7 minute read

NEERLANDS LANGSTE RIVIER

De wateralmanak typeert de Eem als een ‘door aantrekkelijk, vogelrijk weidelandschap kronkelende rivier’ die eindigt in het centrum van Amersfoort. Bovendien voeren André en Janny in het eerste seizoen van ‘Denkend aan Holland’ over de Eem. De beschrijving uit de wateralmanak en de televisiebeelden van toen vinden we voldoende aantrekkelijk om zelf de Eem te verkennen voor een dagtocht.

Advertisement

2 De Eem krijgt haar water van het Valleikanaal en van een aantal Veluwse beken. Als je nooit van het Valleikanaal hebt gehoord, is dat vermoedelijk omdat het niet bevaarbaar is. Het kanaal loopt van de Neder-Rijn bij Rhenen naar Amersfoort. En de Eem loopt van Amersfoort naar het Eemmeer, één van de Randmeren. Kanaal en Eem zorgen samen voor de afwatering van de Gelderse Vallei. Het ge- beurt soms ook kunstmatig: bij lage waterstanden in de zomer wordt water ingelaten bij Rhenen. Het ingelaten water bereikt dan via dezelfde weg de Randmeren. In tegenstelling tot het kanaal is de Eem prima bevaarbaar. Vanaf de Koppelpoort in Amersfoort vormt ze een 18 km lange vaarverbinding met de Randmeren. Gekscherend wordt de Eem met deze lengte wel de langste rivier van Neder-

Motorbootvaren Prijs 2021

Omroep Max heeft de Nationale Motorbootvaren Prijs 2021 gekregen voor het programma ‘Denkend aan Holland’. De jury roemt het televisieprogramma voor het aantrekkelijk in beeld brengen van zowel het motorbootvaren als van de Nederlandse vaarwateren. In het eerste seizoen van het programma voeren André en Janny over de Eem naar Amersfoort. Wie de beelden nog eens wil zien, kan deze terugkijken via de website www.npostart.nl. Vul in de zoekfunctie ‘Denkend aan Holland’ in. Alle afleveringen van het programma worden dan getoond, waarbij je kiest voor de aflevering die werd uitgezonden op 19 augustus 2019 met de naam ‘Van nieuw naar oud’.

5 land genoemd. Dit omdat het de enige rivier is die zowel in Nederland ontspringt als er uitmondt.

HISTORIE

De rivier duikt voor het eerst op in een akte van Karel de Grote in het jaar 777. Dat is op zich al indrukwekkend maar ze lag er al voor die tijd. Er is enige discussie of Eem toentertijd de benaming voor de rivier was of de naam van het gehele moerassige stroomgebied ervan. Wat daar ook van zij, het doet aan de ouderdom niets af. Andere oude benamingen voor de Eem zijn Amer en Hamer. Vroeger werd een doorwaadbare plaats in een rivier een voorde of een drecht genoemd. Amersfoort is daarom te herleiden tot een doorwaadbare plaats in de Amer, ofwel de Eem. Leuk is dat plaatsen als Dordrecht maar ook Oxford en Frankfurt hun naam dus eveneens danken aan doorwaadbare plaatsen. Eén van de woonkernen van Leusden heette vroeger Hamersveld en geeft op die manier ook blijk van zijn oorsprong.

VAREN

We komen van het Gooimeer en passeren meteen na de Stichtse Brug op het Eemmeer het eiland met de merkwaardige naam: de Dode Hond. Het eiland is onderdeel van het Natura2000-gebied, maar je mag er wel even aanleggen. Kort daarna vinden we de rood-groene scheidingston die het begin van de vaargeul naar de Eem markeert. De beroepsvaart op Amersfoort maakt ook gebruik van de Eem die daarom – net als de vaargeul hier – 3,00 tot 3,50 meter diep is. We gaan stuurboord uit deze betonde vaargeul op naar de monding van het riviertje. Daar aangekomen geven maar liefst vijf verbodsborden op de mondingsdam aan dat er aan de vaarweg wordt gewerkt. Even verderop blijkt dat het aantal borden bepaald niet representatief is voor de (nogal beperkte) omvang van de klus. Het is bladstil als we de Eem opvaren. We varen tussen een weidelandschap en de rivier kronkelt inderdaad, dus kunnen we ons wel vinden in wat de wateralmanak ervan zegt. Ook al omdat het zo’n prachtige dag is, valt op hoe ontzettend aantrekkelijk de rivier is. We zijn reuze benieuwd of dat zo blijft en varen monter verder.

Eiland De Dode Hond

Over de opvallende naam van dit eiland in het Eemmeer bestaat een anekdote die wel eens waar zou kunnen zijn. Arbeiders die bezig waren de IJsselmeerpolders droog te leggen hadden een hond bij zich. Toen de hond overleed begroeven ze het beestje op het eiland en bespaarden zich zo de kosten van het destructiebedrijf. Als ze daarna op het eiland moesten zijn, zeiden ze: “ik ga even naar de dode hond”, waarbij uiteindelijk de verwijzing naar het overleden dier ingeburgerd raakte als de naam voor het eiland waarop het begraven zou liggen.

Eemdijk

Al snel bereiken we het gehucht Eemdijk. Het dorp ontstond in de 15e eeuw onder de naam Dijkhuizen. De dijk ligt mooi glooiend achter de huizen en doet die oorspronkelijke naam heel logisch klinken. Het plaatsje telt minder dan 1.000 zielen en is – ook al door de bescheiden omvang – fraai geïntegreerd in de landelijke omgeving. De lokale veerpont verbindt niet alleen beide zijden van de rivier maar vormt ook de kortste route tussen de nabijgelegen plaatsen Eemnes en Bunschoten. Dat het pontje niet op zondag vaart is niet verwonderlijk. Het is ook het pontje waarop drs. P zijn befaamde liedje uit 1973 ‘Heen en weer’ heeft gebaseerd. Spakenburg ligt maar een paar kilometer verderop en dat is een icoon in de streng reformatorische omgeving hier. Het veer is een kabelpont en daarmee zijn we altijd extra voorzichtig. We wachten we tot de pont is afgemeerd voordat we erlangs varen. Op de rand van het dorp komen we een forse passagiersboot tegen. We associëren het schip eerder met de

Dagtocht Over De Eem Naar Amersfoort

Missisippi dan met de Eem, maar dat terzijde. Deze ‘Eemlijn’ onderhoudt in de zomer een lijndienst voor fietsers. Ze doet Amersfoort, een aantal plaatsen langs de rivier en – via het Gooimeer en het Eemmeer – de plaatsen Huizen en Spakenburg aan.

Eembrugge

We varen door in de richting van het plaatsje Eembrugge. Aan stuurboord treffen we eerst de monding van de Eemnesserbuitenvaart aan. In die vaart lag vroeger een sluis, die ooit toegang gaf tot de Zuiderzee. De wateralmanak meldt over deze vaart dat de toegang ervan verboden is, behalve voor schepen met een vaste ligplaats in de vroegere sluiskolk. De aan deze Buitenvaart gelegen kleine jachthaven Eemnessersluis doet dan ook niet aan passantenplaatsen. En de ingang ervan oogt met twee dukdalven midden in het vaarwater ook nogal ontmoedigend. Dus varen we er vrolijk aan voorbij. Ondertussen genieten we met volle teugen want de Eem bewijst haar faam van fraai, kronkelend riviertje doorlopend.

Na enige tijd doemt aan stuurboord het Ocrieteiland op. Het dankt zijn naam aan de Ocrietfabriek, die lang geleden failliet is gegaan. Het eiland is in beheer bij Natuurmonumenten en er broeden ijsvogels. Dat kan prima want ocriet is geen chemische stof maar een soort beton. We varen langs het eiland en bereiken verderop al snel de plaats Eembrugge. Dat is de voortzetting van het kerkdorp Ter Eem uit 1200. Dat er maar een paar huizen staan belet onze koning niet de titel Heer van Ter Eem te voeren. Je komt het tegen in zijn – imposante – rijtje met historische titels. Het dorpje is vooral een watersportcentrum met meerdere jachthavens, die je in de wateralmanak deels terugvindt onder de plaats Baarn. Tegenover de jachthaven van de watersportvereniging Eemland vergapen we ons aan een oogstrelende rode platbodem.

BAARN

Beduusd van al die watersport varen we op de brug in de A1 aan. Pal daaronder ligt in het donker van de brug

Keistad

De dichter Everard Meyster sloot in 1661 een weddenschap af dat hij de Amersfoorters zo gek zou krijgen om een meer dan 7.000 kg zware zwerfkei van de omgeving van Soesterberg naar de stad te slepen. In ruil daarvoor beloofde hij ze bier en krakelingen. 400 Amersfoorters trapten erin en hebben met vereende krachten de kei versleept. Voor Meyster was het aanleiding voor zijn gedicht ‘Keyklucht’. De Amersfoorters waren daar ‘not amused’ over en begroeven de steen. Pas in de 20e eeuw is die weer opgegraven. Van de bijnaam ‘keientrekkers’ zijn ze echter nooit meer af gekomen … een vissersbootje midden op het water. Gelukkig zien we hem net op tijd.

Voorbij de brug stellen we vast dat de woonboten aan stuurboord nauwelijks afbreuk doen aan de prachtige rivier. We zijn inmiddels in Baarn. Hoewel dat aan de Eem ligt, is het er niet op gefocust. Het is een prachtige plaats met stadsrechten sinds het midden van de 14e eeuw. En Willem-Alexander is natuurlijk niet alleen Heer van Ter Eem maar ook van Baarn. Aangenaam is dat de ligging van de plaats niet ten koste gaat van het landelijke karakter van het vaarwater. De gebruikelijke invasie van nieuw geld met bijbehorende nieuwbouw heeft men hier met succes weten te keren. We komen er het clubgebouw van de Baarnse roei- en zeilvereniging De Eem tegen en varen daar langzaam voorbij om de roeiers onze golven te besparen. Opvallend is dat ook dit clubgebouw nauwelijks afdoet aan het fraaie vaarwater waar het aan ligt.

Kastelen

Voorbij Baarn kronkelt de rivier onverminderd door en blijft het een prettig landelijke vaartrip. We passeren aan bakboord het 19e-eeuwse gemaal Zeldert door een afgesneden bocht. Die afsnijding heeft ervoor gezorgd dat we een bebost eilandje aan bakboord hebben. Ter hoogte van Soestdijk passeren we aan stuurboord een flinker eiland. Daarop moet in de 14e eeuw een kasteel hebben gestaan. In de middeleeuwen zijn er in deze omgeving verschillende kastelen gebouwd. Bijna allemaal zijn ze verdwenen, maar het overbekende Drakensteyn is er nog wel. Het kasteel hier droeg de naam Hamelenburg. Het eiland waarop het moet hebben

Goed Om Te Weten

gestaan, is eveneens later ontstaan door een afgesneden bocht. Het is nu een weiland, dat in de volksmond nog altijd Hommelenburg wordt genoemd. Ook hier stellen we vast dat men de projectontwikkelaars op afstand heeft weten te houden te bate van de fraaie omgeving.

Industrieel

Door de betrekkelijk nieuwe Malebrug komt ons een vrachtschip tegemoet. Het herinnert ons eraan dat de vaarweg ook dient voor de beroepsvaart op de stad Amersfoort, waarvan de contouren zich via doorkijkjes op de

Je kunt de Eem niet in een rondje opnemen dus je moet dezelfde weg ook weer terug varen. Vanwege de beroepsvaart is de diepte overal 3 meter of meer. Je mag bijna op de gehele Eem 12 km/uur varen. Alle bruggen zijn beweegbaar met uitzondering van de laatste brug in de Eemhaven die vast is met een doorvaarthoogte van 2,20 meter. Doordeweeks hebben de bruggen in het vaarseizoen de spitssluiting van 16.30 - 17.30 uur.

This article is from: