SAMEN OP WEG Don Bosco Noord-Zuid
3
D ERDE K WA RTA A L 2008
p4
MADAGASKAR: ZUSTERS ACHTER HET PALEIS
Driemaandelijks tijdschrift: Zestiende jaargang nr 3
p 10
EERSTE VRIJWILLIGERS VERTROKKEN
p 12
Dienst Dienst Missie Missie en en Ontwikkelingssamenwerking Ontwikkelingssamenwerking
INDIA: VOORUITBLIK
BelgiĂŤ - Belgique P.B. - P.P. Gent X 3/1751 Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814
P 602488
2
Deelnemen Het was een intense en geanimeerde sportzomer. Het Europese kampioenschap voetbal,
de
Ronde
van
Frankrijk en de Olympische Spelen in Peking.
Grote tornooien en sportevenementen die op ontelbare mensen een sterke aantrekkingskracht uitoefenden. Ze fascineerden niet alleen de atleten, de renners of voetbalspelers, maar evenzeer de man en vrouw in de straat. Natuurlijk streefde elke deelnemer naar de hoogste roem, de overwinning. Maar de erepalm was slechts voor enkelen onder hen weggelegd. Daarom wapenden heel wat deelnemers zich tegen een mogelijke ontgoocheling door zich voor te houden: ‘Deelnemen is belangrijker dan winnen!”. Hoort die Olympische gedachte niet evenzeer thuis op het terrein van de socioeconomische ontwikkeling, van de groeiende welvaart, in de opbouw van een menswaardig bestaan voor alle mensen? Hoeveel miljoenen burgers koesteren vandaag niet de droom om toegang te mogen hebben tot de natuurlijke rijkdommen van de aarde, te genieten van basisonderwijs, te beschikken over voldoende drinkbaar water, te genieten van een hygiënische verzorging en voldoende dagelijks voedsel voor de kinderen en zichzelf? Voor zovele armen is deelnemen belangrijker dan winnen. Zij verlangen niet naar de hoogste trede. De eerste opstap naar de meest elementaire basisrechten zou voor hen al een grote doorbraak betekenen.
‘Samen op Weg’ bericht u driemaandelijks over de pogingen van DMOS-COMIDE om aan kansarme en achtergestelde mensen in het Zuiden een deelnemingsticket te overhandigen. Onze projecten openen deuren naar een betere toekomst. Dat doen we niet alleen, want vele lezers en sympathisanten geven ons nog meer mogelijkheden dankzij hun financiële steun. Wij danken u daarvoor in naam van allen die dankzij jullie ook mogen deelnemen, maar voor wie de weg naar de zege nog heel lang is.
Omer BOSSUYT, Voorzitter
ZUID
3
人 +火 = 光 (mens + vuur = licht)
Vaclav Klement is net geen vijftig en Tsjech. Hij was missionaris, provinciaal overste in Zuid-
beaamt: de congregatie integreert zijn missiewerk in de strijd tegen nieuwe vormen van armoede. AIDS, de seksuele uitbuiting van kinderen, drugsverslaving, migratiestromen, oorlogsvluchtelingen, jongeren in depressies. Zovele actieterreinen als nieuwe ‘missie’ met geografische, sociale, culturele en religieuze componenten.
Korea en regionaal overste voor
Oost-Azië
en
Oceanië. Op het jongste
_ DE UITDAGINGEN
zen tot verantwoordelijke
In een zo complexe en broze wereld wordt de missieopdracht moeilijk. Ze moet een antwoord vinden op nieuwe uitdagingen. Dit zegt Václav Klement : ‘De religieuze en seculiere wereld, verschillend en complementair, moeten beter samenwerken. Daarom is het belangrijk synergieën en netwerking te bevorderen, om de communicatie tussen religieuzen en leken te verbeteren en om de vorming van leken in salesiaanse ngo’s te verzorgen.’ Gelukkig ontbreekt het in deze niet aan overtuigde, enthousiaste mensen. Dat vormt ongetwijfeld de rode draad doorheen de missiegeschiedenis van de voorbije eeuwen : mannen en vrouwen die in zich het vuur voor sociale rechtvaardigheid brandend houden en wie lijden nabij blijven om hen van de schaduw naar het licht te brengen.
voor de missie. Een portret.
Als jongeman moest hij zijn land ontvluchten en in ongelooflijke omstandigheden zijn roeping vinden. Hij spreekt vlot vijf talen (Tsjechisch, Slovaaks, Koreaans, Italiaans en Engels), studeert momenteel Spaans en begon een Europese rondreis om uitgebreid kennis te maken met salesiaanse ontwikkelingsorganisaties. Op bezoek in Brussel verheldert hij ons zijn visie op zijn opdracht en zoals het een algemene verantwoordelijke betaamt, ook de uitdagingen die hem wachten.
_ DE VISIE Het concept van missie evolueert. Het beeld van de Europese missionaris die vertrekt om het Goede Nieuws te verkondigen aan heidense volkeren in het Zuiden is haast verdwenen, net zoals dat van beschavende mogendheden die de onderontwikkelde landen gaan civiliseren. De dekolonisatie, de secularisatie in Europa, de mondialisering en alle sociale, politieke, culturele, filosofische en economische omwentelingen die daaruit voortvloeiden,
wijzigden op een fundamentele manier de verhoudingen. Missie en ontwikkeling zijn meer dan ooit met elkaar verweven. De multiculturele en wederkerige dimensies van beide zijn onomkeerbaar geworden. Niet alleen missionarissen maar ook talrijke vrijwilligers van alle leeftijden reizen naar de andere kant van de wereld om een deel van hun cultuur, waarden, vaardigheden en kennis te brengen. Van Noord naar Zuid, van Zuid naar Noord, maar ook tussen de landen van het Zuiden onderling: deze dynamiek kent geen grenzen meer. Mensen vertrekken om zich te engageren en voor enkele maanden of voor heel hun leven het beste van zichzelf te geven ten voordele van een betere wereld waar de armoede en de onderontwikkeling teruggedrongen worden. De salesiaanse congregatie beweegt zich al lang in deze dynamiek door missionarissen en vrijwilligers van alle leeftijden en origine uit te sturen naar alle hoeken van de wereld. Daar zetten deze mensen het opvoedkundige werk van Don Bosco verder. Maar vandaag gaat de congregatie nog een stap verder. De nieuwe algemene overste van de Missies
Françoise LÉONARD
SAMEN OP WEG
salesianen werd hij verko-
3/2008
Algemene Kapittel van de
4
In de schaduw van het paleis Niet Afrika, niet Azië, dit is Madagaskar. Tussen de twee, net als de ziel van de Malagassiërs: gul en trots, met het comfort en het ongemak van een eiland, een rijk verleden en een soms adembenemende ‘dag aan dag’.
De auto van de Spaanse zuster Teresa wringt zich door de nauwe straten van de meest ouderwetse hoofdstad ter wereld. Antananarivo. De asfaltstraten slingeren zich tot dicht bij het centrum tussen huisjes waar je zowel links en rechts in de keuken kunt kijken. Hemelsblauw zijn de luiken, als Italiaans aardewerk kleuren de gevels. Stootkarren maken dat de auto’s erg nipt leren rijden. Hier en daar verwijst de reclame voor internet en telefoonsystemen wel naar ‘2008’, of. Of een affiche van Air France. Maar de stad op en tussen de heuvels is oud. Zoals de Peugeots, de blauwe politie-uniformen en de 19de-eeuwse kerktorentjes als in Saint-Vincent-d’Aujac.
Alleen, in het kleine huisje aan de rand van het terrein van de zusters, voelde ik mij als in de ark van Noach. Tot overmaat van ramp viel ook de elektriciteit uit. Goed dat Noach voor een kaars had gezorgd en dat na een uur een witte Italiaans sprekende engel van aan de overkant mij met een auto kwam verlossen om zo het avondmaal niet te hoeven overslaan. Minder goed was het Rado en Toky vergaan. Onder de kartonverpakking van een koelkast probeerden zij in de wijk Tsiadana te slapen door dicht tegen elkaar aan te kruipen. Maar ook de grond van hun kartonnen tent was al nat. Ze krabbelden overeind en gingen voor de rest van de nacht op geïmproviseerde taboeretjes van een paar bakstenen zitten. Toky is acht jaar en vertelt mij later: ‘Zo was ook mijn eerste nacht in ‘Tana’. Mijn vader en moeder, drie broers en zus_ STRAATTHEATER ACHTER HET sen en ik kwamen aan tijdens zware PALEIS regen. We hebben toen geslapen onder de luifel van een winkeltje. Nu wonen wij in Twee dagen eerder vielen in de voor- een houten huisje dichtbij het station avond zware regens boven de hoofdstad. van de taxibrousse waar mijn vader rijst-
Even is het verademen als wij langs de parkvijver in het centrum aanschuiven en jongeren snoep, Malegassische vlaggen of kranten aanbieden. Maar dan gaat het opnieuw door een donkere, kankerverwekkende tunnel van rook en stank naar een nieuwe heuvel. Enkele keren buig ik mij dieper naar voren om door de voorruit bovenaan de heuvel het voormalige paleis van de koningin te bewonderen. Vier muren met enkel de venstergaten en hijskranen op het binnenplein. Met UNESCO-geld wordt hét symbool van de Malagassische dynastie van vóór de Franse kolonisatie na een brand in 1995 opnieuw opgetrokken. Vergane glorie. Geklasseerd monument. Op een boogscheut afstand áchter het paleis houdt Teresa halt. ‘Hier is het.’ ‘Hier komt het.’
ZUID
‘Voor hen en voor hun zussen die op straat leven, komen wij dichterbij wonen.’ boodschappen, verkopen van kleinigheden) kunnen de twee jongens ’s morgens na de nachtelijke regenbui een ontbijt van thee en twee rijstkoeken bemachtigen. Als de zaken erg goed draaien kan er zelfs koffie met melk af. Maar daarvoor mogen ze niet ziek worden of niet door de politie worden opgepikt. ‘Zie je,’ vertelt Teresa mij, ‘voor hén en voor hun zussen die zo op straat leven komen wij dichterbij wonen.’ Teresa is zuster van Don Bosco, ik schat ze iets voorbij de zeventig en sedert enkele jaren provinciale overste van een paar tientallen zusters over heel Madagaskar. Ondanks haar rimpels, haar even gerimpeld Frans en haar moeder-overstetrekjes héb ik het voor haar. Eigenlijk sedert ik er haar eens op betrapte dat ze met een vinger het overblijvende ijs uit haar dessertschoteltje aan het likken was. En ze mij als een schoolmeisje met twinkelende, ‘ik zal het niet meer doen’-oogjes aankeek en wij allebei in de lach schoten.
_ PATROONHEILIGE ‘Hier komt ons onthaalcentrum Saint Joseph dat een tweehonderdtal jongens
tienjarigen. Maar wel ruimte voor sport en spel, postkaarten maken, dansen, knutselen en wat leren koken, zich verzorgen, lezen in de bibliotheek.’ ‘Zuster, jullie hébben al zo’n pak werken in dit land en talrijk zijn jullie niet?’ Ik heb weet van haar geloof en vertrouwen in de toekomst, wat in mijn ogen soms niet te volgen is (‘Met de hulp van Maria’ mailt zij mij soms), maar het beetje rationaliteit in mij wordt bij deze zusters extra aangemoedigd. ‘Wij willen dichter bij de echte armen in dit land, in deze stad wonen. Om ze hier tijdelijk een onderdak, tijd en liefde te geven. Oké, wij zijn hier al sedert 1985 en tellen nu een veertigtal zusters. Een druppel in de oceaan, maar dit nieuwe werk voelen wij aan als iets dat wij moéten doen, een roeping.’ Onder de auspiciën van de heilige Jozef (niet alleen de patroon van timmerlui maar ook van maagden en van België) begint zo in de schaduw van het paleis van de koningin een nieuw onthaalhuis. Voor Rado en Toky, voor dat volkje dat de straten afschuimt op zoek naar wat eten, wat rijst, voor wie niet naar school kan, mag van thuis omdat er moet worden gewerkt om te overleven. Voor de kinderen uit gezinnen die door de overheid verjaagd worden want Madagaskar wil
een aantrekkelijke affiche blijven voor toeristen en investeerders. Voor kinderen die op stoepen, in tunnels en in stegen rondhangen en uitkijken waar ze een graantje kunnen meepikken.
_ WIT ROOD GROEN Wat moet ik met een Malagassische vlag aanvangen? Toch probeert een straatventer mij op de terugweg met Teresa te overhalen om zijn nationale driekleur mee naar huis te nemen. ‘Het groen dat begrijp ik, met al die rijstvelden,’ raad ik voor hem. ‘En het rood dat is zeker ook hier de kleur van de nationale trots en wie ervoor sneuvelde.’ ‘Nog goed,’ beaamt hij. ‘Maar het wit?’ voegt hij er nog uitdagend aan toe. Ik moet passen. ‘Dat staat voor onze loyaliteit.’ Terwijl hij zich tegen de auto aankleeft om niet gegrepen te worden door een langs zwiepende motorfiets, hoor ik dat mooie maar moeilijke woord en ga terug in mijn geheugen. Ik begrijp ineens al beter de verbazing van Francisco die samen met mij vanmorgen zag hoe een man in volle straat en plein public zijn vrouw afranselde, terwijl de omstanders alleen maar toekeken. Francisco wist enkele honderden meters niet of hij moest doorrijden of stoppen om tussenbeide te komen. Maar hij kon mij niet achterlaten in de auto, we hadden een afspraak en al die mensen die stonden te kijken … het deed hem aarzelen en wij reden door. ‘Loyaliteit?’ vraag ik opnieuw aan de vlaggenman als voor hem de kust terug veilig is. ‘Zeker,’ knikt hij en bonkt met zijn vrije hand op zijn hart. Ik moet glimlachen en vraag hem in plaats van de vlag mij een krant te verkopen. ‘Le Quotidien.’ De krant van alledag. De krant van het leven zoals het ís, ook in Madagaskar.
Marc VAN LAERE
3/2008
en meisjes van zeven tot veertien jaar zal opvangen. Voor een vijftigtal zouden wij ook wat eenvoudige lessen kunnen geven in Frans of rekenen.’ ‘En mogen ze hier blijven slapen dan?’ ‘Neen, het wordt geen internaat voor die zeven- tot veer-
SAMEN OP WEG
koeken verkoopt. Vroeger werkte hij in de rijstvelden dichtbij Antsirabe, maar dat bracht niets meer op, zeker niet toen de eigenaar het huurgeld voor de velden verhoogde.’ Met de magere inkomsten van hun markthandeltje (auto’s poetsen,
5
6
Millenniumdoelstelling 3: gelijkwaardigheid voor mannen en vrouwen Zondagochtend. Met een half oor volg ik een politieke discussie op de
3
televisie. Ondertussen ruim ik de ontbijttafel af. De partijstandpunten worden kranig verdedigd, de onenigheid tussen de politieke partijen
blijven
hemelsbreed,
de
moderator
probeert
te
In 2015 hebben alle mannen en vrouwen dezelfde rechten
sturen…niets nieuws onder de zon! Plots valt het me op dat er enkel vrouwen rond de tafel zitten! Elke partij is vertegenwoordigd door een stevige politica, zelfs de moderator is een vrouw. Is de Belgische politiek dan toch vervrouwelijkt? Hebben wij alvast goed gescoord op millenniumdoel 3: ‘Gelijkwaardigheid voor mannen en vrouwen’?
_ MEER VROUWEN IN HET PARLEMENT: _ MILLENNIUMATLAS ENKEL RWANDA EN ZWEDEN SCOREN GOED Dit las ik in een handig hulpmiddel om de Of er meer vrouwen in het parlement zitten is een van de indicatoren om te meten of ‘the gender equality’ is toegenomen. ‘Het percentage vrouwen in het parlement is een graadmeter van emancipatie. Wereldwijd is de politieke macht van vrouwen tussen 1990 en 2007 toegenomen. Het aandeel vrouwen in het parlement steeg van 13% wereldwijd in 1990 tot 17% in 2007. Maar dat is niet voldoende om binnen afzienbare tijd van een gelijkwaardige situatie te kunnen spreken. Mannen spelen nog steeds een dominante rol. Alleen Rwanda (49%) en Zweden (47%) kunnen spreken van een gelijkwaardige situatie. In Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied is nu 20 procent van de parlementariërs vrouw. In 1990 was dat nog maar 12 procent. Ook in Noord-Afrika en in de Arabische staten is er nu vooruitgang, hoewel dat nog om zeer lage percentages gaat (van 3% dan wel 5% naar 8%).’
stand van zaken op te zoeken: de Millenniumatlas van het Nederlandse ministerie voor Buitenlandse Zaken.
‘Armoedebestrijding zal gendergevoelig zijn of zal niet zijn.’ Je kunt selecteren op millenniumdoel en bijbehorende indicatoren. Je kunt regio’s of landen selecteren. Je kunt de stand van zaken in de wereld visueel weergeven door de kaart te vervormen: wie slecht scoort op de doelstelling wordt duidelijk in de kijker gezet. Je kunt de evolutie in kleur aanbrengen en elke keer analyseert men in een tekst de huidige situatie.
_ ARBEIDSMARKT: WERKEN BUITEN DE LANDBOUW Een andere indicator om te zien hoe het gesteld is met de maatschappelijke gelijkheid tussen man en vrouw is meten hoeveel vrouwen er werkzaam zijn buiten de agrarische sector. Traditioneel werken in ontwikkelingslanden veel vrouwen in de landbouw. Het maakt hun positie kwetsbaar. Meestal is het werk in de landbouwsector onbetaald en missen zij de grotere zekerheid en sociale bescherming van loonarbeid. Tussen 1990 en 2004 steeg het aandeel vrouwen dat buiten de landbouwsector werkt licht, van 36 naar 39 procent. In het gebied van de Stille Oceaan was de stijging groter: van 28 naar 37 procent. Ook in Latijns-Amerika en de Caraïben was er een snellere stijging te zien: van 38 naar 43 procent. In Noord-Afrika is het percentage echter onveranderd blijven steken op 20 procent.
ZUID
Maar de belangrijkste indicator is de verhouding tussen meisjes en jongens in het onderwijs: dé sleutel tot emancipatie. Vrouwen met een opleiding zijn beter in staat keuzes te maken over het krijgen van kinderen en kunnen zich beter beschermen tegen hiv/aids. Geschoolde vrouwen kunnen ook beter voor een eigen inkomen zorgen en een rol spelen in de maatschappij. Maar in veel landen krijgen meisjes niet dezelfde kansen in het onderwijs als jongens. Zij kunnen vaak niet naar school of haken noodgedwongen eerder af. Het streefdoel in 2000 was om in 2005 evenveel jongens als meisjes naar de basisschool en het middelbaar onderwijs te laten gaan. Het aantal meisjes dat naar school gaat ten opzichte van het aantal jongens is toegenomen van 87 procent in 1991 tot 94
procent in 2004. Vooral in Zuid-Azië, Noord-Afrika en het Midden-Oosten is veel vooruitgang geboekt. De doelstelling van 100 procent lijkt voor alle ontwikkelingsregio’s dan ook gehaald. Alleen in Sub-Sahara Afrika is dat niet gelukt. In 2015 wil men hetzelfde bereiken voor het hoger onderwijs.
met z’n allen weten waar we staan en waar we naartoe willen, kunnen we helpen om de millenniumdoelstellingen te verwezenlijken!
Lut Van Daele Bron: www.ncdo.nl
_ 25 SEPTEMBER 2008 Is de evolutie positief voor millenniumdoelstelling 3? Zeker, maar het blijven kleine stapjes in de goede richting. Op 25 september 2008 roept secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki Moon een opvolgingsvergadering bijeen om de stand van zaken te evalueren en om de Millenniumdoelstellingen terug op de ‘wereldagenda’ te plaatsen. 11.11.11 roept op om in Vlaanderen een actie op touw te zetten op die dag. Als we
8 Millenniumdoelstellingen
1
Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft, is met de helft gedaald ten opzichte van 1990. Dit geldt ook voor het aantal mensen dat honger lijdt.
2
Alle kinderen op de wereld volgen basisonderwijs.
3
Meisjes krijgen dezelfde kansen als jongens, in het basis- en middelbaar onderwijs reeds in 2005, in 2015 op alle onderwijsniveaus.
4
Het sterftecijfer van kinderen onder de vijf jaar is met tweederde verminderd ten opzichte van 1990.
5
De moedersterfte is met driekwart verminderd ten opzichte van 1990.
6
De verspreiding van hiv/aids, malaria en andere ziektes is gestopt. We beginnen met de terugdringing van deze ziektes.
7
We voeren overal een milieubeleid gericht op duurzame ontwikkeling en het onomkeerbare verlies van natuurlijke hulpbronnen is gestopt. Het aantal mensen zonder toegang tot veilig drinkwater is met de helft verminderd en de levensomstandigheden van ten minste honderd miljoen mensen in sloppenwijken is aanzienlijk verbeterd.
8
Wereldwijd werken landen en instellingen samen aan ontwikkeling. Er zijn afspraken over goed bestuur, landen voeren eerlijke handel met elkaar en er is een eerlijk financieel systeem op poten gezet. Het schuldenprobleem van ontwikkelingslanden is opgelost en de ontwikkelingslanden beschikken over nieuwe technologieën. Samen met ontwikkelingslanden is er fatsoenlijk werk voor jongeren gecreëerd.
3/2008
Als de gehaald worden, ziet de wereld er in 2015 als volgt uit: WAT ZIJN DE MILLENNIUMDOELSTELLINGEN? De Millenniumdoelstellingen (MDG Millennium Development Goals) zijn acht doelen die de armoede in de wereld fors moeten terugdringen. De internationale gemeenschap engageert zich ze tegen 2015 te realiseren. 1. Extreme armoede en honger uitroeien 2. Basisonderwijs voor iedereen 3. Gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen 4. De kindersterfte verminderen 5. De gezondheid van moeders verbeteren 6. Hiv/aids, malaria en andere ziektes bestrijden 7. Een duurzaam leefmilieu verzekeren 8. Een wereldwijd partnerschap voor ontwikkeling opzetten
SAMEN OP WEG
_ MEER MEISJES NAAR SCHOOL
7
8
Het zwarte punt van
Congo In 1484 zagen Portugese zeevaarders zwarte rotsen uitsteken aan de Midden-Afrikaanse kust. Enkele uren eer ze de monding van de Congostroom
ontdekten,
werd
‘Ponta Negra’ een maritiem referentiepunt. Vijfhonderd jaar later streken achter die kustlijn van wat vandaag Pointe Noire heet, salesianen en zusters van Don Bosco neer voor Congolese jongeren.
Zelden zie je zoveel elegantie op enkele vierkante meters. Op het binnenplein van de parochiecentrum in de overbevolkte wijk Tié-Tié oefenen meisjes van dertien een dans. De drukkende warmte verdwijnt stilaan nu het vooravond is. De zon wordt milder. Zonder muziek schuifelen de gezamenlijke danspassen door het zand. Handen zwaaien, een lichte knik door de knieën. Je hoort alleen de leidster die telt ‘Une deux, une deux trois’ en de zachte petsen van de teenslippers tegen hun hielen. Deze schoonheid vraagt niet om muziek.
_ DE OLIESTADSTAAT Het leven op dit grote parochieterrein is een gezellige samenvatting van het echte leven in Tié-Tié. Drukte zeven dagen op zeven, activiteiten en lokalen dicht opeengepakt en stroom- of waterpannes slag om slinger. Dat probleem hebben ze blijkbaar niet bij Apave, een vormingscentrum voor oliebedrijven zoals Total. Op een loeihete middag schuif ik met salesiaan Miguel Angel Olaverri een stoel bij in het kantoor van Christophe Fernandez, een Franse vertegenwoordiger van Apave. ‘Monsieur’, begint Miguel tegen de man van wie hij de vader kon zijn, ‘wij zoeken mensen die onze laatstejaars een scholing kunnen geven in lassen en elektriciteit zodat ze met een extra certificaat meer kans maken op een job.’ Fernandez die evengoed een reisbureau of Carrefour kon uitbaten, draait met zwier zijn bureaustoel naar zijn pc en print al pra-
tend enkele mogelijkheden uit. De avond voordien had Miguel nog de lichten van de off-shore boortorens getoond. Hier wordt het economische leven gedomineerd door de bedrijven die van de olie leven. Pointe Noire is niet voor niets de tweede stad van het land. Met de vertegenwoordiger van Apave komt hij al vlug tot een akkoord over het aantal bijscholingen, de specialisaties en het geleverde certificaat. ‘En de prijs voor zo’n opleiding van enkele dagen?’ vraagt Miguel. ‘Bah,’ doet Fernandez terwijl hij zijn bureaustoel nog eens naar zijn pc zwenkt. ‘Ik wil dat een beetje afronden naar beneden en wat korting geven, het is voor een beroepsschool uit Tié-Tié, niet?’ We wachten met ingehouden adem het godsoordeel af. Als we tien minuten later buiten dit airconditioned kantoor staan, kijkt Miguel mij schalks aan: ‘Voor dat bedrag geven wij onze jongens een opleiding van drié jaar!’
ZUID
Marc VAN LAERE
_ ONGELOOF ‘Ik noem hem de dapperste van de elf,’ verkondigt de Kameroense salesiaan Pierre Célestin Onaz. Hij schijnt het te menen. Er klinkt gemurmel in de overvolle kerk. ‘Al de anderen zaten daar als bange wezels in het cenakel te wachten, te bidden, schrik te hebben. Thomas liep de stad in, stak zijn handen uit de mouwen, hij had geen tijd om te prakkiseren.’ De gezichten van de duizend kerkgangers
‘Drukte zeven dagen op zeven, activiteiten en lokalen dicht opeengepakt en stroom- of waterpannes slag om slinger.’ Op een vijftal kilometer van deze beroepsschool rees enkele jaren geleden bij de zusters van Don Bosco een gelijkaardig centrum op voor meisjes. Daar laat ik mij na valavond even inpalmen door de Italiaanse zuster Giulia Russo, maar liever nog door de warme glimlach van de Kameroense Philomène Adiome. Zij is blij mij terug te zien, maar als de stroom uitvalt en wij ons bij een cake enkel nog herkennen bij kaarslicht schudt ze het hoofd. ‘Ik weet niet wat er scheelt, maar het gaat niet goed met de afdeling knippen en naaien. Minder en minder belangstelling van de meisjes. Ze lijken niet gemotiveerd, hebben er geen zin in.’ Ook de zusters worden via DMOS-COMIDE voorzien in de uitrusting van hun beroepsafdelingen (koken, patisserie, knippen en naaien en informatica) en in het bijscholen van de leerkrachten. Beter nog, hier startte in 2006 een arbeidsbemiddelingsbureau om de oud-leerlingen
krachten, tot zes uur ’s avonds. Waar ze verblijven is het leven hard. Fifi is 16: ‘Sedert ik hier ben laten ze mij geen moment met rust waar ik huis. Ze slaan mij, daar, maar ook soms op de markt, in het publiek, voor niets.’ Tot ze, misschien, op een zaterdagnamiddag, bij Don Bosco met enkele vriendinnen meekomt om te dansen. Une deux, une deux trois. Zonder muziek. Maar elegant en met het begin van een glimlach.
klaren op. Dát herkennen ze. Dat maken ze dag in dag uit mee. Ook de jongeren die tussen de rijen zitten. Ze herkennen het ook in de inzet van de Don Boscogemeenschap voor de parochie, de jongeren, niet alleen binnen de veilige muren van het terrein maar ook aan de deuren en in de bureaus van de overheid als dat nodig is. Om licht, om water, om inspraak, om rechtvaardigheid af te dwingen. Om bijvoorbeeld op te komen voor de kindslaven in Pointe Noire die uit heel West-Afrika hier stranden en voor geld aan voogden worden toevertrouwd omdat die school en werk beloven. Maar eens ze in Pointe Noire zijn, verzeilen de kinderen –sommigen maar negen jaar oud- in ateliers of ongure handeltjes en prostitutie. Om 4.00 uur ’s morgens het bed uit en dan naar de markt, naar een huis, naar een garage als goedkope werk-
3/2008
Terug thuis wijst Miguel naar een jongetje dat ik al enkele keren rond de keuken zag hangen. Godi is zes jaar. Een moeder uit de wijk leverde hem af omdat het kind uit zijn gezin verjaagd was. Verjaagd. Met sporen van brandwonden en ondervoed. Al enkele weken doet Miguel in de zondagsmis een oproep om een onthaalgezin te vinden voor dit kind. Ondertussen wordt Godi verzorgd door de paters en door de jonggepensioneerde vrijwilligster Jeanine Vallet. Al enige tijd is zij op zoek naar zonnepanelen: ‘Al was het maar om ondanks de dagelijkse stroompannes de koelkast aan de praat te houden.’ De elektriciteitstoevoer is eveneens voor de beroepsschool de grote uitdaging met de afdelingen elektriciteit, lassen, automechanica en informatica die aan 150 leerlingen scholing geven. Van 2005 tot 2010 ondersteunt DMOS-COMIDE dit centrum met Belgisch ontwikkelingsgeld. Oude ateliers werden verbouwd, nieuwe machines aangekocht en leerkrachten extra bijgeschoold en rechtvaardig betaald. Jaarlijks komen uit deze vormingen een vijftigtal leerlingen die met hun kennis en aanpak vlotter een job vinden. Si Dieu le veut.
en laatstejaars te helpen werk te vinden in de stadsjungle. Maar het lukt dus blijkbaar niet zo goed met de afdeling knippen en naaien. Samen zouden de leerlingen van de school tegen het einde van het programmaproject met 170 moeten zijn. Ik beloof de zusters om in overleg met het ontwikkelingsbureau die de betrokken beroepscentra volgt uit te maken wat kan gedaan worden om ofwel een extra boost te geven aan de afdeling knippen en naaien ofwel om uit te kijken naar alternatieven. ‘Ciao.’ ‘Ciao.’ Wij rijden terug naar Tié-Tié waar Godi aan tafel zit. Zijn beentjes wiebelen over de stoelrand, hij is zoals alle zesjarigen ter wereld gezwicht voor de verlokking van een lolly en een glimlach.
SAMEN OP WEG
_ HEKSENKIND EN ENGELBEWAARDERS
9
10
Van Afrika tot in Bolivia tot aan de voet van de Himalaya DE EERSTE VRIJWILLIGERS ‘VIA DON BOSCO’ ZIJN VERTROKKEN
laten, maar in Gabon, Peru en aan de zee in Pondicherry het beste van zichzelf zullen geven.
_ WELKOM
‘Er was eens een goed idee. Dat idee werd opgevangen door een enthousiaste ziel. Vele creatieve buien later vertrekken wij voor negen maanden vrijwilligerswerk bij jongeren.’ Zo juicht de affiche voor een benefietbarbecue van Tilde Degraeuwe en Katrien Vandenberghe die volgende maand naar de zusters van Don Bosco in Yaounde (Kameroen) vertrekken. Ondertussen zijn Lionel Jacobs en Hanne Lemmens al in Lima (Peru) en Tezpur (India) aangekomen en maakt Leena De Bakker haar valies klaar voor het Indiase Pondicherry. Hanne Nelissen wordt binnenkort verwacht in Cochabamba (Bolivia), Harlinde De Mol in Oyem (Gabon) en Kristine Van Maldeghem in Dergaon (India). Op een na zijn deze mensen rond de 25 jaar oud. Wat maakt dat vele vooruitzichten ‘keigoed’, voorstellen ‘supertof’ en correspondentie in sms-spelling en met emoticons verloopt.
_ SE BASTASSE UNA BELLA CANZONE Na een selectie uit een vijftigtal kandidaten werden deze acht vrijwilligers via Don Bosco uitgenodigd om deel te nemen aan drie voorbereidingsweekends. Twee weekends vonden plaats in GrootBijgaarden, één in Vremde. De eerste twee weekends waren vooral inhoudelijk: omtrent de eigen motivatie, Don Bosco en de salesiaanse mentaliteit, getuigenissen van ex-vrijwilligers en informatie over de verschillende regio’s waar de acht naartoe gaan. Het derde weekend werd gewijd aan praktische regelingen (de reis, het visum, de inentingen, verzekering, ..). Dat laatste weekend werd in schoonheid afgerond in aanwezigheid van meerdere collega’s van DMOS-COMIDE, een Kameroense bezoeker en enkele familieleden van de vertrekkers. Met als afscheidsgeschenk voor elk een wenskaart en een logboek om bij te houden in de komende maanden. Bij het afsluiten van een zaterdagavond op één van de weekends was er een lied van Eros Ramazotti. Se bastasse una canzone. Als een liedje zou volstaan om liefde te doen regenen, om anderen te overtuigen, om een hand te kunnen reiken … Ook al klonk het van een aftands cassettebandje, het bleef in de hoofden en de harten hangen. Bij mensen die het niet bij een liedje
Door vele contacten die groeiden sinds ‘via Don Bosco’ in september 2007 van start ging, nam de belangstelling vanuit het Zuiden voor onze vrijwilligerswerking ook toe. Bisschop Bert Vanbuel uit de CentraalAfrikaanse Republiek en de Indiase salesiaan Tony Pellisery uit Assam kwamen persoonlijk aankloppen, maar ontelbaar waren de mails die ‘via Don Bosco’ mensen zoeken. Om te helpen in weeshuizen, beroepsateliers op te starten of te begeleiden, leerkrachten bij te scholen, in dispensaria bij te springen. Om Franse en Engelse les te geven, jongeren te animeren in sport en spel maar ook om beheerssystemen en informatica op punt te stellen. Van Fianarantsoa in Madagaskar tot Santa Cruz de la Sierra in Bolivia, van Bamako in Mali tot Guwahati in het uiterste Noord-Oosten van India.
‘Als afscheidsgeschenk voor elk een logboek om bij te houden in de komende maanden.’ Precies door de overgrote vraag vanuit onze partnerlanden dringt zich de komende maanden een zachte switch op inzake aanvaarding en voorbereiding van kandidaten. Enerzijds blijft via Don Bosco de kandidaturen voor de ‘lichting 2009’ verwelkomen tot november, december 2008. Met die mensen wordt een groep samengesteld om voor te bereiden op een vertrek vanaf juli 2009. Het betreft voornamelijk afgestudeerde jongeren (21+ en in het bezit van een diploma of bijzondere vaardigheid), mensen die een jaar verlof zonder wedde nemen of eventueel ook ouderen. Anderzijds dringen onze partners in het Zuiden aan op het zenden van mensen die
NOORD
Gelukkig moest ‘via Don Bosco’ inzake vrijwilligerswerking met het Zuiden het warm water niet uitvinden. In het voorjaar van dit jaar vond in Brussel een studiedag plaats voor vele Vlaamse organisaties die vrijwilligers naar het Zuiden zenden. Die ‘Grote Trek’-bijeenkomst met een 200-tal deelnemers van diverse pluimage maakte duidelijk dat het aantal jongeren dat naar het Zuiden trekt de jongste jaren verdubbelde. Met overheidsgeld zijn er ook initiatieven van de Belgische Technische Coöperatie (www.btcctb.org), maar wie wil kiezen uit een ruimer aanbod kan dat via www.jint.be Meer specifiek is er binnen de salesiaanse wereld in Europa ook heel wat te doen rond vrijwilligers. Verschillende Don Bosco-ngo’s in Italië, Spanje, Oostenrijk hebben al jarenlang een eigen werking. In Nederland organiseert SAMEN al bijna vijfentwintig jaar lang voor Nederlandse en Belgische jongeren inleefstages in straatkinderenprojecten (www.jongerenenmissie.nl). In Vlaanderen zijn er VIDES (www.vides.be) en de Jeugddienst Don Bosco (www.jeugddienst-
_ EVELYNE Anders dan nogal wat organisaties zoekt via Don Bosco voor zichzelf geen werkingskosten of lonen te vergoeden. Als dienst aan partners in het Zuiden deelt via Don Bosco de zorg om kansarme jongeren en al wie hen ondersteunt. Het uitzenden van jongeren en ouderen (‘van 21 tot 71’ heet het op de folders) voor een leef- en werkervaring in het Zuiden wil een vonk doen overspringen. Een vonk die er bij Evelyne Van Dieren aanleiding toe was om haar inzet in de ‘City of Hope’ in Lusaka (Zambia) te verlengen. Ze schrijft aan familie en vrienden: ‘Het is geen eenvoudige beslissing. De eerste euforische maanden zijn voorbij. En nu zit ik middenin een periode waarin ik me niet meer zo kan plezieren een kind op de schoot gezet te krijgen in de overvolle busjes, de zoveelste elektriciteitsonderbreking, het gebrek aan
initiatief bij de Zambianen, de soms moeizame samenwerking met de zusters, bedvlooien, het gevaar om geëlektrocuteerd te worden als ik mijn teenslippers vergeet aan te doen in de douche. Anderzijds zou ik Charity, één van onze meisjes, graag zien afstuderen, Monica's eerste kind vasthouden, aangeklampt worden voor een vriendelijke babbel terwijl ik een afspraak heb en verder leren tijd nemen, pc's zien aankomen en volwaardige computerlessen geven. Maar nu is het moment om geduld te hebben zodat ik me deze specifieke ontwikkelingsomstandigheden eigen kan maken en begrijpen. En ik ben het deze mensen verschuldigd bewustzijn te promoten voor hun dagelijkse moeilijkheden en bekommernissen. Dus ik blijf, tot september.’
Marc VAN LAERE
3/2008
_ NIET ZONDER ONS
donbosco.be) die een gevarieerd aanbod hebben. Het eigene aan via Don Bosco, geboren uit de nu haast veertig jaar bestaande ngo DMOS-COMIDE, is dat vrijwilligers voor minstens zes maanden vertrekken, ten minste 21 jaar oud moeten zijn en een vaardigheid of diploma bezitten waarmee ze zich effectief dienstbaar kunnen maken in projecten in het Zuiden. Na een gedegen voorbereiding en het dragen van alle voorbereidingskosten leven zij tegen ‘kost en inwoon’ mee in of nabij de gemeenschappen van de salesianen of de zusters van Don Bosco.
SAMEN OP WEG
omwille van specifieke behoeften ginds (coördinatie, bijscholingen, beheer) dringend gezocht worden. Hiervoor zal een actievere aanwervingspolitiek worden gevoerd. Door het verspreiden van vacatures (ondermeer via www.11.be) of het aankloppen bij instellingen, bedrijven, scholen of privépersonen die onze partners in het Zuiden kunnen helpen.
11
12
Vastencampagne 2009: focus op India samen met Broederlijk Delen Al ooit gedacht dat een feest uw leven kan veranderen? De straatkinderen van Mumbai, waarschijnlijk ook niet. Tot het moment dat er een ‘Mela’-feest werd gehouden waarop alle schoenpoetsers, voddenrapers en straatventers welkom waren.
_ ELKE MAAND ‘FEEST’ In Mumbai organiseert Shelter Don Bosco, vanaf die eerste keer in 1988, maandelijks een grote Mela. Op die openbare bijeenkomst wordt er gedanst en gezongen. Kinderen houden van feesten en zeker straatkinderen. Zij krijgen zelden de kans om het middelpunt te zijn van een feest. Meestal kijken ze toe of kunnen ze als hulpje achter de schermen een blik werpen op het trouwfeest waarvoor ze aan het werk zijn. Elke 19e en 20e van de maand komen er gemiddeld 500 jongens naar de Mela. Het gaat hier om een holistische aanpak: zingen, dansen, film zien, eten, spelen, competitie wordt gecombineerd met informatie over gezondheid en preventie, haar knippen, douchen, gesprekken, brieven schrijven naar huis… De enige bedoeling van deze bijeenkomsten is straatkinderen een mogelijkheid bieden om het ‘leven te vieren’, om solidariteit op te bouwen, om dingen te voorzien die ze het hardst nodig hebben en aandacht te geven aan belangrijke aspecten die met hun manier van leven te maken hebben. Shelter Don Bosco richt zich hiermee op alle dakloze en achtergelaten jongens van de stad tussen 5 en 20 jaar.
_ PROJECTEN VAN SHELTER DON BOSCO Via die maandelijkse ontmoetingen worden er contacten opgebouwd. Wie wil kan in andere projecten van de Shelter terecht. In het drop-in centrum vlakbij The Western Railway station geeft men aan achtergelaten kinderen tussen 5 en 15 jaar onmiddellijke hulp. Het gaat vooral om bloemenverkopers die daar water en basisverzorging kunnen krijgen. Ze kunnen er hun geld in bewaring geven en ateliers volgen. Een bureau voor vermiste kinderen schiet in actie bij alarmerende meldingen. In het open huis kunnen dakloze achtergelaten kinderen en jeugd terecht. Dag en nacht kunnen ze daar crisisopvang krijgen. Wanneer ze weg willen zijn ze vrij om te gaan.
‘Onze gezamenlijke vastencampagne 2009 draait om India. Voor de jonge kinderen onder de 14 jaar is er ook een residentiële opvang. Daar wil Shelter Don Bosco de kinderen die naar Mumbai gekomen zijn met het idee een beter leven te vinden, helpen om hun dromen toch nog waar te maken.
De straathoekwerkers blijven dagelijks contact zoeken met nieuwe, zieke of kleine kinderen. Ze kennen de plaatsen van de stad waar ze te vinden zijn. Zo proberen ze de ergste noden op te vangen. Voor de drugsverslaafden is er een therapeutische opvang die even buiten de stad een lang traject aanbiedt om te ontwennen, een beroep te leren en terug te integreren in de samenleving.
NOORD
13
wijsnetwerk als de jonge partnerorganisatie van Broederlijk Delen, PARDS wil daar via vorming en gemeenschapsopbouw deze achtergestelde bevolking middelen geven om zelf hun samenleving vorm te geven. Tilak, de vrouwelijke hoofdfiguur uit de campagnefilm zal ons een blik gunnen op het leven daar.
_ GA JE MEE OP INLEEFREIS NAAR INDIA? Ben je leerkracht en wil je India ontdekken? Stap je graag met een goede voorbereiding en een duidelijk engagement op het vliegtuig? Dan is een inleefreis iets voor jou. Je maakt er kennis met het dagelijks leven, een aantal partnerorganisaties van Broederlijk Delen en enkele salesiaanse projecten en scholen. De reis vindt plaats van 27 december 2008 tot 10 januari 2009. Inschrijven kan tot 20 september!
SAMEN OP WEG
3/2008
Lut VAN DAELE
_ SAMEN MET BROEDERLIJK DELEN Dit salesiaans project zetten we in de kijker tijdens de vastencampagne van 2009. Samen met Broederlijk Delen werken we voor India. Zij zetten de beweging van thuisarbeidsters van zuster Jeanne DeVos centraal. De National Domestic Workers Movement (NDWM) werd in 1985 opgericht. Ze ijveren voor de rechten van het
dienstpersoneel en kinderen in dienstverband. Ondertussen is de beweging actief in 21 van de 28 staten van India met haar hoofdzetel in Mumbai. In een tweede luik van de campagne richten we ons op Jharkhand, Chhattisgarh en Orissa, de armste streek van het land. De inheemse bevolking wordt er al decennia achtergesteld. Zowel het Don Bosco onder-
14
Mali
heet de nieuwe uitdaging baar. Water, elektriciteit en telefoon zijn er een zeer grote luxe. Er zijn geen vervoermiddelen. Alleen de zusters hebben een sterke wagen om ernstig zieke mensen en zwangere vrouwen met problemen naar het vijftig kilometer verder gelegen hospitaal in Tominian te brengen. De oprichting van een moederhuis naast het aanwezige dispensarium was dus een dringende noodzaak. Het sterftecijfer onder de vrouwen en de kinderen kon daardoor met 50% verminderen. In 2006 waren er reeds 1.080 consultaties en 358 geboorten. Maar er is een grote nood aan medicatie en medisch materiaal om het centrum verder te laten functioneren. Ook de watervoorziening moet er nog verbeterd worden. Na de lustrumviering in het Stadhuis van Oostende en de sponsortocht naar Notre Dame de la Salette staat de DMOS-COMIDE-animatiecel van Oostende voor een nieuwe uitdaging. De vraag komt deze keer uit Touba in Mali. De zusters van Don Bosco runnen daar een materniteit en een dispensarium. Er is daar grote nood aan medicatie, medisch materiaal en aan middelen om drinkbaar water blijvend te verzekeren. Mali, een oude Franse kolonie, bestaat voor 70% uit woestijn of semiwoestijn. De Sahara rukt er onverbiddelijk op. Alleen het zuidelijk deel heeft voldoende regenval om landbouw mogelijk te maken. Mali, met zijn 12 miljoen inwoners is één van de armste landen van de wereld. Ze staan op de 164e plaats op 173 van de lijst van de Verenigde Naties. Rond de hoofdstad Bamako woont 10% van de bevolking. De officiële taal is het Frans naast enkele inlandse talen. De zusters van Don Bosco zijn reeds twintig jaar actief in Touba, één van de zestien dorpen van de streek Diora. Het tropisch klimaat en de onzekere regenval (drie maanden op een jaar) maakt er het leven van de 6.305 inwoners moeilijk. Broussepaden en aardewegen zijn de enige verbindingswegen. Maar bij regen zijn ze moeilijk begaan-
Voor steun klopten de zusters aan bij DMOSCOMIDE. Na inzage van het dossier besloten Frits Vandecasteele en Miet Provoost hun schouders te zetten onder dit project en financiële steun te zoeken voor deze armsten onder de armen. Nog altijd in het licht van 150 jaar Lourdes en 16 jaar na zijn eerste
tocht wil Frits in de zomer van 2009 terug een sponsortocht aanvatten naar dit bedevaartsoord. Help de zusters en steun op nummer 435-8034101-59 van DMOSCOMIDE met vermelding “Frits Mali”. De Animatiecel hoopt op minstens evenveel sponsorgeld als de vorige actie voor Madagaskar want die bracht (samen met de steun van de Stad Oostende) € 27.358 op (stand op 28 juni). Dank aan alle milde gevers. Foto’s en het verslag van de voorbije sponsortocht naar Notre Dame de la Salette zijn te bekijken op de webstek www.dmoscomide.org Omtrent die tocht en de vorige komen Frits en Miet graag naar verenigingen en scholen om te vertellen over het wel en wee van een pelgrim onderweg. “Een rugzak vol verhalen” is te boeken bij Miet Provoost via het telefoonnummer 059/80.25.17
Miet PROVOOST
NOORD
dewereld.be
_ WIJ ZIJN ERMEE WEG De afgelopen zomermaanden vertrok Lionel Jacobs als eerste vrijwilliger voor ‘via Don Bosco’ naar Peru. Ook Hanne Lemmens nam het vliegtuig, naar India. Zes
_ DON BOSCO ZETEL IN DE VN Sedert kort wordt voor de salesianen en zusters van Don Bosco een zetel vrijgehouden bij de vergaderingen van de ECOSOC, de Economische en Sociale raad van de VN in Genève. De aanvraag daartoe kwam van een Amerikaanse zuster van Don Bosco Phyllis Neves. Tegelijk met dit ‘recht van spreken’ binnen de VN opende in Genève een Bureau voor Mensen rechten. Het Bureau kan een belangrijke rol spelen in vraagstukken rond kansarme en verlaten jongeren in de wereld.
SAMEN OP WEG
_ HET IS TIJD Terwijl u dacht na het EK-voetbal, de Ronde van Frankrijk en de Olympische Spelen van alle sportgekte en -drukte áf te zijn, plagen wij u nog hiermee. Het Wereldkampioenschap voetbal van 2010 dat in Zuid-Afrika plaatsvindt, koos als slogan: ‘Ke Nako’. Dat betekent in de drie belangrijkste Zuid-Afrikaanse talen zoveel als ‘Het is tijd’. Tijd om ánders naar Afrika te kijken. Waarom er 5 Afrikaanse landen op 53 en 13 Europese landen op 52 mogen deelnemen zal wellicht niét in Afrika beslist zijn.
3/2008
De Indiase regisseur Mira Nair verfilmt het monumentale ‘Shantaram’ van G.D. Roberts. Het verhaal van een Australische topgangster die onderduikt in een sloppenwijk van Mumbai waar hij uitgroeit tot dokter en vriend van armen en toch ook weer maffialid wordt, is een meesterwerk, ook al om India beter te leren kennen. ‘Overgave is de kern van elke Indiase ervaring’ staat er. Tegen 2009 zou de verfilming klaar zijn, al wordt dat nog even aarzelen omdat hoofdrolspeler Johnny Depp een al te royaal honorarium vraagt. Voor wie in afwachting 986 bladzijden Mumbai wil ruiken, zien en voelen en wijzer wil worden over God, liefde en mensen: de steengoede Nederlandse vertaling wacht op u in de bib of uw boekhandel.
anderen volgen nog vanaf deze maand naar Kameroen, India, Gabon en Bolivia. Voor minstens een half jaar geven zij allemaal het beste van zichzelf aan kansarme jongeren in het Zuiden bij zusters en salesianen van Don Bosco. Er is nog genoeg aanbod voor al wie tussen 21 en 71 is en met eigen hart en capaciteiten hetzelfde avontuur aandurft. Contacteer marc.vanlaere@ dmos-comide.org of bel naar 02 423 20 82.
SAMEN OP WEG
_ SHANTARAM EN JOHNNY DEPP
Driemaandelijks tijdschrift Verantwoordelijke uitgever:
Zestiende jaargang nr 3 Omer Bossuyt Leopold II-laan 195 B 1080 Brussel info@dmos-comide.org telefoon: 02 427 47 20 bankrekn.: 435-8034101-59 IBAN : BE84 4358 0341 0159 BIC : KREDBEBB Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving
HOOFDREDACTEUR: Françoise Léonard / REDACTIE: Omer Bossuyt, Lut Van Daele en Marc Van Laere / LAY-OUT EN DRUK: Geers Offset, Oostakker / FRANSTALIGE EDITIE: ‘Faire Route Ensemble’ VOLGENDE UITGAVE: vierde kwartaal 2008 / Ken je mensen die Samen op Weg willen ontvangen, is je adres onjuist of ben je verhuisd, gelieve dit dan te melden aan DMOS-COMIDE, Leopold II-laan 195 te 1080 Brussel, tel. (02) 427 47 20. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.
vamac z.i. mandeldal I. de raetlaan b-8870 izegem
nv
Tel. 051 31.06.72 - 3 Fax 051 31.21.69
DE BACKER & Co BVBA DUBA
Pompen voor ontwikkelingsprojecten Kasteeldreef 1 B-9230 Wetteren Tel. (09) 369.34.96 / Fax (09) 369.57.52
15
een blad als geen ander
Bij KBC zijn we ervan overtuigd dat een goed gesprek op het juiste moment werkt. Daarom ontvangen we u graag in een gezellig kantoor, beantwoorden onze gespecialiseerde adviseurs al uw vragen, staat er dag en nacht een verzekeringsagent voor u klaar, werken we met een open geest ĂŠn vooral, met een open agenda die u invult. Want door regelmatig bij te praten, weten we perfect hoe het met u gaat, waar u mee zit en wat u verwacht. Kom dus regelmatig eens praten. Want praten werkt. www.kbc.be
we hebben het voor u