
1 minute read
MPV
We kennen de MPV uit de autobranche als Multi Purpose Vehicle. Ze zijn nogal gewild vanwege hun flexibiliteit: je kunt de indeling van de auto aanpassen aan het type gebruik dat je ervan wilt maken. In de scheepvaartwereld heb je dezelfde afkorting en staat de V voor Vessel. Zo heeft Rijkswaterstaat recent een paar MPV’s in de vaart genomen. Dat heeft overigens wel wat voeten in de aarde gehad. De aanvankelijk geleverde vessels bleken namelijk ongeschikt en waren gekozen door een adviseur met een potentieel integriteitsprobleem. Maar goed, ze zijn er uiteindelijk toch gekomen. In de baggerwereld komen MPV’s al wat langer voor. De van origine Belgische baggeraar Jan de Nul noemt zijn multipurpose-schepen uniek in de sector: ‘Ze kunnen zowel sleuven graven als rotsen installeren. Eén schip kan dus verschillende diensten aanbieden, waardoor de mobilisatiekosten drastisch omlaag gaan’. Desalniettemin is de MPV - anders dan bij auto’s - in de scheepvaart bepaald nog geen gemeengoed.
In de pleziervaart hebben we de typering MPV wel eens aangetroffen bij een zeilsloep. En een enkele keer duidt men er een twijfelaar mee aan tussen open boot en weekender. Ook hier is het geen gemeengoed en dat is ook eigenlijk wel logisch. Niet iedereen heeft bij de aanschaf van een boot nu eenmaal het multifunctionele gebruik daarvan in het achterhoofd. En als de boot daar wel geschikt voor is, wil dat nog niet zeggen dat de bouwer het schip als ‘MPV’ heeft gekarakteriseerd.
Advertisement
Als we op de Bergse Maas stroomopwaarts varen, passeren we aan stuurboord een bootje dat half op de wal ligt. Het scheepje ligt nog wel afgemeerd aan een lijn, valt ons op. Om de boot weer voor zijn oorspronkelijke doel geschikt te maken, is de nodige zelfwerkzaamheid nodig. Maar misschien heeft de eigenaar ‘varende bloembak’ als gebruiksmogelijkheid in zijn hoofd. Dat zou wat je noemt multifunctionaliteit ten top zijn. Misschien zijn we hier dus wel getuige van de uitvinding van de pleziervaart-MPV!