Inkijkexemplaar Nieuwe plantengids voor onderweg - Thomas Schauer & Claus Caspari

Page 1

Schauer / Caspari

Bloeiwijzen

omwindsel

enkelvoudig scherm tros

samengesteld scherm

toont maar liefst 1150 planten, inclusief grassen, bomen en struiken. Het even ingenieuze als eenvoudige opzoeksysteem maakt dit naslagwerk zeer toegankelijk: de rangschikking naar kleur maakt opzoeken gemakkelijk. Van elke soort worden bloeitijd, hoogte, kenmerken en biotoop beschreven. Daarnaast wordt vermeld welke soorten in ons land wettelijk beschermd zijn.

• 1150 planten die in Nederland, België en elders in Europa voorkomen • schitterende, gedetailleerde aquarellen • op kleur gerubriceerd voor snelle herkenning • een must voor elke plantenliefhebber

aartjes pluim

Deze prachtige gids beschrijft en

aar

Nieuwe plantengids voor onderweg

omwindseltje

Nieuwe plantengids voor onderweg Alle veelvoorkomende planten in Europa

www.kosmosuitgevers.nl

hoofdjes

NUR 428 Kosmos Uitgevers Utrecht/Antwerpen

De soorten in deze flora zijn zo ingedeeld dat een onbekende plant ook zonder botanische voorkennis gemakkelijk op te zoeken is. Het voornaamste onderscheidingskenmerk is de bloemkleur. Bloemen wit

blz. 18-105

Bloemen geel

blz. 106-193

Bloemen rood, roze of purper

blz. 194-269

Bloemen blauw, lila of violet

blz. 270-333

Bloemen groen, bruin of onopvallend

blz. 334-377

* Aan de binnenkant van dit omslag vindt u een overzicht

van alle groepen van de determinatietabel. * Botanische basisbegrippen worden op de achterflap van het omslag uitgelegd. * Op blz. 4-7 wordt naast andere nuttige aanwijzingen vooral uitleg gegeven over het indelen van de soorten aan de hand van bloemkenmerken. Bij twijfel kunt u hier een en ander nakijken. * Op blz. 12-17 vindt u een verklarende lijst van vaktermen waarvan het gebruik in veel gevallen handig kan zijn.

Schauer Caspari

kolf

katjes

De opbouw van deze plantengids

han di ge gi ds o p kleur


Determinatietabel

Bladvorm enkelvoudige bladeren

Bloemen wit

blz. 18-105

Bij de witte bloemen zijn ook soorten met crèmewitte en andere heel lichtgekleurde bloemen opgenomen.

Bloemen blauw, lila of violet

blz. 270-333

Juist in het grensgebied van rood en blauw zijn er moeilijk in te delen mengkleuren. Zulke soorten zijn bij beide kleurgroepen opgenomen. Niettemin is het raadzaam om in twijfelgevallen ook bij andere in aanmerking komende groepen te zoeken.

Bloembladen 4 of minder

18-33

Bloembladen 5 of meer

34-69

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

70-77

Bloembladen 4 of minder

270-277

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

78-105

Bloembladen 5 of meer

278-299

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

300-319

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

320-333

Bloemen geel

blz. 106-193

Bloembladen 4 of minder

106-117

Bloembladen 5 of meer

118-143

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

144-161

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

162-193

Bloemen rood, roze of purper

Bloemen groen, bruin of onopvallend

oneven geveerd eivormig

even geveerd

schildvormig

omgekeerd eivormig

hartvormig

blz. 334-377

dubbel geveerd en meervoudig samengesteld

handvormig samengesteld

drietallig geveerd

Bladrand

Hier zijn de kruidachtige planten te vinden waarvan de bloemen niet onder een van de behandelde kleurgroepen vallen. Wel kunnen bepaalde delen van een bloem meer kleur vertonen, bijvoorbeeld de lip van orchideeën.

blz. 194-269

Hier zijn alle roodachtige kleurschakeringen te vinden, met uitzondering van de lila en violette nuances.

Bladvorm samengestelde bladeren

Grassen en grasachtigen

Naaldbomen

blz. 378-427

niervormig

gaaf

pijlvormig

blz. 428-431

Loofbomen

blz. 432-445

Bloembladen 4 of minder

194-197

Struiken

blz. 446-467

Bloembladen 5 of meer

198-223

Dwergstruiken

blz. 468-475

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

224-247

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

248-269

gekarteld dubbel ­gezaagd getand

gezaagd

Struiken die over het algemeen een hoogte van minder dan 0,5-1 m bereiken, worden als dwergstruiken betiteld.

gefranjerd lancetvormig

eilancetvormig

lijnvormig

gelobt

veerspletig


Determinatietabel

Bladvorm enkelvoudige bladeren

Bloemen wit

blz. 18-105

Bij de witte bloemen zijn ook soorten met crèmewitte en andere heel lichtgekleurde bloemen opgenomen.

Bloemen blauw, lila of violet

blz. 270-333

Juist in het grensgebied van rood en blauw zijn er moeilijk in te delen mengkleuren. Zulke soorten zijn bij beide kleurgroepen opgenomen. Niettemin is het raadzaam om in twijfelgevallen ook bij andere in aanmerking komende groepen te zoeken.

Bloembladen 4 of minder

18-33

Bloembladen 5 of meer

34-69

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

70-77

Bloembladen 4 of minder

270-277

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

78-105

Bloembladen 5 of meer

278-299

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

300-319

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

320-333

Bloemen geel

blz. 106-193

Bloembladen 4 of minder

106-117

Bloembladen 5 of meer

118-143

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

144-161

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

162-193

Bloemen rood, roze of purper

Bloemen groen, bruin of onopvallend

oneven geveerd eivormig

even geveerd

schildvormig

omgekeerd eivormig

hartvormig

blz. 334-377

dubbel geveerd en meervoudig samengesteld

handvormig samengesteld

drietallig geveerd

Bladrand

Hier zijn de kruidachtige planten te vinden waarvan de bloemen niet onder een van de behandelde kleurgroepen vallen. Wel kunnen bepaalde delen van een bloem meer kleur vertonen, bijvoorbeeld de lip van orchideeën.

blz. 194-269

Hier zijn alle roodachtige kleurschakeringen te vinden, met uitzondering van de lila en violette nuances.

Bladvorm samengestelde bladeren

Grassen en grasachtigen

Naaldbomen

blz. 378-427

niervormig

gaaf

pijlvormig

blz. 428-431

Loofbomen

blz. 432-445

Bloembladen 4 of minder

194-197

Struiken

blz. 446-467

Bloembladen 5 of meer

198-223

Dwergstruiken

blz. 468-475

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

224-247

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

248-269

gekarteld dubbel ­gezaagd getand

gezaagd

Struiken die over het algemeen een hoogte van minder dan 0,5-1 m bereiken, worden als dwergstruiken betiteld.

gefranjerd lancetvormig

eilancetvormig

lijnvormig

gelobt

veerspletig


Determinatietabel

Bladvorm enkelvoudige bladeren

Bloemen wit

blz. 18-105

Bij de witte bloemen zijn ook soorten met crèmewitte en andere heel lichtgekleurde bloemen opgenomen.

Bloemen blauw, lila of violet

blz. 270-333

Juist in het grensgebied van rood en blauw zijn er moeilijk in te delen mengkleuren. Zulke soorten zijn bij beide kleurgroepen opgenomen. Niettemin is het raadzaam om in twijfelgevallen ook bij andere in aanmerking komende groepen te zoeken.

Bloembladen 4 of minder

18-33

Bloembladen 5 of meer

34-69

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

70-77

Bloembladen 4 of minder

270-277

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

78-105

Bloembladen 5 of meer

278-299

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

300-319

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

320-333

Bloemen geel

blz. 106-193

Bloembladen 4 of minder

106-117

Bloembladen 5 of meer

118-143

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

144-161

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

162-193

Bloemen rood, roze of purper

Bloemen groen, bruin of onopvallend

oneven geveerd eivormig

even geveerd

schildvormig

omgekeerd eivormig

hartvormig

blz. 334-377

dubbel geveerd en meervoudig samengesteld

handvormig samengesteld

drietallig geveerd

Bladrand

Hier zijn de kruidachtige planten te vinden waarvan de bloemen niet onder een van de behandelde kleurgroepen vallen. Wel kunnen bepaalde delen van een bloem meer kleur vertonen, bijvoorbeeld de lip van orchideeën.

blz. 194-269

Hier zijn alle roodachtige kleurschakeringen te vinden, met uitzondering van de lila en violette nuances.

Bladvorm samengestelde bladeren

Grassen en grasachtigen

Naaldbomen

blz. 378-427

niervormig

gaaf

pijlvormig

blz. 428-431

Loofbomen

blz. 432-445

Bloembladen 4 of minder

194-197

Struiken

blz. 446-467

Bloembladen 5 of meer

198-223

Dwergstruiken

blz. 468-475

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

224-247

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

248-269

gekarteld dubbel ­gezaagd getand

gezaagd

Struiken die over het algemeen een hoogte van minder dan 0,5-1 m bereiken, worden als dwergstruiken betiteld.

gefranjerd lancetvormig

eilancetvormig

lijnvormig

gelobt

veerspletig


Determinatietabel

Bladvorm enkelvoudige bladeren

Bloemen wit

blz. 18-105

Bij de witte bloemen zijn ook soorten met crèmewitte en andere heel lichtgekleurde bloemen opgenomen.

Bloemen blauw, lila of violet

blz. 270-333

Juist in het grensgebied van rood en blauw zijn er moeilijk in te delen mengkleuren. Zulke soorten zijn bij beide kleurgroepen opgenomen. Niettemin is het raadzaam om in twijfelgevallen ook bij andere in aanmerking komende groepen te zoeken.

Bloembladen 4 of minder

18-33

Bloembladen 5 of meer

34-69

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

70-77

Bloembladen 4 of minder

270-277

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

78-105

Bloembladen 5 of meer

278-299

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

300-319

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

320-333

Bloemen geel

blz. 106-193

Bloembladen 4 of minder

106-117

Bloembladen 5 of meer

118-143

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

144-161

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

162-193

Bloemen rood, roze of purper

Bloemen groen, bruin of onopvallend

oneven geveerd eivormig

even geveerd

schildvormig

omgekeerd eivormig

hartvormig

blz. 334-377

dubbel geveerd en meervoudig samengesteld

handvormig samengesteld

drietallig geveerd

Bladrand

Hier zijn de kruidachtige planten te vinden waarvan de bloemen niet onder een van de behandelde kleurgroepen vallen. Wel kunnen bepaalde delen van een bloem meer kleur vertonen, bijvoorbeeld de lip van orchideeën.

blz. 194-269

Hier zijn alle roodachtige kleurschakeringen te vinden, met uitzondering van de lila en violette nuances.

Bladvorm samengestelde bladeren

Grassen en grasachtigen

Naaldbomen

blz. 378-427

niervormig

gaaf

pijlvormig

blz. 428-431

Loofbomen

blz. 432-445

Bloembladen 4 of minder

194-197

Struiken

blz. 446-467

Bloembladen 5 of meer

198-223

Dwergstruiken

blz. 468-475

Bloembladen tweezijdig symmetrisch

224-247

Dichte bloeiwijzen (schijnbloemen)

248-269

gekarteld dubbel ­gezaagd getand

gezaagd

Struiken die over het algemeen een hoogte van minder dan 0,5-1 m bereiken, worden als dwergstruiken betiteld.

gefranjerd lancetvormig

eilancetvormig

lijnvormig

gelobt

veerspletig


194-269 nieuwe plantengids_125x194 18-03-15 14:02 Pagina 206

(Text_schwarz Plaat)

Bloemen rood, roze of purper; 5 of meer bloembladen

Anjerfamilie Caryophyllaceae 1

Karthuizer anjer Dianthus carthusianorum L.

❁ 6–9 ↕ 15–40 cm P. kaal; b. smal lancetv., 2-4 mm br.; b.scheden ca. 4 maal zo lg. als de br. van het b.; bl. met 4-10 bijeen, 20-25 mm in doorsnee, door lg.genaalde schutb. omgeven; kelkschubben kaal, droogvliezig, korter dan de kelk; kroonb. donkerrood, aan de top getand; Δ kalkgrasland, zonnige wegkanten; in N. en B. zeldz.; in M.-Eur. vrij alg.; RL-N. 2

Steenanjer Dianthus deltoides L.

❁ 6–9 ↕ 10–30 cm P. dicht kort stekelharig; st. 1-3-bloemig; bloemkr. rood met witte stippen en donkere ring; aan de basis van de bl. 2 ovale kelkbladen met korte haren; b. smal spatelv., stomp. Beschermd! Δ schraal silicaatgrasland; verspreid. N.- en M.- Eur. 3

Steenanjer Dianthus sylvestris Wulf.

❁ 6–7 ↕ 10–40 cm P. in losse, kussenv. zoden; b. donkergroen, gootv., 1-2 mm br.; st. 1-4-bloemig; kelkschubben, 2, ovaal, plotseling in een korte spits versmald; kroonb. 8-15 mm lg., roze, aan de top getand; Δ rotsige hellingen, droog grasland, alpenweiden; zelden in de gebergten van M.- en Z.Eur.; RL-N. 4

Ruige anjer Dianthus armeria L.

❁ 6–7 ↕ 15–40 cm P. 1-2-jarig, bovenaan kort behaard, ruw; b. smal lancetv.; bl. tot 1 cm in doorsnee, met

206

2-20 bijeen in hoofdjesachtige blw.; kelkschubben (hoogteb.) behaard, groen, bijna even lg. als de kelk; kroonb. vuilrood, aan de top getand; Δ droge zandgrond, wegkanten, bosjes; in N. en B. zeldz., in M.- en Z.-Eur. vrij zeldz.; RL-N. 5

Prachtanjer Dianthus superbus L.

❁ 6–10 ↕ 30–60 cm P. kaal; b. smal lancetv., grasgroen, 3-5 mm br.; blw. los, met weinig bl.; kelkschubben ovaal, plotseling toegespitst, 1/4 tot 1/3 maal zo lg. als de kelk; kroonb. 15-35 mm lg., tot over het midden onregelmatig ingesneden, lila; Δ veengrond, zure, vochtige eikenbossen; wel als sierp. gekweekt; verspreid in heel Eur.; RL-N. 6

Alpenanjer Dianthus alpinus L.

❁ 6–8 ↕ 2–20 cm P. met een aantal wortelrozetten; st. met 2-5 b.-paren; b. lijnv., 1-nervig, aan de rand ruw; bl. alleenstaand; kelkschubben half zo lg. als de gestreepte kelkbuis; kroon onregelmatig getand, purper, met witte puntjes aan de voet; Δ stenige alpenweiden, ca. 1000-2500 m h.; verspreid in de 0.-Alpen. 7

Duizendschoon Dianthus barbatus L.

❁ 6–9 ↕ 30–60 cm St. en b. kaal; b. lang lancetv., 3-12 cm lg., 0,5-2 cm br., zittend; bl. met 5-20 in afgeplatte kluwens, met kruidachtige, lancetv. afstaande of teruggeslagen schutb.; bloemkr. donker- tot lichtrood, vaak wit gestipt; buitenkelk en kelktanden graanv. toegespitst. Δ lichte bossen, struweel, subalpiene weiden, vaak geteeld als tuinp. en verwilderd, in de Alpen tot 2600 m; verspreid tot zeldz. Oorspr. oostelijke en zuidoostelijke Alpen en het voorland, Apennijnen, Z.-Karpaten, in Duitsland en Zwitserland verwilderd.


194-269 nieuwe plantengids_125x194 18-03-15 14:02 Pagina 238

(Text_schwarz Plaat)

Bloemen rood, roze of purper; tweezijdig symmetrisch

Vlinderbloemenfamilie Fabaceae of Papilionaceae 1

Kattedoorn Ononis spinosa L.

Balsemienfamilie Balsaminaceae 4

Reuzenbalsemien Impatiens glandulifera Royle

❁ 6–8 ↕ 20–50 cm

❁ 7–8 ↕ 50–200 cm

Aan de voet houtig, met gedoornde takken; st. met 1 of 2 rijen haren; b. meestal 3-tallig, kaal, blaadjes eiv., getand, het eindblaadje langer gesteeld; bl. kort gesteeld, in de oksels van de bovenste st.b.; kroon 8-25 mm lg., roze tot roodviolet; peul even lg. als of langer dan de kelk; Δ kalkgrasland, wegkanten, dijken, duinen; vrij alg. in M.-Eur., noordel. tot in Z.-Scandinavië, zuidel. tot in de Pyreneeën en M.-Italië; RL-N.

B. verspreid, bovenste in kransen, lancetv.eirond, scherp getand, b.steel met gesteelde klieren; bl. wijnrood, zelden wit of lila. 2-4 cm lg., met gekromde spoor, in lg. gesteelde, 2-15-bloemige trossen. Δ waterkanten, ooibossen; verspreid; oorspr. westelijke Himalaya; tuinp. en verwilderd.

2

Rondbladig stalkruid 0nonis rotundifolia L.

❁ 5–7 ↕ 15–30 cm P. klierachtig behaard, aan de voet verhout; b. 3-tallig; blaadjes rondachtig tot eirond, 23 cm lg., bochtig getand, het middelste lg.gesteeld; bl. met 1-3 b.okselstandig; kroon 15-22 mm lg., roze; Δ lichte dennenbossen, stenige hellingen; verspreid in de centrale en zuidel. Alpen, de Pyreneeën, Cevennen en Abruzzen. 3

Esparcette Onobrychis viciaefolia Scop.

Kattestaartfamilie Lythraceae 5

Gewone kattestaart Lythrum salicaria L.

❁ 6–9 ↕ 50–120 cm P. rechtopstaand, aan de voet verhout; b. lancetv., tot 10 cm lg., tegenoverstaand of in kransen van 3; bl. purperrood, in kransen in lg. aren; kroonb. 6, 5-12 mm lg.; meeldraden 12, verschillend van lengte; Δ waterkanten, vochtig grasland, greppels, rietland, duinvalleien, natte ruigten; alg. in vrijwel heel Eur. 6

Kleverige kattestaart Lythrum hyssopifolia L.

❁ 5–7 ↕ 30–60 cm

❁ 7–9 ↕ 10–40 cm

P. boogv. opstijgend; b. geveerd, met 13-27 langwerpig eironde, 3-8 mm brede deelbl; bl.tros voor de bloei langwerpig-eirond; bl.steel 1 mm lg.; kelk 5-8 mm lg., kelktanden 2-4 maal zo lg als de kelkbuis; kroon 10-14 mm lg., rood; kiel ong. even lg. als de vlag; vrucht 6-10 mm lg., met dikke stekels. Δ schraal kalkgrasland, wegkanten; cultuurp.; algemeen. Oorspronkelijk ZO.-Eur., nu in vrijwel heel Eur.

St. met vliesv. smalle ribben; b. meest verspreid, lijnv.-lancetv., 1,5-2,5 cm lg., 0,5 cm br.; bl. alleenst. of in paren, okselst.; kroonb. paarsrood, 5-7 mm lg.; alle kelktanden even lg.; 6 even lg. meeldr. Δ waterkanten, vochtige akkers en ruigten; verspreid tot zeldzaam. M.- en Z.-Eur., noordw. tot Engeland en Ierland.

238


Schauer / Caspari

Bloeiwijzen

omwindsel

enkelvoudig scherm tros

samengesteld scherm

toont maar liefst 1150 planten, inclusief grassen, bomen en struiken. Het even ingenieuze als eenvoudige opzoeksysteem maakt dit naslagwerk zeer toegankelijk: de rangschikking naar kleur maakt opzoeken gemakkelijk. Van elke soort worden bloeitijd, hoogte, kenmerken en biotoop beschreven. Daarnaast wordt vermeld welke soorten in ons land wettelijk beschermd zijn.

• 1150 planten die in Nederland, België en elders in Europa voorkomen • schitterende, gedetailleerde aquarellen • op kleur gerubriceerd voor snelle herkenning • een must voor elke plantenliefhebber

aartjes pluim

Deze prachtige gids beschrijft en

aar

Nieuwe plantengids voor onderweg

omwindseltje

Nieuwe plantengids voor onderweg Alle veelvoorkomende planten in Europa

www.kosmosuitgevers.nl

hoofdjes

NUR 428 Kosmos Uitgevers Utrecht/Antwerpen

De soorten in deze flora zijn zo ingedeeld dat een onbekende plant ook zonder botanische voorkennis gemakkelijk op te zoeken is. Het voornaamste onderscheidingskenmerk is de bloemkleur. Bloemen wit

blz. 18-105

Bloemen geel

blz. 106-193

Bloemen rood, roze of purper

blz. 194-269

Bloemen blauw, lila of violet

blz. 270-333

Bloemen groen, bruin of onopvallend

blz. 334-377

* Aan de binnenkant van dit omslag vindt u een overzicht

van alle groepen van de determinatietabel. * Botanische basisbegrippen worden op de achterflap van het omslag uitgelegd. * Op blz. 4-7 wordt naast andere nuttige aanwijzingen vooral uitleg gegeven over het indelen van de soorten aan de hand van bloemkenmerken. Bij twijfel kunt u hier een en ander nakijken. * Op blz. 12-17 vindt u een verklarende lijst van vaktermen waarvan het gebruik in veel gevallen handig kan zijn.

Schauer Caspari

kolf

katjes

De opbouw van deze plantengids

han di ge gi ds o p kleur


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.