Net als Socrates heeft de Afrikaanse filosoof Orunmila een belangrijke bijdrage geleverd aan de filosofie. Beiden leefden rond dezelfde tijd en hebben zelf geen woord op papier gezet. Waarom weten we dan wel van het bestaan van Socrates, maar niet van Orunmila?
sophie bósèdé olúwolé
Dit is kenmerkend voor onze kennis van Afrikaanse filosofie. Filosofische stromingen ontstaan vaak tegelijkertijd, maar niet alle kennis blijft even toegankelijk. Sophie Oluwole toont in dit baanbrekende boek hoe Orunmila als filosoof uit de geschiedenis verdween. Ze beschrijft de overeenkomsten en fundamentele verschillen in het gedachtegoed van Socrates en Orunmila. Orunmila gaat ervan uit dat verschillende elementen elkaar aanvullen en niet oppositioneel zijn. Oluwole laat zien wat beide filosofen ons kunnen leren over onderwijs, politiek en bestuur en wat we daar nu praktisch aan hebben voor thema’s als democratie, sociale relaties en leiderschap. Bovenal toont ze aan dat ook Afrika een rijke filosofische traditie heeft. SOPHIE BOSEDE OLUWOLE (1935) is een invloedrijke Nigeriaanse filosoof, die een groot aantal boeken heeft geschreven. In 2014 was zij een van de G8-filosofen van Filosofie Magazine, samen met o.a. Zygmunt Bauman, Peter Sloterdijk en Damon Young. ‘Oluwole’s boek is belangrijk omdat ze zo uitzonderlijk doortastend deuren opengooit, en toegang geeft tot oorspronkelijke Afrikaanse kennis.’ – THE GUARDIAN (NIGERIA)
NUR 740
socrates en òrúnmìlà wa t w e va n
afrikaanse filosofie kunnen leren
Socrates en Orunmila
Sophie Bosede Oluwole
Socrates en Orunmila Wat we van Afrikaanse filosofie kunnen leren
Ingeleid, vertaald en bewerkt door Saskia van der Werff
Oorspronkelijk verschenen onder de titel Socrates and Òrúnmìlà; Two Patron Saints of Classical Philosophy bij Ark Publishers, Lagos, Nigeria © 2017 Sopie Bosede Oluwole © Nederlandse vertaling: Uitgeverij Ten Have, 2017 Postbus 13288 3507 LG Utrecht www.uitgeverijtenhave.nl Vertaald en bewerkt uit het Engels door Saskia van der Werff Vormgeving binnenwerk Zeno Omslag Bart van den Tooren Foto auteur Raymond Taudin Chabot ISBN 978 90 259 0586 6 ISBN e-book: 978 90 259 0587 3 NUR 740 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.
Inhoud
Afrikaanse filosofie op het wereldtoneel 9 Inleiding door Saskia van der Werff
Deel I Socrates en Orunmila 15 1. Wie ze zijn 17
Beschermheiligen van de klassieke filosofie 17 Socrates 18 Een karikaturale Socrates 18 Een exemplarische Socrates 20 Een historische Socrates 23 De Socratische kwestie 27 Orunmila 29 Een mythische Orunmila 29 Een exemplarische Orunmila 32 Een historische Orunmila 34 De kwestie Orunmila 36 Toonaangevende denkers 40 2. Wat ze zeggen 41
Filosofische teksten 41 Over het denken 42 Over de grenzen van onze kennis 43
Over waarheid en wijsheid 45 Over de noodzaak van onderwijs en kritisch denken 47 Over de menselijke levenspraktijk 52 Over de deugd 54 Over respect voor morele principes 56 Over het levenslot en angst voor de dood 58 Over goed en kwaad 61 Over goed bestuur en politieke rechten 62 Over de werkelijkheid 64 Belangrijke overeenkomsten en fundamentele verschillen 66
Deel II Afrikaanse filosofie 71 3. Afrikaans denken is filosofie 73
Verborgen filosofie 73 Denkkaders 75 Kenmerken westerse filosofie 80 Kenmerken Afrikaanse filosofie 86 Waarom Afrikaanse filosofie verborgen bleef 95 Bestaat er een Afrikaanse filosofie? 97 Orale traditie 99 Filosofie en religie 105 Rassenleer 111 4. Wat we van Afrikaanse filosofie kunnen leren 115
Een filosofische erfenis 115 Politiek en bestuur vanuit complementair denken 117 Democratie 117 Sociale relaties en mensenrechten 120 Man en vrouw in het openbaar bestuur 124 Afrikaans humanisme 128
Bijlagen 131
Teksten Ifa-corpus 131 Over het denken 132 Over de menselijke levenspraktijk 133 Over de werkelijkheid 137 Yoruba-spreekwoorden 138 Denkkaders 139 Over de auteur Sophie Oluwole 142 Biografie filosofen 144 Kwame Appiah 145 Kwame Gyekye 146 Paulin Hountondji 146 Henry Odera Oruka 147 Mogobe Ramose 148 Léopold Senghor 149 Kwasi Wiredu 149 Bibliografie 151 Dankwoord 155 Verantwoording 159 Register 169
Afrikaanse filosofie op het wereldtoneel Inleiding
Op een avond, diep in de veertiende eeuw, buigt koning Obalufon II zich tijdens een beraadslaging over een grondgeschil naar een adviseur en fluistert zijn oordeel. De koning hoeft alleen de goden boven zich te dulden, en zijn stem mag niet zomaar door iedereen worden gehoord. De raadsman spreekt zich uit en brengt Obalufons vonnis ten gehore: waar het land moet worden afgebakend, aan wie herstelbetalingen moeten worden gedaan, en wat de straf is voor eenieder die tegen het koninklijk besluit ingaat. Hierna staat de Ooni op, verlaat de zaal, en de inwoners van Ifa vallen op hun knieĂŤn en buigen vroom. Zijn witte gewaad hult hem in het halfduister, en de lucht is gevuld met de muziek van Obatala. Slechts een paar van degenen die in het hof bijeen zijn, en geheimhoudingsplicht hebben, weten dat deze man feitelijk niet de Ooni Obalufon II is. Het is iemand anders, die net doet alsof hij hem is: een hoog opperhoofd, die een hyperrealistisch masker draagt. De koning zelf is al jaren dood. Het koperen masker met de opgetrokken randen van de lippen en de zachtheid van het vlees op de botten dat het opperhoofd droeg, vertegenwoordigde de gestorven koning. Omdat Obalufons opvolger de troon nog niet had bestegen, maakten de raadslieden gebruik van een masker om de ware identiteit van de man op de troon te verbergen. (Lezing Teju Cole, De Groene Amsterdammer 29-9-2016, licht geparafraseerd.) 9
De Amerikaanse fotograaf, schrijver en kunsthistoricus Teju Cole (1975) geeft in dit verhaal over het gebruik van Obalufons masker blijk van de diepe indruk die dit kunstwerk op hem maakte. Hij ziet in kunstwerken uit deze periode ‘iets universeel menselijks, iets waarom we naar kunst kijken’ en herkent een uitmuntendheid die niet alleen is voorbehouden aan kunstobjecten. De verzen van het Ifa-corpus – een verzameling mondeling overgeleverde teksten in de taal van de Yoruba, een volk dat voornamelijk in het huidige Nigeria, Benin en Niger leeft – getuigen volgens Cole, die is opgegroeid met deze taal, ook van deze uitmuntendheid. Zo groot als zijn bewondering voor deze kunstzinnige uitingen is, zo groot is ook zijn verontwaardiging over wetenschappers die de arrogante mening verkondigen dat alleen blanke handen dergelijke kunstwerken kunnen maken. Cole voert de Duitse etnoloog Leo Frobenius op, ooit directeur van het Volkenkundig Museum in Frankfurt. Dankzij deze vooraanstaande wetenschapper kunnen we in Europese musea genieten van Afrikaanse kunst omdat hij diverse kunstwerken zoals maskers en beelden naar Europa haalde. Toen Frobenius in 1911 opgegraven bronzen en terracotta beelden uit de stadstaat Ife in Nigeria zag, vroeg hij zich verbaasd af wie de makers van die kunstobjecten waren. Die maskers moesten toch zeker vervaardigd zijn door een lang vergeten en inmiddels verdwenen blank ras, want zwarte mensen, zoals hij die op zijn reizen aantrof, konden onmogelijk de scheppers van dergelijke verfijnde kunstwerken zijn. Frobenius was niet de enige die zo dacht; sommige wetenschappers geloven nog steeds dat deze onovertroffen kunstwerken in de veertiende eeuw door een buitenlands wit ras gemaakt zijn. Sophie Oluwole (1935), filosoof en auteur van diverse studies over de filosofische status van het Ifa-corpus, trof tijdens een conferentie in Benin ook dergelijke we10
tenschappers tegenover zich. Toen zij verkondigde dat zij in Orunmila, een groot personage in het Ifa-corpus en bekend als de Afrikaanse ‘God van de wijsheid’, de vakbroeder van Socrates zag, reageerden haar vakgenoten met verontwaardiging en ongeloof. Haar vergelijking van Orunmila met Socrates riep bij de meeste deelnemers aan de conferentie een enorme verlegenheid op. Hoe was het mogelijk dat een professor in de filosofie dergelijke onzin over een religieuze figuur kon presenteren? Zij vroegen zich af of Sophie Oluwole wel kon bewijzen dat Orunmila daadwerkelijk had geleefd. Waren de mondelinge teksten van het Ifa-corpus wel met de geschreven documenten over Socrates te vergelijken? De enige positieve reactie kwam van een wetenschapper die toevalligerwijs Yoruba was en haar gunstig gezind was. Hij beaamde dat de meeste critici niets afwisten van het Ifa-corpus. Zowel Teju Cole als Sophie Oluwole stuitten in hun onderzoek op hardnekkige vooroordelen bij westerse én Afrikaanse beschouwers van de scheppingen van het Afrikaanse continent. In dit boek laat Sophie Oluwole zien met hoeveel doorzettingsvermogen ze zich in het bestaan van Orunmila heeft verdiept. Zij maakte zich de Yoruba-taal eigen om beter te kunnen doorgronden welke bijdrage Orunmila aan het Ifa-corpus heeft geleverd. Met haar studie over het Ifa-corpus verrichtte ze baanbrekend werk. De mondelinge literatuur, in de vorm van spreekwoorden, mythen en poëtische verhalen, is volgens Sophie Oluwole de expressie van een Afrikaanse filosofie. Haar ontdekking dat Orunmila, net als Socrates, de grondlegger is van een klassiek filosofisch gedachtegoed, roept een volgende, uitdagende vraag op: bestaat er zoiets als een Afrikaanse filosofie? Na haar overtuigend betoog dat Orunmila’s uitspraken de toets der kritiek doorstaan, confronteert ze ons met de bevooroordeelde blik waarmee naar de Afrikaanse wijsge11
rige traditie is gekeken. Als we in staat zijn het hardnekkig bevooroordeelde beeld van Afrika als een achterlijk en onderontwikkeld continent achter ons te laten, dan ontstaat er ruimte om in het denken van Orunmila een waardevolle filosofie te zien. Sophie Oluwoles aanpak maakt indruk: zij identificeert in deze traditie een manier van denken die uniek is op het filosofische wereldtoneel. Zij zet vervolgens de eerste stappen om deze herontdekte filosofie als uitgangspunt te nemen voor prangende hedendaagse kwesties, zoals een haperende democratie, mensenrechten voor vluchtelingen en de ondervertegenwoordiging van vrouwen in bestuurlijke en politieke functies. Wie dergelijke kwesties vanuit een ander perspectief wil doordenken, vindt in de Afrikaanse filosofie een volwaardige partner van andere denktradities uit de hele wereld. Zo af en toe kan Sophie Oluwole haar verontwaardiging over bevooroordeelde denkers niet verhullen. Hieruit maken we op dat er voor haar met dit levenswerk veel op het spel staat. Filosofie is geen menselijke activiteit die zich los van het dagelijks leven van mensen kan voltrekken, maar hoort midden in het leven van alledag te staan. Herhaaldelijk benadrukt zij de praktische relevantie van de filosoferende mens. Daarom kun je haar onderbrengen in een specifieke richting van de filosofie, namelijk de praktische filosofie. Haar denken is dan ook zeer actueel: sinds de Verlichting heeft de filosofie zich steeds meer in het kamp van de wetenschappen opgehouden, waardoor de maatschappelijke relevantie van filosofische studies soms ver te zoeken was. Sophie Oluwoles werk sluit aan bij de tendens om de filosofie terug te plaatsen in het dagelijks leven, dus daar waar ook Socrates en Orunmila hun baanbrekende inzichten opdeden. Het werk van Sophie Oluwole is niet alleen actueel, maar ook relevant in een tijd van botsende culturen, elkaar beconcurrerende religies, vastgeroeste politieke ideologie12
ën en toenemende ongelijkheid. Deze zaken brengen allerlei tegenbewegingen op gang, zoals massale migratie- en vluchtelingenstromen naar de geïndustrialiseerde wereld en de toenemende dreiging van terrorisme – beide voeding gevend aan populistische retoriek. Verschillende wereldmachten strijden om een dominante positie op het wereldtoneel en legitimeren hun positie met de claim ‘dé waarheid’ in pacht te hebben. Vertegenwoordigers van het westerse denken beperken zich veelal tot een theoretisch debat, zoals Sophie Oluwole treffend laat zien, en bieden daarmee onvoldoende concrete inzichten in wereldwijd opspelende kwesties. Ze laten de weg van de dialoog, waarmee ze hun denken open zouden kunnen stellen voor aanvullende waardevolle inzichten, links liggen. De interculturele filosofie is een stroming die deze weg van uitwisseling wel inslaat en daarmee een ander pad bewandelt dan de comparatieve filosofie, die filosofische gedachten naast elkaar zet maar ze niet met elkaar in dialoog brengt. De waarde van Sophie Oluwoles ontdekking van een Afrikaanse filosofie ligt dus ook op dit interculturele vlak: Orunmila onderwees zijn volgelingen via de dialoog en betrok vreemdelingen bij zijn gedachtevorming. Zijn filosofie is dan ook een goed voorbeeld hoe zo’n interculturele dialoog vorm te geven. Nu zou de term ‘Afrikaanse filosofie’ de indruk kunnen wekken dat Sophie Oluwole het gehele continent Afrika vertegenwoordigt. Dit is zeker niet het geval. Het is beter om ‘Afrikaanse filosofie’ te interpreteren als een specifieke manier van denken die in het Westen op de achtergrond is gedrongen. ‘Afrikaans’ onderscheidt zich van westerse en oosterse denkwijzen door haar kenmerken complementariteit en respect voor de menselijke ervaring. Denken in termen van complementariteit plaatst verschillende opvattingen naast elkaar, waardoor er een speelruimte ontstaat 13
voor iets nieuws, wat er eerder nog niet was. Tegelijkertijd erkent dit denken de waarde van elke stem, recht doend aan de bijdrage van iedere betrokkene bij een specifieke kwestie. Deze kenmerken doen zich voornamelijk voor in Afrikaanse tradities, zoals die van de Yoruba, de Igbo en sommige Zuid-Afrikaanse denkwijzen; ze zijn ook aan te treffen bij filosofen die niet uit Afrika afkomstig zijn. De verzoenende kracht van dit denken is onder andere gepraktiseerd door Nelson Mandela, die de ‘beschadigde samenleving van Zuid-Afrika op weg hielp om verenigd de weg naar een betere toekomst in te slaan’. Doordat het westerse denken zo dominant op de voorgrond trad, bleef deze zich meer in de achtergrond ophoudende traditionele filosofie aan het zicht onttrokken. Sophie Oluwole laat met dit boek nieuw licht schijnen op een verborgen filosofie, en geeft haar zo een welverdiende plek op het wereldtoneel. Saskia van der Werff Bronvermelding Sophie Oluwole (2015), Socrates and Orunmila; Two Patron Saints of Classical Philosophy (Lagos: Ark Publishers, 3e druk 2017). Cole, T. (2016), ‘Tolstoj van de Zoeloes’, in: De Groene Amsterdammer, jaargang 140, nr. 39. Haenen, H. (2006), Afrikaans denken; Ontmoeting, dialoog en frictie, een filosofisch onderzoek (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, Motief). Haenen, H. (2016), ‘Nelson Mandela en verzoening van tegendelen’, in: Filosofie, jaargang 26, nr. 6, p. 32-38. Kimmerle, H. (2016), ‘De filosofie van Afrika’, in: D. Janssens (red.), Filosofie zonder grenzen (Antwerpen: Garant), p. 221253. Kimmerle, H. (2015), Interculturele filosofie; Een studieboek (Antwerpen: Garant). 14