Basisboek Patroontek.2edr_dd_195x275 29-01-13 16:43 Pagina 3
Inhoud
Deel 1
basispatronen
1
Inleiding
6
2
Materialen
7
3
Het maat nemen
8
4
Grondpatroon rechte rok
14
5
Grondpatroon gerende rok
16
6
Wijde rok met schuin over elkaar vallende geplooide banen
18
7
Grondpatroon cirkelrok + variatie
22
8
Grondpatroon pantalon
24
9
Grondpatroon mantel
27
10
Grondpatroon rechte mantelmouw
31
11
Grondpatroon japon
33
12
Grondpatroon getailleerde japonmouw
37
13
Mouwvariaties
39
14
Japon met extra busteruimte
44
15
Swaggervariaties
47
16
Cape
55
17
Grondpatroon tweerij-overslagtailleur ( jasje)
58
18
Grondpatroon tweedelige mantelmouw
62
19
Kragen los getekend
64
20
Kragen, het berekenen van het omstellingspunt
69
21
Tweedelige overhemdkraag en boord
70
22
Revers met staander
71
23
Smalle sjaalkraag
72
24
Brede sjaalkraag
73
25
Bobbedkraag
74
26
Afstaande col op verwijde hals
75
27
Brede fantasiekraag
76
28
Grondpatroon japon met revers met tweedelige breuklijn in kraag
77
29
Het bepalen van de inzetpunten voor de mouw
78
30
Slip-on of verdiept armsgat
79
31
Raglanmouw
80
32
Half-raglanmouw met zijpand
83
33
Voor ingezette mouw en achter kimono met halve okseldriehoek
85
34
Voor kimono met halve okseldriehoek, achter ingezette mouw
87
35
Kimono met okseldriehoek
89
Basisboek Patroontek.2edr_dd_195x275 29-01-13 16:43 Pagina 4
36
Kimono met schouderpas
37
Vierkant armsgat
92
38
Grondpatroon vleermuismouw
94
39
Bruidsjurk
96
Deel 2
91
vertekeningen
1
Heuprok
104
2
Kokerrok
104
3
Rok met heuppas
105
4
Plooirok
105
5
Rok met voorpand en zijvoorpand
106
6
Voorpand met middenvoornaad
107
7
Rok met steekzakken
108
8
Rok met 3 uitgedraaide plooitjes
109
9
Rok met 2 uitgedraaide plooitjes
109
10
Klokkende 4-baansrok
110
11
Klokkende 6-baansrok
112
12
Voorpand wijde rok met dichtgedraaide coupenaden en aan de onderkant 6 cm opengedraaid
113
13
Aangerimpelde rok
114
14
Rok met een middenvoornaad
115
15
Gerende rok met rond lopende doorgestikte delen
117
16
Rok met 4 banen middenvoor, wijd uitwaaierende banen
119
17
Gerende rok met stroken
120
18
Gerende 8-baansrok met klokkende banen
122
19
Rok met voor en achter 5 godets of spieĂŤn
124
20
Rok met dubbele voorpanden
125
21
Rok met dubbel voorpand met ingetekende draperie
126
22
Gerende rok maat 40
127
23
Gerende rok maat 38, overslagrok met belegdelen, split met stiksel op het rechter voorpand
129
24
Gerende 4-baansrok, schuin op de stof gelegd
131
25
Gerende 10-baansrok met plooidelen aan de onderkant
133
26
Bandplooibroek met onveranderde voetwijdte
135
27
Lijfje met deelnaad opzij
136
28
Topje voorpand met hartvormige halsuitsnijding
137
29
Laag uitgesneden topje met coupenaad opzij en extra schouderbandjes
138
30
Lijfje met doorlopende coupenaden
139
31
Dichtgedraaide bustesuçon
140
32
Lijfje zonder coupe in de taille
141
Basisboek Patroontek.2edr_dd_195x275 29-01-13 16:43 Pagina 5
33
Coupe verwerkt in de V-lijn middenvoor met 2 cm verhoogd bustepunt
34
142
Getailleerd topje met verschoven suçons en deelnaden in voor- en achterpand
143
35
Topje met schouderpas
144
36
Topje met gedrapeerd middenvoorstuk
145
37
Het topje in 3 delen dichtgedraaid voor draperie
146
38
Blouse met overslag voor 4 knopen
148
39
Blouse met gedrapeerde overslag en afgewerkt met een bies
149
40
Draperie om de hals van het topje, naar één kant, dichtgedraaide suçons
151
41
Blouse met draperie onder het bustepunt
153
42
Blouse met 2 coupenaden in het voorpand
154
43
Een 2-rij-overslagblouse
155
44
Blouse met schouderpasje en ingerimpeld tussen A - B
156
45
Topje met brede, gedrapeerde kraag
157
46
Voorpand topje gedrapeerd
159
47
Wikkelblouse
160
Deel 3 1
pasvorm- en proportietechnieken
Pasvormtechnieken ter voorkoming van slechtzittende kleding
164
Basisboek Patroontek.2edr_dd_195x275 29-01-13 16:43 Pagina 7
2
Materialen
Voor het tekenen van patronen zijn de volgende hulpmiddelen van belang: – Een vulpotlood met tekenstiften (0,9 mm) in zwart en rood (voor contouren). Het voordeel van een vulpotlood is dat de tekenstift niet bijgeslepen hoeft te worden en dus altijd de juiste hardheid heeft. – Een vlakgum om verkeerd getekende lijnen weg te halen; deze werken verwarrend. – Patroontekenpapier. Probeer het milieuvriendelijke ongebleekte papier te krijgen, het is ook meer doorschijnend dan het witte gebleekte; het kreukt minder en is sterker. – Een tekenhaak van liefst 60 cm lang met een haakse hoek; deze hebben ook een kromming aan de onderkant voor vloeiende, gebogen lijnen. – Voor de tekeningen op W schaal een geodriehoek. – Eventueel schaatsmallen (te koop bij een kantoorboekhandel) voor gebogen vormen en leuke variaties, bijvoorbeeld een hartvormige halsuitsnijding. – Voor de tekening op W schaal heeft u een metermaatje nodig, waarop u ook andere schaalindelingen kunt vinden (V, B/f, B/i). – Een passer; voor de tekening op ware grootte kunt u zelf een passer maken door een centimeter om te vouwen met het vulpotlood ertussenin. U houdt de uiteinden op het draaipunt vast en cirkelt met het strak gehouden vulpotlood een gebogen lijn. – Een papierschaar. – Veel geduld en vooral plezier in het maken van uw eigen patronen.
damesmaattabel
7 basispatronen
Basisboek Patroontek.2edr_dd_195x275 29-01-13 16:43 Pagina 8
3
Het maat nemen
Dat goed maat nemen een kunst is, die alleen na veel serieus oefenen kan worden verkregen, wordt weer op elk examen bewezen. Van de door bijvoorbeeld 6 kandidaten op een en hetzelfde figuur genomen maten kan meestal slechts 30% als goed gewaardeerd worden; zelfs blijken steeds weer de verschillen zo groot, dat een niet-ingewijde de indruk moet krijgen, dat er op meerdere personen de maten zijn genomen. En toch moeten goed genomen maten het fundament zijn voor het maken van een passend patroon, wat ook inhoudt dat het succes van elk coupesysteem gedeeltelijk afhankelijk is van goed maat nemen. Inderdaad ‘gedeeltelijk’, want er zijn nog andere factoren die aan een succesvol eindproduct moeten meewerken, zoals een mooie belijning – niet alleen modieus maar ook aan het te bekleden figuur aangepast – en een juiste be- en verwerking. Alvorens elke maat afzonderlijk te beschrijven, volgen hier een paar algemene tips: 1. Goede maten kunt u alleen verkrijgen als deze over daarvoor geschikte kledingstukken worden gemeten. Het meten bijvoorbeeld over kleding met verdiepte armsgaten is niet betrouwbaar. Ook moet gemeten worden over dezelfde onderkleding (m.n. bh) als die onder het te maken kledingstuk gedragen zal worden. Door het dragen van schoenen met hoge hakken wordt de lichaamshouding beïnvloed; houd hier rekening mee. Het is handig om 2 centimeters met de uiteinden tegen elkaar te plakken en aan de voorkant de cijfers gelijk te leggen, zo wordt voorkomen dat er niet precies vanuit middenachter wordt gemeten. 2. Neem de maten aan de kant van de hoge schouder. Probeer het maat nemen steeds voor een spiegel te doen. U kunt dan van alle zijden controleren of de ligging van uw maatband goed is. 3. Neem de maten altijd in dezelfde volgorde, zodat als u hieraan gewend bent, met het noteren van de getallen kan worden volstaan en u dus niet steeds de namen van de genomen maten hoeft op te schrijven. 4. Bij het maat nemen behoort een goede figuurbeschouwing en -beschrijving. Het noteren van de afwijkingen kunt u met code-cijfers of -letters doen. 5. Gebruik voor het noteren van de maten en afwijkingen bij voorkeur een maatboek.
8 basisboek patroontekenen
Basisboek Patroontek.2edr_dd_195x275 29-01-13 16:43 Pagina 10
B
A
Taillewijdte
C
D
E
Heupwijdte
F afb. 4
afb. 5
H
de lengte - en controlematen
G
Voor het meten van de lengte - en controlematen worden met enkele hulpmiddelen belangrijke punten van het lichaam bepaald. In afb. 5 ziet u hoe een maatband om de hals naar voren is gelegd. Dit om de juiste plaats van de hals in de rug te bepalen. Zie punt A en B. Verder gebruikt u als hulpmiddel een taillebandje. Hiervoor kunt u het beste een elastieken band gebruiken, waarin zich op regelmatige afstand knoopsgaten bevinden en aan het andere einde een knoopje als sluiting. Het derde hulpmiddel is een dun latje van ca. 25 cm lengte en 3 cm breed (schoolliniaaltje). De achter-controlemaat, taillelengte en hele lengte In afb. 5 zijn deze maten aangegeven, die van de onderzijde van de om de hals liggende maatband gemeten zijn. De achter-controlemaat wordt vanaf het rughalspunt A over het schouderblad tot aan de onderzijde van de tailleband gemeten. Zie A - C .
10 basisboek patroontekenen