Inhoud
Hoofdstuk 1: Soms moet je het toeval een handje helpen (maar vaak is dat niet eens nodig!) 11
Hoofdstuk 2: De Gouden Diamant van Goud 53
Hoofdstuk 3: De race begint (nou ja, race...) 77
Hoofdstuk 4: Aangespoeld 109
Hoofdstuk 5: Diefstal bij nacht en ontij (wat is ontij eigenlijk? Nou ja, dat soort dingen kunnen we dus niet opzoeken, want we hebben geen internet...) 145
Hoofdstuk 6: Bouwen tot we er letterlijk bij neervallen 157
Hoofdstuk 7: Het vlotte vlot 183
Hoofdstuk 8: Basis Brechtje?!?!? 207
Hoofdstuk 9: Heel veel vliegen in één klap (waaronder de mogelijkheid van een onderzeeër) 233
Hoofdstuk 10: De Blink Stink Zink Boys 251
Hoofdstuk 11: Met een zelfgemaakte, reddingsbootachtige, drijvende opblaastent met een raketmotor en ducttape de zee op!!! 275
Hoofdstuk 1:
Soms moet je het toeval een handje helpen (maar vaak is dat niet eens nodig!)
Hallo! Jesper! Wat ben je aan het doen?
Hoi, Jesper!
Dat gezoem was je brein?
O, hoi Rik, sorry, ik hoorde je niet. Ik was ons vorige avontuur nog aan het verwerken namelijk. Hoorde je dat gezoem niet? Dat was mijn brein.
Ja. Mijn brein is alles rond ons ingestorte, supergeheime hoofdkwartier aan het verwerken.
Juist.
Brechtje met haar turbobooster om de hijskraan weer aan de praat te krijgen, zodat we het huis van buurman Arie weer uit dat enorme gat konden takelen...
En natuurlijk die constante angst om gesnapt te worden. Of te moeten vluchten naar de Noordpool.
Ooo-ke... En je weet zeker dat het je brein is dat zoemt, en niet de koelkast?
Nu je het zegt...
Nadat het huis van buurman
Arie Zemelaar in ons supercoole, ultrageheime ondergrondse hoofdkwartier was gestort en we het hele zooitje net op tijd opgeruimd hadden, gebeurde er weer iets raars. Iets wat we nog nooit hadden meegemaakt en waar we nooit rekening mee gehouden hadden...
Het was volkomen bizar.
Totaal belachelijk.
Hoofdstuk 2:
De Gouden Diamant van Goud
Deze ochtend is het zover. Eindelijk kunnen we onze boot te water laten. Doordat het maar zo kort dag is tot aan de race, hebben we hem alleen nog niet kunnen uitproberen. Dat betekent dat haar eerste reis meteen een belangrijke is. Extra spannend dus.
We hebben nog wel gecontroleerd of onze boot waterdicht is, door er een emmertje water in leeg te gieten. Volgens mij ging dat goed, want het water liep niet weg. De grote vraag is alleen of hij ook aan de buitenkant waterdicht is…
Mijn vader brengt ons naar de start. Ons bootje ligt op een trailer achter de auto. Rik en ik zitten onrustig op de achterbank. Het is nog best een eindje rijden naar zee en we hebben weinig geduld.
‘Ik ben zo benieuwd,’ zegt Rik. ‘Zou het druk zijn aan de start? Ik hoop dat we Brechtje nog tegenkomen zo dadelijk, want ik ben toch wel benieuwd waarmee ze haar Turbotobbe gaat aandrijven…’
‘Goeie naam wel,’ merk ik op. ‘Turbotobbe. Bekt lekker… Eh…’
Met een schok realiseer ik me dat we helemaal zijn vergeten om onze boot een naam te geven.
‘Hoe heet onze boot eigenlijk?’ vraag ik aan Rik.
‘Eh…’
Hij neemt een flinke hap van zijn eerste frikandelbroodje van vandaag. Dat helpt bij het nadenken.
‘Lekker, zo’n frikandelbootje, eh, broodje…’ We kijken elkaar aan en barsten dan allebei tegelijk in lachen uit.
Een betere naam voor onze boot is gewoon ondenkbaar.