Jolina Petersheim heeft net als haar man een mennonitische achtergrond, maar maakt geen deel meer uit van de gemeenschap. Haar debuut De verstotene is een moderne hervertelling van de Amerikaanse klassieker The Scarlett Letter van Nathaniel Hawthorne.
Verstotene
Wanneer het leven van Rachels kindje gevaar loopt, moet er een keuze gemaakt worden die de waarheid aan het licht brengt en voorgoed de levens zal veranderen van iedereen in Copper Creek.
De
Rachel Stoltzfus is tevreden met haar leven in een mennonietengemeenschap, totdat ze ongehuwd zwanger raakt en het mikpunt wordt van roddel en spot. Ze weigert schuld te belijden en verzwijgt de naam van de vader. Het gevolg is dat ze met de nek wordt aangekeken door de mensen van wie ze juist zoveel houdt. Wanneer haar tweelingzus Leah niet herstelt van een bevalling, geeft haar echtgenoot Rachel daarvan de schuld en als bisschop dwingt hij haar de gemeenschap te verlaten.
JOLINA PETERSHEIM
Het aangrijpende verhaal van hypocrisie en vergeving in een gesloten religieuze gemeenschap
Dit boek mag je niet missen! Het neemt je mee in een wereld van zonde en ongevoeligheid, en laat je verheugd achter over de bevrijding van een mens. – Julie Cantrell, auteur van Het lied van de bomen
De
Verstotene ROMAN
ISBN 978 90 297 2335 0 / NUR 302
9 789029 723350 www.uitgeverijvoorhoeve.nl
JOLINA PETERSHEIM
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 3
Jolina Petersheim
De verstotene Roman Vertaald door Marijne Thomas
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 4
© Uitgeverij Voorhoeve – Utrecht, 2014 Postbus 13288, 3507 LG Utrecht www.kok.nl www.puurvandaag.nl Oorspronkelijk verschenen onder de titel The Outcast bij Tyndale House Publishers, Inc., Carol Stream, Illinois, USA. © Jolina Petersheim, 2013 Vertaling LOS!, Marijne Thomas Omslagillustratie Aaron Mason/Getty Images, Tyndale House Publishers Omslagontwerp Hendriks grafische vormgeving Opmaak binnenwerk ZetSpiegel, Best ISBN 978 90 297 2335 0 ISBN e-book 978 90 297 2336 7 NUR 302 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 7
1
Rachel Mijn gezicht gloeit onder honderd starende blikken. Niemand kijkt omlaag, naar Amos Kings handgemaakte kist, want iedereen kijkt naar mij. Zelfs Tobias kan zijn walging niet verbergen als hij zijn hand naar me uitsteekt en dan pas beseft dat die hand niet op weg is naar zijn engelachtige echtgenote, die te zwak is om te komen, maar naar haar gevallen tweelingzus. Hij trekt de aangereikte hand weer terug, veegt zijn knokkels langs zijn jasje alsof hij ze schoon wil boenen, en verbergt de hand vervolgens onder zijn Bijbel. Al die tijd blijven zijn donkere ogen strak op mij gericht, tot Eli een kreun produceert die de nieuwe bisschop weer bij zinnen brengt. Tobias schraapt zijn keel en leest verder uit zijn Duitse Bijbel: ‘Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods…’ Ik kan het niet laten te luisteren naar een zo goed gekozen vers, ondanks de persoon die het voorleest. Het voelt alsof ik zelf door een dal des doods loop, ook al gaapt het nieuwe leven, mijn kind, tegen mijn ribbenkast. Ik wieg hem zachtjes 7
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 8
op en neer tot de strenge streep van zijn mond in een grijns verandert.Vervolgens laat ik mijn blik langs het gat in de grond omhoog glijden, in de starende, honingkleurige ogen van Judah King. Ze staan vriendelijker dan die van zijn oudere broer Tobias: ze oordelen niet, herbergen alleen een sluier van verwarring, die niet dik genoeg is om de pijn van zijn onbeantwoorde liefde te verhullen, een liefde die ik al sinds mijn jeugd ontken. Ik laat mijn blik weer zakken en herinner me hoe mijn vlechtjes vroeger achter mij aan dansten als ik op blote voeten over de met gras bedekte heuvel naar de tien jaar oude Judah holde. Ik weet nog hoe hij dan ‘Springa! Springa!’ riep, en ik in plaats van me te laten vangen door Leah of Eugene of wie me ook achterna zat, naar onze veilige uitvalsbasis, naar de veilige Judah rende. We slopen beiden weg van onze onvoltooide huishoudelijke taakjes en gingen in de melkstal met onze bezwete ruggen tegen de koele melktanks zitten. Judah reikte me dan melk in een jampot aan; ik nam een slok, las een bladzijde in de Hardy Boys of de Boxcar Children en gaf hem dan zijn verboden boek en jampot terug. Op die middagen leerde Judah me veel beter en veel eerder Engels praten, schrijven en lezen dan onze Old Ordermennonitische onderwijzers ooit hadden gekund.Terwijl onze vriendjes zich in Pennsylvania-Duits onderhielden, koesterden Judah en ik onze eigen geheime taal, waarin hij vaak bekende hoe wanhopig graag hij deze wereld wilde verlaten voor die zoveel grotere daarbuiten. Een wereld die hij alleen nog maar had kunnen verkennen door de boeken die hij op de markt kocht als zijn vader even niet oplette en las tot de bladzijden plakkerig waren van het zweet van talloze keren verboden omslaan. De zomer ging langzaam over in de herfst tegen de tijd dat mijn mamm, Helen, onze schuilplaats ontdekte. Judah en ik 8
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 9
waren net teruggekomen van zandkastelen bouwen langs de oevers van de Kings-vijver, toen ze uit de felle zon in de schaduw van de schuurdeur kwam staan en ons daar aantrof, naast de melktanks, met het vijfde boek uit de Boxcar Childrenserie op schoot.We waren allebei zo vies dat de jampot waaruit we dronken inmiddels voorzien was van een lippenstiftrand van modder. Tot aan onze ellebogen waren we echter brandschoon, omdat Judah bang was dat we de bladzijden van zijn dierbare boek zouden beschadigen als we onze handen en armen niet eerst schoonboenden. Die middag hoefde mijn moeder alleen maar in de opening van de schuur te staan en met haar knobbelige wijsvinger (knobbelig sinds hij vast was komen te zitten in de graanmolen toen ze nog klein was) te wijzen, of ik sprong al met een rood hoofd overeind. Uren en dagen lang zat mijn maag in een enorme knoop. Ik ging ervan uit dat als mijn dawdy terug zou komen van de New Holland-paardenveiling, hij mij mee zou nemen naar de schuur om me een pak slaag te geven. Maar dat deed hij niet. Tot op de dag van vandaag weet ik niet of mamm hem verteld heeft hoe ze Judah en mij had betrapt, dicht naast elkaar gezeten en lezend in onze Englischer boeken. Ik vermoed dat ze ons plekje geheimhield omdat ze de wortel van deze net opgekomen vriendschap niet wilde verstoren – ze hoopte stiekem dat die op een dag tot een volwassen liefde uit zou groeien. En aangezien mijn mamm zo op zichzelf was als een vrouw in een kleine gemeenschap maar kan zijn, heb ik nooit geweten dat ze er zo over dacht, tot ik haar negen jaar later schreef om haar te laten weten dat ik zwanger was. Twee dagen nadat ze de brief had gekregen, arriveerde ze, alleen en met een verwilderde blik in haar ogen. Nadat ze uit de bus was gestapt die haar op een twaalf uur durende reis 9
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 10
van Pennsylvania naar Tennessee had gebracht, liep ze met me de witte boerderij van Leah en Tobias in, de trap op naar mijn slaapkamer, en vroeg gehaast: ‘Is Judah de vadder?’ Ik keek haar geschokt een moment lang aan en schudde toen mijn hoofd. Ze pakte me bij de schouders en kneep erin tot het zeer deed. ‘Als hij het niet is, wie dan wel?’ ‘Dat kan ik niet zeggen.’ ‘Wat bedoel je, dat kan je niet zeggen? Rachel, ik ben je mudder. Je kunt me vertrouwen, goed?’ ‘Sommige dingen hebben niet met vertrouwen te maken,’ fluisterde ik. Haar blauwe ogen werden smaller terwijl haar blik zich in de mijne boorde. Ik wilde wegkijken, maar kon het niet. Ik was dan misschien al negentien, maar voelde me weer een klein kind, alsof ze nog steeds het vermogen bezat precies te weten wanneer ik iets verkeerds had gedaan en met wie. Uiteindelijk liet ze me los en depte haar tranen met die knobbelige wijsvinger aan haar linker hand. ‘Je gaat het niet makkelijk krijgen,’ fluisterde ze. ‘Dat weet ik.’ ‘En je zult het alleen moeten doen. Je dawdy zal niet toestaan dat je terugkomt… niet… zo.’ ‘Dat weet ik ook.’ ‘Heb je het Leah al verteld?’ Ik schudde weer mijn hoofd. Mijn mamm drukte haar hand tegen de meloen van mijn buik alsof ze keek hoe rijp hij was. ‘Ze komt er gauw genoeg achter.’ Mamm zuchtte. ‘Hoe ver ben je? Drie maanden, vier?’ ‘Drie.’ Ik durfde haar niet aan te kijken. ‘Verberg het nog twee maanden. Tot Leah en haar kindje sterker zijn. En ondertussen moet je een eigen plek zien te vinden. Tobias zal je hier niet willen houden.’ 10
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 11
‘Maar waar moet ik dan naartoe? Wie neemt me zo?’ Zelfs in mijn wanhopige toestand verafschuwde ik de paniek die in mijn stem doorklonk. Mijn mamm moet er net zo over hebben gedacht. Haar neusvleugels trilden toen ze me toebeet: ‘Dat had je eerder moeten bedenken, Rachel! Haastig gezondigd, lang berouwd!’ Dit gesprek tussen mijn moeder en mij vond acht maanden geleden plaats, maar ik had nog steeds geen plek om te wonen. Hoewel de mennonieten niet aan mijding doen zoals voorgeschreven in de Amish Ordnung, wordt iedereen die lid is van de Old Order-mennonieten zoals ik en vervolgens buiten de gedragsregels valt zonder afdoende berouw te tonen, nog altijd behandeld als een leproos. En daarom begon de Copper Creek-gemeenschap, die mij met open armen had verwelkomd toen ik hier gearriveerd was om mijn bedlegerige zus te verzorgen, zich terug te trekken toen de bolling van mijn buik zichtbaar werd. Ik wist dat mijn kind en ik onze onzekere toekomst alleen tegemoet moesten treden. Tobias, die gevoeliger was voor wat de gemeenschap vond dan hij wilde toegeven, zou mij en mijn buitenechtelijke kind zeker op straat hebben gezet, als daar niet zijn vrouw was geweest. Nacht na nacht kon ik mijn zus in hun slaapkamer naast de mijne horen, Tobias smekend zoals ook Esther de koning had gesmeekt, om me mijn zonden te vergeven en me onder hun dak bescherming te bieden – in elk geval tot mijn kind was geboren. ‘Tobias, alsjeblieft,’ pleitte ze met haar hoge, zachte stem. ‘Als je het niet voor Rachel wilt doen, doe het dan voor mij!’ Woelend onder mijn quilt begroef ik mijn hoofd onder het kussen en stelde me haar gezicht voor terwijl ze haar smeekbedes tot haar man richtte: wit als het laken waar ik op lag, haar wangen en slapen hol, aanvankelijk van de ochtendmisselijkheid en later – na Jonathans afschuwelijke geboorte – 11
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 12
van de spoedkeizersnee die haar weer tot het bed veroordeelde waaruit ze nog maar net bevrijd was. Hoewel ik uiterlijk alles over mijn tweelingzus weet – want in dat opzicht lijken zij en ik sprekend op elkaar – kon ik, luisterend naar het gekibbel tussen Leah en haar man, onze innerlijke verschillen niet begrijpen. Ze was onzelfzuchtig als geen ander, een karaktertrek waar ik ooit vreselijk misbruik van maakte. Ze nam altijd de kippenpoot en gaf mij dan de filet, ze sliep altijd aan de buitenkant van het bed hoewel ze zich aan de muurkant veiliger voelde, ze liet me altijd haar nieuwe jurken dragen tot ze al aan de zomen begonnen te rafelen. Toen kwam de ultieme test: op haar achttiende trouwde Leah met Tobias King. Niet uit liefde, zoals ik van een potentieel huwelijk toch wel had geëist, maar uit plichtsgevoel. Tobias’ vrouw was vijf maanden na de geboorte van hun dochter Sara overleden, en Tobias had een mudder nodig om voor de pasgeborene en diens drie broertjes en zusjes te zorgen. Jaren geleden hadden wij naast de Kings gewoond. Ik vermoed dat, toen Tobias besefte dat hij de vrouw die hij had verloren moest vervangen, hij zich mijn meegaande, lieve zus herinnerde. Hij schreef haar met de vraag of ze bereid zou zijn een man te huwen die twaalf jaar ouder was en naar een plek te verhuizen die net zo goed het buitenland had kunnen zijn. Ik vraag me vaak af of Leah ja zei tegen weduwnaar King omdat haar onbaatzuchtigheid haar niet toestond nee te zeggen. Waarschijnlijk zag ze elke keer − als ze zich voorstelde nee te zeggen en te wachten op een verbintenis met iemand die ze daadwerkelijk liefhad − vier moederloze kinderen voor zich in Tennessee, met de donkere huid en de hoekige bouw van de Kings. Waarschijnlijk werd haar hart dan vervuld met medelijden en was ze ervan overtuigd dat ze een volstrekt vreemde moest trouwen. 12
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 13
Ergens denk ik dat Leah ook wel wist dat zich niet snel weer een kans zou voordoen te ontsnappen aan ons gele huis aan Hilltop Road. Ik verlangde nooit naar aanbidders, dus dat lot joeg mij geen angst aan, maar ik had dan ook nooit getrild voor een andere man dan mijn vader. Zolang als ik mij kon heugen deed Leah dat wel, en ik herinner me hoe ik haar handen van mijn onderarmen moest losmaken toen de huwelijksdag zijn einde naderde en mamm en ik haar voorbereidden op de laatste verbindingsceremonie tussen haar en Tobias. ‘Ach, Rachel,’ stamelde ze; haar donkerblauwe ogen zwommen in tranen. ‘Ik… kan het niet.’ ‘Dommerdje,’ antwoordde ik, ‘natuurlijk wel! Er is nog nooit iemand doodgegaan aan een huwelijksnacht, en als al deze kinderen een teken zijn, dan durf ik te beweren dat de meesten het zelfs wel prettig vinden!’ Het was een genot om te zien hoe de bleke wangen van mijn zus begonnen te gloeien van gêne, en die nacht vermoedelijk van nog iets heel anders. Twee maanden later schreef ze ons om te vertellen dat ze in verwachting was – van Tobias’ kind – maar dat er complicaties waren. Ze vroeg ook of ik het heel erg zou vinden bij hen in te trekken tot de baby er was. Tobias is inmiddels klaar met het voorlezen uit de Psalmen. Hij sluit zijn zware Bijbel en buigt het hoofd. De gemeente volgt zijn voorbeeld.Vijf hele minuten lang wordt er niet gesproken, maar ieder van ons wordt geacht in stilte te bidden. Ik wil wel bidden, maar ik vind het gecombineerde vocabulaire van het Engels en Pennsylvania-Duits niet toereikend voor alle weerbarstige emoties die ik voel. Ik sluit daarom maar gewoon mijn ogen en luister hoe de wind zijn vingertoppen door het herfstgebladerte van de bomen laat gaan, op de melodie van de sneeuwganzen die zuidwaarts trekken, de 13
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 14
paarden die op het kerkplein staan te stampvoeten, verlangend naar het moment dat ze bevrijd worden van hun onhandige koetsjes en terug mogen naar hun lekkere stal. Hoewel Tobias geen teken heeft gegeven, weet iedereen wanneer de tijd om is en heft zijn of haar hoofd. De mannen slaan touwen om Amos’ kist, schuiven de houten panelen weg die de kist boven het gat in de aarde deden zweven, en laten hem langzaam in zijn graf zakken. Ik kan de tranen die zich in mijn ogen vormen terwijl die houten kist aan zijn schokkerige reis naar het duister begint, niet verklaren. Ik kende Amos King niet goed genoeg om te rouwen om de man, maar ik weet wel dat het een goed mens was, een rechtvaardig man die mij mededogen had betoond zonder vragen te stellen. Nu zijn zoon zijn taak als bisschop van Copper Creek heeft overgenomen, vrees ik dat het met dat mededogen is gedaan. Misschien zijn de tranen meer voor mezelf en mijn kind dan voor de man die zojuist dit leven achter zich heeft gelaten.
Amos Ik had nooit gedacht dat ik op de dag van mijn eigen begrafenis zou genieten − en toch is dat precies wat er nu gebeurt. Voor mijn haus, dat van top tot teen is schoongeboend door mijn zussen, kijk ik toe hoe mijn kleinzoons hun zorgen van zich af werpen als een oud kledingstuk en rond beginnen te rennen met het enthousiasme van een stel jonge honden. Nog voor je tot zehn hebt kunnen tellen, zijn de knieën van hun broek al bruin van het vuil en duikelen hun strooien hoeden met zwarte band over het erf, waardoor hun dunne haartjes, niet langer gevangen onder de hoofddeksels, voor hun ogen vallen. 14
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 15
Als de moeders, tantes en zussen van deze jongens hen nu konden zien, zouden ze hun vingers bestraffend zwaaien en met hun tong klikken. Maar ze kunnen ze niet zien. Ze hebben het te druk met het aansnijden van de schunke en het pletten van de grummbeere, met het stijf kloppen van eiwitten voor de meringues en het serveren van de ingemaakte groenten in kristallen kommen. Mijn vrouw schuift een ontsnapte haarlok onder haar zwarte kapp en buigt voorover om een apfelstrudel in de kochoffe te schuiven. Als ik de kans kreeg, zou ik die zwarte kapp en haar gebedsmuts achterover schuiven en elke zilveren lok met kussen bedekken. Ik stel me voor hoe Verna zou mopperen en me uit de keuken zou jagen, maar haar donkere ogen zouden glimmen van blijdschap omdat ze bemind werd door een man die niet langer bang was dat te tonen. Ik stel me ook voor hoe ik naar mijn drie dochters zou gaan – Irene, Mary en Ruth die nu chocoladetaartjes versieren met room − en hen zou knuffelen. O, wat zou ik ze knuffelen! Al die jaren als echtgenoot en vader stond mijn stijve Duitse opvoeding mij niet toe hun mijn liefde te tonen, want ik ging ervan uit dat de gemeenschap een dergelijk fysiek vertoon ongepast zou vinden. Maar nu mijn sterfelijke ogen plaats hebben gemaakt voor iets hemelsers, zie ik hoe mijn dochters al die tijd verlangden naar mijn aanraking, tot ze vrouwen waren geworden die het niet meer verwachtten. Het gekissebis tussen mijn vrouw, zussen en dochters terwijl ze alles klaarmaken voor het avond-esse, verzekert me dat het wel weer goed zal komen met hen, ook al zijn hun oogleden nu nog dik van de tranen en is hun borstkas nog zwaar van verdriet. De enige om wie ik me zorgen maak, is Rachel Stoltzfus. Ze is geen directe familie, maar ik zou graag iets willen doen om de pijn te verlichten die haar gezicht tekent, want ik voel me er verantwoordelijk voor. 15
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 16
Toen de hitte van een typische Tennessee-zomer het Rachel niet langer mogelijk maakte haar buitenechtelijke zwangerschap onder een sjaal te verbergen, hoorde ze opeens bij dat handjevol mensen dat nog wel in de kerk komt, maar buiten de normen van de gemeenschap leeft. De gemeente trok haar handen, zoals de mensen van de generaties voor hen hadden geleerd, van Rachel af zodat ze de dwalingen van haar pad zou inzien, om vergiffenis zou vragen en dan weer bij de kudde terug zou kunnen keren. Ik heb mezelf altijd als een gezegend mens beschouwd, omdat ik niet een gemeente hoefde te leiden die mijding afdwong. Maar nu ik alles vanaf dit hogere punt kan aanschouwen, vraag ik me af of mijding misschien niet toch makkelijker is voor de persoon die erdoor wordt getroffen. Zonder mijding weet Rachel niet wat haar plaats is, en de gemeenschap weet niet waar ze haar moet plaatsen. De gemeenteleden kunnen niet wreed zijn – dat zou onchristelijk zijn – maar kunnen haar evenmin tolereren in de buurt van de jonge mannen en vrouwen die nog niet tot de kerk zijn toegetreden en nog altijd verleid zouden kunnen worden dit simpele leven te verlaten voor de glamour van de Englischer wereld.
Rachel Eli en ik nemen plaats aan het uiteinde van een van de vijf tafels. Hoewel ik geen trek heb, weet ik dat ik wat moet eten, zodat mijn lichaam genoeg melk kan produceren om mijn hongerige kind te voeden. Ik geef hem een vingertop, zodat hij kan zuigen en zijn verkreukelde gezicht ontspant, totdat hij beseft dat er niets uit komt. Zijn lichaam in de cocon van lakentjes verstijft, zijn gezicht betrekt en zijn mond splijt open in een stille, gefrustreerde jammerklacht. Vervolgens hapt hij 16
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 17
naar adem, en o, wat een adem! Het hele huis lijkt te vibreren door de intensiteit van zijn uithalen, en het verbaast me opnieuw hoeveel herrie er uit zo’n klein mensje kan komen. Ik leg hem tegen mijn schouder en zing het wiegeliedje dat mijn mamm altijd voor Leah en mij zong: ‘Schlaf, Kindlein, schlaf. Der Vater hüt die Schaf’; die Mutter schüttelt’s Bäumlein, da fällt herab ein Träum’lein. Schlaf, Kindlein, schlaf!’ Ik streel zijn donzige haartjes en klop hem troostend op de billen, maar het helpt allemaal niets.Terwijl ik mijn benen over de houten bank wurm zodat ik naar een andere kamer kan gaan en de anderen niet langer stoor, voel ik een hand over mijn schouder glijden. Ik draai me om en kijk in het lachende gezicht van Judah King. ‘Geef hem maar,’ zegt hij. ‘Dan kun jij eten.’ Ik werp een blik op de lange rij tafels geflankeerd door de familie en vrienden van mijn zus, die ons allemaal aankijken met een alwetende glinstering in hun ogen. ‘Nee,’ fluister ik, ‘dat levert geklets op.’ Judah haalt zijn schouders op. ‘Wat kan mij dat schelen? Ze kletsen toch wel.’ Met de nodige tegenzin reik ik hem Eli aan. Mijn ogen vullen zich met tranen bij de aanblik: mijn kind tegen die sterke mannenborst. Ik weet dat Eli dat gevoel van mannelijke veiligheid niet vaak zal ervaren. Judah gaat op de bank tegenover me zitten. Ik wil niemand het plezier gunnen dat ik nog een blik op ze werp, maar diep vanbinnen stuitert mijn hart tegen mijn ribben. ‘Waar ben je mee bezig?’ fluister ik, mijn blik strak op mijn bord gericht. ‘Ze zullen je goede naam besmeuren als je bij me zit.’ Judah scheurt een stuk van mijn brot af en stopt het in zijn mond. Kauwend zegt hij: ‘Wie maakt zich nou druk om een goede naam?’ 17
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 18
‘Jij, als de jouwe eenmaal bezoedeld is.’ ‘Kan het jou iets schelen?’ Ik knik, maar kijk hem niet aan. De ananasjus, die in een plas op de schunke en de gemaesche grummbeere ligt, begint een vel te krijgen. ‘Ja, mij kan het iets schelen,’ zeg ik. ‘Maar niet voor mezelf.Voor hem.’ Even kijk ik op, lang genoeg om naar Eli te knikken. ‘Waarom gaan jullie dan niet weg?’ ‘Waar naartoe dan wel?’ antwoord ik vinnig. ‘Weet ik het? Terug naar Lancaster?’ ‘Ik kan niet nog meer schaamte over mijn ouderlijk huis brengen door onder hun dak een vaderloos kind op te voeden. Bovendien, mijn dawdy zal me nooit toestaan terug te keren.’ Judah kreunt. Vervolgens zegt hij: ‘Waarom gaan we niet gewoon weg?’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Jij en ik, we zouden de kerk kunnen verlaten.’ De hoop doet mij mijn ogen opslaan en ik kijk in Judahs ogen; niets wijst erop dat hij me zit te plagen. ‘Maar waarom? Waarom stel je dat voor?’ Hij kijkt omlaag naar Eli, die zijn vingers om zijn gezicht heeft gekruld. ‘Omdat niemand op een plek zou moeten leven waar hij niet welkom is.’ ‘O, Eli zal best welkom zijn. De gemeenschap zal hem heus niet straffen voor mijn zonden.’ ‘Dat bedoel ik niet. Ik zeg dat jíj niet op een plek zou moeten leven waar je niet welkom bent.’ ‘Zo mogen we niet praten,’ zeg ik. ‘Ik kan niet zomaar met je weglopen. Ik… ik kan het niet.’ Judah King strekt zijn hand naar me uit en kijkt dan naar de plek waar zijn broer aan tafel zit en ons gadeslaat, met afkeuring in zijn ogen. Judah trekt zijn hand terug, net zoals 18
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 19
Tobias eerder bij de begrafenis deed. Op zijn kaak zie ik een ader kloppen. ‘Ik bedoelde niet weglopen; ik bedoelde trouwen.’ ‘Zodat je een eerbare vrouw van me kunt maken?’ ‘Nee, Rachel. Zodat ik je míjn vrouw kan maken.’ Ik wijs naar het bundeltje dat tegen zijn borstkas ligt. ‘Ben jij bereid Eli’s vader te zijn, hoewel je niet weet wie de echte vader is?’ ‘Zou je me dat niet vertellen als we eenmaal getrouwd zijn?’ ‘Nooit. Dat is een geheim dat ik mee het graf in neem.’ ‘Nooit?’ Judah leunt achterover en kijkt me aandachtig aan. ‘Je gaat het nooit zeggen?’ ‘Nee.’ Hij knikt. ‘Goed, die beslissing kan ik respecteren, maar ik wil dat je weet dat het mijn voorstel niet verandert. Over een maand verlaat ik Copper Creek. Ik hoop dan je antwoord te hebben.’ ‘Ik kan niet beloven dat ik het dan heb.’ ‘Dat weet ik. Ik heb je niet gevraagd iets te beloven.’ Hij loopt om de bank heen naar me toe en geeft me mijn zoon terug. In een paar minuten tijd zijn mijn armen Eli’s warme gewicht al ontwend. Terwijl ik zie hoe Judah King zijn ouderlijk huis met rechte rug verlaat, stel ik me voor hoe het zou zijn de last van de opvoeding van dit kind te kunnen delen. Zelfs al is het met een man van wie ik nooit zal kunnen houden.
19
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 20
2
Amos ‘Judah!’ Tobias’ stem zigzagt als een bliksemschicht over de vloer. Terwijl mijn jongste de voordeur dichtdoet en zijn jas en hoed laat zakken, flikkert er in zijn ogen iets wat sterker is dan frustratie maar zwakker dan woede. Misschien loopt hij daarom niet de kamer in waar de schreeuw vandaan kwam; hij loopt door naar de keuken om mijn vrouw op haar wang te kussen. Haar ronde gezicht straalt van liefde, en ze steekt haar hand uit naar het koekblik boven de kochoffe om Judah twee stroopkoeken te geven. ‘Wil je er millich bij?’ vraagt ze, alsof onze jongste twee is in plaats van twintig. Judah schudt zijn hoofd en grijnst tot zijn ogen fonkelen en zijn wangen twee kuiltjes vertonen. Hij geeft de koeken terug aan zijn moeder, slaakt een diepe zucht en loopt mijn werkkamer in. ‘Ja?’ vraagt hij nog voor hij zijn broer ziet. ‘Wat wil je?’ Tobias’ lippen veranderen in een strakke lijn. Hij legt zijn 20
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 21
handen op mijn oude bureau en zegt: ‘Ik wilde alleen even weten hoe het met je gaat. Je ging vroeg weg bij het eten.’ ‘Aangezien het dawdy’s begrafenis was, ging ik ervan uit dat mensen wel zouden begrijpen dat ik niet zo’n trek had.’ ‘Ja, dat is ook begrijpelijk. Maar het is niet begrijpelijk waarom je met Rachel Stoltzfus praatte.’ Judah leunt tegen de deurpost. ‘Ik vind het veel onbegrijpelijker dat niemand met Rachel Stoltzfus praat.’ ‘Ze heeft een buitenechtelijk kind. Moet ik het je echt nog uitleggen?’ ‘Eerlijk gezegd,’ antwoordt Judah, ‘moet je dat, ja. Het lijkt mij overduidelijk dat ze dat kind niet in haar eentje heeft verwekt. Waarom worden er geen maatregelen getroffen om te achterhalen wie de vader is?’ ‘Omdat dat moeilijk kan worden. Wie zegt bovendien dat ze maar met één man is geweest?’ De hoeken van het gezicht van mijn jongste zoon worden scherper; de handen die tot nu toe langs zijn lijf bungelden, veranderen in vuisten. ‘Ik zeg dat, omdat ik haar ken.’ Met zijn hoofd schuin laat Tobias een vinger tegen zijn schedel rusten en begint te grijnzen. ‘Is dat zo, Judah? Jullie waren nog maar kinderen toen we verhuisden. In tien jaar tijd kan er veel gebeuren. Mensen kunnen veranderen.’ Judah kijkt hem recht in de ogen en zegt: ‘Dat hoef je mij niet te vertellen.’ Tobias’ glimlach sterft weg. Hij vouwt zijn handen weer. ‘Waarom verdedig je haar? Speelt er iets tussen jou en Rachel wat ik moet weten?’ ‘Nee,’ antwoordt Judah en houdt zijn ogen strak gericht op het vloerkleed onder mijn bureau. ‘Tussen ons is het nooit meer dan vriendschap geweest.’ ‘Dat is een hele opluchting.’ 21
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 22
Judahs hoofd schiet omhoog. ‘Waarom? Dacht je serieus dat ik Eli’s vader zou kunnen zijn?’ ‘Dat is de afgelopen maanden weleens bij me opgekomen, ja. Een blind paard ziet nog dat je gek op haar bent.’ ‘Dan zul je nu denken dat ik nog gekker ben: ik heb haar vandaag gevraagd mijn vrouw te worden, en ze zei dat ze me snel haar antwoord zal geven.’ ‘O Judah,’ verzucht Tobias, ‘het is niet waar.’ Judah loopt naar mijn bureau en plant zijn handen op het geoliede hout. ‘Jawel, dat is wel waar. Iemand moet iets voor die vrouw doen, en die iemand ben ik.’ ‘We hebben het hier niet over een goed doel! Het gaat om een huwelijk!’ Judah drukt zijn handpalmen zo hard op het bureaublad dat de aderen op zijn handen duidelijk zichtbaar zijn. ‘Ik weet precies waar we het over hebben!’ ‘Nee, dat weet je niet! Je bent twintig en je woont nog steeds bij je mudder!’ ‘Ja, en jij bent tweeëndertig en neemt nu pas het stokje van je vadder over!’ Het is zo pijnlijk dit gesprek tussen mijn zonen te aanschouwen, dat ik wel zou willen dat ik erbij weg kon lopen. Tobias bijt zijn tanden op elkaar en sist: ‘Ik verbied het je. Nu dawdy er niet meer is, ben ik de bisschop hier en ik weiger jouw verbintenis met Rachel in te zegenen.’ ‘Jij zou toch niet degene zijn die ons trouwt! Als ze ja zegt, verlaten we de kerk. Ik peins er niet over Rachel en Eli nog langer te onderwerpen aan de wrede manier waarop deze gemeenschap met haar omgaat!’ Tobias kijkt uit het raam. De lucht is zo donker en er zijn zo weinig sterren, dat ik weet dat hij niets ziet. En toch blijft zijn blik strak op de duisternis gericht terwijl hij zegt: ‘We zijn allebei moe, we zijn allebei in rouw. Ik vrees dat we als 22
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 23
we deze conversatie voortzetten allebei dingen zullen zeggen waar we later spijt van krijgen.’ Judah knikt. ‘Je hebt gelijk, dit gesprek dient dringend beeindigd te worden. Maar je moet weten dat ik alles meen wat ik vanavond gezegd heb, en dat ik het allemaal weer zou zeggen als we dit gesprek morgenochtend over zouden doen.’ Met die woorden draait Judah zich om en marcheert de kamer uit. Nog voor hij de deur heeft geopend, roept Tobias hem. Judah staat stil, maar draait zich niet om als zijn broer hem toebijt: ‘Ze trouwt heus niet met je, hoor.’ Mijn jongste hapt heel even naar adem. ‘En hoe weet jij dat?’ ‘Omdat Rachel haar tweelingzus niet zal achterlaten, zeker niet gezien Leahs gezondheid. En als zij haar zus niet in de steek wil laten, zul jij in de kerk moeten blijven als je bij haar wilt horen. En als jij in de kerk blijft, zal ik je niet trouwen.’ Tobias zwijgt een moment en staart naar de rug van zijn broer. ‘Zo simpel is het.’ Judah recht zijn rug en zegt: ‘Dat zullen we nog wel zien.’ Hij zwaait de deur open en stampvoet het huis uit. De rest van de avond brengt hij in de schuur door en rouwt om heel veel dingen tegelijk. En hoewel de nevel van mijn eigen emoties mij niet toestaat de zijne te lezen, weet ik dat de meeste tranen niet om mij worden vergoten.
Rachel Toen ik terugkwam van de begrafenis, ben ik eerst gaan kijken hoe het met Leah ging; ze bleek nog net zo diep te slapen als toen ik wegging. Haar acht maanden oude zoon Jonathan ligt nu in de kromming van haar arm. Een glimmend stroompje spuug zakt uit zijn mond en heeft zich als een soort navel23
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 24
streng aan haar nachtpon vastgemaakt. Ik leg Eli, die tijdens de korte rit terug in slaap is gesukkeld, op het bed en draag Jonathan naar de cederhouten commode om hem te verschonen. Zijn ogen gaan op een kiertje open als ik zijn billetjes met een doek en wat zeep schoonmaak. Hoewel hij sinds zijn geboorte weet dat ik niet Leah ben, begint zijn mond naar mijn borst te happen zodra ik zijn rompertje weer dicht heb gedaan en hem optil. Ik voel de melk toeschieten. Ik draag Jonathan naar de schommelstoel en knoop het lijfje van mijn jurk open. Hij pakt me beet, graait naar me als een gretig katje. Ik wil net van borst wisselen als hij stopt en opkijkt. Het amandelkleurige vocht drupt uit de hoek van zijn grijnzende mond. Met één hand streel ik zijn dunne bruine haartjes. ‘Je bent een lieve bobbel,’ kir ik. ‘Ja, een hele lieve bobbel.’ Vanuit het bed klinkt Leahs raspende stem. ‘Rachel, ben jij het?’ ‘Ja, zusje, ik ben het.’ Ze komt moeizaam overeind. Zelfs zo’n kleine inspanning vergt al al haar energie. Ik zie hoe een blauwe ader klopt in de holte van haar slaap; haar ooit frambooskleurige lippen zijn bleek van de pijn. Leah is net zo op zichzelf als onze moeder was – misschien nog wel meer – en laat zelden merken wat haar fysiek mankeert. Maar omdat ik ook degene ben die haar bed verschoont en haar was doet, weet ik dat het bloeden niet gestopt is sinds Jonathans geboorte. ‘Hoe was de begrafenis?’ Ik knipper en kijk haar aan. Leahs ogen staan zorgelijk. Haar onbaatzuchtigheid zou haar nooit toestaan zich zorgen te maken om haar eigen welzijn. Nee, ze maakt zich zorgen om mij. ‘Heel fijn,’ zeg ik. ‘Iedereen hier in Copper Creek is reuze aardig.’ 24
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 25
Ze kreunt en ik word door schuldgevoel overmand, terwijl ik tegelijkertijd woest ben omdat ze zich letterlijk ziek maakt van de zorgen om haar gevallen zus, terwijl ze zich op haar eigen herstel zou moeten concentreren. Schuldbewust voeg ik eraan toe: ‘Nee, echt. Het was een mooie dienst. Tobias heeft het goed gedaan.’ Een glimlach strijkt de voren die in haar voorhoofd zijn geploegd glad. ‘Gelukkig maar,’ fluistert ze. ‘Had ik maar kunnen gaan. Om er voor hem te zijn, weet je.’ En wanneer was bisschop Tobias er voor jou? Maar ik weet dat die vraag Leah alleen maar nog meer pijn zal doen dan het antwoord me waard is. Daarom zeg ik: ‘Ik weet zeker dat Tobias je gemist heeft, maar ik weet ook zeker dat hij er begrip voor heeft dat je moet rusten.’ De ogen van mijn zus richten zich op het kind in mijn armen – en vullen zich met tranen. Ik vraag: ‘Vas es jetzt?’ ‘Ik ben geen goede mudder. Niet –’ ze slikt, plukt aan haar sliertige haar en dunne katoenen nachtpon – ‘niet zó. De andere kinner zijn oud genoeg om zichzelf te redden, zeker nu Miriam al zo groot is, maar hoe moet het met Jonathan?’ Net als toen we nog kinderen waren, haast ik me naar haar toe en probeer haar angsten weg te nemen. Ik streel haar haren en houd haar hand, dun als een vogelklauwtje, in de mijne, maar het is alsof ze me niet eens waarneemt. ‘Je bent moe, Leah. Dat is alles. Als we maar gewoon je krachten weer wat op kunnen bouwen, dan ben je zo weer de oude.’ ‘De oude?’ Ze lacht. ‘Zelfs op mijn best was ik nooit als jij. Je bent nog geen drie maanden geleden bevallen en je bent nu al voor mij aan het zorgen.’ ‘Zal ik mamm schrijven en vragen of ze wat kruiden stuurt?’ 25
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 26
Leah steekt een hand op. ‘Tobias wil niet dat we in dergelijke dingen geloven.’ Ik moet op mijn tong bijten om een snedig antwoord in te slikken, maar Leah heeft genoeg aan mijn gezichtsuitdrukking. ‘Wat is er, Rachel?’ vraagt ze.‘Wat stoort je zo aan mijn man?’ In plaats van haar aan te kijken, laat ik mijn blik over het bed glijden, naar mijn zoon; hij ligt met gespreide armpjes en zijn mond wagenwijd open te snurken. Wat moet het geweldig zijn je beschermd te weten. Het is alsof ik me al jaren kwetsbaar voel, hoewel ik weet dat het pas sinds een paar maanden is. ‘Ik weet het niet, Leah. Ik denk dat ik hem aanvankelijk kwalijk nam dat hij je van me afpakte. En nu… Het is alsof hij een vreemd soort macht over je heeft; alsof je niets kunt zeggen of doen zonder hem om toestemming te vragen, net zoals dawdy altijd over ons en mamm regeerde.’ Mijn zus komt verder overeind en strekt haar armen naar Jonathan uit. Zonder hem wakker te maken geef ik hem aan haar. Ze legt hem als een deken op haar schoot. ‘Tobias is mijn man,’ zegt ze. ‘Het hoofd van dit huishouden. De Bijbel zegt dat ik me aan hem moet onderwerpen, dat ik van hem toestemming moet hebben om dingen te doen.’ ‘Zoals kruiden nemen? Zoals een dokter bezoeken – die je overduidelijk nodig hebt? Dat soort onderdanigheid zul je bij mij nooit zien!’ ‘Zeg je dat ik het mis heb? Dat ik tegen hem in opstand moet komen?’ ‘Nee. Ik zeg dat híj het mis heeft door niet de hulp te halen die je nodig hebt!’ Jonathan wordt wakker, ofwel van de ernst in onze stemmen ofwel van de knokige dijen waarop hij ligt, en begint te huilen. 26
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 27
Leah vat zijn brutzing verkeerd op; ze denkt dat hij honger heeft en legt hem aan de borst, die hij weigert. Hij heeft bij mij al genoeg gedronken. Haar gezicht vertrekt van verdriet en ze kijkt me aan. ‘Zie je?’ vraagt ze. ‘Mijn eigen lichaam kan hem niet eens voeden!’ ‘Dat weet je niet.’ ‘Jawel, dat weet ik wel. Ik denk dat jij hem moet voeden. Totdat hij of ik aangesterkt is. In mijn huidige toestand krijgt hij niet wat hij nodig heeft. Kijk nou toch naar onze zonen, Rachel.’ Mijn ogen doen wat ze vroeg. Ik zie dat de lijfjes van Eli en Jonathan, hoewel ik weet dat er bijna vijfenhalve maand tussen zit, vrijwel even groot zijn. Jonathan heeft een kalend hoofdje vol schilfers; Eli’s haar is korenkleurig en begint al een beetje te krullen. ‘Wil je dat voor me doen, Rachel?’ vraagt mijn tweelingzus en ze omklemt mijn hand met de hare. ‘Wil je voor mijn zoon zorgen alsof hij je eigen kind is?’ Ik wurm mijn hand los en zeg: ‘Dat kan ik niet. Dat weet je. Tobias zou niet willen dat Jonathan door mij wordt gevoed.’ Leah buigt zich naar me toe tot haar bedompte adem de haartjes die aan mijn kapp zijn ontsnapt doet opwaaien. ‘Tobias zal dat wel goedvinden,’ zegt ze. ‘Tenminste tot ik weer de oude ben. Daar moet je me in vertrouwen.’ Ik kijk haar aan, zie de passie die wat kleur op haar wangen brengt en haar blauwe ogen tot leven weet te wekken. ‘Goed,’ zeg ik, alleen maar om haar een plezier te doen. ‘Als Tobias het goedvindt, zal ik ook Jonathan voeden, maar jij zult altijd zijn moeder zijn.’ Tevreden leunt Leah achterover in het kussen en sluit haar ogen. ‘O, daar maak ik me geen zorgen om. Op de een of andere manier weten kinderen altijd wie hun echte ouders zijn.’
27
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 28
Amos Twee uur nadat iedereen in het haus naar bed is gegaan – en Rachel een uur met haar wacht bezig is – keert Tobias terug. Hij maakt het koetsje in de schuur los en zet het paard op stal. Hij heeft dertig minuten nodig om het dier te voeden, vers water te brengen en de zwarte merrie met de stervormige bles en vier witte sokken (een huwelijkscadeau van zijn schoon-vadder de paardenhandelaar) te roskammen. Nog kolkt zijn lichaam na de verhitte woordenwisseling tussen hem en Judah van energie, die alleen vergeving of de dood – zoals ik recent heb ervaren – kan afzwakken. Hij loopt terug om het dier nu met een zachte borstel te poetsen, de hoeven uit te krabben en te controleren of Reuben de drie holsteiners en de guernsey heeft gemolken en ze kuilvoer heeft gegeven. Dan pas verlaat hij de stal. Een zucht ontsnapt aan zijn lippen. Hij kijkt naar het eenvoudige huis met tien kamers en tien simpele ramen en ziet dat de kamer die hij en Leah delen net zo donker is als de hemel die zich erachter uitstrekt – een teken dat ze niet de kracht had op te blijven voor hem, zoals ze keer op keer niet de kracht heeft om wakker te blijven tot hij thuiskomt. Tobias hijst zijn vermoeide voeten de veranda op en maakt de veters van zijn schoenen los. Met zijn schoenen in de hand opent hij de deur en loopt de gang in. Zodra de deur achter hem dichtvalt, wordt zijn neus geprikkeld door een rooklucht. Hij draait zich om en ziet een olielamp; de niet bijgeknipte pit werpt lange schaduwen op de keukenkastjes. Hij loopt de stroom van schaduw en licht in, zijn schoenen nog steeds in zijn hand. ‘Waarom ben jij nog op?’ vraagt hij. Aan de scherpte in zijn stem hoort Rachel dat hij haar dit 28
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 29
keer niet voor Leah aanziet. Ze draait zich niet om, knippert niet, en zegt: ‘Ik wacht op jou.’ ‘Waarom?’ ‘Omdat we moeten praten.’ Pas bij dat laatste woord kijkt Rachel over haar schouder en ziet de blik op het gezicht van haar zwager – zo zwaar van ontzetting dat hij eruitziet alsof hij elk moment ter plekke in slaap zou kunnen vallen. ‘Ik ben niet van mening veranderd, Rachel,’ zegt hij. ‘En dat gaat ook niet gebeuren. Je hebt twee weken om mijn erf te verlaten.’ Rachel neemt een slok van haar koud geworden thee en haalt haar schouders op. ‘Dat weet ik. Daar wilde ik niet met je over praten. Ik wil het met je over Leah hebben.’ ‘Hoezo?’ ‘Ze moet naar een doktor. Ze had weken geleden al naar een doktor gemoeten. Ze is nu zo zwak dat ze nauwelijks nog voor Jonathan kan zorgen. Ze heeft me zelfs gevraagd om –’ ‘Nee,’ valt Tobias haar in de rede terwijl hij zijn schoenen laat vallen. ‘Ik heb al een vrouw verloren aan een Englischer doktor, ik ga dat niet nog een keer doen.’ ‘Dat was anders. Je vrouw kreeg een infectie nadat de verwijdering van haar baarmoeder verkeerd was gegaan. Ze hoeven Leahs baarmoeder misschien helemaal niet te verwijderen. Ze moeten alleen zien te achterhalen waarom het bloeden maar niet stopt. Ze kan zo niet verder, anders gaat ze zonder enige twijfel dood.’ Tobias loopt om de tafel heen en leunt tegen de deurpost, zijn duimen achter zijn bretels gehaakt. ‘Hoe kun je zoiets zeggen? Je weet helemaal niets –’ ‘Ik weet wat mijn moeder me geleerd heeft.’ ‘Jah, allemaal hekserij.’ In het schijnsel van de lamp flikkeren Rachels ogen terwijl haar brein woorden vormt die ze van zichzelf niet mag uit29
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 30
spreken. Zodra haar woede iets is gezakt, zegt ze: ‘Op jouw verzoek heb ik niets gedaan om de genezing van mijn zus te bevorderen. Het enige wat ik vraag, is dat je me toestaat een afspraak voor haar te maken met een Englischer doktor die een goede reputatie heeft.’ Tobias maakt zijn duimen los en slaat zijn armen over elkaar. ‘Leah is dan misschien jouw zus, maar ze is mijn vrouw. Mijn antwoord is nee en zal altijd nee blijven. Leahs lichaam zal zich met de tijd zelf genezen. Ze heeft niet een of andere doktor nodig om een orgaan weg te nemen dat God daar met een goede reden heeft geplaatst.’ ‘Dat is jouw keuze,’ antwoordt Rachel. ‘De verkeerde keuze, maar geheel en al de jouwe. Het enige wat ik nog van je wil vragen, is dat je haar niet weer zwanger maakt, want haar lichaam zal nog een zwangerschap niet aankunnen.’ De ader op Tobias’ kaak pulseert. ‘Wat in ons huwelijksbed gebeurt, is aan mij en mijn vrouw alleen!’ Rachel schuift haar stoel krassend achteruit en gaat voor hem staan. ‘Het zou iets tussen jullie twee zijn als dat wat je daar doet, niet het leven van mijn zus in gevaar brengt!’ ‘Tobias?’ Bij het horen van Leahs zwakke stem doen Rachel en Tobias allebei een stap achteruit. Ze kijken naar de trap waar Rachels tweelingzus staat, haar hand om de trapleuning geklemd, terwijl haar vragende ogen tussen de beide mensen heen en weer schieten – de mensen van wie ze het meest in de hele wereld houdt. Wanneer geen van beiden iets zegt, vraagt ze: ‘Wat is er? Is er iets met de kinderen?’ ‘Nee, Leah,’ antwoordt Tobias en schenkt haar een bemoedigende glimlach. ‘Rachel en ik hadden het over de begrafenis.’ Leah kijkt omlaag naar de trede onder haar blote voeten. ‘Het spijt me dat ik niet kon komen. Ik dacht dat ik het zou kunnen, maar –’ Opeens perst ze haar lippen op elkaar. 30
De verstotene 1-336_Opmaak 1 28-07-14 13:43 Pagina 31
Tobias holt naar haar toe terwijl Leah op de trap ineenzakt. Hij knielt naast haar, roept haar naam. Hij neemt haar in zijn armen en tilt haar op; haar hoofd zakt als de kop van een lappenpop achterover, haar lange losse haren vegen het stof van de trap. Rachel buigt zich over haar zus en legt de wijs- en middelvinger van haar rechterhand tegen de zijkant van Leahs nek. ‘We moeten het alarmnummer bellen,’ zegt ze. Wanneer Tobias niet reageert, boort ze haar vingernagels in de spieren van zijn schouder. ‘Als je nu niet naar de schuur rent en het alarmnummer belt, raak je je vrouw kwijt. Hoor je me?!’ Tobias knikt en Rachel duwt hem opzij om zijn plek in te kunnen nemen en Leahs hoofd te ondersteunen, dat loodzwaar voelt. ‘Breng me nog een hunlomma voor je gaat,’ roept ze hem toe. Tobias, die op weg is naar de voordeur, draait zich om en kijkt haar verward aan. Rachel gebaart naar de nachtpon van haar zus, waar nu helderrode vlekken zichtbaar worden. Tobias’ ogen worden groot. Hij holt naar de keukentafel en rukt de waslijn los die daar tijdens koudere maanden hangt. Hij gooit Rachel het ding toe, werpt een laatste schichtige blik op zijn vrouw en rent dan de voordeur door, die achter hem dichtslaat. Ik zie hoe hij de hele weg naar de schuur op zijn sokken aflegt.
31
Jolina Petersheim heeft net als haar man een mennonitische achtergrond, maar maakt geen deel meer uit van de gemeenschap. Haar debuut De verstotene is een moderne hervertelling van de Amerikaanse klassieker The Scarlett Letter van Nathaniel Hawthorne.
Verstotene
Wanneer het leven van Rachels kindje gevaar loopt, moet er een keuze gemaakt worden die de waarheid aan het licht brengt en voorgoed de levens zal veranderen van iedereen in Copper Creek.
De
Rachel Stoltzfus is tevreden met haar leven in een mennonietengemeenschap, totdat ze ongehuwd zwanger raakt en het mikpunt wordt van roddel en spot. Ze weigert schuld te belijden en verzwijgt de naam van de vader. Het gevolg is dat ze met de nek wordt aangekeken door de mensen van wie ze juist zoveel houdt. Wanneer haar tweelingzus Leah niet herstelt van een bevalling, geeft haar echtgenoot Rachel daarvan de schuld en als bisschop dwingt hij haar de gemeenschap te verlaten.
JOLINA PETERSHEIM
Het aangrijpende verhaal van hypocrisie en vergeving in een gesloten religieuze gemeenschap
Dit boek mag je niet missen! Het neemt je mee in een wereld van zonde en ongevoeligheid, en laat je verheugd achter over de bevrijding van een mens. – Julie Cantrell, auteur van Het lied van de bomen
De
Verstotene ROMAN
ISBN 978 90 297 2335 0 / NUR 302
9 789029 723350 www.uitgeverijvoorhoeve.nl
JOLINA PETERSHEIM