• • • •
Hoe vaak zeg je ja terwijl je nee wilt zeggen? Ben je bang voor conflicten? Slik je boosheid liever in? Ben je onzeker bij anderen? Een meeprater? Bang om hulp te vragen?
Janet Vugts studeerde juridische bestuurswetenschappen en psychologie. Zij is GZ-psycholoog en heeft gewerkt bij Stichting de Hoop in Dordrecht en Bouman GGZ in Rotterdam. Momenteel is zij werkzaam in de tweedelijnszorg, bij een Angst- en Stemmingspoli in Amsterdam.
NUR 770/707 ISBN 978 90 435 2316 5
DURF JEZELF TE ZIJN
Jezelf zijn. Zijn wie je in Gods ogen mag zijn. Het is niet gemakkelijk, maar wel bijzonder de moeite waard. In Durf jezelf te zijn beschrijft Janet Vugts een bijbelse visie op assertiviteit en ontmaskert ze allerlei misverstanden over dit onderwerp. Behalve theorie biedt Durf jezelf te zijn voorbeelden en praktijkopdrachten die stimuleren om er in het leven van alledag mee aan de slag te gaan.
Janet Vugts
De weg naar bijbelse assertiviteit
DURF JEZELF TE ZIJN Janet Vugts
De weg naar bijbelse assertiviteit
9 789043 523165
kokBOdurfjezelftezijn0114MIDPRICE.indd 1
27-01-14 09:35
durf jezelf te zijn
De weg naar bijbelse assertiviteit
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 1
24-01-14 15:26
Janet Vugts
Durf jezelf te zijn De weg naar bijbelse assertiviteit
Vijfde druk
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 3
24-01-14 15:26
Vijfde druk, 2014 © 2004 Uitgeverij Kok – Kampen Omslagontwerp en boekverzorging www.garage-bno.nl isbn 978 90 435 2316 5 nur 707/770 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 4
24-01-14 15:26
inhoud
Voorwoord 11 Bij de tweede druk  14 Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding 15 Een persoonlijk verhaal 15 Voor wie is het boek bedoeld? 17 Leeswijzer 18 Gods werk 19
Hoofdstuk 2 Algemene theorie 21 2.1 Inleiding 21 2.2 Ontstaan van disfunctionele patronen 23 2.3 Persoonlijkheidsontwikkeling als gevolg van afwijzing  24 2.4 Subassertiviteit 25 2.5 Agressiviteit 27 2.6 Basiscommunicatiepatronen 28 2.7 Van scheefgroei naar assertiviteit 30 2.8 Assertiviteit 31 2.9 Groei 32 2.9.1 Inleiding 32 2.9.2 Het leerproces 33 2.9.3 Leren kennen van eigen motieven 33 2.9.4 Ontwikkeling 35 2.9.5 Grenzen 36 2.9.6 Het eeuwige tekortschieten 39 2.9.7 Manipulaties 42 2.9.8 Samenvatting 46
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 5
24-01-14 15:26
6 
Inhoud
2.10 2.11
Bezwaren tegen assertiviteit 48 Opdrachten 51
Hoofdstuk 3 Non-verbale communicatie 53 3.1 Inleiding 53 3.2 Onderdelen van non-verbale communicatie 54 3.2.1 Lichamelijk contact 54 3.2.2 Nabijheid 54 3.2.3 Houding en positie 55 3.2.4 Gebaren en gezichtsuitdrukkingen 56 3.2.5 Hoofdbewegingen en oogcontact 56 3.2.6 Non-verbale aspecten van gesproken taal 57 3.2.7 Uiterlijk en presentatie 58 3.3 Vervuiling van de communicatie 59 3.4 Toepassing 63 3.5 Opdrachten 65 Hoofdstuk 4 Luisteren 67 4.1 Inleiding 67 4.2 Belemmeringen 68 4.2.1 Eigen gedachten 68 4.2.2 Interpreteren 68 4.2.3 Adviseren 69 4.2.4 Op zichzelf betrekken 69 4.2.5 Gelijk halen 69 4.2.6 Angst om gekwetst te worden 70 4.2.7 Angst voor stiltes 71 4.3 Hoe het anders kan 71 4.3.1 Grondhouding 71 4.3.2 Vaardigheden en technieken 71 4.3.2.1 Inleiding 71 4.3.2.2 Aanmoedigen 72 4.3.2.3 Vragen stellen 72 4.3.2.4 Samenvatten en reflecteren 73 4.4 Luisteren naar jezelf 74
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 6
24-01-14 15:26
Inhoud
4.5 4.6
7
Luisteren naar God 75 Opdrachten 76
Hoofdstuk 5 Mening geven 79 5.1 Inleiding 79 5.2 Subassertiviteit 79 5.3 Agressiviteit 82 5.4 Assertiviteit 84 5.5 Opdrachten 86 Hoofdstuk 6 Nee zeggen 87 6.1 Inleiding 87 6.2 Subassertiviteit 88 6.3 Agressiviteit 88 6.4 Assertiviteit 89 6.5 Egoïsme 93 6.6 De Bijbel over ‘Nee’ zeggen 93 6.7 Opdrachten 95 Hoofdstuk 7 Kritiek geven en ontvangen 97 7.1 Inleiding 97 7.2 Kritiek geven 97 7.3 Kritiek ontvangen 101 7.4 De Bijbel over het geven van kritiek 102 7.5 De Bijbel over het ontvangen van kritiek 104 7.6 Opdrachten 105 Hoofdstuk 8 Boosheid 107 8.1 Inleiding 107 8.2 Angst voor de reactie van de ander, subassertief gedrag 108 8.3 Hoe uit je boosheid? Van subassertief naar agressief gedrag 109 8.4 Agressief gedrag 110 8.5 Bijbels fundament voor boosheid 110
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 7
24-01-14 15:26
8 
Inhoud
8.6 Hoe uit je boosheid op een goede manier? 112 8.7 Op welk moment moet je boosheid uiten? 114 8.8 In welke omstandigheden moeten we onze boosheid uiten? 115 8.9 De reactie van de ander 117 8.9.1 Een positieve of negatieve reactie 117 8.9.2 Zelf reageren op een negatieve reactie 118 8.9.3 Hulp van anderen bij een negatieve reactie 120 8.10 Leerproces 122 8.11 Onze vijanden liefhebben 124 8.12 Boosheid van anderen 126 8.13 Opdrachten 126 Hoofdstuk 9 Kwetsbaarheid 129 9.1 Inleiding 129 9.2 Wat is kwetsbaarheid? 129 9.3 Weerstanden tegen kwetsbaarheid 131 9.4 Leren kwetsbaar te zijn 135 9.5 De Bijbel over kwetsbaarheid 136 9.6 Opdrachten 138 Hoofdstuk 10 Vergeving 141 10.1 Inleiding 141 10.2 Obstakels voor vergeving 143 10.3 Waarom vergeven? 144 10.4 Hoe vergeven? 145 10.5 Wanneer vergeven? 147 10.6 Misverstanden 148 10.7 Vergeving vragen? 150 10.8 Herstel van de relatie 153 10.9 Opdrachten 154 Hoofdstuk 11 Bemoedigen 157 11.1 Inleiding 157 11.2 Waarom bemoedigen? 158
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 8
24-01-14 15:26
Inhoud 
9
11.3 De Bemoediger en de Criticus 158 11.4 Met woorden bemoedigen 159 11.4.1 Inleiding 159 11.4.2 Complimenten geven 159 11.4.3 Hoop en blijdschap geven 160 11.4.4 Kracht geven 161 11.5 Valkuilen 162 11.6 De bemoedigde 163 11.7 Andere manieren om te bemoedigen 164 11.8 Tot slot 165 11.9 Opdrachten 166 Hoofdstuk 12 Tot slot 171 12.1 Inleiding 171 12.2 Kleine kracht 171 12.3 Hoekig 173
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 9
24-01-14 15:26
Voorwoord
Bijna drie jaar geleden liep ik stage bij een christelijke instelling voor verslavingszorg. Ik kreeg daar de opdracht om samen met een meer ervaren collega een assertiviteitstraining te geven aan cliënten. Er ging een wereld voor me open. Ik ontmoette tijdens de training mensen die voor hun opname ernstig onderuit waren gegaan door hun gebrek aan assertiviteit. Zij waren hun sociale en maatschappelijke positie kwijtgeraakt en waren aangekomen op de bodem van hun bestaan. Vreemd genoeg (vond ik toen) veranderden deze mensen door het volgen van de assertiviteitstraining. Zij leerden om op nieuwe manieren met problemen en moeilijke situaties om te gaan, zij werden weer vechters in plaats van verliezers. Ik ontdekte tegelijkertijd hoeveel ik persoonlijk nog moest leren op dit gebied, en kon niet anders dan die uitdaging aangaan. Toen ik daarna een eigen praktijk voor psychologische hulpverlening opzette, kreeg ik een dieper inzicht in het verband tussen psychisch en geestelijk welbevinden enerzijds en assertiviteit anderzijds. Ik deed veel onderzoek en verwerkte dat in teksten en opdrachten voor cliënten. Zo ontstond langzamerhand dit boek. Een aantal mensen heeft me de vraag gesteld wat het verschil is tussen een ‘gewone’ en een christelijke assertiviteitstraining. De vraag is belangrijk genoeg om ook op deze plaats beantwoord te worden. Een assertiviteitstraining is meer dan een vaardig-
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 11
24-01-14 15:26
12
voorwoord
heidstraining. Mensen leren zichzelf te zijn. En wat daaronder verstaan moet worden, zichzelf zijn, hangt af van hoe men zichzelf ziet in relatie tot de wereld om zich heen. Een christen heeft een fundamenteel ander wereldbeeld dan een niet-christen, en daarom zal hij zichzelf anders definiëren. Als christen wordt mijn gevoel van innerlijke kracht en waarde grotendeels bepaald door mijn geloof in een liefdevolle en rechtvaardige God, door de positie die ik ten opzichte van Hem kies, en door mijn geloof in een zinvolle schepping, een eeuwig leven en een doel hier op aarde. Wat goed is in de relatie met God en medemensen wordt bepaald door de Bijbel. De wijze waarop ik opkom voor mijzelf, wordt bepaald door bijbelse principes. De mate waarin ik opkom voor mijzelf eveneens. Voor een ‘gewone’ assertiviteitstraining geldt dat allemaal niet. Een obstakel dat ik tegenkwam bij het schrijven, was de vraag welke begrippen en onderwerpen het uitgangspunt zouden moeten vormen voor een christelijk boek over assertiviteit. Hoewel er een grote overlap is tussen de bijbelse terminologie en de terminologie van de assertiviteitstheorie, zijn er ook verschillen. Begrippen hebben soms een bredere, soms een minder brede betekenis. Soms is de invalshoek net een andere. In sommige gevallen is het taalgebruik van de NBG-vertaling uit 1951 (indien niet anders vermeld, heb ik die gebruikt) verouderd. Het is wat dat betreft een goede zaak dat de nieuwe vertaling nog dit jaar uitkomt. Ik heb gekozen voor een benadering waarin de problemen van de niet-assertieve, christelijke persoon centraal staan, en heb daar de keuze van begrippen aan gekoppeld. Dit leidde tot een gedifferentieerde aanpak. Zo heb ik, in plaats van het ‘complimenten geven’ uit de assertiviteitstheorie, het bijbelse ‘bemoedigen’ als uitgangspunt genomen. Ik koos voor ‘kritiek geven en ontvangen’, in plaats van het meer bijbelse ‘vermanen en verootmoedigen’. De geselecteerde onderwerpen bestrijken gezamenlijk het hele terrein van de traditionele assertiviteitstheorie, en meer nog
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 12
24-01-14 15:26
voorwoord
13
dan dat. Omdat ik een volledig bijbels verantwoorde visie wil geven op assertiviteit komen ook onderwerpen aan de orde die je niet terug zult vinden in de traditionele assertiviteitstheorie. Enkele mensen zijn heel belangrijk geweest voor de totstandkoming van dit boek. Ik denk aan Elly van der Sanden en Marion Verhoeven, die beide veel tijd hebben geïnvesteerd in het lezen, nog eens lezen en becommentariëren van de concepten die aan het boek zijn voorafgegaan. Nog belangrijker was hun bemoediging en vriendschap in de periode waarin het boek tot stand is gekomen. Ik wil ook mijn gebedsmaatje noemen, Rozemarijn Dieleman, die het afgelopen half jaar een steunpilaar was in geestelijk opzicht. Ik denk ook aan Matthijs Goedegebuure, een vakgenoot die door zijn inzicht in de materie een belangrijke inhoudelijke bijdrage heeft geleverd. Tenslotte komen ook een aantal cliënten in mijn gedachten, wiens namen ik vanwege de vertrouwelijkheid niet kan noemen. Zij hadden de openheid en moed om in hun eigen situatie aan de slag te gaan met assertiviteit. Van hen heb ik erg veel geleerd. Ik bedank al deze mensen voor hun waardevolle bijdrage. Janet Vugts, augustus 2004.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 13
24-01-14 15:26
1. Inleiding
1.1 Een persoonlijk verhaal Heel lang heb ik geworsteld met het begrip assertiviteit. Assertief betekent letterlijk: zelfbewust, weerbaar, in staat om voor zichzelf op te komen.1 Assertiviteit heeft te maken met zaken als nee durven zeggen, kritiek durven geven, zichzelf durven laten zien. Dat zijn allemaal dingen die op zichzelf genomen goed en belangrijk zijn. En toch, als ik nadacht over assertiviteit, bekropen mij heel verwarrende en tegenstrijdige gevoelens. Ik dacht bijvoorbeeld dat het ‘ik-gehalte’ van de assertiviteitstheorie misschien te hoog was: ‘ik wil…’, ‘ik vind…’, ‘het is niet in mijn belang om…’. Ik had het idee dat assertiviteit leidde tot een onbijbelse, egocentrische manier van omgaan met elkaar, die heel goed past in deze tijd, maar in strijd is met de bijbelse boodschap. Ik was bang dat ik misleid werd door dingen die mooi en goed klinken, maar die niets te maken hebben met gezonde bijbelse waarheden.2
1
Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpen, 13e uitgave, 1999.
2
De Bijbel zegt dat er een tijd komt dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen. Omdat hun gehoor verwend is, zullen zij zich naar eigen begeerte tal van leraars bijeenhalen, zullen zij zich van de waarheid afkeren en zich naar de verdichtsels keren (II Timoteüs 4:3). Dat lijkt een goede omschrijving voor de wijze waarop de verwende westerse mens zich soms gedraagt.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 15
24-01-14 15:26
16
Inleiding
De angst voor misleiding was niet groot genoeg om mij tegen te houden toch aan de slag te gaan met het onderwerp. Er was echter veel verwarring. Aan de ene kant las ik in de Bijbel dat ik mij niet moet verdedigen als ik klappen krijg3 en dat ik mijn vijanden moet liefhebben.4 Aan de andere kant spreekt de Bijbel ook van eigenliefde5 en erkent de Bijbel ook eigenbelang.6 Ik kon deze uitspraken niet met elkaar verenigen, laat staan dat ze richtinggevend konden zijn voor mijn eigen handelen. En hoe zat het met zonde? In hoeverre zondig je omdat je je niet assertief gedraagt? Agressief gedrag, zoals schelden en slaan, leek mij verkeerd. Maar hoe zat het met subassertief gedrag, zoals bijvoorbeeld over zich heen laten lopen? Is dat fout? Is dat zondig? Of is het alleen disfunctioneel? Of beide? Het drong steeds meer tot mij door hoe moeilijk het voor christenen is om positie te kiezen in al deze dingen. Ook merkte ik dat de nood op dit gebied erg groot is; de behoefte aan duidelijkheid dus ook! Deze worsteling leidde er uiteindelijk toe dat ik in de Bijbel zelf ben gaan zoeken naar kaders voor functioneel en disfunctioneel gedrag in intermenselijk verkeer. Het werd een zoektocht waar ik eerst vooral zelf iets aan had. Toen ik begon met schrijven, was die zoektocht nog niet ten einde en ook nu dit boek bijna voltooid is, heb ik nog niet alle antwoorden. Maar wat ik onderweg gevonden heb, wil ik graag met je delen. Daarbij wil ik je vragen om je open te stellen voor Gods Woord en voor zijn leiding wanneer je dit boek bestudeert. Ik heb de waarheid niet in pacht (al doe ik soms alsof), maar God wel.
3 In Lucas 6:29 staat: ‘Slaat iemand u op uw wang, keer hem ook de andere toe…’ 4 In Lucas 6:27 staat: ‘Hebt uw vijanden lief, doet wel degenen, die u haten…’ 5 In Lucas 10:27 staat: ‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ Hier wordt zonder veroordeling gesproken over zelfliefde. 6 In Filippenzen 2:4 staat: ‘…en ieder lette niet slechts op zijn eigen belang, maar ieder lette ook op dat van anderen.’
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 16
24-01-14 15:26
Inleiding
17
1.2 Voor wie is het boek bedoeld? Dit boek is bedoeld voor iedereen die worstelt met ‘zichzelf zijn’, voor iedereen die de neiging heeft zijn onzekerheid, angst of boosheid te verbergen achter maskers van vriendelijkheid of superioriteit, en voor iedereen die meer op Jezus wil gaan lijken en meer bruikbaar wil worden in Gods Koninkrijk. Ik plaats daar wel enkele kanttekeningen bij. Ten eerste: je zult naar mijn mening het meeste hebben aan dit boek, als je het leest en toepast als onderdeel van een christelijke assertiviteitstraining voor groepen. Je zult steun, herkenning en bemoediging ervaren als je samen met andere christenen assertieve vaardigheden gaat aanleren. De groep zal je motiveren om door te gaan als het moeilijk wordt. De groep kan voor je bidden als je het even niet meer ziet zitten. En je kunt op jouw beurt anderen helpen in hun worsteling. Als het niet mogelijk is deel te nemen aan zo’n training, beveel ik je aan een vriend of een coach te zoeken met wie je het boek kunt doorwerken. Ten tweede: zet je schrap! Ervaringen met assertief worden zijn dat het een langdurig, moeizaam, pijnlijk, spannend en boeiend proces is. Cliënten in mijn praktijk hadden gedurende dit proces soms gedachten als ‘Ben ik er nou nog steeds niet?’ of ‘Het lukt me nooit’. Maar zij kwamen verder en een enkeling kreeg zelfs plezier in het leerproces. De meeste cliënten waren achteraf echt blij dat ze begonnen waren aan dit proces. Dus, als je ontmoedigd dreigt te raken: heb geduld met jezelf en kijk verder dan dat moment! Zelfbewust worden is dan wel niet gemakkelijk, maar wel heel erg de moeite waard.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 17
24-01-14 15:26
18
Inleiding
1.3 Leeswijzer In dit boek komen de volgende onderwerpen aan bod: • assertiviteit, algemene theorie • non-verbale communicatie • luisteren • mening geven • nee zeggen • kritiek geven en ontvangen • boosheid uiten • kwetsbaarheid • vergeving • bemoedigen Van elk onderwerp wordt eerst de theorie besproken, waarna een aantal praktijkgerichte opdrachten volgen. Het is de bedoeling dat je na bestudering van de theorie aan de slag gaat met het maken van de opdrachten. Dat laatste is heel belangrijk; je zult alleen assertieve vaardigheden aanleren als je daarmee in de praktijk aan de slag gaat. Het boek kent een duidelijke opbouw. Na het algemene theoretische deel begin ik met de thema’s die, voor de meeste mensen, in emotioneel en gedragsmatig opzicht relatief eenvoudig te behappen zijn. In de bijbehorende opdrachten ligt de nadruk op het aanleren van basisvaardigheden. De hoofdstukken daarna schenken in toenemende mate aandacht aan de psychische en geestelijke component van de te behandelen thema’s. De opdrachten worden ook zwaarder: ze vragen meer moed en veroorzaken meer stress.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 18
24-01-14 15:26
Inleiding  
19
1.4  Gods werk Tenslotte wil ik nog het volgende opmerken. In mijn praktijk heb ik gezien hoe mensen hun uiterste best deden om te groeien. Ik heb gezien dat mensen worstelden en uiteindelijk veranderden. Ik heb zelf vaak hard gewerkt om mensen te ondersteunen in dit proces. En dat was allemaal goed en belangrijk. Maar ik heb ook gezien dat God degene was die een doorbraak gaf als de cliÍnt en ik tegen onze beperkingen, grenzen en muren aanliepen. Ik heb ook leren beseffen dat God de echte oorzaak is van elke verbetering, van elke genezing en van elke vorm van groei. En God is tenslotte Degene die mij leert erin te berusten dat sommige dingen niet, en sommige dingen maar heel langzaam veranderen, ondanks veel oprechte inspanningen. Ik ben Hem heel dankbaar. Hij heeft alle dingen in zijn hand. Ik wens je Gods zegen toe in het bestuderen en toepassen van dit boek.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 19
24-01-14 15:26
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 20
24-01-14 15:26
2.  Algemene theorie
2.1 Inleiding Assertief betekent, zoals gezegd: in staat om voor zichzelf op te komen, zelfbewust, weerbaar. Veel mensen vertonen niet-assertief gedrag. Ze zijn niet in staat voor zichzelf op te komen en gedragen zich onderdanig ten opzichte van anderen. Ze proberen zich aan te passen aan de verwachtingen en eisen van anderen. Ze voelen zich snel verplicht iets voor iemand te doen en vragen zich regelmatig af wat anderen wel niet van hen zullen denken. Het zijn de mensen die moeite hebben met het geven van een mening, het uiten van kritiek, nee zeggen en boos worden. Dit wordt ook wel subassertiviteit genoemd. Subassertieve mensen geven te veel ruimte aan anderen en te weinig aan zichzelf. Ook zijn er mensen die juist te sterk voor zichzelf opkomen. Zij nemen te veel ruimte in en passen zich helemaal niet aan aan anderen. Zij vinden dat anderen zich aan hen moeten aanpassen en proberen anderen hun wil op te leggen. Zij kunnen niet goed luisteren, kunnen niet tegen kritiek en hebben sterk de neiging hun eigen mening te ventileren. Ze vertonen agressief gedrag. Subassertief en agressief gedrag beschouw ik als disfunctioneel, niet-assertief gedrag. Assertieve mensen nemen ruimte in voor zichzelf en houden rekening met de ander. Ze durven te zeggen wat ze van iets vinden, zeggen nee als ze iets niet willen, durven boos te worden, stellen vragen als ze iets niet begrijpen en zijn in staat op een
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 21
24-01-14 15:26
22
Algemene theorie
rustige manier te reageren als anderen kritiek hebben of boos op hen worden. Christenen denken vaak dat ze niet assertief mogen zijn. Mijn reactie daarop is dat de enige geldige maatstaf om dat te beoordelen, gevonden kan worden in de Bijbel. Wat zegt God hierover? God zelf zegt, als Mozes Hem naar zijn naam vraagt, dat zijn naam ‘Ik ben’ is.1 De Here Jezus zegt van zichzelf: ‘Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij’ (Johannes 14:6). Hij zegt ook ‘Ik ben het brood des levens’ (Johannes 6:35), ‘Ik ben het licht der wereld’ (Johannes 8:12) en ‘Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven’ (Johannes 11:25-26). De Vader en de Zoon verstoppen zich niet voor ons. Zij laten ons zien wie Zij zijn. Jezus geeft vanuit een rotsvaste ‘Ik ben’-positie2 aan wie Hij is, terwijl Hij daardoor in conflict komt met zijn stadsgenoten en volksgenoten. Uiteindelijk kost dat Hem zelfs zijn leven. Jezus is zeer assertief in zijn optreden hier op de aarde. Hij spreekt de waarheid en zegt nee tegen zaken die Hij niet wil. Hij uit kritiek en wordt zelfs zo nu en dan boos. Nu kunnen we onszelf niet helemaal vergelijken met Jezus. Maar de Bijbel zegt wel dat het de bedoeling is dat we op Jezus gaan lijken.3 En God nodigt ons mensen keer op keer uit eerlijk en waarachtig te leven. Hij nodigt ons uit onszelf kenbaar te maken, ten volle onze positie in te nemen en grenzen aan te geven naar de mensen om ons heen. Hij vraagt ons soms om nee te zeggen, om kritiek te geven en om ons kwetsbaar op te stellen.
1 Zie Exodus 3:13-14. 2 Ontleend aan de ‘Handleiding Assertiviteitstraining De Hoop’, door Joyce Rampersad en Janet Vugts, Dordrecht, 2002. 3 Zie Romeinen 8:29.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 22
24-01-14 15:26
Algemene theorie
23
In dit boek zal veel aandacht worden gegeven aan de bijbelse oproep tot assertiviteit. Je zult veel voorbeelden tegenkomen van bijbelse personen die zich assertief gedragen, of hier juist mee worstelen. In de volgende paragrafen ga ik eerst in op het ontstaan, de aard en de kenmerken van niet-assertief, disfunctioneel gedrag. Daarna schets ik hoe assertiviteit zich kan ontwikkelen. In de slotparagraaf ga ik in op bezwaren die christenen kunnen hebben tegen het aanleren van assertief gedrag.
2.2 Ontstaan van disfunctionele patronen Meestal vinden disfunctionele gedachte- en gedragspatronen hun oorsprong in de kindertijd. Mensen raken verwond vanaf hun vroegste kinderjaren en in de jaren daarna neemt het aantal verwondingen nog toe. Die verwondingen kunnen van heel verschillende aard zijn. Kinderen worden afgewezen of zijn niet gewenst. Ze kunnen psychisch of fysiek misbruikt worden, of verwaarloosd. Ze kunnen door allerlei conflictsituaties tussen ouders onzekerheid en onveiligheid ervaren. Al deze verwondingen, van openlijke haat tot subtielere vormen van afwijzing, leiden ertoe dat een kind een gebrek aan aanvaarding, liefde en gewenstheid ervaart. Het zal zich daardoor minderwaardig of zelfs waardeloos gaan voelen. Maar zo heeft God het niet bedoeld. We zijn bedoeld als mensen die ons geliefd en aanvaard weten door God, en die van daaruit anderen in liefde tegemoet treden. We hebben liefde en bevestiging nodig, zo zijn we gemaakt. We zullen er dan ook alles aan doen om liefde te krijgen en afwijzing te voorkomen. En juist deze reactie zorgt voor scheefgroei. Een eenvoudig voorbeeld kan dit verduidelijken. Stel je voor dat ouders hun dochtertje weinig aandacht geven, omdat ze het altijd zo druk hebben. Het meisje merkt op een dag dat ze wél aandacht krijgt als ze haar
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 23
24-01-14 15:26
24
Algemene theorie
moeder meehelpt met huishoudelijke taken. Haar moeder geeft haar complimentjes en koekjes en praat met haar als ze samen aan het werk zijn. Het meisje krijgt hiermee onbewust de boodschap dat ze alleen de moeite waard is als ze meehelpt. Ze leert dat ze liefde en bevestiging moet verdienen door goed haar best te doen. Ze begrijpt niet dat ze sowieso de moeite waard is, ongeacht wat ze doet. Zo ontstaat scheefgroei in de persoonlijkheid van dit meisje. Zo zijn er heel veel mogelijke reacties op afwijzing, die kunnen leiden tot scheefgroei. Omdat ieder mens anders is, zal ieder mens weer anders reageren op afwijzing. Maar er zijn wel een aantal overeenkomsten in menselijke reacties te onderscheiden. Ik ga daar in de volgende paragraaf op in.
2.3 Persoonlijkheidsontwikkeling als gevolg van afwijzing Zoals hiervoor beschreven, is het belangrijk hoe een kind reageert op afwijzing. Ik bespreek drie mogelijke reacties. De eerste is dat het kind de afwijzing op passieve wijze aanvaardt. Oppervlakkig gezien lijkt het kind erin te berusten. De gevoelens van droefheid en boosheid keren echter ‘naar binnen’ en veroorzaken daar schade aan de ziel van het kind. Een tweede reactie is dat het kind ernaar streeft de boodschap van afwijzing en minderwaardigheid op agressieve wijze te weerleggen; het komt in opstand. We spreken dan van rebellie. Een derde mogelijke reactie is dat het kind heen en weer schommelt tussen deze twee polen. Het kiest voor passieve berusting of actieve rebellie, afhankelijk van wat op dat moment het beste uitkomt.4 In reactie op verwondingen kunnen dus verschillende disfunctionele patronen ontstaan. Aanvaarding van de afwijzing kan zich onder meer uiten in chronisch verdriet, zelfbeklag, zelf4 Zie Bruce Thompson, Muren van mijn hart, Gideon, Hoornaar, 1992, p .73.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 24
24-01-14 15:26
Algemene theorie
25
haat, depressie, apathie, onzekerheid, schuldgevoel, matheid, levensmoeheid, uitgeblustheid, ontmoediging en wanhoop.5 Degene die de afwijzing aanvaardt, aanvaardt zijn minder-zijn ten opzichte van anderen. De meer agressieve persoon verzet zich tegen het passief aanvaarden van afwijzing en kiest voor rebellie. Daarmee kunnen patronen ontstaan van vijandigheid, arrogantie, zwaarmoedigheid, superioriteit, wedijver, overheersing, starheid, manipulatie, koppigheid, hardleersheid, zelfbedrog, wrok, bitterheid, een kritische geest (negativisme) en bezitterigheid.6 Deze persoon overcompenseert zijn gevoelens van afwijzing en minderwaardigheid door zich boven de ander te stellen. Daarmee hebben we de twee uiterste polen van niet-assertief gedrag te pakken: subassertiviteit (ofwel passiviteit) als ene uiterste en agressiviteit als andere uiterste.
2.4 Subassertiviteit Subassertiviteit kan zich in twee hoofdrichtingen ontwikkelen: meegaandheid en hulpeloosheid. De meegaande persoon richt zich op anderen, de hulpeloze persoon keert zich af van zijn medemens. De meegaande persoon richt zich volledig op de behoeften en wensen van anderen, met het doel de liefde van de ander te winnen en verdere afwijzing te voorkomen. Hij heeft een grote behoefte aan genegenheid en bevestiging. Iedereen móet hem aardig vinden. In de Bijbel wordt hiervoor de term ‘mensen behagen’ gebruikt.7 De mensenbehager heeft moeite met kritiek geven, nee zeggen 5 Zie Bruce Thompson, Muren van mijn hart, Gideon, Hoornaar, 1992, p. 76. 6 Zie Bruce Thompson, Muren van mijn hart, Gideon, Hoornaar, 1992, p.99. 7 Zie I Tessalonicenzen 2:3-5.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 25
24-01-14 15:26
26
Algemene theorie
en boos worden, omdat hij altijd bezig is met aardig gevonden worden. Om afwijzing te voorkomen is hij een vleier en meeprater. De bijbelse koning Saul is een voorbeeld van een mensenbehager. Hij gaat in tegen de opdracht die hij van God krijgt, omdat hij goedkeuring zoekt van mensen. Uiteindelijk leidt zijn ongehoorzaamheid aan God tot het verlies van het koningschap.8 De hulpeloze persoon keert zich van anderen af. Hij gaat ervan uit dat niemand van hem houdt en geeft het op zinvolle relaties en activiteiten te ontplooien. Hij voelt zich een mislukkeling en denkt dat hij niets kan. Een bijbels voorbeeld van hulpeloosheid vinden we bij Mozes. Wanneer hij door God geroepen wordt om het volk uit Egypte te leiden, is zijn eerste reactie: ‘Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ En dan volgen er een heleboel ‘maars’. Mozes is bang dat de Israëlieten hem niet zullen geloven, niet naar hem zullen luisteren en hem voor leugenaar zullen uitmaken. Hij zegt tegen God dat hij niet goed kan spreken. Tenslotte vraagt hij God iemand anders te sturen.9 De hulpeloze persoon heeft er moeite mee zich uit te spreken en zich kwetsbaar op te stellen. Hij is namelijk bang dat anderen hem zullen negeren of belachelijk maken. Hij sluit zich liever af voor contact dan dat hij het risico neemt afgewezen te worden. Hulpeloosheid kan zich ook ontwikkelen tot onverschilligheid. Stel je voor dat de hulpeloze persoon in een isolement terechtkomt en vereenzaamt. Om zijn eenzaamheid te verzachten zou hij zijn toevlucht kunnen nemen tot middelen in plaats van tot mensen. Deze middelen, zoals alcohol of eten, bieden troost. Op het moment dat de hulpeloze persoon verslaafd is geraakt aan het middel, beseft hij niet meer dat hij mensen nodig heeft, want al zijn aandacht is gericht op de verslaving. De houding tegenover mensen wordt dan een houding van onverschilligheid.10 8 Zie I Samuël 15:17-26. 9 Zie Exodus 2:23-4:17.
kokBWdurfjezelftezijn0114.indd 26
24-01-14 15:26