Aangepast aan de aard van hun voedsel hebben vogels allerlei verschillende snavelvormen ontwikkeld. Hier een selectie:
dolkvormige snavel, bijv. van reigers of ooievaars, waarmee ze hun prooi doorboren.
Elke dag kun je tientallen vogels tegenkomen in het park, het bos of gewoon in je achtertuin. Met dit handige boekje leer je de 100 meest voorkomende soorten herkennen. Aan de hand van de specifieke kenmerken, maar ook de geluiden, het voedsel en het broedgedrag. Elke beschrijving wordt aangevuld met een kaartje waarop je kunt zien of ze hier alleen te gast zijn of ook broeden, en er is een handige aanduiding van de maand waarin je ze hier kunt verwachten. Inclusief tips en informatie over hoe je meer vogels in je tuin kunt krijgen; bijvoorbeeld over vogelvriendelijk tuinieren, soorten voer, nestkasten, broedgedrag, uitvliegen en vogeltrek.
▶ De 100 meest voorkomende vogelsoorten ▶ Geordend naar grootte ▶ Met schitterende foto’s en heldere verspreidings kaartjes
▶ Handig formaat, ideaal om mee naar buiten te nemen! haaksnavel van roof vogels, valken en uilen voor het doden en ver scheuren van de prooi
wigvormige, scherp gerande snavel van de ganzen voor het grazen van gras
De 100 en e soort t s i o o m en in tuin park
IN EN ROND DE TUIN
TIRION NATUUR
~<(st!p#=bajcgi<
Zo vind je je weg In het determinatiedeel zijn de tuinvogels in vier kleurgroepen ingedeeld.
Vogels tot de grootte van een mus (9 tot 14 cm) Blz. 42–113
Tot de grootte van een merel (15 tot 25 cm) Blz. 114 –165
Groter dan een merel (vanaf 26 cm) Blz. 166 –215
Watervogels in het park Blz. 216 –249
In samenwerking met Vogelbescherming Nederland en Natuurpunt www.tirion.nl www.vogelbescherming.nl www.natuurpunt.be
TIRION NATUUR
brede, vlakke slobber- kegelvormige snavel snavel van eenden van zaadeters
vogels
IN EN ROND DE TUIN
dunne, fijne snavel van insecteneters
genieten van vogels begint in en Rond je eigen tuin!
vogels
Snavelvormen
TIRION NATUUR
001_041-Tuinvogels-NL.indd 2
09-12-13 16:34
Voor mezen en mensen Veel mensen dragen vogels een warm hart toe en dat is niet zo vreemd. Ik ken namelijk geen andere dieren die én kunnen vliegen, zingen én vaak ook nog ontzettend kleurrijk zijn. En dat niet alleen; veel vogels laten zich gemakkelijk en goed bekijken. Alle gelegenheid dus om met volle teugen te genieten van dat rijke vogelleven. Je hoeft er zelfs niet ver voor op reis. Vogels zitten letterlijk bij je om de hoek of nog dichterbij, in je eigen tuin. Maar daar moet je wel een beetje je best voor doen. Tuinvogels – de naam zegt het al – hebben een pesthekel aan stenen schuttingen en betegelde tuinen. Ze houden van groen. Een onderbegroeiing van lekker veel planten, struiken en als het kan hier en daar een boom. Water om te badderen, nestkasten om in te broeden en ’s winters wat extra voer om fit te blijven. Dit boek helpt je op allerlei manieren om het de vogels in je tuin naar hun zin te maken. Dat niet alleen, het mes snijdt aan twee kanten. Je helpt roodborsten, mussen en mezen, maar tegelijkertijd doe je ook jezelf een groot plezier. Want wat is er leuker dan te kijken naar een druk kwetterende mussenbende of naar kool- en pimpelmezen, die de voertafel op en af roetsjen? Er valt heel wat te ontdekken en te genieten in je eigen tuin. Dit boek helpt de vogels en biedt de lezer een hoop extra vogelplezier. Help jij de vogels in je tuin, dan doet Vogelbescherming het daar buiten. Vogelbescherming Nederland zet zich in voor alle wilde vogels en hun leefgebieden. Eigenlijk zou iedere vogelliefhebber lid moeten zijn. Gewoon om de vogels te helpen. www.vogelbescherming.nl
Hans Peeters Hoofdredacteur VOGELS
001_041-Tuinvogels-NL.indd 3
09-12-13 16:34
6 • vogels in en rond de tuin
Tuinvogels, van dichtbij gezien Er zal nauwelijks een tuineigenaar zijn, die zich niet verheugt in het bezoek van de gevederde gasten aan zijn tuin en gefascineerd is door hun kleurrijke veren, de levendige zang en hun andere vaardigheden. En geen wandelaar in het stadspark die zich niet bewust is van zijn gevederde bewoners en graag naar hun doen en laten komt kijken. ‘Tuinvogels’ noemen we in het kort de soorten die leven in en rond onze huizen, binnen de bebouwde kom, in tuinen en stadsparken, in de recreatiegebieden rondom de steden, in dorpen en rond boerderijen, zelfs op industrieterreinen en op andere commerciële terreinen. Oorspronkelijk komen ze vaak uit heel verschillende habitats, zoals het bos, de rotsachtige landschappen van de steppe of zelfs uit het hooggebergte en dus kennen ze zeer verschillende fysieke en gedragsmatige aanpassingen. Gemeenschappelijk voor de ‘tuinvogels’ is gewoon dat ze zich door de eeuwen heen bij ons hebben aangesloten en nu hun habitat met ons delen. ‘Papa, kijk! Die mooie vogel eet het voer dat we in het vogelhuisje hebben gelegd – vogels kijken is veel leuker dan tv-kijken.’
001_041-Tuinvogels-NL.indd 6
09-12-13 16:34
VOGELS KIJKEN EN HERKENNEN • 7
Groenlingen eten lekker van een mezenbol.
VOGELS KIJKEN EN HERKENNEN Doordat ze in onze directe omgeving leven, midden in de steden en dorpen, geven de tuinvogels ons een grote kans om ze zonder veel inspanning te bekijken. Als je een beetje beter kijkt, zul je snel een grote verscheidenheid aan vogelsoorten kunnen onderscheiden. Als je wat langer naar de tuinvogels kijkt, zul je hun gedrag leren interpreteren en zodoende een fascinerend inzicht in hun privéleven krijgen. En dat alles is mogelijk vanuit de woonkamer, door alleen maar naar buiten te kijken.
Hulpmiddelen voor het kijken naar vogels Middelen om te lokken: Een breed scala van verschillende voederplekken in de winter lokt allerlei vogels naar de tuin, evenals verschillende soorten nestkasten in het voorjaar, om maar te zwijgen over vogelvriendelijke heggen en bessenstruiken. Verrekijker: Om ook te zien wat er niet direct voor het raam gebeurt, bijvoorbeeld balts, nestelen of het grootbrengen van de jongen, is een verrekijker essentieel. Dat hoeft helemaal geen dure te zijn. Beter kunt u er een paar klaar leggen op de vensterbanken, zodat u er altijd een snel bij de hand hebt als u een interessante vogel in de tuin ziet. Let bij het kopen van een kijker op de getallen. ‘8 x 30’ betekent bijvoorbeeld dat de kijker acht keer vergroot en dat de frontlens een diameter heeft van 30 mm, wat overeenkomt met een normale lichtsterkte. Een verrekijker met een grotere lichtsterkte, met
001_041-Tuinvogels-NL.indd 7
09-12-13 16:34
8 • vogels in en rond de tuin
een frontlens van 40 mm of meer, is vooral van belang in de schemering. Wat betreft de vergroting is een factor 8 of 10 afdoende voor de gebruikelijke afstanden in een tuin. Veldgids: Een boek als dit, waarin de meest voorkomende en belangrijkste vogels in tuinen en parken staan, is voor beginnende vogelaars een grote hulp. Voor gevorderde vogelaars zijn er veldgidsen waarin alle vogels in hun verschillende kleden, zoals mannetjes, vrouwtjes en jonge vogels in de vlucht of in kenmerkende houdingen, zijn afgebeeld. CD met vogelgeluiden: Vooral ’s zomers, wanneer het gebladerte van bomen en struiken dicht is, zal het vaak gebeuren dat je een vogel wel hoort, maar niet ziet. Dan helpen veldgidsen met nog zo veel afbeeldingen niet. Wel een cd met vogelzang of een overeenkomstige app voor je smartphone. Maar je zult de roep en de zang vaak moeten afluisteren om ze in het veld te kunnen herkennen. Maar na verloop van tijd zul je de gevederde vrienden aan hun stem alleen kunnen herkennen.
Bij naam genoemd Heet hij nu putter of distelvink? Beide zijn waar. Sommige vogels dragen niet een, maar twee namen. Regionaal zijn er bovendien een heleboel andere volksnamen in gebruik, zoals lakvogel voor de pestvogel of grote hofzanger voor de zwartkop. Om misverstanden te voorkomen heeft elke vogel in de zoölogie naast zijn Nederlandse naam ook een wetenschappelijke naam. Deze bestaat meestal uit twee woorden, is altijd uniek en ook internationaal geldig. en werd al in de 18e eeuw ontwikkeld door de Zweedse wetenschapper Carl Linnaeus. Het eerste deel van de naam is de geslachtsnaam. Het verwijst naar de verwantschapsgroep van de vogel. Zo staat Carduelis voor een subgroep van de vinken. Het tweede woord is de echte soortnaam. In ons voorbeeld staat Carduelis carduelis voor de putter. In sommige gevallen geeft een derde naam de ondersoort van de vogel aan.
001_041-Tuinvogels-NL.indd 8
09-12-13 16:34
EEN KLEED VAN VEREN • 9
Metalig blauw glinstert de spiegel van het mannetje wilde eend. Het is het onmiskenbare kenmerk van deze eendensoort.
EEN KLEED VAN VEREN Wat onderscheidt vogels van alle andere dieren in de wereld? Wat is hun meest karakteristieke kenmerk? Juist. Vogels dragen veren. Afgezien van snavel en poten is het hele lichaam ermee omhuld. Het verenkleed houdt de vogel warm, beschermt hem tegen de zon en regen en levert ook de voor de soort kenmerkende vorm en kleuren. En niet in de laatste plaats stellen de veren de vogel in staat te vliegen.
De wonderbaarlijke vogelveer Niet alle veren zijn hetzelfde. Een laag dicht tegen het lichaam bestaat uit zachte, warme donsveren, de bovenste laag bestaat uit gladde, meestal gekleurde contourveren die de vogel zijn silhouet geeft. En – het allerbelangrijkste – bestaat het draagvlak van de vleugel voor het grootste deel uit stevige slagpennen die de vogel in de vlucht ook voortstuwen.
001_041-Tuinvogels-NL.indd 9
09-12-13 16:34
54
â&#x20AC;˘
Kleine karekiet
Acrocephalus scirpaceus
De kleine karekiet is geen tuinvogel in de ware zin van het woord. Zijn wereld bestaat meer uit de rietkragen van vijvers en meren, ook van parkvijvers. Maar als hij van en naar het zuiden trekt, verblijft hij vaak wat langer in parken en tuinen ver van water. Vooral in de lente is zijn gevarieerde zang vaak vanuit struiken in de tuin te horen. De zanger â&#x20AC;&#x2DC;oefentâ&#x20AC;&#x2122; hier dan al wat voor zijn latere prestaties in zijn territorium. Voorkomen â&#x20AC;&#x201A; In de oeverzone van wateren, waar hij door riet en struikgewas hipt; langeafstandstrekker, overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara. Kenmerken â&#x20AC;&#x201A; Kleiner dan een mus, slank, met een langwerpige kop; van boven lichtbruin, van onderen crèmekleurig. Geluid â&#x20AC;&#x201A; Roep is een schor â&#x20AC;&#x2DC;wèdâ&#x20AC;&#x2122; of een kort, hard â&#x20AC;&#x2DC;tsjarrrâ&#x20AC;&#x2122;; zang langzaam en tamelijk rustig zingen, afgewisseld met melodieuze en krassende klanken. Voedsel â&#x20AC;&#x201A; Insecten en hun larven, spinnen, kleine weekdieren. Legsel â&#x20AC;&#x201A; Nest is een van gras en riet geweven kom, die is opgehangen tussen drie of vier rietstengels, meestal boven het water; 3-5 witachtige eieren met forse, groene en grijze vlekken op het stompe uiteinde; vrouwtje en mannetje wisselen elkaar tijdens het broeden af en brengen de jongen gezamenlijk groot; 1-2 broedsels per jaar. Gelijkende soort â&#x20AC;&#x201A; De â&#x20AC;&#x2DC;grote broerâ&#x20AC;&#x2122; van de Verspreiding kleine karekiet is de grote karekiet (Acrocephalus arundinaceus). Terwijl de eerste zijn nest meestal bouwt aan de landzijde van een rietstrook, geeft de laatste de voorkeur aan de waterzijde.
042_113-Tuinvogels-NL-GM.indd 54
09-12-13 16:37
rieTzangers â&#x20AC;˘ 55
Opmerkelijk Zowel de kleine karekiet als de grote karekiet klauteren behendig langs de verticale rietstengels langs het water.
De sierlijke, slechts 10-15 gram wegende kleine karekiet heeft uitgesproken klautervoeten met een relatief lange achterteen met krachtige nagel. Daarmee kan hij veilig langs stengels klimmen zonder ondersteuning van zijn staart.
042_113-Tuinvogels-NL-GM.indd 55
obserVatietijd/broedseizoen J F M A M J J A S O N D
09-12-13 16:37
142
•
Draaihals (§)
Jynx torquilla
Meestal hoor je hem vaker dan dat je hem ziet: de draaihals leeft een vrij onopvallend leven – dat geldt niet voor de luide en typische roep waarmee mannetjes en vrouwtjes hun territorium claimen. Hoewel hij noch op boomstammen rond klautert, noch roffelt, is hij een van de spechten. Net als zijn familieleden brengt hij zijn jongen groot in een nesthol. Dit bezet hij zelfs als het al in gebruik genomen was door een andere vogel – en vaak met brute kracht. Eieren of jonge vogels van de eigenaars worden snel naar buiten gekieperd om vervolgens de eigen eieren in het nest te leggen.
Voorkomen In open bossen, boomgaarden, parken, begraafplaatsen en grote tuinen met volgroeide bomen en zonnige, droge plaatsen die worden bewoond door mieren; overwintert in tropisch Afrika. Kenmerken Iets groter dan een mus, slank, met lange staart en een krachtige snavel; verenkleed met bruin en beige patroon; gezicht met een lange, donkere oogstreep. Geluid Tijdens het broedseizoen een doordringend luide serie ‘gjè-gjè-gjè’-roepen die in toonhoogte stijgen, vaak uitgevoerd in een duet door het mannetje en het vrouwtje. Voedsel Voornamelijk kleine weg- en weidemieren en hun larven en poppen, af en toe andere kleine insecten zoals bladluizen, kleine rupsen en kevers die op de grond worden gezocht en met de lange kleverige tong worden gepakt. Legsel Nest in de boomholtes of nestkasten, zonder of met zeer weinig zelf aangevoerd nestmateriaal; 6-10 (in uitzonderlijke gevallen zelfs meer dan 20) witte eieren, die afwisselend worden uitgebroed door het vrouwtje en het mannetje; ook het grootbrengen van de jongen door beide ouders; 1 -2 broedsels per jaar.
114_165-Tuinvogels-NL-GM.indd 142
09-12-13 16:39
speCHten â&#x20AC;˘ 143
VerspreidinG
Wendehals
Opmerkelijk Als de weinig schuwe vogel zich bedreigd voelt, richt hij zich op, spreidt zijn kop- en staartveren wijd uit en draait met zijn kop en lichaam schokkerig heen en weer. Hij dankt zijn naam aan dit opvallende gedrag.
114_165-Tuinvogels-NL-GM.indd 143
obserVatietijd/broedseizoen J F M A M J J A S O N D
09-12-13 16:39
186
•
Ekster
Pica pica
De ekster heeft geen bijzonder goede reputatie. De Germanen zagen hem als de boodschapper van de doodsgodin Hel, in de middeleeuwen werd hij beschouwd als de heksenvogel en zelfs vandaag de dag geloven velen dat de ‘stelende ekster’ glimmende sieraden en zilveren theelepels zou stelen. Niettemin is toch allang aangetoond dat al het ‘fotografische bewijs’ van nesten met verzamelde buit vervalsingen zijn. Alleen de beschuldiging van nestroverij kan niet weerlegd worden: eksters vullen hun dieet ’s zomers graag aan met de eieren en nestjongen van kleinere zangvogels, wat hen door veel vogelliefhebbers kwalijk genomen wordt. Als je nu weet dat eksters hun partner levenslang trouw blijven, maakt dat ze misschien weer wat sympathieker.
166_215-Tuinvogels-NL-GM.indd 186
Voorkomen In open landschappen met bomen, vooral in cultuurlandschappen, maar ook in dorpen en steden, daar in tuinen, begraafplaatsen en stadsparken, zelfs in groenstroken middenin de grote steden. Kenmerken Vrijwel even groot als een duif, slanke vogel met staart die even lang is als het lichaam; contrastrijk zwart-wit getekend verenkleed, vleugels en staart met een sterke metaalglans. De blauwe en groene glans op de vleugels en de staart is (direct) na de herfstrui het meest uitgesproken.
09-12-13 16:40
krAAien â&#x20AC;˘ 187
Mooi en onmiskenbaar, maar niet erg elegant: de golvende fladdervlucht van een ekster toont wat onhandig.
Geluid Talrijke, luid kekkerende roepen, maar ook een kort en hoog â&#x20AC;&#x2DC;gigâ&#x20AC;&#x2122; en een nasaal â&#x20AC;&#x2DC;gèèèhâ&#x20AC;&#x2122;; zang bestaat uit gebabbel, getjilp en nasale tonen, zacht en onopvallend. Voedsel Uitgesproken alleseter: in de eerste plaats grote insecten en hun larven, wormen, slakken en spinnen, ook eieren en nestjongen van zangvogels, en muizen, in de herfst en winter vruchten en bessen, en het hele jaar aas en afval. leGsel Groot, overdekt takkennest in bomen of hoge struiken, binnenkant aangestreken met klei, daarna zacht gevoerd met mos, haren en veren; 4-7 bleek turkoois-blauwe eieren met dichte, donkere vlekken, worden uitsluitend uitgebroed door het vrouwtje; de jongen worden door beide ouders gevoerd; 1 broedsel per jaar. VerspreidinG
Opmerkelijk
obserVatietijd/broedseizoen J F M A M J J A S O N D
166_215-Tuinvogels-NL-GM.indd 187
Deze zwart-witte vogel met zijn lange staartveren is onmiskenbaar. Op de grond hipt een ekster of hij wandelt met een typische waggelende gang en zijn staart iets opgeheven.
09-12-13 16:40
250 • Register
Aalscholver 246–247
Accipiter gentilis 200–201 Accipiter nisus 198–199 Acrocephalus scirpaceus 54–55 Aegithalos caudatus 72–73 Aix galericulata 234–235 Alauda arvensis 130–131 Alopochen aegyptiacus 238–239 Anas platyrhynchos 9, 11, 15, 228–229 Anser anser 242–243 Anser indicus 240–241 Appelvink 126–127 Apus apus 138–139 Ardea cinerea 248–249 Asio otus 208–209 Athene noctua 206–207 Aythya fuligula 230–231
Barmsijs 22, 104–105
Blauwborst 98-99 Blauwe kiekendief 196-197 Blauwe reiger 248–249 Boerenzwaluw 68–69 Bombycilla garrulus 24, 128–129 Bonte vliegenvanger 19, 96–97 Boomklever 18, 19, 29, 84–85 Boomkruiper 66–67 Bosuil 18, 204–205 Braamsluiper 58–59 Branta canadensis 236–237 Buizerd 202–203 Buteo buteo 202–203
Canadese gans 236–237
Carduelis cannabina 106–107 Carduelis carduelis 29, 108–109 Carduelis chloris 6, 14, 15, 31, 33, 118–119 Carduelis flammea 22, 104–105 Carduelis spinus 102–103 Certhia brachydactyla 66–67 Ciconia ciconia 214–215 Circus cyaneus 196-197 Coccothraustes coccothraustes 126–127 Columba livia forma domestica 29, 176–177 Columba oenas 178–179 Columba palumbus 180–181 Corvus corone 192–193
250_256-Tuinvogels-NL.indd 250
Corvus frugilegus 190–191 Corvus monedula 188–189 Cuculus canorus 182–183 Cygnus olor 244–245
Delichon urbica 24, 70–71
Dendrocopos major 19, 29, 144–145 Dodaars 226-227 Draaihals 142–143 Dryobates minor 29, 146–147 Dryocopus martius 29, 170–171
Ekster 186–187 Emberiza citrinella 10, 116–117 Emberiza schoeniclus 136-137 Erithacus rubecula 14, 19, 20, 29, 35, 88–89 Europese kanarie 100–101 Falco tinnunculus 194–195
Fazant 212–213 Ficedula hypoleuca 19, 96–97 Fitis 25, 52–53 Fringilla coelebs 14, 22, 31, 33, 120–121 Fringilla montifringilla 24, 122–123 Fulica atra 222–223
Gaai 184–185
Gallinula chloropus 224–225 Garrulus glandarius 184–185 Geelgors 10, 116–117 Gekraagde roodstaart 14, 25, 92–93 Gele kwikstaart 132-133 Gierzwaluw 138–139 Glanskop 19, 31, 74–75 Goudhaan 48–49 Goudvink 22, 31, 124–125 Grasmus 64–65 Grauwe klauwier 140–141 Grauwe vliegenvanger 18, 19, 94–95 Groene specht 29, 168–169 Groenling 6, 14, 15, 31, 33, 118–119 Grote bonte specht 19, 29, 144–145 Grote lijster 158–159
Halsbandparkiet 148–149 Havik 200–201 Heggenmus 19, 29, 86–87 Hippolais icterina 56–57
09-12-13 16:34
256 • Colofon
Dit boek is gepubliceerd door Tirion Uitgevers Postbus 13288 3507 LG Utrecht www.tirion.nl Omslagontwerp: Aperta, www.aperta.nl Vertaling en zetwerk Nederlandse editie: Ger Meesters Boekproducties ISBN 978 90 5210 926 8 NUR 435 Voor het eerst gepubliceerd in Duitsland in 2013 door Gräfe und Unzer Verlag GmbH, München Oorspronkelijke titel: Gartenvögel © 2013 Gräfe und Unzer Verlag GmbH, München © 2014 voor de Nederlandse taal: Tirion Uitgevers, Utrecht Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, photocopy, microfilm or any other means without prior written permission from the publisher.
250_256-Tuinvogels-NL.indd 256
09-12-13 16:35
Aangepast aan de aard van hun voedsel hebben vogels allerlei verschillende snavelvormen ontwikkeld. Hier een selectie:
dolkvormige snavel, bijv. van reigers of ooievaars, waarmee ze hun prooi doorboren.
Elke dag kun je tientallen vogels tegenkomen in het park, het bos of gewoon in je achtertuin. Met dit handige boekje leer je de 100 meest voorkomende soorten herkennen. Aan de hand van de specifieke kenmerken, maar ook de geluiden, het voedsel en het broedgedrag. Elke beschrijving wordt aangevuld met een kaartje waarop je kunt zien of ze hier alleen te gast zijn of ook broeden, en er is een handige aanduiding van de maand waarin je ze hier kunt verwachten. Inclusief tips en informatie over hoe je meer vogels in je tuin kunt krijgen; bijvoorbeeld over vogelvriendelijk tuinieren, soorten voer, nestkasten, broedgedrag, uitvliegen en vogeltrek.
▶ De 100 meest voorkomende vogelsoorten ▶ Geordend naar grootte ▶ Met schitterende foto’s en heldere verspreidings kaartjes
▶ Handig formaat, ideaal om mee naar buiten te nemen! haaksnavel van roof vogels, valken en uilen voor het doden en ver scheuren van de prooi
wigvormige, scherp gerande snavel van de ganzen voor het grazen van gras
De 100 en e soort t s i o o m en in tuin park
IN EN ROND DE TUIN
TIRION NATUUR
~<(st!p#=bajcgi<
Zo vind je je weg In het determinatiedeel zijn de tuinvogels in vier kleurgroepen ingedeeld.
Vogels tot de grootte van een mus (9 tot 14 cm) Blz. 42–113
Tot de grootte van een merel (15 tot 25 cm) Blz. 114 –165
Groter dan een merel (vanaf 26 cm) Blz. 166 –215
Watervogels in het park Blz. 216 –249
In samenwerking met Vogelbescherming Nederland en Natuurpunt www.tirion.nl www.vogelbescherming.nl www.natuurpunt.be
TIRION NATUUR
brede, vlakke slobber- kegelvormige snavel snavel van eenden van zaadeters
vogels
IN EN ROND DE TUIN
dunne, fijne snavel van insecteneters
genieten van vogels begint in en Rond je eigen tuin!
vogels
Snavelvormen
TIRION NATUUR