Fragment uit hoofdstuk 15: Het briefje van Bleker De macht van het beeld. Voorafgaand: minister Gerd Leers (CDA) van Immigratie, Integratie en Asiel besluit in september 2011 dat de dan achttienjarige, uitgeprocedeerde Mauro Manuel Nederland moet verlaten. Er is veel protest tegen dat besluit, ook bij het CDA. Henk Bleker is voorafgaand aan een CDA-congres, waar de kwestie van jeugdige asielzoekers wordt behandeld, aanwezig bij Pauw & Witteman, een uitzending met grote gevolgen. …. Met zijn slepende manier van praten, zijn rollende ogen, en zijn ingelaste pauzes, maakte Bleker diepe indruk. Hij was in de omgang een verademing vergeleken met veel andere prominente CDA’ers, met wie persoonlijk contact veel lastiger te leggen was. ….. Bleker verstond de kunst om oprechter dan oprecht over te komen. Hij proefde de vragen van journalisten, nam de tijd voor zijn antwoorden en liet ogenschijnlijk ruimte voor twijfel. Na verloop van tijd gebruikte hij een glaasje water als schild, dan keek hij voor zich uit, pakte zijn glas, nam een grote slok en zette het met een klap weer neer, om dan pas aan zijn antwoord te beginnen. Zijn licht Groningse accent maakte het allemaal nog geloofwaardiger. Als hij het allemaal niet echt meende, hadden we hier te maken met een groot politiek talent. ….. De ophef over de beslissing van Leers (om de minderjarige asielzoeker Mauro Manuel uit te zetten, red.) was groot. Mauro gaf het veelbesproken uitzetten van kinderen een gezicht. En wat voor gezicht! Hij was de perfecte asielzoeker: een lieve, knappe jongen, die zich in vlekkeloos Limburgs uitte. Zo’n goed geïntegreerd kind stuur je niet zomaar terug. Collega-redacteur Bert ter Hoeve bracht Mauro aan tafel bij P&W, waar de jongen nog meer sympathie won. Hoe meer steun Mauro verwierf, hoe moeilijker het CDA en minister Leers het kregen. Het congres leek de plek te worden waar de onvrede van de linkerflank van het CDA naar buiten zou komen. Er was ontploffingsgevaar. In dat klimaat probeerde ik Bleker over te halen naar onze studio te komen. Eigenlijk had hij al beloofd te zullen komen, maar de kwestie Mauro was een complicerende factor. Op de donderdag voorafgaand aan het bewindsliedenoverleg reageerde Bleker nergens meer op, maar op vrijdagochtend was daar plots een sms’je: ‘Ik kom.’ Ik belde hem: ‘Dan zit je er wel samen met Mauro.’ ‘Des te beter,’ antwoordde Bleker. ‘En ik wil graag scherpe vragen.’ De verbazing op onze redactie was even groot als het enthousiasme. Politici willen graag met collega’s in debat, maar zelden met persoonlijk betrokken tegenstanders. Een spannender scenario konden we nauwelijks bedenken. Bovendien was het voor Mauro zelf, voor wie we allengs meer sympathie hadden gekregen, een laatste strohalm om zich aan vast te klampen. Pauw vond Blekers daad vooral van moed getuigen: ‘Het mooie aan Bleker is dat hij niet bang is. Het was zeer opmerkelijk dat hij tegenover iemand wilde zitten van wie je nooit kunt winnen, tegenover de zigeunerin met de traan. Iedereen vond het verschrikkelijk dat er zo met die jongen werd gesold, terwijl er in wezen gewoon wetgeving werd uitgevoerd die ook in het vorige kabinet door PvdA-staatssecretaris Albayrak werd gehanteerd. Toch was iedereen, van links tot rechts, op de hand van Mauro. Eén persoon gaat dan namens de regering toch uitleg geven terwijl hij weet dat hij met 10-0 achterstaat en dat het verschil alleen
maar groter kan worden. Je kunt zelf geen doelpunt maken. Dat hij dat aandurfde, daar heb ik veel waardering voor.’ Het was nog een spannende dag. Hoe vaak werden politici niet teruggefloten door hun eigen partij omdat de spindoctors het risico te groot vonden? Aan de andere kant leek er sprake van een zekere logica. Bleker zou de druk wat kunnen wegnemen van het congres door Mauro te omarmen en tegelijkertijd te benadrukken dat Leers echt niet anders kon. Als er een CDA’er was die vol erbarmen uit zijn ogen kon kijken, was het Bleker wel. Dat zou het begrip van de achterban voor het duivels dilemma van de CDA-bewindslieden wellicht vergroten. Bleker arriveerde ruim van tevoren, alleen, zonder woordvoerders van zijn ministerie, en zonder een politiek adviseur van zijn partij. Bleker was gespannen. Hij besefte dat er veel van dit optreden afhing, zowel voor hemzelf als voor de partij. Hij verklapte dat niet iedereen enthousiast was over zijn confrontatie met Mauro aan onze tafel, maar Leers had hem vlak voor de uitzending zijn zegen gegeven. Dat was het belangrijkst. Van Haersma Buma hoorde pas laat in de middag van Blekers plannen. Hij was nog druk met zijn speech voor het congres. Hij was niet in de afweging betrokken, maar zijn mensen deden er vanaf dat moment alles aan om Bleker bij P&W weg te houden. Alle alarmbellen gingen af, want wat moest de staatssecretaris van Landbouw tegenover het nationale knuffeldier? Alleen het beeld al was dodelijk. Voorzitter Ruth Peetoom en de aanvoerder in het kabinet, Verhagen, waren wel op de hoogte, en gingen akkoord. Peetoom had via haar woordvoerder een go gegeven. Zijn collega op Economische Zaken, Landbouw & Innovatie deed bij nader inzien nog een poging om Bleker van deze onderneming af te houden. Bleker toonde het sms’je waarin Verhagen aandrong op terughoudendheid en hem adviseerde vooral niet een dag voor het congres bij P&W te gaan zitten. Het was van halfvijf die middag. In de uitzending ging Bleker diep door het stof ten opzichte van Mauro. Iets te diep. Begrip voor de jongen was op zijn plaats, maar de weerzin die Bleker tentoonspreidde over het besluit om hem uit te wijzen ging ver. Evenals zijn partijgenoten vond de staatssecretaris dat regels er zijn om je eraan te houden, maar: ‘Ik walg van mijn eigen woorden.’ Dat is een vreemde manier van politiek bedrijven. Politici nemen moeilijke, impopulaire besluiten; ze kunnen daar respect voor afdwingen als ze de argumenten voor hun daad goed aanvoeren. Er zelf van walgen past niet in het vocabulaire van een daadkrachtig politicus. Deze opmerkelijke woorden verbleekten echter bij de historische actie die Bleker aan het eind van het debat ondernam. Mauro ging van tafel om plaats te maken voor andere gasten, en Bleker wilde hem nog een boodschap meegeven. De staatssecretaris schreef een briefje en schoof dat langzaam over de tafel heen. Pauw vroeg Mauro het briefje voor te lezen. Regisseur Siebe de Steenwinkel dirigeerde zijn cameraman alert naar voren voor een blik over zijn schouder. ‘Als je met je moeder naar Twente-PSV wilt, dan kan dat,’ kon iedereen nu lezen. Mauro las het briefje half voor en gaf onmiddellijk het meest verstandige antwoord denkbaar: ‘Mooi niet.’ Bleker lachte wat schaapachtig, nam zijn briefje terug en moest toen nog twintig minuten verder in de uitzending – twintig lange minuten, waarin hij zijn mislukte gebaar kon overdenken. Kort na het incident keek Bleker somber. Waarschijnlijk besefte hij dat er iets vreselijk mis was gegaan. Daarna deed hij een paar keer geforceerd
grappig mee, maar het werd niet meer echt vrolijk aan tafel. Met een aantal collega’s zat ik in het redactielokaal recht boven de studio. We hielden het ene oog op de uitzending, het andere gericht op Twitter. Het sociale medium explodeerde: veel woedende tweets vanwege het hypocriete gebaar van Bleker. Oudhoofdredacteur van het Journaal Hans Laroes bijvoorbeeld twitterde onmiddellijk: ‘Als je mee wilt naar Angola, dan kan dat...’ Toen de uitzending was afgelopen, stonden we nog even opgewonden met elkaar na te praten in de redactieruimte voordat ik de deur naar de ontvangstruimte opende. Daar zag ik Bleker druk in gesprek met Mauro en zijn moeder: ‘Maar ik bedoelde alleen maar dat ik kaartjes voor die wedstrijd voor jullie kan regelen. Ik ben in die positie.’ Mauro en zijn moeder bleven beleefd, maar gingen, zeer gedecideerd, nog steeds niet op het aanbod in. Ze vertrokken. Bleker stond voor de visagieruimte te wachten op zijn beurt om af te schminken. ‘Wat vond je ervan?’ vroeg hij. ‘Tja, Henk, je deed het heel goed, op een piepklein puntje na.’ ‘Wat dan?’ Vlak na de uitzending geeft een redacteur van een talkshow gewoonlijk geen negatieve feedback aan een gast of presentator. Hoe ondermaats de prestatie ook was, in eerste instantie ben je positief tegen deze nog gespannen en op dat moment zeer kwetsbare personen. Hun ijdele ego’s kunnen dan nog geen stootje velen. Pas een kwartiertje later, nadat de eerste kritische tweets en sms’jes zijn gelezen, breng je wat nuances aan en ruim een halfuur later zeg je wat je er echt van vond. Dan mag je hard en eerlijk zijn. Nu kon ik er wel weer omheen draaien, maar we kenden elkaar inmiddels zo goed en de impact was al zo groot dat hier een oprecht antwoord paste. ‘Dat briefje had je beter niet kunnen geven,’ zei ik. Hij keek me vragend aan. ‘Meen je dat? Was dat verkeerd?’ ‘Nou ja, Twitter ontplofte. Ga de reacties maar niet bekijken. Er waren nogal wat mensen die het een hypocriet gebaar vonden.’ Hij haalde zijn schouders op – niet onverschillig, eerder machteloos. ‘Zo bedoelde ik het niet, hoor. Het was een aardig gebaar.’ Bleker ging naar binnen om het poeder van zijn gezicht te laten verwijderen en ik praatte nog even na met Jeroen en Paul, die glunderend naar boven waren gekomen. Zo zag ik de ervaren heren niet vaak, zo opgewonden en vooral verbaasd over wat ze zojuist aan tafel hadden zien gebeuren. Mooi voor het programma, maar dodelijk voor Bleker, dachten zij. Beneden in het volle café was de staatssecretaris nergens te bekennen. Hij zou toch niet spoorslags vertrokken zijn? ‘Hij staat al buiten,’ zei een collega. ‘Misschien moet je even met hem praten.’ Toen ik buiten kwam, draaide de motor van zijn auto al. Bleker stond driftig te bellen. De chauffeur wachtte naast de auto op het signaal om te vertrekken. ‘Wat nu, Henk, ga je al?’ vroeg ik toen hij was uitgebeld. ‘Ik werd gek van al die mensen in het café die ook nog eens begonnen over Mauro en dat hij moet blijven. Ik was er even klaar mee.’ ‘Dat snap ik, maar je komt toch nog wel wat drinken?’ ‘Jawel, maar doe me eerst even een sigaret.’ Het was guur en druilerig weer, we trotseerden de kou in onze colbertjes en paften er even driftig op los. Nu kwamen ook Paul
Witteman en eindredacteur Herman Meijer informeren of er een probleem was. ‘Nee, niks aan de hand,’ zei Bleker. ‘Ik kom zo weer naar binnen.’ Aan de bar dronken we even later een glas, terwijl de herhaling van het programma op het scherm boven ons hoofd bezig was. Meestal raken presentatoren, gasten en redacteuren dan verwikkeld in een geanimeerde conversatie en kijken we al snel niet meer. Nu was het anders. Ook zonder geluid was duidelijk dat zich tussen Bleker en Mauro een fascinerend gesprek ontwikkelde. Het gesprek in de bar stokte, en meer en meer richtten de blikken van de presentatoren en Bleker zich op het programma, dat ze zelf nog niet op deze manier hadden gezien. ……….. Ook ik heb me vaak afgevraagd wat Bleker ertoe bracht dit briefje aan Mauro te schrijven. Zou hij werkelijk op de achterbank van zijn dienstauto hebben gefantaseerd over twaalf cameraploegen die elkaar verdrongen en al die voorpagina’s van de maandagkranten waarop hij en Mauro voor stadion de Grolsch Veste poseerden? Met als onderschrift: ‘Bleker toont menselijk gezicht.’ Of was het echt een impulsieve daad zonder voorbedachten rade? Maar hoe wist Bleker dan dat Mauro van voetbal hield? Hij mocht dan een zuidelijke tongval hebben, maar dat maakt je nog niet per definitie tot PSV-fan. Ik vermoed dat Bleker enige research naar de jongen had gedaan en zich vooraf al realiseerde dat hij een aardig gebaar kon maken, maar waarom dat via dat briefje moest is ook voor mij nog steeds een raadsel. Pauw is minder wantrouwend. ‘Misschien ben ik wel een naïeve sukkel, maar als Bleker had nagedacht, had hij die jongen nooit dat briefje gegeven. Hoewel het zijn Waterloo is geworden vond ik het eigenlijk een menselijke actie, die gewoon sympathiek was. Weliswaar stom, onverstandig, onnozel – omschrijvingen die allemaal ook kloppen – maar toch sympathiek.’ …….. Het briefje van Bleker werd voor velen het politiek moment van het jaar. De jury van De Luis, een prijs voor het beste Nederlandse interview, riep het gesprek zelfs uit tot het beste van 2011. Bij P&W waren we wat verbaasd omdat we wel beseften dat het een uniek tv-moment betrof, maar niet dat het om zo’n bijzonder interview ging. Toch, erkenning is altijd welkom, dus werd de prijs enthousiast aanvaard.