CONFERENTIE
7 JUNI
7 JUNI
REDACTIE:
Christel Wolterinck, Stichting Carmelcollege
Cindy Poortman, Universiteit Twente
Odille Strootman-Snijders, Universiteit Twente
Kim Schildkamp, Universiteit Twente
REDACTIE INTERVIEWS:
Hans Morssinkhof, Hans Morssinkhof Publicity
Suzanne Visser, Perspect Communicatiebureau
VORMGEVING:
Birthe Braamhaar, Universiteit Twente
Tiyodora Acar, Universiteit Twente
Beste onderwijscollega,
Met trots vatten we in dit magazine de opbrengsten samen van 15 jaar samenwerking tussen de Universiteit Twente en Stichting Carmelcollege Vragen waarover we ons gezamenlijk gebogen hebben zijn bijvoorbeeld: Hoe kunnen we formatief toetsen (beter) implementeren? Hoe kunnen we (beter) differentiëren? Hoe kun je data gebruiken bij het oplossen van onderwijsproblemen? Hoe zorgen we dat onze onderwijsinnovaties ook duurzaam zijn?
In dit magazine vind je vele mooie voorbeelden over de samenwerking tussen onderzoek en praktijk: onderzoek en onderwijs leren van elkaar! Onze samenwerking heeft op veel plekken geleid tot beter onderwijs voor leerlingen en daar doen we het voor
De onderzoekers presenteren de resultaten van de verschillende projecten en vanuit ieder project is er een deelnemende docent geïnterviewd Wat heeft het project opgeleverd voor de docent, voor de school, voor het onderwijs? Tot slot besteden we ook aandacht aan de duurzaamheid van onderwijsinnovaties. Te vaak zien we dat een effectieve innovatie ophoudt zodra een project (en daarmee vaak de subsidie) is afgelopen Hoe kunnen we dit voorkomen?
Bij elk verhaal vind je ook de contactgegevens van de auteurs en we nodigen je uit om contact met hen op te nemen als je meer wilt weten We hopen dat je veel inspiratie vindt in het lezen van deze verhalen We wensen je veel leesplezier!
Prof. dr. Kim Schildkamp
Hoogleraar en sectiehoofd, Vakgroep ELAN, Universiteit Twente
Dr. Christel Wolterinck
Programmanager onderwijs en onderzoek, Stichting Carmelcollege
Vijftien jaar na de start is de samenwerking tussen de Universiteit Twente (UT) en Stichting Carmelcollege (Carmel) nog altijd springlevend. Bestuursvoorzitters Vinod Subramaniam (UT) en Karin van Oort (Carmel) maken de balans op en kijken vooruit.
WAAROM IS DEZE SAMENWERKING ZO BELANGRIJK?
Karin van Oort: “Vijftien jaar geleden was er nog een grote afstand tussen de onderwijspraktijk en de wetenschap. Veel docenten op onze scholen zagen niet hoe wetenschappelijk werk relevant kon zijn voor hun praktijk. Als gevolg daarvan vond onderwijsvernieuwing soms plaats op basis van onderbuikgevoelens en werden resultaten onvoldoende gemonitord. Dat is echt veranderd in de vijftien jaar dat de UT en Carmel samenwerken. Onze docenten hebben veel meer zicht gekregen op de praktijkgerichte toepassing van wetenschappelijke inzichten. Ze voelen zich ‘eigenaar’ van hun onderwijsontwikkeling en zijn veel meer datagericht gaan werken. En de data die daaruit voortkomen, zijn weer input voor de wetenschap!”
Vinod Subramaniam: “Ik vind ook dat de wetenschap zich door echte vragen moet laten inspireren. Niet eerst met antwoorden komen en dan op zoek gaan naar de vraag; dat is de wereld op zijn kop!
Je begint bij een vraag uit de praktijk, aan de hand daarvan leer je wat wel en niet werkt, dan ga je fijnslijpen, en zo kom je uiteindelijk tot praktische oplossingen, die leiden tot nieuwe inzichten en fundamentele vragen.”
DE UT EN CARMEL HEBBEN VEEL RAAKVLAKKEN. WAARIN ZIT DE KRACHT VAN DE SAMENWERKING?
Vinod: “De kracht zit erin dat we samen op reis zijn en voortdurend leren van elkaar. Veel samenwerkingsprojecten zijn weliswaar in eerste instantie gericht op het voortgezet onderwijs, maar het hoger onderwijs is niet wezenlijk anders. En dezelfde leerlingen die nu op school zitten, kloppen straks bij ons aan als student. Ook in het universitair onderwijs hebben we baat bij wat we in deze samenwerking ontwikkelen. Denk aan een training formatief evalueren, een traject voor toetsexperts: dat is in de hele onderwijsketen relevant.”
“De kracht zit erin dat we samen op reis zijn en voortdurend leren van elkaar."
-Vinod Subramaniam -
Karin: “Doordat we elkaar zo makkelijk weten te vinden, kunnen we elkaar bovendien op allerlei vlakken versterken We hebben bijvoorbeeld allebei belang bij rijk techniekonderwijs in de regio Twente Daarom nemen we nu samen deel aan Techkwadraat, een Nationaal Groeifonds project dat onlangs is goedgekeurd ”
WELKE THEMA’S ZIJN VOOR DE TOEKOMST INTERESSANT?
Vinod: “Ik denk dat we een gedeelde verantwoordelijkheid hebben om het techniekonderwijs in Twente aantrekkelijker te maken voor meisjes en voor jongeren met diverse achtergronden De studentenpopulatie hier is naar verhouding nog niet zo divers en daar wil ik graag verandering in brengen ”
"Vijftien jaar samenwerking maakt dat we heel veel vertrouwen hebben in elkaars kunnen ”
- Karin van Oort -
Karin: “Dan heb je het over kansengelijkheid en dat is zeker óók een thema voor de komende jaren Op dit moment doen we al samen onderzoek naar wat brede brugklassen in het voortgezet onderwijs hieraan kunnen bijdragen De eerste resultaten zijn veelbelovend
Een andere wens is dat we binnen Carmel toe willen naar een vorm van lectoraat: een aantal docenten binnen Stichting Carmelcollege dat zich ontwikkelt tot lector
Ook dat krijgen we alleen in verbinding met de wetenschap voor elkaar En voor mij betekent dat: samen met de UT Want vijftien jaar samenwerking maakt dat we heel veel vertrouwen hebben in elkaars kunnen ”
Docenten geven voortdurend feedback aan leerlingen, maar hoe vaak ontvangen zij zelf bruikbare feedback? Met behulp van het Impact!-instrument leren docenten hoe ze kunnen profiteren van feedback vanuit meerdere perspectieven om de kwaliteit van hun lessen te verbeteren
WAAROM IS HET BELANGRIJK?
Efficiëntie en effectiviteit in lesverbetering Het verkrijgen van inzicht in de leskwaliteit is tijdrovend voor docenten Vooral door de volle lesweken is er weinig tijd voor dataverzameling en reflectie Het huidige lerarentekort maakt ook dat het uitvoeren van lesobservaties moeilijk in te plannen is Het Impact! instrument, dat gebruikt wordt door verschillende scholen van Stichting Carmelcollege, biedt een snelle en eenvoudige methode om een compleet beeld van de leskwaliteit te vormen Met Impact! verzamelt de docent feedback vanuit meerdere perspectieven: dat van de leerlingen, de zelfreflectie van de docent en eventueel een observator Hierdoor krijgt de docent inzicht in de leskwaliteit en hoe die aansluit bij wat de leerlingen nodig hebben
Inzicht in de leskwaliteit vanuit drie perspectieven
De Universiteit Twente (UT) heeft onderzoek gedaan naar de kenmerken van effectieve lessen en die kenmerken in een lesobservatieformulier vertaald Het verzamelen van de feedback kan eenvoudig met het instrument Impact! op Onderwijs Aan het eind van een les geven leerlingen, de docent zelf en eventueel een collega met behulp van het online Impact! instrument hun mening over hoe de les was Omdat Impact! wetenschappelijk onderzocht en gevalideerd is, vormt dit de standaard voor het meten van leskwaliteit
Impact! is het instrument van de docent
Direct na het verzamelen van de feedback wordt in een online dashboard aan de docent getoond wat de resultaten zijn vanuit deze drie perspectieven
Zo krijgt de docent inzicht in hoeverre de kenmerken die lessen kwalitatief sterk maken aanwezig waren in zijn/haar les In de volgende les kunnen deze inzichten verwerkt worden Doordat Impact! online is, krijgt de docent direct na afloop inzicht in de resultaten en hoeft de docent zelf niets te verwerken
WAT KUNNEN WE ERVAN LEREN?
Samen cyclisch het onderwijs verbeteren
Onderwijs is een gezamenlijke inspanning Door gestructureerd samen te werken met collega's en leerlingen kunnen docenten hun eigen lespraktijk verbeteren en een cultuur van continue verbetering creëren
Maak samen het verschil in het onderwijs!
www impactoponderwijs nl
Door: Adrie Visscher, Hannah Bijlsma en Mouris Boer
Benieuwd hoe Impact! op onderwijs jouw school kan verrijken? Neem dan contact op met Mouris Boer mouris@impactoponderwijs nl 06 23 03 81 82
De les is voorbij Vóór ze het lokaal verlaten, geven de leerlingen nog snel even een waardering via een app Hun bevindingen helpen de docent om zich te ontwikkelen en, zo nodig, te verbeteren Dat is in kort bestek het doel van de Impact! Tool
Patrick Hoogendoorn, docent geschiedenis op de locatie
Potskampstraat van het Twents Carmel College in Oldenzaal, is enthousiast over het instrument “Deze tool geeft leerlingen direct invloed op de lessen Ze vullen een korte enquête met concrete vragen in, door een duimpje omhoog of omlaag te geven Die informatie helpt mij om te bepalen waaraan ik nog moet werken ”
Je zet jezelf in ontwikkeling, op een heel laagdrempelige manier
- Patrick Hoogendoorn, Twents Carmel College -
Diezelfde informatie wordt besproken in een kleine groep van vier of vijf docenten “We kijken waar de les vanuit het perspectief van de leerling misschien niet duidelijk is geweest En welke veranderingen wenselijk zijn, op pedagogisch en didactisch gebied Vervolgens komt aan de orde welke interventies mogelijk zijn ”
Even later formuleert hij het zo: “Je werkt evidence based, met vragen die zijn uitgewerkt en gevalideerd door de Universiteit Twente De antwoorden geven inzicht in wat je goed beheerst, en in wat je nog onvoldoende beheerst Na je volgende les, waarin je je aanpassingen uitvoert, krijg je via de tool meteen informatie of je interventie het beoogde resultaat heeft opgeleverd Zo kun je elke keer een volgende stap zetten, en dat hoeft dan geen grote stap te zijn ”
De voordelen voor de docent zijn groot, is de ervaring van Patrick en zijn collega’s “Je zet jezelf in ontwikkeling, op een heel laagdrempelige manier Omdat je de gegevens uit de tool bespreekt in intervisie, leer je van en met elkaar en breng je elkaar verder Wat je er zelf mee doet, blijft intussen van jou Je vergroot je eigenaarschap ”
Momenteel maken ruim dertig docenten van het Twents Carmel College gebruik van de app, het streven is dat aantal te vergroten “We leggen het niet op, maar stimuleren het wel Zeker beginnende docenten adviseren we om de mogelijkheden te benutten Belangrijk is dat je collega’s vindt die met jou zo ’ n intervisiegroep willen vormen Dat kan overigens nog een drempel zijn Hoe meer mensen meedoen, hoe meer we kunnen doen met de data uit de tool ”
LEERLINGEN
Dan wordt het ook gemakkelijker om te monitoren wat de opbrengsten voor de leerlingen zijn Wat merkt die ervan, helpt de tool ook de leerling? “Zover zijn we nu nog niet, op termijn willen we de tool ook daarvoor inzetten Want dan kunnen we de leerling nog beter bedienen Eigenlijk vragen we dan: ‘Wat kan ik doen om jou een betere les te geven?’ Dan weet de leerling dat ze gezien en gehoord, erkend en herkend worden Verbeter het onderwijs, begin bij jezelf Daar werken we als school graag aan mee, we zijn een ontwikkelschool ”
Het afstemmen van het onderwijs op verschillen tussen leerlingen vraagt nogal wat van docenten! In het differentiatieproject is eerst met een cognitieve taakanalyse in kaart gebracht welke kennis en vaardigheden een rol spelen bij het differentiëren (Meutstege et al , 2023a) Hiervoor zijn elf wiskundedocenten in hun lessen geobserveerd en daarna geïnterviewd In expertmeetings met een aantal van deze docenten, maar ook andere experts op het gebied van differentiatie, wiskunde en/of lesgeven in het VO, zijn de bevindingen verder uitgediept
Vervolgens is op basis van de bevindingen uit dit vooronderzoek de differentiatietraining ontworpen Dit is gedaan op basis van de uitgangspunten van het 4C/ID model (Van Merriënboer & Kirschner, 2018) Het belangrijkste hierbij is het werken met authentieke, hele leertaken voor docenten De training is er daarom op gericht dat docenten hun nieuw geleerde differentiatievaardigheden direct in samenhang toepassen in hun eigen onderwijs Hierbij zijn ze in de klas geobserveerd en na de les voorzien van persoonlijke feedback, waarbij ook gebruik is gemaakt van videoopnames (Meutstege et al , 2023b) De training en coaching zijn verzorgd door een collega met expertise met betrekking tot zowel differentiatie als wiskunde
Ik vind gewoon, het raakt de essentie van je werk en je wordt met je neus op de feiten gedrukt Je wordt gewoon echt goed gewezen op de belangrijkste onderdelen van jouw beroep als docent, en dat vond ik wel prettig aan deze training
- Deelnemer pilot -
Er wordt steeds meer van leerkrachten verwacht dat zij hun lesgeven aanpassen aan verschillen tussen leerlingen, omdat dit een positief effect kan hebben op leerprestaties van leerlingen (Deunk et al , 2018; Smale-Jacobse et al , 2019) Differentiëren is ook een complexe taak die veel docenten lastig vinden (Smale-Jacobse et al , 2019) Daarom is de differentiatietraining ontwikkeld, zodat docenten hun differentiatievaardigheden kunnen versterken
In januari-juni 2022 is een pilot uitgevoerd met vier deelnemers De eerste reacties van de docenten zijn erg positief Deelnemers zijn vooral enthousiast over de observatierondes en de persoonlijke feedback die zij hebben ontvangen van de trainer De docenten gaven aan dat het terugkijken van fragmenten van elkaars lessen zorgt voor het vergroten van hun eigen handelingsrepertoire
Naast de positieve reacties is ook een aantal suggesties voor verbetering naar voren gekomen Zo spraken docenten de wens uit om nog meer concrete voorbeelden van manieren om te differentiëren te kunnen zien, en zouden zij meer aandacht willen besteden aan het voorbereiden van hun differentiatie – zowel in de voorbereiding van een lessenserie als in de voorbereiding van een afzonderlijke les
Door: Kyra Meutstege en Marieke van Geel
Geel
● Meutstege, K , Vrielink, M , Van Geel, M , & Visscher, A (2023a) A cognitive task analysis of the teacher skills and knowledge required for differentiated instruction in secondary education In Frontiers in Education (Vol 8, p 1171554) Frontiers
Deunk, M I , Smale-Jacobse, A E , de Boer, H , Doolaard, S , and Bosker, R J (2018) Effective differentiation practices: a systematic review and metaanalysis of studies on the cognitive effects of differentiation practices in primary education Educ Res Rev 24, 31–54 doi: 10 1016/j edurev 2018 02 002
● Meutstege, K , Van Geel, M , & Visscher, A (2023b) Evidence-Based Design of a Teacher Professional Development Program for Differentiated Instruction: A Whole-Task Approach Education Sciences, 13(10), 985
● Smale-Jacobse, A E , Meijer, A , Helms-Lorenz, M , and Maulana, R (2019) Differentiated instruction in secondary education: a systematic review of research evidence Front Psychol 10:e02366 doi: 10 3389/fpsyg 2019 02366
●
● Van Merriënboer, J J , & Kirschner, P A (2018) Ten steps to complex learning: A systematic approach to four-component instructional design Routledge
De differentiatietraining is een scholing vóór en dóór docenten Tom van de Riet, wiskundedocent op het Bonhoeffer College in Enschede, volgde de training bij zijn collega Judith Wilderink
WAT MAAKT DEZE TRAINING ZINVOL?
Tom: “Door de training ga je bewuster naar je eigen lessen kijken Als docent ben je snel geneigd om de methode te volgen en je lessen te geven op de manier zoals je dat gewend bent In deze training maak je kennis met verschillende soorten differentiatie en daardoor ga je je vanzelf afvragen wat dit voor jouw leerlingen kan opleveren Ik ben bijvoorbeeld veel bewuster gaan nadenken over de opbouw in mijn lessenseries en over andere manieren om de uitleg aan te bieden aan leerlingen die een onderwerp lastig vinden ”
Judith: “Goed differentiëren begint met inzicht in waar iedere leerling staat Als je dat weet, kun je leerlingen beter geven wat ze nodig hebben Voor sommige leerlingen is dat misschien een langere uitleg Anderen gaan liever aan de slag met opdrachten uit het boek En weer anderen gaan het liefst praktisch aan het werk Die zou je – om zomaar een voorbeeld te geven – wiskundige ruimtefiguren kunnen laten uitknippen en in elkaar laten zetten ”
VEEL WISKUNDEDOCENTEN OP HET BONHOEFFER COLLEGE HEBBEN DE DIFFERENTIATIETRAINING AL GEVOLGD WAT HEEFT DAT TOT NU TOE OPGELEVERD?
Tom: “Je krijgt als docent veel tools om met differentiatie aan het werk te gaan Mij hebben vooral de videoopnames en de observaties goed geholpen Daarnaast was het heel fijn om met collega’s over je eigen praktijkervaring te kunnen overleggen Hoe pak jij dit aan? Heb jij nog voorbeelden? Dat moeten we nu zien vast te houden: na de training begint het werk pas echt ”
Judith: “Om te voorkomen dat het geleerde wegzakt, besteden we in de training veel aandacht aan het creëren van openheid Maar we zijn nog niet zover dat het in de hele school gewoon is dat collega’s over differentiatie in gesprek zijn Ook vinden niet alle docenten het even gemakkelijk om nieuwe dingen uit te proberen in de klas Een training zoals deze kan hen over die drempel helpen Daarom is het belangrijk dat nog veel meer docenten de training volgen Met dit doel leidt de Universiteit Twente nu op alle locaties van het Bonhoeffer College meerdere trainers op Niet alleen voor wiskunde, ook voor Nederlands, en straks wellicht ook voor andere vakken ”
WAT HOPEN JULLIE DAT DE LEERLING ERVAN GAAT MERKEN?
Judith: “Ik hoop dat het onderwijs, om te beginnen het vak wiskunde, laagdrempeliger wordt voor leerlingen die het nu nog als heel moeilijk ervaren Dat leerlingen makkelijker stappen durven te zetten doordat wij als docenten beter aansluiten bij wat ze wél kunnen En dat we op deze manier bijdragen aan gelijke kansen voor alle leerlingen ”
Ik hoop dat het onderwijs laagdrempeliger wordt voor leerlingen die het nu nog als heel moeilijk ervaren En dat we op deze manier bijdragen aan gelijke kansen voor alle leerlingen
- Judith Wilderink - Bonhoeffer College -
Zijn onze toetsen van goede kwaliteit? Hoe geef ik effectief feedback aan al mijn leerlingen? Hoe krijg ik mijn
collega’s mee in het verbeteren van ons toetsprogramma? Er leven steeds meer vragen op het gebied van toetsen De Universiteit Twente verzorgt voor docenten van Stichting Carmelcollege een experttraject op het gebied van toetsen, het TeLL-traject TeLL staat voor Toetsexpertise en Leiderschap voor Leren
WAAROM IS HET BELANGRIJK?
In het TeLL-traject leren docenten om een change leader rol te vervullen en impact te creëren dat verder gaat dan het toetsproces in hun eigen klas Dit doen ze door met zes tot acht docenten in professionele leergemeenschappen (PLG's) te werken aan relevante toetsonderwerpen op hun eigen school Denk aan onderwerpen zoals toetsvisie, toetsbeleid en toetsprogramma, formatief en summatief toetsen, kwaliteit van toetsen en toetsethiek Ook leerlingen kunnen deelnemen in de PLG, want zij bieden een ander perspectief op het betreffende toetsonderwerp De PLG komt tien keer in een schooljaar bijeen en gaat volgens een vaste werkwijze aan de slag
Vanuit het TeLL-traject vindt begeleiding en ondersteuning plaats middels (online) feedbacksessies Daarnaast vinden er drie voorbereidende cursusbijeenkomsten en drie cursusbijeenkomsten tijdens het schooljaar plaats op een fysieke locatie Tijdens deze bijeenkomsten leren docenten inhoudelijke kennis en vaardigheden op het gebied van toetsen en leidinggeven aan een PLG Ook ontmoeten zij docenten van andere schoollocaties die deelnemen aan het TeLL-traject De competenties waar deelnemende docenten zich op ontwikkelen in het TeLL-traject zijn weergegeven op de volgende pagina
WAT KUNNEN WE ERVAN LEREN?
De Universiteit Twente doet momenteel onderzoek naar het TeLL-traject Er wordt onder andere onderzocht hoe de docenten het traject hebben ervaren, hoe docenten de rol van change leader uitoefenen en hoe leerlingen een rol kunnen spelen in een PLG-proces
Deelnemende docenten ontwikkelen zich gedurende het TeLL-traject op de volgende elf competenties:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Kennis van visie en beleid op het gebied van toetsen
Kennis van het toetsprogramma
Kennis van verschillende toetsprocessen
Eindkwalificaties vertalen naar leerdoelen en het selecteren en ontwerpen van een passende toetsvorm
Informatie verzamelen, beoordelen, analyseren en interpreteren van resultaten
Het communiceren van resultaten en deze vertalen naar feedback en passende instructie
Kwaliteit van toetsen bepalen
Kennis over toetsethiek
Het toetsproces bespreken en evalueren met collega’s in een professionele leergemeenschap
Professionele ontwikkelingsgerichte houding op het gebied van toetsing
Leiding kunnen geven aan toetsen
Door: Dorien den Otter en Jolien van Straalen
Neem dan contact op met Dorien den Otter
Het Bonhoeffer College in Enschede kent sinds het begin van dit schooljaar een verlengde brugperiode van twee jaar Daarmee wil het de leerlingen helpen om een weloverwogen een verantwoorde keuze te maken voor het vervolg van de schoolloopbaan De inzichten van het TeLL-traject (Toetsen en Leiderschap voor Leren) bieden hierbij ondersteuning
Liselotte Nijhof, docent muziek, heeft het traject bijna afgerond “Alle docenten hebben het toetsbekwaamheidsproject van Cito doorlopen Daar leer je hoe je een goede toets kunt maken en hoe je die beoordeelt”, weet ze “TeLL gaat veel meer de diepte in Je leert er nog weer meer over toetsing en beoordeling, aan de hand van theorie en praktische voorbeelden En je leert hoe je een PLG, een professionele leergemeenschap, opstart en hoe je die kunt inzetten ”
TeLL gaat de diepte in Je leert meer over toetsing en beoordeling, aan de hand van theorie en praktische voorbeelden
- Liselotte Nijhof - Bonhoeffer College -
Juist die kennis komt in het eerste jaar van de verlengde brugperiode goed van pas Want de ambitie om leerlingen meer te ondersteunen bij het maken van hun keuzes, vraagt veel van de docenten
“Voor onze locatie, aan de Van der Waalslaan, betekent het dat leerlingen op niveau mavo/havo en havo/vwo bij elkaar in de klas zitten”, verduidelijkt Liselotte “In samenspraak met de docent maken leerlingen eigen niveaukeuzes Voor toetsen krijgen ze twee cijfers, één voor elk niveau ”
Voor de beoordeling van de toetsen voor Nederlands is een professionele leergemeenschap ingericht, onder voorzitterschap van Liselotte “Als begin”, benadrukt ze, “volgend schooljaar willen we voor meer vakken PLG’s inrichten De ervaringen die we voor Nederlands opdoen, kunnen we dan breder inzetten ”
ANALYSE OPBRENGSTEN
De PLG voor het vak Nederlands analyseert de opbrengsten van de toetsen “We kijken samen naar wat goed gaat, en naar de moeilijkheden waarmee de docenten te maken krijgen ” Lesgeven op twee niveaus is al niet eenvoudig, toetsen maken op twee niveaus nog minder, en dan moeten ze nog worden beoordeeld “We zien dat de docenten soms tijd te kort komen Als je niet alles kunt aanbieden, moet je keuzes maken Daarom kijken we ook naar de derde klas Wat moeten de leerlingen dan kunnen en kennen? Daarop stemmen we het onderwijs vervolgens af Het accent ligt op wat de docenten nodig hebben, aan de hand van de beschikbare data ”
Om begrijpelijke redenen is het te vroeg om te weten wat de leerlingen hiervan merken “Dit is pas het eerste jaar, we zitten nog in de onderzoeksfase Het doel is uiteraard om ons onderwijs te verbeteren en de leerlingen in staat te stellen keuzes te maken die bij de leerling passen ” , zegt Liselotte “Dat vraagt ook om inbedding van deze ontwikkeling in de cultuur van de school Dus regelmatig evalueren, zo nodig bijstellen, steeds vanuit de vraag of wat we doen zinvol is voor de leerling Als we een paar jaar verder zijn, gaat dat door de hele school ”
VERBINDEN, ERVAREN, GROEIEN!
Sinds 2010 werken de Universiteit Twente en docenten van verschillende scholen van Stichting Carmelcollege samen aan professionaliseringsprogramma's. Deze samenwerking, oorspronkelijk gestart als een Docent Ontwikkel Team (DOT), hebben geleid tot Masterclasses en zijn vervolgens verder gegaan als Professioneel LeerNetwerk (PLN). PLN's bieden een platform voor docenten om samen te werken aan vernieuwend onderwijs en direct toepasbare lesmaterialen te ontwikkelen Doordat de docenten ongeveer zes keer per jaar bij elkaar komen ontstaat in de loop van de tijd ook een vertrouwensband en weet men elkaar ook tussen de bijeenkomsten door te vinden indien nodig, waardoor de samenwerking en ondersteuning zich uitstrekt buiten de formele bijeenkomsten
WAAROM IS HET BELANGRIJK?
In een snel veranderend onderwijslandschap is het essentieel dat docenten betrokken zijn bij het ontwerp van nieuw onderwijs Een belangrijk kenmerk van de PLN’s is de samenwerking van docenten die hetzelfde vak doceren, maar op verschillende scholen werken Deze gemeenschap biedt een unieke kans voor docenten om ervaringen en best practices uit te wisselen Zo stellen PLN's docenten in staat om samen te leren en actief bij te dragen aan onderwijsontwikkeling, wat resulteert in aantrekkelijker en effectiever onderwijs In de vakgebieden
scheikunde en natuurkunde heeft dit geleid tot de ontwikkeling van lesmateriaal dat direct in de klas toepasbaar is in de lessen
WAT KUNNEN WE ERVAN LEREN?
De PLN's hebben al verschillende mooie resultaten opgeleverd: nieuwe leerlingenpractica, diagnostische vragen voor specifieke onderwerpen, lesmateriaal voor nieuwe examenonderwerpen en zelfs een escaperoom De behandelde onderwerpen zijn divers en worden steeds ingebracht door de docenten
De UT-begeleiders nemen werk uit handen door niet alleen de agenda van de bijeenkomsten te maken, maar ook actuele vakdidactische kennis en onderzoeksresultaten in te brengen Om andere docenten in het land te inspireren worden bovendien artikelen voor het vakblad voor docenten gepubliceerd
Conclusie
Door de jaren heen zien we dat uit deze vruchtbare samenwerking niet alleen prachtige leermaterialen zijn voortgekomen, maar ook een hechte gemeenschap van gedreven docenten die met passie hun vakgebied blijven vernieuwen Kortom, de PLN's zijn een bron van energie en enthousiasme waarvan we allemaal kunnen leren dat je als docent groeit door samenwerking
Door: Talitha Visser en Kirsten Stadermann
REFERENTIES
Visser,T (2019) Van consument naar ontwerper, keuze uit drie verschillende practica, NVOX, 5, 238-239 ● Visser, T (2020) Motivatie & inspiratiepil voor je examen, escaperoom bij herhalingsopgaven 5/6vwo, NVOX, 3, 118-119
Neem dan contact op met Talitha Visser t c visser@utwente nl (053) 489 5829
Docent Eline Velthof van Canisius neemt al dertien jaar met enthousiasme deel aan het Professionele LeerNetwerk (PLN) van scheikundedocenten in de regio Twente “Dit levert zóveel op ”
“Iedereen ziet de meerwaarde van dit netwerk Dat verklaart denk ik waarom het na vijftien jaar nog volop leeft Het is een plek waar je heel veel vragen kunt stellen en antwoorden kunt verwachten, ook tussen de bijeenkomsten door Je kunt lesmateriaal en toetsen uitwisselen en samen nieuwe modules maken En luisteren naar gastsprekers die vertellen over ontwikkelingen waar je anders niet, of pas veel later, over zou horen Dat maakt het ontzettend leuk Ik kom altijd terug met nieuwe energie en talloze ideeën ”
“Als netwerk zijn we in feite een zelfsturend ontwikkelteam. Elk jaar zitten we rond de zomer bij elkaar om het programma voor het volgende jaar samen te stellen Wie wil wát onderzoeken of maken? Welke sprekers nodigen we uit? Soms bepalen we dat ook gaandeweg De laatste gastspreker vertelde over Building Thinking Classrooms, een op onderzoek gebaseerde manier van lesgeven waarbij leerlingen rond borden staan en daarop samen aan het werk zijn En vorig jaar hadden we een bijeenkomst over ‘silent modeling’, lesgeven door voorbeeldgedrag Ik kende het niet, maar een collega had het uitgeprobeerd, en dan denk je: dat kan ik ook wel eens doen Zo veranderen je lessen voortdurend Ik geef nu heel anders les dan vijftien jaar geleden ”
“Ook als docent ontwikkel je je enorm Omdat je door het netwerk van veel ontwikkelingen op de hoogte bent, kun je in de school vrij makkelijk over van alles meepraten Je zet jezelf ook steeds weer aan het denken Is dit iets wat bij mij past? Zo ja, hoe kan ik het in de les gebruiken? Ik ben de enige scheikundedocent in de bovenbouw en heb daardoor geen vakgroep waarin ik mijn inzichten kan delen Maar op andere Carmelscholen gebeurt dat wel, met enthousiasme Dat is heel leuk om te zien ”
“Mijn leerlingen merken vooral dat ik regelmatig nieuwe werkvormen en nieuw lesmateriaal gebruik. We hebben binnen het netwerk bijvoorbeeld een escaperoom gemaakt om het saaie oefenen van examenopgaven leuker te maken
Zoiets is heel tijdrovend als je het in je eentje moet doen, maar met zeven of acht docenten heel behapbaar Vervolgens hoef je het materiaal alleen nog maar met wat kleine aanpassingen geschikt te maken voor je eigen lespraktijk En de leerlingen vinden het geweldig ”
Professionele LeerNetwerken zijn niet alleen leuk, maar ook geweldig goed voor je professionele ontwikkeling
- Eline Velthof - Canisius -
“Ik denk dat veel meer vakken professionele leernetwerken zouden moeten opzetten Het levert zo enorm veel op! Je hebt wel enthousiaste mensen nodig, want het staat of valt met de mensen die eraan deelnemen Maar zijn die er, ga er dan voor en start een PLN op Het is niet alleen leuk, maar ook geweldig goed voor je professionele ontwikkeling ”
Scholen hebben steeds te maken met complexe uitdagingen op het gebied van het leren en welzijn van leerlingen Het liefst wordt dan direct actie ondernomen: nieuw of ‘leuker’ leermateriaal inzetten of het rooster aanpassen, bijvoorbeeld Direct maatregelen nemen is alleen niet altijd effectief: deze worden vaak gebaseerd op intuïtie en (eerste) ervaringen of anekdotes, die niet altijd volledig of juist zijn
Beslissingen die genomen zijn op basis van data sluiten beter aan op de behoeften van leerlingen en zijn vaak ook effectiever Data-geïnformeerd werken bestaat uit het formuleren van concrete (en liefst meetbare) doelen, het verzamelen en analyseren van (kwalitatief goede) data, het interpreteren van data, het ontwikkelen en implementeren van actieplannen en de evaluatie hiervan Succesvol datageïnformeerd werken vereist dat docenten en schoolleiders datageletterd zijn en beschikken over de nodige vakdidactische en pedagogische kennis Ook samenwerking tussen docenten en schoolleiders is essentieel
Om datagebruik binnen scholen te ondersteunen is de datateam® methode ontwikkeld Bij deze methode wordt er in een team van zes tot acht personen gewerkt aan het oplossen van een bepaald onderwijsprobleem aan de hand van data Datateams leren om problemen met behulp van data te onderzoeken en op te lossen, in acht stappen (zie bovenstaand figuur) begeleid door een coach en met behulp van een handleiding
WAAROM IS HET BELANGRIJK?
Door data-geïnformeerd werken kunnen de oorzaken van onderwijsproblemen worden geïdentificeerd en hierbij aansluitend maatregelen worden genomen, om een succesvolle aanpak van dit soort problemen te bevorderen.
WAT KUNNEN WE ERVAN LEREN?
Uit ons onderzoek naar data-geïnformeerd werken (in datateams) blijkt dat er in scholen allerlei mythes leven die op basis van data ontkracht kunnen worden. Met behulp van data kunnen datateams de daadwerkelijke oorzaken van problemen achterhalen en maatregelen nemen om deze op te lossen, om onderwijskwaliteit te verbeteren. Voor succesvol data-geïnformeerd werken (in datateams) zijn verschillende randvoorwaarden van belang. Het gaat bijvoorbeeld om facilitering, samenwerking, kennisdeling en leiderschap. We hebben verschillende tools ontwikkeld die daarbij kunnen ondersteunen, beschikbaar op
Door: Christel Wolterinck ut.onl/tools-pro-u
WIL JE MEER WETEN?
Neem dan contact op met Kim Schildkamp.
k.schildkamp@utwente.nl (053)489 4203
“De potentie is er, maar het lukt ons niet om die eruit te halen.” Die vaststelling, weet Ciska Struiksma, staat aan de basis van het werken met een datateam. Ze is er nauw bij betrokken op het Marianum in Groenlo.
Daar, legt ze uit, speelt een probleem binnen de sectie economie. De resultaten van de leerlingen blijven achter in vergelijking met die van leerlingen uit andere delen van Nederland. Het is nog niet duidelijk hoe dat komt. En wat docenten eventueel kunnen doen om het beeld te laten kantelen.
Net de dag vóór het gesprek is het team opnieuw bijeengeweest. Het heeft een recente toets geanalyseerd op vraagniveau. “Ik heb een Excelsheet gemaakt, de docenten hebben gekeken wat ze leren uit de uitslagen. Zo leveren we steeds meer informatie aan, om te achterhalen wat er in de voorafgaande lessen misschien niet helemaal goed is gegaan. Je gaat voorbij de onderbuik, je toetst je ideeën en hypotheses aan de beschikbare data”, legt Ciska uit.
Je gaat voorbij de onderbuik, je toetst je ideeën en hypotheses aan de beschikbare data.
-Ciska Struiksma -
Ze geeft er een voorbeeld bij: “Er wordt soms gezegd dat leerlingen uit plattelandsgemeenten een beperkte woordenschat hebben. Of dat nu wel of niet zo is, de analyse leert dat het hier geen rol speelt.” Meer algemeen: “Het gevoel van de docent is altijd belangrijk, professionaliteit speelt ook op gevoelsniveau. In het datateam halen we er een vergrootglas bij: strookt jouw gevoel met wat de data laten zien?”
STEEKHOUDENDE VERKLARINGEN
Nog een voorbeeld. Bij economie vinden leerlingen het rekenen in procenten moeilijk, terwijl ze het in Citotoetsen wel kunnen. “Dan hebben we het over de transfer van vaardigheden in een andere context. Kennelijk loopt er iets niet naar wens. Zo kom je dichter bij onderwijskundige inzichten”, constateert Ciska. “Dat is het mooie: werken met een datateam zet de deelnemers in de aan-stand. Je gaat op zoek naar steekhoudende, evidence based verklaringen voor wat je waarneemt. Dan kom je bij de vraag wat leerlingen missen, en wat jij als docent daaraan kunt doen.”
Dat kan confronterend overkomen, maar het team biedt een veilige omgeving. “Je kijkt samen naar je eigen werken. Dat is een grote professionaliseringsstap”, vindt Ciska. “Je neemt elkaar serieus, het datateam rekent niet af maar biedt ondersteuning. Het werkt oplossingsgericht, versterkend en ondersteunend.”
VOOR HARDNEKKIGE PROBLEMEN
Het kost intussen ook veel tijd. Daarom adviseert ze om het ‘spaarzaam’ in te zetten, voor ‘hardnekkige onduidelijke problemen’ die niet meteen of niet gemakkelijk oplosbaar lijken. “Je gaat de diepte in, omdat je ziet dat de potentie bij je leerlingen aanwezig is, maar er niet uitkomt. Wat kun jij daaraan doen, welke interventie is nodig? Dat is het beginpunt, alles draait om zijn of haar resultaten.” En dan kan het gebeuren dat er factoren meespelen die school of docent niet kunnen beïnvloeden. “In dat geval kun jij je als docent richten op de zaken waarop je wél invloed hebt.”
Scholen starten met enige regelmaat een nieuwe interventie. Ook als de resultaten ervan positief zijn, blijft deze interventie niet altijd voortbestaan Het verduurzamen van een ingezette onderwijsinterventie is op veel scholen een uitdaging.
Duurzaamheid is een proces waarbij de (kernaspecten van de) interventie geïntegreerd worden in organisatorische routines, en daarmee een manier van werken wordt in de school (Prenger et al , 2022) Dit proces begint al voor de start van de interventie, bijvoorbeeld door vooraf na te denken over hoe het wegvallen van een kortlopende subsidie wordt opgevangen op de lange termijn en de keuze van de interventie De keuze voor de interventie hangt idealiter samen met de visie van de school en daarbij passende doelen en vormt het fundament van duurzame onderwijsontwikkeling
Duurzaamheid is complex, omdat vervolgens veel factoren van invloed zijn op dit proces en deze factoren ook elkaar beïnvloeden Dit kunnen factoren zijn a) binnen de schoolorganisatie, zoals de mate van samenwerking en kennisdeling; b) factoren van de interventie zelf, bijvoorbeeld hoe gestructureerd deze is; c) externe factoren, zoals het belang dat een onderwijsinspectie verbindt aan een interventie; en natuurlijk d) de individuele docent, bijvoorbeeld of deze gelooft dat het werken met de interventie helpend is voor leerlingen
Om scholen te ondersteunen in het verduurzamen van hun eigen ingezette onderwijsontwikkeling, is een tool ontwikkeld, de Duurzaamheidsmeter (Tappel et al , 2023) Deze Duurzaamheidsmeter faciliteert een gesprek tussen zes tot acht betrokkenen bij de interventie Het doel is inzicht te krijgen in de verschillende perspectieven en ervaringen van betrokkenen, als basis voor verbeteringsgerichte acties om duurzame onderwijsinnovatie verder te bevorderen
Interventies worden ingezet om leerlingen te laten profiteren Om geld, tijd en energie van gestarte interventies niet verloren te laten gaan, maar ten goede te laten komen aan het onderwijs aan leerlingen, is duurzaamheid van deze ingezette interventies van belang Omdat verduurzaming complex is, is gezocht naar ondersteuning hierin voor scholen rondom hun eigen ingezette onderwijsontwikkeling
WAT
Tussen maart 2021 en mei 2022 hebben verschillende scholen gewerkt met de Duurzaamheidmeter De reacties van de deelnemers zijn positief: de tool is plezierig om mee te werken en is ondersteunend voor het voeren van een gesprek van hoge kwaliteit, vooral doordat gesprekspartners eerst individueel hun standpunt bepalen Ook worden op basis van het gesprek maatregelen geformuleerd die direct, op korte of op langere termijn ingevoerd kunnen worden om voor de besproken onderwijsontwikkeling een stap te zetten richting verduurzaming Er zijn indicaties dat de Duurzaamheidsmeter ondersteunend is in het verduurzamen van onderwijsontwikkelingen
De Duurzaamheidsmeter is te vinden op
Door: Cindy Poortman en Anne Tappel
REFERENTIES ut onl/duurzaamheidsmeter
●
Prenger, R , Tappel, A P M , Poortman, C L , & Schildkamp, K (2022) How can educational innovations become sustainable? A review of the empirical literature Frontiers in Education, 7 https://doi org/10 3389/feduc 2022 970715
● Tappel, A P M , Poortman, C L , Schildkamp, K , & Visscher, A J (2023) Promoting sustainable educational innovation using the Sustainability Meter Journal of Professional Capital and Community, 8(3), 234–255 https://doi org/10 1108/JPCC-02-2023-0008
Neem dan contact op met Cindy Poortman
Hoe veranker je initiatieven voor onderwijsinnovatie en schoolontwikkeling in de school? De Duurzaamheidsmeter biedt ondersteuning Het is een gesprekstool, bedoeld om iedereen blijvend bij de les te houden
Onderwijsinnovaties blijken vaak persoonsgebonden Iemand trekt vol enthousiasme de kar, weet anderen te enthousiasmeren en mee te krijgen Maar als de trekker een andere taak krijgt, verdwijnt de schoolontwikkeling soms weer uit beeld, terwijl dat niemands bedoeling was
“Het blijft altijd de uitdaging: hoe voorkom je een dip als iemand vertrekt? Het is belangrijk om de schoolontwikkeling in je kwaliteitsprocessen vast te leggen, want het is een continu proces", weet Stefanie van Nes, senior projectleider bij VO-raad, vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs Verankering betekent in dit geval een cyclische opbouw en regelmatige evaluatie "Zijn we nog steeds met de goede dingen bezig? En doen we die goed? Dat vraagt om bewustwording, onderhoud en voortgaand gesprek Daarvoor is de Duurzaamheidsmeter een geschikt instrument ”
GEMEENSCHAPPELIJK
Het is vooral een instrument om met elkaar in gesprek te gaan over factoren die de duurzaamheid van de ontwikkeling beïnvloeden Denk aan eenheid in visie in beleid, pijlers als organisatie en stakeholders, context en leiderschap De deelnemers beoordelen vooraf, aan de hand van vragen, de stand van zaken rond thema’s die ze belangrijk vinden Daarna wisselen ze van gedachten over de uitkomsten “Wat vinden we hier van? Zo creëer je een gemeenschappelijk beeld en kun je vaststellen: waar staan we, waar willen we naartoe en welke stappen zijn daarvoor nodig?”, licht Stefanie toe
Op deze manier brengt de Duurzaamheidsmeter alle randvoorwaarden voor een bestendige onderwijsontwikkeling samen: het is een samenspel tussen de visie van de school, de leiding en de leraren “Schoolontwikkeling is een integraal proces, je moet onderwijsinhoudelijke thema’s combineren met organisatiethema’s Dat maakt de samenwerking met Universiteit Twente zo waardevol: scholen krijgen gelegenheid om wetenschappelijke kennis toe te passen in de praktijk”, legt Stefanie uit Belangrijke keuzes kunnen evidence based worden gemaakt, al heeft de term ‘kennisgedreven’ haar voorkeur “In ons programma Voortgezet Leren bieden we de scholen handvatten om kennisgedreven te werk te gaan ”
De Duurzaamheidsmeter is ontwikkeld door Anne Tappel, verbonden aan zowel de Universiteit Twente als Stichting Carmelcollege “Belangrijk is dat het in co-creatie tot stand is gekomen Scholen hebben de eerste versie getest, waarna verbeteringen zijn ingebracht De expertise komt uit de scholen Nu is er een toegankelijk instrument om de vinger aan de pols te houden Door regelmatige evaluatiemomenten houd je de verandering levend en kun je die verankeren in de school ”
Als projectleider heeft Stefanie inmiddels gezien hoe de Duurzaamheidsmeter zijn waarde op verschillende scholen al heeft bewezen “Het instrument is wetenschappelijk onderbouwd, kosteloos en online toegankelijk De drempel om het in te zetten is laag ”
Meer informatie over Voortgezet Leren?
Het instrument is wetenschappelijk onderbouwd, kosteloos en online toegankelijk De drempel om het in te zetten is laag - Stefanie van Nes - VO-raadwww voortgezetleren nl