tussen berg en dal 4 Over de mooie dingen 5 Over het echte geloof 6 Over het sociale leven 7 Over kledij 8 Over werk en tradities 9 Over de schatten uit onze bergen 10 Over onderdak 11 Over het leven op de alm 12 Over de jachtkamer van de kasteelheer

5 4

7

6

8

9

1

2

10

11 marmeren zaal 12

3

1 Over ons museum Von unserem Museum In de loop der tijd… …worden bergen kleiner en rotsblokken afgeronder, snijden rivieren zich dieper in, komen objecten in het museum terecht, wordt het onschijnbare spannend,

wat vergeten is terug zichtbaar, het alledaagse iets bijzonders, wordt het verleden begrijpelijk, ziet men buiten heel wat nieuws. In de loop der tijd.


2 Over bos en hout Von Wald und Holz Meer dan de helft van het district Liezen is met bos bedekt. De mens had enorm veel hout nodig om nederzettingen te bouwen, zo ook voor handwerk en industrie. Door de toenemende exploitatie werden natuurlijke bossen meer en meer vervangen door aangeplante bossen voor economische doeleinden. De wereld van het bos – Waldwelt Het bos is een volledig ontwikkelde levensgemeenschap van planten en dieren. Kleine bodemplantjes, alle levende wezens in de bodem van het bos en oneindig veel nuttige bacteriën zijn belangrijk voor zijn groei en ontwikkeling. In een vitaal en gezond bos vormen voedingsstoffen een constante kringloop. Ze worden door de wortels van de bomen opgenomen en vallen in de vorm van bladeren en naalden weer op de grond. Daar worden ze door kleine levende wezens opgesplitst en terug aan de kringloop toegevoegd. Oerwoud – Urwald In natuurlijke bossen is er een grote verscheidenheid aan dieren en planten die in verschillende ontwikkelingsstadia naast elkaar leven. Loof, naalden, rotte takken en stammen dragen tot de vorming van humus en op die manier tot de plantengroei bij. Levende bomen en dood hout zorgen voor uitstekende levensvoorwaarden voor een groot aantal organismen. Het sterven en vergaan van een reuzenboom zijn de belangrijkste voorwaarden voor het ontstaan van nieuw leven. De eeuwige kringloop tussen dood en leven wordt gesloten.

Cultuurbos – Kulturwald Door het ingrijpen van de mens werd de leeftijdsopbouw van de bomen vaak geünificeerd om er beter gebruik van te kunnen maken. Daardoor kan dit bos alleen nog maar een biotoop vormen voor een klein aantal planten en dieren. De kruinen van de bomen vormen een gesloten dak en laten te weinig licht door, nodig voor de ontwikkeling van een rijke bodembegroeiing. Vandaag de dag wordt er in een cultuurbos steeds meer aan natuurgetrouwe bosbouw gedaan – selectief houtkappen, geen kaalslag, licht dringt door tot in de bodem, verschillende mechanismen van natuurlijke bosverjonging zijn mogelijk. Tijdperk van het hout – Holzzeit Hout is naast steen en dierlijke grondstoffen het oudste materiaal van de mens. Het gebruik en de verwerking van hout in zijn natuurlijke vorm was het begin van het „houten tijdperk“. In de loop der tijd ontwikkelde de mens alsmaar ingewikkeldere technieken.

3 Tussen berg en dal Zwischen Berg und Tal Het ontstaan van gebergtes, vergletsjering en verwering hebben in de loop van miljoenen jaren het Ennsdal gevormd. Op een aantal honderden jaren tijd veranderde de mens dit landschap door het te rooien, droog te leggen en te bebouwen. Natuur en cultuur bepalen in een voortdurende wisselwerking het beeld van ons dal. De landbouw in het Ennsdal – Die Landwirtschaft im Ennstal De graslanden van het Ennsdal werden tot in het midden van de 20ste eeuw vaak overstroomd. Ze leverden maar weinig hooi van mindere kwaliteit. Na de


regularisatie van de Enns en de drooglegging van de dalbodem was het dan mogelijk op uiterst gunstige plaatsen zelfs graan aan te planten. Stromend water, loofbossen in waterrijk gebied – Fließende Gewässer, Auwälder Landouwen zijn gebieden die af en toe overstroomd worden. In de hoger gelegen oeverzones konden loofbossen ontstaan. Ondanks menselijke ingreep zijn er aan de Enns nog resten van dit soort bossen aan te treffen. Stilstaand water – meren, meeroevers – Stehende Gewässer, Seen, Seeufer Talrijke planten ontwikkelen strategieën om zich in het water te kunnen handhaven. Ze leven ondergedoken of aan het wateroppervlak, wortelen of zwemmen vrij. De ondiepe oevers zijn meestal begroeid met riet. Kwartelkoning – Wachtelkönig De kwartelkoning was ooit een wijdverbreide broedvogel van laaggelegen weilanden en rivierdallen. Doordat zijn natuurlijke leefomgeving erg beperkt werd, is hij vandaag de dag met uitsterven bedreigd. Drassige weilanden en hooiweiden – Feucht- und Streuwiesen Deze weiden zijn ontstaan na het rooien van broekbossen of door de drooglegging van laagvenen. Ze worden maar één keer in de herfst gemaaid waardoor talrijke moerasplanten kunnen voortbestaan. Het voedselarme hooi wordt als stro voor de stal gebruikt. Laagvenen en hoogvenen – Flachmoore und Hochmoore Daar waar het grondwater tot aan het aardoppervlak reikt, kunnen laagvenen

ontstaan. Plantendeeltjes verrotten niet volledig, er wordt turf gevormd. Bij hoogvenen gaat het om bol staande lensvormige turfhopen. In tegenstelling tot laagvenen kunnen de wortels van de planten het grondwater niet meer bereiken. Bossen op hellingen – Hangwälder Afhankelijk van de bodemcondities ontwikkelden zich in het Ennsdal verschillende soorten bossen. Op kalk wortelen bij voorkeur beuken, sparrebomen en zilverdennen. Op de silicaatbodems van de Tauernkant groeien voornamelijk dennenen sparrenbossen. Hoger gelegen vinden we naast sparren hoofdzakelijk lorken. Boomgrens – Baumgrenze Tot aan de boomgrens op 1900 tot 2000 meter boven zeeniveau worden de bossen alsmaar lichter, alpendennen en bergdennen kenmerken de streek van de alpenweiden. Door intensief beheer van de bergweides werden de bosbestanden minder dicht. Velden en lage heidestruiken boven de boomgrens – Rasen und Zwergstrauchheiden über der Baumgrenze Boven de boomgrens kunnen alleen nog maar lage struiken, kruidachtige planten, algen en korstmossen overleven. Verantwoordelijk hiervoor zijn de onvruchtbare bodems en het ruwe, stormachtige klimaat. Rots- en gruisvelden op de bergtoppenFels- und Schuttfluren der Gipfelregion Zelfs in de kleinste rotsspleetjes en op gruisvelden kunnen nog planten wortel schieten. Ook op de constant gladde gruishellingen zijn er bloeiende plantjes of mossen te ontdekken. Op de kale rotsen groeien alleen nog maar algen en korstmossen.


Gesteentes ten noorden en ten zuiden van de Enns – Gesteine nördlich und südlich der Enns Het Ennsdal bevindt zich langs een wijd uitgestrekte oost-west lopende breukzone van de aardkorst. Ze scheidt ook de morfologisch tegengestelde soorten gesteentes nl.: de Kalkalpen in het noorden tegenover de leisteen en gneis van de Lage Tauern in het zuiden. Aan de fossielen van de Noordelijke Kalkalpen herkent men dat de gesteentes er in zeebekkens werden gevormd. De diepte van de zee verandert voortdurend in de loop der miljoenen jaren. Ammonieten wijzen op diep water, korallen en zeelelies op met licht doorstroomd, ondiep water. Leisteen en gneis uit de grauwakstreek en de Lage Tauern (Centrale Alpen) ten zuiden van de Enns zijn onder grote druk en hoge temperaturen uit zanderige en leemachtige afzettingen ontstaan. Hierbij ontstonden op sommige plaatsen mooie mineralen.

4 Over de mooie dingen Von den schönen Dingen Vele dingen in de natuur ervaren we als mooi. Door de waarneming ervan winnen ze aan betekenis. Ze creëren ook de wens om onze persoonlijke omgeving vorm te geven. „Mooi is eigenlijk al dat wat met liefde beschouwd wordt.“ (Christian Morgenstern) De blik op de Grimming – Der Blick auf den Grimming Het is moeilijk te beschrijven hoe elke mens op zich de schoonheid van een landschap aanvoelt. Nog moeilijker is het om een landschap in woorden te vatten omdat het oneindig ver, bizar en verschillend kan zijn. En het is zeker ook een voorwaarde dat de mens bij het

aanschouwen van een stilleven zich de tijd moet nemen om in alle rust te kunnen vertoeven. Volkskunst – Volkskunst Gebruiksvoorwerpen zijn vaak niet alleen voor nuttig gebruik bedoeld. Ze worden „mooi“ afgewerkt en versierd. Voorbeelden uit de natuur en geometrische vormen, religieuze tekens en afbeeldingen uit het dagelijkse leven worden hiervoor dikwijls als motief gekozen. Dit mooie „sierwerk“ heeft ze dan ook tot geliefde verzamelstukken van musea gemaakt.

5 Over het echte geloof Vom wahren Glauben In de 16de eeuw verspreidde zich de leer van Martin Luther in het katholieke Opperstiermarken. Meer dan 80% van de bevolking wijdde zich aan het nieuwe geloof. Het tot 1599 bloeiende protestantse leven werd nu door de Contrareformatie gewelddadig onderdrukt. Toch hield het evangelische geloof zich tot aan het Edict van Tolerantie in 1781 heimelijk in stand. De evangelische kerk te Neuhaus – Die evangelische Kirche zu Neuhaus Een centrum van de evangelisten in het Ennsdal was de kerk van Neuhaus. Na een korte bloeiperiode van slechts 25 jaar werd ze in 1599 met de grond gelijk gemaakt. In 1922 legden archeologen de resten van de grondmuren bloot. Dit areaal is vandaag de dag een gedenkplaats. Ze is vanaf het kasteel te voet op een kwartier bereikbaar. Gloed onder de assen – Glut unter der Asche Veel protestanten bleven ook nog na de Contrareformatie hun geloof in het geheim


trouw. Het essentiële element van de evangelische leer is het woord van God. Daarom stond de interpretatie van de Bijbel en van ander geschreven materiaal in het middelpunt van de geheime huiselijke godsdienstoefeningen. Op zorgvuldig uitgekozen verstopplaatsen verborgen de evangelisten de verboden boeken. Bedevaarten naar Moeder Gods – Wallfahrten zur Muttergottes Met de Contrareformatie werd het religieuze leven van de Katholieke Kerk grondig vernieuwd. Deze gezindheid kwam tot uiting in een sterke toename van bedevaarten en processies vooral naar mariale heiligdommen. Zo kon de kerk bewust de nadruk leggen op het verschil met de protestantse leer, die bedevaarten principieel afwees.

6 Over het sociale leven

Vom geselligen Leben

Middelpunt van het sociale leven in een oord is de herberg. Hier worden nieuwtjes verkondigd, alledaagse thema‘s besproken, feesten gevierd en zaken afgehandeld. Over de zwarte gezellen – Von den schwarzen Gesellen De jacht was tot in 1848 een privilege van de adel. Nood en passie voor het jagen verleidden veel mannen ertoe te stropen, het ongeoorloofd uitoefenen van de jacht. Stropen betekende niet alleen avontuur maar was dikwijls levensnoodzakelijk om grote families van voedsel te voorzien. De „zwarte jagers“ genoten heimelijk van veel bewondering in brede kringen van de bevolking. De jacht van de kleine man – Die Jagd des kleinen Mannes Sinds 1579 was het vangen van

zangvogels in het Salzkammergut toegestaan. Deze jacht met lijmstokken en vangkooien beperkte zich tot een bepaald soort vogels: de kruisbek, de distelvink, de goudvink, de sijs, de pestvogel en de keep. De vogels werden tijdens de winter in huis gehouden en liefdevol verzorgd. Er waren publieke tentoonstellingen en prijzen voor de mooiste exemplaren. Sinds 1992 bestaat er in Stiermarken geen vergunning meer om zangvogels te vangen. In het stamcafé – Im Stammlokal Veel groepen en verenigingen hebben hun stamkroeg. Deze bijeenkomsten rond de stamtafel worden vaak door tekens van vakorganisaties of verenigingen gekenmerkt. Prijzen van gewonnen wedstrijden of clubfoto‘s getuigen van zulke activiteiten. Muziek en dans – Musik und Tanz Bij bijzondere gelegenheden maakten muzikanten muziek om te dansen. De meest geliefde instrumenten waren citer, viool, harmonica, en middeleeuwse dwarsfluit. In de herbergen hingen meestal ook enkele muziekinstrumenten aan de muur. Soms werden ze door de gasten spontaan gebruikt. Koeling met natuurijs – Kühlung mit Natureis Voor de uitvinding van de elektrische ijskasten kon men levensmiddelen alleen maar met behulp van natuurijs koelen. De eerste koelkasten hadden nog schappen om er ijsblokken in te leggen die men dan wel telkens opnieuw moest bijvullen. In de koude tijd van het jaar sneden de mannen met ijszagen grote blokken uit de toegevroren meren. Met een tang trokken ze het ijs uit het water. In geïsoleerde ijskelders opgeslaan kon men de blokken tot in de zomer bewaren.


7 Over kledij Von Kleidern Kleren beschermen, kleden aan, stoten af, verwarmen, koelen, maken mooi, betoveren, charmeren, verleiden, veranderen, geven zekerheid, verwarren, bevestigen, maken onzeker, verbergen,… Bescherming en signaal – Schutz und Signal Een natuurlijk omhulsel beschermt plant, dier en mens. Ze is in het bouwplan van alle creaturen vastgelegd en geven bij plant en dier vaak ook een signaal. Het is enkel de mens die zich als extra bescherming kleren moet bezorgen. Deze kledij krijgt dan ook allerlei vormen en betekenissen. Uit onze verzameling klederdracht – Aus unserer Trachtensammlung Dracht betekende eigenlijk „dat wat gedragen werd“. Sociale en economische omstandigheden bepaalden de kledij. Tot in de 19de eeuw ontwikkelden zich regionale verschillen. In de 20ste eeuw werd deze manier van kleden opnieuw ontdekt. Men veranderde ze dan volgens de smaak van die tijd en verklaarde ze als geldige vormen van klederdracht voor bepaalde gebieden. De meesten kleren werden gedragen tot ze volledig versleten waren. Vaak werd uit zondagskledij later alledaagse kleding. Om die reden vind je in veel musea – en zo ook in dat van ons- enkel losse kledingstukken of waardevolle feestelijke klederdracht.

8 Over werk en tradities Von Arbeit und Brauch Dag en nacht, zomer en winter bepalen het leven van mens, dier en plant. Het

boerenleven past zich harmonisch aan de natuurlijk verandering van de seizoenen aan – vóór de industrialisering nog meer dan vandaag. Afgestemd op de daglengtes en de groei van de planten was het zomerhalfjaar gekenmerkt door harde en lange werkdagen. In de winter bleef er dan meer tijd over voor gezelligheid en gewoontes. De alpiene landbouw – Die alpine Landwirtschaft Bestaansvoorwaarde van de boeren in het bergland was de veeteelt. Graangewassen werden enkel voor eigen gebruik verbouwd. Tijdens de hooi- en graanoogst moest de boerenbevolking dikwijls zeventien uur lang per dag werken.

9 Over de schatten uit onze bergen Von Schätzen aus den Bergen Mijnbouw en metaalverwerking waren tot in de 19de eeuw een belangrijke bron van inkomsten voor de bevolking. De ontginning en de verwerking van een groot aantal bodemschatten begunstigden de economische ontwikkeling van de regio en waren doorslaggevend voor de culturele verschijningsvorm van het gebied. Vroege sporen – Frühe Spuren Talrijke resten van koperverwerking wijzen op een belangrijk mijngebied in het Paltendal. Al in het 3de millennium voor Christus werd hier in simpele schachtovens koper gesmolten en tot voorwerpen uit brons verwerkt. Het ondergrondse werk – Die Arbeit unter Tag Het winnen van zilver, koper en ijzer lokte sinds de 14de eeuw veel mensen de bergen in – vooral naar de Schladminger Tauern en de Walchengraben te Öblarn. Met het


simpelste gereedschap sloegen de mijnwerkers tunnels en schachten. Om met hun zware last naar boven en naar beneden te komen, gebruikten ze vaste steile ladders. Van grondstof tot afgewerkt product – Vom Rohstoff zum Fertigprodukt Tot in het midden van de 20ste eeuw werd het in hoogovens gesmolten ijzer nog in walserijen verwerkt. Hiervoor had men grote hoeveelheden houtskool nodig voor het smeedijzer, alsook waterkracht voor het aandrijven van de smeedhamers. Over zoutwinning – Von der Salzgewinnung Sinds het begin van de 12ste eeuw brengt het „witte goud“ welvaart in het Ausseerland. Het met water uit de berg opgeloste zout (pekelwater) loopt vandaag de dag door een pijpleiding om verder verwerkt te worden in de zoutziederij Ebensee, Opperoostenrijk. Over het zieden van zout – Vom Salzsieden In grote zoutpannen werd de zoutoplossing verhit. De zoutzieders brachten het door verdamping uitgekristalliseerde zout tot aan de rand van de pan. Met een typisch werktuig, de lousse, vulden ze het zout in speciale bakken en comprimeerden het al stampend met een ander werktuig. Na drie uur kon de zoutkoepel uitgestort, gedroogd en bewaard worden. Over het leven van de mijnwerkers – Aus dem Bergmannsleben De mijnwerkers konden vaak alleen maar in het weekend naar huis om hun families in het dal te zien. Het ondergrondse werk en het leven onder één dak stimuleerden het samenhorigheidsgevoel en het standsbewustzijn. Kledij, geloof en gewoontes weerspiegelen dit.

10 Over onderdak Von den Behausungen Mensen bouwen hutten, huizen en stallen om te kunnen leven en werken. Hoe die eruit zien werd bepaald door de geografische ligging en het beschikbaar materiaal, de technische mogelijkheden en de ambachtelijke capaciteiten, ook behoeftes en rijkdom speelden een rol. Als bescherming tegen onweer en boze geesten beveiligde de mens zijn omgeving met dingen en tekens om onheil af te weren. Enkele dieren bouwen ook een onderkomen om zich te beschermen tegen vijanden of slecht weer en om hun jongen groot te brengen. Boerderijtypes in het district Liezen – Hofformen im Bezirk Liezen Bovenaan het Ennsdal zijn grote dubbele boerderijen met platte dakens typisch. Kenmerkend voor het beeld van het midden van het Ennsdal en het Ausseerland zijn de kleine huizen met steile dakens en meerdere aangrenzende gebouwen. De „rookkamer“ – Die Rauchstube Tot in de 19de eeuw was de Rauchstube in de boerderijen van het Ennsdal een veel voorkomend iets. Deze plaats diende als keuken, woon- en werkkamer, gedeeltelijk ook als slaapkamer of zelfs om er kleine dieren in onder te brengen. Een essentieel kenmerk was de dubbele stookplaats met de open haard en de oven. Daar er geen schoorsteen was, was een vierde van deze plaats bovenaan vol met rook die dan wegtrok door een dakraam boven de kamerdeur. Bescherming tegen onheil en gevaar – Schutz vor Unheil und Gefahr De mens gelooft in de uitwerking van natuurwettelijk onverklaarde krachten. Hij kent aan bepaalde dingen, tekens,


woorden of handelingen een bijzondere beschermende uitwerking op zijn leefomgeving toe. Catastrofes en onheil moeten afgeweerd worden, geluk en heil moeten opgewekt worden.

worden. Voor dit soort onderkomen gebruikte men hout en stenen uit de onmiddellijke omgeving. De manier van bouwen van de berghutten was ongeveer dezelfde dan die van de boerderijen in het dal.

Over bijenhuisjes – Von den Bienenhäusern Wilde bijenvolkeren leefden in afgestorven bomen of in rotsspleten. Om gemakkelijker aan honing te geraken bouwde de mens een onderkomen voor de honingbij. In het Ennsdal waren dit houten stokken of strokorven. Vaak sierden fleurige schilderingen de houten huisjes.

Vee – Vieh Meestal werden de koeien alleen maar om te melken in de stal gebracht. Een soort gerinkel diende om de dieren te lokken, kromme stokken met ijzeren ringen om ze ergens heen te drijven. Doordat de koeien maar even in de stal waren viel er maar weinig mest, die de herderin dan al snel weer verwijderd had.

Uit het leven van de dienstbode – Aus dem Dienstbotenleben Dienstboden versleten een groot deel van hun leven in vreemde boerderijen. Een eigen huis en familie bleven meestal een onvervulde wens en droom. Hun minimale bezittingen pasten dikwijls in één enkele kist. Meer hadden ze in de loop van een met werk gevuld leven niet vergaard.

Melk – Milch Na het melken zeeft de alpenherderin de melk en giet ze in melkkarnen om de room te laten opkomen. Na een tijdje scheidt zich de room van de magere melk. Bij het uitgieten houdt de alpenherderin de laag room in de kuip tegen met behulp van een mesvormig houten werktuig.

11 Over het leven op de alm Vom Leben auf der Alm In het district Liezen zijn er meer dan 700 gedeeltelijk beheerde alpenweiden ofte almen. Te voet liggen ze vaak tot op een afstand van tien uur van de boerderij verwijderd. De alpenweiden zijn tijdens de zomer een zelfstandig economisch gebied. Van oudsher wordt het werk bijna uitsluitend door vrouwen verricht. Als alpenherderinnen zijn ze in die tijd voor het vee van de boer verantwoordelijk en verwerken ze melk tot boter en kaas. De berghutten – Die Almhütten Daar de almen ver van de boerderijen liggen, moesten er slaapplaatsen opgericht

Boter – Butter De alpenherderin slaat de lichtjes verzuurde room in de boterton zo lang tot er een klomp ontstaan is. Ze perst de boter in een gietvorm of versiert grotere botervlechten met een boterstempel en een wielvormig boterwerktuig. Steirerkas – Steirerkas In een koperen ketel wordt de verzuurde magere melk door verhitten tot stollen gebracht. Zo wordt de caseïne afgezonderd en door zeven van de wei gescheiden. Hiervoor gebruikt de alpenherderin speciale werktuigen. Ze drukt de kruimelige kwark goed uit, kruidt met zout en peper en doet het geheel in een vorm, de kaskee. Na het drogen moet de kaas één tot twee maanden rijpen tot deze zijn typische aroma aanneemt.


Het leven van de alpenherderin – Sennerinnenleben De alpenherderin had door de haar opgedragen verantwoordelijkheid een bijzonders vooraanstaande positie aan de boerderij. Ze had op de alm een vrijer leven dan in het dal omdat ze ontkomen was aan de sociale controle van de dorpsgemeenschap. Dit uit zich in de spreuk „Auf der Alm, da gibt‘s ka Sünd“, op de alm, daar bestaan geen zonden. Rahmzwecke – Rahmzwecke Vele werktuigen van de alpenherderin, vooral een Rahmzweck, een speciaal mesvormig werktuig van hardhout om de room van de melk te scheppen, zijn met gelukstekens of almafbeeldingen versierd, soms ook met geometrische motieven. Jongens schonken ze de herderinnen meestal als liefdegift. Botergietvorm – Buttermodel Door het induwen van de boter in een vijfdelige klapgietvorm ontstonden boterblokken die aan de vijf kanten versierd zijn. Met een wielvormig boterwerktuig versierde de herderin de grote ovalen botervlechten. De terugreis van de alm – Die Heimfahrt von der Alm Veel te snel verstrijkt de korte zomer op de alm. Als dank voor een gelukkige tijd zonder ongevallen wordt het vee op de terugreis naar het dal kleurrijk versierd. Verandering door beheer – Veränderung durch Bewirtschaftung Met het toenemend gebruik van de almgebieden werden deze met bergbos bedekte vlaktes vroeger door de mens gerooid. Bij de oorspronkelijk hier levende soorten zoals beflijster en notenkraker

kwamen er nu cultuurvolgers bij zoals witte kwikstaart en zwarte roodstaart. Hooi oogsten in de winter – Heuziehen im Winter Een deel van het voer werd op steile, moeilijk toegankelijke bergweides gemaaid en in hooischuren bewaard. In de winter volgde dan het transport ervan. Met touw en bundels vlas bonden de mannen grote ballen in elkaar. Met deze zware last op hun rug gleden ze langs de steile hellingen tot in het dal. Op vlakker terrein legden ze planken onder het voer om beter te kunnen glijden.

12 Over de jachtkamer van de kasteelheer Vom Jagdzimmer des Schlossherrn Meubels van hertshoorn waren een modetrend uit de 19de eeuw. Graaf Josef Lamberg liet de meubels van de jachtkamer wel bij een ambachtsman uit de omgeving maken. De nauwgezette mozaïekachtige verwerking is hiervan een bijzonder kenmerk. De laatste eigenaars van adel – Die letzten adeligen Besitzer Van 1878 tot 1941 bevond zich kasteel Trautenfels in het bezit van de familie Lamberg. In deze tijd ging het kasteel door een nieuwe bloeiperiode – het werd groots gerenoveerd, een nieuwe oprit en centrale verwarming werden aangelegd. Gravin Anna Lamberg verkocht in 1941 de eigendom aan de Duitse Rijkspost omwille van economische problemen.


Matthäus Merian, Neuhaus in Ennsdal, Kopergravure, 1649 Foto: Archief Schloss Trautenfels

Over de geschiedenis van Kasteel Trautenfels 1261: Eerste vermelding in een document als burcht Neuhaus (Castrum novum [= Neuburg] in het Ennsdal). 1282: De burcht Neuhaus komt in het bezit van de aartsbisschop van Salzburg door uitwisseling met de burcht Strechau. Tijdens oorlogsconflicten met de vorst van Stiermarken wordt de burcht aan het einde van de 13e eeuw heroverd, verwoest en vervolgens herbouwd. 1460: Wolfgang Praun, een Hallinger (zoutmijnwerker) wordt beheerder en staat in de authentieke documenten nadrukkelijk genoemd als Heer van Neuhaus.

1493 tot 1594: De burcht is eigendom van de familie Hoffmann, die tot de machtigste en rijkste adellijke families van Stiermarken en een van de meest invloedrijke beschermheren van het protestantse geloof behoort. Neuhaus ontwikkelt zich tot het centrum van de Reformatie in het Ennsdal. De burcht wordt uitgebreid. 1574: De familie Hoffmann laat een evangelische kerk bouwen die reeds in 1599 door de Reformatiecommissie volledig verwoest wordt. 20 minuten lopen in de richting van Grimming, herinneren sinds 1992 de blootgelegde fundamenten in de vorm van een gedenkteken aan deze onrustige tijd. 1594/1600 tot 1652: De protestante familie Praunfalk is eerst pandeigenaar en later eigenaar van Neuhaus, voordat ze uit geloofsoverwegingen in ballingschap emigreert naar NĂźrnberg.


Georg Matthäus Vischer, Trautenfels, Kopergravure, 1681 Foto: Archief Schloss Trautenfels

1664: Graaf Siegmund Friedrich van Trauttmansdorff koopt het kasteel, laat het verbouwen, opnieuw inrichten en geeft het de naam Trautenfels. De kwaliteitsfresco’s op de 1e verdieping en in de kasteelkapel werden omstreeks 1670 door Carpoforo Tencalla gemaakt, het stucwerk is van Alessandro Sereni. Het kasteel is tot 1815 eigendoom van de familie Trauttmansdorff. 1878: Na vele veranderingen van eigenaar koopt Graaf Josef Lamberg het pand. De bruidsschat van zijn vrouw Anna, dochter van de Steyr wapenproducent Josef Werndl, en zijn eigen vermogen maken het mogelijk om het dan nogal verwaarloosde gebouw uitgebreid te restaureren en leefbaar te maken. 1904: Na de dood van de Graaf beheert Gravin Anna Lamberg-Werndl het eigendom. Tijdens de interbellum nemen economische problemen toe en wordt het behoud van het kasteel steeds moeilijker.

1941: Gravin Anna Lamberg-Werndl verkoopt het kasteel met steun van haar vier volwassenen kinderen aan de Deutsche Reichspost. Het geplande trainingscentrum voor leidinggevenden resp. het internationale centrum voor communicatietechniek und de Europese Postunie wordt niet uitgevoerd vanwege de oorlogsgebeurtenissen. 1945: Na het einde van de nationaal-socialistische heerschappij valt het gebouw als Duits eigendom onder beheer van de Engelse bezetting. In de eerste naoorloogse jaren zijn voor kortere tijd tot ca. 300 vluchtelingen in de kamers ondergebracht. Vervolgens wordt de Republiek Oostenrijk eigenaar van het kasteel. 1950: De Stiermarkse jeugdherberg trekt in het kasteel en gebruikt de ruimten op de begane grond, de mezzanine en de tweede verdieping.


1951: De deelstaat Stiermarken verhuurt de zalen op de eerste verdieping van het gebouw en geeft Karl Haiding1 de opdracht met het opbouwen van een museum voor het gebied Liezen. In de aanloop naar speciale tentoonstellingen verzamelt hij voorwerpen en documentatie over het thema bijenteelt en ambacht van peperkoek, bos en hout of almlandbouw in Stiermarken. 1959: De Republiek Oostenrijk verkoopt kasteel Trautenfels inclusief het bijbehorende gebied voor een erkenningsprijs en „schenkt“ de jeugdherberg 750.000 Schilling met de opdracht om de beschadigde verdedigingswerken te herstellen. De renovatiewerkzaamheden werden uitgevoerd van 1960 tot 1962. 1959: Op 9 augustus wordt het landmuseum als museum voor het gebied Liezen en de afdeling van de Joanneum officieel geopend. In 1971 vindt de hernoeming plaats in „Landschaftsmuseum Schloss Trautenfels“, sinds 2011 is de naam van de museumafdeling Schloss Trautenfels. De permanente tentoonstelling wordt verder een landschapsmuseum genoemd. 1982: Ondanks de hoge bezetting van de jeugdherberg (tot ca. 30.000 overnachtingen per jaar) hopen de financiële problemen en dringende benodigde renovatiemaatregelen aan het dak,

de voorgevel en inrichting zich op. De herberg wordt gesloten. Het internaat voor land- en bosbouw, dat sinds 1969 in sommige kamers is ondergebracht, verhuist naar Gröbming. 1982: Op initiatief van de toenmalige museumdirecteur Volker Hänsel vormt zich een „Raad van toezicht voor de redding van Schloss Trautenfels“. In december 1983 wordt de „Vereniging Schloss Trautenfels“ samengesteld. Politieke vertegenwoordigers van de regio spreken zich uit voor het behoud van kasteel Trautenfels als „nationaal en internationaal cultureel centrum met het museum voor het gebied Liezen“. 1983: De gemeente Pürgg-Trautenfels verwerft het kasteel met de steun van de provincie Stiermarken voor de symbolische aanschafprijs van één Schilling. De gemeente verpacht het kasteel aan de vereniging Schloss Trautenfels, wiens doel de renovatie en het behoud van het kasteel is, evenals de promotie en ondersteuning an het landschapsmuseum in het Joanneum. 1984 tot 1989: Om het kasteel in de ware zin van het woord „van het verval te redden“, worden de dringende noodzakelijke renovatiewerkzaamheden aan het dak, de voorgevel en ramen met giften en donaties gefinancierd en geïmplementeerd.

1 Haiding, Karl (1906–1985), die volkskundige was in het Nazi-tijdperk o.a. in een hoge functie bij het Amt Rosenberg werkzaam. Zie Mindler Ursula, „…hoewel ik helemaal geen concessies deed en mijn volledig Duitse houding bij de professionele collega’s welbekend is …“. Aantekeningen tegen Karl Haiding (1906–1985). In: Oostenrijks tijdschrift voor Volkskunde, NS Band LXIV, Heft 2 (2010), Pagina 179–202. (In de winkel verkrijgbaar.) Het museum Trautenfels dankt een groot deel van zijn volkskundige collecties aan de inzet van Karl Haiding. Vanaf 1955 bedacht hij de inrichting van het museum – zijn activiteiten voor 1945 en zijn verstrengelingen in het nationaal-socialisme bleven echter lange tijd onvermeld. Dit leidde tot een media-debat aan het begin van de 21e eeuw, gevolgd door een wetenschappelijke discussie van de nalatenschap van Haiding en zijn persoon.


Schloss Trautenfels, luchtfoto, juni 2018 Foto: UMJ/Christoph Huber

1990 tot 1992: Kasteel Trautenfels krijgt het contract voor het inrichten van de Stiermarkse Landtentoonstelling Plezier en Verdriet, Barokke kunst, barok in het dagelijks leven. De benodigde begrotingsmiddelen voor de volledige renovatie van het gebouw en het creëren van een moderne infrastructuur voor het museum en de tentoonstelling worden vrijgegeven. De algemene renovatie is gepland en uitgevoerd door de architect Manfred Wolff-Plottegg2 in samenwerking met het Federaal Monumentenkantoor en de bouwers in de stijl van de 20e eeuw.

1992: In de loop van de renovatiemaatregelen in de mezzanine komen verflagen te voorschijn. In de jaren 1997 tot 1999 worden uit de 16e eeuw stammende schilderingen blootgelegd. De zogenaamde „Freskenraum“ wordt voor het publiek toegankelijk gemaakt. 1994: De gemeente Pürgg-Trautenfels verhuurt het kasteel Trautenfels aan de deelstaat Stiermarken – Landesmuseum Joanneum.

2 De planning was gebaseerd op, wat 1.) het gebouw aan renovatie en sanering vereiste, wat 2.) voor het nieuwe gebruik noodzakelijk was en wat 3.) architectonisch werd ontworpen onder het aspect van „Bouwen op voorraad“ in het ontwerp. De hele ontwikkeling van het gebouw voor de bezoekersstroom vond plaats van de toegangshal via de rotspassage, de tweede hoofdtrap met lift, tot aan de trap in de uitkijktoren en ten slotte de uitgangshal met de nieuwe uitgang op het oostelijke terras. Verdere punctuele ingrepen waren de kassa in de toegangshal, de nieuwe toiletten, de overkapping van de twee halo’s en de scheiding van het nieuwe seminariegedeelte. Het gehele gebouw werd met een getemperd systeem van omhullende oppervlakken uitgerust, de volledige sanitaire en elektrische installatie vernieuwd. Buiten was er de toevoeging van de thuiswerkplaats, waarvan het groendak nu ook een rondleiding om het kasteel mogelijk maakt.


1998: Heropening van het nieuwe landschapsmuseum dat in 13 caleidoscopische geordende themakamers de culturele en natuurlijke geschiedenis van de Stiermarkse Ennsdal en buiten gebieden presenteert. 2006 tot 2007: De ontbossing van de kasteelheuvel onthult het gehele complex met de indrukwekkende versterkingswerken en het basismetselwerk van het kasteel zelf. Een historisch belangrijke situatie is daardoor hersteld. 2007 tot 2010: Een grote instorting van de zuidwestbastion3 leidt tot een statisch onderzoek van de gehele muur en uit veiligheidstechnische overwegingen tot blokkade van de toegangsweg – een hulptoegangsweg wordt aangelegd. Na goedkeuring van het geld door de deelstaatregering van Stiermarken in 2009 vindt een uitgebreide renovatie en statische bescherming plaats met behulp van zelfdragende grondnagels4 met behoud van de historische bouwstof. Vanwege de buitenverlichting verschijnt het historische gebouw ook ‘s nachts als een optische bezienswaardigheid.

2015: In de loop van de gemeentelijke structurele hervorming zijn de gemeenten Pürgg-Trautenfels en Stainach samengevoegd tot de gemeente Stainach-Pürgg, waarin zich nu het kasteel Trautenfels bevindt. Zij verhuurt het gebouw aan het Universalmuseum Joanneum. Joanneum is verantwoordelijk voor het behoud en beheer van het gebouw. Het gehele kasteel wordt als museum en voor culturele evenementen gebruikt en is samen met de uitkijktoren toegankelijk voor bezoekers. Kasteel Trautenfels, een afdeling van het Universalmuseum Joanneum, staat voor een ingewikkelde kunst- en cultuurlocatie voor de geschiedenis, cultuur en natuur van het gebied Liezen, wiens collectie meer dan 40.000 voorwerpen bevat. Discussies met regiospecifieke thema‘s leiden tot contexten op nationaal en internationaal niveau.

3 Vanwege acuut instortingsgevaar van een ca. 30 m lang stuk van de bastionmuur van het kasteel Trautenfels moest met kerst 2007 de toegangsmuur langs de muur afgesloten worden. In de loop van de bevindingen werd vastgesteld dat de hele bastionmuur in buitengewone slechte toestand is, waarna een algemeen renovatieconcept werd ontwikkeld. In juli 2009 kon na goedkeuring van de financiën door de provinciale regering van Stiermarken met een grondige renovatie begonnen worden. De renovatiewerkzaamheden kwamen reeds in de vroege zomer van 2010 tot een einde. 4 Europees Patent, EP2141287: Door de opname van de gronddruk achter de steunmuur door verdeelschijven van betonnen belasting en verbonden grondnagels wordt een nieuw draagsysteem gemaakt. Dit maakt het mogelijk, het bestaande bouwwerk zo te ontlasten dat het zich alleen nog zelf moet dragen en daarmee behouden kan worden.


Schloss Trautenfels Universalmuseum Joanneum Trautenfels 1 8951 Stainach-Pürgg T +43-3682/222 33 trautenfels@museum-joanneum.at www.schloss-trautenfels.at Openingstijden: Palmzondagtot 31 oktober dagelijks van 10 tot 17 uur

Teksten: Kasteel Trautenfels Vertaling: Y’plus Grafisch concept en design: Lichtwitz – Büro für visuelle Kommunikation Layout: Michi Pletz – VONNEBENAN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.