Schretlen & co. magazine - 100th anniversary special edition

Page 1

10

‘Als je leest ben je nooit alleen’ mevrouw Roos, 100 jaar Familiebedrijf Van Swaay: de overname van het 120 jaar oude familiebedrijf ‘Vergelijk het maar met verliefd zijn’ ondernemer Erwin Kroon


Inhoud 4 Onbetaalbaar 5 Selectie van mijlpalen uit honderd jaar bankieren 14 Plek van: Free Hoving 16 Dubbelinterview met Gerbert Mos en Pim Mol 22 Het familiebedrijf: de overname van een 120 jaar oud bedrijf 27 Column 28 Persoonlijk ondernemen: drie zakelijke hoogtepunten 32 Feest in beeld 40 Persoonlijke selectie: Gerbert Mos over een eeuw Schretlen 42 Interview: de 100-jarige mevrouw Roos 46 Onbetaalbaar 47 Selectie: vijf professionals over groei 58 Onbetaalbaar 59 Colofon

2

nr.10 jubileum 100 jaar


voorwoord

Gerbert Mos

Wat goed is, is blijvend

A

ls jong jongetje heb ik voor mijn vader ooit twee cijfers 5 gekleid. Wij woonden namelijk in een straat in de Utrechtse wijk Overvecht op nummer 55. Ik gaf hem de cijfers voor zijn verjaardag, en trots hing mijn vader ze bij de voordeur. Waarom ik dit vertel? Daar kom ik zo op terug. Deze editie van het Schretlen cliĂŤntenmagazine is in meerdere opzichten een bijzondere. Niet in de laatste plaats omdat Schretlen & Co dit jaar 100 jaar bestaat en we bij dit feit in dit jubileumnummer uitgebreid stilstaan. Maar bij terugkijken hoort ook vooruitkijken. Dus behalve naar alle hoogtepunten van onszelf en van onze cliĂŤnten, kijken we in dit nummer eveneens naar de toekomst. We staan stil bij de intensieve samenwerking met ons moederbedrijf, de Rabobank. Samen met Rabobank Private Banking bouwen we aan een manier van werken die betrekking heeft op de specialist in private banking enerzijds en de solide en lokaal betrokken moederbank anderzijds.

I

n dit magazine komen verleden en toekomst samen, maar we slaan het heden niet over. Want in een nieuwe situatie is het de kunst om al het goede mee te nemen. Dat geldt ook voor onze dienstverlening. Onze jarenlange ervaring in private banking, met specialisten in alle disciplines, die blijft hetzelfde. Die gedachte is ook precies de reden van de inleiding van dit voorwoord. Ik was enkele weken geleden namelijk met mijn kinderen in de Utrechtse wijk Overvecht, waar ik ben opgegroeid. Isabel en Rogier wilden wel eens weten waar mijn wieg heeft gestaan. Mij viel vooral op hoeveel er in al die jaren veranderd was. Totdat ik langs onze oude voordeur reed, en op het punt stond mijn kinderen mijn ouderlijk huis aan te wijzen. Mijn mond viel open van verbazing, maar die maakte algauw plaats voor een glimlach. Kwaliteit wordt herkend. Wat goed is, is blijvend. De twee door mij gekleide vijven hingen na al die tientallen jaren nog trots naast de voordeur.

Gerbert Mos, directeur Schretlen & Co

nr.10 jubileum 100 jaar

3


dingen van waarde

Onbetaalbaar

SCHAARSte ‘De winter van 1944 was een van de ergste in zijn soort. Het was oorlog, er was te weinig eten en het was voor nederlandse begrippen onnatuurlijk koud. Veel mensen hebben hierdoor deze hongerwinter niet overleefd. Wij hadden thuis het geluk een varken in de tuin te hebben, voor moeilijke tijden. achteraf besef ik me wat een kostbaar bezit dat is geweest.’ Dhr. drs. K.J.E.M. Schretlen

00 4

nr.10 jubileum 100 jaar 100 jaar


Selectie Uit het nieuws In de loop van de honderd jaar van het bestaan van Schretlen is het economisch aanzicht voortdurend veranderd. Onze specialisten schetsen een tijdsbeeld aan de hand van mijlpalen op de beurzen, in de belastingen en bij het bankieren.

nr.10 jubileum nr.10 100 jaar

00 5


selectie

Media

1911 - 1940

Effecten, crisis en oorlog

6

nr.10 jubileum 100 jaar


selectie

Media

1911 K.L.A.M. Schretlen begint met effectenbemiddeling 1914 - 1918 Eerste Wereldoorlog

1923 Hyperinflatie Duitsland

1929 Beurskrach, gevolgd door Grote Depressie

1940 Duitsland valt Nederland binnen

1910

1940

1919 Duitsland verplicht tot herstelbetalingen bij Verdrag Versailles

1914 Invoering Inkomstenbelasting

1929 Robeco ziet als investeringsclub het levenslicht

Het begon met effecten

H

onderd jaar geleden, op de dag

bedrijf kon Schretlen dan ook een vesti-

van de arbeid 1 mei, begon

ging in Amsterdam openen. De onderne-

K.L.A.M. Schretlen de allereerste

ming deed het zo goed dat in 1939 de

activiteiten van Schretlen & Co. De toen

Landbouwbank interesse toonde. De

26-jarige ondernemer werd lid van de Ver-

bank nam een meerderheids­belang. Het

eeniging voor den Effectenhandel en

Nijmeegse kantoor van Schretlen ging op

s t ar t te een bedrijf in ef fec ten­­be ­‑

in de vestiging van Landbouwbank in Nij-

1936 Oprichting OBAM, een van de eerste aandelenfondsen

De koopkracht van 1 gulden

mid­d eling. Het was een vruchtbare tijd

megen, terwijl de Amsterdamse activitei-

voor effectenhandel. Tot aan de crisis van

ten werden voortgezet in een naamloze

1929 was de economie hier overwegend

vennootschap: effectenkantoor Schretlen

In 1911 had je met 1 gulden een

voorspoedig te noemen. Voorafgaand

& Co. Daar bleef het niet bij. Na een over-

aanmerkelijke koopkracht die te

aan en tijdens de Eerste Wereldoorlog

name van Schretlen & Co door de Boeren-

vergelijken is met 9,86 euro nu. Hoe

kwam het Nederlandse bedrijfsleven op

leenbank in 1965 en de fusie van de Boe-

zit dat in andere jaren? Dit staatje

stoom. Nederland profiteerde van de op-

renleenbank met Raiffeisen in 1972 viel

geeft een indruk van de ontwikkeling

mars van internationals zoals Shell (De

Schretlen & Co onder de Rabobank-

van de koopkracht in honderd jaar.

Koninklijke), Philips en Unilever. De beurs

organisatie. In die tijd hadden bedrijven

was volledig geïntegreerd geraakt in de

die zich met beleggen bezighielden het

1911

1,00 gulden

Nederlandse economie en nam daarin

zwaar. Het slechte beursklimaat in de ja-

1920

1,97 gulden

een centrale plaats in. Dat uitte zich in een

ren zeventig speelde ook Schretlen & Co

1930

1,35 gulden

enorme hoeveelheid openbare emissies

parten. Dat weerhield de organisatie er

1940

1,34 gulden

en beursintroducties. In 1880 telde de

echter niet van om te blijven innoveren.

1950

2,74 gulden

beurs ongeveer 300 noteringen, waarvan

Schretlen verwierf begin jaren tachtig een

1960

3,70 gulden

77 betrekking hadden op Nederland (66)

zetel bij de optiebeurs EOE. En daarna

1970

5,49 gulden

en Nederlands-Indië (11). In 1914 was dit

profiteerde het als ‘private bank’ lang-

1980

11,10 gulden

aantal aangezwollen tot bijna 1800, waar-

zaam maar zeker van de popularisering

1990

14,10 gulden

van 691 uit Nederland en 265 uit Neder-

van het beleggen. Daarbij werd het dien-

2000

17,79 gulden

lands-Indië. In dit klimaat groeide en

stenpakket in vermogensbeheer en finan-

2010

21,73 gulden (9,86 euro)

bloeide de effectenhandel. Al spoedig na

ciële planning steeds verder verbreed.

Bron: www.iisg.nl/hpw/calculate.php

oprichting van zijn effectenbemiddelings-

Bert Dekker

nr.10 jubileum 100 jaar

7


selectie

Media

1941 - 1974

Wederopbouw en economische groei 1944 Bretton Woods: 44 landen sluiten akkoord over dollar. Oprichting IMF en Wereldbank

1953 Watersnoodramp 1956 Successiewet: erf- en schenkbelasting

1963 Loonakkoord Stichting van de Arbeid: loongolf

1972 Fusie Raiffeisen- en Boerenleenbank tot Rabobank

1940

1975

1945 Einde Tweede Wereldoorlog. Tientje van Lieftinck, geldzuivering

1953 Oprichting Consumentenbond

1965 Boerenleenbank neemt Schretlen over

1973 Oliecrisis

1959 Vondst aardgasbel in Groningen

Consumenten stuwen beurzen omhoog

D

01015750.jpg

8

nr.10 jubileum 100 jaar

e periode van wederopbouw

welvaart vertaalde zich in mooie bedrijfs-

na de Tweede Wereldoorlog ken-

resultaten in de jaren vijftig en zestig. En

merkte zich door een snelle op-

dat vertaalde zich weer in mooie beurs-

komst van de consument. Gewone men-

koersen. De opgang van de beurzen des-

sen kregen in de jaren vijftig en zestig

tijds staat daarom ook bekend als de

steeds meer geld te spenderen. Vooral in

consumer bull.

de Verenigde Staten, Japan en Europa

Dat een snelle groei van de aantallen

werden radio, televisie, strijkijzer en auto

consumenten niet vanzelf spreekt, werd

gemeengoed. Veelzeggend is de oprich-

duidelijk in de periode na 1980. Kwamen

ting van de Nederlandse Consumenten-

er tussen 1945 en 1980 ongeveer 600 mil-

bond, al in 1953. Bedrijven, op hun beurt,

joen nieuwe consumenten bij in de we-

profiteerden in die periode van de snel

reld, in de jaren tachtig en negentig be-

aantrekkende vraag. De toenemende

stond de aanwas nog slechts uit enkele


selectie

Media

tientallen miljoenen (onder meer in Taiwan en Korea). De teruglopende consumentengroei weerspiegelde zich ook in de vraag naar grondstoffen, waarvan de consumentenproducten worden gemaakt. Zo steeg de prijs van grondstoffen tot aan 1980 om daarna, tot ongeveer het jaar 2000, in een vrije val te raken. Het zou niet vreemd zijn als opnieuw een consumer bull zich aandient. Tot en met 2030/2050 komen er naar verwach-

Beleggen pas na de jaren zeventig populair

ting 1,5 miljard nieuwe consumenten bij, vooral in Azië en Zuid-Amerika. De posi-

Beleggen was in de jaren zeventig im-

van onze gasbel. Maar een in verhou-

tieve relatie tussen consumentengroei en

populair. Geen wonder. In de loop van

ding te groot deel van de gasopbreng-

de ontwikkeling van de aandelenmarkt kan

de jaren zeventig verslechterde de eco-

sten ging naar doelen die onvoldoende

zich herhalen. Maar wel in een nieuw

nomie zienderogen. In die tijd waren

bijdroegen aan de productiviteit; in het

speelveld met nieuwe spelregels. De eco-

oliecrises, nationalisaties en faillisse-

buitenland werd dit de Dutch disease

nomische situatie is compleet anders dan

menten de harde realiteit.

genoemd. Pas later brak ook in ons

tijdens de vorige consumer bull. De wereld

Effectenbezitters hadden het zo-

land het besef door dat de aardgasba-

is geglobaliseerd dankzij goedkoop ver-

wel politiek als economisch zeer zwaar.

ten meer moesten worden ingezet voor

voer via containers en computercommuni-

Bedrijven zuchtten onder de economi-

het versterken van infrastructuur en

catie. En de komst van het internet heeft

sche tegenwind, terwijl de lonen verder

bedrijfsleven. En met het Akkoord van

de macht steeds meer bij de consument

bleven oplopen. Die stijgende loonkos-

Wassenaar in 1982 slaagden werkge-

gelegd. Concurrentievoordelen zijn vluch-

ten werden weer in de prijzen verdis-

vers, werknemers en de overheid erin

tiger geworden. Bill Gates heeft wel eens

conteerd (de beruchte loon-prijsspi-

om de loon-prijsspiraal te doorbreken.

raal). Een van de grootste problemen

Dit schiep een verantwoord draagvlak

was de stijgende rente. In het begin

voor winstgevende bedrijvigheid in

van de jaren tachtig liep die in de VS en

Nederland.

‘ Gewone mensen kregen in de jaren vijftig en zestig steeds meer geld te spenderen’

Europa snel op. Dit, gecombineerd met

Hoewel de immense aandelen-

teruglopende bestedingsruimte bij de

krach van 1987 aandelenbeleggers nog

consument, leidde onder meer tot een

één keer de stuipen op het lijf joeg,

terugslag op de tot dan toe overspan-

braken zonnige tijden aan op de beur-

nen huizenmarkt. Dalende huizenprij-

zen. Mede dankzij de goede financiële

zen hadden grote problemen in de

positie van de meeste bedrijven in die

bouwsector tot gevolg en zelfstandige

tijd had deze, wonderlijk genoeg, nau-

hypotheekbanken kraakten in hun voe-

welijks consequenties voor de ‘echte’

gesteld dat potentieel elk IT-bedrijf, hoe

gen. De Tilburgsche Hypotheekbank

economie. Beleggen populariseerde.

groot ook, over twee jaar out of business

overleefde deze periode zelfs niet.

Een gouden periode voor beleggen

zou kunnen zijn. Maar diezelfde Gates

Het duurde in ons land relatief lang

voorspelde in 1994 ook dat het internet

voor de ernst van de economische pro-

netzeepbel die eind 2000 knapte.

de komende tien jaar geen commercieel

blemen doordrong. De Nederlandse

Bert Dekker

succes zou worden.

gulden bleef overeind, dankzij de ‘luxe’

volgde. Deze duurde tot aan de inter-

Han Dieperink

nr.10 jubileum 100 jaar

9


selectie

Media

1975 - 2000

Politieke en financiële vernieuwing 1978 Op de Amsterdamse beurs worden de eerste Europese opties verkocht 1982 Akkoord van Wassenaar

1992 Pond uit ERM door speculatie Soros 1987 Zwarte maandag (19 oktober) dankzij sterk opgelopen rente

1995 Nick Leeson richt Barings Bank te gronde

1975

1999 Nederland treedt toe tot de EMU

2000

1983 Koppeling gulden aan Duitse mark 1979 Deng Xiaoping hervormt China

1994 JP Morgan ontwikkelt de Credit Default Swap 1993 De eerste tracker (ETF) wordt gelanceerd door State Street Global Advisors

Europese optiehandel startte in Amsterdam

M

et de opening van de Europe-

groeide van minder dan 1000 contracten

positionering. Dat de risico’s van de op-

an Option Exchange (EOE) in

per dag in het eerste jaar, naar ruim

tiehandel in die tijd soms behoorlijk

1978 in Amsterdam, had Ne-

33.000 tien jaar later. En in 1995 lag dit

werden onderschat, bleek tijdens de

aantal al ruim boven de 100.000.

beurskrach van 1987. Na stevige verliezen

derland de eerste optiebeurs van Europa. En dat was nog niet alles. In 1983 startte

Schretlen & Co participeerde vanaf

trokken veel beleggers zich terug uit de

een van de eerste ‘echte’ Europese in-

1983. En met succes. Het binnenhalen

optiehandel. Vandaag de dag hebben

dexen, de EOE-index. Dit was een voorlo-

van twee optie-experts bleek een gouden

opties in de Schretlen-portefeuilles een

per van de AEX-index die was bedoeld

greep. Enkele jaren later was Schretlen

andere rol. Ze worden nauwelijks nog

om de handel op de EOE-optiebeurs te

een goede top 10-speler op de Neder-

speculatief ingezet, maar enkel om be-

stimuleren. Aanvankelijk bestond over op-

landse optiemarkt, met een marktaandeel

paalde risico’s af te dekken.

ties scepsis. Die kwam vooral voort uit

van ruim 10 procent. Klanten kwamen af

Jeroen Wagemaker

onbekendheid. Maar langzamerhand

op de expertise over de optiemarkten. En

ebde de koudwatervrees weg. De handel

concurrenten volgden actief de laatste

10

nr.10 jubileum 100 jaar


selectie

Media

innovatiE in DE ovErDrivE in de jaren negentig zagen steeds meer nieuwe financiële producten het levenslicht, zoals in 1993 de tracker (eTF) en in 1994 de – later beruchte - credit default swap. in de jaren daarna volgden de vernieuwingen elkaar steeds sneller op. ‘meer mogelijk maken’, was het adagium van banken. beleggers gingen mee. maar vrijwel niemand overzag de gevolgen van sommige producten. Vanwege hun destructieve werking op het eigen vermogen van banken kregen produc-ten ineens de reputatie van financial weapons of mass destruction. ineens had financiële innovatie een nare bijsmaak. je kunt je afvragen of dat terecht is. Financiële innovatie is een ruim begrip. Zo hebben vernieuwingen markten toe-

biljetten van tien gulden in de versnipperaar.

gankelijker gemaakt voor een breder publiek. Voor innovaties geldt net als voor bestaande producten dat het ene het andere niet is. een studie van Create research laat zien dat innovatieve aan-

Afscheid van de gulden

D

e datum 1 januari 2002 gaat of-

tot de euro. Zelfs landen die daar niet aan

ficieel de geschiedenis in als het

toe waren, zoals Griekenland, traden in die

moment waarop we afscheid na-

jaren van ongebreideld optimisme toe.

tieve gestructureerde producten en de-

men van de gulden. Vanaf die dag pinnen

Dat is ons nu duur komen te staan met een

rivaten met veel hefboom (leverage).

we euro’s. maar eigenlijk was de gulden

kostbare eurocrisis. Gemakkelijk wordt

Dat banken met dit type producten

toen al lang niet meer dé munt waar het

daarbij vergeten dat de onrust bij allerlei

zijn gekomen paste in een tijd waarin

in ons land om draaide. We waren in 1999

valutacrises in europa ook groot was ge-

beleggers op zoek gingen naar steeds

– bij het toetreden van nederland tot de

weest. Verder gaan we vaak te snel voorbij

hoger rendement. in de financiële in-

europese monetaire unie – giraal op de

aan de voordelen van de europese munt.

dustrie verschoof het accent naar pro-

euro overgegaan; staatsleningen en aan-

Denk bijvoorbeeld aan Duitsland. Het azi-

ductgedreven in plaats van klantgedre-

delenkoersen noteerden in euro’s. en

atische exportsucces van de Duitsers (bij-

ven. Daardoor dreven bepaalde

eigenlijk had de gulden in 1983 zijn bete-

voorbeeld dure auto’s) hangt samen met

producten veel te ver af van de onder-

kenis al verloren. Want in dat jaar hebben

de in verhouding goedkope euro.

liggende waarde en werden te riskant,

we onze munt gekoppeld aan de Duitse

Voor beleggers heeft de overgang op

met de bekende desastreuze gevol-

mark. Waarschijnlijk is dat dé mijlpaal.

de euro grote gevolgen gehad. De tijd van

gen. De financiële wereld beseft nu dat

Want het wezen van een eigen munt

onvoorspelbare valutaschommelingen was

innovatie geen doel op zich is maar een

is dat een land zijn eigen monetaire be-

voorbij. en dankzij de euro kwam er een

middel om een doel te bereiken.

leid bepaalt.

veel bredere obligatiemarkt, waardoor we

delen/obligaties in opkomende markten van grote meerwaarde zijn geweest. Het tegenovergestelde geldt voor innova-

Maurice Lemans

allerlei andere europese landen gingen ook hun munten koppelen. Dit leidde

risico’s beter kunnen spreiden. Erik Schmahl

nr.10 jubileum 100 jaar

11


selectie

Media

2001 - 2011

Turbulentie en transitie 2001 Twin Towers storten in na terroristische aanval

2010 China passeert Japan als tweede economie

2003 Ahold in de problemen door boekhoudfraude

2007 Al Gore en IPCC krijgen Nobelprijs

2011 Jubileum Schretlen

2000

2002 Introductie euro in DING FLOF BIPS-landen 2001 Dotcomcrash

2010 Flashcrash 2008 Val van Lehman Brothers: financiële crisis

2001 Invoering boxenstelsel (derde box vervangt vermogensbelasting)

Historie herhaalt zich

D

e financiële crisis van 2008 was

nancierd. Dit leidde weer tot de val van

soonlijke liquide middelen beschikbaar,

er een die zijn weerga niet kent.

een van de grootste trustbedrijven in New

wat voorkwam dat de financiële crisis uit

Zou je denken. Toch had zich ruim

York: Knickerbocker Trust Company. De

de hand liep. Het werd nog even heel erg

honderd jaar daarvoor iets vergelijkbaars

bankrun breidde zich vervolgens uit naar

spannend toen een grote broker aandelen

afgespeeld. In het boek The Panic of 1907

allerlei kleinere en regionale banken die

dumpte van Tennessee Coal, Iron and Rail-

beschrijft Robert Bruner dit nauwgezet. Na

tegoeden in New York hadden opge-

road Company (TC&I). Een noodovername

de aardbeving in San Francisco in 1906

vraagd. De vrees bestond dat de Ameri-

door monopolist U.S. Steel Corporation

ging het slecht met de Amerikaanse eco-

kaanse financiële instituten als dominoste-

van eerdergenoemde J.P. Morgan voor-

nomie. Faillissementen zorgden voor een

nen zouden omvallen.

kwam opnieuw escalatie. De crisis leidde

nerveuze stemming. De lont ging in het

In die tijd was er nog geen systeem

rechtstreeks tot oprichting van de FED. De

kruitvat toen ook de aandelen van koper-

van centrale banken die via het verstrek-

lessen lijken erg op die van de crisis van

bedrijf United Copper Company razend-

ken van kredieten kon optreden als achter-

2008. Financiële systemen zijn complex,

snel zakten, wat overigens te wijten was

vang. Daarom wierp bankier en onderne-

verweven en kwetsbaar voor manipulatie

aan frauduleuze aandelentransacties. De

mer John Pierpont Morgan zich op als

en speculatie. Het vertrouwen verdwijnt

beurs bloedde. Spaarders haalden vervol-

redder in nood. Hij nodigde bankiers en

soms als sneeuw voor de zon. De enige

gens hun tegoeden weg bij de New Yorkse

andere vermogende vrienden bij hem

remedie is een eensgezinde aanpak.

banken die het koperbedrijf hadden gefi-

thuis uit. Dit gezelschap stelde hoogstper-

Nicolai Huls

12

nr.10 jubileum 100 jaar


selectie

Media

Belastingstelsel ingrijpend gewijzigd

China groeit uit tot superpower ‘Japan door China gepasseerd als tweede economie’, kopte NRC Handelsblad een jaar geleden. In het tweede kwartaal van 2010 was Japan na veertig jaar niet langer tweede economie ter wereld, maar China. Een gedenkwaardig moment. Toch ziet het er niet naar uit dat China net zolang tweede economie blijft als Japan. Economen verwachten dat het land

D

mogelijk al in de periode 2020-2030

e Wet Inkomstenbelasting 2001

lasten vermogen is het saldo van bezittin-

betekende een stevige omslag in

gen en schulden, die nog niet in aanmerking

China kent een jarenlange sterke

het fiscale denken. De bewindslie-

zijn genomen in de andere twee boxen. Het

economische groei, de inkomens stijgen

den Gerrit Zalm en Willem Vermeend intro-

saldo van deze bezittingen en schulden

en door de groeiende middenklasse

duceerden hiermee een compleet nieuw

wordt minimaal op nihil gesteld. Hierdoor

neemt de consumptie aanzienlijk toe.

stelsel voor de heffing van inkomstenbelas-

kan er in box 3 derhalve nooit een verlies

Het bruto nationaal product per hoofd

ting, waarbij bovendien de vermogensbe-

ontstaan. Het forfaitair rendement van 4%

van de enorme Chinese bevolking is

lasting werd afgeschaft. Het nieuwe stelsel

wordt vervolgens belast tegen 30%. Per

nog wel lager dan dat van het kleinere

moest eenvoudiger zijn en veel beter be-

saldo wordt het box 3-vermogen dus belast

Japan. Het aantal rijken in China groeit

stand tegen oneigenlijk gebruik. Na invoe-

tegen 1,2%. Ondanks alle turbulentie op de

weliswaar, maar een groot deel van de

ring van de wet IB 2001 werkt de heffing

financiële markten van afgelopen tien jaar,

bevolking is nog steeds arm en

van de inkomstenbelasting via een boxen-

is het percentage van vier overeind geble-

profiteert minder van de groei. Het land

stelsel. Dit betekent dat het belastbare in-

ven. Onlangs besloot het kabinet het tarief

wordt daarom nog steeds als een

komen verdeeld is over drie boxen met ie-

te handhaven.

opkomende economie gezien. De weg

der een eigen fiscaal regime:

De invoering van het nieuwe stelsel heeft

van China naar mogelijk de eerste

overigens nog aan een zijden draadje ge-

wereldeconomie hoeft volgens

hangen. Na de kabinetscrisis in 1999 (Nacht

economen niet per definitie in één

van Wiegel) was het maar de vraag of de

stijgende lijn te gaan. Het zal eerder een

hele wijziging wel zou doorgaan. Dat was

stijging zijn met tussendoor veel pieken

een spannende tijd omdat we onze plan-

en dalen. Het land gaat de komende

ningsadviezen en –modellen al in belang-

jaren een aantal uitdagingen tegemoet

rijke mate baseerden op het nieuwe stelsel.

zoals de oplopende inflatie, hoge

Uiteindelijk werd de kabinetscrisis bezwo-

vastgoedprijzen, vergrijzing (eenkind-

In box 1 geldt een progressief tarief. In box

ren, waardoor we nu sinds 1 januari 2001

politiek) en sociale onrusten. Maar

2 bedraagt de heffing 25%, een tarief dat

met de Wet IB 2001 hebben te maken.

onder de economie ligt een goede

overigens al begin 1997 was ingevoerd. De

Of de Wet IB 2001 nog eens tien jaar stand

bodem met uitgebreide investeringen

heffing in box 3 vindt niet plaats over de

houdt, valt echter te betwijfelen. Maat-

in infrastructuur en onderwijs plus de

inkomsten (dividend, rente, huur, etc.),

schappelijke veranderingen en nieuwe in-

toename van geavanceerde industrieën.

maar over een forfaitair rendement van 4%,

zichten over de wijze van belastingheffing

Die basis maakt het mogelijk om verder

dat wordt berekend over het vermogen aan

zullen onherroepelijk tot (ingrijpende) wijzi-

voort te bouwen op het huidige succes.

het begin van het jaar. De kosten (bijvoor-

gingen in de belastingwetten leiden.

Rishma Moennasing

beeld rente) zijn niet aftrekbaar. Het te be-

Jos Brauwers

box 1: belastbare inkomen uit werk en woning; box 2: belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang; box 3: belastbare inkomen uit sparen en beleggen.

de VS als eerste economie inhaalt.

nr.10 jubileum 100 jaar

13


Plek van

Een buitengewone kasteelgeschiedenis Directeur van kasteel Huis Bergh in ’s-Heerenberg en wethouder in Rozendaal. Het is een drukke dubbelbaan die Free Hoving bekleedt, maar gelukkig goed te combineren. ‘Dat ik kan bijdragen aan alles wat een van de laatste bewoners van Huis Bergh, Jan Herman van Heek, verzamelde en restaureerde, vind ik bijzonder.’

Graaf Hendrik ‘Op dit schilderij uit 1600 van Otto van Veen, een leermeester van Rubens, staat een van de heren van Bergh: Hendrik, Graaf van den Bergh. Graaf Hendrik heeft zowel voor de Hollanders gevochten als voor de Spanjaarden tégen de Hollanders. Het schilderij hebben we te danken aan de crisis. Een Amerikaan had het gekocht, maar moest het weer verkopen. De galerie nam contact met ons op en dankzij sponsoren hebben we het kunnen aanschaffen.’

00 14

nr.10 100 jubileum jaar 100 jaar

Gravin Anna ‘Van Heek heeft ervoor gezorgd dat zowel gronden als kunst die een link hadden met kasteel Huis Bergh weer in bezit van het kasteel kwamen. Zo ook dit schilderij van Gravin Anna, een zus van Graaf Hendrik, dat Van Heek aankocht van de adellijke familie Van Rijckevorsel. Als wethouder heb ik met een Van Rijckevorsel samengewerkt, wiens ouders het hadden verkocht. Onlangs kwam ik hem hier op een zondagmiddag tegen: hij kwam naar Gravin Anna kijken.’


Free Hoving Hertengeweien ‘De herten die bij de geweien hoorden, zijn hier begin vorige eeuw geschoten. Jan van Heek heeft de geweien opgehangen. Hij had zes kinderen, van wie er nog twee in leven zijn. De een na oudste zoon, Arnold van Heek, is 86 en jaagt nog wel op het terrein met wat mensen. Het gaat ze puur om de lol dat ze hier mogen lopen en ze – als er iets voorbij zou komen – iets zouden kunnen schieten.’

De schouw ‘Het feit dat de schouw in gebruik is, is bijzonder: het geeft aan dat er nog steeds echt wordt geleefd in dit kasteel. Afstammelingen van Bergh komen hier geregeld logeren en onze sponsoren worden hier ceremonieel tot ridder van Huis Bergh geslagen. Drie keer per jaar komen zij bijeen, waarbij er rondom de open haard verhalen uit het verleden worden verteld, maar ook over het heden en de toekomst van dit Huis.’

Paperassen ‘Het kasteel bestaat sinds 1200, daar zijn ook archiefstukken van, bijzondere exemplaren met zegels uit die tijd. Het oudste document stamt uit 1227. Deze documenten worden bewaard in het muntgebouw bij kasteel Huis Bergh. De stukken zijn perfect bewaard gebleven en zijn nog goed leesbaar en toegankelijk. Toch moesten we een klimatologische schil in onze bewaarplaats maken om de documenten voor het nageslacht te behouden.’ nr.10 jubileum nr.10 100 jaar

15 00


interview

Gerbert Mos en Pim Mol

‘Gezamenlijke kracht verder uitbouwen’ In de honderd jaar dat Schretlen & Co bestaat, heeft het zich altijd aangepast aan de eisen van de tijd. Dat gebeurt ook in 2011 weer, met het introduceren van de Schretlen-dienstverlening via de lokale Rabobanken. Gerbert Mos van Schretlen en Pim Mol van Rabobank Private Banking over trouw blijven aan waar je vandaan komt en inspelen op veranderingen als dat nodig is.

16

nr.10 jubileum 100 jaar


Gerbert Mos


Pim Mol


interview

Gerbert Mos en Pim Mol

Aanpassen aan de tijd Gerbert Mos en Pim Mol zien elkaar regelmatig. De twee praten dan vooral over de toekomst van private banking. Ze vergeten daarbij het verleden niet. Wat voor hen als een paal boven water staat, is dat je trouw moet blijven aan waar je vandaan komt. Schretlen heeft alle reden om daar juist in 2011 even bij stil te staan. Want een eeuw geleden startte K.L.A.M. Schretlen als bemiddelaar in effecten. Zijn bedrijf ontwikkelde zich tot een beleggingsspecialist, waar eerst de Landbouwbank (1939) en later de Boerenleenbank (1965) het oog op liet vallen. Na de fusie van de Boerenleenbank met Raiffeisen (1972) werd Schretlen & Co 100 procent dochter van de Rabobank. Gerbert Mos: ‘Tot 1994 waren we een in effecten gespecialiseerde organisatie. Maar Rabobank zag de behoefte bij klanten groeien aan uitgebreid advies over hun vermogen. Daarom viel het besluit bij de hoofddirectie om van Schretlen een veelzijdige private bank te maken. Dit bouwwerk bestond

‘Bij Schretlen hebben we er bewust voor gekozen om nooit eigen producten aan te bieden’

uit verschillende bouwstenen. De commissionair in effecten, die Schretlen toen nog was, was er een van. Een andere bouwsteen was de afdeling Vermogensbeheer van Robeco/Rabobank, waar ik toen werkte. Het was mooi om van nabij mee te maken hoe dat ontstond. Wat mij nog goed bijstaat, is dat voor ons toen al vaststond: beleggen alleen is niet genoeg. Zonder financiële planning en estate planning gaat het niet. Daarvoor hebben we toen deskundigen aangetrokken. Verder hebben we in die tijd zelf software voor financiële planning ontwikkeld. Deze programmatuur is nog steeds de basis van het huidige planningsmodel. Die beslissing om financiële planning, of vermogensplanning, toe te voegen was cruciaal. Want planning moet de basis zijn van je relatie met klanten. We moeten heel goed luisteren naar wat klanten willen bereiken met hun vermogen. Waar is het voor bedoeld? Wat willen klanten voor hun eventuele kinderen of kleinkinderen betekenen? Die doelen van de klanten zijn de kern, niet het beleggen. Dat is een middel om het doel te bereiken. In de bediening van klanten moet het niet draaien om ‘sec’ beleggingen maar om financiële toekomst. Een advies-insteek dus en geen focus op producten. Bij Schretlen hebben we er bewust voor gekozen om nooit eigen producten aan te bieden. Wij willen de schijn niet tegen hebben dat we uit zijn op gedwongen winkelnering. Klanten moeten onbevooroordeeld kunnen kiezen. Ook die onafhankelijkheid is een onderdeel van ons erfgoed.’ Pim Mol: ‘Het is destijds een bewuste keuze van Rabobank geweest om de dienstverlening van Schretlen separaat neer te zetten, net als bij Interpolis en Robeco. De genoemde organisaties werken in een aparte setting aan hun eigen specialisme. Zo heeft Schretlen zich kunnen ontwikkelen tot een instituut met grote knowhow over vermogensplanning en beleggen.’

Gericht op duurzame relaties Dat de dienstverlening van Schretlen een separaat merk is gebleven, is goed geweest voor de ontwikkeling van het specialisme. Maar het heeft daarnaast ook geloond om onderdeel te zijn van de coöperatieve moederorganisatie. Vooral de laatste jaren komt dit steeds nadrukkelijker naar voren. Want het zwaar-

nr.10 jubileum 100 jaar

19

»


interview

Pim Mol en Gerbert Mos

» tepunt bij private banking is langzaam maar zeker verschoven van

Pim Mol: ‘Van de financiële crisis in 2008 hebben we als ban-

rendement naar klantgerichtheid en soliditeit. En klantgerichtheid

kiers geleerd dat je nog meer met beide benen op de grond moet

is een sterk punt van een organisatie met een coöperatieve struc-

blijven staan. Onze instelling is veranderd. Daarvoor was het: zijn

tuur. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de prestaties in het onafhankelijke

we misschien niet te saai en moeten we niet spannender dingen

klantenonderzoek van Incompany. Rabobank Private Banking en

gaan doen? Nu zien we onze soliditeit als een van onze grootste

Schretlen eindigen dit jaar als nummers een en twee in de sector

verworvenheden. Die soliditeit is niet alleen leuk op papier. We

private banking. Een resultaat waar Gerbert Mos en Pim Mol trots

hebben daardoor ook echt iets te bieden. Zo hebben de private

op zijn. Een tweede voordeel van de coöperatieve moeder is volgens

banking-afdelingen van de lokale Rabobanken op vermogensspaar-

de twee soliditeit. Ook op dit punt lukt het de bank om zich te

rekeningen de hoogste rente voor private banking-klanten. Dat is

onderscheiden: Rabobank is met haar sterke rating de meest solide

uniek in de private banking-markt.’

private bank ter wereld.

Gerbert Mos: ‘Voor ons als specialist is het een grote plus om

Pim Mol: ‘Een wezenlijk verschil tussen onze bank en de

mee te kunnen profiteren van de soliditeit van onze moederorga-

meeste andere is de coöperatieve rechtsvorm. Bij ons maken leden

nisatie. Andersom profiteert de Rabobank van het specialisme van

de dienst uit en niet aandeelhouders. Onze leden zijn klanten. Dat

Schretlen. Ze doet regelmatig een beroep op onze expertise in

verklaart mede waarom we, misschien meer dan andere, gericht zijn

vermogensplanning en beleggen.’

op lange relaties en intensief contact met klanten. ‘Tussen een aandeelhoudersvergadering en een ledenvergadering zit een wereld van verschil. Bij die eerste ligt de nadruk op winst en omzet, bij de tweede draait het vooral om bediening. Het coöperatieve karakter dwingt ons op een natuurlijke wijze om te luisteren naar klanten. Via de leden krijgen we heel veel input over de klantbehandeling. En daarnaast doen we bij de lokale banken natuurlijk ook nog zeer intensief klantonderzoek. Eigenlijk is dit een ultieme vorm van co-creation. We werken samen met klanten aan de verbetering van onze dienstverlening. Net zoals Schretlen dat doet met haar klantenpanels.’

Gerbert Mos: ‘Het is de kunst om echt naar klanten te luisteren. Het moet geen trucje zijn. Je ziet dat na het ontstaan van de financiële crisis ineens iedereen het belang van de klant ging belijden. Dat is vreemd, want ook daarvoor draaide het al om klanten. Dat is nooit veranderd. Wat wel is veranderd, is het idee over wat een vermogensbank moet zijn. Degelijk en solide bankieren stond vroeger bekend als stoffig en saai. Solide is na de financiële crisis meer en meer tot norm verheven. Je ziet dat ook aan het beleggingsprofiel van klanten. Dat is veel defensiever geworden. Neem bijvoorbeeld obligaties. Die waren vijftien jaar geleden nauwelijks populair.’ ‘De crisis in 2008 heeft laten zien hoe belangrijk het is om producten vooraf te beoordelen. Wij doen dat al lang, maar toch leverden sommige producten een teleurstellend resultaat op. Dat is een les geweest.’

20

nr.10 jubileum 100 jaar

‘Na 2008 is er veel veranderd, bijvoorbeeld het idee over wat een vermogensbank moet zijn’


interview

Pim Mol en Gerbert Mos

Dienstverlening dichterbij brengen

Pim Mol: ‘Rabobank kiest welbewust voor investeren in de dienstverlening van Schretlen. En dat blijft zo. Wij maken deze nieuwe vorm van dienstverlening mogelijk omdat we vinden dat de

Een eeuwfeest is mooi, maar het is zeker geen

lokale Rabobank een natuurlijk startpunt is voor private banking.

moment om tevreden achterover te leunen. Een private bank moet

Want daar kennen ze de klanten immers het best. Denk bijvoorbeeld

altijd blijven werken aan de verbetering van de dienstverlening.

aan lokale ondernemers van familiebedrijven. Onze medewerkers

En opnieuw eist de veranderde realiteit een aanpassing. Ook voor

weten waar zo’n klant vandaan komt. Ze hebben de ontwikkeling

Schretlen heeft de financiële crisis van 2008 gevolgen. De eisen

van de onderneming gevolgd en hebben een vertrouwensrelatie met

voor private banks zijn aangescherpt en klanten vragen van banken

de ondernemer opgebouwd. Ze kennen daardoor het verhaal achter

een nog grotere zorgvuldigheid. Dit vergt onder andere forse inves-

het vermogen. Voor klanten kan het van belang zijn om al vroeg

teringen in ICT-systemen. Met het oog daarop is het van belang dat

na te denken over vermogensmanagement. Dat geldt bijvoorbeeld

Schretlen blijft groeien. Daarbij kan het profiteren van de hechte

voor ondernemers die overwegen om hun bedrijf te gaan verkopen.

samenwerking met moeder Rabobank.

Voor deze doelgroep is het belangrijk om zich tijdig voor te berei-

Gerbert Mos: ‘We moeten groeien om klanten nog beter te

den op die grote verandering in hun financiële situatie. Hoe eerder

kunnen bedienen. En er liggen kansen voor ons. Door onze klant-

ze hierover met specialisten van Schretlen praten, des te beter. De

tevredenheid en soliditeit is onze dienstverlening in trek. We denken

vraag rijst dan natuurlijk waarom we dit niet eerder hebben gedaan.

dat we meer klanten kunnen bereiken door ze dichterbij te bedie-

Dat komt omdat onze lokale banken vroeger te weinig kritische

nen. Daarom gaan we het Schretlen-specialisme via de lokale ban-

massa hadden om zich bezig te houden met private banking. In de

ken aanbieden. Zo bouwen we de gezamenlijke kracht van Schret-

loop van de tijd hebben veel fusies plaatsgevonden en zijn die lokale

len en Rabobank – specialisme enerzijds en lokale betrokkenheid

banken verder geprofessionaliseerd. De lokale banken hebben hun

anderzijds – nog verder uit. Bij de lokale banken gaat deze nieuwe

krachten gebundeld en hebben nu wel voldoende body.’

vorm van dienstverlening “Rabo Vermogensmanagement” heten.

Gerbert Mos: ‘Er is veel veranderd. In 1994 was het mijn

Hoe dat praktisch vorm krijgt? De spil hierin zijn vermogensma-

streven om zoveel mogelijk van de, let wel, 900 lokale Rabobanken

nagers bij de lokale Rabobank. Zij werken direct samen met de

te bezoeken, om het verhaal van Schretlen te vertellen. Tegenwoor-

specialisten van Schretlen. Die nieuwe vermogensmanagers wor-

dig heb je 141 lokale banken. Dat is echt anders. Dit is een logische

den op dit moment opgeleid. Onderdeel van die opleiding is een

stap in de geschiedenis van Schretlen en de Rabobank. We passen

stage bij Schretlen.’

ons opnieuw aan de veranderende realiteit aan. Maar wel op de bij

Pim Mol: ‘Deze vorm van dienstverlening is in eerste instantie

onze organisatie passende behoedzame manier: stap voor stap. We

bedoeld voor nieuwe klanten: klanten van de Rabobank waar de

hebben voor de voorbereiding uitgebreid de tijd genomen. En we

diensten van Schretlen goed bij passen.’

doen dat ook met de invoering. Daar hebben we enkele jaren voor

Gerbert Mos: ‘Voor bestaande klanten verandert er praktisch

uitgetrokken. Over deze verandering in onze dienstverlening vragen

gezien niets, als ze dat niet willen. Voor Schretlen-klanten die nu

we natuurlijk weer aan klanten wat ze ervan vinden. Daarbij staat

al bankieren bij de Rabobank is het wel mogelijk om over te stap-

voorop dat we trouw blijven aan waar we vandaan komen. Onze

pen naar een vermogensmanager bij een lokale Rabobank. Voor

filosofie blijft dat we alleen goed voor vermogens kunnen zorgen

die klanten kan het een praktisch voordeel zijn dat ze dichter bij

met kleine, betrokken teams en maatwerkoplossingen.’

huis worden bediend. De uitbreiding van de dienstverlening heeft positieve gevolgen voor alle klanten, anders hadden we het niet gedaan. Zo zal het gunstige effecten hebben voor de knowhow binnen de organisatie. Want dit stelt ons in staat om niet alleen in ICT te investeren, maar ook in meer specialisten.’

nr.10 jubileum 100 jaar

21


Dochters Van Swaay nemen duurzaam houtbedrijf van vader over

‘overdag zijn we collega's, 's avonds zijn we familie’

Van links naar rechts: Angelique, Tessa, Jan, Jan junior en Sanne van Swaay.


nr.10 jubileum 100 jaar

23


familiebedrijf

Jubileum

Op 1 juli van dit jaar vierde de familie Van Swaay uit Schijndel oud en nieuw. Inclusief vuurwerk, champagne en een klok die aftelde tot nul: dochters Tessa en Sanne namen het 120 jaar oude houtbedrijf over van hun vader Jan. Over afscheid nemen, het familiestatuut als basis voor de toekomst, de gezamenlijke passie voor zeilen en waarom hout geen saai product is.

V

an de beide dochters wist Tessa (34) het

al vroeg. Zij stippelde haar toekomst in het familiebedrijf op jonge leeftijd uit, stemde haar studie technische bedrijfskunde erop af. Ze had eigenlijk maar één voorwaarde. ‘Er moest binnen het bedrijf een commerciële functie vrijkomen waarop ik gewoon zou moeten solliciteren. Ik wilde niet dat er speciaal voor mij een baantje gecreëerd zou worden.’ Tijdens een stage bij een houtbedrijf in de Verenigde Staten belde haar vader. De baan die Tessa wilde kwam vrij, of ze nog interesse had. ‘Dat is nu zeven jaar geleden.’ Anders verliep het met zus Sanne (31). Zij studeerde bouwkunde in Eindhoven en ging daarna aan de slag in de vastgoedsector. ‘Ik had niet de ambitie om in het familiebedrijf te stappen. Ik wilde mijn eigen pad kiezen.’ Toen werd het 5 december 2009. Het hele gezin had gezellig sinterklaas gevierd in het ouderlijk huis. Bij het weggaan pakte vader Jan zijn dochter Sanne nog even bij de arm. ‘Er komt een leuke functie bij ons vrij, je zou er goed passen. Denk er eens over na’, had hij een beetje gekscherend gezegd. ‘Ik verwachtte niet dat Sanne zou toehappen’, vertelt Jan van Swaay met een grote glimlach. ‘Maar de volgende dag belde ze me al. Ze wilde graag op gesprek komen.’ Sanne: ‘In mijn hoofd was ik er al een paar jaar mee bezig. Gevoelsmatig groeide ik

24

nr.10 jubileum 100 jaar

toe naar een rol in het familiebedrijf. Waarom ik op dat moment ja zei? Door de bijzondere sfeer in ons bedrijf, dat ik van jongs af aan ken. De betrokkenheid van het personeel, die bij een niet-familiebedrijf toch anders is. Maar ook door de business zelf: hout is een mooi en innovatief product. Ik voelde dat ik er klaar voor was.’

Opvolging

Met de bedrijfsoverdracht van afgelopen zomer staan er twee vrouwen aan het hoofd van Van Swaay Duurzaam Hout, een bedrijf met zo’n vijftig werknemers. Dat is bijzonder, maar niet helemaal uniek in de lange geschiedenis van het bedrijf. Van 1929 tot 1941 werd de onderneming geleid door de grootmoeder van Jan van Swaay. ‘Zij nam de leiding over nadat mijn grootvader en oprichter van het bedrijf plotseling was overleden aan een blindedarmontsteking. Zo kon dat nog gaan in die tijd’, vertelt Jan van Swaay. In die vroege jaren leverde het bedrijf vooral telefoon- en meerpalen. Tegenwoordig is dat hout voor alle buitentoepassingen, zoals tuinhout en oeverbeschermingshout. Maar ook afrasteringspalen en palen om jonge bomen te ondersteunen vormen een groot deel van de afzet. ‘We doen een kleine 100.000 kuub hout per jaar’, vertelt Van Swaay. ‘Veertig jaar geleden was dat 23.000 kuub, terwijl we twee keer zoveel mensen in dienst hadden.’


familiebedrijf

Jubileum

Toen Jan van Swaay zijn vader in 1971 opvolgde, was hij daar eigenlijk niet klaar voor. ‘Ik studeerde nog in Eindhoven. Overdag was ik directeur, ’s avonds werkte ik aan mijn afstudeerscriptie.’ Die scriptie kon hij schrijven over het eigen familiebedrijf. Zo kon hij het een met het ander combineren. Dat bleek een gouden greep. ‘Door mijn afstudeeronderzoek zag ik dat er veel kon verbeteren binnen het houtbedrijf. Niet alleen de naam moest anders – die was lang en omslachtig – maar vooral de interne organisatie kon efficiënter. De eerste vijf jaar dat ik directeur was, heb ik bijna alle aanbevelingen uit mijn afstudeerscriptie een-op-een geïmplementeerd. De basis voor het huidige Van Swaay Duurzaam Hout legde ik in die eerste periode.’

Zelfde koers

had gedacht. Ik kreeg veel respect voor wat mijn vader had bereikt. Nu zijn er nauwelijks grote meningsverschillen meer. Dat komt omdat het bedrijfsbelang bij iedereen vooropstaat.’ Sanne, operationeel directeur: ‘Toch zullen wij het soms best anders doen dan onze vader. Hij is wat meer een traditionele directeur die anderen vertelt hoe het moet. Tessa en ik laten meer ruimte aan het eigen initiatief van medewerkers, stellen ons meer op als sparringpartners.’ Op de vraag wat hij hiervan vindt, trekt Jan van Swaay een wat zuinig gezicht. ‘Mijn stijl van leiderschap past niet bij mijn dochters’, zegt hij. Na een korte pauze: ‘Maar mijn manier is soms wel sneller…’

Familiestatuut

De bedrijfsoverdracht wordt geregeld in een fami-

liestatuut. Dat is nog niet klaar, er zijn nu acht gesprekken geweest. Daarbij worden niet alleen Jan, Tessa en Sanne betrokken, maar ook moeder Angelique en zoon Jan. Het konden beide mannen het prima met elkaar vinden, maar zafamiliestatuut regelt alle potentiële splijtzwammen voor de toekelijk botste het behoorlijk. ‘Ik stond een andere, modernere komst. Zoals: hoe worden de aandelen toekomst van het bedrijf voor dan mijn verdeeld, mag ‘de koude kant’ in de divader. Daarover verschilden we fundaAngelique en Tessa van Swaay. rectie, wat gebeurt er als kinderen in het menteel van mening’, blikt Jan terug. bedrijf willen en wie bepaalt dan wat hun Toen zijn vader in 1974 overleed, kon salaris wordt? De bijeenkomsten zijn tot hij de vernieuwingen die hij noodzakenu toe bijzonder goed verlopen, stelt lijk achtte zonder verdere strijd doorSanne. ‘Dat komt doordat al deze kwesvoeren. Bij de huidige bedrijfsoverties nu nog niet spelen. Er is nog geen dracht zal strijd over de koers sprake van partners die in het bedrijf wiluitblijven, verwachten zowel Jan als len komen, net zomin als kinderen. We zijn dochters. ‘We zitten op dezelfde kunnen dus heel zakelijk over deze onlijn als onze vader’, zeggen beide vrouderwerpen afspraken maken. Bijvoorwen. ‘Natuurlijk moeten er keuzes gebeeld dat partners in principe geen direcmaakt worden voor de toekomst. De tieposten kunnen bekleden.’ houthandel kampt met grote uitdaginHet familiestatuut zegt ook wat er moet gen, onder meer op gebied van milieu. gebeuren als beide zussen een onoverMaar Jan zou daarin geen andere bebrugbaar verschil van mening hebben. slissingen nemen dan wij.’ Tessa: ‘Dat is nog niet voorgekomen. Maar mocht het gebeuTessa, die commercieel directeur is: ‘Mijn vader en ik hebren, dan hebben we afgesproken dat we onze vader om een ben in het verleden behoorlijk geknald. Dan moest de deur op oordeel vragen.’ Het laatste wat geregeld moet worden is de kantoor wel even dicht om collega’s niet aan het schrikken te aandelenoverdracht. Jan van Swaay heeft daarover een duidemaken. Maar toen ik fulltime in de zaak kwam, veranderde dat. lijke mening. ‘We zijn er 120 jaar in geslaagd de aandelen niet Ik zag dat het leiden van een groot bedrijf complexer is dan ik

Zijn vader had het daar soms moeilijk mee. Privé

nr.10 jubileum 100 jaar

25

»


familiebedrijf

Jubileum

‘De boot waarin de Van Swaays zaten, doorstond de vloedgolven wonderwel’

te laten verwateren. Ik ben enig aandeelhouder. Het is gewoon veel makkelijker als de aandelen in een beperkt aantal handen zijn.’ De aandelenoverdracht wil Van Swaay de komende jaren met zijn dochters regelen. ‘En vergeet mijn zoon niet. Die wordt er ook bij betrokken, ook al is nog helemaal niet duidelijk of hij in het bedrijf wil komen. Hij studeert nog.’ Haast heeft Van Swaay vooralsnog niet. ‘Ik zie het zo: Tessa en Sanne zijn het hele jaar directeuren in loondienst. En één moment in het jaar, tijdens de aandeelhouders­vergadering, zijn ze ook aandeelhouder. Het belangrijkste is daarom de bedrijfsvoering goed over te dragen. Daarna komen de aandelen.’

12.000 flessen

Tegen zijn afscheid heeft Van Swaay niet opgezien. Hij volgde het advies op van een goede vriend, die aanraadde het afscheid lang van tevoren te plannen en daar een groot feest met heel veel gasten van te maken. ‘Dan kun je niet meer op het laatste moment terugkrabbelen, zoals je bij sommige dga’s nog wel eens ziet gebeuren.’ Dat grote feest, ook ter gelegenheid van het 120-jarig jubileum, kwam er op 1 juli. Inclusief een ridderorde voor de scheidende directeur. In zijn speech memoreerde hij de belangrijke rol van zijn vrouw. ‘We hebben veertig jaar lang, driehonderd dagen per jaar, elke avond de zaken besproken. Dat klankborden met mijn vrouw is erg belangrijk voor mij geweest. Net zoals het glaasje wijn dat wij dan samen dronken. Dat zullen bij elkaar zo’n 12.000 flessen zijn geweest, rekende ik uit in mijn toespraak.’ Een afscheid is voor Van Swaay ook echt een afscheid. Hij heeft weliswaar een kantoor en bureau gehouden, maar is niet meer dagelijks op het bedrijf te vinden. Hij ziet zichzelf vooral als adviseur van zijn dochters, maar alleen als ze zelf om zijn advies vragen. Sanne: ‘We hechten veel waarde aan de kennis van Jan. Bijvoorbeeld op het gebied van innovatie. Dat is in onze branche van cruciale betekenis. Alles draait tegenwoordig om duurzaamheid. We zijn bijzonder trots op het octrooi dat we hebben gekregen op onze duurzame damwanden en oeverbeschoeiing.’ Tessa licht toe: ‘We zijn erin geslaagd met TNO een duurzame paal en damwandplank te ontwikkelen waar veel minder hardhout voor nodig is. Als enige houtbedrijf in Nederland hebben we een

26

nr.10 jubileum 100 jaar

cradle-to-cradle certificaat gekregen. Verder is al ons hout FSC- of PEFCgecertificeerd en dus verantwoord voor natuur en mens.’ In het verder verduurzamen van hout en technische innovaties zien Tessa en Sanne de toekomst van het bedrijf.

Door het oog van de naald

De grootste uitdaging voor familiebedrijven is ervoor te zorgen dat de zakelijke verhoudingen de familiebanden niet onder druk gaan zetten. Sanne erkent dat ze om deze reden aanvankelijk niet in de zaak wilde. ‘Tessa is niet alleen mijn zus maar ook een goede vriendin. Ik wilde dit niet op het spel zetten door mededirecteur te worden.’ Tessa: ‘Er is in onze onderlinge verhouding niets veranderd. Dat komt door onze manier van omgang. Overdag zijn we collega’s en ’s avonds zijn we familie. Tot vijf uur noemen we onze vader bijvoorbeeld Jan en thuis zeggen we papa. Zo simpel is dat.’ Maar de familie Van Swaay heeft nog iets anders om de verhoudingen goed te houden. Dat is de familiezeilboot, een lemsteraak met de naam ‘Ommeswaay’, waarmee op hoog niveau aan wedstrijden wordt meegedaan. Jan van Swaay is en blijft de onbetwiste kapitein, ook na zijn afscheid: ‘Het is niet alleen dat je actief met elkaar bezig bent op het water, het is ook heel goed voor de teambuilding, de spirit en de onderlinge verstandhouding.’ De gezamenlijke passie voor het zeilen bracht de familie twee jaar geleden in New York toen die stad zijn 400-jarige bestaan vierde. Om met historische zeilschepen langs het Vrijheidsbeeld te varen was voor het hele gezin een bijzonder hoogtepunt. Een triest dieptepunt was zonder twijfel de kerstvakantie in Thailand in 2004. Terwijl de hele familie op een gehuurde zeilboot iets buiten de haven zat te wachten op zoon Jan, die benedendeks zijn kerstkaarten aan het schrijven was, voltrok zich voor hun ogen de tsunamiramp. De boot waarin de Van Swaays zaten, doorstond de vloedgolven wonderwel. Maar toen het gezin later de verwoestingen op de wal zag, besefte iedereen dat de familie door het oog van de naald was gekropen. Had zoon Jan iets meer haast gemaakt met zijn kerstkaarten, dan waren de Van Swaays aan wal geweest tijdens de ramp. En dan was er in 2011 hoogstwaarschijnlijk jubileum noch bedrijfsoverdracht te vieren geweest.


Column

door Wim de Jong is onder andere columnist voor de Volkskrant

Extra tijd

D

e wetenschap maakt reuzensprongen in het oprekken van de levensverwachting. Volgens de Britse gerontoloog Aubrey de Grey is een verveelvoudiging ervan geen utopie meer. De eerste mens die straks 150 jaar wordt, zou inmiddels zijn geboren. En geleerden weten al binnen twintig jaar hoe we een leeftijd van 1000 jaar kunnen behalen, stelt De Grey in een kranteninterview dat hier voor me ligt. Ik lees het verhaal, en mijn niet meer zo piepjonge hart maakt, heel kwiek, meteen een vreugdesprongetje. Dokter De Grey mag mij inschrijven voor de anti-ouderdomsbehandeling die het mogelijk maakt. Ik verwacht die extra tijd onder andere met plezier te kunnen vullen met het lezen van de halve wereldbibliotheek, met vier tot tien interessante academische studies, en niet in de laatste plaats in het familieleven met vrouw en kinderen. Ik denk namelijk alvast zeker te weten dat mijn echtgenote me ook na 250 jaar nog absoluut niet verveelt. Dat ik met anderhalve eeuw extra tijd tevens zéér geholpen ben in het doorgronden van de vrouw in het algemeen. En dat ik er ook geenszins tegenop zie om nog eens zestig jaar langer door te werken om mijn, met een factor 5 verlengde, golden years als pensionado te kunnen bekostigen. Kan ik ook lekker tachtig jaar langer met al mijn hobby’s aan de slag! Ook mijn zonen mogen zich in mijn en hún verlengde levensfasen op extra aandacht en energie van mijn kant verheugen. Wow, we zullen nog tientallen jaren langer met elkaar kunnen zeilen, voetbal kijken en koken! En ik kan nog decennia achtereen anderszins van ze genieten, terwijl ze – heel, héél erg langzaam – naar de volwassenheid toegroeien. Ik hoop maar dat al mijn vaderlijke liefde en toewijding hun verdriet kan wegnemen dat ze zelf geen kinderen meer op de wereld mogen zetten. Want uiteraard is dat vanaf 2061 ten strengste verboden, omdat we tegen die tijd al met véél te veel bijna-eeuwig levende mensen op onze planeet zitten. Of denken psychologen en bijvoorbeeld landbouwdeskundigen al net zo hard met onze biomedici over levensverlenging en de gevolgen ervan mee? Is opgerekt leven automatisch ook opgewekt en zinvol leven? De Grey zegt er in het betreffende interview niets over, waardoor ik, wegdwalend boven mijn krantje, alsnog door twijfel word bevangen en vervolgens op mijn schreden terugkeer. Laat ik voorlopig tevreden zijn met het tempo van drie maanden waarin onze levensverwachting nu nog per jaar stijgt. Met in theorie nog ongeveer dertig jaar te leven, plus ik straks allicht zomaar 90 maanden. Hm, laat dat voorlopig maar voldoende zijn.

nr.10 jubileum 100 jaar

27


persoonlijk ondernemen

Hoogtepunten

Hoogtepunt

In het 100-jarig bestaan van Schretlen deden zich vele hoogtepunten voor. Zo moet dat ook geweest zijn in het bestaan van de ondernemingen van onze cliënten, dachten wij. We vroegen drie van hen om één hoogtepunt te kiezen. En dat was nog niet zo gemakkelijk.

Louis Moons (76 jaar) De oprichting van het Theo Swagemakersmuseum in Haarlem

gespecialiseerde zoetwaren. De heer Frits Rosenberg ging met pensioen en de directie wilde een portret van hem laten schilderen. In mijn zoektocht naar een geschikte portretschilder kwam ik uit bij Theo Swagemakers. Hij nodigde mij uit om zijn werk te bekijken. In plat Brabants zei hij: “Als u nu komt, ziet u wat moois. Ik ben namelijk een naakt aan het schilderen”. Als dank voor de

28

nr.10 jubileum 100 jaar

‘De oprichting van het Theo Swage-

opdracht kreeg ik een aquarel cadeau. Dit was het

makersmuseum is ingegeven door mijn vriend-

begin van een hechte vriendschap én een grote

schap met Theo, maar het idee om dit te doen

verzameling schilderijen.

ontstond pas na zijn dood. Het museum is in

Er hingen 125 schilderijen van Theo in mijn

1999, vijf jaar na zijn overlijden, geopend. Ik

onderneming toen ik deze verkocht. Waar moes-

hield al van kunst, maar door het museum ben ik

ten die naartoe? Uiteindelijk heb ik besloten om

een nog grotere kunstliefhebber geworden. Hoe

een Theo Swagemakersmuseum op te richten.

verknocht ik ook was aan mijn eerste onderne-

Iets waar ik mijn ziel en zaligheid in heb gelegd en

ming, het museum heeft ervoor gezorgd dat ik die

wat ik zo weer zou doen. Het enige waar ik nu

bedrijvigheid geen dag gemist heb. In 1977 kwam

mee zit is de overdracht van het museum. Hope-

ik voor het eerst in contact met Theo. Ik was toen

lijk vind ik iemand aan wie ik dit met een goed

directielid van Rosenberg Import, een bedrijf in

gevoel kan overdragen.’

»


‘Als u nu komt, ziet u wat moois. Ik ben namelijk een naakt aan het schilderen’


‘Vergelijk het maar met verliefd zijn en dat die liefde ook nog wordt beantwoord’


persoonlijk ondernemen

Hoogtepunten

Erwin Kroon (47 jaar) De kans om speciaalzaak in platen Concerto in Amsterdam te kopen ‘Niet de overname van de platenzaak, maar de kans die ik als 27-jarige kreeg is voor mij de belangrijkste gebeurtenis in mijn carrière. Tien jaar voor die overname had ik een baantje bij Concerto als zaterdaghulp. Het was best een oubollige winkel. De zaak zag er niet uit, maar was daardoor wel heel sfeervol. De winkel bestond uit vier panden met allerlei doolhofjes, verborgen hoekjes, trappetjes en gangen en stond vol met houten platenbakken. Heerlijk vond ik het om er rond te slenteren. In de tijd dat dit speelde, eind jaren zeventig, bestond het assortiment voornamelijk uit tweedehands platen. Samen met mijn collega en later zakenpartner kocht ik die platen in. De mensen stonden voor ons in de rij, want door de komst van de cd wilden ze van hun vinyl af. Concerto bouwde een reputatie op en van heinde en verre kwamen er muziekliefhebbers naar Amsterdam om tussen de lp’s te struinen. Eind jaren tachtig kregen mijn collega en ik het aanbod om de zaak over te nemen. Dat aanbod was een complete verrassing, maar wat waren we blij! Vergelijk

Douwe van Linge (64 jaar) De keuze om kleine zelfstandige te worden, in plaats van te werken voor een grote baas

vesteringen. Maar het gaf me levensgeluk en was goed voor mijn zelfvertrouwen. Waarom? Als je bij een groot bedrijf werkt, zijn alle goede beslissingen die je maakt voor rekening van de baas. Alle minder goede beslissingen zijn jouw eigen verantwoordelijkheid. Als zelfstandige was ik verantwoordelijk voor het resultaat van de besluiten die ik nam en dat gaf mij heel veel voldoening.

het maar met verliefd zijn en dat die liefde

Bovendien was ik in de industrie verant-

ook nog wordt beantwoord. Ik was zo gek

‘Ik ben mijn carrière begonnen bij

woordelijk voor de gehele farmaceutische

We hebben prachtige jaren gehad,

een groot bedrijf in de farmaceutische in-

productie en na mijn overstap naar de eigen

maar de muziekmarkt veranderde en in

dustrie. Daar had ik een vrij hoge functie,

apotheek heb ik de liefde voor het bereiden

2003 was de rek eruit. Gert en ik hebben

direct onder de directie. Na een aantal jaar

ook waar kunnen maken. Vooral door de

elkaar toen diep in de ogen gekeken en de

koos ik er toch voor om de apotheek van

speciale bereidingen Medicatie op maat

zaak verkocht. Toch is mijn ondernemers-

mijn vader over te nemen. De beste beslis-

voor de patiënt. Inmiddels heb ik de apo-

hart na vijf jaar niksdoen weer gaan klop-

sing uit mijn carrière. Ik realiseerde me dat

theek verkocht en ook die beslissing heeft

pen: het concept van de Coffee Company

ik liever een kleine baas was dan een grote

mijn vrouw en mij vrijheid gegeven. We rei-

stond me wel aan en in 2008 ben ik een

knecht. Die stap was niet in eerste instantie

zen veel en ik leg alles vast op film. Daar ga

vestiging gestart in Groningen. Daar geniet

financieel een goede keuze, want als kleine

ik zo in op dat ik me soms afvraag hoe ik

ik ook weer met volle teugen van.’

zelfstandige heb je een hoop kosten en in-

ooit tijd heb gehad om te werken.’

van die winkel, die moest ik overnemen.

nr.10 jubileum 100 jaar

31


feest

In beeld

Feest! Het woord feest kent verschillende associaties. Het voor ons zo bekende Sinterklaasfeest, is voor buitenstaanders een vreemd fenomeen. Zo geldt ook, dat veel feesten uit andere culturen voor ons verrassende ritueleninhouden. Deze gedachte levert een bijzondere, kleurrijke fotoreportage op.

00 32

nr.10 jubileum 100 jaar 100 jaar


feest

In beeld

Vader en dochter spelen Holi in Jodhpur Rajasthan, India. In februari/maart vieren hindoes Phagua of het Holi-feest, vijf weken na het planten van de holika op Basant Panchami. Dit lentefeest is tevens het nieuwjaarsfeest van de hindoes.

nr.10 jubileum nr.10 100 jaar

00 33


feest

In beeld

Dansers treden op tijdens het 42ste Flower Carnival gehouden in Debrecen, Hongarije.

00 34

nr.10 jubileum 100 jaar 100 jaar


feest

In beeld

Als kippen verklede meisjes maken deel uit van de parade ter ere van de viering van het Chinese Nieuwe Jaar. Dit nieuwe maanjaar is het jaar van de kip.

nr.10 jubileum nr.10 100 jaar

00 35


feest

In beeld

Vuurwerk in het St. Mark bassin aan het einde van de eerste dag van de Redentore viering in VenetiĂŤ. Redentore is een van de meest geliefde vieringen van de Venetianen en wordt gehouden ter nagedachtenis van de pest in 1577.

00 36

nr.10 jubileum 100 jaar 100 jaar


feest

In beeld

Viering van schoolverlaters in Alye Parusa, Sint-Petersburg.

nr.10 jubileum nr.10 100 jaar

00 37


feest

In beeld

In traditionele klederdracht vieren Surinamers in het Oosterpark in Amsterdam de Keti Koti Dey - de dag waarop de ketenen werden verbroken.

00 38

nr.10 jubileum 100 jaar 100 jaar


feest

In beeld

Gelovigen schenken kleuren tijdens de viering van het Huranga festival, het afsluitende onderdeel van het Holi festival bij de Dauji tempel in Baldev stad.

nr.10 jubileum nr.10 100 jaar

00 39


persoonlijke selectie

Gerbert Mos

Een eeuw Schretlen Wat zijn de hoogtepunten geweest in het honderdjarig bestaan van de bank? Directeur Gerbert Mos benoemt er vijf.

1936

Eerste grote jubileum Het eerste grote jubileum vierde Schretlen in 1936. Ik was er natuurlijk niet bij, maar de zoon van de oprichter heeft ooit in ons personeelsmagazine verteld over deze mijlpaal. Hij herinnerde zich dat in die tijd, zijn vader één keer per week per auto – toen nog een bijzonder vervoermiddel – van Nijmegen naar Amsterdam reisde. De heer Schretlen had zijn kantoor in Nijmegen, maar met een vestiging in Amsterdam. Bovendien bezocht hij destijds ook wekelijks de Beurs van Berlage, waar Schretlen een zetel had. Zo werkte dat in die tijd.

1953

Beursintroductie Elsevier Eén keer heeft Schretlen een bedrijf naar de beurs gebracht: Elsevier. Dat was in 1953. De directie van Elsevier benaderde de directeur van Schretlen hierover en die stemde bij hoge uitzondering met de beurs-

40

nr.10 jubileum 100 jaar

gang in. Het unieke van Elsevier was dat alle medewerkers, ook de schoonmaker en receptioniste, een klein aandelenpakket kregen. In de jaren daarna werden de Elsevieraandelen herhaaldelijk gesplitst en daardoor steeds meer waard. Dat resulteerde erin dat dezelfde schoonmaker en receptioniste na dertig jaar trouwe dienst miljonair waren. Ze hadden hun aandelen al die jaren onaangeroerd gelaten.

1972

Roerige tijden De crisis van 2008 en de huidige zware economische tijden zijn geen

unieke gebeurtenissen. De geschiedenis van de bank kent haar bewegingen. In de jaren ’70 – Schretlen was inmiddels uitgegroeid tot een gerenommeerde effectenbank – verslechterde het beursklimaat en mede daardoor namen de commissionairsactiviteiten af. Maar onze bank hield stand. Met name door de fusie met de Raiffeisen Boerenleenbank, waardoor Schretlen in 1972 in de nieuwe Rabobank-organisatie werd opgenomen. De schaalvergroting en het bundelen van krachten gaf beide banken een nieuwe voorsprong op de concurrentie.


persoonlijke selectie

Gerbert Mos

1979

Miljoenentransport door Amsterdam Tijdens de verhuizing eind jaren zeventig van de Keizersgracht naar de Nieuwezijds Voorburgwal moesten ook de papieren aandelen (K-stukken) worden getransporteerd. In de kluis lagen stapels aandelen die samen miljoenen waard waren. Omdat aandelen niet op naam werden gezet, konden deze door iedereen worden verhandeld. Om diefstal te voorkomen, werden de aandelen in een pantserwagen getransporteerd. De route door de binnenstad was zelfs afgezet met tanks! Ook het uitladen was een belevenis: onder het toeziend oog van bewapende agenten en de toenmalige directeur werden de aandelen in de kluis gelegd.

1986 Papiertapijt

Bij het uitkeren van dividend zaten medewerkers vroeger twee dagen in de kluis om alle couponnetjes van de obligaties te knippen. Om dat te vergemakkelijken, kwam een collega op het lumineuze idee om alle couponnetjes in ĂŠĂŠn keer te knippen. Dan moesten wel alle obligaties op fondniveau liggen en niet meer op klantnaam. Met een grote schaar konden dan in een keer alle couponnetjes tegelijk geknipt worden. Toen de directeur in de kluis poolshoogte kwam nemen, schrok de beste man zich rot. Hij stond namelijk niet op de kluisvloer, maar boven op vijftien centimeter obligaties.

nr.10 jubileum 100 jaar

41


interview

Geboren in 1911

Geboren in 1911

‘Draag uit dat je boft met het leven’ Honderd lentes heeft ze zien komen en gaan, maar mevrouw Roos heeft er nog lang geen genoeg van. Zolang ze zelfstandig kan leven geniet ze van elke dag. Als laatst overgeblevene van een groot gezin voelt ze zich in het verzorgingstehuis soms wel eenzaam. Maar bij de pakken neerzitten, komt niet in haar op. ‘Ik kijk niet terug. Klagen over vroeger is zonde van mijn tijd.’

42

nr.10 jubileum 100 jaar


‘Ik ben heel erg verliefd geweest, maar het is nooit wat geworden’


interview

Geboren in 1911

1. Kracht & creativiteit ‘Het geheim om de honderd te bereiken? Gewoon doorgaan. Ik voel ook wel eens pijntjes, maar zielig doen heeft geen zin. Dan blijf je er in hangen en word je vervelend. Je kunt veel beter uitdragen dat je boft met het leven en het goed hebt. Ik voel me ook geen honderd. Soms lig ik in bed te mijmeren en dan denk ik: ik vergis me toch niet? Ik ben toch echt van 1911? Het lijkt bijvoorbeeld heel kort geleden dat ik lerares naaldvakken was. Ruim dertig jaar heb ik jongeren leren naaien op de montessorimavo. Zolang ik me kan herinneren ben ik dol geweest op mode. Als klein meisje was ik al in jurken aan het knippen. Kleren en kleuren bij elkaar zoeken, heerlijk. Als iemand kleding droeg die niet bij elkaar paste zei ik er altijd wat van. “Ik keer me om!” riep ik dan. Tegenwoordig kan ik me iets beter inhouden, maar zelfs nu spreek ik mensen hier nog wel eens op aan, maar alleen als het heel erg is. De rok die ik nu draag heb ik een paar maanden geleden zelf gemaakt. Ik creëer graag zelf. Dan ben je niet gebonden aan wat de winkels voorschrijven. Ik was een strenge juf. Orde houden was dus geen probleem. Wel liet ik de leerlingen zelf kiezen wat ze wilde maken. Ik zei gewoon: “Zorg dat je het zaakje niet verknipt”. Zelf ben ik heel precies. Dit is een waardevolle eigenschap, want slordigheid kost geld. Ik geloof dat kracht in je karakter moet zitten. Je wordt gevormd, maar de meeste bagage heb je vanaf je geboorte al aan boord. Zo was ik behoorlijk bijdehand. Bij het belletje lellen stuurden mijn vrienden mij om op de bel te drukken. Ik durfde altijd veel.’

‘Ik ben heel precies. Dat is een waardevolle eigenschap, want slordigheid kost geld’ 44

nr.10 jubileum 100 jaar

2. Familie en relaties ‘Sla er maar op als ze rot tegen je doen, zeiden mijn drie oudere broers. En dat deed ik dan. Het werkte. Ik ben regelmatig van school verhuisd, maar nooit geplaagd. Ik weet nog goed dat een klasgenootje meedeed aan het cadeau voor de meester, maar dat ze niet betaalde en zich wel overal mee bemoeide. Ze was een kop groter dan ik, maar ik heb haar een klap gegeven. De moeder van dat meisje heeft me toen een week lang opgewacht na school. Je begrijpt, ik liep die week via een andere route naar huis. Als ik met problemen thuiskwam zeiden mijn ouders, je lost het maar op. Dit bleek een goede remedie. Ik heb hier mijn hele leven plezier van gehad. Ik was al jong zelfstandig en dat ben ik nu nog steeds. Ik lijk op mijn moeder. Ik heb haar wilskracht. Ze was heel streng, vooral aan tafel. Wij woonden op een boerderij en hadden een groot erf, maar lekker buiten in het gras eten was er niet bij. Netjes aan tafel zitten met je boterham, was het devies. Niet te veel opscheppen en geen klieken laten staan. Mijn vader overleed toen ik heel jong was. Dat was zwaar, maar heeft me wel leren doorzetten en doorgaan. Bij de pakken neerzitten heb ik nooit gedaan. Ik had al snel door dat dat je niet verder brengt. Hoewel ik streng ben opgevoed herinner ik me een warm nest. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld hadden we niet genoeg voedsel. Maar denk maar niet dat we ruzie met elkaar hebben gemaakt om het eten. Als familie sloegen we ons erdoorheen. Wij tegen de Duitsers. Deze jaren waren natuurlijk wel zwaar, maar ook toen al keek ik liever vooruit en was ik koppig. Ik weet nog dat ik naar de langzaam wegrijdende tram rende om naar school te gaan. Achterop stond een Duitse soldaat. Hij bood me zijn hand aan, zodat ik nog op de tram kon springen, maar ik weigerde hem een hand te geven. Ik moest het hele stuk lopen en voelde me achteraf best schuldig, want wat kon die jongen er eigenlijk aan doen?’


interview

Geboren in 1911

3. Inspiratie ‘Als je leest ben je nooit alleen. De hoofdpersonen uit het boek vergezellen je tijdens het verhaal. Dan heb ik het niet over flauwe romannetjes, maar over mooie geschiedenisverhalen. Lezen maakt dan ook een belangrijk deel uit van mijn leven, het zorgt op zijn eigen manier voor gezelschap. Daarom lees ik als het even kan iedere dag. Van kinds af aan ben ik altijd wel in een boek verstrengeld geweest. Dan smokkelde ik het boek onder mijn jurk mee naar boven en las tot diep in de nacht de mooiste verhalen. Grote voorbeelden heb ik niet gehad, ik ging altijd uit van eigen kracht. Wel had ik veel bewondering voor collega-docenten. Voor de klas staan is namelijk niet niks. Dit beroep hoort bij de zwaardere beroepen, maar dat weet bijna niemand. Een klas jongeren in toom houden, ga er maar eens aanstaan. Als ik dan zag hoe collega’s de rust wisten te bewaren, was ik daar trots op.’

4. Zingeving en psyche ‘Ik ben heel erg verliefd geweest, maar het is nooit wat geworden. Ik denk dat ik een beetje te bijdehand was. Dat ik te veel op mijn strepen ging staan. Als ik vond dat ik gelijk had ging ik door. Zoek het dan maar uit. Zelfstandig zijn was vroeger geen pre. Nu ben ik blij met deze eigenschap, maar – wat waar is is waar – ik was graag getrouwd geweest. Toch heb ik nooit spijt gehad van de mannen die ik heb laten gaan. Dat gezeur had ik nooit lang volgehouden. Ik trouw niet om getrouwd te zijn, zei ik altijd. Dan leid ik liever mijn eigen leven. Ik was ook geen makkelijke. Als kind was ik driftig. Zo heb ik een keer een bloemenvaas gevuld met een zomerboeket naar mijn broer gegooid. Daar ben ik zo van geschrokken. Hij had het ook wel een beetje uitgelokt. Hij commandeerde zijn jonge zusje graag en daar kon ik zo ontzettend boos om worden. Hij vroeg me zijn broeken te persen. De vouw moest zo scherp worden, dat als hij ergens tegenaan liep het in tweeën zou splijten. Het beste advies dat ik kan geven met mijn honderd jaar ervaring? Dat je een beetje soepeler moet worden en meer moet accepteren van andere mensen. Je kunt niet altijd je zin doordrijven. Als ik hier in het verzorgingstehuis zie dat iemand iets op de grond laat slingeren irriteert dat me. Toch hou ik me in. Behoefde aan nieuwe vriendschappen heb ik niet. Ik heb in mijn leven een paar heel goede vriendinnen gehad, maar van dat groepje ben ik als laatste over. Ik heb vrienden zien sterven en geestelijk in de war zien raken. Af en toe mis ik ze, vooral als ik iets wil delen. Soms vraag ik me af waarom juist ik ben overgebleven. Denk dat het gewoon geluk is. Hier in het tehuis wil ik geen diepe vriendschappen hebben. Ik wil me niet meer

hechten. Een oude vriendin is ook lang niet hetzelfde als een nieuwe vriendin. Je deelt niet dezelfde geschiedenis. Nu hou ik het bij zo nu en dan een kopje koffie en bij mijn tekencursus.’

5. Dromen ‘Ik had graag kinderen gehad. Dit is altijd een droom geweest, maar zoals ik al zei heb ik het leven genomen zoals het kwam en daar hoorden geen kinderen bij. Gelukkig waren de kinderen van mijn zus er ook nog. Zij kwamen vroeger veel bij mij over de vloer. Dan nam ik ze mee naar het zwembad. Als zwemtante zat ik dan op de rand van het bad te kijken of er niemand kopje-onder ging. Als het zou kunnen zou ik nog meer van de wereld willen zien. Zien hoe anderen leven. Maar hoe zelfstandig ook, reizen is te vermoeiend voor me geworden. Ik moet er niet aan denken om in een horde toeristen met mijn rollator achter een bus aan te hollen. Ik zou best passages uit mijn leven over willen doen, maar dat heeft iedereen. Niemand doet alles in een keer goed. Dat zou ook wel een beetje saai zijn, vind je niet? Als je stil blijft staan bij wat je anders had kunnen doen word je ongelukkig. Het leven staat namelijk ook niet stil.’

nr.10 jubileum 100 jaar

45


dingen van waarde

Onbetaalbaar

AFBReeKBAAR ‘Toen ik nog studeerde was een van de populairste colleges Vennootschapsrecht, en met name dat over beschermingsconstructies. Zo had je structuren met preferente aandelen, stichtingen administratiekantoor en de zeer tot de verbeelding sprekende poison pills. in gedachten zagen wij ons al met dit soort listigheden diverse barbaren buiten de deur houden, zoals in het boek “barbarians at the gate”, een klassieker waarin voor het eerst heel precies een vijandige overname werd beschreven. ik vermoed dat een bepaalde vorm van deformatie zich toen heeft ontwikkeld. Sinds enige jaren bewaar ik een aandeel (aan toonder!) van Schretlen & Co op een veilige plaats. mochten de barbaren door de poort komen, dan zijn ze er nog lang niet…’ Gijs Verschuuren

46

nr.10 jubileum 100 jaar


Thema Van een Westerse naar een wereldeconomie Honderd jaar terugkijken kan op veel manieren. Wij vonden het interessant om het thema groei op verschillende niveaus onder de loep te nemen. Vijf professionals schetsen de groei op hun vakgebied van de afgelopen honderd jaar. En ze blikken natuurlijk vooruit.

>>

nr.10 jubileum 100 jaar

47


selectie

Thema

1

Economische groei: nodig maar relatief Hoogconjunctuur vonden we in ons land decennialang vanzelfsprekend, maar lijkt dat nu niet meer. Volgens hoofdeconoom Wim Boonstra van Rabobank moeten we als rijk vergrijzend land rekening houden met minder groei.

Ons land kende direct na de Eerste en Tweede Oorlog perioden van hoogconjunctuur, gevolgd door crises in de jaren dertig en zeventig (oliecrisis). Ook in de jaren tachtig (deels) en de jaren negentig groeide de economie sterk. Deze periode van voorspoed werd in 2001 onderbroken door de internetcrisis en kwam met de financiële crisis in 2008 ten einde. In de toekomst is een hoge economische groei in onze omgeving minder waarschijnlijk.

48

nr.10 jubileum 100 jaar

W

im Boonstra: ‘De economische groei in de jaren vijftig en zestig was hoog. Gemiddeld zo’n 5 procent per jaar. Sterke groei is makkelijker als je niet zo rijk bent. Het reële inkomen bedroeg destijds minder dan de helft van het huidige welvaartspeil. Die groeicijfers gaan we niet meer halen. We zijn al zo rijk, materieel en immaterieel, dan kun je geen hoge groeicijfers meer verwachten. China en India kun je vergelijken met Nederland vijftig jaar geleden. Hoge groei, maar laag gemiddeld inkomen.’ ‘In de jaren vijftig hadden we een zesdaagse werkweek. Nu werken we, op de Noren na, het minst van alle westerse landen. Desondanks hebben we een hoog welvaartsniveau; onze productiviteit per gewerkt uur is enorm. We hebben veel vrije tijd. Die heeft ook waarde, maar je ziet het niet terug in het binnenlands product. Dat meet alleen materiële welvaart. Persoonlijk vind ik het wel prettig dat we hier, anders dan in de VS, niet met beide partners fulltime hoeven werken om een aanvaardbaar welvaartsniveau te halen.’

‘Economische groei wordt gedragen door technologische vooruitgang. Belangrijke “basisinnovaties” kunnen de groei in een hogere versnelling zetten. De spoorwegen, pc en internet veranderen de wereld. Daarna volgt een serie afgeleide verbeteringen die afvlakken in nieuwigheden die niets meer opleveren. Internet is zo’n basisinnovatie, maar of de smart phone vervolgens nog veel toevoegt?’

Hoogconjunctuur ‘De economische groei van de jaren negentig was van een andere orde dan die van de wederopbouw. De hoogconjunctuur na de Tweede Wereldoorlog verzandde uiteindelijk in oververhitting van de economie, te hoge lonen en structurele werkloosheid. Pas in de jaren tachtig kwam langzaam het herstel, mede dankzij een stabiele loonontwikkeling. Met het eerste paarse kabinet brak een nieuwe periode van hoogconjunctuur aan. Er werd veel werk gemaakt van deregulering, de markt kreeg meer ruimte. De economische groei was hoog, maar de productiviteitsgroei was beperkt. De


selectie

Thema

groei was vooral te danken aan de grotere participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Als ik voor 100 euro jouw gras maai en jij voor 100 euro mijn heg knipt, groeit het binnenlands product met 200 euro. Als ik zelf mijn gras maai en jij doet je eigen heg is de groei nul.’ ‘Dat is het klassieke dilemma van de traditionele economische groei. We meten ook zaken die geen echte economische groei zijn. Tegelijkertijd laten we belangrijke externe effecten buiten beschouwing: het gebruik van waardevolle grondstoffen, het vervuilen van lucht en water, de positieve effecten van vrije tijd. Economen beseffen dat je dat op een of andere manier moet meenemen, maar het is gruwelijk moeilijk om uit te rekenen.’ ‘In de jaren zeventig kwam er meer aandacht voor het milieu. De Club van Rome publiceerde De grenzen aan de groei. Ineens werd duidelijk dat economische groei niet zaligmakend is. Door velen werd de “nulgroei” gepredikt, maar toen we een paar jaar later daadwerkelijk een groei van nul hadden was iedereen in paniek. We vinden vooruitgang in welvaart toch erg belangrijk. De totale economie van een land moet blijven groeien, zelfs met een krimpende bevolking. Je moet met een krimpende bevolking met minder mensen dezelfde collectieve voorzieningen overeind houden, dus moet je met minder mensen meer verdienen.’ ‘De groei vlak voor de kredietcrisis was in een aantal opzichten geen echte economische groei. We waren in veel landen vooral geleend geld aan het uitgeven. Maar de kredietcrisis is niet per se een signaal dat economische groei zoals we die kenden voorbij is. De crisis is niet het eind van het kapitalisme, zoals sommigen voorspellen. Uiteindelijk is het marktstelsel de beste waarborg voor economische groei. Maar we moeten

hardere maatregelen nemen om onze tekorten aan te pakken. Die 18 miljard bezuinigen is te weinig. Belangrijke dossiers als de woningmarkt en het sociale stelsel worden niet aangepakt.’

Gouden eeuw ‘Ik maak me zorgen over het maatschappelijk klimaat in Nederland: de afkeer van Europa, verzet tegen migranten. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor economische groei. Dankzij de Europese samenwerking hebben we in West-Europa al zestig jaar geen oorlog meer. Immigranten hebben we nodig voor

‘ De groei vlak voor de kredietcrisis was geen echte groei’ onze welvaart. Voor de opkomst van China en India hoeven we niet zo bang te zijn. We zouden onze geschiedenisboekjes eens beter moeten lezen. In de Gouden Eeuw was 40 procent van de Amsterdamse bevolking wat we nu allochtoon zouden noemen. De wereldeconomie was voor 50 procent in handen van China en India. En juist toen had Nederland zijn glorietijd.’ ‘De uitputting van de planeet, dat is de echte uitdaging. Maar ik denk dat we dat uiteindelijk ook zullen oplossen.’

Wim Boonstra is chefeconoom van Rabobank Nederland en geeft les aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

nr.10 jubileum 100 jaar

49


selectie

Thema

2

Financiële groei: genereert rendement Rendementen op financiële markten deinen meestal mee met de economische golven. Beleggers moeten op zoek naar waar de groei op dat moment zit, stelt Han Dieperink. En dat is nu vaak ergens anders dan vroeger.

I n het tijdperk 1950-1999 kon het voor aandelenbeleggers niet op. Voor die periode gold voor wereldaandelen een rendement (real return) van 9 procent per jaar. Dit weerspiegelt de onstuimige economische groei in die periode, althans in het westen. De laatste tien jaar zijn de rendementen minder mooi. In verschillende studies wijzen onderzoekers erop dat de langetermijnrendementen zelden zo laag waren. De oorzaken daarvan zijn gemakkelijk te raden: dotcomcrisis en financiële crisis. Konden beleggers in de twintigste eeuw profiteren van de groei in de VS en Europa, in deze eeuw verschuift dat naar de opkomende landen.

50

nr.10 jubileum 100 jaar

H

an Dieperink: ‘De relatie tussen rendement op financiële markten en de economische groei is sterk. Toch is het niet zo dat die twee gelijk op lopen. Eigenlijk lopen de aandelen- en de obligatiemarkt voor op de economische ontwikkelingen. Ze reageren sterk op verwachtingen over economische groei of krimp. De recessie komt meestal pas na de beurscrisis. Zo bezien kun je financiële markten zien als een voorspeller van de economische situatie.’ ‘Met matige groeiverwachtingen in het westen lijkt het niet de ideale tijd om te gaan beleggen. Wie vervolgens ook nog een van de bekende studies over langetermijnrendementen leest, kan gaan denken: ik brand mijn vingers daar niet aan. Bedenk dan wel dat bij zulke vergelijkende studies vaak Amerikaanse gegevens worden gebruikt. Dat komt doordat alleen van de Verenigde Staten over honderd jaar relatief veel gegevens beschikbaar zijn. Het is de vraag of de conclusies kunnen worden doorgetrokken naar de rest van de wereld. Zeker nu zich in de wereldeconomie een verschuiving openbaart.’

‘De twintigste eeuw kan in meerdere opzichten worden bestempeld als de eeuw van de Verenigde Staten. Na de Eerste en zeker na de Tweede Wereldoorlog nam Amerika de status van economische supermacht over van GrootBrittannië. Militair was Rusland lang een belangrijke tegenspeler. Maar de val van de Muur maakte een einde aan de Koude Oorlog en in de jaren daarna incasseerden beleggers een vredesdividend op de beurzen. Waarderingen voor aandelen schoten omhoog. Tegelijkertijd gingen markten ervan uit dat de centrale banken de economische cyclus min of meer kon controleren. En dat een gestage economische groei bijna maakbaar was. Maar de crises hebben ons uit die droom geholpen.’

Opkomende landen ‘De eenentwintigste eeuw lijkt langzaam maar zeker de eeuw van de opkomende landen te worden. Die nemen het stokje steeds verder over van de ontwikkelde landen. Waren in de jaren negentig de groeiverschillen tussen ontwikkelde en opkomende landen niet zo groot, in de


selectie

Thema

afgelopen tien jaar is het verschil duidelijk zichtbaar geworden. Na de kredietcrisis zijn de verschillen nog groter geworden. Dat komt omdat de door de crisis veroorzaakte schuldenlast de groei in de ontwikkelde markten remt, terwijl de opkomende markten daardoor niet zijn geraakt. Wat betekenen deze verschuivingen tussen de landen voor beleggers? Gegeven de sterke relatie tussen economische groei en het rendement zullen aandelenbeleggers vooral op zoek moeten gaan naar waar die groei op een bepaald moment zit. De opkomende landen verdienen daarom bijzondere aandacht.’ ‘Economische groei is echter niet de enige factor die van belang is voor toekomstige rendementen. Waardering van aandelen speelt ook een rol. De belegger moet op zoek naar de aandelen waarbij de toekomstige groei nog niet is gereflecteerd in de huidige waardering. Bij een hoger dan verwachte groei zullen aantrekkelijk gewaardeerde aandelen waarschijnlijk een extra hoog rendement opleveren.’ ‘Door de globalisering van de economie heeft de groei per land steeds minder voorspellende waarde voor het rendement van een aandeel. Al enkele decennia zien we dat de rendementsverschillen tussen de verschillende sectoren groter zijn dan die tussen de verschillende landen. Ook bedrijven in ontwikkelde landen profiteren van de groei in de opkomende landen. Op dit moment komt ongeveer 30 procent van de bedrijfswinsten in Europa en de Verenigde Staten uit de opkomende landen. Die bedrijven profiteren dus van de groei in de opkomende landen. Tegelijk hebben ze bij de financiering van bedrijfsactiviteiten het voordeel van een structureel lagere rente door de lagere economische groei in de ontwikkelde landen.’

Wereldeconomie ‘Wie somber is over toekomstige economische groei, moet zich realiseren dat de IT-revolutie nog lang niet ten einde is. De verdere groei komt vooral uit de productiviteitsontwikkeling. Veel Chinese bedrijven, bijvoorbeeld, zijn nu vooral nog arbeidsintensief. Met het voortschrijden van de techniek kunnen grote productiviteitssprongen worden gemaakt. Zowel voor opkomende als voor ontwikkelde landen geldt dat de IT-revolutie nog lang niet ten einde is.’

‘ Opkomende landen verdienen bijzondere aandacht’ ‘Het lijkt zeer waarschijnlijk dat opkomende markten, ook in termen van welvaart, een inhaalslag zullen maken in de komende jaren. Maar dat hoeft dus niet negatief te zijn voor de ontwikkelde landen. Misschien is dat wel het grootste verschil met een halve eeuw geleden: we zijn van een westerse naar een wereldeconomie gegaan. Dat heeft rendementen minder afhankelijk gemaakt van de plaatselijke economische situatie.’

Han Dieperink is CIO bij Schretlen & Co en studeerde fiscaal en civiel recht in Leiden.

nr.10 jubileum 100 jaar

51


selectie

Thema

3

Maatschappelijke groei: niet altijd synoniem met geluk Welvaart is meer dan groei van het bruto binnenlands product alleen. Volgens Floris Heukelom, universitair docent economie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, zijn we anders over de relatie van geld met geluk gaan denken.

Vroeger waren welvaart en geluk synoniemen. Na de jaren zeventig/tachtig veranderde dit, met het groeien van de welvaart. Sinds die tijd is ook geluksonderzoek in zwang geraakt. De laatste tien jaar is het debat over welvaart en geluk terug van weggeweest. Mark Rutte stelde dat de overheid geen geluksmachine is.

00 52

nr.10 jubileum 100 jaar

F

loris Heukelom: ‘Het boek waarmee de economische wetenschap begon, eind achttiende eeuw, heet The Wealth of Nations van Adam Smith. Aan de titel zie je al waar het om gaat: de welvaart van een land. Smith gaat ervan uit dat het doel van de politiek is om zoveel mogelijk welvaart te creëren voor zoveel mogelijk mensen. Meer welvaart van een land betekent ook meer totaal nut en meer totaal geluk. Voor Smith en andere klassieke economen zijn welvaart en geluk synoniemen. Maar in de tijd van Smith ging het vooral om tastbare welvaart, dus puur materieel geluk, als brood en onderdak. Het ging niet om geluk dat voortkomt uit religie, cultuur of het hebben van kinderen. Door persoonlijke omstandigheden kun je meer of minder gelukkig zijn, maar economen behoren immaterieel geluk niet te onderzoeken, was de heersende gedachte toen.’ ‘Vanaf de negentiende eeuw begint men ook te kijken naar de welvaartsverdeling in een land. Er komt meer nadruk op het individu. Want als een klein aantal mensen alle welvaart bezit, geldt een

land als geheel misschien als welvarend, maar kan een groot deel van de bevolking in armoede leven. In de twintigste eeuw verdwijnt het nadrukkelijke onderscheid tussen materiële en niet-materiële welvaart. Economen vinden dat alle welvaart in geld is uit te drukken, want je kunt mensen bijvoorbeeld best vragen hoeveel het ze waard is om gezonde kinderen te hebben.’

Frisse lucht ‘Mensen worden gelukkig van verschillende zaken, redeneren twintigsteeeuwse economen. Hoe meer geld, des te meer gelukkig makende goederen of diensten je kunt consumeren. Dat geldt echter slechts tot een bepaald niveau. Vanaf een bepaald bedrag worden mensen niet substantieel gelukkiger van extra inkomen, laat veel onderzoek zien vanaf de jaren zeventig. Dat is tegenwoordig vanaf een jaarinkomen van ongeveer 45.000 bruto. Dus iemand met 10.000 euro is gelukkiger met 1000 euro extra dan iemand met 100.000 euro. Op de korte termijn zie je wel effecten. Als iemand 10 miljoen euro in de loterij wint,


selectie

Thema

voelt hij zich gedurende een paar maanden tot een jaar gelukkiger. Maar daarna komt hij weer terug op het oude geluksniveau.’ ‘Vanaf het welvaartsniveau dat we sinds de jaren tachtig, negentig in westerse landen hebben, draagt extra inkomen maar zeer marginaal bij aan hoe welvarend zich men voelt in een land. Andere dingen dan voedsel en onderdak worden belangrijker, zoals frisse lucht, ruimte en toegang tot scholing. Als geld op zich niet veel gelukkiger maakt, wordt het belangrijker waaraan je het uitgeeft. Zo worden sommige miljonairs gelukkig door een school te bouwen voor blinde kinderen in Mali. Ook dan gebruik je geld als een manier om gelukkig te worden. Maar ook als je weinig geld hebt, zijn er manieren om gelukkiger te worden, zoals vrijwilligerswerk.’

Geluk meten ‘Economen proberen vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw welvaart te meten met een objectieve maatstaf. De optelsom van alle inkomens in een land noemen ze het bruto binnenlands product (bbp). Een echt goede maatstaf voor geluk is dat niet, want Nederland heeft bijvoorbeeld een iets lager bbp per hoofd van de bevolking dan de Verenigde Staten, maar gemiddeld zeggen Nederlanders dat ze gelukkiger zijn dan Amerikanen. Dat komt omdat je in Nederland breed toegankelijke gezondheidszorg hebt, minder milieuvervuiling en betere toegang tot scholing. Met andere woorden: welvaart is breder dan het bbp. Je verdient geld met je baan, maar daarnaast zijn er andere soorten welvaart. Sinds de jaren zeventig onderzoekt men dat in geluksonderzoek.’ ‘De laatste tien jaar is er veel discussie over wat welvaart is en hoe je het bereikt. Femke Halsema vond dat de overheid zich niet moest concentreren

op het maximaliseren van het bbp, maar op het maximaliseren van het geluk van een land. Mark Rutte bestreed dat door te zeggen dat de overheid geen geluksmachine is. Dat is een prima debat, want in de naoorlogse tijd is wel erg veel nadruk gelegd op de materiële welvaart. Dezer dagen neemt geluk in westerse landen nog weinig toe. Zelfs als je dingen substantieel verbetert, verhogen ze

‘ Nederlanders zeggen dat ze gelukkiger zijn dan Amerikanen’ het geluksniveau niet. Als de Rijn en de Maas helemaal schoon zijn, worden we dan gelukkiger? Nou, niet als je het mensen vraagt. Zijn we er dan wel beter op geworden de afgelopen honderd jaar? Ja, wel als je kijkt naar de objectief gemeten cijfers over zaken als het aantal verwachte gezonde levensjaren bij geboorte, schone lucht en de toegankelijkheid van het primair onderwijs en de arbeidsmarkt. Die stijgen nog steeds.’

Floris Heukelom is universitair docent economie.

nr.10 jubileum 100 jaar

53


selectie

Thema

4

Demografische groei: leidt tot meer mensen In een eeuw is ons volk gegroeid van zes naar zeventien miljoen mensen. Vooral tijdens hoogconjunctuur nam de bevolking toe. Dit betekent echter niet dat bevolkingskrimp gelijk op gaat met laagconjunctuur, stelt CBS-hoofddemograaf en UvA-hoogleraar Jan Latten.

Crises leiden altijd tot een dip in geboortecijfers, zelfs in de jaren dertig toen er nog geen pil was. Ook economische groei zie je terug. In 2000, na de economisch voorspoedige jaren negentig, was er zelfs een minibabyboom. De Nederlandse bevolking blijft groeien doordat mensen steeds ouder worden en vanwege immigranten.

00 54

nr.10 jubileum 100 jaar

J

an Latten: ‘De meest ingrijpende ontwikkeling in de bevolkingsgroei was de komst van de anticonceptiepil in 1963. Ineens was geboorteplanning mogelijk. Dat heeft vergaande consequenties gehad. Kinderen werden van een natuurfenomeen dat je overkomt een consumptiegoed, iets wat je kunt plannen. Recentere ontwikkelingen als ivf versterken dat effect. Je kunt niet alleen wachten met kinderen of helemaal geen kinderen nemen, de periode waarin vrouwen kinderen kunnen krijgen, wordt ook steeds langer. In slechte economische tijden werden altijd al minder kinderen geboren. In de oorlogsjaren en de jaren dertig waren er geen technische hulpmiddelen om de geboorte te beperken, maar je ziet een dip. Minder mensen gingen trouwen.’ De geboortecijfers zijn conjunctureel gevoeliger geworden. De koopbereidheid van mensen blijkt statistisch gezien gekoppeld aan de kinderwens. Mensen reageren sneller op een recessie. Als mensen vrezen voor hun baan, worden ze voorzichtiger en stellen ze kinderen liever even uit. De economische groei

eind jaren negentig zie je terug in de geboortecijfers. In 2000 was er zelfs een mini-babyboom. Er werden 207.000 kinderen geboren. In 2005 was dat gedaald naar 180.000. Er zit altijd een naijleffect in. Je hebt tenslotte niet gelijk een kind als je besluit dat je een kind wilt. Daarom zie je nu nog weinig terug van de kredietcrisis in de geboortecijfers. Dat kan twee, drie jaar duren. Ik verwacht dat we in de cijfers over 2011 een reactie gaan zien.’

Immigratie ‘Geboorte is niet de enige factor die bevolkingsgroei beïnvloedt. Sinds 1960 is immigratie een belangrijke oorzaak voor de bevolkingsgroei in Nederland. Ook immigratie is veelal economisch gedreven. Mensen komen hier om te werken. Dat zag je in de jaren zestig, dat zie je nu met Oost-Europese immigranten. Veel mensen gaan terug. Maar als er per saldo elk jaar 20.000 mensen bijkomen, loopt dat op termijn behoorlijk op. Bevolkingsgroei door immigratie kan bijdragen aan economische groei, maar dan zijn het kennisniveau en de


selectie

Thema

inzet op de arbeidsmarkt van de immigranten belangrijk, niet de aantallen. Als de buitenlanders die hierheen komen goed zijn opgeleid en ambitie hebben, zorgen ze voor innovatie en groei.’ ‘De vergrijzing van Nederland is toe te schrijven aan het feit dat we steeds ouder worden en aan de naoorlogse babyboom. Die geeft een prop in de bevolkingsopbouw. Het aantal ouderen neemt de komende decennia fors toe en zal uiteindelijk op een hoog niveau stabiliseren. Dat vergrijzing slecht is voor de economische groei lijkt mij een bekrompen visie. Dat we langer leven is ook economie, maar dan anders. Ouder worden is een luxe waar een prijskaartje aan hangt, maar kan ook weer economische activiteit teweegbrengen.’ ‘Grote landen als China, India en Brazilië zijn in opkomst. Dat is de combinatie van grote bevolking en snelle economische ontwikkeling door ambitie en beter onderwijs. Een snelle bevolkingsaanwas is echter niet synoniem aan snelle groei. De Duitse bevolking krimpt, maar de economische groei is het sterkste van Europa. Aantallen spelen wel een rol. In China studeren jaarlijks honderdduizenden ingenieurs per jaar af. Dat dwingt Europa tot hogere prestaties. We moeten ons onderwijs verbeteren, selecteren aan de poort. Dat gebeurt al. Dat kan weer demografische effecten hebben. Mensen die harder moeten werken hebben minder tijd voor relaties en kinderen. Als ouders meer moeten investeren in hun kinderen om ze een goede toekomst te bieden nemen ze misschien één kind in plaats van twee.’

den, dat mensen naar de ruimte en het groen zouden trekken. Nu zie je wereldwijd de omgekeerde ontwikkeling. De metropolen zijn “booming”. München, Parijs, Amsterdam-Utrecht. Daar willen mensen wonen en werken. Je hebt blijkbaar toch die stimulerende omgeving en de directe menselijke contacten nodig om goed te kunnen functioneren.’ ‘Die ontwikkeling betekent dat je een tweedeling krijgt in Nederland en in andere westerse landen. Het talent trekt weg uit de regio naar de metropolen. Daar zorgen ze voor de economische groei. De regio is echter wel noodzakelijk als bron van talent voor die metropolen. Beleidsmakers moeten

‘ Talent trekt weg uit de regio naar de metropolen’ oplossingen verzinnen om de krimpregio’s aantrekkelijk te houden, in ieder geval als woongebied. De rijkere regio’s moeten op een of andere manier de armere regio’s ondersteunen. De Amsterdamse burgemeester Van der Laan pleit daarvoor.’

Jan Latten is hoogleraar aan de

Boomende metropolen

Universiteit van Amsterdam en

‘Binnen Nederland zie je nu opvallende demografische ontwikkelingen. De regio krimpt, de grote steden groeien. Met de komst van internet was de verwachting dat de stad minder belangrijk zou wor-

hoofddemograaf bij CBS. Latten studeerde urbane en rurale sociologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en demografie aan de Universiteit van Tilburg.

nr.10 jubileum 100 jaar

55


selectie

Thema

5

Fiscale groei: dankzij betere belastingheffing Te hoge belastingdruk, zoals in de jaren zeventig in Nederland, remt economische groei. Maar te lage belastingdruk is ook niet goed. Emeritus hoogleraar fiscale economie en SER-lid Leo Stevens droeg bij aan het verbeteren van het belastingsysteem en pleit nog steeds voor hervormingen.

De belastingdruk in Nederland liep na de Tweede Wereldoorlog snel op. Het hoogtepunt werd bereikt in de jaren zeventig, toen het hoogste tarief voor de inkomstenbelasting 72 procent bedroeg. Dit leidde tot belastingontwijking en remde de economische groei, die eind jaren zeventig en begin jaren tachtig stokte. In 1990 werd het toptarief voor de inkomstenbelasting verlaagd, in 2001 nogmaals, tot 52 procent. De vennootschapsbelasting is in dezelfde tijd gehalveerd. Het zou goed zijn voor de economische groei als we nog meer richting een vlaktaks zouden gaan, vindt Leo Stevens.

L

eo Stevens: ‘Progressief belasten is een mythe. Ik was ooit voorstander van een progressief belastingtarief. Daar ging in 1980 mijn proefschrift over. Het idee dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen spreekt me nog altijd aan. Een mooi principe, maar niet gemakkelijk uitvoerbaar. Het wordt te ingewikkeld en er zijn te veel lekken.’ ‘In de jaren zeventig kon de totale belastingdruk mede door de vermogensbelasting oplopen tot 80 procent van het verdiende inkomen. Er waren weinig mensen die dat werkelijk betaalden. Er waren veel aftrekmogelijkheden. Er ontstond grootschalig ontwijkgedrag. Constructies om belastingen te besparen werden als confectieartikel verkocht en er was een forse kapitaalvlucht naar België. Zo’n hoge belastingdruk is slecht voor de economische groei. Mede daarom is er een nieuw belastingstelsel gekomen, met lagere toptarieven. De helft van je inkomen aan belasting betalen, daar ligt kennelijk de psychologische grens.’

Vlaktaks ‘Regeldruk en belastingdruk zijn remmers van de economische groei. Die twee ko-

00 56

nr.10 jubileum 100 jaar

men samen in de fiscaliteit. Het bouwen aan een optimaal belastingstelsel is mijn passie. Het betekent onder meer dat je continu bezig bent met het opruimen van overbodige en contraproductieve regels. Maar efficiency is niet het hoogste doel. Een goed belastingstelsel is niet alleen gebaseerd op doelmatigheid, maar ook op rechtvaar­digheid.’ ‘De Belastingdienst moet de fiscale wetgeving naar de geest volgen, niet naar de letter. Niet achteraf particulieren en ondernemers de pin op de neus zetten, maar samen naar een rechtvaardige oplossing zoeken. Daarom juich ik horizontaal toezicht door de Belastingdienst toe. Toegankelijk zijn voor de belastingbetaler en – belangrijk – een menselijk gezicht tonen. Niet alles afstandelijk automatiseren zoals de afgelopen jaren is gebeurd. De Belastingdienst moet mensen motiveren, niet frustreren.’ ‘De laagste belastingdruk is niet per se de beste. In de VS zijn sommige maatschappelijke voorzieningen als zorg onbereikbaar voor grote groepen. Dat leidt tot verkilling in de samenleving die slecht is voor de economie. De belastingdruk moet binnen maatschappelijke grenzen vallen. Zorg, onderwijs, infra-


selectie

Thema

structuur zijn taken voor de overheid, daar betaal je belasting voor. Dat gaat niet automatisch ten koste van de economische groei. Een overheid die creatief en ondernemend de belastinggelden inzet, draagt juist bij aan de economische groei.’ ‘Uiteindelijk kies ik voor een vlaktaks. Een vast belastingtarief van circa 38 procent voor alle belastingbetalers. Rechtvaardig, effectief, eenvoudig. Minder administratie, dus goed voor de economie. We moeten af van het ingewikkelde systeem met aftrekposten en toeslagen, het rondpompen van geld. Aparte premies voor de volksverzekeringen AWBZ, AOW en Anw moeten worden omgezet in gewone belastingen. De hypotheekrenteaftrek moet worden aangepast. En de basiszorgverzekering hoort in de gewone belastingheffing thuis.’ ‘Mijn intuïtie zegt dat vlaktaks psychologisch als aantrekkelijk alternatief zal worden ervaren. Een vast belastingtarief op elke euro die je verdient, ongeacht je inkomen. Maar de reacties van belastingheffing zijn op psychologisch en sociologisch terrein onontgonnen wetenschapsgebied. Ten onrechte. De kredietcrisis leert dat financiën niet alleen om harde cijfers en modellen draait, maar ook om gevoelens, van individu en massa.’

Belastingharmonisatie ‘Ik ben voorstander van meer belasting op consumptie en minder belasting op inkomen. Belasting op inkomen wordt zwaarder ervaren dan belasting op uitgaven. In het laatste geval heb je het gevoel dat je zelf bepaalt hoeveel belasting je betaalt. Als je minder consumeert, betaal je minder belasting. Het probleem met belasting op consumptie is dat de marges territoriaal bepaald zijn. Als we te ver uit de pas lopen met om-

ringende landen, gaan mensen daar hun spullen kopen. Dat probleem kun je ondervangen door verdergaande harmonisatie van internationale belastingwetgeving. Dat proces is al aan de gang, en onvermijdelijk in een mondiale economie.’ ‘Belastingen worden niet alleen naar draagkracht geheven, maar ook naar profijt. Belasting is dan de prijs voor een gewenste overheidsprestatie. Hogere belastingen moeten corresponderen met betere voorzieningen. Gemeentelijke belastingen zijn daarvan een voorbeeld. De gemeente met de hoogste belasting heeft in principe ook de beste voorzieningen. Als de bewoners niet aan betere voorzieningen willen meebetalen, kunnen ze dat laten blijken bij de gemeenteraadsverkiezingen. Irritatie over de hoogte van de belasting brengt

‘ Hogere belastingen moeten corresponderen met betere voorzieningen’ de democratie in beweging. Dat model van profijtbelasting moeten we veel vaker toepassen. Als we de Betuweroute aanleggen omdat havenondernemers dat graag willen, moeten ze er ook voor betalen. Dan weet je gelijk hoe graag ze die verbinding willen hebben.’ ‘Je moet een belastingsysteem nooit te snel of te drastisch veranderen. Dan verliezen mensen hun vertrouwen in de overheid. De veranderingen die ik voorstel, moeten voetje voor voetje worden doorgevoerd. Dat is het minst schadelijk voor de economische groei.’

Leo Stevens is emeritus hoogleraar fiscale economie en werkzaam als hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus Universiteit.

nr.10 jubileum 100 jaar

57


dingen van waarde

Onbetaalbaar

HOUDt MOeDIG StAnD ‘Ter ere van het 25-jarig jubileum heb ik mijn vader een leren map gegeven. Door het leer nat te maken kon ik daar vormen en tekst in graveren. er staat “Houdt moedig stand”. Het waren namelijk geen gemakkelijke tijden. De moeilijke economie van die tijd heb ik uitgebeeld met een visser in een storm, die het roer in handen heeft. Zo zag ik mijn vader. Pas na de oorlog trok de economie weer bij. Zelf zat ik op de algemene Handelsschool in die tijd. Thuis was het erg gezellig, want mijn ouders hadden tien kinderen, waarvan ik de oudste was. Overwerken werd in die tijd niet gedaan, dus mijn vader was er iedere avond. mijn moeder kreeg gelukkig hulp van een kinderjuf.’ Dhr. drs. K.J.E.M. Schretlen

58

nr.10 jubileum 100 jaar


Jaargang 3, nummer 10, oktober 2011

Dit is het relatiemagazine van Schretlen & Co Uitgever en producent streven uiterste zorgvuldigheid na bij de productie van dit magazine. Beide zijn echter niet aansprakelijk voor onjuistheden in het blad. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Schretlen & Co N.V. beschikt over een vergunning als kredietinstelling en is als kredietinstelling, beleggingsonderneming en financiële dienstverlener ingeschreven in het register zoals bedoeld in artikel 1:07 van de Wet op het Financieel Toezicht (WFT) gehouden door De Nederlandsche Bank N.V. (www.dnb.nl) respectievelijk de Stichting Autoriteit Financiële Markten (www.afm.nl) te Amsterdam. Deze publicatie is uitsluitend bedoeld voor cliënten van Schretlen. De informatie die u in deze publicatie aantreft, is gebaseerd op informatie die is ontvangen uit door ons betrouwbaar geachte bronnen en publieke informatie. Hoewel wij bij de selectie van onze bronnen zorgvuldig te werk gaan, kunnen wij niet instaan voor de juistheid, volledigheid en actualiteit van de genoemde feiten, meningen, analyses, adviezen, verwachtingen en de uitkomsten daarvan. Schretlen & Co N.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade, waaronder begrepen immateriële schade, gevolgschade (zoals gederfde winst), die het gevolg is van de onjuistheid en/of onvolledigheden/of het niet meer actueel zijn van bedoelde informatie dan wel voortvloeit uit een onjuist gebruik van die informatie. Deze publicatie bevat géén adviezen

of beleggingsaanbevelingen (en vormt geen uitnodiging of aanbod tot het kopen of verkopen van effecten of andere financiële instrumenten), tenzij expliciet anders aangegeven. De publicatie is generiek van aard, en houdt derhalve geen rekening met uw uitgangspunten, beleggingsdoelstellingen, persoonlijke (financiële) situatie, fiscale aspecten en persoonlijke wensen. Beleggingsbeslissingen op basis van deze publicatie dienen in overeenstemming te zijn met uw portefeuilleprofiel, en dienen eerst genomen te worden na lezing van het prospectus en de financiële bijsluiter (indien aanwezig). Neemt u daarvoor contact op met uw contactpersoon. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor toekomstige resultaten. Indien u (deels) met geleend geld belegt, kunt u onder omstandigheden uw inleg verliezen en een restschuld overhouden. De inhoud van deze publicatie kan op ieder moment zonder nadere aankondiging worden gewijzigd. Alle auteursrechten en overige intellectueleeigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze publicatie behoren toe aan Schretlen & Co N.V., tenzij expliciet anders aangegeven. Indien u klachten of opmerkingen hebt over de dienstverlening van Schretlen & Co N.V., dan kunt u deze kenbaar maken aan zowel uw contactpersoon als aan het centrale meldpunt: meldpunt@schretlen.com of telefonisch (020) 577 33 70, telefax (020) 577 33 71. Copyright Schretlen & Co N.V. Alle rechten voorbehouden.

Cover door Max Kisman

Colofon

Concept en realisatie Scripta Media B.V, Amsterdam Artdirection Van Lennep, Amsterdam Redactie Wendelien Post (Schretlen & Co), Rennie Vernooij, Peter van Vuuren, Karin Willems Medewerkers Djoeke Barkey, Koosje de Beer, Joost Bijlsma, Lars van den Brink, Irma Dorenstouter, José Luis Garcia, Lonneke Gillissen, Evelyn Jongman, Max Kisman, José van Riele, Jeroen van der Spek, Rutger Vahl, Edwin Walvisch TrafficcoÖrdinator Jacqueline Konermann Lithografie Grafimedia, Amsterdam Drukwerk Drukkerij Tesink, Zutphen

Wilt u reageren? Neem contact op met uw relatiemanager of stuur een e-mail naar redactie@schretlen.com. Wilt u dit magazine niet meer ontvangen, stuur dan een e-mail naar redactie@schretlen.com of schrijf naar Schretlen & Co N.V. t.a.v. Wendelien Post Postbus 1869 1000 BW Amsterdam

nr.10 jubileum 100 jaar

59


In dit jubileummagazine

‘ We hebben veertig jaar lang, driehonderd dagen per jaar, elke avond de zaken besproken’

Familie Van Swaay – pagina 22

‘ Ik realiseerde me dat ik liever een kleine baas was dan een grote knecht’

Douwe van Linge – pagina 30

‘ Het geheim om de honderd te bereiken? Gewoon doorgaan’

Mevrouw Roos – pagina 42


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.