Uponor Smatrix Space/Space PLUS N L I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S HANDLEIDING
03 | 2015
UK
Inhoudsopgave
CZ DE DK
1
Auteursrecht en afwijzing van aansprakelijkheid..................................................3
2
Voorwoord.............................................................4 2.1 Veiligheidsvoorschriften............................................4 2.2 Beperkingen voor draadloze ontvangst.....................4 2.3 Correct afvoeren van dit product (afval elektrische en elektronische producten)....................4
EE 3
ES
Uponor Smatrix Space...........................................5 3.2 Voorbeeld van een systeem.......................................5 3.3 Onderdelen Uponor Smatrix Space............................6 3.4 Accessoires................................................................8 3.5 Functies.....................................................................9
FI 4
Uponor Smatrix Space installeren......................10
FR
4.1 Installatieprocedure.................................................10 4.2 Installatie voorbereiden...........................................10 4.3 Installatievoorbeeld.................................................11
HR
5 Installeren van de Uponor Smatrix Space regelmodule.........................................................12 5.1 5.2 5.3 5.4 5.7
HU
Plaatsen van de regelmodule...................................12 Regelmodule aan de wand bevestigen.....................12 Onderdelen aansluiten op regelmodule...................12 De regelmodule aansluiten op AC voeding..............14 Thermische aandrijvingen testen.............................14
6 Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaten en voelers installeren..........................................15
IT
6.1 6.2 6.3 6.4
LT
6.5 6.6 6.7
LV NL
6.8 6.9
NO 7
De ruimtethermostaten plaatsen.............................15 Ruimtethermostaten labelen....................................15 Batterijen plaatsen...................................................15 Een externe voeler aansluiten op de ruimtethermostaat (optie)..................................15 Een ruimtethermostaat aan de wand bevestigen.....16 Bevestigen op tafelstandaard..................................16 Eerste keer starten van de digitale ruimtethermostaten.................................................17 Eerste keer instellen van de digitale ruimtethermostaten.................................................18 Ruimtethermostaten registreren op de regelmodule........................................................19
Installatie voltooien............................................20
9 Bedienen van de Uponor Smatrix Wave analoge ruimtethermostaten..............................22 9.1 9.2 9.3 9.4
Layout ruimtethermostaat.......................................22 Temperatuur aanpassen...........................................22 Batterijen vervangen...............................................22 Resetten naar fabrieksinstelling...............................23
10 Bedienen van de Uponor Smatrix Wave digitale ruimtethermostaten...............................24 10.1 Layout ruimtethermostaat.......................................24 10.2 Layout display.........................................................24 10.3 Bedieningstoetsen...................................................25 10.4 Opstarten................................................................25 10.5 Temperatuur instellen..............................................26 10.6 Bedrijfsmodus..........................................................26 10.7 Regelmodus.............................................................27 10.8 Regelmodus wijzigen...............................................27 10.9 Instellingen..............................................................27 10.10 Resetten naar fabrieksinstelling...............................31 10.11 Batterijen vervangen...............................................31
11 Onderhoud...........................................................32 11.1 11.2 11.3
Handmatig preventief onderhoud............................32 Correctief onderhoud..............................................32 LED’s van de regelmodule.......................................32
12 Verhelpen van storingen.....................................33 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6
Verhelpen van storingen na de installatie................34 Alarmen/problemen digitale ruimtethermostaten T-166 en T-168........................................................34 Alarmmeldingen/problemen analoge ruimtethermostaat T-165.........................................34 Alarmen/problemen regelmodule............................35 Neem contact op met de installateur.......................35 Instructies installateur.............................................35
13 Technische gegevens...........................................36 13.1 Technische gegevens...............................................36 13.2 Technische specificaties...........................................36 13.3 Layout regelmodule.................................................37 13.4 Bedradingsschema's................................................37 13.5 Afmetingen.............................................................37
14 Installatierapport................................................38
8 Bedienen van de Uponor Smatrix Space regelmodule.........................................................21
PL
8.1 Werkingsprincipe.....................................................21 8.2 Normaal bedrijf zonder optionele geprogrammeerde klokprogramma’s.......................... 21 8.3 Werken met geprogrammeerde klokprogramma’s....21 8.4 Bedrijfsmodus..........................................................21 8.5 Zo reset u de regelmodule:......................................21 8.6 Een ruimtethermostaat op de regelmodule afmelden.................................................................21
PT RO RU SE SK 2
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
1
Auteursrecht en afwijzing van aansprakelijkheid
CZ DE
Uponor heeft deze installatie- en bedieningshandleiding en alle hierin opgenomen inhoud uitsluitend samengesteld ter informatie. De inhoud van de handleiding (met inbegrip van grafische elementen, logo's, pictogrammen, tekst en afbeeldingen) valt onder het auteursrecht en wordt beschermd door internationale auteursrechten en verdragsbepalingen. U stemt ermee in dat u zich bij het gebruik van de handleiding aan alle internationale auteursrechten zult houden. Wijziging of gebruik van de inhoud van de handleiding voor een ander doel wordt beschouwd als een schending van de auteurs-, handelsmerk- en andere eigendomsrechten van Uponor.
Hoewel Uponor zich heeft ingespannen om ervoor te zorgen dat de handleiding correct is, verstrekt Uponor geen garanties of waarborgen ten aanzien van de hierin opgenomen inhoud. Uponor behoudt zich het recht voor om te allen tijde de hierin beschreven specificaties en functies aan te passen dan wel de productie van de omschreven Uponor Smatrix Space te staken zonder voorafgaande kennisgeving dan wel verplichting. De handleiding wordt verstrekt in de feitelijke staat (“as is”) zonder enige expliciete dan wel impliciete garanties. De informatie moet onafhankelijk worden gecontroleerd voordat deze op enige wijze gebruikt wordt.
In de handleiding wordt ervan uitgegaan dat aan alle veiligheidsmaatregelen is voldaan en verder dat het in de handleiding beschreven Uponor Smatrix Space, inclusief alle componenten die er deel van uitmaken:
Uponor wijst in de maximaal toegestane mate alle garanties, expliciet dan wel impliciet, van de hand, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de impliciete garanties ten aanzien van verhandelbaarheid, geschiktheid voor een bepaald doel en afwezigheid van inbreuken.
• wordt uitgekozen, gepland en geïnstalleerd alsmede in bedrijf wordt gesteld door een erkende en bevoegde planner en installateur, en wel in overeenstemming met (op het moment van installatie) actuele, door Uponor verstrekte installatie-instructies alsmede in overeenstemming met van toepassing zijnde bouwen installatievoorschriften alsmede andere eisen en richtlijnen; • niet (tijdelijk dan wel bij continu) is blootgesteld aan temperatuur-, druk- en/of spanningsniveaus die hoger liggen dan de op de producten afgedrukte dan wel in enige door Uponor verstrekte instructies genoemde niveaus; • op zijn oorspronkelijke installatielocatie blijft en niet wordt gerepareerd, vervangen dan wel veranderd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming hiertoe van Uponor; • wordt aangesloten op drinkwatervoorzieningen dan wel compatibele loodgieters-, verwarmings- en/ of koelingsystemen die zijn goedgekeurd of voorgeschreven door Uponor;
DK EE ES FI FR HR
Deze afwijzing van aansprakelijkheid is van toepassing op, maar niet beperkt tot de correctheid, betrouwbaarheid en juistheid van de handleiding.
HU
Uponor is in geen geval aansprakelijk voor enige indirecte, bijzondere, incidentele of gevolgschade dan wel verliezen voortvloeiend uit het gebruik van, dan wel het onvermogen om gebruik te maken van de materialen of informatie in de handleiding of enige vordering die is toe te schrijven aan fouten, nalatigheden of andere onnauwkeurigheden in de handleiding, ook niet indien Uponor op de hoogte is gebracht van de mogelijkheid van dergelijke schade.
IT LT LV NL
Deze disclaimer is van toepassing op, maar beperkt zich niet tot, de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en juistheid van de handleiding.
NO PL
• niet is aangesloten op of wordt gebruikt met producten, onderdelen of componenten die niet van Uponor zijn, tenzij deze door Uponor werden goedgekeurd of voorgeschreven; en
PT RO
• geen tekenen vertoont van sabotage, verkeerd gebruik, onvoldoende onderhoud, onjuiste opslag, verwaarlozing dan wel ongevalschade vóór installatie en inbedrijfstelling.
RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
3
UK
2
CZ
Voorwoord
DE In deze installatie- en bedieningshandleiding worden de installatie en bediening van de onderdelen van het systeem beschreven.
DK
In deze handleiding gebruikte waarschuwingen In de handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om bijzondere voorzorgsmaatregelen aan te geven bij de installatie en bediening van Uponor apparatuur:
ES FI
Waarschuwing! Risico van letsel. Het negeren van waarschuwingen kan letsel of schade aan onderdelen tot gevolg hebben.
FR
Let op!
HR
Het negeren van deze meldingen kan leiden tot storingen.
HU
Veiligheidsmaatregelen Neem de volgende maatregelen in acht bij de installatie en bediening van Uponor apparatuur:
IT
• Lees de instructies in de installatie- en bedieningshandleiding door en houd u hieraan.
LT
• De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon en conform de plaatselijk geldende voorschriften.
LV
• Het is niet toegestaan om wijzigingen of aanpassingen aan te brengen die niet in deze handleiding zijn aangegeven.
NL
• Voordat u aan de bedrading gaat werken, moet de stroomvoorziening volledig zijn uitgeschakeld.
NO
• Gebruik geen water om Uponor systeemonderdelen te reinigen.
PL
• Stel de Uponor systeemonderdelen niet bloot aan brandbare dampen of gassen. We aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade of uitval die het gevolg kan zijn van het negeren van deze instructies.
PT RO
Voeding
Waarschuwing!
RU
Het Uponor systeem werkt op 50 Hz 230 V AC voeding. Trek in een noodgeval onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
SE
Let op! Zorg er voor, ter voorkoming van interferentie, dat installatie-/datakabels uit de buurt blijven van stroomkabels met meer dan 50 V.
2.1 Veiligheidsvoorschriften
EE
Technische beperkingen
2.2 Beperkingen voor draadloze ontvangst Het Uponor systeem maakt gebruik van draadloze communicatie. De gebruikte frequentie is voorbehouden voor vergelijkbare toepassingen en de kans op storingen door andere draadloze bronnen is erg klein. In bepaalde zeldzame gevallen kan het echter niet mogelijk zijn om een perfecte draadloze communicatie tot stand te brengen. Het zendbereik volstaat voor de meeste toepassingen, maar ieder gebouw kent verschillende obstakels die van invloed zijn op de draadloze communicatie en de maximale zendafstand. Als de communicatieproblemen niet verdwijnen, raadt Uponor aan om de regelmodule op een meer optimale positie te plaatsen en de Uponor radiobronnen niet dicht bij elkaar te installeren om exceptionele problemen op te lossen.
2.3 Correct afvoeren van dit product (afval elektrische en elektronische producten) LET OP! Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelsystemen. Deze markering op het product of de bijhorende informatie geeft aan dat het aan het einde van zijn levensduur niet weggegooid mag worden met ander huishoudelijk afval. Om mogelijke schade aan het milieu of menselijke gezondheid door ongecontroleerd weggooien te voorkomen, moeten deze producten gescheiden worden gehouden van ander afval en moeten ze op een verantwoordelijk wijze gerecycled worden om het duurzame hergebruik van grondstoffen te stimuleren. Huishoudens moeten bij de verkoper waar zij dit product gekocht hebben of bij de lokale overheid naar informatie vragen over waar en hoe zij dit milieuvriendelijk kunnen recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de voorwaarden in het koopcontract nakijken. Dit product mag niet vermengd worden met ander commercieel afval.
SK 4
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
3
Uponor Smatrix Space
CZ DE
Uponor Smatrix Space is een éénkanaalsregelsysteem voor vloerverwarmings- en -koelinstallaties. Het is het meest geschikt bij het toevoegen van een nieuwe zone of plafondkoeling in een bestaand vloerverwarmingssysteem.
3.1
3.2 Voorbeeld van een systeem De onderstaande afbeelding toont een voorbeeld van een Uponor Smatrix Space Cool systeem.
A
Overzicht van het systeem
Uponor Smatrix Space bestaat uit een éénkanaalsregelmodule en een ruimtethermostaat die verbonden zijn met een tweewegklep (230 V) en een optioneel product voor het produceren van warmte/koeling. De regelmodule stuurt de thermische aandrijving, wisselt tussen verwarmen en koelen wanneer er een signaal wordt ontvangen en start/stopt optioneel het verwarmen of koelen op basis van warmte-/ koelbehoefte.
Met een van de volgende ruimtethermostaten: • Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat standaard T-165 (standaard ruimtethermostaat T-165)
D
• Uponor Smatrix Space PLUS Renovatie Verwarmen en koelen, zonder een luchtvochtigheidssensor, met een optionele externe voeler en klokprogramma (digitale ruimtethermostaat T-166) • Uponor Smatrix Space Renovatie Basis verwarming (standaard ruimtethermostaat T-165)
FR
C
HR
Artikel
HU
Omschrijving
A
Uponor Smatrix Space regelmodule X-161
B
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T‑168 met vloervoeler
IT
De vloervoeler wordt gebruikt voor de begrenzing van de vloertemperatuur, ongeacht de ruimtetemperatuur. De ruimtethermostaat kan ook gebruikt worden met een externe sensor, zoals een buitenvoeler of een externe voeler
LT
C
Tweewegklepaandrijving (230 V)
LV
D
Een extern verwarmings-/koelproduct (andere leverancier, hier slecht als voorbeeld ter illustratie weergegeven), zoals een 3-wegomschakelklep.
NL
• Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168 (digitale ruimtethermostaat T-168)
• Uponor Smatrix Space Cooling Verwarmen en koelen, met een interne luchtvochtigheidssensor, met een optionele externe voeler en klokprogramma (digitale ruimtethermostaat T-168)
ES FI
• Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Dig T-166 (digitale ruimtethermostaat T-166)
Maak een van de volgende systemen:
EE
B
Een Uponor Smatrix Space systeem is de combinatie van een regelmodule: • Uponor Smatrix Space regelmodule X-161 (regelmodule)
DK
LET OP! De vloervoeler kan aangesloten worden op de digitale ruimtethermostaten T‑166 en T‑168. De begrenzing van de vloertemperatuur wordt geactiveerd in het menu van de ruimtethermostaat.
NO PL
De maximumgrens kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de vloerafwerking te beschermen tegen te hoge temperaturen bij een overmatige warmtevraag. De minimumgrens kan ervoor zorgen dat een tegelvloer warm blijft, zelfs als er geen warmtevraag in de ruimte is.
PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
5
UK
3.3 Onderdelen Uponor Smatrix Space
Uponor Smatrix Space regelmodule X-161 Voornaamste kenmerken:
CZ
• Potentiaal vrije contacten (230 V AC, 5 A). • Elektronische besturing van de 2-wegventiel thermische aandrijving (230 V).
DE
B
DK
• tweeweg communicatie met een ruimtethermostaat. • Verwarmen-/koelenrelais. • Basis luchtvochtigheidsregeling.
A
EE
• Lagere ruimtetemperatuur met nachtverlaging.
C
ES FI
Uponor aanduiding
Omschrijving
A
Uponor Smatrix Space regelmodule X-161
Regelmodule
B
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168
Programmeerbare digitale ruimtethermostaat met relatieve luchtvochtigheidssensor
C
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Dig T‑166
Digitale ruimtethermostaat
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat standaard T‑165
Standaard ruimtethermostaat
D
HU
Opties:
Pos.
FR HR
D
Onderdelen van de regelmodule
De regelmodule bedient de thermische aandrijving op een 2-wegventiel en een verwarmen/koelen-uitgang, die op hun beurt de aanvoer flow beïnvloeden om zo de ruimtetemperatuur aan te passen, met gebruikmaking van de ontvangen informatie van een geregistreerde ruimtethermostaat en diens systeemparameters.
LT LV
De onderstaande illustratie toont de regelmodule met een aangesloten 2-wegventiel thermische aandrijving (230 V).
NL
De afbeelding hieronder toont de regelmodule en de bijbehorende onderdelen.
B A Artikel
Regelmodule
IT
• Plaats en oriëntatie van de regelmodule zijn tijdens de installatie vrij te kiezen.
Omschrijving
A
Uponor Smatrix Space regelmodule X-161 (netsnoer niet meegeleverd in de UK)
B
Montagemateriaal
Ruimtethermostaten De ruimtethermostaten communiceren met de regelmodule via radiogolven en worden individueel gebruikt. Ze gebruiken allemaal hetzelfde type batterij. De volgende Uponor Smatrix ruimtethermostaten kunnen in het systeem worden gebruikt:
NO
• Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat standaard T‑165
PL
• Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Digital T‑166 • Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T‑168
PT
LET OP! De ruimtethermostaat ondervindt invloed van de temperatuur van de omringende oppervlakken alsmede de temperatuur van de omgevingslucht.
RO RU SE SK 6
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat standaard T‑165
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Dig T‑166
De temperatuurinstelling van de ruimtethermostaat gebeurt met de draaiknop. De 21°C-positie is gemarkeerd op de draaiknop.
De ruimtethermostaat toont de omgevings- of ingestelde temperatuur op het display. Temperatuurinstellingen kunnen worden aangepast met de +/- toetsen op de voorzijde.
Voornaamste kenmerken:
Voornaamste kenmerken:
• Instellen gewenste ruimtetemperatuur d.m.v. een grote draaiknop.
• Display met achtergrondverlichting, gaat uit na 10 seconden inactiviteit.
• LED-ringindicatie bij het verdraaien van de draaiknop (verstelling van de gewenste ruimtetemperatuur).
• Weergave in Celsius of Fahrenheit.
• De temperatuurverstelling ligt tussen 5 – 35 °C. • LED in de rechter onderhoek die gedurende ongeveer 60 seconden aangeeft of er een vraag is naar verwarmen of koelen.
CZ DE DK EE
• Het display toont verwarmen/koelvraag en indicatie voor lage batterijspanning.
ES
• Laat tijdens het opstarten de softwareversie zien. • De temperatuurverstelling ligt tussen 5 – 35 °C.
FI
• Ruimtetemperatuurregeling met gebruik van optionele externe temperatuurvoelers.
• Kan tot 30 meter van de regelmodule geplaatst worden. Onderdelen van de ruimtethermostaat: De afbeelding hieronder toont de ruimtethermostaat en de bijbehorende onderdelen.
• Toont de waarden van de optionele temperatuurvoelers als de voelers zijn aangesloten en de respectievelijke ruimtetemperatuurregeling geactiveerd is.
FR HR
• Omschakelen verwarmen/koelen (menu-instelling). • Kan tot 30 meter van de regelmodule geplaatst worden.
A Artikel
B
C
D
Onderdelen van de ruimtethermostaat:
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat standaard T‑165
B
Montageplaat
C
Batterijen (AAA 1,5 V)
D
Montagemateriaal
IT
De afbeelding hieronder toont de ruimtethermostaat en de bijbehorende onderdelen.
LT
Omschrijving
A
HU
C
A Artikel
B
D
E
LV NL
F
NO
Omschrijving
A
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Dig T-166
B
Montageplaat
C
Standaard
D
Batterijen (AAA 1,5 V)
E
Montagemateriaal
F
Aansluitklem externe voeler
PL PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
7
UK Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168
CZ
Onderdelen van de ruimtethermostaat:
De ruinmtethermostaat toont de omgevings-, ingestelde temperatuur of relatieve luchtvochtigheid en tijd op het display. Instellingen kunnen worden aangepast met de +/- toetsen aan de voorzijde. Andere programmeerbare instellingen zijn het maken van klokprogramma’s en individueel terugzetten gedurende de nacht (op basis van ruimtetemperatuur per ruimte) enz.
DE DK EE
De afbeelding hieronder toont de ruimtethermostaat en de bijbehorende onderdelen.
C
A
B
D
Voornaamste kenmerken: • Display met achtergrondverlichting, gaat uit na 10 seconden inactiviteit.
ES
FR HR HU
• Het display toont verwarmen/koelvraag en indicatie voor lage batterijspaning.
B
Montageplaat
C
Standaard
• Laat tijdens het opstarten de softwareversie zien.
D
Batterijen (AAA 1,5 V)
• Setuphulp om tijd en datum in te stellen tijdens de eerste installatie of na het resetten naar fabrieksinstellingen.
E
Montagemateriaal
F
Aansluitklem externe voeler
• Optie om de klok in te stellen.
3.4 Accessoires
• De temperatuurverstelling ligt tussen 5 – 35 °C.
Uponor biedt een breed scala aan accessoires voor gebruik in combinatie met het standaard assortiment.
• Toont de waarden van de optionele temperatuurvoelers wanneer de voelers zijn aangesloten en de relevante ruimtetemperatuurregeling is geactiveerd.
LT
A
• De grens voor relatieve luchtvochtigheid staat op het display.
NO
• Plannen, voorgeprogrammeerde en gebruikers specifieke klokprogramma’s.
Artikel Onderdeel A B
• Lagere binnentemperatuur met nachtverlaging
PL
• Kan tot 30 meter van de regelmodule geplaatst worden.
PT
D
LET OP! Een aantal van deze accessoires kunnen in het systeem geïntegreerd zijn.
• Omschakelen verwarmen/koelen (menu-instelling).
NL
B
C
• Programmeerbaar om te wisselen tussen Comforten ECO-modus met instelbare ECO-temperatuur van de ruimte.
LV
Omschrijving Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168
• Ruimtetemperatuurregeling met gebruik van optionele externe temperatuurvoelers.
IT
C
RO D
Omschrijving
Bevestigingsmogelijkheden voor ruimtethermostaten T‑165, T‑166 en T‑168
Tafelstandaard
Uponor Smatrix montageplaat T-X A-1XX
Een montageplaat die een groter deel van de wand afdekt dan de originele achterplaat. Gebruikt bij de installatie van de ruimtethermostaten T‑165, T‑166 en T‑168
(montageplaat T-X A-1XX)
RU
F
A
• Weergave in Celsius of Fahrenheit.
FI
Artikel
E
Uponor Smatrix vloer-/externe voeler S-114 (vloer-/externe voeler S114)
Schroeven en pluggen
Vloer-/externe voeler voor gebruik in combinatie met de digitale ruimtethermostaten T‑166 en T‑168
SE SK 8
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
3.5 Functies
Noodvoorziening
Uponor Smatrix Space wordt gebruikt om een enkele zone in een vloerverwarmings- en/of koelsysteem in een object aan te sturen. De ruimtethermostaat die bij de regelmodule is geregistreerd, wordt gebruikt om de thermische aandrijving die bovenop het 2-wegventiel gemonteerd is aan te sturen en zo de flow in de groep te regelen. Zodra de ruimtethermostaat een temperatuur meet die lager (verwarmingsbedrijf) of hoger (koelbedrijf) is dan de ingestelde ruimtetemperatuur, wordt een verzoek aangemaakt om de ruimtetemperatuur te wijzigen en naar de regelmodule verstuurd. De regelmodule zal de thermische aandrijving regelen op basis van de gevraagde bedrijfsmodus en instellingen. Dit zal de flow naar de vloerverwarmingsgroepen in desbetreffende ruimte regelen en de ruimtetemperatuur van de ruimte aanpassen. Wanneer de ingestelde ruimtetemperatuur is bereikt, wordt deze informatie naar de regelmodule verstuurd en is aan de vraag voldaan.
Comfort- en ECO-modus (uitsluitend T-168) Wanneer de ruimtethermostaat is aangesloten op de regelmodule, is het mogelijk om de schakeltemperaturen tussen drie verschillende temperaturen te regelen. De beschikbare modi zijn Comfort en ECO (economisch). Kijk hieronder voor een voorbeeld van Comfort en ECO. Verwarming timerzone 1 Comfort ECO nacht 0 h 00
ochtend 6 h 00
namiddag 12 h 00
18 h 00
nacht 24 h 00
Het programma toont dat het systeem 's ochtends en in de namiddag warmte levert in Comfort-modus en dat het 's nachts en 's middags, wanneer het huis normaal gezien leeg is, overgaat op de ECO-modus.
Lage temperatuurhysterese Uponor gebruikt een lage temperatuurhysterese voor de beste prestaties van het systeem. Het wordt gebruikt voor een grote regelnauwkeurigheid door te bepalen wanneer moet worden gestart en gestopt met verwarmen en koelen, gebaseerd op informatie van de voeler en ingestelde waarde.
Wanneer de verbinding met de ruimtethermostaat is verbroken, kan de bijbehorende groep niet op basis van ruimtetemperatuur worden geregeld. De regelmodule activeert in dat geval een nood-functie en de thermische aandrijving wordt met een vaste interval open gestuurd.
CZ DE
De functie blijft geactiveerd totdat de ruimtethermostaat weer is verbonden.
DK
Temperatuurverschil verwarmen/ koelen (uitsluitend T-166 en T-168)
EE
Uponor gebruikt een temperatuurverschil om de schakeltemperaturen te wijzigen bij het omschakelen tussen verwarmen en koelen. Dit verbetert de prestaties van het systeem en vermindert de noodzaak tot handmatig bijstellen van de schakeltemperaturen bij het omschakelen tussen verwarmen en koelen.
ES FI
De standaardwaarde is ingesteld op 2 °C en wordt gebruikt om de schakeltemperaturen te verhogen bij het omschakelen naar koelen. Bij het omschakelen naar verwarmen wordt de waarde gebruikt om schakeltemperatuur te verlagen
FR HR
Relatieve vochtigheidsfunctie (uitsluitend T-168)
HU
Om condensatie bij het koelen te voorkomen, wordt aanbevolen om de relatieve luchtvochtigheid (RH) in de ruimtes te meten. De relatieve luchtvochtigheid wordt gemeten met een ruimtethermostaat (met een interne RH-sensor).
IT LT
Wanneer de relatieve luchtvochtigheid de 80% bereikt, zal het koelen voor het hele systeem worden uitgezet! Wanneer de relatieve luchtvochtigheid onder de 76% is gedaald, zal de koeling weer worden ingeschakeld.
LV
Actuele tijd instellen (uitsluitend T-168)
NL
Voor een nauwkeurige programmering en verschillende timerinstellingen, heeft de ruimtethermostaat een klok met de actuele tijd.
NO PL PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S ¡ I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
9
UK
4
CZ
Uponor Smatrix Space installeren
DE
4.1 Installatieprocedure DK
4.2 Installatie voorbereiden Voordat u begint met de installatie:
Uponor Smatrix Space Uponor adviseert om de hieronder beschreven procedure te volgen voor optimale installatieresultaten.
EE
Stap
ES FI FR
Procedure
Pagina
1
Installatie voorbereiden
10
2
Uponor Smatrix Space regelmodule installeren
12
3
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaten en voelers installeren
15
4
De installatie voltooien
20
• Controleer de inhoud van het pakket aan de hand van de onderdelenlijst. Zie ook paragraaf 3.3 Uponor Smatrix Space onderdelen voor het herkennen van de onderdelen. • Controleer of er een externe temperatuurvoeler moet worden geïnstalleerd met bijpassende ruimtethermostaat. • Bekijk ook het bedradingsschema achter in dit document.
HR HU IT Om te bepalen wat de beste plaats is voor de Uponor Smatrix Space onderdelen, kunt u de volgende richtlijnen volgen:
LT
• Zorg ervoor dat de regelmodule dicht bij het thermische aandrijving kan worden geïnstalleerd. Elke thermische aandrijving moet zijn eigen regelmodule hebben.
LV NL
• Zorg ervoor dat de regelmodule dicht bij een 230 V AC stopcontact gemonteerd kan worden, of, als dat volgens lokale eisen verplicht is, bij een aansluitkast die op het lichtnet is aangesloten.
NO
• Zorg ervoor dat de geïnstalleerde Uponor Smatrix Space onderdelen afgeschermd zijn tegen stromend of druppelend water.
PL PT RO RU SE SK 10
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
4.3 Installatievoorbeeld
X-161
T-165
Uponor Smatrix Space systeem
T-166 T-168
Option Optie
Een aansluitvoorbeeld van de Uponor Smatrix Space regelmodule (éénkanaals) met een van de ruimtethermostaten, zoals getoond in de afbeelding.
CZ
De installatie werkt op de normale manier met de ruimtethermostaten die elke ruimte regelen op basis van de ingestelde temperatuur.
DE DK
Ruimtethermostaat (verwarmen) en thermische aandrijving (uitsluitend T-165)
EE
• De ruimtethermostaat stuurt de thermische aandrijving, en regelt zo de ruimtetemperatuur op basis van ingestelde waarde.
230 V
ES
Ruimtethermostaat (verwarmen en koelen) en thermische aandrijving (uitsluitend T-166 en T-168)
FI
• De ruimtethermostaat stuurt de thermische aandrijving aan en regelt de ruimtetemperatuur op basis van de ingestelde schakelwaarde, temperatuurverschil en schakelprogramma’s (uitsluitend T-168).
Optie Option
FR HR
• Er wordt ook een signaal verstuurd naar een externe warmte-/koudeopwekker (levering derden, hier slecht als voorbeeld ter illustratie weergegeven), zoals een 3-wegomschakelklep. Kijk ook op het bedradingsschema achter in dit document.
IT
Optie (uitsluitend T-166 of T-168) • Externe temperatuurvoeler.
Voorzichtig!
• Vloertemperatuurvoeler.
Alleen thermische aandrijvingen van 230 V zijn compatibel met de regelmodule.
Programma's (uitsluitend T-168)
LET OP! Slechts één ruimtethermostaat kan bij de regelmodule geregistreerd worden.
HU
LT LV
Programmeerbare klokprogramma’s kunnen, tijdens verwarmen/koelen, wisselen tussen Comfort en ECO. Zie het voorbeeld hieronder.
NL
Schema Comfort ECO nacht 0 h 00
ochtend 6 h 00
namiddag 12 h 00
NO
nacht
18 h 00
24 h 00
PL
Omschakeling verwarmen/koelen (uitsluitend T-166 en T-168)
PT
Het wisselen verwarmen/koelen kan worden gestuurd via het menusysteem van de digitale thermostaat. Het kan worden gebruikt om regelmodule om te schakelen tussen verwarmen en koelen.
RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
11
UK
5 Installeren van de Uponor Smatrix Space regelmodule
CZ DE
5.1 Plaatsen van de regelmodule Raadpleeg de richtlijnen voor het voorbereiden van de installatie (zie paragraaf 4.2 Installatie voorbereiden) en hanteer de volgende richtlijnen bij het plaatsen van de regelmodule:
DK EE ES
• Plaats de regelmodule vlak boven de verdeler. Controleer de plaats van het 230 V AC stopcontact, of, als dat volgens lokale eisen verplicht is, een aansluitkast.
FI
• Controleer of de afdekking van de regelmodule eenvoudig verwijderd kan worden.
FR
• Controleer of aansluitingen en bediening makkelijk bereikbaar zijn.
HR
5.2 Regelmodule aan de wand bevestigen
5.3 Onderdelen aansluiten op regelmodule Raadpleeg het bedradingsschema achter in dit document. De afbeelding hieronder toont de binnenkant van de regelmodule.
B C D E
F G H
De regelmodule wordt geleverd in een set met schroeven en pluggen.
HU
Artikel
Schroeven en pluggen De onderstaande figuur toont de positie van de bevestigingsgaten van de regelmodule en hoe deze aan de wand moet worden bevestigd met schroeven en pluggen.
IT LT
A
LV
Omschrijving
A
Uponor Smatrix Space regelmodule X-161
B
Registratietoets
C
LED, relais 1 activiteit
D
LED, relais 2 activiteit
E
LED, radio-verbinding
F
Relais 1 aansluiting, thermische aandrijving
G
Relais 2 aansluiting, uitgang verwarmen/koelen
H
Netaansluiting, 230 V AC 50 Hz
162 mm
NL NO PL PT RO RU SE SK 12
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK Thermische aandrijving aansluiten op regelmodule
Uitgang verwarmen/koelen aansluiten op de regelmodule (optie)
Sluit de thermische aandrijving als volgt op de regelmodule aan. Zie de afbeelding hieronder voor hulp bij de instructies.
Als in het systeem een apparaat voor koeling aanwezig is (hiervoor zijn aanvullende producten nodig), kan de regelmodule wisselen tussen verwarmen en koelen met de uitgang verwarmen/koelen.
CZ DE
De uitgang verwarmen/koelen is nu aangesloten op het tweestandenrelais.
DK
• Als het relais is geopend, bevindt het systeem zich in verwarmingmodus.
EE
• Als het relais is gesloten, bevindt het systeem zich in koelmodus.
ES
Sluit de uitgang voor verwarmen/koelen als volgt aan op de regelmodule:
230 V
Waarschuwing!
FI
De onderstaande afbeelding toont de onderdelen van het verwarmings-/koelsysteem die aangesloten zijn op de regelmodule.
FR
Elektrische installatie- en servicewerkzaamheden achter de afgesloten 230 V AC afdekking moeten onder toezicht van een bevoegde elektricien gebeuren.
HR
1. Zorg ervoor dat de stroom naar de regelmodule is afgesloten. 2. Leid de kabel van de thermische aandrijving door de kabelopening in de onderzijde van het regelmoduleframe. 3. Sluit de kabel van de thermische aandrijving aan op 1A (L) en N (N) in de regelmodule.
HU Waarschuwing!
4. Maak een verbinding tussen de vrije aansluiting L en 1B in de regelmodule.
1. Zorg ervoor dat de stroom naar zowel de regelmodule als het verwarmings-/koelrelais is losgekoppeld.
De thermische aandrijving is nu geïnstalleerd.
2. Sluit de kabel van/naar het apparaat voor verwarmen/ koelen aan op aansluiting 2A en 2B op de regelmodule.
Ruimtethermostaat aansluiten op regelmodule
IT
Elektrische installatie- en servicewerkzaamheden achter de afgesloten 230 V AC afdekking moeten onder toezicht van een bevoegde elektricien gebeuren.
LT LV NL
De verwarmings-/koeluitgang is nu geïnstalleerd.
De ruimtethermostaat is met de regelmodule verbonden via een draadloze radioverbinding.
NO
Zie ook hoofdstuk 6 Uponor Smatrix Wave ruimte thermostaten en voelers voor het installeren van de ruimtethermostaten.
PL PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
13
UK
5.4 De regelmodule aansluiten op AC voeding
CZ
5.7 Thermische aandrijvingen testen
Voltooi de installatie van de regelmodule als volgt:
Waarschuwing!
DE
Elektrische installatie- en servicewerkzaamheden achter de afgesloten 230 V AC afdekking moeten onder toezicht van een bevoegde elektricien gebeuren.
DK EE
1. Controleer of alle aansluitingen volledig en correct zijn:
ES
• Thermische aandrijving • Schakelaar verwarmen/koelen 2. Sluit de regelmodule op de netspanning aan volgens onderstaande afbeelding.
FI FR
De regelmodule regelt de schakeltemperatuur. Als de temperatuur verandert, zal de thermische aandrijving het ventiel openen of sluiten om de ruimtetemperatuur aan te passen. Zo test u de thermische aandrijvingen: 1. Verhoog de schakelwaarde op de ruimtethermostaat naar de maximum instelling. De thermische aandrijving wordt geopend en de LED voor relais 1 op de regelmodule gaat branden, wacht totdat de thermische aandrijving helemaal is geopend. 2. Verlaag de schakelwaarde op de thermostaat naar de minimum instelling. De thermische aandrijving wordt gesloten en de LED voor relais 1 op de regelmodule gaat uit, wacht totdat de thermische aandrijving helemaal gesloten is. 3. Reset de schakelwaarde naar de standaardwaarde. De Uponor Smatrix Space regelmodule is ontworpen voor gebruik met Uponor 230 V NC thermische aandrijvingen.
HR HU
LN 230 V AC 50 Hz
3. Zorg ervoor dat het 230 V AC compartiment van de regelmodule gesloten is en dat de bevestigingsschroef is vastgedraaid.
IT
4. Steek het aansluitsnoer in een 230 V AC stopcontact of, wanneer de lokale voorschriften dat eisen, in een aansluitdoos.
LT LV NL NO PL PT RO RU SE SK 14
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
6 Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaten en voelers installeren
CZ DE
De volgende ruimtethermostaten kunnen in het systeem worden aangesloten: • Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat standaard T‑165 • Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Dig T-166 • Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168
6.1 De ruimtethermostaten plaatsen Raadpleeg de richtlijnen voor het voorbereiden van de installatie (zie paragraaf 4.2 Installatie voorbereiden) en hanteer de volgende richtlijnen bij het plaatsen van de ruimtethermostaten:
6.3 Batterijen plaatsen Alle ruimtethermostaten werken op twee 1,5 V AA alkalinebatterijen die een levensduur van ongeveer 2 jaar hebben, zolang ze binnen het radiobereik van de regelmodule geplaatst zijn. Zorg ervoor dat de batterijen op de juiste wijze in de ruimtethermostaten worden geplaatst.
DK
De onderstaande afbeelding geeft aan waar de batterijen te plaatsen.
ES
EE
FI
1. Kies een plaats op een binnenwand, 1,5 tot 1,8 m boven de vloer.
FR
2. Zorg ervoor dat er geen direct zonlicht op de ruimtethermostaat kan vallen. 3. Zorg ervoor dat de ruimtethermostaat niet kan opwarmen door de weerkaatsing van zonlicht op de wand.
HR
4. Zorg ervoor dat de ruimtethermostaat zich niet in de buurt van warmtebronnen bevindt, bijvoorbeeld een tv-toestel, elektronische apparatuur, open haard, spots enzovoort.
HU
5. Zorg ervoor dat de ruimtethermostaat zich uit de buurt van vochtbronnen en spatwater bevindt (IP20).
IT
6.4 Een externe voeler aansluiten op de ruimtethermostaat (optie)
LT
Op de ruimtethermostaten kan een optionele externe voeler worden aangesloten (behalve de standaard ruimtethermostaat T-165) voor meer functionaliteit.
LV
Sluit de voeler aan op de aansluitklem aan de achterkant van de ruimtethermostaat, zie onderstaande afbeelding.
1.5–1.8 m
NL NO 1
PL
6.2 Ruimtethermostaten labelen 2
Label de ruimtethermostaten, indien gewenst, met het ID van de aangesloten regelmodule (bij installaties met meerdere systemen), bijvoorbeeld 1, 2, 3 enz. Wanneer de ruimtethermostaat op een externe voeler is aangesloten, zet er dan, indien van toepassing, informatie bij over het soort voeler. Beschikbare combinaties ruimtethermostaat en voeler: • Ruimtetemperatuur • Ruimte- en vloertemperatuur • Ruimte- en buitentemperatuur • Externe voeler
PT
3
RO 1. Steek de twee draden van de voelerkabel (niet potentiaal gevoelig) in de uitneembare aansluitklem.
RU
2. Draai de schroeven aan om de draden vast te zetten in de verbindingsklem.
SE
3. Zet de aansluitklem op de contactpennen van de ruimtethermostaat.
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
SK 15
UK Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Dig T-166
CZ
Schroef en wandplug
De externe temperatuurvoeleringang kan gebruikt worden voor of een vloer-, of een externe temperatuurvoeler. Gebruik de software van de ruimtethermostaat om een bedrijfsmodus te selecteren die past bij het gebruik van de voeler en de ruimtethermostaat.
DE DK
Kijk voor meer informatie in hoofdstuk 10 Bedienen van Uponor Smatrix Wave digitale ruimtethermostaten.
EE
Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168
De onderstaande afbeelding laat zien hoe de ruimtethermostaat met één schroef en één plug aan de wand bevestigd kan worden.
5 3
De externe temperatuurvoeleringang kan gebruikt worden voor of een vloer-, of een externe temperatuurvoeler. Gebruik de software van de ruimtethermostaat om een bedrijfsmodus te selecteren die past bij het gebruik van de voeler en de ruimtethermostaat.
ES FI
Kijk voor meer informatie in hoofdstuk 10 Bedienen van Uponor Smatrix Wave digitale ruimtethermostaten.
FR
6.5 Een ruimtethermostaat aan de wand bevestigen
HR
De ruimtethermostaten worden als sets geleverd inclusief wandpluggen en een montageplaat. Er zijn verschillende mogelijkheden om de ruimtethermostaat aan de wand te bevestigen.
HU
1
2
4
Met dubbelzijdige tape (niet meegeleverd) De onderstaande afbeelding laat zien hoe de ruimtethermostaat met dubbelzijdige tape en montageplaat aan de wand bevestigd moet worden.
60 x 10
4
IT
3 1
LT
5
LV
6.6 Bevestigen op tafelstandaard Met een montageplaat (aanbevolen)
NL
De onderstaande afbeelding toont de positie van de bevestigingsgaten van de ruimtethermostaat en hoe deze aan de wand moet worden bevestigd met een montageplaat.
NO
60
PL
3 mm
1
2
PT
De onderstaande afbeelding laat zien hoe de ruimtethermostaat op een tafelstandaard bevestigd kan worden.
4
1 2
RO 3
RU SE SK 16
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
6.7 Eerste keer starten van de digitale ruimtethermostaten Bij de eerste keer starten zijn er vóór registratie een aantal basisinstellingen nodig. Kijk voor meer informatie in Hoofdstuk 10 Bedienen van Uponor Smatrix Wave PLUS digitale ruimtethermostaten.
LET OP! Als er gedurende ongeveer 8 seconden geen toets wordt ingedrukt, wordt de huidige waarde opgeslagen en gaat de software naar de regelmodus.
CZ DE
1. Instellen uren.
DK
Softwareversie De actuele softwareversie wordt tijdens het opstarten getoond.
T-166
T-168
EE 2. Instellen minuten.
ES FI 3. Instellen tijdweergave 12 u of 24 u.
FR
Tijd instellen (uitsluitend T-168) Wanneer de ruimtethermostaat voor de eerste keer gestart wordt, na de fabrieksreset of nadat deze te lang zonder batterijen is geweest, vraagt de software om de datum en tijd in te stellen. Gebruik de - of + toetsen om de waarden te wijzigen, druk op de OK-toets om de waarde te bevestigen en naar de volgende bewerkbare instelling te gaan.
HR HU
4. Instellen dag van de week (1 = maandag, 7 = zondag).
IT LT 5. Instellen dag van de maand.
LV NL 6. Instellen maand.
NO PL PT
7. Instellen jaar.
RO RU 8. Druk op OK om terug te gaan naar de bedrijfsmodus.
SE
De datum en tijd kunnen ook in het instellingenmenu worden ingesteld.
SK U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
17
UK
6.8 Eerste keer instellen van de digitale ruimtethermostaten
CZ
Selecteer de regelmodus van de ruimtethermostaat
DE
Als er een externe voeler is aangesloten op de ruimtethermostaat, moet er een besturingsmodus gekozen worden die geschikt is voor de extra functie van de voeler.
DK
LET OP! Als er gedurende ongeveer 8 seconden geen toets wordt ingedrukt in een submenu, wordt de huidige waarde opgeslagen en gaat de software naar het instellingenmenu. Ongeveer 60 seconden later, wordt teruggegaan naar de bedrijfsmodus.
EE ES
1. Houd de OK-toets ingedrukt totdat het pictogram instellingen en menunummers in de rechterbovenhoek van het display verschijnen (duurt ongeveer 3 seconden).
FI FR
2. Gebruik de - of + toetsen om de nummer te wijzigen naar 04 en druk op OK.
HR
Schakeltemperatuur De ruimthermostaten worden standaard met 21ºC instelling geleverd (kan afwijken, is afhankelijk van de verwarmingsmodus). De afbeelding hieronder laat zien hoe u de schakeltemperatuur van de ruimtethermostaat aanpast.
Ga als volgt te werk om de schakeltemperatuur van de ruimtethermostaat voor de actuele regelmodus in te stellen: 1. Druk eenmaal op de - of + toets.
3. De actuele besturingsmodus wordt getoond (RT, RFT, RS of RO).
HU
Het huidige setpoint knippert op het display.
T-166
T-168
4. Gebruik de - of + toetsen om de besturingsmodus (zie de onderstaande lijst) te wijzigen en druk op OK.
IT
RT = Ruimtetemperatuur RFT = Ruimtetemperatuur met externe vloervoeler RS = Externe voeler RO = Ruimtetemperatuur met externe buitenvoeler
*) Alleen voor weergave van de buitentemperatuur.
LT LV
5. Houd de toets OK ongeveer drie seconden lang ingedrukt om het instellingenmenu af te sluiten.
2. Druk herhaaldelijk op de - of + toets om de schakeltemperatuur aan te passen. Dit gaat in stappen van 0,5.
Wanneer het nieuwe schakelpunt is ingesteld, keert het display na enkele seconden terug naar de bedrijfsmodus en toont het de gemeten ruimtetemperatuur.
NL NO PL PT RO RU SE SK 18
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
6.9 Ruimtethermostaten registreren op de regelmodule De illustratie hieronder toont hoe u een van de diverse ruimtethermostaten die aan de regelmodule zijn gekoppeld moet registreren.
1
LET OP! Het herhalen van het registratieproces zal de oude registratiegegevens overschrijven. Zo registreert u een ruimtethermostaat op de regelmodule:
DE
1. Houd de registratietoets op de regelmodule ingedrukt totdat de LED op de module langzaam gaan knipperen. 2. Ruimtethermostaat T-165
2 T-166 T-168
CZ
T-165
DK
2.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt en laat deze los wanneer de LED aan de voorzijde van de ruimtethermostaat begint te knipperen. De LED op de regelmodule gaat snel knipperen, om een paar seconden later uit te gaan.
Ruimtethermostaten T-166 en T-168
2.1 Houd gelijktijdig de - en + toets op de ruimtethermostaat ingedrukt totdat de tekst CnF (configureren) en een communicatiesymbool worden weergegeven. De LED op de regelmodule gaat snel knipperen, om een paar seconden later uit te gaan.
EE ES FI FR HR
De registratie van de ruimtethermostaat is klaar.
HU IT LT LV NL NO PL PT RO RU SE SK U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S ¡ I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
19
UK
7
CZ
Installatie voltooien
DE Voer een volledige controle van de installatie uit:
5
1. Controleer of de ruimtethermostaat correct werkt.
DK
EE
Stel de schakeltemperatuur op het maximum in om een verwarmingsvraag te creĂŤren en controleer of de thermische aandrijvingen werken.
3
1 2 4
2. Stel de ruimtethermostaat opnieuw in op de geactiveerde regel instellingen.
ES
3. Sluit de afdekking van de regelmodule. 4. Bevestig de ruimtethermostaat aan de wand.
FI
5. Druk het 'Installatierapport' aan het einde van deze handleiding af en vul deze in.
FR
1
6
6. Overhandig de handleiding en alle informatie over het systeem aan de gebruiker.
HR HU IT LT LV NL NO PL PT RO RU SE SK 20
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S ¡ I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
8 Bedienen van de Uponor Smatrix Space regelmodule
CZ DE
De Uponor Smatrix Space stuurt een enkele vloerverwarmings-/koelgroep aan op basis van de wens van de klant. De temperatuur wordt ingesteld met de ruimtethermostaat in de ruimte.
8.1 Werkingsprincipe Zodra de ruimtethermostaat een temperatuur meet die lager (verwarmingsmodus) of hoger (koelmodus) is dan de schakeltemperatuur, wordt een vraag gecreëerd om de ruimtetemperatuur te wijzigen en verstuurd naar de regelmodule. De regelmodule zal volgens de actuele bedrijfsmodus en instellingen, de thermische aandrijvingen openen. Wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt, wordt deze informatie verstuurd en wordt de thermische aandrijving gesloten.
8.2 Normaal bedrijf zonder optionele geprogrammeerde klokprogramma’s Wanneer het systeem in de normale modus werkt: • In de verwarmingsmodus is de thermische aandrijving geopend wanneer de ruimtetemperatuur lager is dan de ingestelde temperatuur op de ruimtethermostaat. • In de koelmodus is de thermische aandrijving geopend wanneer de ruimtetemperatuur hoger is dan de ingestelde temperatuur op de ruimtethermostaat. Voor informatie over de bediening van de analoge ruimtethermostaten, zie hoofdstuk 9 Het bedienen van de Uponor Smatrix Wave analoge ruimtethermostaat. Voor informatie over de bediening van de digitale ruimtethermostaten, zie hoofdstuk 10 Het bedienen van de Uponor Smatrix Wave digitale ruimtethermostaat.
8.4 Bedrijfsmodus Tijdens normaal bedrijf staat de regelmodule in de bedrijfsmodus.
DK
Terug naar bedrijfsmodus
EE
Als de regelmodule in de registratie- of geforceerde modus staat, ga dan naar de bedrijfsmodus door de registratie-toets ingedrukt te houden totdat de LED's stoppen met knipperen.
ES FI FR HR
8.5 Zo reset u de regelmodule: HU
Teruggaan naar de fabrieksinstellingen gaat als volgt: 1. Houd de registratietoets op de regelmodule ingedrukt totdat alle LED's op de regelmodule gaan knipperen.
IT
2. Laat de toets los en alle LED's gaan een paar seconden later uit.
LT
De regelmodule is gereset naar de fabriekswaarden en de registratie van de ruimtethermostaat is gewist.
LV
8.6 Een ruimtethermostaat op de regelmodule afmelden
NL
Wanneer een ruimtethermostaat verkeerd is geregistreerd of als de registratie overgedaan dient te worden, is het mogelijk de actuele registratie te verwijderen uit de regelmodule met de fabrieksreset.
NO
8.3 Werken met geprogrammeerde klokprogramma’s
PL
Geprogrammeerde klokprogramma’s bieden een optie om in de zone te schakelen tussen Comfort en ECOmodus met een 7-daagsprogramma. Dit optimaliseert de installatie en spaart energie.
PT RO
Voor het gebruiken van geprogrammeerde klokprogramma’s is nodig:
RU
• Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168 Voor informatie over de bediening van de ruimte thermostaat, zie hoofdstuk 10 Het bedienen van de Uponor Smatrix Wave digitale ruimtethermostaat.
SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
21
UK
9 Bedienen van de Uponor Smatrix Wave analoge ruimtethermostaten
CZ DE
Twee soorten thermostaten, zowel analoge als digitale, kunnen in een Uponor Smatrix Space systeem gebruikt worden.
DK
Analoge ruimtethermostaten:
EE
• Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat standaard T‑165
9.2 Temperatuur aanpassen De temperatuur wordt veranderd door het schakelpunt op de thermostaat in te stellen op een waarde tussen 5 en 35 ˚C.
Standaard ruimtethermostaat T-165
ES
De analoge ruimtethermostaat wordt met een draaiknop bediend.
Gebruik de draaiknop op de ruimtethermostaat om de ruimtetemperatuur aan te passen. Als de draaiknop wordt verdraaid, gaat de achtergrondverlichting branden. Na ongeveer 10 seconden inactiviteit gaat deze weer uit.
FI
9.1 Layout ruimtethermostaat
De afbeelding hieronder laat zien hoe u de schakeltemperatuur van de ruimtethermostaat aanpast.
Standaard ruimtethermostaat T-165 FR
Tijdens normaal bedrijf brandt er bij warmtevraag op de ruimtethermostaat ca. 60 seconden lang een bescheiden LED.
HR
Op de afbeelding hieronder ziet u de onderdelen van de ruimtethermostaat.
HU
A
C
F D E Zo past u de schakeltemperatuur van de ruimtethermostaat aan:
IT
• Draai de draaiknop rechtsom voor een hoger gewenste ruimtetemperatuur.
LT
• Draai de draaiknop linksom voor een lagere gewenste ruimtetemperatuur.
LV
9.3 Batterijen vervangen NL
B NO
Artikel
PL PT RO
F
Omschrijving
A
Draaiknop schakelpunt ruimtetemperatuur
B
LED warmtevraag
C
Achtergrondverlichting
D
Registratietoets
E
Zet de timer-schakelaar uit (niet gebruikt in een Uponor Smatrix Space system)
F
Batterijen
Vervang de batterijen van de ruimtethermostaat als de LED aan de binnenzijde van de ruimtethermostaat twee keer knippert tijdens een verwarmings- of koelvraag. Als de batterijen geplaatst zijn, zal de ruimtethermostaat een zelftest uitvoeren, dit duurt ongeveer 10 sec. Het systeem zal geblokkeerd zijn voor input en de LED van de ruimtethermostaat knippert tijdens deze periode. De onderstaande afbeelding laat zien hoe de batterijen vervangen dienen te worden.
2
3
RU
1 SE
1. Klik de ruimtethermostaat los van de montageplaat. 2. Neem de ruimtethermostaat van de montageplaat. 3. Vervang de batterijen.
SK 22
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
9.4 Resetten naar fabrieksinstelling De fabrieksreset zet alle parameters terug naar de standaardwaarden.
CZ
LET OP! Reset de ruimtethermostaat niet als dit niet noodzakelijk is.
DE DK
LET OP! Een fabrieksreset verwijdert de registratiegegevens van de ruimtethermostaat.
EE
2
ES
3
FI FR
1 4
HR HU T-165 IT
Om een analoge ruimtethermostaat te resetten: 1. Klik de ruimtethermostaat los van de montageplaat.
LT
2. Neem de ruimtethermostaat van de montageplaat. 3. Houd de registratietoets op de thermostaat licht ingedrukt en laat deze los wanneer de vraag-LED begint te knipperen.
LV
4. Wijzig de timer-schakelaar twee keer, ongeacht de uitgangspositie.
NL
5. De ruimtethermostaat is gereset naar de fabriekswaarden.
NO PL PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S ¡ I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
23
UK
10 Bedienen van de Uponor Smatrix Wave digitale ruimtethermostaten
CZ DE
Twee soorten ruimtethermostaten, een analoge of een digitale, kunnen in een Uponor Smatrix Space systeem gebruikt worden.
DK
De digitale ruimtethermostaten hebben een display dat informatie geeft aan de gebruiker en toetsen voor de bediening.
EE
10.2 Layout display De afbeelding hieronder toont alle mogelijke symbolen en tekens die op het display kunnen verschijnen:
T-166
H I
F
Digitale ruimtethermostaten:
ES
• Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Dig T-166 • Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168
FI
D C B
G
E
10.1 Layout ruimtethermostaat
FR
Op de afbeelding hieronder ziet u de onderdelen van de ruimtethermostaat.
HR
A
A T-168
D
J H
A I G E F D B
HU
K
IT
C LT
L LV
B NL
Artikel
NO PL
C D
Pos.
Pictogram
A
Omschrijving
Omschrijving Uitsluitend T-166 Berichtenveld met drie alfanumerieke tekens
A
Display
B
Toetsen
C
Klem voor externe voeler (niet potentiaal gevoelig)
D
Batterijen
T-166
T-168
Temperatuurweergave bestaande uit het teken - of +, twee digitale cijfers, een decimale punt en het cijfer 0 of 5
PT Uitsluitend T-168
RO
Aflezen relatieve luchtvochtigheid in twee digitale cijfers Aangegeven met een “%”-teken
RU
B Indicator batterij bijna leeg
SE SK 24
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK Pos. C
D E
Pictogram
Omschrijving
10.3 Bedieningstoetsen
Temperatuureenheid, getoond wanneer de tekengroep A een temperatuur weergeeft
Onderstaande afbeelding geven de toetsen weer waarmee de digitale ruimtethermostaten bediend worden.
CZ DE
Communicatie-indicator Indicator ruimtetemperatuur
DK
Indicator externe temperatuurvoeler (RS-modus) Binnentemperatuur met een indicator vloertemperatuurbegrenzing Knipperend pictogram vloervoeler betekent een defecte sensor
EE
A
B ES
C
Indicator vloertemperatuur Knipperend pictogram vloervoeler betekent een defecte sensor
FI
Uitsluitend T-168 De grens voor de relatieve luchtvochtigheid is bereikt F
G
I J
De - en + toetsen worden gebruikt om:
instellingenmenu
B
• De schakeltemperatuur in te stellen • Parameters in de instellingenmenu’s wijzigen
Nummer instellingenmenu
C
Warmtevraag
Comfort-modus ECO-modus Uitsluitend T-168 Digitale klok Uitsluitend T-168 Parameternaam in het instellingenmenu Uitsluitend T-168 Indicatie die AM of PM weergeeft wanneer de ruimtethermostaat in de 12-uurs-weergave staat Geen indicatie wanneer de ruimtethermostaat in de 24-uursweergave staat
K
Omschrijving
A
Koelvraag H
Pos.
FR HR
De OK-toets heeft de volgende functies: • Wisselen tussen actuele statusgegevens en waarden van de aanwezige voelers welke met de ruimtethermostaat verbonden zijn • Instellingenmenu openen en afsluiten • Een instelling bevestigen
HU IT
10.4 Opstarten LT
Bij het opstarten wordt gedurende ongeveer 3 seconden de softwareversie in het display getoond. Vervolgens gaat de ruimtethermostaat in de bedrijfsmodus.
LV
Wanneer de toetsen voor de eerste keer gestart wordt, of na een fabrieksreset, vraagt de software om de datum en de tijd (uitsluitend T-168).
NL
Softwareversie De actuele softwareversie wordt getoond als de toetsen wordt aangezet.
NO
Voorbeelden:
T-166
PL
T-168
PT
Uitsluitend T-168 Geselecteerde/geactiveerde dag van de week 1 = maandag 7 = zondag
L
RO
Uitsluitend T-168
RU
Indicatoren voor geselecteerde of geplande tijd, voor de Comfortmodus, tussen 00:00 en 24:00
SE
Half = 30 minuten Heel = 1 uur
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
SK 25
UK Datum en tijd instellen (uitsluitend T-168)
CZ
7. Instellen jaar.
Wanneer de ruimtethermostaat voor de eerste keer gestart wordt, na de fabrieksreset of nadat deze te lang zonder batterijen is geweest, vraagt de software om de datum en tijd in te stellen.
DE
Gebruik de - of + toetsen om de waarden te wijzigen, druk op de OK-toets om de waarde vast te zetten en naar de volgende bewerkbare instelling te gaan.
DK
LET OP! Als er gedurende ongeveer 8 seconden geen toets wordt ingedrukt, wordt de huidige waarde opgeslagen en gaat de software naar de bedrijfsmodus.
EE ES
1. Instellen uren.
FI
8. Druk op OK om terug te gaan naar de bedrijfsmodus. De datum en tijd kunnen ook in het instellingenmenu worden ingesteld. Zie voor meer informatie, paragraaf 10.9 Instellingen.
10.5 Temperatuur instellen De temperatuur wordt gewijzigd door het schakelpunt op de ruimtethermostaat veranderen. Gebruik de toetsen op de ruimtethermostaat om de temperatuur wijzigen. Het display wordt verlicht als er een toets wordt ingedrukt. Na ongeveer 10 seconden inactiviteit gaat deze weer uit.
FR
De afbeelding hieronder laat zien hoe u de schakeltemperatuur van de ruimtethermostaat aanpast.
2. Instellen minuten.
HR HU IT
3. Instellen tijdweergave 12 u of 24 u.
LT
Ga als volgt te werk om de schakeltemperatuur van de ruimtethermostaat voor de actuele regelmodus in te stellen:
LV 4. Instellen dag van de week (1 = maandag, 7 = zondag).
NL
1. Druk eenmaal op de - of + toets.
Het huidige setpoint knippert op het display.
T-166
T-168
NO 5. Instellen dag van de maand.
PL
2. Druk herhaaldelijk op de - of + toets om de schakeltemperatuur aan te passen. Dit gaat in stappen van 0,5 °C.
PT
RO
6. Instellen maand.
RU
Wanneer het nieuwe schakelpunt is ingesteld, keert het display na enkele seconden terug naar de bedrijfsmodus en toont het de ruimtetemperatuur.
10.6 Bedrijfsmodus Tijdens normaal bedrijf staat de ruimtethermostaat in de bedrijfsmodus.
SE
In de bedrijfsmodus staat specifieke informatie van de regelmodus op het display.
SK 26
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
10.7 Regelmodus De ruimtethermostaat heeft vier verschillende regelmogelijkheden, deze wordt in het instellingenmenu ingesteld: Mogelijke regelingen: • RT = Ruimtetemperatuur • RFT = Ruimtetemperatuur met externe vloervoeler • RS = Externe voeler • RO = Ruimtetemperatuur met externe buitenvoeler* *)
1. Houd de OK-toets ongeveer 3 seconden lang ingedrukt.
3. Gebruik de - of + toetsen om de cijfers te wijzigen naar 04 en druk op OK.
DE
4. De actuele besturingsmodus wordt getoond (RT, RFT, RS of RO).
DK
5. Gebruik de - of + toetsen om de besturingsmodus (zie de onderstaande lijst) te wijzigen en druk op OK.
EE
Alleen voor weergave van de buitentemperatuur.
In de regelmodus kunnen verschillende soorten informatie op het display worden getoond. De digitale ruimtethermostaat T-168 laat ook de klok en informatie over het geprogrammeerde programma zien.
CZ
2. Het pictogram instellingen en menunummer staan in de rechter bovenhoek van het display.
RT = Ruimtetemperatuur RFT = Ruimtetemperatuur met externe vloervoeler RS = Externe voeler RO = Ruimtetemperatuur met externe buitenvoeler
ES FI
*) Alleen voor weergave van de buitentemperatuur.
Gebruik de OK-toets om te bladeren tussen de beschikbare informatie.
.
Houd de toets OK ongeveer drie seconden lang ingedrukt om het instellingenmenu af te sluiten.
RT, Ruimtetemperatuurmodus
10.9 Instellingen
HR
In dit menu worden alle instellingen die betrekking hebben op de werking van de ruimtethermostaat ingesteld.
HU
1. Ruimtetemperatuur (standaard) 2. Relatieve luchtvochtigheid (uitsluitend T-168)
RFT, Ruimte+vloer temperatuur-modus 1. Ruimtetemperatuur (standaard)
FR
LET OP! Als er gedurende ongeveer 8 seconden geen toets wordt ingedrukt in een submenu, wordt de huidige waarde opgeslagen en gaat de software naar het instellingenmenu. Ongeveer 60 seconden later, wordt teruggegaan naar de bedrijfsmodus.
2. Relatieve luchtvochtigheid (uitsluitend T-168) 3. Vloertemperatuur
RS, Externe voelermodus 1. Ruimtetemperatuur (standaard)
IT LT
2. Relatieve luchtvochtigheid (uitsluitend T-168)
Zo gaat u het instellingenmenu in:
LV
RO, Externe buitenvoelermodus
1. Houd de OK-toets ongeveer 3 seconden lang ingedrukt.
NL
1. Ruimtetemperatuur (standaard) 2. Relatieve luchtvochtigheid (uitsluitend T-168) 3. Buitentemperatuur
10.8 Regelmodus wijzigen Als er een externe voeler is aangesloten op de ruimtethermostaat, moet er een regelmodus gekozen worden die geschikt is voor de extra functie van de voeler. LET OP! Als er gedurende ongeveer 8 seconden geen toets wordt ingedrukt in een submenu, wordt de huidige waarde opgeslagen en gaat de software naar het instellingenmenu. Ongeveer 60 seconden later, wordt teruggegaan naar de bedrijfsmodus.
2. Het pictogram instellingen en menunummer staan in de rechter bovenhoek van het display.
NO
3. Gebruik de - of + toetsen om de getallen te wijzigen om een submenu te selecteren (zie de onderstaande lijst) en druk op OK.
PL
00 = Programma (uitsluitend T-168) 02 = Omschakelen verwarmen/koelen 03 = ECO-modus aanpastemperatuur 04 = Regelmodus 05 = Bovengrens vloertemperatuur 06 = Ondergrens vloertemperatuur 07 = Koeling mogelijk 08 = Weergave eenheid 09 = Integratie klimaatregeling 10 = Tijd en datum (uitsluitend T-168)
PT RO RU
4. Wijzig de parameters in de submenu's.
SE
5. Houd de toets OK ongeveer drie seconden lang ingedrukt om het instellingenmenu af te sluiten.
SK U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
27
UK 00 Programma (uitsluitend T-168)
Programma P4:
In dit menu kan één van de zeven verschillende geprogrammeerde klokprogramma’s voor de Comfort-/ ECO-modus worden ingesteld. Programma's 1 tot 6 zijn voorgeprogrammeerd en de zevende is door de gebruiker te programmeren.
CZ DE
Programma Uit (standaard):
DK
De groep wordt ingesteld op Comfort-modus. Als er een timer in de groep beschikbaar is, zal de ruimte gebruik maken van de daarin ingestelde schema's, maar met de eigen ECO-modus verlagingstemperatuur van de ruimtethermostaat.
EE ES
Programma P1:
Programma P5:
Programma P2:
Programma P6:
FI FR HR HU IT LT LV NL Programma P3:
NO
Deze instelling wijzigen: 1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen.
PL
2. Gebruik de - en + toetsen om een programma te selecteren.
PT RO RU
Kies uit: P1–P6, U en Uit.
Programma U
2.1 De actuele dag gaat knipperen.
Kies één van de volgende manieren om een klokprogramma te programmeren:
Enkele dag: Programmeer alleen een enkele dag.
Volledige week: Programmeer elke dag in de week.
SE SK 28
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
Programmeren enkele dag:
2.1.1 Gebruik de - of + toetsen om een dag te selecteren om te programmeren.
2.1.2 Houd de OK-toets ingedrukt totdat de uren in het display verschijnen.
2.1.3 De uren gaan knipperen. Gebruik de - of + toetsen om een interval in te stellen voor de Comfort-/ECO-modus. Pictogrammen op het display tonen welke modus actief is:
= Comfort-modus = ECO-modus Druk op OK om elke instelling te bevestigen behalve wanneer de indicator, aan de onderkant van het display, het einde van de dag bereikt, dat is de bevestiging van de interval.
2.1.4 Wanneer de dag volledig geprogrammeerd is, gaat de software terug naar het instellingenmenu. 2.1.5 Herhaal vanaf stap 1 als er meer dagen geprogrammeerd dienen te worden.
Programmeren van een volledige week:
2.1.1 Houd de OK-toets ingedrukt totdat de uren verschijnen.
2.1.2 De uren gaan knipperen. Gebruik de - of + toetsen om een interval in te stellen voor de Comfort-/ECO-modus. Pictogrammen op het display tonen welke modus actief is:
= Comfort-modus = ECO-modus Druk op OK om elke instelling te bevestigen behalve wanneer de indicator, aan de onderkant van het display, het einde van de dag bereikt, dat is de bevestiging van de interval.
2.1.3 Wanner de dag volledig geprogrammeerd is, gaat het pictogram van de volgende dag knipperen en verschijnt de tekst Kopiëren Ja (Ja knippert).
2.1.4 Kies Ja om de instellingen van de huidige dag te kopiëren naar de volgende dag. Kies Nee om een nieuw klokprogramma te maken voor de volgende dag.
2.1.5 Herhaal de stappen 2.1.2 tot 2.1.4 totdat alle beschikbare dagen geprogrammeerd zijn.
2.1.6 Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
02. Omschakelen verwarmen/koelen In dit menu wordt handmatig ingesteld of het systeem in de verwarmingsmodus of in de koelmodus is.
CZ
Deze instelling wijzigen: 1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen.
DE
2. Gebruik de - of + toetsen om de instelling (zie de onderstaande lijst) te wijzigen.
DK
V = Verwarmen (pictogram warmtevraag knippert) C = Koelen (pictogram koelvraag knippert)
EE
3. Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
ES
03 ECO-modus verlagingstemperatuur In dit menu wordt de verlagingstemperatuur ingesteld voor wanneer het kanaal in de ECO-modus is. De instelling past het huidige schakelpunt aan met de ingestelde waarde. De schakeltemperatuur wordt verlaagd in de verwarmingsmodus en verhoogd in de koelmodus.
FI FR
Als de verlagingstemperatuur op 0 staat, zal de ruimtethermostaat onveranderd blijven als een programma het systeem in de ECO-modus zet.
HR
Deze instelling is alleen van toepassing voor de digitale ruimtethermostaat T-168, die kan wisselen tussen Comfort- en ECO-modus.
HU
Deze instelling wijzigen:
IT
1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen. 2. Gebruik de + en - toetsen om de parameter te veranderen.
LT
Standaard: 4 ˚C Instelbereik: 0 – 11 ˚C, in stappen van 0,5 ˚C
LV
3. Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
NL NO PL PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
29
UK 04 Regelmodus
06 Ondergrens vloertemperatuur
CZ
In dit menu wordt de regelmodus voor de ruimtethermostaat ingesteld.
In dit menu wordt een grens voor de minimum toegestane vloertemperatuur ingesteld.
DE
Als er een externe voeler is aangesloten op de ruimtethermostaat, moet er een regelmodus gekozen worden die geschikt is voor de extra functie van de voeler.
Dit menu is alleen zichtbaar als de regelmodus RFT geactiveerd is in het instellingenmenu 04.
DK
De actuele bedrijfsmodus wordt getoond (RT, RFT, RS of RO).
1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen.
Deze instelling wijzigen:
2. Gebruik de + en - toetsen om de parameter te veranderen.
1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen.
EE
Deze instelling wijzigen:
2. Gebruik de - of + toetsen om de regelmodus (zie de onderstaande lijst) te wijzigen.
ES
RT = Ruimtetemperatuur RFT = Ruimtetemperatuur met externe vloervoeler RS = Externe voeler RO = Ruimtetemperatuur met externe buitenvoeler
*) Alleen voor weergave van de buitentemperatuur.
FI FR
LET OP! Als deze parameter wordt ingesteld op lager dan 16 ˚C, gaat het pictogram koelen knipperen, als waarschuwing voor condensatie in het systeem. LET OP! Deze parameter kan niet hoger worden ingesteld dan de opgegeven waarde in het instellingenmenu 05 Bovengrens vloertemperatuur.
3. Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
HR
05 Bovengrens vloertemperatuur HU
In dit menu wordt een grens voor de maximaal toegestane vloertemperatuur ingesteld. Dit menu is alleen zichtbaar als de regelmodus RFT geactiveerd is in het instellingenmenu 04.
IT
Deze instelling wijzigen:
LT
1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen.
LV
2. Gebruik de + en - toetsen om de parameter te veranderen.
NL
Standaard: 26 ˚C Instelbereik: 20 – 35 ˚C, in stappen van 0,5 ˚C
NO PL
3. Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
07 Koeling beschikbaar In dit menu wordt ingesteld of koeling in het systeem beschikbaar is. Deze instelling wijzigen: 1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen. 2. Gebruik de - of + toetsen om te wisselen tussen Ja and Nee.
LET OP! Deze parameter kan niet lager worden ingesteld dan de opgegeven waarde in het instellingenmenu 06 Ondergrens vloertemperatuur. 3. Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
Standaard: 20 ˚C Instelbereik: 10 – 30 ˚C, in stappen van 0,5 ˚C
Ja – het pictogram koelen wordt getoond Nee – het pictogram koelen is verborgen
3. Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
08 Weergave temperatuureenheid In dit menu wordt de temperatuurweergave ingesteld. Deze instelling wijzigen: 1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen.
PT
2. Gebruik de - of + toetsen om te wisselen tussen Celsius en Fahrenheit.
RO
RU
3. Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
DEg ˚C – graden Celsius DEg ˚F – graden Fahrenheit
SE SK 30
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK 09 Integratie klimaatregeling In dit menu wordt ingesteld of de ruimtethermostaat ook geïntegreerd moet worden en temperatuurgegevens moet delen met een Uponor Smatrix Move PLUS regelmodule. Standaardwaarde: nee Deze instelling wijzigen:
10.10 Resetten naar fabrieksinstelling De fabrieksreset zet alle parameters terug naar de standaardwaarden. LET OP! Reset de ruimtethermostaat niet als dit niet noodzakelijk is.
1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen
1. Houd de -, + en OK toetsen ongeveer 5 seconden ingedrukt totdat het display leeg is.
2. Gebruik de - of + toetsen om te wisselen tussen nee , JA en CnF.
2. De ruimtethermostaat is gereset naar de fabriekswaarden.
nee – niet geïntegreerd JA – Geïntegreerd (reeds geregistreerd bij de Move regelmodule is een vereiste) CnF – registreer bij de Move PLUS regelmodule, bevestig op de Move PLUS regelmodule
3. Druk op OK om de verandering te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
EE ES FI
De onderstaande afbeelding laat zien hoe de batterijen vervangen dienen te worden.
FR
2 HR
Gebruik de + en - toetsen om de waarde te veranderen. Druk op de OK-toets om de waarde in te stellen en ga naar de volgende bewerkbare instelling.
2. Instellen uren.
DK
Vervang de batterijen van de ruimtethermostaat wanneer het pictogram batterij bijna leeg op het display weergegeven wordt.
In dit menu worden tijd en datum ingesteld. Deze instelling is nodig om de geprogrammeerde klokprogramma’s voor deze ruimtethermostaat te kunnen gebruiken.
1. Druk op OK en de parameter begint te knipperen.
DE
10.11 Batterijen vervangen
10 Tijd en datum (uitsluitend T-168)
Deze instelling wijzigen:
CZ
HU
3 1
IT
1. Klik de ruimtethermostaat los van de montageplaat. 2. Neem de ruimtethermostaat van de montageplaat.
LT
3. Vervang de batterijen.
3. Instellen minuten.
LV
4. Instellen tijdweergave 12 u of 24 u. 5. Instellen dag van de week (1 = maandag, 7 = zondag).
NL
6. Instellen dag van de maand. 7. Instellen maand.
NO
8. Instellen jaar. 9. Druk op OK om de veranderingen te bevestigen en terug te gaan naar het instellingenmenu.
PL PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
31
UK
11 Onderhoud
CZ DE
Het onderhoud van Uponor Smatrix Space omvat: • Handmatig preventief onderhoud
DK
Op de afbeelding hieronder ziet u waar de LED's van de regelmodule zitten.
A B C
• Automatisch preventief onderhoud • Correctief onderhoud
EE
• LED's van regelmodule
ES
11.1 Handmatig preventief onderhoud Uponor Smatrix Space heeft naast het schoonmaken geen preventief onderhoud nodig:
FI
1. Gebruik voor het schoonmaken van de onderdelen een droge, zachte doek.
FR Waarschuwing! Gebruik geen schoonmaakmiddelen om de Uponor Smatrix Space onderdelen te reinigen.
HR
11.2 Correctief onderhoud HU
De regelmodule resetten
IT
Als de regelmodule niet naar verwachting werkt, bijvoorbeeld als deze niet meer reageert, kan deze worden gereset om het probleem te verhelpen:
LT
1. Koppel de regelmodule los van de netstroom en sluit deze vervolgens weer aan.
Artikel
Omschrijving
A
LED, relais 1 activiteit
B
LED, relais 2 activiteit
C
LED, radio-verbinding
De onderstaande tabel geeft de status van de LED's van de regelmodule weer. LED
Status
Relais 1
• Rood, aan – verwarmingsmodus, thermische aandrijving geactiveerd • Groen, aan – koelmodus, thermische aandrijving geactiveerd
11.3 LED’s van de regelmodule
LV
We raden aan om af en toe de LED's op de regelmodule te controleren op alarmen.
NL
• Uit – geen warmte- / koelvraag Relais 2
De relais-LED's zijn aan wanneer de relais gesloten zijn, tijdens normaal bedrijf. De radioverbindings-LED knippert wanneer er radioactiviteit is is, d.w.z. wanneer de relais bediend worden of wanneer de ruimtethermostaat gegevens verstuurt, en gaat na een paar seconden uit.
NO PL
• Blauw, aan – koelmodus geactiveerd in menu 02 op de digitale ruimtethermostaat • Uit – verwarmingsmodus geactiveerd in menu 02 op de digitale ruimtethermostaat
Radio verbinding
• Oranje, knipperend – Communiceert met de ruimtethermostaat • Oranje, snel knipperend – Communicatie met de ruimtethermostaat is al een uur onderbroken • Oranje, langzaam knipperend – Wacht op registratie ruimtethermostaat
PT
• OK – Normaal bedrijf.
RO RU SE SK 32
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
12 Verhelpen van storingen
CZ DE
De tabel hieronder toont problemen en alarmen die zich kunnen voordoen met het Uponor Smatrix Space alsmede oplossingen hiervoor. Probleem Wisselende vloertemperatuur
De ruimte te koud (of te warm in koelmodus)
De ruimte te warm (of te koud in koelmodus)
Aanwijzing Vloertemperatuur schommelt abnormaal tussen warm en koud in verwarmingsmodus De ruimtetemperatuur komt niet overeen met het schakelpunt op de ruimtethermostaat en de thermostatische aandrijving gaat met vaste tussenpozen open/dicht
Waarschijnlijke oorzaak Aanvoertemperatuur te hoog
Oplossingen Controleer verwarmingstoestel of bypass
DK
De noodvoorzieningsfunctie wordt geactiveerd wanneer de communicatie met de ruimtethermostaat verloren gaat
Controleer de aansluiting van de ruimtethermostaat
EE
De ruimtetemperatuur komt niet overeen met het schakelpunt op de ruimtethermostaat
De ruimtethermostaat staat in het directe zonlicht of dicht bij warmtebronnen
Druk op de - of + toetsen om de schakeltemperatuur op de ruimtethermostaat weer te geven De op de ruimtethermostaat weergegeven temperatuur verandert na verplaatsen van de ruimtethermostaat Witte indicator niet te zien in het venster van de thermische aandrijving
De temperatuurinstelling van de ruimtethermostaat is fout
ECO-pictogram op het display van de ruimtethermostaat (uitsluiten T-168)
ECO-modus
Controleer de batterijen in de ruimtethermostaat
ES
Maak opnieuw verbinding als deze verbroken is. Controleer de plaats van de ruimtethermostaat volgens de installatieinstructies en verander indien nodig de locatie Wijzig de schakeltemperatuur
FI FR
De ruimtethermostaat kan worden Verplaats de ruimtethermostaat beïnvloed door een externe warmtebron Thermische aandrijving gaat niet open Vervang de thermische aandrijving
HR HU
Neem contact op met de installateur Verander het ECO-profiel of wijs een ander profiel toe aan de ruimte
Controleer de warmte-/koude opwekker instellingen en bedrijfsmodus van de digitale ruimtethermostaat De bijbehorende groep is warm, zelfs na een lange periode zonder warmtevraag
Het systeem is in koelmodus (verwarmingsmodus)
Verklein de ECO-verlagingstemperatuur voor de ruimtethermostaat Correct signaal vanuit extern apparaat vereist
De thermische aandrijving sluit niet
Neem contact op met de installateur
De ruimtetemperatuur OK maar de vloer is koud
Geen warmtevraag vanuit het vloerverwarmingssysteem
Communicatiefout
De ruimte wordt verwarmd door een andere warmtebron Registratie is verbroken
IT LT
Controleer of de thermische aandrijving goed geïnstalleerd is
LV
Vervang de thermische aandrijving De vloer is koud
Geen communicatie
NL NO
Neem contact op met de installateur Registreer de ruimtethermostaat nogmaals
PL PT RO RU SE SK U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
33
UK
12.1 Verhelpen van storingen na de installatie CZ DE
Probleem
Aanwijzing
Waarschijnlijke oorzaak
Oplossingen
De regelmodule start niet
Geen LED-indicatie op de regelmodule wanneer de schakeltemperatuur veranderd is
Regelmodule krijgt geen spanning
1. Controleer of de regelmodule op het elektriciteitsnet is aangesloten. 2. Controleer de bedrading.
De thermische aandrijving gaat niet open
3. Controleer of het stopcontact 230 V spanning levert.
DK
4. Herstart de regelmodule door de netstekker er uit te trekken en er weer in te steken Bij het opstarten knippert de regelmodule rood/groen.
EE ES FI FR
Het stopcontact levert 230 V spanning.
Netsnoer of regelmodule defect
1. Vervang het netsnoer en/of regelmodule.
Slechte radioontvangst
Herhaalde radio-alarmen (de LED knippert snel)
De regelmodule is geïnstalleerd in een Verander de plaats van de regelmodule. metalen kast of te dicht bij andere Bel de installateur als het probleem blijft afschermende objecten terugkomen. Gebouw niet gunstig voor radiogolven
De ruimtethermostaat is defect
De radioverbindings-LED op de regelmodule brandt continu
De regelmodule is niet juist geïnstalleerd of gepositioneerd.
Controleer de bedrading.
12.2 Alarmen/problemen digitale ruimtethermostaten T-166 en T-168 Er wordt een alarm verzonden als er meer dan 1 uur is verstreken sinds de regelmodule het laatste radiosignaal vanuit de ruimtethermostaat heeft ontvangen.
HR
De tabel hieronder toont een lijst met problemen die zich kunnen voordoen in de digitale ruimtethermostaten T-166 en T-168.
HU IT LT
Aanwijzing
Waarschijnlijke oorzaak
Oplossingen
Batterijsymbool wordt weergegeven
batterijen van de ruimtethermostaat raken leeg
Vervang de batterijen
Het display is uit
De batterijen zijn leeg of verkeerd type batterij gebruikt De batterijen zijn ondersteboven geïnstalleerd (omgekeerde polariteit) Zender werkt met minder sterk signaal
Vervang de batterijen
Pictogram van draadloze verbinding wordt weergegeven, maar de signalen worden alleen ontvangen als de ruimtethermostaat dicht bij de antenne is
LV NL NO PL PT
Nieuwe installaties in gebouw schermen radiosignalen af (bijvoorbeeld metalen deuren)
Geen pictogram van draadloze verbinding wordt weergegeven op het display van de ruimtethermostaat bij het indrukken van de toetsen -/+ Het symbool voor de relatieve luchtvochtigheid wordt getoond (uitsluitend T-168) Het symbool van de vloertemperatuurvoeler knippert
De zender in de ruimtethermostaat is defect.
Het symbool van de binnentemperatuurvoeler
Defecte temperatuurvoeler
De grens voor de relatieve vochtigheid is bereikt Defecte temperatuurvoeler
knippert
Installeer de batterijen op de juiste manier Laat de ruimtethermostaat geforceerd zenden door de schakeltemperatuur te wijzigen Vervang de ruimtethermostaat Probeer een nieuwe plaats te vinden voor de ruimtethermostaat en/of de antenne of verplaats, indien mogelijk, het afschermende object Laat de ruimtethermostaat geforceerd zenden door de schakeltemperatuur te wijzigen Vervang de ruimtethermostaat Verlaag het luchtvochtigheidsniveau door de ventilatie te vergroten, de schakeltemperatuur te verhogen of de koeling uit te schakelen. Controleer de aansluiting van de vloervoeler Maak de vloervoeler los en controleer deze met een ohmmeter. De waarde moet rond de 10 kohm liggen Neem contact op met de installateur of vervang de ruimtethermostaat
12.3 Alarmmeldingen/problemen analoge ruimtethermostaat T-165
RO
Er wordt een alarm verzonden als er meer dan 1 uur is verstreken sinds de regelmodule het laatste radiosignaal vanuit de ruimtethermostaat heeft ontvangen.
RU
De tabel hieronder is een lijst met problemen die zich kunnen voordoen in de standaard ruimtethermostaat T-165. Aanwijzing De LED op de ruimtethermostaat knippert twee keer
SE
Waarschijnlijke oorzaak De batterijen van de ruimtethermostaat raken leeg
Oplossingen Vervang de batterijen
SK 34
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
12.4 Alarmen/problemen regelmodule Er wordt een alarm verzonden als er meer dan 1 uur is verstreken sinds de regelmodule het laatste radiosignaal vanuit de ruimtethermostaat heeft ontvangen.
CZ
De tabel hieronder is een lijst met problemen die zich kunnen voordoen in de regelmodule. Aanwijzing
Waarschijnlijke oorzaak
Oplossingen
De radioverbindings-LED op de regelmodule knippert snel
De ruimtethermostaat is buiten draadloos bereik
Verklein de afstand tussen de ruimtethermostaat en regelmodule of verplaats de ruimtethermostaat in de ruimte
DE DK
Controleerde batterijen van de ruimtethermostaat
12.5 Neem contact op met de installateur
EE
Raadpleeg voor contactgegevens van de installateur het installatierapport achter aan in dit document. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt voordat u contact opneemt met een installateur:
ES FI
• Installatierapport • Tekeningen van het vloerverwarmingssysteem (indien beschikbaar)
FR
• Lijst van alle alarmen, inclusief tijd en datum
HR
12.6 Instructies installateur Om te bepalen of een probleem wordt veroorzaakt door het waterzijdige of het regelsysteem, demonteert u de thermische aandrijving van desbetreffende ruimte. U wacht enkele minuten en controleert of de aanvoerleiding van de vloerverwarmingsgroep warm wordt.
HU IT
Als de leiding niet warm wordt, zit het probleem in het verwarmingssysteem. Als de groep warm wordt, kan het ruimteregelsysteem de oorzaak zijn.
LT LV
Geen warm water in de verdeler kan een aanwijzing zijn voor een waterzijdig defect. Controleer de warmteopwekker en de circulatiepomp.
NL NO PL PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
35
UK
13 Technische gegevens
CZ DE
13.1 Technische gegevens Algemeen
DK
IP
IP20 (IP: mate van ontoegankelijkheid tot de werkende onderdelen van het product en mate van ontoegankelijkheid van water) 85% bij 20 °C 30 m
Max. relatieve vochtigheid omgeving Maximum radioafstand tussen regelmodule en thermostaat
EE
Ruimtethermostaten en timer
ES
CE-markering Zwakstroomtests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) Voeding Spanning Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Radiofrequentie Schakelcyclus zender Aansluitklemmen (alleen thermostaten)
FI FR HR HU
EN 60730-1* en EN 60730-2-9*** EN 60730-1 en EN 301-489-3 EN 300 220-3 Twee 1,5 V AAA-alkalinebatterijen 2,2 V tot 3,6 V 0 °C tot +45 °C -10 °C tot +65 °C 868,3 MHz <1% 0,5 mm² tot 2,5 mm²
Regelmodule CE-markering Zwakstroomtests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) Voeding Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Maximumverbruik Relaisuitgangen Voedingsaansluiting Aansluitklemmen
IT LT LV NL NO
EN 60730-1* en EN 60730-2-1*** EN 60730-1 en EN 301-489-3 EN 300 220-3 230 V AC +10/-15%, 50 Hz of 60 Hz 0 °C tot +50 °C -20 °C tot +70 °C 2W 230 V AC +10/-15%, 250 V AC 8 A maximaal Kabel 1 m met euro-stekker (behalve UK) Tot 4,0 mm² massief, of 2,5 mm² flexibel met eindhulzen
*)
EN 60730-1 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik -- Deel 1: Algemene eisen
**)
EN 60730-2-1 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik -- Deel 2-1: Bijzondere eisen voor elektrische regelaars voor elektrische huishoudelijke apparaten
Bruikbaar in heel Europa
Verklaring van overeenstemming: Hierbij verklaren wij onder eigen verantwoordelijkheid dat de in deze instructies behandelde producten voldoen aan alle essentiële eisen verbonden aan de R&TTE 1999/5/CE Richtlijn van maart 1999.
***) EN 60730-2-9 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik -- Deel 2-9: Bijzondere eisen voor temperatuurgevoelige regelaars
PL
0682
13.2 Technische specificaties PT
Kabels Kabel van externe voeler naar ruimtethermostaat Kabel van vloervoeler naar ruimtethermostaat
RO
Standaard kabellengte
Maximum lengte kabel
Draaddikte
5m
5m
0,6 mm²
5m
5m
0,75 mm²
RU SE SK 36
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK
13.3 Layout regelmodule
B C D E
13.5 Afmetingen
A
CZ
Regelmodule 50 mm 25 mm
DE DK
ES
Omschrijving
FI
A
Uponor Smatrix Space regelmodule X-161
B
Registratietoets
C
LED, relais 1 activiteit
D
LED, relais 2 activiteit
E
LED, radio-verbinding
F
Relais 1 aansluiting, thermische aandrijving
G
Relais 2 aansluiting, uitgang verwarmen/koelen
H
Netaansluiting, 230 V AC 50 Hz
FR Ruimtethermostaten T-166 T-168
HR
80 mm 60 mm
26,5 mm
HU 80 mm
Artikel
171 mm
F G H
162 mm
153 mm
EE
13.4 Bedradingsschema's
IT
Uponor Smatrix Space
LT 80 mm 60 mm
26,5 mm
LV NL
80 mm
T-165
NO 230 V
LN 230 V AC 50 Hz
PL PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S ¡ I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
37
UK
14 Installatierapport
CZ DE DK EE ES FI
230 V
T-168
T-166
T-165
FR Regelmodule
HR
Ruimtethermostaat
Ruimtes
Ruimtethermostaat Vloervoeler
HU
Externe voeler
IT
Verwarming/koeling
Ja Nee
LT LV NL NO PL PT RO RU SE SK 38
U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
UK CZ DE DK EE ES FI FR HR HU IT LT LV NL NO PL PT RO RU SE SK U P O N O R S M AT R I X S PA C E / S PA C E P L U S · I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
39
Production: Uponor AB; Virsbo, Sweden 1068129 03_2015_NL
Nathan Import/Export B.V. www.uponor.nl Uponor behoudt zich het recht voor de specificaties van geĂŻntegreerde onderdelen zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen overeenkomstig zijn beleid van voortdurende verbetering en ontwikkeling.