Samen op Weg
3
Derde kwartaal 2011 // Driemaandelijks tijdschrift: jaargang 19, nr. 3
DMOS-COMIDE raffraîchit son image et devient VIA DON BOSCO
let’s develop our future
Editoriaal & Inhoud
Evenement
Een nieuw kleedje: zomaar? Beste Lezer, Misschien dacht je wel bij het zien van dit nieuwe nummer van ons tijdschrift Samen op Weg: “Welke ngo is dat nu weer, weer een nieuwe speler op de markt?” Geen nood hoor, blader gerust door en je zult merken dat je het bekende huisblad van de jou vertrouwde Don Bosco ngo DMOS-COMIDE vzw in handen hebt. Inderdaad, vertrouwd en toch in een nieuw kleedje. Zoals we reeds in de twee vorige edities van ons tijdschrift gemeld hebben, verandert DMOS-COMIDE vzw na meer dan veertig jaar onverdroten arbeid in het Zuiden, van naam. Die naamsverandering wordt officieel gevierd op het evenement van 25 november 2011; dus over enkele dagen. Om de volle aandacht aan deze gebeurtenis te kunnen geven steekt Samen op Weg meteen van wal met een nieuwe lay-out. Het gaat inderdaad om een nieuw kleedje, maar niet zomaar. Door de naamsverandering heen wil VIA Don Bosco haar verankering in het Don Bosco gedachtegoed ten volle
Een nieuw kleedje, een nieuwe naam: Kom met ons meevieren!
in de verf zetten en op een actuele manier accentueren. VIA Don Bosco wil zoals steeds in de geest van Don Bosco sterk inzetten op het verbeteren van de beroeps- en sociale vaardigheden van kansarmen en hun begeleiding naar de arbeidsmarkt in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. In België werkt VIA Don Bosco in haar scholenwerking rond de NoordZuidverhoudingen.
Achter elk van die projecten staat een groep enthousiaste mensen die hun solidariteit met het Zuiden concreet gestalte geven door bijvoorbeeld een school, centrum voor beroeps- en technisch onderwijs, of een centrum voor straatkinderenwerking te ondersteunen. Op onze wereldmarkt stellen enkele van deze projecten zichzelf en hun werking voor.
Maar wil je deze korte duiding meer uitgebreid en in detail leren kennen? Dan ben je van harte welkom op de familiedag van VIA Don Bosco in Don Bosco SintLambrechts-Woluwe op zaterdag 26 november 2011 vanaf 14.00 uur. Op deze dag willen wij de naamsverandering met alle sympathisanten, vrijwilligers en medewerkers delen en samen vieren.
Daarnaast worden jong en oud meegenomen op een muzikale wereldreis tijdens een aantal percussieworkshops en verschillende muzikale optredens. Daarnaast geeft de kritische comedian Pie Tshibanda, die je misschien kent van Un fou noir au pays des blancs, zijn unieke kijk op ontwikkelingssamenwerking weer.
Met het nieuwe kleed zijn we reisvaardig voor de volgende veertig jaar ontwikkelingswerk. Reizen jullie met ons mee? Omer Bossuyt Voorzitter
Naar aanleiding van onze naamsverandering nodigen we alle sympathisanten, vrijwilligers en nieuwsgierigen van harte uit op onze familiedag, op zaterdag 26 november 2011 vanaf 14 uur. Die dag kan iedereen kennismaken met de werking van onze ngo en met de mensen die er dag aan dag aan werken om jongeren in het Zuiden een betere kans op een goede toekomst te bezorgen en om er samen met de Belgische scholen van Don Bosco voor te ijveren dat leerlingen hier, bij ons, echte wereldburgers worden. Bekijk van dichtbij hoe onze werking in elkaar steekt en hoe wij jongeren in het Noorden en het Zuiden beter willen voorbereiden op de toekomst. Kom profiteren van de ervaringen die onze medewerkers tijdens hun vele terreinbezoeken hebben opgedaan en doorprik samen met hen de hardnekkigste clichés over het Zuiden.
Don Bosco dans De namiddag wordt omstreeks half vijf afgesloten. Tijdens het slotevenement worden de nieuwe naam met logo en filosofie bekendgemaakt, én krijg je de première van de Don Bosco dans te zien. Deze dans symboliseert de idee dat Noord en Zuid met elkaar verbonden zijn en van elkaar kunnen leren op een leuke, interactieve manier. We nodigen je graag uit om met ons mee te komen dansen. Yannick Guldentops ■
Wereldmarkt Evenement 3. Naamsverandering
10. Capaciteitsversterking Waarom VIA Don Bosco sterk inzet op de capaciteitsversterking van haar partnerorganisaties.
Thema 4. Het recht op onderwijs Een verslag van de situatie in India.
Ontwikkelingseducatie 12. Bouwkamp 2011 Een verslag over het bouwkamp in Haïti.
Op een leuke wereldmarkt stellen onze medewerkers zichzelf en hun programma’s en activiteiten voor. Aan de hand van filmpjes, foto’s en getuigenissen kom je meer te weten over de hartelijke band tussen VIA Don Bosco en haar partnerorganisaties én over de uitdagingen die soms gepaard gaan met die internationale samenwerking.
Ontwikkelingssamenwerking 7. Animatiecel Oostende 8. Kenia De verwoestende droogteperiode in de Hoorn van Afrika veroorzaakt een menselijke catastrofe. De situatie heeft een punt bereikt waar de bevolking niet langer kan overleven zonder grootschalige ondersteuning.
2
DeWereld.be 14. Beelden uit het Zuiden Roberto Gasparini ging drie weken lang filmen bij projecten van VIA Don Bosco in Ecuador. 15. Op de agenda
Wat VIA Don Bosco uniek maakt, is het feit dat we naast de programma’s die door de overheid gesteund worden, heel wat projecten onder onze hoede hebben. Onze microfilantropische projecten--zoals we ze noemen-worden ondersteund door particulieren of kleinere organisaties, zonder medefinanciering door de overheid.
Wil je meevieren? Iedereen is welkom vanaf 14.00 u. in Don Bosco Sint-Lambrechts-Woluwe, Stokkelsesteenweg 270, 1200 Sint-LambrechtsWoluwe. Er is ruim voldoende parkeerplaats. De school ligt op wandelafstand van metrohalte Stokkel (lijn 1) en is bereikbaar met de bussen 28 en 36 (eindhalte).
3
Thema // Recht op Onderwijs
Het gaat goed met India, of niet? Het recht op onderwijs en de Indiase ontwikkelingsparadox
Recht op onderwijs voor iedereen? De inkomstenongelijkheid vertaalt zich in andere vormen van ongelijkheid. In armoede geboren worden is één van de belangrijkste redenen waarom mensen geen aanspraak kunnen maken op hun recht op onderwijs. Kinderen uit de armste 20% van de Indiase bevolking lopen gemiddeld vier jaar onderwijs. De schoolcarrière van kinderen uit de rijkste 20% van de bevolking is, daarentegen, gemiddeld elf jaar lang.3 Uiteraard maakt dat een heel verschil in toekomstmogelijkheden. Ook de fysieke afstand tot de school is soms onoverkomelijk groot. In India zijn het vaak ethnische minoriteiten--of scheduled tribes--die in de meest afgelegen streken wonen. Het gevolg: ongeveer 60% van de meisjes uit scheduled tribes gaan naar de lagere school, in vergelijking met een nationaal gemiddelde (voor meisjes) van 80%.3 Voor andere kinderen speelt het kastensysteem nog steeds een bepalende rol. Officieel werd kastendiscriminatie onwettig verklaard, maar de praktijk is anders. Voor dalits of kastelozen--officieel: scheduled castes--is de situatie het ergst. Kinderen uit lage of scheduled castes doen het veel slechter op school en de kans dat ze de schoolbanken vroegtijdig verlaten is buitensporig hoog. Stigmatisering heeft dikwijls zo’n negatieve invloed dat ouders hun kinderen nog liever thuis houden dan ze elke dag naar school te sturen. Op die manier komen latere kansen op volwaardige tewerkstelling en sociale mobiliteit natuurlijk sterk in het gedrang.
Terwijl de jaarlijkse groeicijfers voor de economie sinds het midden van de jaren 1990 vaak tegen de acht à negen procent aanleunen, slaagde het land er niet in de armoede even sterk te beperken. India heeft in dezelfde periode slechts een magere daling van de armoede kunnen
4
Eén van de belangrijkste mijlpalen in de geschiedenis van DB Tech, is het samenwerkingsverband dat in 2010 werd aangegaan met het nationaal Ministerie voor Rurale Ontwikkeling (MoRD, Ministry of Rural Development). Samen hebben ze het BASE-programma opgericht (Bosco Academy for Skills and Employment). BASE richt zich specifiek tot jongeren uit landelijke gebieden die --volgens officiële criteria-onder de armoedegrens leven. Die jongeren krijgen de kans om in DB Tech beroepsvormingscentra korte, modulaire opleidingen te volgen die hen voorbereiden op tewerkstelling in de groeisectoren van de Indiase economie. Op zich is dat al een sterke prestatie. In India bereiken beroeps- en technische opleidingen al decennialang maar ongeveer 3% van de jongeren uit landelijke gebieden.3 Het imago van deze vorm van onderwijs is zo pover, dat de vraag ernaar uitblijft. Het BASE-programma wil dat imagoprobleem aanpakken door tewerkstelling te garanderen. Om die garantie te kunnen bieden, wordt er nauw samengewerkt met bedrijven uit de dienstensector en de industrie. Ook dat is een belangrijke vernieuwing. En die aanpak werpt zijn vruchten af: na iets meer dan een jaar zijn al bijna 17 000 kansarme jongeren aan een baan geholpen.
realiseren--gemiddeld drie procent per jaar.1 In absolute cijfers leven er nú meer Indiërs onder de armoedegrens dan toen het land in 1947 onafhankelijk werd.2
De salesianen en zusters van Don Bosco hebben een indrukwekkend arsenaal van strategieën uitgewerkt om ervoor te zorgen dat kansarmen tóch toegang krijgen tot onderwijs en vorming en tot de tewerkstellingsmogelijkheden die gepaard gaan met de groeiende economie.
DB Tech heeft ervoor gekozen om jongeren voor te bereiden op tewerkstelling in de formele economie. Het is immers de fomele economie die de grootste bijdrage levert tot het bruto nationaal product én die door de staat belast kan worden. Dat is belangrijk, omdat de staat belastingen kan aanwenden als middel tot inkomensoverdracht en armoedebestrijding. Inkomsten van belastingen kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden om onderwijs en vorming te subsidiëren. Op hun beurt kunnen die subsidies aangewend worden om inschrijvingsgeld te verlagen en kwaliteit en bereikbaarheid te verhogen--maatregelen die kansarmen ten goede zouden moeten komen.
De groei is ook niet gelijk verdeeld. Het aantal superrijken is verveelvoudigd en - wat “nieuwer” is - de middenklasse is sinds de jaren 1990 sterk vergroot. Hun weelde staat in schrijnend contrast met de situatie waarin de overgrote meerderheid van de bevolking zich nog steeds bevindt. Ironisch genoeg blijkt dat de hoogste inkomens het meest profiteren van allerlei maatregelen die de overheid neemt om armoede te bestrijden, zoals voedselsubsidies, lage interestvoeten, enz.
Don Bosco Tech India, of kortweg DB Tech, is het meest in het oog springende initiatief van de Indiase salesianen. DB Tech is ontstaan in 2005, toen Don Bosco scholen en beroepscentra in heel India besloten hun krachten te bundelen om zich, als groep, te profileren als een belangrijke speler op het vlak van het verstrekken van beroepsopleidingen en vaardigheidstraining voor kansarme jongeren en de toeleiding van deze jongeren naar de arbeidsmarkt. VIA Don Bosco ondersteunt DB Tech al bijna
Op dit ogenblik is de formele economie echter verre van de belangrijkste werkgever. Volgens sommige schattingen zou tot 90% van de Indiase beroepsbevolking zich in de informele economie bevinden--d.w.z. in bedrijven die kleiner zijn dan tien mensen, niet officieel geregistreerd zijn en (dus) ook geen rekening moeten houden met arbeidswetgeving.4 De overheid heeft al te kennen gegeven dat ze het aandeel van de informele sector wil terugdringen, maar anderzijds moet ze rekening houden met de grootte en het belang
India is één van de landen ter wereld met de grootste gender-discrepanties in beroeps- en technisch onderwijs. Slechts 7% van de leerlingen in die richtingen zijn meisjes.
In de jaren 1990 gooide de Indische regering haar economisch beleid grondig om. Er werden marktgerichte hervormingen doorgevoerd en er werden maatregelen genomen om de Indiase economie meer en meer te integreren in de wereldeconomie. Sindsdien laat India een indrukwekkende economische groei zien, maar die gaat voorbij aan een groot deel van de bevolking.
sinds het begin. Ondertussen is het initiatief uitgegroeid tot een netwerk dat 125 centra omvat, verspreid over 25 deelstaten.
En toch is er hoop
5
Thema // Recht op Onderwijs
ervan. Uiteindelijk zal de informele sector nog jarenlang een groot deel van de werkkrachten moeten opslorpen die op de arbeidsmarkt worden losgelaten. Het is dan ook begrijpelijk dat sommige van onze partnerorganisaties jongeren voorbereiden op zelftewerkstelling (meestal beginnend in de informele sector) of zich specialiseren in het begeleiden van bijzonder kwetsbare groepen, bv. scheduled caste en scheduled tribe-
Ontwikkelingssamenwerking // Animatiecel Oostende
Het feit dat de zusters in Shillong en Guwahati er in slagen meisjes aan te trekken en er voor kunnen zorgen dat die onderweg niet te snel afhaken, is een goed teken. Via de ondersteuning van zelfhulpgroepen voor vrouwen en het opstarten van kleinschalige productie-eenheden wordt bovendien geprobeerd een antwoord te bieden op lokale tewerkstellingsbehoeften en economische realiteiten.
Diverse trajecten VIA Don Bosco gaat ervan uit dat er verschillende trajecten bestaan om aan (kans)armoede te ontsnappen, om de eenvoudige reden dat (kans)armoede verschillende oorzaken heeft. Daarom ondersteunen we verschillende strategieën die mensen in staat stellen om zelf de hindernissen te overkomen die hen anders “gevangen” zouden houden in miserabele omstandigheden. We hopen dat we daarbij op uw steun mogen rekenen. Maud Seghers ■
VERVLIET, E. (2010). Hoe goed zijn Brazilië, China en India in armoedebestrijding? Mo* Paper, 45. Brussel, België: Wereldmediahuis. URL: http://www.mo.be/sites/default/files/MO-paper45_ armoedebestrijding.pdf
1
De salesianen en zusters van Don Bosco hebben een arsenaal van strategieën uitgewerktom ervoor te zorgen dat kansarmen toch toegang krijgen tot onderwijs en vorming. vrouwen, bij hun intrede in de informele economie. Een dergelijke strategie werd bijvoorbeeld ontwikkeld door de zusters van Don Bosco in het noord-oosten van India. Deze streek onderscheidt zich van de rest van het land door een grote ethnische diversiteit. Er leven niet minder dan 200 verschillende stammen of tribes, die gekenmerkt worden door eigen sociale en culturele praktijken. Het klassieke onderwijssysteem biedt geen oplossing voor de werkloosheid, armoede en lage status van de rurale (tribale) bevolking, in het bijzonder de vrouwen. Dankzij hun jarenlange aanwezigheid binnen een moeilijke context zijn de zusters erin geslaagd deze doelgroep wél te bereiken. Dat kan omdat er rekening gehouden wordt met de traditionele leefpatronen van de tribale gemeenschappen - onder meer door het inlassen van weekend-, avond- en ochtendonderwijs, en het hanteren van flexibele modules. India is één van de landen ter wereld met de grootste gender-discrepanties in beroeps- en technisch onderwijs. Slechts 7% van de leerlingen in die richtingen zijn meisjes.
6
UPHOFF, N. (2003). Poverty and inequality: a life chances perspective. In R. Lal, D. Hansen, N. Uphoff & S. Slack (eds.), Food Security and Environmental Quality in Developing Countries. Boca Raton, USA: Lewis Publishers.
2
UNESCO (2010). EFA Global Monitoring Report--Reaching the Marginalized. Parijs, Frankrijk & Oxford, VK: UNESCO & Oxford University Press. URL: http://www.unesco.org/new/en/education/ themes/leading-the-international-agenda/efareport/reports/2010marginalization/
3
S.N. (2009). India: feiten over ongelijkheid, groei en diversiteit. Brussel, België: Wereldmediahuis. URL: http://www.mo.be/artikel/ india-feiten-over-ongelijkheid-groei-diversiteit
4
FLODMAN BECKER, K. (2004). The informal economy: fact finding study. Stockholm, Zweden: SIDA. URL: http://rru.worldbank.org/ Documents/PapersLinks/Sida.pdf
5
Geïnspireerd door het gedachtegoed van Don Bosco, bestrijdt VIA Don Bosco armoede in het Zuiden door kansarme jongeren vorming en onderwijs aan te bieden.
Een nieuwe uitdaging voor Animatiecel Oostende De 18de sponsoractie werd op 30 augustus 2011 afgesloten. Zoals beloofd vertrok ik op sponsortocht (heen en terug) naar Notre-Dame de France in Le Puy-en-Velay. Deze 1 930 km brachten 27 303,17 euro op. Met de steun van velen wordt daarmee een centrum ingericht tussen de steenfabrieken in Passor (India) waar nog veel kinderarbeid is. Met klasjes van twee of drie uur willen we de cirkel doorbreken waarin deze kinderen dreigen te verstikken. Ook kinderopvang, ontspanning, vrouwenemancipatie en syndicale acties staan op het programma. De brommertocht startte zonnig op 8 juli, maar een dag verdween de zon en viel er geregeld een regenbui. De grote oorlog was nooit veraf. De IJzer, de Somme en de Marne zijn bekende namen. Tussen het groen en het geel van de velden ontdekte ik geregeld witte vlekken waar duizenden kruisjes staan. Altijd iemands vader, altijd iemands kind. In Violaines werd ik op de camping geestdriftig begroet door Chantal die vijftig euro in mijn hand drukte. Na een gesprek op een camping in Dornes kreeg ik van Nicole een cheque van twintig euro en toen ik bij de inschrijving op de camping in Le Puy over mijn tocht vertelde gaf Emmanuelle me vijf euro. ’s Avonds werd ik verwelkomd met een vuurwerk, dat weliswaar niet voor mij bleek te zijn, maar ter ere van de nationale feestdag (14 juli). Elke dag was ik koud en nat. Tijdens de terugweg reed ik zeven uur in de regen en zocht toen mijn toevlucht in een Gîtes de France om weer op temperatuur te komen. Op 21 juli kwam ik behouden thuis en startte met de voorbereiding van de 19de sponsoractie. Uit de Centraal-Afrikaanse Republiek kreeg de Animatiecel een dossier van de salesianen van Don Bosco. Deze bovenbuur van Congo werd in 1960 onafhankelijk van Frankrijk. Na heel wat interne revoluties werden in 1993 de eerste democratische verkiezingen gehouden en nu zoekt het land zijn weg uit de armoede. In de hoofdstad Bangui (622 771 inwoners) zorgen de salesianen voor onderwijs in de armste wijk van de stad. De lagere school in Galabadja rekent nu op de steun van de Animatiecel. Hoewel er slechts vijf euro per jaar gevraagd wordt als schoolgeld kunnen heel wat families dat niet betalen. Schoolboeken moeten om de drie jaar vernieuwd worden. Schoolgerief, schriften zorgen voor extra kosten.
De school vraagt 10 000 euro steun voor de aankoop van leerboeken Frans, Engels, rekenen, wetenschappen en voor een kleine bibliotheek om het lezen aan te moedigen. Verdere educatieve middelen moeten leerlingen en leraars helpen zodat deze lagere school een eerste stap wordt naar de verdere ontwikkeling van deze jongeren. In de zomer van 2012 rijd ik met de fiets naar Saintes-Mariede-la-Mer. Deze bekende plaats in de Camargue is ook een bekende bedevaartplaats. Op 24 mei komen honderden zigeuners er samen om Santa Sara te vereren. Volgens de legende zijn Maria Jacobé en Maria Salomé, samen met de zwarte Sara uit Palestina vertrokken om er de streek te bekeren. In de crypte staat het zwartgerookte beeld van Santa Sara. De verkoop van de 1 285 km (vijf euro/km) maakt het mogelijk de gevraagde 10 000 euro te bezorgen aan de school in Galabadja en, als het weer meezit, wordt het een boeiende fietstocht dwars door Frankrijk. Frits Vandecasteele ■ Wie één of meer kilometers wil “meerijden”, kan steunen door te storten op BE84 4358 0341 0159, KREDBEBB van VIA Don Bosco, Leopold II-laan 195, 1080 Brussel met de vermelding: FRITS RCA. Frits komt ook graag met “Een rugzak vol verhalen” langs bij jouw vereniging. Contacteer hem via: + 32 (0)59 80 25 17.
7
Ontwikkelingssamenwerking // Kenia
VIA Don Bosco steunt noodhulpacties in noordelijke grensgebieden Kenia (Oost-Afrika)
Het niveau van ondervoeding in de noordelijke districten is meer dan 40 procent. De instroom van vluchtelingen als gevolg van de droogte was nog nooit eerder zó groot. Voor de al overbevolkte kampen in het gebied vormt de instroom van nieuwe vluchtelingen een ernstige bedreiging voor de toch al zeer moeilijke levensomstandigheden en de schaarse levensmiddelen.
Het vluchtelingenkamp in Kakuma (Turkana) Kakuma bevindt zich in Turkana county, in de rift valley provincie, de noordwestelijke regio van Kenia. Deze lokaliteit ligt op 120 kilometer van Lodwar, 95 kilometer van Lokichokio nabij de grens met Soedan en op 840 kilometer ten noorden van de hoofdstad Nairobi. Het onherbergzame gebied van oudsher bewoond door de Turkana is het heetste en droogste deel van Kenia, met het hele jaar door temperaturen van 40 °C en frequente stofstormen. De bevolking (855 000 inwoners) leeft er in moeilijke geografische omstandigheden, met een duidelijk tekort aan water, vegetatie en levensmiddelen. De Turkana zijn traditioneel nomadische gemeenschappen. Voor hun levensonderhoud zijn ze sterk afhankelijk van de veestapel. Slechts 6% van de bevolking werkt in loondienst.
De verwoestende droogteperiode in de Hoorn van Afrika veroorzaakt een menselijke catastrofe. De nomadische gemeenschappen en de vele vluchtelingen die in en rond de grensgebieden tussen Soedan, Ethiopië, Somalië en Kenia rondzwerven, zijn zwaar getroffen. De situatie heeft een punt bereikt waar de bevolking niet langer kan overleven zonder grootschalige ondersteuning. Terwijl de huidige noodsituatie acuut is in Noord-en Oost-Kenia (Marsabit, Moyale, Wajir, Garissa, Isiolo en Turkana), zijn er meldingen van ernstige voedseltekorten in de meer zuidoostelijk gelegen gebieden en de kustgebieden. Oost-Afrika ondergaat de grootste droogteperiode in de laatste zestig jaar. Circa twaalf miljoen mensen worden getroffen door hongersnood. De langdurige conflicten en de aanhoudende droogte - met voedselschaarste als gevolg - hebben een enorme vluchtelingenstroom op gang gebracht richting Kenia. Er verblijven naar schatting 400 000 vluchtelingen in het grootste vluchtelingenkamp ter wereld in het Keniaanse Dadaab. Het land voorziet
8
sinds jaren in de opvang van duizenden vluchtelingen uit de verschillende buurlanden en wordt momenteel bijzonder zwaar getroffen door de voedselcrisis. Het gaat om 3,8 miljoen mensen getroffen door hongersnood en circa 660 000 mensen die in vluchtelingenkampen verblijven. In de mate van het mogelijke worden er in de verschillende kampen schooltjes opgericht voor kinderen. De huidige situatie is het resultaat van een langdurige periode met weinig tot geen regen die het leven van de landelijke bevolking in het gebied en de nomadische veehouders volledig ondermijnt. De voedselcrisis veroor zaakt spanningen tussen de vluchtelingen en de lokale gemeenschappen, in het bijzonder wat water, vee en grasland betreft. De noodsituatie heeft de voorbije maanden een peil bereikt waarbij de bevolking niet langer kan overleven zonder buitenlandse hulp. De voedselonzekerheid is naar verwachting onmogelijk op korte termijn te verbeteren en betekent een tragisch verlies van mensenlevens, voornamelijk bij vrouwen en ondervoede kinderen.
In Kakuma ligt het grootste vluchtelingenkamp van de noordoostelijke regio. Het vluchtelingenkamp werd in 1992 opgericht voor de opvang van Soedanese vluchtelingen, maar is sindsdien uitgegroeid tot een permanente kampplaats voor vluchtelingen uit Somalië, Ethiopië, Soedan, Eritrea en het Grote Merengebied. Het kamp dat voornamelijk bestaat uit geïmproviseerde tenten, armoedige lemen hutten en adobebouwsels bedekt met verroeste golfplaten, biedt vandaag de dag opvang aan circa 150 000 mensen, praktisch een verdubbeling van het vroegere aantal. Meer dan twaalf verschillende nationaliteiten zijn vertegenwoordigd met een overgrote meerderheid afkomstig uit Soedan (31%) en Somalië (52%). Het halfschrale klimaat van Kakuma is niet geschikt voor landbouw. De verdorde omgeving, het gebrek aan werkgelegenheid en het ontbreken van marktkoppelingen voor de aankoop en verkoop van goederen belemmeren de economische zelfstandigheid. Ondanks de kleinschalige economische activiteiten is het kamp sterk afhankelijk van internationale hulp om te overleven. Weinig mensen hebben hier een toekomst.
De humanitaire hulp in de regio wordt beheerd door de VN (UNHCR), bijgestaan door verschillende ontwikkelingsorganisaties, waaronder de salesianen van Don Bosco die in Kakuma een beroepsopleidingscentrum hebben opgericht . Daar volgen zo’n 300 vluchtelingen een vakopleiding als kleermaker, loodgieter, schrijnwerker, metselaar, mecanicien, elektricien of lasser. Naast de opleiding kunnen jongeren hun algemene kennis en vaardigheden ontwikkelen om zich opnieuw in de samenleving te integreren. Naar aanleiding van de oproep van de salesiaanse provincies heeft Don Bosco Network een actie ondernomen om voedselhulp en bijstand te bieden aan duizenden mensen getroffen door hongersnood. Als onderdeel van dit initiatief, slaagde het Don Bosco Planning and Development Office erin om in augustus 2011 een eerste zending met basisvoedselproducten te versturen naar North Horr (Marsabit). Veel slachtoffers in de afgelegen gebieden hebben echter de distributiecentra waar voedsel en water beschikbaar zijn, nog niet bereikt. De distributie van voedselpakketten is bovendien onvoldoende om de situatie blijvend te verbeteren. Het regionale ontwikkelingsbureau Don Bosco Upper Hill ondersteunt duurzame initiatieven om de voedselzekerheid op termijn te waarborgen en om de basisvoorzieningen en tewerkstellingsmogelijkheden te verbeteren. Op het vlak van onderwijs moeten dringend ernstige inspanningen gedaan worden om de jongeren in staat te stellen hun toekomst in eigen handen te nemen. VIA Don Bosco steunt naast het beroepsopleidingscentrum voor jongeren ook verschillende gemeenschapsactiviteiten in het vluchtelingenkamp van Kakuma. Daar wordt aandacht besteed aan empowermentprogramma’s en sociaal-culturele activiteiten waarbij vrouwen en kinderen zoveel mogelijk betrokken worden. Er wordt sterk ingezet op bewustmaking, waarden en vaardigheden om de vluchtelingen een sprankeltje hoop te bieden op een menswaardige en betere toekomst. Danny Van de Putte ■
Sinds 1982 zijn de salesianen aanwezig in Kenia. Ook vandaag laten wij de getroffen bevolking niet in de steek. VIA Don Bosco ondersteunt de heropbouw van verschillende Don Bosco scholen.
9
Ontwikkelingssamenwerking // Capaciteitsversterking
Het Zuiden doet het zelf!
formuleren. Het is zoeken naar een goede “match” tussen de vele “noden” die zij detecteren en wat wij aanbieden. Het feit dat wij als VIA Don Bosco samenwerken met salesiaanse partnerorganisaties maakt de “match” gemakkelijker; we willen aan de kansarmsten alle kansen bieden op ontwikkeling.’ De term “capaciteit” werd vroeger vooral opgevat als het vermogen van een individuele medewerker om zijn of haar werk goed uit te voeren en resultaten te behalen. Vandaag worden daar ook de “capaciteiten” van een organisatie aan toegevoegd. Om goed te functioneren dient een organisatie niet alleen over competente medewerkers te beschikken, maar moet ze ook in staat zijn om haar eigen identiteit en visie te bepalen, strategieën te kiezen om haar missie uit te voeren, de juiste mensen aan te werven, een goed financieel management te hebben, enz. Daarnaast moet een organisatie heel goed weten in welke context zij functioneert en moet zij constant inspelen op die veranderende omgeving, relaties onderhouden met belangrijke partners en nieuwe kansen benutten.
Partnerorganisaties uit het Zuiden zijn geworteld in hun omgeving en we moeten vanuit hun eigen analyse vertrekken om samen projecten te formuleren.
VIA Don Bosco heeft geen regionale kantoren of coöperanten in het Zuiden. Onze Zuidwerking verloopt volledig via lokale partnerorganisaties. We zijn er namelijk van overtuigd dat het Zuiden zélf meer dan genoeg goede krachten in huis heeft én dat die mensen de motor achter de ontwikkeling van hun land of regio kunnen en moeten zijn. Onze rol is ondersteunend. Vandaar dat we sterk inzetten op de capaciteitsversterking van onze partnerorganisaties. VIA Don Bosco heeft twee types partnerorganisaties: ontwikkelingsbureaus en lokale centra. Het ontwikkelingsbureau is binnen de salesiaanse provincie verantwoordelijk voor het beheer van de verschillende ontwikkelingsprojecten en onderhoudt contact met verschillende (vaak salesiaanse) donoren uit het Noorden zoals VIA Don Bosco (of andere organisaties binnen het Don Bosco Network zoals Jugend Dritte Welt, VIS, enz.). Op zijn beurt is het ontwikkelingsbureau het aanspreekpunt voor de lokale centra binnen de salesiaanse provincie. Een lokaal centrum is een ontwikkelingsinitiatief (of project) van de salesiaanse paters of zusters dat rechtstreeks diensten verleend aan de plaatselijke (vaak kansarme) bevolking. Dit kan gaan van een beroeps- en technische school, een tewerkstellingsbureau tot opvang van straatkinderen…
10
De salesiaanse zusters in Haïti waren tot vóór de aardbeving hoofdzakelijk bezig met het runnen van veertien lokale centra, voornamelijk schoolgemeenschappen—wat op zich al geen eenvoudige taak is in Haïti. Na de aardbeving besloten ze een ontwikkelingsbureau op te richten om op een efficiënte manier de projecten van heropbouw aan te pakken en om de vrijgekomen fondsen van verschillende donoren zoals VIA Don Bosco goed te beheren. Hiervoor vroegen ze de steun van VIA Don Bosco en werd er een medewerkster aangeworven voor de capaciteitsversterking van het nieuwe ontwikkelingsbureau in Haïti.
Capaciteitsversterking ... wat is dat? (Maïka Denys, medewerkster capaciteitsversterking): ‘Capaciteitsversterking is een modieuze term binnen de sector van de ontwikkelingssamenwerking. We hebben van de voorbije decennia ontwikkelingssamenwerking geleerd dat wij hier in het Noorden niet altijd over alle kennis en informatie beschikken om zelf projecten in het Zuiden uit te voeren. Partnerorganisaties uit het Zuiden zijn geworteld in hun omgeving en we moeten vanuit hun eigen analyse vertrekken om samen projecten te
Capaciteitsversterking verloopt nog steeds vaak via vorming van individuele medewerkers. Personeelsverloop is echter iets dat eigen is aan een organisatie, zowel hier bij ons als in het Zuiden. Individuele capaciteiten kunnen op die manier bij een organisatie snel verloren gaan. Het is dus belangrijk aandacht te besteden aan het versterken van de organisatie op zich, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat ze competente medewerkers kan aantrekken én behouden. Daarom steunen we Albergue N-Hijos, een straatkinderenproject in Ecuador, bij het uitwerken van een handleiding voor human resource management die dan ook door andere lokale centra gebruikt kan worden. Daarnaast zorgen we ervoor dat onze partners de relaties (netwerk) met hun omgeving kunnen verstevigen. Onder andere in Kenia steunen we de deelname van het ontwikkelingsbureau te Nairobi aan conferenties, fora en beurzen. Uiteraard blijven we ook investeren in de vorming van medewerkers van de ontwikkelingsbureaus en de verschillende ‘lokale centra’. In India bijvoorbeeld werd er voor de medewerkers van lokale centra binnen de provincies Bangalore en Mumbai een vorming georganiseerd rond mensenrechten en kinderrechten. Capaciteitsversterking op deze verschillende niveaus is een proces dat een engagement vraagt op langere termijn. Voor VIA Don Bosco is het belangrijk dat dit proces in handen blijft van onze partnerorganisaties en dat het vertrekt vanuit hun noden.
Capaciteitsversterking in de praktijk Op het ontwikkelingsbureau van de zusters in Haïti werken momenteel drie permanente en twee tijdelijke medewerkers, allen van Haïtiaanse nationaliteit. De directrice van het bureau, Sr Dieudonné, is geen onbekende voor ons. Ze draaide jarenlang mee in het ontwikkelingsbureau van Abidjan in de West-Afrikaanse Provincie, maar na de ramp in haar thuisland keerde ze terug om haar ervaring in te zetten. We kregen de vraag van de zusters om hen te ondersteunen bij de uitbouw van hun ontwikkelingsbureau. Eind mei organiseerde VIA Don Bosco een vorming rond strategische planning. Niet alleen de zusters van het ontwikkelingsbureau namen deel, maar ook de zusters van de 14 lokale centra. In augustus organiseerden de zusters vijf pedagogische studiedagen voor alle leerkrachten binnen het netwerk van de salesiaanse schoolgemeenschappen. De zusters gebruikten hiervoor de praktische instrumenten uit de vorming ‘strategische planning’. . Zo leerden ze de leerkrachten op een creatieve manier zoeken naar oplossingen. Op die manier bereikten we met een driedaagse vorming voor 20 zusters, uiteindelijk iets meer dan 400 Haïtiaanse leerkrachten. Een driedaagse vorming rond ‘projectcyclusbeheer’ staat op de agenda voor november. Opnieuw zullen de zusters van het ontwikkelingsbureau en de veertien lokale centra deelnemen.. Door een combinatie van theorie en praktische oefeningen ligt de focus deze keer op de opvolging en bijsturing van projecten. Bij VIA Don Bosco geloven we in de capaciteiten van onze partners in het Zuiden om projecten en programma’s uit te voeren. Wij zijn dan ook bereid om te blijven investeren in de versterking van hun capaciteiten omdat we geloven dat sterke partners betere kansen kunnen bieden aan de kansarmsten. Maïka Denys ■
VIA Don Bosco ondersteunt haar lokale partnerorganisaties om hen zo in staat te stellen hun onderbenut potentieel te ontwikkelen.
11
Ontwikkelingseducatie // Bouwkamp 2011
mondi build 2011
Het is leuk, maar erg vermoeiend werk, zeker wanneer de hitte elke dag boven de 30 graden gaat. Op extreme dagen steeg de temperatuur zelfs tot boven de 45 graden. Gelukkig stond de goed gevulde frigobox voor ons klaar na al dat harde werk. Stilaan leerden we, Belgen en Haïtianen, elkaar tijdens het werken beter kennen. Dit verliep met ups en downs. Enerzijds waren er langs beide kanten wel eens frustraties: de één werkt niet snel genoeg, de ander zeeft zijn zand niet fijn genoeg, ... Anderzijds groeide na verloop van tijd ook het respect en begrip voor elkaar. We hadden immers een gezamenlijk doel voor ogen: dat gebouw op vijf weken neerzetten! We werkten hard in de brandende zon, maar dankzij onze vrolijke lokale vrienden leek het werk minder zwaar. We maakten grapjes, leerden Creools, zongen liedjes. De Haïtianen maakten kennis met onze zaagmachines op batterijen. De werksfeer was uitstekend én door het teamwork vlotten de werken heel goed.
Het is duidelijk dat de jeugd van tegenwoordig kan én wil werken!
Van begin juli tot half augustus brachten elf jongeren samen met drie begeleiders vijf weken door in Hinche om daar te bouwen aan een eerste verdieping op een bestaand gebouw waar straks vijf klaslokalen, drie opbergruimtes, twee kamers en sanitair zal komen.
Inpakken en wegwezen Om goed voorbereid aan dit bouwkamp te starten, namen alle deelnemers deel aan vier voorbereidingsweekends. Gedurende die periode werd er werk gemaakt van teambuilding aan de hand van ondermeer een stadsspel en bouwopdrachtjes. Er was ook ruimte om onszelf voor te bereiden op het cultuurverschil en we deden financiële acties om de bouw die we zelf gaan zetten te kunnen betalen. Het werd al snel duidelijk dat dit een groep is die barst van de energie en er in Haiti helemaal tegenaan wilt gaan. Op 1 juli was het dan eindelijk zover ... We vertrokken richting Haïti. En de confrontatie was meteen overweldigend: overal tentjes! Tentjes van Chinese en Braziliaanse hulporganisaties, tentjes van Oxfam en Unicef en vooral tentjes van de Haïtianen zelf ... iglotentjes en tentjes van zeil en plastiek, tentjes in alle kleuren, vormen en formaten. Zo’n anderhalf jaar na de aardbeving leven nog minstens 600 000 Haïtianen
12
in tentenkampen. Haïti is één van de armste landen van het westelijk halfrond en de aardbeving van 2010 heeft de bestaande problemen alleen maar erger gemaakt. Maar wij zouden niet in Port-au-Prince, de hoofdstad van Haïti die het ergst getroffen werd door de aardbeving, blijven. Samen met zuster Dieudonné, die ons opwachtte op de luchthaven, reisden we door naar Hinche, een stad met ongeveer 100 000 inwoners in het centrum van het land.
Werken, zwoegen, zweten Op 5 juli konden we er dan eindelijk met zijn allen invliegen. De komende dagen zouden in het teken staan van: zand zeven, stenen naar boven sleuren, ijzer naar boven brengen, bekisting maken, ijzer vlechten, metselen, mortel en beton maken enz. En alles werd gedaan met veel enthousiasme. Het is duidelijk dat de jeugd van deze tijd kan én wil werken! Er was veel lawaai op de werf (timmeren, zagen, brommers die in de verte voorbij rijden, spelende kinderen, …) maar toch konden we soms genieten van de “stilte” wanneer iedereen geconcentreerd aan het werk is en er geen woord gesproken wordt.
Iedere avond sloten we de dag af met een avondwoordje. Daarin vertelden we aan elkaar wat ons die dag had getroffen. Op die manier konden bepaalde indrukken een plaats krijgen en verwerkt worden. Dit ging van overweldigende zaken zoals de confrontatie met de bijzonder arme bevolking, de krotten waarin ze leven en het verschil met onze leefwereld tot de kleine dingen des levens zoals “wie heeft er mijn zeep gestolen?”.
Haïti, een prachtig land! We waren naar Haïti gekomen om te werken, maar we mochten natuurlijk ook niet vergeten om te genieten van de natuur, de cultuur en al het moois dat het land te bieden heeft. We zagen prachtige watervallen, een azuurblauwe zee met een hagelwit strand, leerden de plaatselijke scouts kennen en bezochten de mensen van de VN. Elke zondag gingen we naar de kerk. Die zit steevast afgeladen vol en iedereen groot en klein, oud en jong zingt uit volle borst mee, de gebeden worden door iedereen hardop mee opgezegd, behalve door ons. Wij begrijpen van heel de eucharistieviering jammer genoeg niets omdat ze in het Creools gehouden wordt. Het was opmerkelijk te zien hoe het geloof hier nog bij de mensen leeft en welke steun de bevolking ondervindt aan de Kerk. Weerom een groot verschil met België.
Een moeilijk afscheid Na vijf vermoeiende, maar prachtige weken is het gebouw af en is het tijd om naar België terug te keren. De zusters organiseerden een prachtig afscheid voor ons. Er was eten
in overvloed en de maaltijd startte met een fles schuimwijn! Daarna gaf zuster Adeline een ongelooflijk ontroerende speech waarin ze heel de groep bedankte voor het engagement. Als cadeau kregen we een live- dansvoorstelling door de novice zuster (Jennifer) en Mary-linn, een meisje dat in de keuken helpt. Ze zullen de komst van de Belgen daar in Hinche niet vlug vergeten, denk ik. Maar wij hen evenmin. Haïti heeft ons op vele vlakken geraakt: de creatieve mensen, de hitte, het samenwerken, de vieze beesten, de koude douche, de lekkere oliebollen, het nachtlawaai, de volle kerken, de handwasjes, de ontroerende avondwoordjes, het slapen onder een muskietennet, de hevige regenbuien, de prachtige stranden, ... We zullen het missen, maar wellicht het één al wat meer dan het andere.
Tijdens mondi build, het bouwkamp van VIA Don Bosco, bouw je op enkele weken tijd samen met lokale jongeren een klas, slaapzaal of studie. Samen bouwen is echter meer. Het vraagt inzet en inlevingsvermogen in de cultuur en leefwereld van het land waar gebouwd wordt. Een bouwkamp leert je omgaan met de kleine en grote problemen waarmee mensen uit het Zuiden dagelijks te maken krijgen. Het bouwkamp geeft de deelnemers dan ook de perfecte combinatie van iets zinvols én iets leuks doen. Kortom, de jongeren krijgen de kans om van dichtbij kennis te maken met jongeren uit het Zuiden en hun leefwereld. Omdat het voor jongeren met een TSO - of BSO achtergrond niet altijd even eenvoudig is om in een uitwisselingsprogramma met het Zuiden te stappen, willen we aan hen voorrang geven. Op die manier krijgen zij een kans om hun schoolopleiding in de praktijk om te zetten en te delen met jongeren in het Zuiden. Natuurlijk kunnen ook jongeren met een ASO - opleiding deelnemen.
Wil jij je graag inschrijven voor het bouwkamp 2012? Of wens je graag een live getuigenis over Haïti door één van onze deelnemers? Dat kan door te mailen naar ontwikkelingseducatie@viadonbosco.org. Katrien De Wilde ■ VIA Don Bosco steunt scholen en organisaties om zo de jongeren op te leiden tot verantwoordelijke wereldburgers, die zich bewust zijn van onze impact op het Zuiden.
13
DeWereld.be // Beelden uit het Zuiden
Evenement // Op de agenda DeWereld.be
VIA Don Bosco in Ecuador “Wat het project zo speciaal maakt, is dat de jongeren echt opgevolgd worden totdat ze afgestudeerd en zelfstandig aan het werk zijn,” vertelt Roberto. “Ik ben natuurlijk slechts door de projecten heen gereisd, maar zelfs dan krijg je onderweg veel positieve verhalen te horen. Natuurlijk zijn er ook moeilijkheden. Het is niet eenvoudig om het vertrouwen van de jongeren te winnen of ze gemotiveerd te houden. Maar wat uiteindelijk telt, is dat er heel wat jongeren dankzij de steun en workshops een betere toekomst voor zichzelf kunnen opbouwen.”
Een scholenspreker troont jou en je leerlingen op zijn of haar unieke wijze mee naar het Zuiden en vertelt gepassioneerd over de gebeurtenissen in het land.
Sinds 2007 kunnen dankzij VIA Don Bosco al zo’n vijftig mensen hun solidariteit concreet maken met een engagement in het Zuiden. Dit jaar werd die vrijwilligerswerking uitgebreid met mensen die hier in België hun steentje willen bijdragen. Roberto Gasparini is er één van. Hij vertrok voor drie weken naar Ecuador om daar enkele voorbeeldprojecten te filmen. Een van die projecten was in het centrum Tainati Huasi in Cayambe. Het project is eigenlijk een project met verschillende gezichten. Zo is er een ziekenhuis, een beroepsschool, een instelling waar kredietverstrekkingen aan boeren worden gegeven en zelfs een kleine universiteit. “Samen met het colegio salesiano pakt VIA Don Bosco het probleem van de straatkinderen aan. Ze bezorgen kansarme kinderen een thuis en bieden hun een toekomst aan via scholing. Er zijn verschillende projecten binnen het centrum, zodat naargelang van de leeftijd en situatie het juiste traject voor elk kind gevolgd kan worden.” In Cayambe is de geest van Don Bosco duidelijk aanwezig in de opzet van het project. Een integrale vorming leidt er toe dat de jongeren in staat zijn hun verantwoordelijkheid in hun eigen leven en in de maatschappij waarin ze leven, op te nemen.
14
Roberto bezocht ook het project Uespa in Quito en het straatkinderenproject in Guayaquil in het zuiden van Ecuador. In Uespa kunnen kinderen en jongeren die op straat werken terecht voor een opleiding, maar vooral voor wat ontspanning. Op die manier leren de jongeren via sport en spel sociale vaardigheden aan. In Tespa, het reguliere beroepsonderwijs binnen het project Uespa, bestaat de grootste moeilijkheid erin de jongeren binnen hun opleiding te houden. Het personeel van de school investeert dus veel in het opvolgen en motiveren van leerlingen. “Een jongen van 8 jaar die je vertelt hoe hij zich uitgesloten voelt van de samenleving. Dat is hard en triest,” vertelt Roberto over zijn ervaringen, “hoe hij op straat beland is, hoe hij ook daar steeds wordt weggejaagd en hoe de politie met hem omspringt ... En dat is dan echt een leuk kind, open en blij met de aandacht. Maar met een geschiedenis van drugs en misbruik. En het beeld dat je hebt klopt niet met de jongen die voor je staat.” Quote: “Wat uiteindelijk telt, is dat er heel wat jongeren dankzij de steun en workshops een betere toekomst voor zichzelf kunnen opbouwen.” Roberto Gasparini & Yannick Guldentops ■
14 + 21 november: Vorming voor Micro-Filantropen--Beelden uit het Zuiden
28 november: Vorming voor Micro-Filantropen-Fondsenwerving
Hoe verzamel je beeldmateriaal in het Zuiden? Hoe kun je met dat materiaal een educatief pakket aanmaken? Hoe vermijd je stereotypen en clichés? Hoe breng je de leefwereld van kinderen in beeld? Je krijgt tips en voorbeelden om als organisatie aan de slag te gaan met mondiale vorming en beeldvorming. Op 14/11 wordt deze vorming georganiseerd in Turnhout; op 21/11 in Leuven. Meer informatie vind je hier: www.provant.be/dnz en hier: www.vlaamsbrabant.be/welzijn-gezondheid/minderheden/ ontwikkelingssamenwerking/burgerinitiatieven-vierdepijler/kalender-ontwikkelingseducatie.jsp
De Provincie Antwerpen biedt— in samenwerking met het 4de pijlersteunpunt, Stad Turnhout, de Warande en Dinamo vzw.—een vorming aan rond succesvol fondsen werven. Deze workshop verkent een aantal mogelijkheden om fondsenwerving voor je project strategischer op te bouwen. Waarom heb je nu eigenlijk middelen nodig en hoe vertel je dat aan potentiële donoren? Waar vind je donoren en hoe bouw je een relatie met hen op? Hoe organiseer je je intern om fondsenwerving succesvol aan te pakken? De workshop wordt begeleid door Ilja De Coster van EthiCom. Meer informatie vind je hier: www.provant.be/dnz
12 december: Infoavond--Wegwijs in de ontwikkelings-samenwerking
13 december: Lezing--Mensenrechten: Westerse rechten?
Een aantal lokale Noord-Zuidinitiatieven uit het Turnhoutse stellen in de Warande in Turnhout hun werking voor. De avond wordt ingeleid met enkele korte presentaties die je wegwijs maken in ontwikkelingssamenwerking. Hoe zit die wereld van de ontwikkelingssamenwerking juist in elkaar? Wie zijn de spelers en wat is hun rol? Waar vind je meer informatie? Waar vind je partners om samen te werken rond een bepaald project? Welke rol spelen de federale en Vlaamse overheid, de provincie, de gemeente, de ngo’s…? Waar kun je terecht voor subsidies? Meer informatie vind je hier: www.provant.be/dnz
Hoe universeel is de universele verklaring van de rechten van de mens? Zijn de rechten uit deze verklaring toepasbaar op andere samenlevingen dan de Westerse? Deze vragen worden behandeld in de Kollebloem in Puurs, tijdens een lezing van Olivia U. Rutazibwa, die werkt op de redactie van Mo*. In het verleden deed ze al onderzoek naar het EU-beleid rond mensenrechten, democratisering en ontwikkeling. Hier vind je meer informatie: www.11.be/kalender/event/detail/10662
Hoofdredacteur: Luk DELFT - Eindredacteur: Yannick GULDENTOPS - Redactieraad: Omer Bossuyt, Katrien De Wilde, Jochim Lourduswamy, Maïka Denys, Danny Van de Putte, Yannick Guldentops, Maud Seghers, Jan De Broeck, Miet Provoost & Frits Vandecasteele - Lay-out: Pierre VANDEVIVERE - Druk: GEERS OFFSET, Oostakker - Volgende uitgave: eerste kwartaal 2012 Verantwoordlijke uitgever: Omer BOSSUYT, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel Is uw adres onjuist of bent u verhuisd? Gelieve dit te melden aan VIA Don Bosco, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel. Dat kan ook per telefoon: + 32 (0)2 427 47 20 of per e-mail: communicatie@viadonbosco.org. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.
Partners:
Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving
VIA Don Bosco is steeds op zoek naar vrijwilligers om de Noordwerking te ondersteunen. Ervaring is niet vereist, een flinke dosis creativiteit en enthousiasme zijn een zeer goed begin. Je beslist zelf hoe ver jouw engagement gaat.
Wil je ons steunen? VIA Don Bosco Reknr.: 435-8034101-59 IBAN: BE84 4358 0341 0159 BIC: KREDBEBB
Sponsors:
15
Wereldburgerschap en sociale mobiliteit
VIA Don Bosco ondersteunt organisaties in Afrika, AziĂŤ en LatijnsAmerika. Deze zetten in op het verbeteren van de beroeps- en sociale vaardigheden van kansarmen, en hun begeleiding naar de arbeidsmarkt. Via ontwikkelingseducatie slaan we een brug tussen BelgiĂŤ en ons netwerk van partners in het Zuiden. Zo dragen we ertoe bij dat jongeren wereldwijd opgroeien tot wereldburgers. www.viadonbosco.org