13 minute read
HOOFDARTIKEL
from Grondig 5 - 2020
over arbeidsvoorwaarden - het loon - kunnen we het niet hebben”, aldus de HZC-man. Niet alleen vanuit werknemers klinkt dit geluid. Ook werkgevers stelden de laatste maanden vragen aan Cumela over de cao en het loon, omdat ze de medewerkers graag passend willen belonen. Pas de laatste weken beginnen de zorgen bij werkgevers toe te nemen als gevolg van de coronacrisis en wordt vaker een ander geluid gehoord.
Het is 30 juni dan ook alweer een jaar geleden dat de cao verlopen is en de urgentie om een nieuwe cao af te sluiten neemt toe. Dat is mede de reden dat de bonden de stap naar de digitale tafel zetten. De betrokken partijen zeggen vooraf allemaal dat ze erg gemotiveerd zijn om de gesprekken weer op gang te brengen. “We willen allemaal zo snel mogelijk de koopkracht in de sector herstellen”, zegt Van Meer. “Deze is achteruitgegaan doordat het ruim een jaar geleden is dat de lonen voor het laatst zijn bijgesteld. Ondertussen heeft er wel inflatie plaatsgevonden en zijn de kosten voor bijvoorbeeld het levensonderhoud daardoor toegenomen.”
Advertisement
Nelly van Veen, bestuurder namens agrarisch groen van de FNV bij de onderhandelingen betrokken, maakt duidelijk dat er vooraf al het één en ander moest worden geregeld om vergaderen in een digitale omgeving mogelijk te maken. Van der Steen vult aan dat de gesprekken daardoor ook in een kleiner comité plaatsvinden. “Het helpt dat het overleg niet over veel onderwerpen gaat, maar zaken die wel belangrijk zijn.” Ook CNV is bij de onderhandelingen betrokken.
CAO EEN JAAR VERLOPEN
De eerdere gesprekken die de partijen voerden, gingen over loonreparatie, oftewel het compenseren van de inflatie, zoals Van Meer eerder beschreef. “Net toen de coronacrisis zich aandiende, waren we heel dicht bij een akkoord op het
loonbod gericht op reparatie”, zegt Van Meer. Het betekent dat zo lang er geen nieuwe cao is vastgesteld, de oude cao van kracht blijft en de lonen niet worden aangepast. “Anders dan toen de oude cao van kracht was geldt deze echter alleen nog voor iedereen die lid is van een werknemers- of werkgeversvereniging en degenen waarbij in de arbeidsovereenkomst is afgesproken dat de cao sowieso geldt.” Dat houdt voor de cumelasector in dat de werkingssfeer van de cao nog steeds behoorlijk groot is. Dat komt doordat de cumelasector vooral aan werkgeverszijde een hoge organisatiegraad heeft. Die nam van 2018 op 2019 zelfs nog eens toe.
EEN GROTE KATER
“In september waren we heel dicht bij een akkoord. Toen dit toch niet doorging, voelde dat voor mij echt als een kater”, zegt Van Meer. Vooral de meningen over de mate waarin lonen moesten worden verhoogd liepen uiteen. Zo kwam de FNV met een looneis van vijf procent. “In de praktijk weet je elkaar dan wel te vinden, maar nu kwamen we niet meer bij elkaar”, zegt Van Meer. In een poging uit de impasse te komen, stelde Cumela in september voor om de onderhandelingen tijdelijk te stoppen en te gaan onderzoeken wat de volgende stap zou worden.
In deze periode, die rust hoorde te brengen, veranderde de wereld drastisch voor ondernemers in groen, grond en infra. Voor die tijd was er werk in overvloed en was de belangrijkste zorg: hoe kom ik aan voldoende personeel? Tekorten die alleen maar zouden gaan oplopen door de combinatie van vergrijzing en te weinig nieuwe instroom. In slechts enkele weken veranderde dat en kwamen er zelfs werken abrupt tot stilstand als gevolg van de ontwikkelingen rondom PFAS en stikstof.
Dat de wereld er in korte tijd zo anders uit zou gaan zien, had niemand zien aankomen. “Ik baalde echt heel erg toen de gesprekken stopten, maar toen de PFAS- en stikstofcrisis een week later een feit waren, was ik er blij om”, zegt Van Meer. “Net daarvoor lag er zelfs al een voorstel op tafel om als werkgevers vrijwillig een loonsverhoging door te voeren, maar dat voorstel is vanwege de nieuwe situatie van tafel gegaan. Dat leek toen niet meer gepast.”
NIEUWE WERELD
Rond de jaarwisseling wilden de gezamenlijke vakbonden het gesprek weer oppakken en boden de FNV en HZC Wim van Mourik, voorzitter van Cumela, een petitie aan. Dat had succes. Hoewel er nog wat tijd overheen ging, kwamen daarna de gesprekken weer op gang, maar toen volgde de coronacrisis. “De situatie is nu heel anders dan een jaar terug”, zegt Van Veen. “We kregen eerst te maken met stikstof en PFAS, waardoor er veel onduidelijk werd, en nu komt corona er ook bij”,
realiseert ze. Het resulteert erin dat de FNV iets milder in de onderhandelingen is komen te staan. “We willen best meedenken en snappen dat je nu niet de hoofdprijs kunt vragen, maar we willen wel dat er een fatsoenlijke loonsverhoging komt.”
Die gesprekken daarover zijn nu dus weer aan de gang. Het tweede belangrijke punt is de looptijd van de cao, maar daar lijken zowel werkgevers en werknemers het wel over eens te zijn. Dat wordt een jaar. Van der Steen legt uit dat vanuit het oogpunt van de werkgever het goed is dat wanneer er zich onverwachte negatieve ontwikkelingen voordoen er iets kan worden gedaan, maar vanuit het oogpunt van de werknemer is het juist goed dat als de economie toch onverwacht aantrekt er iets voor hen kan worden gedaan.
LIEFDE VOOR HET BEDRIJF
Het loon vormt een belangrijk onderdeel van de cao, maar uiteraard wordt er over meer gepraat. Een onderwerp dat in een later stadium zal worden aangepakt, is bijvoorbeeld het dagvenster. “Wanneer je dat uitbreidt, kunnen medewerkers ruimer worden ingezet en houdt het in dat er minder uren overblijven waarover toeslagen hoeven te worden betaald”, legt Van Veen uit. “Over veel zaken zijn we het eens, maar dit is een duidelijk discussiepunt.”
Iets anders wat als gevolg van ontwikkelingen in de landelijke politiek moet worden opgepakt, is het stimuleren van de afgifte van vaste contracten. “Nu hebben we in de sector de luxe positie dat het van werkgevers toch al de intentie is om zoveel mogelijk met vaste krachten te werken, omdat er vaak met dure machines wordt gewerkt”, zegt Van der Steen. Toch moet dit worden opgepakt. “Ook moeten we voorkomen dat de jongeren met losse contracten nu vaarwel worden gezegd, omdat bedrijven liever de vaste dienstverbanden het langst aanhouden”, vult hij aan. Tevens worden er gesprekken gevoerd over nieuwe functies in de sector, waaraan dan weer verantwoordelijkheden en een looncomponent worden gekoppeld.
FNV, CNV en HZC maken zich sterk voor de werknemers, maar diezelfde werknemer laat ook keer op keer zien een enorme binding met het bedrijf en de machine te hebben. Die gezamenlijke loyaliteit van werkgever richting Cumela en die van de werknemer richting de werkgever geven het vertrouwen dat er straks weer een goede cao op tafel ligt. De partijen stellen dat het wel vaker moeilijk is geweest, maar dat ze er altijd nog zijn uitgekomen. “De onderhandelingen moeten ervoor zorgen dat we degene die werken in deze sector een leuk en mooi beroep en een marktconform loon kunnen bieden”, aldus Van der Steen.
FNV: “Wij willen een fatsoenlijke loonsverhoging”
PAST DE CAO NOG BIJ DE SECTOR?
De laatste jaren zijn de cumelabedrijven flink in ontwikkeling. Vormde het agrarisch loonwerk een aantal jaren geleden nog het zwaartepunt van de werkzaamheden op de bedrijven, vandaag de dag is dat veel minder vaak het geval. De één doet er een stukje grondverzet bij, de ander verhuur, weer een ander doet cultuurtechnische werken of transporteert mest. Ook de demografie van de bedrijven loopt steeds verder uiteen.
Zo zijn er zzp’ers en bedrijven met één of twee man personeel, maar zijn er ook bedrijven die honderd werknemers aan het werk hebben. Zoveel soorten, zoveel meningen en dat blijkt vooral wanneer er wordt gepraat over de cao. Chaira Klein, juridisch adviseur arbeidsmarkt, gaat daarom de komende tijd onderzoeken wat het belang van de cao is voor de cumelasector. Dit met het doel om te kijken wat de meerwaarde van een cao is voor de cumelasector. De belangrijkste reden dat het onderzoek er komt, is het moeizame verloop van de onderhandelingen in de laatste jaren. “Is het dan verstandig en raadzaam om hiermee door te gaan. Ik kijk daarom naar de vraag of er een cao nodig is en zo ja in welke vorm”, zegt Klein. Rond het uitkomen van dit blad word je dan ook uitgenodigd mee te werken aan een enquête om meer inzicht te krijgen in deze onderwerpen. “Die resultaten zal ik in de loop van de zomer met de Cumela-leden delen. Later, als dan het onderzoek klaar is, worden de bevindingen bekendgemaakt”, zegt Klein. Ze roept de leden op om vooral mee te werken, want hoe hoger de respons, hoe beter het beeld overeenkomt met de werkelijkheid.
‘Wij willen de hele keten Tekst: Toon van der Stok Foto: Trimble CHRIS SHEPHARD, VICE-PRESIDENT TRIMBLE rendabeler maken’
Rond de Conexpo, eerder dit jaar, kwam er verrassend nieuws van Trimble en Caterpillar toen ze bekend maakten hun joint venture te gaan herstructureren. Een logische ontwikkeling, zegt topman Chris Shephard. “De afgelopen jaren hadden we een gezamenlijke route om meer te digitaliseren in de grondverzetsector. Nu kiezen we echter elk een eigen koers.”
Met de nieuwe koers van VirtualSite Solutions LLC (VSS) breekt er een nieuwe fase aan in een samenwerking tussen Trimble en Caterpillar die al meer dan 25 jaar duurt. “Het is ook geen problematische situatie”, benadrukt vice-president Chris Shephard als hij een toelichting geeft op de nieuwe ontwikkeling. Door de coronacrisis gebeurt dit telefonisch, omdat Shephard door de lockdown vastzit in Amerika. “De samenwerking in VSS was erg succesvol. Deze verandering is een logische ontwikkeling nu beide bedrijven binnen de bouwsector een andere focus hebben. Trimble is gericht op de complete bouwplaats en richt zich op de productiviteit, veiligheid, kwaliteit, transparantie en duurzaamheid. Caterpillar heeft een andere focus: een digitale oplossing voor alle sectoren die het met zijn machines bedient. Daarvoor ontwikkelt het een platform voor het beheren van machinedata vanuit gecombineerde vloten met verschillende merken. Nu de twee bedrijven elk een eigen zwaartepunt hebben, is het beter om los van elkaar verder te gaan.”
Caterpillar omarmde al vanaf het begin als eerste nieuwe ontwikkelingen van Trimble op het gebied van GPS-gebaseerde machinebesturing en voerde die door in machines. Ingenieurs van beide bedrijven werkten ook aan het zoeken naar mogelijkheden om het graven te automatiseren. Deze samenwerking werd in 2002 geformaliseerd, waarbij beide bedrijven gingen samenwerken in CTCT. In dit bedrijf werkten ingenieurs van Trimble en Caterpillar aan het ontwikkelen van software voor het automatiseren van het grondverzetproces. Het is de nu bekende standaard voor 2D- of 3D-machinebesturing. Vanuit deze samenwerking verwerkte Caterpillar de technieken in zijn eigen machines onder de merknamen Caterpillar Grade Control en AccuGrade, terwijl Trimble het zelf ook als opbouwpakket verkoopt aan andere machinebouwers onder de merknaam Earthworks. Naast deze samenwerking kwam er in 2008 een nieuwe joint venture, die als VirtualSite Solutions LLC (VSS) in de markt werd gezet. Dat had een tweeledig doel: het bieden van af-fabriek geïntegreerde telematica vanuit Caterpillar en de ontwikkeling van algemeen toepasbare aftermarkettelematica-oplossingen voor verschillende merken vanuit Trimble. Het ging daarbij vooral om het machinegebruik: inzetbaarheid, brandstofverbruik, onderhoud en servicemanagement. Langzaam is dat uitgebouwd met meer functies, zoals het kunnen inlezen van tekeningen in de software van machines. Inmiddels gaat dat zo ver dat het complete beheer van een project met deze systemen mogelijk is.
Nu de bouwplaatsautomatisering steeds verder gaat, beginnen de wegen en belangen van Caterpillar en Trimble steeds meer uit elkaar te lopen, legt Shephard uit. “Wij willen de partner zijn voor iedereen die aan een bouwproject werkt. Van het ontwerp tot de bouw en zelfs verder dan dat willen we workflows integreren. Daar zit ook de winst als iedereen telkens met dezelfde gegevens werkt, van de ontwerper en de technisch tekenaar tot de planner en de accountant. Door zo samen te werken, voorkom je fouten en veel onnodig werk en maak je het werk voor iedereen in de keten rendabeler.”
Voor het realiseren van een platform waarin iedereen samenwerkt, heeft Trimble de afgelopen tijd diverse overnames gedaan om de juiste tools bij elkaar te brengen. “We willen daarmee een cloudomgeving creëren waarop iedereen die betrokken is bij het bouwproces kan inhaken. Iedereen moet uiteindelijk met dezelfde gegevens werken als basis voor zijn specifieke workflow. Denk aan de architect die het plan uitwerkt, de constructeur die het moet doorrekenen en daarna de aannemer die het moet bouwen. De aannemer kan het gebruiken voor zijn calculatie, maar ook voor zijn
WIE IS CHRIS SHEPHARD?
Al sinds 1998 is Chris Shephard vice-president bij de divisie van Trimble die oplossingen ontwikkelt voor de aannemerij. In eerste instantie waren die vooral gericht op grondverzet, maar inmiddels gaat het om het hele bouwplaatsproces. In de periode dat hij voor Trimble werkt, is de omzet gegroeid van 200 miljoen naar 3,1 miljard.
planning of de accordering. Ons idee is dat iedereen straks met dezelfde gegevens werkt en dat alles toegankelijk is. Dat je als opdrachtgever kunt zien dat alles is afgewerkt, maar dat tegelijkertijd ook de aannemer er zijn urenregistratie uit kan halen. Zo kan elke partij profiteren van het werken in een omgeving.”
De focus op de hele verbonden bouwplaats heeft Trimble al sinds 2008. “Toen VSS werd opgericht, ging het er nog om de rentabiliteit op de bouwplaats te verbeteren, vooral door de kosten te verlagen. Dat kon onder meer door het efficiënter inzetten van machines om het brandstofverbruik te verminderen, door het beter registreren van uren en het voorkomen van verloren uren. Dat heeft ook gewerkt. Nu gaan we ons verder richten op telematica-oplossingen gekoppeld aan oplossingen voor plaatsbepaling. Het nieuwe WorksOS dat we op de Conexpo lieten zien, stelt de gebruiker in staat alle bedrijfsmiddelen - zowel machines als andere middelen - te zien en bij te houden hoe productief de bouwplaats is. Het is de basis voor toekomstige autonome technologie en bouwplaatsautomatisering.”
Het gebruik van de cloud heeft de mogelijkheden voor Trimble sterk vergroot. “Doordat alles nu via de cloud gaat, kun je gegevens veel gemakkelijker bij elkaar brengen. Nu is het mogelijk alles met elkaar te delen, zodat je allemaal aan hetzelfde werkt. Daarom kunnen wij nu net zo goed met architecten werken als met de grondwerker die met een roverstok het veld inmeet. Op die manier verbeteren wij de efficiency in de hele keten. Overal voorkomen we onnodig werk, doordat iedereen met dezelfde gegevens werkt. Daar verdienen bedrijven de investering ook terug.”
Hoewel Trimble het systeem wereldwijd wil inzetten, ligt de nadruk tot nu toe hoofdzakelijk op de Verenigde Staten en Europa. In Europa zitten de voorlopers vooral in de noordelijke staten, waartoe ook Nederland en Duitsland behoren. Shephard verklaart dat vooral uit de krapte op de arbeidsmarkt in deze landen. “In deze gebieden is het gebrek aan ervaren personeel één van de grootste uitdagingen voor bedrijven. Daar zit het voordeel van nieuwe technologie. Je maakt het makkelijker voor bouwprofessionals om gegevens goed te gebruiken, met de juiste tools. In elke schakel kun je zo ook minder ervaren medewerkers helpen sneller een hoger niveau te bereiken. Met onze techniek kunnen we dat nu doen voor partijen in de hele keten.”