BEWEGINGSANALYSE
OP DE CATWALK
IN 3D
Het ziet er soms een beetje raar uit, maar het levert enorm veel informatie op: een 3D-analyse van de manier waarop je stapt. Zo’n ganganalyse is bijzonder nuttig voor kinderen die door een hersenverlamming moeilijker kunnen stappen. TEKST: ISABELLE ROSSAERT
C
ampus Pellenberg kent iedereen als het revalidatiecentrum van UZ Leuven, maar je vindt er in de kelderverdieping ook iets heel bijzonders: het labo voor klinische bewegingsanalyse of ganglabo. Kinesitherapeuten en artsen onderzoeken er tot in de kleinste details hoe hun patiënten bewegen. Catherine Huenaerts, kinesitherapeut en coördinator van het ganglabo van UZ Leuven, legt uit hoe dat in zijn werk gaat. “Kinderen die geboren worden met een hersenletsel, hebben minder kracht en een verstoorde controle over hun spieren. Als ze groeien, wordt de manier waarop ze stappen anders dan bij gezonde kinderen. Sommige kinderen met een hersenverlamming hebben kleine afwijkingen, terwijl andere kinderen nauwelijks kunnen stappen. Met de 3D-ganganalyse krijgen we heel gedetailleerde informatie over hun wandel patroon. Per stap die de patiënt zet, zien we heel precies wat er gebeurt. En dat helpt
18
UZ - MAGAZINE
ons om de behandeling op punt te stellen. Die behandeling kan bestaan uit kinesitherapieoefeningen, een spalk of brace of, als het nodig is, een chirurgische ingreep.”
Bovendien wordt alles ook nog eens met gewone videocamera’s geregistreerd. Met al die merktekens en elektroden wandelt de patiënt een paar keer op en neer.
REFLECTOREN
ALLES TEGELIJK
Zodra een patiëntje twee of drie jaar is, kan het onderzoek plaatsvinden. En omdat kinderen groeien, wordt het onderzoek jaarlijks herhaald, zodat de therapie telkens opnieuw aangepast kan worden. Bij het onderzoek krijgt het kind maar liefst zestien reflecterende merktekens op zijn bekken, benen en voeten. Infraroodcamera’s registreren de positie van die merktekens terwijl het kind stapt en via een softwareprogramma bekijkt de kinesitherapeut de gedetailleerde bewegingen van bekken, heup, knieën en voeten. Er worden ook oppervlakte-elektroden geplaatst op zestien spieren, om een beeld te verkrijgen van de spieractiviteit in de onderste ledematen. Een krachtplatform meet de krachten rond de gewrichten.
Het resultaat is een gedetailleerd overzicht van de manier waarop het kind stapt: de positie van de gewrichten op elk moment van de stapbeweging, de krachten die inwerken op de gewrichten en de spieractivatie. Maar waarom precies zo’n ingewikkelde meting doen als je ook gewoon kan kijken naar hoe een kind loopt? Kinesitherapeut Catherine Huenaerts: “Het knappe van de 3D-ganganalyse is dat je alles simultaan en objectief kunt bestuderen. Dat is onmogelijk als je naar videobeelden kijkt: je kan nooit alles tegelijk zien. Vooral de manier waarop de gewrichten draaien, kun je niet met het blote oog zien. Jaar na jaar kunnen we bij onze patiënten daardoor subtiele verschillen opsporen, zodat we de behandeling snel kunnen bijsturen.”