11 minute read
Van noodfonds tot symposium
oekraïne
NR. 2 2022
Drukbezochte bijeenkomsten in Wijnhaven en Hooglandse Kerk
De aanval op Oekraïne, een oorlog op het Europese continent, geeft ons allemaal een onheilspellend gevoel. Het brengt verwoesting, verlies, lijden, zorgen, ongerustheid, en roept vragen op. Met die woorden opende rector magnificus Hester Bijl begin maart een themabijeenkomst in het Haagse gebouw Wijnhaven over de oorlog in Oekraïne.
Studenten en medewerkers uit de betreffende regio waren speciaal uitgenodigd. De behoefte om samen te komen, met elkaar te praten, te luisteren en elkaar te steunen bleek groot. De zaal in het Haagse Wijnhaven zat vol en zo’n vijfhonderd toehoorders keken online mee. Wetenschappers van verschillende faculteiten duidden de achtergronden bij de oorlog onder leiding van moderator Jan Melissen. ‘We staan allemaal op met het nieuws en gaan naar bed met het nieuws. Wij als universiteit hebben daarnaast ook onze academische plicht om verder te kijken dan de headlines.’ Veel indruk maakte het persoonlijke verhaal van de Oekraïense Veronika Yefremova, promovendus aan de faculteit Rechtsgeleerdheid. Ze vertelde over de geschiedenis en identiteit van haar land en de overeenkomsten die ze heeft met Rusland, maar ook over de machteloosheid die ze voelt. ‘Ik spreek Russisch, mijn achternaam is Russisch, ik heb Russische vrienden. Maar we zijn een eigen land. Wat er nu gebeurt, is een drastische ingreep op onze identiteit. Families worden verscheurd, we weten niet hoe we ons moeten gedragen. Toch hebben we elkaar nodig. Hoe we hier mee om moeten gaan, zal een last worden die we nog generaties lang met ons mee gaan dragen.’
Minerva In de Hooglandse Kerk in Leiden hield Minerva op 12 maart een symposium over de oorlog, met 750 bezoekers. Onder de sprekers daar waren reünist en voormalig secretarisgeneraal van de NAVO Jaap de Hoop Scheffer, minister Sigrid Kaag en de Oekraiense student Daniela Yampolska. Zij doet de bacheloropleiding International Relations in Den Haag en vertelde onder meer over haar ouders en 12jarige zusje die op dat moment, na zeventien dagen oorlog, nog in Kyiv waren gebleven.
Veronika Yefremova
Symposium Minerva
ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN
Leidraad
9
Kinderen zien het toch wel
Kinderen tussen 5 en 17 jaar zijn banger naarmate ze meer worden blootgesteld aan oorlogsnieuws, blijkt uit onderzoek. Moet je ze er dan voor afschermen, het verbieden? Een verbod voedt juist de angst, schrijven Lenneke Alink en Daisy Smeets. En al het slechte nieuws en gruwelijke beelden bij je kinderen vandaan houden is onbegonnen werk. Want er is niet alleen het (Jeugd)journaal maar ook Tiktok en YouTube. Het advies van de Leidse pedagogen is daarom: kijk samen naar het nieuws, praat met je kinderen over wat ze van de oorlog meekrijgen en besteed ook aandacht aan de positieve dingen, zoals de hulpacties en wereldwijde steun voor Oekraïne. leidenpedagogiekblog.nl
Studenten Russisch tolken bij vluchtelingenopvang
Een groep studenten van de bachelor Russische studies en de master Russian and Eurasian Studies fungeert bij verschillende opvangcentra als schakel tussen vluchtelingen en hulpverleners.
‘Je kunt wezenlijk helpen door een vaardigheid die niet veel anderen hebben’, vertelt masterstudent Berend de Haas. ‘Het zou zonde zijn als ik daar nu geen gebruik van maak. Een grote groep spreekt amper tot geen Engels. Zonder vertalers zou het heel stroef gaan om basale behoeftes in kaart te brengen, zoals medische problemen.’ ‘Maar je bent er ook voor de gezelligheid, een praatje of een spelletje’, voegt Alexander Hoogerhuis daaraan toe. Beiden vinden het dankbaar (vrijwilligers)werk, al is het niet altijd makkelijk. Ook niet op de mooie momenten. ‘De allerleukste dag was toen ik met een 12jarig meisje dat in Oekraïne op heel hoog niveau aan kunstschaatsen deed naar de ijsbaan mocht’, zegt Hoogerhuis. ‘Het was dubbel, want de moeder zag haar dochter voor het eerst in een maand weer op het ijs staan en moest vreselijk huilen.’
Noodfonds voor gedupeerde studenten
De oorlog heeft dramatische gevolgen voor Oekraïense studenten van de Universiteit Leiden. Naast de zorgen om het lot van familie en vrienden dreigen er grote financiële problemen. Dit geldt voor alle studenten die getroffen zijn door de oorlog in Oekraïne. Om al deze studenten bij te staan is het LUF een crowdfundingsactie gestart voor een Noodfonds om bij te kunnen dragen aan acute hulp voor studenten bij problemen op het gebied van financiën, studievoortgang en verblijfsstatus. Begin april was ongeveer 60.000 euro opgehaald en werden de eerste toekenningen vanuit het fonds gedaan. Doneren kan via steunleiden.nl vrachtwagens met goederen konden naar Oekraïne worden gestuurd, na vijf dagen inzamelen door Leidse studenten van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Het initiatief voor de actie kwam van de Oekraïense promovendi Natalia Machushynets and Yevhenii Radchenko.
In de media
De bijdragen van Leidse wetenschappers aan duiding en debat in andere media staan op de universitaire website in een speciaal dossier. Zoals:
Frans Osinga, bijzonder hoogleraar War Studies, bespreekt in diverse media (NOS en RTL) de oorlog in Oekraïne.
Marlou Schrover, hoogleraar Geschiedenis gespecialiseerd in migratie, in NRC over de vluchtelingenopvang.
Rob de Wijk, hoogleraar Internationale Betrekkingen, op BNR, bij EenVandaag en in De Telegraaf over vooral de reactie van het Westen. universiteitleiden.nl/dossiers/ oorlog-in-oekraine
10
Leidraad
ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN NR. 2 2022
Geen oplossingen opleggen, maar boeren en burgers stimuleren en helpen om zelf de wereld duurzamer te maken. Dat is volgens milieuwetenschapper Jan Willem Erisman hoe de overheid te werk moet gaan. Erisman is trekker van het Leidse onderzoeksprogramma Liveable Planet. Onderzoekers uit diverse disciplines werken daarin samen aan de kennis die nodig is om de VNklimaatdoelstellingen te halen.
Een duurzame wereld begint bij ons samen
NR. 2 2022 ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN
Leidraad
11
Je kunt een speld horen vallen in het bomvolle Science Cafe in Scheltema Leiden als ‘stikstofprofessor’ Jan Willem Erisman uit de doeken doet wat de stikstofproblematiek inhoudt en hoe die opgelost kan worden. En dat is niet door de boeren in het verdomhoekje te zetten. ‘De boer zit gevangen in een economisch systeem. Er is een hele kring van bedrijven die aan hem verdient – de supermarkt, de bank, leveranciers, dierenartsen. Hij heeft een heel kleine marge en de inkomsten zitten bij de anderen.’ Boeren uitkopen om het stikstofprobleem te kunnen oplossen? ‘Daarmee geef je ze geen perspectief.’ Sinds september 2020 is Erisman hoogleraar Milieu en Duurzaamheid bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML) en trekker van het nieuwe interdisciplinaire onderzoeksprogramma Liveable Planet. Hij komt bij ministers op bezoek, neemt deel aan expertmeetings in de Tweede Kamer, verschijnt regelmatig in de media, en schreef samen met Berno Strootman het rapport ‘Naar een Ontspannen Nederland’, een ongevraagd advies aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het stikstof- en natuurbeleid in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte IV. Zo zal het Nationaal Programma Landelijk Gebied de verplichtingen die Nederland heeft op het gebied van klimaat, stikstof en waterkwaliteit, proberen te halen door bepaalde landbouwgebieden te transformeren naar duurzame landbouw. Dit proces en de afspraken die zijn gemaakt, zijn sterk beïnvloed door dit rapport.
Op zoek naar de balans Leiden heeft met Erisman een wetenschappelijke spraakmaker in huis gehaald, die het motto heeft: ‘Als je de stikstofproblematiek kunt oplossen, kun je elk duurzaamheidsprobleem oplossen’. Waarom? Hij legt het uit op zijn
12
Leidraad
ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN NR. 2 2022
werkkamer in het Van Steenisgebouw van de Universiteit Leiden: ‘Aan de basis van die problematiek staan onze primaire drijfveren: energiegebruik, voedsel en gezondheid. Daar zitten alle actoren tussen die daarmee te maken hebben: boeren, verkeer, industrie, woningbouw, gezondheidszorg, natuurbeschermers, enzovoorts. En aan de andere kant staan alle negatieve milieueffecten die we kennen: van bodemverontreiniging tot aan de ozonlaag, en alles wat ertussen zit. Dat in balans brengen met onze behoeften en met die milieueffecten, is waar duurzaamheid over gaat. En dat is heel erg moeilijk.’
Duurzamer en eerlijker Liveable Planet, een van de acht Leidse zogeheten stimuleringsprogramma’s, gaat daarbij helpen. Het is een interdisciplinair onderzoeksprogramma dat in het teken staat van de Sustainable Development Goals (SDG’s) – de door de Verenigde Naties vastgestelde doelstellingen om de wereld in 2030 duurzamer en eerlijker te maken. Ondanks die mondiale ambitie speelt het onderzoek van Erisman zich dicht bij huis af. Juist een lokale, gemeenschapsgedreven verandering is bij Liveable Planet het uitgangspunt. Zo werkt Erisman samen met leden van de coöperatie Land van Ons in het Living Lab Vrouw Vennepolder aan koolstofvastlegging en een grotere biodiversiteit op landbouwgrond. Die polder ligt in Oud Ade, vlak bij Leiden. En in het Sustainable City Lab in Den Haag werken onderzoekers samen met bewoners aan energietransitie op wijkniveau. Duurzaamheid is hot, en elke zichzelf respecterende universiteit besteedt er aandacht aan. Wat onderscheidt Liveable Planet van de rest? Erisman: ‘Twee dingen. Op de eerste plaats de focus die we hebben gekozen: van heel lokaal naar mondiaal en weer terug. We willen de kracht van lokale gemeenschappen benutten om de SDG’s te halen. Daarom doen we onderzoek op lokaal niveau, in Living labs en met burgers. Op de tweede plaats: de in universiteitsland unieke Leidse bottom-up cultuur. Leiden is een bolwerk van vrijheid, en vrijheid is bottomup. Ik geloof zelf heel erg in bottom-up: zelfwerkzaamheid, zelfregie, zelfbeoordeling. Maar wel binnen heldere kaders en gericht op een gemeenschappelijk doel. Daar hebben we ook in het Liveable Planet-programma naar gezocht.’
De uitdaging van samenwerking Liveable Planet heeft de ambitie om alfa’s, bèta’s en gamma’s met elkaar te laten samenwerken, en dat is geen sinecure. Die samenwerking begint bij de mensen zelf, benadrukt Erisman. ‘Als mensen geen werkrelatie met elkaar kunnen ontwikkelen, dan werkt interdisciplinaire samenwerking ook niet. Er is vertrouwen nodig in elkaar, en je moet elkaars taal verstaan.’ Wetenschappers gebruiken hun eigen, disciplinegebonden onderzoeksmethoden, hun eigen literatuur, lezen hun eigen tijdschriften en praten in disciplinegebonden termen. Zelfs hetzelfde begrip, bijvoorbeeld ‘systeem’, kan binnen verschillende disciplines een verschillende betekenis hebben. Erisman: ‘Het is al verschillende keren gebeurd dat we een bijeenkomst moesten beleggen om ervoor te zorgen dat je van elkaar begrijpt wat je bedoelt. Doordat iedereen zijn eigen taalgebruik en manier van omschrijven heeft, kun je behoorlijk langs elkaar heen praten.’
Jan Willem Erisman
(1961) 2020 – heden Hoogleraar Milieu en Duurzaamheid, Universiteit Leiden 2012 – 2020 Directeurbestuurder Louis Bolk instituut 2009 – 2019 Buitengewoon hoogleraar Integrale Stikstofstudies VU 1997 – 2012 Energieonderzoek Centrum Nederland (verschillende functies) 1992 Universiteit Utrecht, gepromoveerd op de atmosferische depositie van verzurende en vermestende verontreinigingen 1987 – 1997 Onderzoeker RIVM 1985 – 1987 Onderzoeker Universiteit Utrecht 1980 – 1984 HTS Chemische Technologie
Jan Willem Erisman bij het Living Lab Vrouw Vennepolder
NR. 2 2022
Als het wel lukt om elkaar te ‘verstaan’, dan geeft dat ook echt meerwaarde, kan Erisman uit ervaring vertellen. ‘Zo zorgden de sociaalantropologen die betrokken zijn bij Vrouw Vennepolder voor eyeopeners. Wij willen op dat stuk land werken aan meer biodiversiteit en vragen daarom de melkveehouders om iets anders te gaan doen. Maar dat gaat zomaar niet. Ik dacht altijd dat alles om een goed verdienmodel draaide, maar dankzij onze sociaalantropologen begrijp ik nu dat het op een boer veel impact heeft dat hij afstand moet doen van zijn omgeving, en van wat zijn vader en opa hebben opgebouwd. Als je dat hoort, denk je “wat logisch”, maar zelf had ik het niet bedacht. Je moet dus als wetenschapper vanuit een veel breder waardenperspectief kijken, en veel meer waarden meenemen dan alleen de waarden waar je zelf onderzoek op doet.’ 13
Meer Leids duurzaamheidsonderzoek
Democratisch en eerlijk
Hoe kunnen mondiale transformaties op een democratische, effectieve, eerlijke, vreedzame en duurzame manier worden ingezet? Die vraag staat centraal in het interdisciplinaire Global Transformation and Governance Challengesprogramma, dat zijn thuisbasis heeft in Den Haag. Het programma richt zich op grote mondiale vraagstukken waar klimaatverandering er een van is, maar bijvoorbeeld ook technologische innovaties. Binnen dit programma werken onderzoekers uit de geesteswetenschappen, rechten en sociale wetenschappen samen.
Circulair en betaalbaar
In het Centre for Sustainability bundelen de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam hun krachten om, samen met maatschappelijke partners, de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Het onderzoeksprogramma richt zich op steden, agrifood en circulaire industrie. Binnen deze thema’s werken verschillende disciplines samen, zoals de natuurwetenschappen, rechten, filosofie, bedrijfswetenschappen, sociale wetenschappen, engineering en geesteswetenschappen. Een van de concrete producten die in het Centre ontwikkeld worden, is een betaalbare en kwalitatief goede circulaire keuken. Eentje die er wel ‘normaal’ uitziet, zodat potentiële kopers niet worden afgeschrikt door een – in hun ogen – wel erg experimenteel design.
Voedsel en recht
Het Sustainability Research Cluster is een samenwerking tussen Leidse antropologen en sociologen die zich verdiepen in sociaalculturele, ecologische en economische duurzaamheid. Dat doen zij binnen het Instituut voor Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie. Ook stimuleert het cluster samenwerking met andere disciplines die onderzoek doen naar duurzaamheid. Een van de onderzoeksthema’s is het mondiale voedselsysteem, in combinatie met bijvoorbeeld rechtsbescherming (van jagerverzamelaars of andere lokale groepen) en/of klimaatverandering.