G
MAX LUCAD O
od is God. Hij weet wat Hij doet. Als je Zijn hand niet ziet, vertrouw dan op Zijn hart. M A X LUCAD O
Dit mysterie zal nooit worden begrepen, zoals je ook de liefde nooit zult kunnen wegen, meten of grijpen. Meer dan een kwestie van logica is Kerst een feest van sfeer, gevoel en verbeeldingskracht.
De verhalen in deze bundel helpen de lezer om in die stemming te komen, waarbij alle drukte en feestgedruis naar de achtergrond verdwijnen en je ontvankelijk wordt voor wat de komst van Christus voor de wereld betekent en... voor jou.
ISBN 978 90 297 2463 0 | NUR 713
9 789029 724630
OMSLAG_KerstverhalenMaxLucado.indd 1
MAX LUCADO
M
ax Lucado weet als geen ander het mysterie van Kerst en de majesteit van God te belichten: hoe God op aarde kwam, waarom Hij op aarde kwam en hoeveel Hij van mensen houdt.
verhalen erstverhalen
Inspirerende kerstverhalen met een hartverwarmende boodschap
K
erst verhalen 19-10-15 15:46
het kerstkindje
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 17
06-09-16 14:36
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 18
06-09-16 14:36
Uit de pen van Max Lucado Het was een chaotische eerste kerst. Volle herbergen, gezinnen op doorreis, dieren in een stal die aan kindje Jezus snuffelen. Chaotische vragen. Hoe was Maria zwanger geraakt? Wat moet Jozef tegen zijn vrienden zeggen? Waarom wil Herodes met alle geweld baby’s doden? Het was chaotisch die eerste kerst. Geen kraakheldere kraamafdeling in een keurige kliniek. Geen vroedvrouw voor Maria, geen ledikantje voor Jezus, geen uitleg voor de sjofele herders die om twaalf uur ineens voor hun neus stonden. Een chaotische eerste kerst. Geldt dat dit jaar ook voor jou? Te veel familie? Of te weinig? Eerste kerst sinds die gang naar het kerkhof, je scheiding, je ontslag? Kerst kan een chaos zijn. Zo ook in het volgende verhaal. Maar net als in Bethlehem, kwam daar iets goeds uit voort. Ik wens jou hetzelfde.
19
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 19
06-09-16 14:36
I kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 20
06-09-16 14:36
het kerstkindje
I
Ik deed de zonneklep naar beneden om de middagzon af te schermen en de foto te pakken. Met het stuur in mijn ene hand en de foto in de andere, manoeuvreerde ik mijn huurauto langzaam door de hoofdstraat. Het Texaanse stadje Clearwater was klaar voor de kerst. De lucht had een staalblauwe winterse kleur. De wind (net fris genoeg om een jas aan te moeten) blies de grote plastic ballen aan de lantaarnpalen alle kanten op. De aluminium guirlandes slingerden zich van de ene elektriciteitsmast naar de andere en de hoed van Frosty de sneeuwman hing aan de deur van het dorpsrestaurant. Er bungelde zelfs een kerstbal aan de uitlaat van de bestelwagen die voor me reed. Het plaatsje was echt in kerststemming. Maar ik niet. Was ik maar in Chicago. Was ik maar thuis. Maar daar was het bepaald geen koek en ei. Meg en ik hadden ruzie gehad. Na weken van onderdrukte spanning was er gisteren een uitbarsting gekomen. Hetzelfde liedje, tweede couplet. ‘Je hebt beloofd dat je vaker thuis zou zijn’, begon Meg. ‘Jij hebt beloofd dat je niet zou zeuren’, gaf ik terug. Ze zegt dat ik te hard werk. Ik leg uit dat we rekeningen moeten betalen. Ze voelt zich verwaarloosd. Ik voel me gefrus21
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 21
06-09-16 14:36
kerstverhalen
treerd. Ten slotte zei Meg – hoe noemde ze het? O ja, we hadden ‘ruimte’ nodig; even uit elkaars buurt. Ik ging akkoord. Ik moest toch naar Dallas voor een klus, dus waarom zou ik niet een paar dagen eerder gaan? Ik was dus in Texas vanwege die ruzie met Meg. Maar ik was in Clearwater vanwege die foto. Mijn vader had hem over de post ontvangen. Er stond geen afzender op. Er was geen begeleidende brief. Alleen deze zwart-witfoto van een groot, stenen gebouw. Met moeite kon ik de woorden op de gevel onderscheiden: Clearwater Lutheran Church. Pa had geen idee waar die foto over ging of wie hem had gestuurd. Het plaatsje deed natuurlijk wel allerlei bellen rinkelen. Clearwater, daar was ik geboren en voor adoptie afgestaan. Maar we hadden er nooit gewoond. Ik was er één keer eerder geweest, toen ik net afgestudeerd was. Uit nieuwsgierigheid. Ik heb er een hele dag rondgelopen en mijn licht opgestoken, maar dat was twintig jaar geleden. Daarna had ik er nooit meer een voet gezet. En dat was zo gebleven als Meg geen ‘ruimte’ nodig had gehad en ik niet wilde weten hoe het zat met die foto. Ik reed naar de kant van de weg en stopte voor het twee verdiepingen tellende, bakstenen gemeentehuis. Op het grasveld stonden een uit karton geknipte kerstman en zijn rendier te zwabberen in de wind. Ik deed het raampje naar beneden en liet de foto zien aan twee belegen cowboys die tegen een vrachtwagen leunden. ‘Kennen jullie deze plek?’, vroeg ik. Ze keken elkaar grijnzend aan en een van hen nam het woord. ‘Als je een beetje kracht in je arm hebt, kun je hem vanaf hier raken met een steen.’ Hij legde uit dat ik na het gemeentehuis naar rechts moest 22
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 22
06-09-16 14:36
het kerstkindje
en daarna weer naar rechts. Ik volgde zijn instructies op en toen zag ik hem. De kerk van de foto. Mijn ideeĂŤn over een dorpskerkje kwamen niet overeen met wat ik zag. Een dorpskerk had ik me altijd voorgesteld als een klein, wit gebouwtje met een eenvoudige klokkentoren boven de ingang; een soort uit zijn krachten gegroeid poppenhuis. Maar dit bouwwerk leek daar in de verste verte niet op. De witgepleisterde muren en de hoge, stalen dakconstructie leken immuun voor de tand des tijds. Het gebouw had twee grote zijvleugels. Toen mijn vader me deze foto liet zien was ik ook al zo verbaasd geweest. Hij wees mij op het grote aantal Duitse immigranten in deze omgeving, lieden die zowel hun geloof als hun handwerk zeer serieus namen. Ik zette mijn auto in een van de schuine parkeervakken bij de kerk. Ik stapte uit, deed mijn jas aan vanwege de decemberkou en griste mijn muts en handschoenen mee. Aan weerszijden van het brede pad naar de ingang waren hoge olmen geplant. Links van de kerk stond een kerststal op het grasveld. Hoewel ik niet inhield om hem beter te kunnen bewonderen, was ik onder de indruk van zijn degelijkheid. Hij had dezelfde uitstraling als de kerk: solide en met oog voor detail. Ik nam mij voor hem later op mijn gemak te bekijken. Door een plotselinge windvlaag had ik beide handen nodig om de dikke, houten deuren open te duwen. Binnen werd ik verwelkomd door orgelmuziek. Met mijn muts en handschoenen in de hand stond ik in een lege hal. Het zag ernaar uit dat die niet lang leeg zou blijven. De kerk was duidelijk in gereedheid gebracht voor een dienst, die waarschijnlijk al gauw zou beginnen. Er stonden grote rode en witte kerststerren op de grond naast de foyerdeuren. Er lag een gastenboek klaar op een tafeltje. Langs een groot raam tussen de hal en de kerkzaal waren dennenguirlandes gedrapeerd. 23
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 23
06-09-16 14:36
kerstverhalen
Ik deed de deuren open en liep een paar meter naar binnen. Op dat moment trok de organist nog een extra volumeknop open. De kerkzaal werd door een met lopers bekleed middenpad in tweeën verdeeld. De avondzon viel door de gebrandschilderde raampjes en tekende lange rechthoeken op de lege kerkbanken. Er hing een adventskrans aan de preekstoel en er stonden kandelaars op de vensterbank. De enige bewegingen waren afkomstig van een vrouw met grijs haar die op het orgel repeteerde en een oudere heer, die programma’s in de houders plaatste. Geen van beiden had mijn binnenkomst opgemerkt. Ik keek in de richting van de man en vroeg: ‘Wordt er vanavond een dienst gehouden?’ Geen antwoord. ‘Neem me niet kwalijk,’ zei ik iets harder, ‘maar wordt er vanavond een dienst gehouden?’ Hij keek op en monsterde mij door zijn uilenbril. Hij bewoog met zijn hoofd en bracht een hand naar zijn oor. Ik zei: ‘Wordt er vanavond een dienst gehouden?’ Ik vond het gênant om mijn stem te verheffen in een kerkzaal. ‘Nee, dank u, we hebben geen linnenservice nodig. We wassen onze handdoeken zelf.’ Ik grinnikte in mezelf en toen realiseerde ik me hoe goed dit voelde en hoelang het geleden was. ‘Nee’, zei ik en liep nu naar hem toe. ‘Ik vroeg naar de kerstavonddienst.’ ‘Wacht even.’ Hij draaide zich naar de organist. ‘Sara, kun je even ophouden? Er is een vertegenwoordiger.’ Sara hield op en de man keek mij weer aan. ‘Sorry, wat zei u?’ Ik herhaalde mijn vraag voor de derde keer. 24
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 24
06-09-16 14:36
het kerstkindje
‘Bent u van plan te komen?’ vroeg hij. ‘Misschien.’ Gelukkig dat God het zekerder wist dan u.’ ‘Pardon?’ ‘God dacht er niet alleen over na. Hij deed het. Hij kwam.’ Aparte vent. Kort, vierkant. Niet dik, maar breedgeschouderd. Op zijn overhemdzakje stond het woord ‘Koster’. Hij stapte uit de kerkbank en liep door het gangpad naar mij toe. Terwijl zijn blauwe ogen de mijne kruisten, gingen zijn stompe vingers door een dikke bos grijs haar. ‘Een poos niet in de kerk geweest?’ Hij had geen typisch Texaans accent. Midden-Amerika misschien? Waarschijnlijk stond op mijn gezicht te lezen hoe opgelaten ik me voelde. Het was inderdaad een poos geleden dat ik een kerk van binnen had gezien. Ik was wat verlegen met mijn aanwezigheid hier, dus ik ging niet op zijn commentaar in. ‘Dit is de reden van mijn komst.’ Ik haalde de foto voor de dag. Hij tuurde door zijn dubbelfocusbril en begon te glimlachen. ‘Oef, wat zijn die bomen gegroeid.’ Hij keek me aan en vroeg: ‘Waar kom je vandaan?’ ‘Chicago. Ik ben journalist.’ Dat laatste zeg ik er lang niet altijd bij, maar deze oude heer leek me de maat te nemen en ik had het idee dat ik wel een paar puntjes kon gebruiken. Als dat al gelukt was, liet hij het niet blijken. ‘Je zou eigenlijk met kerst thuis moeten zijn, jongen.’ ‘O, dat zou ik ook graag willen, maar ik heb een opdracht en…’ ‘En je moet voor je werk op kerstavond de stad uit?’ Wie ben jij om me te ondervragen? Ik had mijn mond al half open, maar hield me in. In plaats daarvan pakte ik een liturgie 25
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 25
06-09-16 14:36
kerstverhalen
en bladerde er even doorheen. ‘Hm, ik was graag thuis geweest, maar nu ik hier toch ben dacht ik…’ ‘Zes uur.’ ‘Wat?’ ‘De dienst. Die begint om zes uur.’ Hij stak me zijn hand toe. ‘Mijn naam is Joe. Het spijt me dat ik zo veel wil weten, maar een man die weg is bij zijn vrouw…’ ‘Hoe wist…’ ‘Je vinger. Ik kan zien waar de ring gezeten heeft. Kan nooit lang geleden zijn.’ Ik keek naar mijn vinger en wreef over het geultje. Uit boosheid op Meg had ik de ring in het vliegtuig van mijn vinger geplukt en in mijn zak laten glijden. ‘Klopt’, zei ik met een schouderbeweging. ‘Oké, om zes uur ben ik terug. Ik wil de voorganger graag spreken. Maar nu heb ik andere dingen te doen.’ Ik liet het programmaboekje weer in de houder vallen. ‘Hoezo een leugen’, mompelde ik, terwijl ik me omdraaide. Ik had helemaal niets te doen en geen enkele plek om heen te gaan. Joe keek me na terwijl ik wegliep over het gangpad, althans dat denk ik. Pas toen ik in de hal kwam hoorde ik hem fluitend zijn werkzaamheden hervatten. Ik wierp nog een laatste blik in de kerkzaal. Sara ging verder met repeteren. Ik draaide me om en ging naar buiten. De houten deuren waren nog net zo weerbarstig. Op het bordes bleef ik even staan, zette mijn muts op en keek om me heen.
Bij de kruidenier op de hoek haastten zich nog diverse klanten naar binnen. Last minute shoppers, dacht ik. Een vent met een 26
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 26
06-09-16 14:36
het kerstkindje
cowboyhoed stak in het voorbijgaan zijn hand naar me op. Achter hem liep een vrouw met een grote tas vol kerstcadeautjes in haar ene hand en een kind aan haar andere hand. Ze schoot een winkel met modeaccessoires in. Op het aangrenzende plein zochten diverse auto’s naar een parkeerplaatsje bij Happy’s Cafe. Door de met spuitsneeuw bewerkte ramen zag ik een paar gezinnen aan tafel zitten. Ik zuchtte, geraakt door de ironie van mijn lot. Veertig jaar geleden alleen op de wereld. Vandaag alleen op de wereld. Ik haalde diep adem en liep langs de bordestrap naar beneden. Weer trok de kerststal mijn aandacht. Nieuwsgierig liep ik erheen. Het strokleurige gras knisperde onder mijn voeten. Ik bukte en ging het stalletje binnen. Een voor een nam ik de met de hand gesneden en geschilderde houten figuren op. Het waren de grootste die ik ooit had gezien. Al zaten de herders op hun knieën, ze waren toch nog meer dan een halve meter hoog. Ik werd getroffen door de buitengewone aandacht voor details. Jozefs baard was er niet zomaar opgeschilderd, hij was in het hout gekerfd. Zijn hand op de kribbe was voorzien van knokkels en nagels. Maria lag geknield aan de andere kant. Ze keek naar haar zoon en schoof met een hand een lok haar naar achteren. Een van de herders had zijn arm om de schouder van een andere gelegd. Hun gezichten zagen er looiachtig uit en glommen van ontzag. Zelfs de magiërs waren uniek. De een wees naar de baby, de ander hield een kameel aan de teugel en de derde legde met een buiging een geschenk bij de kribbe neer. Twee koeien lagen te dommelen. Een schaap met drie lammetjes lag aan de andere kant van de stal. Ik bukte en liet mijn hand over de witte, geverniste vacht van het kleinste glijden. ‘Je vindt nergens zo’n kerststal als deze.’ Geschrokken sprong ik overeind en stootte mijn hoofd 27
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 27
06-09-16 14:36
kerstverhalen
tegen het dak van de stal. Ik draaide me om. Het was Joe, compleet met honkbalpetje en windjack. ‘Alle figuren zijn handgemaakt’, vervolgde hij. ‘Tot en met de laatste hoef en wimper. De kerststal is door meneer Ottolman aan de kerk geschonken. Het is de trots van de stad.’ ‘Meneer Autobaan?’ vroeg ik. ‘Ottolman. Een Duitse houtbewerker. Hij deed het als boetedoening.’ ‘Boetedoening?’ ‘Die had hij zichzelf opgelegd. In de nacht dat zijn vrouw moest bevallen, was hij dronken. Zo dronken dat hij de auto total loss reed toen hij haar naar het ziekenhuis bracht. De baby overleefde het, maar de moeder niet.’ Ik knielde weer neer en legde mijn hand op Maria’s gezicht. Ik voelde ieder haartje van haar wenkbrauwen. Met mijn vinger volgde ik haar glimlach. ‘Hij heeft er bijna tien jaar aan gewerkt. Hij verdiende zijn brood als meubelmaker en de rest van zijn tijd besteedde hij aan het grootbrengen van Carmen en aan dit houtsnijwerk.’ ‘Was Carmen zijn dochter?’ ‘Ja, het meisje dat de crash heeft overleefd. Ik wil je iets laten zien.’ Joe zette zijn pet af – het was me niet duidelijk of hij dat deed uit ontzag voor de stal of om het lage dak – en knielde neer bij de kribbe. Ik volgde zijn voorbeeld. Het gras onder onze knieën voelde koud aan. ‘Haal de deken eens van het kindje Jezus af en kijk naar zijn borst.’ Ik deed het. Door de invallende avond was het moeilijk te zien, maar toch onderscheidde ik een klein, in het hout gekerfd kruis. Ik liet mijn vinger eroverheen glijden. Het was niet groter dan zes bij drie centimeter en net breed genoeg voor mijn vingertop. 28
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 28
06-09-16 14:36
het kerstkindje
‘Bijna tien jaar lang zat er een scharlakenrood, houten kruis op die plek.’ Joe zag het onbegrip op mijn gezicht en verklaarde zich nader. ‘Toen Ottolman hieraan begon, was hij geen gelovige. Maar iets in het gezicht van de Messias tijdens het kerven…’ Zijn stem stierf weg en hij raakte het babyhuidje even aan. ‘In de loop van dit project begon het iets met hem te doen. Hij ging naar de kerk, deze kerk, en vroeg de voorganger honderduit over Jezus. De dominee vertelde hem niet alleen over de geboorte van Jezus, maar ook over zijn dood en hij nodigde hem uit om zondags naar de dienst te komen. Hij kwam, en had Carmen ook meegenomen. Ze was nog maar een kleuter. Samen zaten ze op de voorste rij naar hun eerste preek te luisteren. Die heette “Van kribbe naar kruis”. De boodschap veranderde zijn leven. Hij praatte er met iedereen over.’ Joe glimlachte en stapte de stal uit, terug op het gras. Door de kou kwam zijn adem in witte pluimpjes uit zijn mond. ‘Hij maakte er een gewoonte van om Carmen elke avond het verhaal te vertellen. Hij ging op de rand van haar bed zitten en deed alsof hij de dominee was.’ Joe verhief zijn stem tot domineesvolume. ‘Het kindje Jezus is geboren om gekruisigd te worden. Hij ging niet alleen naar Bethlehem, maar ook naar Golgota. Hij kwam niet alleen om onder ons te leven, maar ook om voor ons te sterven. Geboren met ogen vol liefde en gestorven met een kruis in zijn hart. Van kribbe naar kruis.’ Zijn blauwe ogen fonkelden en zijn vlezige vuist kliefde door de lucht, alsof hij de dominee was die zijn gehoor probeerde te overtuigen. ‘Dus jij kende hem?’ ‘Zeker.’ ‘En Carmen?’ 29
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 29
06-09-16 14:36
kerstverhalen
‘Ja’, zei hij met een zucht. ‘Heel goed zelfs.’ Nog steeds op mijn knieën, keerde ik mij weer naar de baby en raakte de groeve aan op de plek waar het kruis had gezeten. Achter mijn rug hoorde ik Joe grinniken. ‘Ottolman praatte met een paar gemeenteleden over zijn idee en die vonden het maar raar. “Het kindje Jezus draagt geen kruis”, zeiden ze. Maar toen hij een paar weken voor kerst de figuren op het grasveld uitstalde, had de baby een scharlakenrood, houten kruis op de borst. Sommigen maakten er nogal wat ophef over, maar de dominee vond het geen probleem.’ ‘En waar is dat kruis nu? Is het zoekgeraakt?’ Joe stak zijn handen in zijn zakken en staarde in de verte. Toen keek hij me aan. ‘Nee, het is niet zoekgeraakt. Kom mee.’ Hij draaide zich om en liep naar de kerkdeuren. Ik volgde hem naar binnen.
‘Hierheen!’, riep Joe tegen me. Ik stond in de deuropening en liet mijn ogen wennen aan het donker. Ik nam mijn muts af en Joe ging mij voor door een deur aan de rechterkant van de hal, die uitkwam op een lange gang. We passeerden een hele rij portretten, kennelijk een galerij van voorgangers. We gingen een hoek om en op een gegeven moment stonden we voor een deur met het opschrift ‘Bibliotheek’. Er zaten zeker dertig sleutels aan de hanger op Joe’s gordel. Met een daarvan opende hij de deur. Toen hij het licht had aangedaan liepen we naar de andere kant van het vertrek, waar een dik plakboek op een standaard stond. Na heel even bladeren, vond Joe wat hij zocht. ‘Dit stond in 1958 op de dag voor kerst bij ons in de krant.’ Het vergeelde krantenartikel had de volgende kop: ‘Gestolen kindje Jezus voor de kerst weer thuis’ 30
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 30
06-09-16 14:36
het kerstkindje
Joe zei niets terwijl ik de eerste paragraaf las. ‘Meneer Ottolman moet woest zijn geweest.’ ‘Nee, dat was hij niet.’ ‘Maar zijn baby was meegenomen.’ ‘Lees het artikel even helemaal door. Ik haal ondertussen koffie.’ Hij ging weg en ik las verder. ‘Het kindje Jezus, onderdeel van de door een lokale houtbewerker met de hand gesneden serie kerststalfiguren, is gisteren op onbekend tijdstip bij de Clearwater Lutheran Church ontvreemd. De voorganger zette een bord neer met het dringende verzoek om de baby terug te brengen. “In de kerstnachtdienst hebben we er speciaal voor gebeden”, aldus dominee Jackson. “Onze gebeden zijn beantwoord, het kindje Jezus is weer terug waar het hoort.” ’ Op het moment dat Joe terugkwam met twee koppen oploskoffie, keek ik naar de foto die aan het artikel was vastgeniet. ‘Kijk eens goed’, zei hij. ‘Zie je dat er iets ontbreekt?’ ‘Het kruis?’ Joe knikte. ‘Ga even zitten.’ We gingen allebei aan een kant van de grote, mahoniehouten tafel zitten. Joe nam een slokje van zijn koffie en stak van wal. ‘1958. Carmen was achttien jaar. Ze was een leuk, levendig meisje. Ottolman deed zijn best om haar een goede opvoeding te geven, maar ze was behoorlijk eigenwijs. Het zou niet verkeerd zijn geweest als hij hertrouwd was, maar dat heeft hij nooit gedaan. Hij zei dat er in zijn hart geen plaats was voor meer dan één vrouw; en die plek had Carmen al. Ze was alles voor hem. Op zaterdagen gingen ze samen vissen en hij haalde 31
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 31
06-09-16 14:36
kerstverhalen
haar altijd uit school. Ze zaten elke zondagochtend op de voorste rij en zongen de sterren van de hemel. Wat een stemgeluid hadden die twee. En elke avond bad hij hardop. Hij dankte God voor zijn genade en vroeg altijd weer: “God, zorg alstublieft voor mijn Carmen. Zorg alstublieft voor haar.”’ Joe keek weg, alsof hij haar in gedachten voor zich zag. Voor het eerst hoorde ik gepraat in de hal. De gemeenteleden begonnen binnen te druppelen. Ergens klonken de repetitiegeluiden van een koor. Net toen ik bang was dat Joe niet verder zou vertellen, ging hij door. ‘Carmens moeder was een Mexicaanse schoonheid geweest. En Carmen was minstens zo mooi. Donkere huid, zwart haar, ogen die je ziel week maakten. Als ze door Main Street liep, was het gefluit niet van de lucht. Dat stoorde Ottolman. Hij was van het oude stempel, weet je. Naarmate ze ouder werd, stelde hij zich strenger op. Het was voor haar bestwil, maar zo zag Carmen het niet. Hij ging te ver, Ottolman. Hij ging te ver. Hij verbood haar om in de buurt van jongens te komen en ze mocht nergens heen waar jongens kwamen. Meestal gehoorzaamde ze. In de voorzomer van 1958 ontdekte Carmen dat ze zwanger was. Ze verborg het zo lang mogelijk voor haar vader en met haar tengere gestalte lukte dat wonderwel. Maar in december was er geen houden meer aan. Toen hij erachter kwam deed hij iets heel, heel ergs. Hij heeft die decemberavond de rest van zijn leven betreurd.’ Joe ging van de vertellende vorm over op de vragende vorm. ‘Waarom doen mensen dingen die ze plechtig hebben afgezworen?’ Ik wist niet zeker of ik antwoord moest geven of niet, maar voor ik de gelegenheid had, zuchtte hij en ging door. ‘Carmens vader werd laaiend en hij bedronk zich. Hij was niet slecht; hij deed iets slechts. Hij vergat zijn geloof. Hij…’ 32
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 32
06-09-16 14:36
het kerstkindje
Joe schudde zijn hoofd. ‘Je zult dit niet geloven. Vlak voor kerst kregen Carmen en hij een auto-ongeluk. Voor de tweede keer in zijn leven reed hij een auto in de prak met de vrouw van wie hij hield aan boord.’ Joe pauzeerde even, vermoedelijk om zijn woorden bij mij te laten landen. En inderdaad, ik kon het haast niet geloven. Hoe kon iemand zich een herhaling van zoiets vreselijks laten gebeuren? Maar toen besefte ik dat ik met Meg hetzelfde deed. Ik beloofde beterschap, maar ging opnieuw in de fout… en opnieuw. Misschien was het ook eigenlijk helemaal niet zo onvoorstelbaar. ‘Ga door’, drong ik aan. ‘Hoe liep het met ze af?’ ‘Ottolman kwam er goed uit, maar Carmen was zwaargewond. Ze brachten haar naar het ziekenhuis. Haar vader week geen minuut van haar bed. “O Jezus”, bad hij, “zorg voor mijn Carmen. Laat haar alstublieft niet doodgaan.” De dokters zeiden tegen hem dat ze de baby moesten halen zodra Carmens conditie stabiel was. Ze sliep de hele nacht. Ze sliep een gat in de dag. Toen kwam ze bij. Haar eerste woorden waren een vraag: “Papa, is mijn baby geboren?” Hij sprong uit zijn stoel en pakte haar hand vast. “Nee, Carmen, maar alles is goed met de baby. De dokters weten zeker dat de baby oké is.” “Waar ben ik?” Hij ging op zijn knieën naast haar bed zitten. “Je bent in het ziekenhuis, lieverd. Het is bijna kerstavond.” Hij legde een hand op haar wang en vertelde wat er was gebeurd. Hij vertelde over zijn dronkenschap, over het ongeluk en toen begon hij te huilen. “Het spijt me zo, Carmen. Het spijt me zo.” Toen deed Carmen iets heel moois. Ze aaide over haar vaders hoofd en zei: “Het is goed, papa. Het is goed. Ik hou van je.” Hij verstopte zijn hoofd in haar nek en huilde. Carmen be33
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 33
06-09-16 14:36
kerstverhalen
gon ook te huilen. Ze sloeg haar armen om zijn nek en snikte. Geen van beiden zeiden ik weet niet hoelang een woord. Ten slotte vroeg Carmen: “Papa, wordt de baby met kerst geboren?” “Ik weet het niet, Prinses.” “Dat zou ik leuk vinden.” Ze glimlachte, haar bruine ogen sprankelden. “Ik zou zo graag met kerst een kindje in mijn armen willen houden.” Het waren haar laatste woorden. Ze deed haar ogen dicht om te gaan rusten. Ze is nooit meer wakker geworden.’
Joe’s ogen werden vochtig. Hij keek naar de grond. Ik deed mijn mond open om te zeggen dat hij me de rest van het verhaal niet per se hoefde te vertellen, maar toen hij zijn hoofd oprichtte, glimlachte hij; een zachte, tedere glimlach. ‘Rond de middag schoot het idee door Ottolmans hoofd. “Wil je graag een baby in je armen houden, Carmen?” fluisterde hij in haar oor. “Dat ga ik regelen.” Voor de eerste keer verliet hij het ziekenhuis en haastte zich door de straten. Hij beende langs het gemeentehuis en hield pas in toen hij bij de kerk kwam. Vanaf de andere kant van de straat staarde hij naar de kerststal; precies dezelfde waar wij zojuist bij stonden. Hij had iets in de zin. Hij haalde diep adem en liep het grasveld op. Hij begon wat aan het kersttafereel te rommelen, alsof hij de figuren controleerde op scheurtjes en barstjes. Iedere voorbijganger zou denken dat meneer Ottolman zijn levenswerk inspecteerde. En geen enkele voorbijganger zou gezien hebben dat het kindje Jezus niet meer in de kribbe lag toen Ottolman wegliep. Dat werd pas een uur later opgemerkt, toen de voorganger de kerststal aan zijn kleinkinderen liet zien. Tegen die tijd lag de baby met het scharlakenrode kruis in een deken gewikkeld naast Carmen onder de wol. 34
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 34
06-09-16 14:36
het kerstkindje
“Haar laatste wens is verhoord. Ze had met kerst een baby in haar armen.”’ Het was een hele poos stil. Joe zat voorover gebogen met de handen tussen zijn knieën. In gedachten was hij mijlenver weg. Dat gold ook voor mij. We zaten allebei in de wereld van Carmen, Ottolman en de uit hout gesneden baby in de kribbe. Hoewel ik hun gezichten nooit gezien had, zag ik ze in gedachten voor me. Ik zag hoe Ottolman de ziekenhuislakens terugsloeg en het kindje Jezus naast zijn dochter legde. Ik zag hem naast het bed in zijn stoel zitten met Carmens hand in de zijne, wachtend tot Carmen wakker werd. Ik verbrak de stilte met maar één woord: ‘Carmen?’ ‘Ze is twee dagen later gestorven.’ ‘En de baby?’ ‘Die is ter wereld gekomen. Hij werd te vroeg geboren, maar hij leefde.’ ‘Meneer Ottolman?’ ‘Die is in Clearwater gebleven. Hij woont hier trouwens nog. Maar hij is nooit meer thuis gaan wonen. Hij kon de leegte niet aan.’ ‘Wat is er verder met hem gebeurd?’ Joe schraapte zijn keel. ‘De kerk heeft zich over hem ontfermd. De gemeenteleden gaven hem een baantje en een woonkamertje, achter de kerkzaal.’ Tot dat moment was die mogelijkheid niet in mijn hoofd opgekomen. Ik leunde naar voren en keek hem recht in de ogen. ‘Wie bent u?’ ‘Je hebt haar ogen, weet je dat?’ fluisterde hij. ‘Je bedoelt dat Carmen…’ ‘Ja. Je moeder. En ik… wel, ik… ben je…’ ‘… opa?’ Zijn lip begon te trillen toen hij zei: ‘Ik heb een paar grote 35
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 35
06-09-16 14:36
kerstverhalen
fouten gemaakt, jongen. Ik bid dat ik er op dit moment niet weer een maak. Ik wilde gewoon dat je zou weten wat er was gebeurd. En ik wilde je zien nu het nog kan.’ Terwijl ik mijn best deed het allemaal te behappen, tastte hij in zijn broekzak. Hij haalde er iets uit en drukte het mij in de hand. ‘Dit heb ik voor je bewaard. Ze zou willen dat jij het had.’ Ik deed mijn hand open en zag een kruis; een klein, scharlakenrood kruis van hout.
Later die avond belde ik Meg vanuit mijn hotelkamer. Ik vertelde haar over Carmen, Ottolman en mijn gevonden familie. ‘Was je boos op Joe?’ vroeg ze. ‘Het aparte is dat ik van alles door me heen voelde gaan, maar geen woede. Shock? Nou en of. Ongeloof? Natuurlijk. Maar nee, geen woede. Joe’s getuigenis kwam eerlijk over. Hij is een goede man, die iets heel fouts heeft gedaan.’ We zwegen allebei een hele poos. Meg en ik wisten allebei waar het nu over moest gaan. Zij vond de juiste woorden om te beginnen. ‘En ik?’ Haar stem klonk zacht. ‘Ben je boos op mij?’ Zonder een moment te aarzelen antwoordde ik: ‘Nee. Er is al te veel boosheid tussen ons geweest.’ Ze was het volmondig met me eens. ‘Als Carmen Joe heeft vergeven, zouden wij elkaar dan niet kunnen vergeven?’ ‘Morgen kom ik thuis’, beloofde ik mijn vrouw. ‘Ik heb een beter idee’, zei ze. Ze stapte op het vliegtuig naar Texas om zich bij ons te voegen. Ze was op tijd in Clearwater om aan het kerstdiner te zitten met twee mannen die, dankzij vergissingen en vergeving en kerstwonderen, nog voor de feestdagen thuis waren gekomen. 36
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 36
06-09-16 14:36
Wat doen we veel moeite om geschenken te geven aan wie we liefhebben. Maar daar hebben we toch helemaal geen moeite mee? We zouden het zo weer doen. En dat doen we ook. Voor ieder kerstfeest en iedere verjaardag gaan we opnieuw naar een andere wereld. Volwassenen staan in een speelgoedwinkel, vaders in tienerwinkels, echtgenotes in de country store en echtgenoten in een tassenzaak. We begeven ons niet alleen naar ongewone plekken, we doen ook ongewone dingen. Midden in de nacht een fiets in elkaar zetten bijvoorbeeld. Of wielen met fluorescerende spaken onder de trap verbergen. Ik heb zelfs gehoord van een bruidegom die een bioscoop had afgehuurd om op het huwelijksjubileum van hem en zijn vrouw naar hun trouwfilm te kijken. En we zouden het zo weer doen. Hebben we de zaadjes van het geven gezaaid, dan is de oogst zoet. We zijn op ons best wanneer we geven. Want als we geven, lijken we het meest op God.
kokBWkerstverhalen0916-3eDRUK.indd 37
06-09-16 14:36