DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:56
Pagina 1
BelgiĂŤ - Belgique P.B. - P.P. Gent X 3/1751 Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814
Don Bosco Noord-Zuid
WEG
EERSTE KWARTAAL 2011
Driemaandelijks tijdschrift: Negentiende jaargang nr 1
P 602488
1
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:56
Pagina 2
“WAT HEB JE VANDAAG OP SCHOOL GELEERD?” GELEERD ?” In deze Samen op Weg: ALGEMEEN
3 Onderwijs
Het recht op onderwijs is algemeen erkend sinds de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948). Sindsdien is dit fundamentele recht verankerd in vele andere internationale verdragen. Maar hoe staat het er in de praktijk voor?
Beste lezers, Bovenstaande titel van dit voorwoord is eigenlijk een zin uit een lied van de ‘Elegasten’, een groep uit mijn studententijd. Het lied bezingt de democratisering van het onderwijs in West-Europa na WOII. Maar op die vraag kunnen heel veel kinderen wereldwijd nog niet antwoorden. Miljoenen kinderen gaan nog steeds niet naar school. Toch is het recht op onderwijs en opvoeding een elementair mensen- en kinderrecht. De realisatie van basisonderwijs voor alle kinderen, waar ook ter wereld, is één van de bijzonderste millenniumdoelstellingen die in 2015 gerealiseerd moet zijn.
ZUID
6 Haïti
Eén jaar geleden werd de wereld opgeschrikt door de zware aardbeving in Haïti. Deze kostte aan minstens 230.000 mensen het leven, 300.000 raakten gewond. Een verslag over de heropbouw.
8 Kenia De groeiende werkloosheid bij jongeren heeft dramatische proporties aangenomen en is één van de grootste uitdagingen voor het Afrikaanse continent. Ook in Kenia.
NOORD
10 Inleefreis Tijdens de kerstvakantie gingen 16 leerlingen en 4 leerkrachten naar Burundi in het kader van de vastencampagne 2011. Hier lees je een verslag van hun ervaringen.
12 Vrijwilliger
Al vier decennia lang focust DMOS-COMIDE zich in zijn programma’s op het aanbieden van onderwijs en vorming aan de armste en meest benadeelde kind- en jongerengroepen. DMOS-COMIDE gelooft in het verschaffen van onderwijs en vorming als de belangrijkste hefboom naar persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke integratie. Zonder onderwijs en vorming is er immers geen duurzame ontwikkeling. Maar 2015 komt snel dichterbij en er is nog veel werk. In de artikelenreeks van 2010 verduidelijkte DMOS-COMIDE hoe dat engagement voor kinderrechten zich vertaalt in zijn programma’s. In 2011 informeert Samen op Weg u over de aanpak op het vlak van ‘onderwijs en vorming’ als fundamenteel kinderrecht. In dit eerste nummer van de nieuwe jaargang wordt de situatie geschetst van ‘recht op onderwijs en vorming’ in een mondiaal kader. Hoe is het vandaag gesteld in de wereld met de onderwijskansen van kinderen? En welke weg moeten wij nog afleggen? In de volgende nummers bekijken we onze ervaringen in het Zuiden. Samen op Weg neemt u in 2011 mee in een boeiend verhaal. Ik wens u allen een zegenrijk 2011 en veel leesgenot.
Omer BOSSUYT Voorzitter
Sinds 2007 kunnen dankzij DMOS-COMIDE al zo’n vijftig mensen hun solidariteit concreet maken in een engagement in het Zuiden. Wij willen de lezers van Samen op Weg hun ervaringen en indrukken zeker niet onthouden. We spraken met Marjolein over haar verblijf bij de zusters van Don Bosco in Benin, Afrika.
14 Don Bosco Vlaanderen 15 DEWERELD.BE 2
DMOS-COMIDE kiest ervoor haar publicaties op milieuvriendelijk papier te drukken. FSC is een label of keurmerk op een hout- of papierproduct dat aangeeft dat een product afkomstig is uit een duurzaam beheerd bos (www.fsc.be).
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:56
Pagina 3
ALGEMEEN
ONDERWIJS
Tabel 1 Bron: http://www.right-to-education.org
In 2005 werden kinderrechten een belangrijk thema in de wet op de Belgische onwikkelingssamenwerking. Bij elk beleid, in elk programma en in elk project van de Belgische ontwikkelingssamenwerking moet rekening gehouden worden met de gevolgen voor kinderen en hun rechten. DMOS-COMIDE vindt dat hierbij meer de nadruk gelegd moet worden op onderwijs. Extra inspanningen zijn immers nodig, want wereldwijd kunnen miljoenen kinderen nu nog steeds geen aanspraak maken op dit recht … en daarmee bijgevolg ook niet op andere rechten...
Met formeel en niet-formeel beroeps- en technisch onderwijs helpt DMOS-COMIDE kansarme bevolkingsgroepen bij het ontwikkelen van één van hun voornaamste bezittingen: de arbeidskracht.
Dit recht op onderwijs is niet zomaar een recht op zich. Het stelt mensen in staat om op andere rechten aanspraak te maken of om deze op te eisen. Wanneer mensen goed onderwijs krijgen, verwerven ze kennis, vaardigheden en houdingen die hun kansen op het genieten van andere rechten flink kunnen verhogen. Denk bijvoorbeeld maar aan het recht op waardig werk of op sociale zekerheid. Waar het recht op onderwijs echter met de voeten wordt getreden, is het vaak ook slecht gesteld met de realisatie van andere mensen- en kinderrechten. Want wie z’n rechten niet kent of leert, zal ze ook niet kunnen uitoefenen of opeisen.
SAMEN OP WEG
Het recht op onderwijs is algemeen erkend sinds de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ (1948) (tabel 1). Sindsdien is dit fundamentele recht verankerd in vele andere internationale verdragen. Vorig jaar heeft DMOS-COMIDE het ‘Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind’ in de kijker gezet. Maar ook in de grondwet en de nationale ontwikkelingsplannen van heel wat landen werd dit recht opgenomen.
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Artikel 26 1. Een ieder heeft recht op onderwijs; het onderwijs zal kosteloos zijn, althans wat het lager en basisonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal verplicht zijn. Beroeps- en technisch onderwijs en opleiding zullen algemeen beschikbaar worden gesteld. Hoger onderwijs zal openstaan voor een ieder, die daartoe de begaafdheid bezit. 2. Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het zal het begrip, de verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of godsdienstige groepen bevorderen en het zal de werkzaamheden van de Verenigde Naties voor de handhaving van de vrede steunen. 3. Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven.
1/2011
RECHT OP ONDERWIJS: “OM MIJN RECHTEN TE KUNNEN UITOEFENEN, MOET IK ZE KENNEN”
WIE RECHTEN ZEGT, ZEGT PLICHTEN Het zijn overheden die de plicht hebben om de rechten van hun “Het recht op onderwijs stelt mensen in staat om bevolking te verzekeren. Dit kunnen ze bijvoorbeeld door op andere rechten hun wetgeving aan te aanspraak te maken passen en te controleren of deze ook effectief uitgevoerd wordt. of om deze op te eisen.” Of door het de mensen niet te moeilijk of te duur te maken om naar kwaliteitsvolle scholen, hogescholen en universiteiten te gaan. In arme landen is dit niet zo vanzelfsprekend. Overheidsbudgetten voor onderwijs staan voortdurend onder druk van ‘concurrerende’ sectoren zoals bv. defensie, maar ook van buitenlandse schuldeisers en scheefgetrokken wereldhandelsrelaties.
Geïnspireerd door het gedachtegoed van Don Bosco, bestrijdt DMOS-COMIDE armoede in het Zuiden door kansarme jongeren vorming en onderwijs aan te bieden. 3
17-02-2011
Pagina 4
✔
✔
✔
✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔
✔ ✔
✔
[✔] ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔ ✔
✔
✔
✔ ✔ ✔
✔ ✔ ✔ ✔
Referentie aan / Erkenning van Rol van Privé-Actoren in Onderwijs Opgenomen in Grondwet
Recht op basisonderwijs opgenomen in Grondwet
Azië India Latijns Amerika & de Caraïben Bolivië Colombia Dominikaanse Republiek Ecuador Guatemala Haïti Honduras Nicaragua Peru Sub-Sahara Afrika Benin Burkina Faso Burundi Centraal Afrikaanse Republiek DRC Ivoorkust Gabon Kameroen Kenia Mali Republiek Congo Rwanda Tanzania Togo Uganda
Recht op Onderwijs opgenomen in Grondwet
Tabel : Overzicht van de landen.
Referentie aan Recht op Beroeps- en Technisch Onderwijs en Opleiding in Grondwet
ONDERWIJS Internationaal Verdrag inzake Rechten v.h. Kind Ondertekend en Geratificeerd
ALGEMEEN
08:56
Universele Verklaring v.d. Rechten v.d. Mens Ondertekend en Geratificeerd
DMOS_1/2011:Opmaak 1
✔ ✔ ✔
✔
Miljoenen kinderen kunnen anno 2011 nog steeds geen aanspraak maken op het recht op onderwijs.
4
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:56
Pagina 5
ALGEMEEN Toch zijn de overheden in de partnerlanden van DMOS-COMIDE in principe overtuigd van het belang van het recht op onderwijs. De ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ en het ‘Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind’ werden door allen ondertekend en nationaal bekrachtigd. Het recht op onderwijs werd quasi overal ingeschreven in de grondwet, en in vele gevallen werd hieraan toegevoegd dat basisonderwijs verplicht is en (om die reden) kosteloos zal worden aangeboden in openbare scholen (tabel p.4). Met de concrete invulling van het recht op onderwijs is het al heel wat minder goed gesteld. Wereldwijd kunnen ongeveer 774 miljoen volwassenen niet lezen en zo’n 69 miljoen kinderen gaan niet naar school. En dit ondanks het feit dat wereldleiders - uit onze partnerlanden en uit donorlanden zoals België - zich iets meer dan tien jaar geleden engageerden om tegen 2015 alle jongens en meisjes de kans te geven om de volledige cyclus van het lager onderwijs te doorlopen.
ONDERWIJS
Don Bosco deze jongeren de sociale, culturele en praktische vaardigheden meegeven die nodig zijn om een beroep of ambacht uit te oefenen en om actief mee te draaien als lid van de maatschappij. Zeker nu vindt DMOS-COMIDE het van belang om samen met onze partners hierin te investeren. Tijdens periodes van economische crisis verhoogt de werkloosheid immers. Hierdoor zijn vele mensen verplicht om nieuwe vaardigheden aan te leren en zo zichzelf opnieuw in de economie in te schakelen. Landen waar nu in de realisatie van het recht op beroeps- en technisch onderwijs en opleiding geïnvesteerd wordt, zullen beter gebruik kunnen maken van de kansen die zich voordoen wanneer de economie weer aanzwengelt. DMOS-COMIDE engageert zich ertoe om deze boodschap constant over te brengen naar overheden in het Zuiden en het Noorden.
WAT KUNNEN OVERHEDEN IN HET ZUIDEN DOEN?
Dit kan onder andere gedaan worden door de rol van privéaanbieders van beroeps- en technisch onderwijs en opleiding beter te erkennen, te omkaderen en te ondersteunen, door de bureaucratische rompslomp, die gepaard gaat met het oprichten van scholen en opleidingscentra te verminderen, als de administratie de kwaliteit van het aanbod niet verbetert, door leerkrachten uit het privé beroeps- en technisch onderwijs kansen te bieden op permanente vorming. En door subsidies beschikbaar te stellen, ook voor privéaanbieders die aan de nodige kwaliteitsnormen voldoen. Het werk van onze partners zou door dergelijke maatregelen zeker verlicht worden.
De concrete invulling van het recht op onderwijs ligt moeilijk. Wereldwijd kunnen ongeveer 774 miljoen volwassenen niet lezen.
MEER NADRUK OP HET RECHT OP BEROEPS- EN TECHNISCH ONDERWIJS Het recht op onderwijs blijft niet beperkt tot het basisonderwijs. Artikel 26 van de ‘Universele Verklaring van de Mens’ belooft bv. dat beroeps- en technisch onderwijs en technische opleidingen in het algemeen, beschikbaar worden gesteld. Dit is echter slechts in een minderheid van partnerlanden van DMOS-COMIDE opgenomen in de grondwet (tabel p.4). Volgens DMOS-COMIDE moet er veel meer werk gemaakt worden van de realisatie van dit onderdeel van het recht op onderwijs. Met formeel en niet-formeel beroeps- en technisch onderwijs helpt DMOS-COMIDE kansarme bevolkingsgroepen bij het ontwikkelen van één van hun voornaamste bezittingen: hun arbeidskracht. Ook voor onze partners in het Zuiden verloopt sociale integratie van (kans)arme jongeren bij uitstek via inschakeling op de arbeidsmarkt. Via een veelheid aan initiatieven willen de salesianen en zusters van
Hoewel de grondwet in heel wat van onze partnerlanden de rol van privéactoren in onderwijs erkent (tabel p.4), is het met de concrete ondersteuning vaak armtierig gesteld.
1/2011
Naast het opnemen van het recht op beroeps- en technisch onderwijs en opleiding in wetten en decreten, zijn er heel wat praktische maatregelen die overheden in het Zuiden kunnen nemen om deze vormen van onderwijs beschikbaar te stellen voor de hele bevolking.
SAMEN OP WEG
“Ook voor onze partners in het Zuiden verloopt sociale integratie van (kans)arme jongeren bij uitstek via inschakeling op de arbeidsmarkt.”
WAT KAN DE BELGISCHE OVERHEID ZOAL DOEN? Als donorland kan België ook daadkrachtiger optreden. In vergelijking met andere sectoren is onderwijs immers geen echte prioriteit voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Daar mag volgens DMOS-COMIDE verandering in komen. Beter nog zou zijn wanneer de belangrijke rol van en het recht op beroeps- en technisch onderwijs en opleiding duidelijk erkend wordt door de overheden. Naast DMOS-COMIDE spannen heel wat andere Belgische actoren in het Zuiden zich in om het beroeps- en technisch onderwijs ter plaatse te verbeteren. Het loont dan ook de moeite om niet op onze lauweren te rusten en de Belgische overheid te overtuigen van het belang dat onderwijs heeft in de ontwikkeling van mens en land.
Maud SEGHERS
DMOS-COMIDE is de Belgische NGO van Don Bosco. Via vorming en beroepsonderwijs stellen we kansarme bevolkingsgroepen in staat om zelf aan hun ontwikkeling en die van hun omgeving te werken. 5
DMOS_1/2011:Opmaak 1
ZUID
17-02-2011
08:56
Pagina 6
HAÏTI
HAITI: DE HEROPBOUW WORDT EEN WERK VAN LANGE ADEM Een jaar geleden werd de wereld opgeschrikt door de zware aardbeving in Haïti. Deze kostte aan minstens 230.000 mensen het leven, 300.000 raakten gewond. De kathedraal, het presidentiële paleis en 90% van de scholen in de hoofdstad lagen in puin. Geen enkel symbool geeft beter weer hoe dit Caraïbische land in het politieke, religieuze en sociale leven diep in het hart getroffen werd.
Langzaam maar zeker verdwijnen de tentenkampen uit het straatbeeld.
Gelukkig nam de internationale gemeenschap haar verantwoordelijkheid. Nog nooit kwam een wereldwijde solidariteitsactie zo snel op gang. Van overal stroomde hulp toe, overal werden fondsen verzameld. In België alleen al verzamelde het noodfonds ‘Haïti Lavi 1212’ zo’n 24,7 miljoen EUR in. En daarbij bleef het niet. Op vele andere manieren toonden de Belgen hun verbondenheid met het zwaar getroffen land.
Inderdaad, de heropbouw gaat niet zo snel als verwacht. Dit betekent echter niet dat de mensen en de hulporganisaties ter plaatse een jaar lang bij de pakken zijn blijven zitten, integendeel zelfs. Een land heropbouwen is nu eenmaal niet zo eenvoudig. Zeker niet een land als Haïti, dat voor de aardbeving al tot de armste van het Noordelijk halfrond behoorde. Haïti heeft nog steeds geen regering die naar behoren functioneert en de administratie blijft verlammend werken. Eén voorbeeld: sinds de aardbeving is een bodemstudie verplicht voor elk nieuw bouwwerk. Een goede beslissing, die bij een volgende aardbeving veel problemen kan voorkomen. Slechts één instantie in het hele land is echter bevoegd voor het goedkeuren van die bodemstudie. Dit zorgt natuurlijk voor enorme wachtlijsten en uiteraard ook vertragingen...
Een jaar later blijft de nood echter zeer groot, ondanks de massale wereldwijde steun. Vandaag de dag worden nog altijd meer dan drie miljoen mensen geconfronteerd met de gevolgen van deze ramp. In de straten van Port-au-Prince liggen er nog steeds hopen puin. Meer dan één miljoen mensen, waaronder 380 000 kinderen, zijn nog steeds dakloos en wonen in tentenkampen. En recent nog vernemen we in de pers hoe nieuwe rampen zoals de cholera de bevolking bedreigen. Rampen die eigenlijk vermeden hadden kunnen worden. Hierdoor klinkt de kritiek op de internationale hulpverlening steeds luider. Hier en daar wordt al gesproken van het failliet van de internationale hulpverlening en deze van de NGO’s.
“Binnenkort wordt de eerste spade in de grond gestoken en begint de heropbouw van de scholen van Pétionville en Gressier.” De massale toestroom van internationale hulp zorgt voor nieuwe problemen. Overal stijgen de prijzen, van de bouwmaterialen tot de huur van een woning. Er is massale vraag naar inlandse medewerkers, maar door de schaarste stijgen hun lonen spectaculair. En zo duiken steeds nieuwe problemen op, die de heropbouw belemmeren of vertragen. Wat vooraf gezegd werd, wordt daardoor bevestigd: de heropbouw wordt een zaak van lange adem, zeker in een land als Haïti waar de situatie voor de aardbeving al niet eenvoudig was.
6
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:56
Pagina 7
ZUID
HAÏTI
Vooral de streek rond Port-au-Prince werd zwaar getroffen. Maar ook in de rest van het land blijft de nood groot. In dit kader heeft DMOS-COMIDE de radiozender in het Noorden, in Cap Haïtien, mee ondersteund, opdat de salesianen ook daar hun pedagogische activiteiten kunnen verder zetten.
SOLIDARITEIT Tot slot willen we ook actief de handen uit de mouwen steken. Mondi build - de opvolger van Urafiki - verlegt zijn horizon van Afrika naar Haïti. In de zomervakantie krijgen een 20-tal jongeren de kans om samen met jongeren ter plaatse hun solidariteit in daden om te zetten.
1/2011
Dit doen we in nauw overleg en samenwerking met de En toch zien we ook tekenen van vooruitgang. Haïtiaanse partners en het Don Bosco Network (DBN) Zowel de salesianen als de zusters van Don Bosco “DMOS-COMIDE investeert van salesiaanse NGO’s. in Haïti hebben het voorbije jaar hard gewerkt aan een totaalbedrag van Maandenlang werd overleg gepleegd met de partners een goed functionerend ontwikkelingsbureau. 1.043.495 EUR in Haïti en met de andere NGO’s. De plannen moesten Deze bureaus moeten de heropbouw plannen, coördineren en opvolgen. DMOS-COMIDE heeft in de heropbouw van Haïti.” getekend worden, rekening houdend met de nieuwe normen die de gebouwen in de toekomst beter jaren ervaring met de werking van ontwikkelingsmoeten beschermen tegen aardbevingen en orkanen. bureaus en de ondersteuning hiervan in vele Bodemstudies moesten uitgevoerd worden zodat de nieuwe gebouwen landen in het Zuiden. Deze kennis wordt ten dienste gesteld van beide stevig gefundeerd kunnen worden. En mensen moesten worden Haïtiaanse ontwikkelingsbureaus door vormingspakketten uit te opgeleid om de heropbouw op te volgen zodat alles correct uitgevoerd werken en opleidingen te geven aan de medewerkers, zodat deze wordt. Binnenkort wordt de eerste spade in de grond gestoken en in de toekomst de ontwikkeling van Haïti duurzaam kunnen begint de heropbouw van de scholen van Pétionville en Gressier. Dit ondersteunen. moet een hart onder de riem zijn voor allen die begaan zijn met het Natuurlijk wordt ook de heropbouw zelf gesteund. DMOS-COMIDE lot van de Haïtianen. Deze scholen helpen de Haïtiaanse kinderen engageert zich om samen met Jugend Dritte Welt, de Duitse - en dus ook het land - terug een toekomst te geven. salesiaanse NGO, de wederopbouw van de école fondamentale van Luk DELFT de salesianen in Gressier te financieren. Bij de zusters van Don Bosco helpt DMOS-COMIDE bij de wederopbouw van de school in Pétionville. In beide scholen zijn de plannen klaar en de grondstudies uitgevoerd. Heel binnenkort wordt de eerste steen gelegd.
SAMEN OP WEG
Kort na de aardbeving staken de salesianen de handen uit de mouwen en werden voorlopige constructies gebouwd.
Dit alles is slechts mogelijk dankzij de massale steun en solidariteit die België getoond heeft met het Caraïbische land. Via individuele giften, via de Don Bosco scholen en via heel wat andere organisaties, heeft DMOS-COMIDE 562.026 EUR ter beschikking voor de heropbouw. Dit bedrag werd verder aangevuld door het Consortium ‘1212 LaVie’ en de Belgische regering. Hierdoor kan DMOS-COMIDE een totaalbedrag van 1.043.495 EUR investeren in de heropbouw.
Naast deze grote heropbouwprojecten, ondersteunt DMOS-COMIDE ook kleinere initiatieven. Zo werkt DMOS-COMIDE onder andere samen met Farnières-Haïti, de Waalse organisatie van Don Bosco die al jaren goede banden heeft met de salesianen in Haïti. De voorbije maanden heeft deze Waalse organisatie - die DMOS-COMIDE laat delen in hun ervaring met Haïti - heel wat hulpgoederen verzameld en naar de getroffen gebieden opgestuurd. DMOS-COMIDE heeft een deel van de transportkosten betaald.
De heropbouw is mogelijk dankzij de massale steun en solidariteit van het Westen met Haïti, o.a. vanuit België.
Sinds 1935 helpen de salesianen Haïti. Ook vandaag laten wij de getroffen bevolking niet in de steek. DMOS-COMIDE ondersteunt de heropbouw van verschillende Don Bosco-scholen. 7
DMOS_1/2011:Opmaak 1
ZUID
17-02-2011
08:56
Pagina 8
KENIA
DE GROOTSTE UITDAGING IN KENIA? DE JEUGDWERKLOOSHEID In de nasleep van de huidige wereldwijde economische recessie wordt Afrika geconfronteerd met een acuut probleem van jeugdwerkloosheid. De groeiende werkloosheid bij jongeren heeft dramatische proporties aangenomen en is één van de grootste uitdagingen voor het Afrikaanse continent. Die problematiek komt ook tot uiting in Kenia. Met een bevolking van circa 39 miljoen inwoners, waarvan 42% jonger is dan 15 jaar, wordt de werkloosheid op 14,7% geschat. Het aandeel van de jongeren in de werkloosheid steeg in het afgelopen jaar naar 72%. Naar schatting zijn zo’n vier miljoen jongeren en jongvolwassenen werkloos. 90% van hen beschikt niet over voldoende beroepskennis en marktgerichte vaardigheden om een baan te vinden. Mee door de gevolgen van de politieke crisis - na de omstreden verkiezingsuitslag - en de wereldwijde recessie is de economische situatie in Kenia de afgelopen jaren erg verslechterd. Het merendeel van de beroepsbevolking is sterk afhankelijk van weinig renderende agrarische sectoren. Door langdurige droogte, waterschaarste en mislukte oogsten kent Kenia een voedselcrisis met perioden van hongersnood. De lokale koopkracht wordt ondermijnd door de invoer van buitenlandse basisvoedselproducten en stijgende voedselprijzen.
Het tekort aan middelen, de gebrekkige kwaliteit en het chronische tekort aan leerkrachten belemmeren het ontwikkelingsproces.
“Belangrijke doelstelling van het programma is de beschikbare middelen en capaciteiten te optimaliseren als duurzame bijdrage aan het ontwikkelingsproces in de regio.” De onderwijssector heeft zwaar geleden onder de gewelddadige nasleep van de verkiezingen en wordt daardoor geconfronteerd met zowel capaciteits- als kwaliteitsproblemen. De lage scholingsgraad en de hoge drop-out cijfers zijn niet enkel het gevolg van armoede. Het tekort aan middelen, de gebrekkige kwaliteit en het chronische tekort aan leerkrachten belemmeren het ontwikkelingsproces. Het niveau in de plattelandsschooltjes is ontoereikend en veel jongeren hebben geen toegang tot verdergezet onderwijs.
DUURZAME BESTAANSVOORWAARDEN EN TEWERKSTELLING BEVORDEREN
DMOS-COMIDE geeft ruime aandacht aan toegankelijk beroepsonderwijs voor zwakke doelgroepen. 8
Jeugdwerkloosheid is een multi-dimensionaal probleem. Enerzijds moet het werkgelegenheidsbeleid investeren in onderwijs, opleiding en tewerkstelling, anderzijds moet de economische groei en werkgelegenheid gestimuleerd worden door een gunstig investeringsklimaat aan te zwengelen. De doelstelling van het DMOS-COMIDE programma in Kenia is dan ook drievoudig: (1) een actieve en duurzame verbetering van de leefomstandigheden van kansarme jongeren bevorderen, (2) ontwikkelingsmogelijkheden, zoals productieve werkgelegenheid en lokale tewerkstelling, stimuleren en (3) een bewustzijn creëren over verschillende thema’s, zoals ondermeer gender, HIV/aids, milieu, … die verwant zijn aan de kernactiviteiten van onze partnerwerking.
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:56
Pagina 9
ZUID
“Jeugdwerkloosheid is een multi-dimensionaal probleem. Enerzijds moet het werkgelegenheidsbeleid investeren in onderwijs, opleiding en tewerkstelling, anderzijds moet de economische groei en de werkgelegenheid gestimuleerd worden door een gunstig investeringsklimaat aan te zwengelen.”
De tewerkstellingsdienst werkt samen met een 100-tal bedrijven en een tiental organisaties die ondernemerschap en marketing bevorderen. In de periode 2008-2009 werden 446 opgeleide jongeren begeleid naar de verschillende beroepssectoren. In de marge worden praktijkstages en modules ingericht die aansluiten op productieve en dienstverlenende sectoren. Het aanbod van de tewerkstellings- en marketingdienst omvat o.a. arbeidsbemiddeling en loopbaanbegeleiding, opleidingen in ondernemerschap en marketingondersteuning, microfinanciering voor zelftewerkstelling, ….
In de periode 2008-2009 werden 446 opgeleide jongeren begeleid naar de verschillende beroepssectoren.
Zo versterkt DMOS-COMIDE waar mogelijk de samenwerking met de arbeidsmarkt en de dienstensector. Er wordt voortdurend gezocht naar zowel de consolidatie van het bestaande onderwijsaanbod als naar innoverende activiteiten. Naast beroepsopleiding en loopbaanbegeleidingen staan de Don Bosco-scholen in voor tal van socio-educatieve activiteiten die het integrale karakter van het salesiaanse opvoedingsproject gestalte geven. Het programmaproject voorziet ook in capaciteitsopbouw om de beheerscapaciteit en competenties van de lokale centra en van het regionale netwerk in zijn geheel te versterken. Zowel de aanwezigheid als de expertise van het partnernetwerk bieden een meerwaarde voor het beroepsonderwijs in Kenia. In de mate van het mogelijke onderneemt DMOS-COMIDE in verschillende interventiedomeinen samenwerkingsinitiatieven en tracht de lokale werking nog beter te verankeren. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de participatie in maatschappelijke ontwikkelingsinitiatieven.
Geïnspireerd door de pedagogie van Don Bosco, worden de jongeren voorbereid op hun toekomst. Met vorming, begeleiding en ondersteuning worden jongeren in staat gesteld om hun situatie te verbeteren. Don Bosco Youth Educational Services (DB-YES) heeft daarvoor een vormings- en dienstverleningscentrum Resource Support Organisation opgericht. Het op jongeren gerichte centrum dynamiseert en mobiliseert jongeren d.m.v. op maat gemaakte interdisciplinaire activiteiten zoals trainingen, seminaries en campagnes. Het voorziet in capaciteitsopbouw, onderwijsdienstverlening en ondersteuning van basisorganisaties met een soortgelijke focus op jongeren.
1/2011
DYNAMISEREN EN MOBILISEREN VAN KANSARME JONGEREN
SAMEN OP WEG
D
Er gaat ruim aandacht naar toegankelijk beroepsonderwijs voor zwakke doelgroepen (risicojongeren, laaggeschoolden, ontheemde jongeren, vluchtelingen), de relevantie van het onderwijsaanbod door aanpassingen van het curriculum, beroepsopleidingsmodules en competentiegerichte trainingen (attitude, motivatie), vaardigheidstraining, leerkrachtenopleiding en omkadering. Naar tewerkstelling toe worden initiatieven gestart die de inzetbaarheid van jongeren op de arbeidsmarkt bevorderen en ondernemerschap stimuleren. De doelgroepjongeren zijn vooral afkomstig uit achtergestelde bevolkingsgroepen. Hun sociale achterstand is direct gerelateerd aan gebrek aan kennis, vaardigheden, competenties. Zonder enige vorm van scholing of opleiding hebben deze jongeren geen kans op een volwaardige toekomst of werk.
KENIA
Het centrum beschikt over voorzieningen voor het inrichten van workshops, studiedagen, seminaries en een multimedia studio (BEAMS). Het DB-YES team telt een twaalftal medewerkers en staat in voor de omkadering en ondersteuning van het regionale partnernetwerk. Dit omvat specifieke vormingstrajecten voor management, leerkrachten, opvoeders, animatoren en jongeren, de uitwerking van transversale en thematische activiteiten, conflictpreventie en bemiddeling, het aanleren van sociale vaardigheden, bewustmakingcampagnes (gender, milieu, HIV/Aids, mensenrechten) en uitwisselingsprojecten. Verder staat het centrum in voor het aanmaken van studie- en referentiemateriaal, publicaties, handleidingen, audiovisuele producties en multimedia materiaal. De programma’s van DB-YES vormen een basis voor synergie, participatie en responsabilisering. De activiteiten zijn gericht op het werken met jongeren en het zoeken naar oplossingen en waarden om een blijvende positieve verandering te brengen in hun omgeving en om de uitdagingen in de samenleving aan te gaan.
Danny VAN DE PUTTE
DMOS-COMIDE wil kansarme jongeren in staat stellen hun onderbenut potentieel te ontwikkelen en hun sociale vaardigheden aan te scherpen. 9
DMOS_1/2011:Opmaak 1
NOORD
17-02-2011
08:56
Pagina 10
INLEEFREIS BURUNDI
INLEEFREIS NAAR BURUNDI
Vier scholen uit de provincies Antwerpen en Limburg mochten mee naar Burundi: Sint-Moretus (Ekeren), het Scheppersinstituut (Herentals), het Sint-Jozefscollege (Beringen) en het Don Boscocollege (Hechtel).
De inleefreis voor jongeren, georganiseerd door Broederlijk Delen en DMOS-COMIDE, zette dit jaar Burundi in de kijker. Het is één van de armste landen ter wereld en erg afhankelijk van hulp uit het Westen. Een verslag. Op 26 december vertrokken we naar het tot dan nog onbekende Burundi. Niet meteen een bestemming voor een luie vakantie, maar dat was ook niet de bedoeling. Waarom dan wel? Om kennis te maken met de mensen, ervaring op te doen. Kortom, om te proeven van de rijke cultuur die het land te bieden heeft, door dieper te graven . Dat kon dankzij het inleefgedeelte, waarvoor we 2 dagen bij de Burundese bevolking verbleven.
WELKOM IN AFRIKA! De eerste dagen verbleven we in het Don Boscocentrum in Buterere. Daar wordt vooral gefocust op straatkinderen. De salesianen proberen hen in het centrum op te voeden om ze dan eventueel terug met hun familie te verenigen. Na een ontbijt gingen we samen met de lokale jongeren van Buterere sporten. Terwijl wij ons te pletter zweetten, vond de lokale bevolking het niet eens warm. Wij, de leerkrachten, bezochten de organisaties Adisco en Inades. Dit zijn partners van Broederlijk Delen die samenwerken met de lokale boerenbevolking. Zo leren ze de koffieboeren om de bonen niet alleen te plukken, maar ook zelf te verwerken, zodat ze meer winst uit hun product halen.
De burgeroorlog (1993-2005) heeft in Burundi grote gevolgen gehad op sociaal en economisch vlak. Over deze oorlog is al heel wat inkt gevloeid, maar heel simpel gesteld komt het hierop neer: de slachtoffers van de moordpartijen (1993-1996) waren vaak mannen tussen 20 en 40 jaar oud. En zonder hen stortte de economie in Na enkele dagen acclimatisatie trokken we naar Kayanza, een elkaar. Dat leidde tot noodhulp uit het Westen, waar een erg groot provinciestad in het binnenland. Van daaruit gingen we deel van de bevolking nog steeds afhankelijk van is. Dat is de reden Mparamirundi, het dorp waar de campagnefilm van Broederlijk Delen waarom Broederlijk Delen en DMOS-COMIDE dit jaar Burundi kozen. werd gedraaid. Daar bezichtigden we o.a. de plantage uit de film. Vier scholen uit de provincies Antwerpen en Limburg mochten mee: Die plantage werkt volgens het Sint-Moretus (Ekeren), het Scheppersinstituut (Herentals), het Sint-Jozefscollege (Beringen) en “Voor velen van ons was dit even een moeilijk ‘Haguruka’-principe, ‘sta op’ in het Kirundi. Het roept de boeren op om het Don Boscocollege (Hechtel). moment, omdat de zaal was gevuld met niet langer alleen te werken, maar meer dan duizend jongeren, in plaats van de zich te organiseren in groepen. Een
verwachte dertig.” 10
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:56
Pagina 11
NOORD boer die 1000 Burundese frank kan spenderen, kan immers minder materiaal aanschaffen dan 10 boeren, die voor 10.000 frank kunnen investeren. Er stond ook een bezoek aan de grootste theefabriek van het land op het programma. Hier viel het op dat de afwezigheid van machinale hulp de arbeid aanzienlijk verzwaart. Een arbeider verdient per gewicht dat hij plukt, dus hoe sneller hij werkt, hoe beter. Eén van de arbeiders vertelde ons dat een goede plukker zo’n 2500 Burundese frank per dag kan verdienen. Daarmee kan hij elke dag zijn gezin voeden. Weliswaar maar één keer per dag. De thee zelf is vooral bedoeld voor export omdat het te duur is voor de arbeiders.
INLEEFREIS BURUNDI
Verder zorgt Cadec ook voor de aanbouw van enkele scholen. Het gratis maken van het lager onderwijs moet de scholingsgraad optrekken, maar er zijn niet genoeg scholen voor alle leerlingen. Sommige klassen hebben tot 100 leerlingen, waarbij de helft van de klassen afwisselend les in de voor- of namiddag krijgt. Daarom zijn ze zelf begonnen aan de bouw van een school. Het zijn de ouders van de leerlingen zelf die hierbij helpen.
“Enkele van de spelletjes die ze speelden, zijn ook bij ons bekend, anderen niet. Het was in elk geval leuk om te zien dat vele spelvormen universeel zijn. Net als vals spelen, trouwens…”
Na Rukago brak het inleefgedeelte aan, het proeven van het leven op de meest directe manier mogelijk, door bij de mensen thuis mee te draaien in het dagelijkse leven. Een groep trok naar Mutwenzi, een dorpje in het noorden van het land. De andere ging zuidelijker naar Giheta. Alexis, een pater uit de gemeenschap te Giheta, kwam ons ophalen. Hij vertelde dat hij verantwoordelijk is voor de organisatie, ‘Cadec’. Dit staat voor ‘Cadre de développement communautaire’ en doet ongeveer hetzelfde als Adisco en Inades: het organiseren van de bevolking, opdat zij samen verder komen; financieel en organisatorisch. Zo hadden ze al gezorgd voor waterpompen op een ‘heuvel’. Voordien kon water halen tot twee uur in beslag nemen.
Terug in Bujumbura kwamen we even op adem met een aangename middag aan het Tanganyikameer. De dag erna was het tijd om afscheid te nemen van het land, dat op twee weken ons hart had veroverd. Het mooie weer en de ongelooflijke gastvrijheid zouden gemist worden… De Burundese bevolking heeft immers een erg groot hart, en bijna iedereen die we tegenkwamen, beantwoordde onze verschijning met een lach en een zwaai. De gastvrijheid is, zeker op het platteland, ongeëvenaard. Of wast u ook iemands sokken ongevraagd wanneer hij of zij op bezoek komt? Draagt u alle bagage van gasten?
1/2011
Twee leerlingen gingen op bezoek bij Chantal, een lerares in het lager onderwijs. Zij hielpen er in het huishouden. Een tweede duo werd achtergelaten bij Pascal. Zij hielpen niet in het huishouden, maar gingen mee op café, een typische Burundese activiteit. Hoe klein de gemeenschap ook, er is minstens één bar. Een derde groepje hielp in het huishouden van Jocelyn, een dierenarts en leerkracht tuinbouw. Het laatste duo leerlingen logeerde ook bij een leerkracht en volgde hem zelfs tot in de les. Wij, de leerkrachten, gingen op bezoek bij Alexis’ moeder, een kranige oude dame met een ondernemende geest en een groot hart. Zo heeft zij een aantal kinderen zonder ouders uit het dorp geadopteerd. Wij hielpen er met het omploegen van het veld. De vrouwen - veldwerk is hier vrouwenwerk - hanteren een soort spade waarbij ze, deeltje per deeltje, de grond loswoelen en een schepje grond achter zich scheppen. Zo leggen zij het hele veld braak. De tweede dag van het inleefverblijf werd opgevuld met bezoeken aan twee scholen op de heuvel.
SAMEN OP WEG
Onze reis ging verder naar het Don Boscocentrum van Rukago. Hier vierden we oudjaar. Dit begon met een vullende show waar de animatoren van de Don Bosco-jeugdwerking sketches en liedjes opvoerden, afgewisseld met liedjes en dansjes van onszelf. Voor velen van ons was dit even een moeilijk moment, omdat de zaal was gevuld met meer dan duizend jongeren, in plaats van de verwachte dertig. Hun nieuwsgierigheid was groot, en zij kwamen erg dichtbij. (Persoonlijke ruimte is iets dat in Burundi niet echt gekend is.) Vanuit Rukago bezochten we ook een nabijgelegen speelpleinwerking. Op zondag na de viering ging een immens aantal lokale kinderen naar het sportplein, waar een tiental animatoren op hen wachtten. Enkele van de spelletjes, die ze speelden zijn ook bij ons bekend, anderen niet. Het was in elk geval leuk om te zien dat vele spelvormen universeel zijn. Net als vals spelen, trouwens…
Na de viering ging een immens aantal lokale kinderen naar het sportplein, waar een tiental animatoren sport en spel in goede banen leiden.
De kennismaking van de leerlingen met het Burundese leven zal in detail verteld worden aan de medeleerlingen.
EN HOE MOET HET NU VERDER? Een eerste stap is getuigen. De betrokken leerlingen zullen vertellen over hun ervaringen. Hun kennismaking met het Burundese leven zal in detail worden verteld aan de medeleerlingen. Bewustmaking is daarbij het eerste doel en daarna kan er hopelijk ook actie worden ondernomen in de scholen om DMOS-COMIDE of Broederlijk Delen te steunen in hun werk in Burundi. Wenst u het hele verslag te lezen? Surf naar www.dmos-comide.org en klik op Noordwerking > Inleefreis
Hans DECKERS
DMOS-COMIDE steunt scholen in hun denkproces hoe leerlingen te kunnen opleiden tot verantwoordelijke wereldburgers, die zich bewust zijn van onze impact op het Zuiden. 11
DMOS_1/2011:Opmaak 1
NOORD
17-02-2011
08:56
Pagina 12
VRIJWILLIGERS
“IK WOU GEWOON NAAR EEN TOTAAL VERSCHILLENDE CULTUUR” Sinds 2007 kunnen dankzij DMOS-COMIDE al zo’n vijftig mensen hun solidariteit concreet maken in een engagement in het Zuiden. Wij willen de lezers van Samen op Weg hun ervaringen en indrukken zeker niet onthouden. Deze keer spraken we met Marjolein. Zij verbleef tijdens de zomermaanden in Benin, Afrika bij de zusters van Don Bosco. In dit opleidingscentrum bij Hinde (een erg arme wijk in Cotonou) kunnen kansarme jongeren een opleiding volgen. Na die opleiding van zes maanden wordt een stageplaats gezocht waar ze nog twee maanden kunnen meelopen in een echte werksetting. In de hoop dat ze nadien ook kunnen doorstromen in dat soort werk of op hun stageplaats kunnen blijven. “Ik doe een master in antropologie en wie dat wou, kon zijn onderzoek in het buitenland doen. Je moest natuurlijk wel zelf een plaats zoeken. DMOS-COMIDE bleek bij het surfen de organisatie die het meest aansloot bij mijn interesses.” “Het principe van DMOS is dat je voor minstens een half jaar moet gaan en ik voldeed helemaal niet aan die voorwaarden, maar ik ben toch mogen vertrekken. En eigenlijk heeft DMOS-COMIDE daar gelijk in,” vertelt Marjolein verder, “Ik had na twee maanden pas het gevoel dat ik het eindelijk wat begon te snappen. Het Frans begint dan ook een beetje te komen, dus het was wel frustrerend dat ik alweer bijna naar huis moest. Ik heb er nog over nagedacht om mijn vlucht naar huis voor een semester uit te stellen, zodat ik pas tegen januari terug in België zou zijn. Maar ja, de familie …” “Achteraf bekeken was mijn verblijf echt te kort, ik zou zeker aan niemand aanraden om dit zo te doen, maar bij mij kwam het gewoon zo goed uit met de lessen.”
AFRIKA “Ik wou gewoon naar een totaal verschillende cultuur. Ook al lijkt Latijns-Amerika me heel chic, ik spreek geen Spaans. Daarbij werkte mijn promotor vooral rond West-Afrika… Het land in de regio maakte op zich ook niet zoveel uit. Eenmaal ik met DMOS-COMIDE in contact was gekomen, moest ik natuurlijk een onderzoeksvraag bedenken in een land waar nog niet net hetzelfde onderzocht was.”
12
WESTERS PERSPECTIEF “Ik denk niet dat je moet vertrekken met de instelling van ‘Ik ga naar Afrika en ik ga daar iedereen helpen’. De projecten draaien immers goed, ook zonder ons. Bijvoorbeeld, er waren drie Italiaanse meisjes daar voor een drietal weken en zij gingen er van uit dat de zusters echt op hun hulp zaten te wachten. Ik wist al dat dit niet de realiteit zou zijn. Ik zag het meer als een stage waarin je leert en waar je tegelijkertijd iets nuttigs kunt doen. “
“Het grappige is dat ze daar ook allemaal het idee hebben dat iedereen in Europa rijk is.” “Ik studeer natuurlijk antropologie, dus die standaard stereotiepen hadden ze er al uitgekregen. Maar er zijn altijd bepaalde verwachtingen. Ik denk dat ik me daar niet zo zwaar aan mispakt heb. Twee vriendinnen die op bezoek kwamen voor een tweetal weken, waren teleurgesteld omdat ik in een grote stad zat. Zij wilden hutjes zien, arme Afrikaantjes… (glimlacht). Dus ik vind van mezelf dat ik een redelijk realistisch beeld had…” “Het grappige is dat velen daar het idee hebben dat iedereen in Europa rijk is. Op het einde van de interviews voor mijn onderzoek, vroeg ik altijd of zij mij iets wilden vragen. Sommigen hadden dan al geoefend hoe ze een beleefde vraag moesten stellen in een workshop. Met het idee dat als hun baas hen niet goed behandelt, ze dat kunnen
08:56
Pagina 13
NOORD 1/ Marjolein samen met een van de meisjes van het opleidingscentrum. “Ik zag mijn verblijf daar meer als een stage waarin ik kon leren en tegelijkertijd ook iets nuttigs kon doen ...” 2/ Het wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika wordt enthousiast gevolgd door de lokale zusters van Don Bosco, de medewerkers en de vrijwilligers. 3/ Voor de jongeren in het opleidingscentrum in Benin bestaat de dag steeds uit een aantal uur praktijk en een aantal uur theorieles.
OPDRACHTEN
1/ 2/
aankaarten zonder bijvoorbeeld te beginnen roepen. En sommigen begrepen dat ze eigenlijk hetzelfde soort vraag aan mij moesten stellen. Maar meestal vroegen ze me iets als: ‘Als ik dan naar uw land kom, hoe moet ik dat dan doen? Of hoe krijg ik een paspoort? En als ik naar België kom, ga ik dan werk vinden?’ En dan probeer je uit te leggen dat in België niet zomaar alles beter is. Ik had natuurlijk ook het voordeel dat ik kon zeggen dat ik een beurs gekregen had om naar Benin te komen, omdat ik het anders ook niet had kunnen betalen. Het feit dat ik die beurs kon krijgen, zegt natuurlijk ook wel veel. Zij kunnen dat niet.”
VRIJWILLIGERS
3/
WERK “Kansarme jongeren tussen 14 en 18 jaar volgen in het centrum halftijdse opleiding tot een aantal beroepen. Ze kunnen kiezen tussen keuken, patisserie, bakkerij of een soort zeepatelier. Na zes maanden wordt er een stageplaats voor hen gezocht in de hoop dat na twee maanden ze kunnen doorstromen naar de arbeidsmarkt of dat ze op hun stageplaats kunnen blijven. Soms lukte dat, maar regelmatig ook van niet. Dat zijn jongeren die van de straat komen, en jaren de gewoonte gehad hebben om elke dag te werken totdat ze genoeg geld hadden en daarna te stoppen. Of als ze een paar dagen goed gewerkt hadden een paar dagen verlof te nemen.” “Weet je, de principes van luisteren naar een baas, een maand werken om daarna pas een loon te krijgen en de uitgave van dat loon te spreiden over een hele maand en om elke dag te komen werken, het zijn zaken die voor ons erg logisch zijn, maar die voor hen toch wel moeilijk liggen. Verschillende jongeren deden dat goed, maar er waren er ook die het daar wel moeilijk mee hadden.”
“Ik had geen duidelijk omschreven taak en als er een leerkracht ziek of afwezig was, vroegen ze mij om die te vervangen. Dat kon 2 tot 3 keer in de week zijn. In het begin gebeurde dat bijna niet. In de namiddagen heb ik soms nog wat knutselactiviteiten gedaan. Daarnaast had ik natuurlijk de interviews voor mijn thesisonderzoek. Ook ben ik mee geweest op stagebezoek en eens was ik aanwezig bij een sensibiliseringsactie in een dorpje.” “Voor de jongeren bestond de dag steeds uit een aantal uur praktijk en een aantal uur theorieles,” legt Marjolein uit. “Maar tijdens die theorielessen had je dus effectief meisjes die steeds het hele bord kopieerden in hun schriftjes. In de hoop dat ze juist kopieerden om dan later iemand anders de les te laten voorlezen en het zo te leren. Ik ben met een aantal van die meisjes beginnen te lezen. Jammer dat tegen de tijd dat ik me echt ‘nuttig’ begon te voelen, ik al terug naar huis moest.”
VRIJE TIJD “We woonden samen met de zusters, maar wij hadden boven een eigen ruimte. Een beetje zoals samen op kot zitten. Er zaten al enkele meisjes samen en die namen me mee naar hun vrienden. Al waren de zusters natuurlijk wel bezorgd. Vooral de laatste weken, ervoor waren we steeds met meerdere vrijwilligers en gingen we allemaal samen. Maar op het einde was ik alleen en vroegen de zusters wel dat iemand me thuisbracht. Liever geen jongen natuurlijk. “ (lachje)
1/2011
17-02-2011
SAMEN OP WEG
DMOS_1/2011:Opmaak 1
“Weet je, de principes van luisteren naar een baas, een maand werken om dan pas een loon te krijgen en dat loon te spreiden over een hele maand en om elke dag te komen werken, het zijn zaken die voor ons erg logisch zijn, maar die voor hen toch wel moeilijk liggen.” “Ze geven je wel veel vrijheid. Marc (de coördinator van Via Don Bosco) had ons daarvoor een beetje gewaarschuwd dat de zusters je liever in een beschermde omgeving houden. Wat wel begrijpelijk is, ze zijn verantwoordelijk voor je. En er was een reële kans dat er iets gebeurde. Het valt op dat je niet van daar bent, maar uiteindelijk gaat het slechts om materiële spullen. Soms voel ik me hier in Leuven met die SOS-palen minder op mijn gemak.”
Yannick GULDENTOPS
Vrijwilligerswerk in het Zuiden Wie het voelt tintelen in de tenen om ook voor een periode van minstens een half jaar naar Afrika, India of Zuid-Amerika te gaan, kan altijd een kijkje nemen op www.dmos-comide.org en klik op vrijwilligers. 13
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:57
Pagina 14
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
08:57
Pagina 15
DEWERELD.BE
ANIMATIECEL
van se zusters die aan de rand Wat beweegt vier salesiaan lf hze ba (Mali) het beste van zic de Sahel in het verre Tou geven? te en aliteiten trotseren de hit Vier verschillende nation n ingen, geen elektriciteit, gee het stof. Er zijn geen we sie, evi ding, geen radio, geen tel ternet, geen GSM-verbin t… geen waternet, geen pos van hen in de maand oktober t och bez l ece ati De Anim akt ma rd 31.284,44 EUR overge het afgelopen jaar. Er we lisa rea tertoren en de verdere voor de bouw van een wa . eit nit pensarium en de mater tie en uitrusting van het dis r voo zusters ook een schooltje Daarnaast organiseren de l en nele opleiding . Hun taa alfabetisering en professio oof gel k r een onvoorwaardelij inzet wordt ingegeven doo entieel. in de mensen en hun pot Miet PROVOOST Frits VANDECASTEELE en
PIJLERFORUM 26/02/2011
Een ontmoetings- en vormingsdag georganiseerd door de provincie Vlaams-Brabant voor alle vrijwilligers en geïnteresseerden in de provincie die zich inzetten voor ontwikkelingssamenwerking. Meer info i.v.m. de workshops kan je terugvinden op: http://www.vlaamsbrabant.be/binaries/uitnodiging-4depijlerforum-2011_tcm5-66106.pdf
STE EDITIE 0 10 E L A N O I T A N INTER AG D N E W U O R V8/03/2011 0
1/2011 SAMEN OP WEG
LANCERING EDUCATION FOR ALL GLOBAL MONITORING REPORT 2012
he, D) de economisc Vrouwendag (IW le na er. io jk ki at rn de te in In ouwen Ieder jaar zet de lijkingen van vr en n ez ka rw r ve ie e H al d. ci gevier politieke en so de 100ste keer or n vo lle D zu IW ië lg de g in Be In 2011 wordt ten er die da en em en / ev om ke ay.c je volgen wel ionalwomensd ://www.internat tp ht : en nd vi ts plaa
01/03/2011
Het 2012 Global Monitoring Report is helemaal gewijd aan skills development. Deze editie van het UNESCO rapport besteedt o.a. bijzondere aandacht aan strategieën die de kansen op werk van gemarginaliseerde bevolkingsgroepen verbeteren. Een aanrader voor iedereen die zich interesseert voor de sub-sector binnen onderwijs en vorming waarin DMOS-COMIDE actief is. Om meer te lezen, kan je terecht op: http://www.unesco.org/new/en/ education/themes/leading-the-international-agenda/efareport/ reports/2012-tvet
TRAJECT MONDIAL 03/04/2011 Een mondiaal jongerenp roject is geen on tw ikk eli ng ssa me nw erk ing spr oje ct, maar speelt zich wel af in een geglobaliseerde wereld met scheve Noord-Zuid verhoudingen. Zowel op intercultureel, economisch en sociaa l-politiek vlak kunnen er ‘valkuilen’ op treden. Tijdens een vorming georganiseer d door JINT vzw leer je die valkuilen ken nen en worden tools aangeboden om jon geren te helpen groeien als wereldburger s. Meer info vind je terug op: http://www.jin t.be/mondiaal 15
DMOS_1/2011:Opmaak 1
17-02-2011
Driemaandelijks tijdschrift Verantwoordelijke uitgever:
08:57
Pagina 16
Negentiende jaargang nr 1 Omer Bossuyt Leopold II-laan 195 B 1080 Brussel Tel.: 02/427 47 20 Fax: 02/425 90 31 E-mail: info@dmos-comide.org Internet: www.dmos-comide.org Reknr: 435-8034101-59 IBAN: BE84 4358 0341 0159 BIC: KREDBEBB
SAMEN OP WEG België - Belgique P.B. - P.P. Gent X 3/1751 Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814
Luk Delft / Yannick Guldentops / Omer Bossuyt, Yannick Guldentops, Danny Van de Putte, Hans Deckers, Maud Seghers, Luk Delft, Jan De Broeck, Frits Vandecasteele en Miet Provoost / Jan De Broeck en Peter Goossens / Anderz, Evergem / Geers Offset, Oostakker / ‘Faire Route Ensemble’ / tweede kwartaal 2011 /
Don Bosco Noord-Zuid
SAMEN OP WEG
P 602488
1
Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie. EERSTE KWARTAAL 2011
vamac z.i. mandeldal I. de raetlaan b-8870 izegem
Driemaandelijks tijdschrift: Negentiende jaargang nr 1
nv
Tel. 051 31.06.72 - 3 Fax 051 31.21.69
een blad als geen ander
DE BACKER & Co BVBA DUBA Pompen voor ontwikkelingsprojecten Kasteeldreef 1 B-9230 Wetteren Tel. (09) 369.34.96 / Fax (09) 369.57.52
16
Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving