Belgïe - Belgique P.B. - P.P. Gent X 3/1751
Samen op Weg
Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814 P 602488
1
Eerste kwartaal 2013 // Driemaandelijks tijdschrift jaargang 21, nr. 1
let’s develop our future
VDB Mag SOW n°1-13.indd 1
22/01/13 07:34
Editoriaal & Inhoud
Een lach en een traan Beste lezers, Nieuwjaar 2013 ligt al enkele weken achter ons; het feestgedruis is uitgestorven. Wat blijft, zijn de wensen die wij allen hebben opgestuurd naar bekenden. Hopelijk worden met de vervulling van de wensen ook een aantal dromen waar in het nieuwe jaar. Kijkend naar de realiteit rondom ons, merken we dat we op 1 januari niet in een andere wereld zijn ontwaakt. De maatschappij waarin we nu leven behoudt haar pijnpunten en drama’s, maar ook haar hoopgevende tekenen. We mogen gerust zeggen: “2013 zal ook een jaar zijn met een lach en een traan.”
om nog meer te geven aan hen die minder van het leven ontvangen hebben. Kansen geven, verborgen talenten ontdekken, veiligheid schenken: het zijn de hoopgevende ingrediënten die de salesiaan, Padre Juan Linares en zijn medewerkers van het netwerk Muchachos y Muchachas con Don Bosco al twintig jaar lang aan straatkinderen uit de sloppenwijken van Santo Domingo aanreiken. Ook hier een strijd van elke dag, maar dan een hoopvolle strijd, die een lach ontlokt op het gelaat van de jongeren. Een even boeiende ontmoeting met Afrikaanse jongeren vond plaats tijdens de inleefreis Oeganda, georganiseerd door VIA Don Bosco en Broederlijk Delen. Het jongerenforum in Bombo vormde de perfecte aanleiding om elkaar beter te leren kennen, om na te denken over de kansen en de uitdagingen in de wereld waarin zij morgen gelukkig volwassen willen worden.
Een blik op dit nieuwe nummer van Samen op Weg bevestigt deze uitspraak. Onze redacteurs brengen een gevarieerde kijk op de actualiteit in het Zuiden. Béatrice Petit vertrok in december naar de bekende Congolese brandhaard Goma. Zij bericht ons over de achtergronden en de oorzaken van de rebellie van de M23 tegen de regering Kabila. Opnieuw moeten we vaststellen hoe kindsoldaten worden meegezogen in een morbide machtsstrijd tussen twee landen. Wanneer komt er een geëngageerde reactie van de internationale gemeenschap? Gelukkig stelt het centrum Ngangi zijn deuren wijd open voor de slachtoffers van het conflict. Don Bosco daagt ons uit
Omer BOSSUYT Voorzitter
Thema
Ontwikkelingseducatie
3. Mag het ietsje meer zijn? Onderwijs en ontwikkeling in het post-2015 tijdperk.
10. Inleefreis I think I’m in love with Uganda! 12. Interview met Pie Tshibanda
U ziet, beste lezers, een lach en een traan zullen nog vaak zij aan zij door dit jaar gaan. VIA Don Bosco probeert met haar acties, die door u gedragen worden, de tranen van jonge mensen te drogen en een blijde, hoopvolle lach op hun gelaat te leggen. Daar wordt iedereen beter van!
Ontwikkelingssamenwerking 6. Dominicaanse Republiek Kansen geven, talenten ontdekken. 8. DRC Brandhaard Goma.
DeWereld.be 14. Education First Nieuw initiatief van de Verenigde Naties. 15. Op de Agenda
2
VDB Mag SOW n°1-13.indd 2
22/01/13 07:35
Thema // Onderwijs en Ontwikkeling
Mag het ietsje meer zijn?
De Millenniumdoelstellingen zijn nog niet behaald, maar de voorbereiding van het post-2015 tijdperk is al in volle gang.
De sector ontwikkelingssamenwerking een gebrek aan vooruitzicht verwijten, zou onterecht zijn. Voor de meeste wakkere burgers zijn 2015 en de realisatie van de Millenniumdoelstellingen (MDG’s) nog niet écht in zicht; “de sector” buigt zich nu al vol overgave over het post-2015 tijdperk. De MDG’s zijn acht duidelijk omschreven en meetbare ontwikkelingsdoelen die voor 2015 verwezenlijkt moeten worden en waarover in 2000 op het hoogste internationale niveau een breed akkoord is bereikt: de millenniumverklaring. De MDG’s zijn duidelijker en beter afdwingbaar dan andere aanbevelingen van de Verenigde Naties (VN) in het verleden. Maar nu regeringen en de civiele maatschappij er meer dan 10 jaar mee aan de slag zijn, is het tijd voor een grondige evaluatie. Hebben we onszelf met de MDG’s de juiste
doelen gesteld? Welke problemen werden uit het oog verloren, misschien omdat de MDG’s te eng waren gedefinieerd? Op welke vlakken moet er in de eerste plaats vooruitgang geboekt worden? En welke gevolgen hee dit alles voor ontwikkelingssamenwerking? Ook de organisaties die zich specifiek bezighouden met onderwijs en ontwikkelingssamenwerking, zoals VIA Don Bosco, stellen zich deze vragen. Dat doen we via de Coalitie 2015 DE TIJD LOOPT, een alliantie van 25 ngo’s die aandacht besteden aan de MDG’s, en Educaid.be, het Belgisch platform voor onderwijs en ontwikkelingssamenwerking. De vraag of MDG2 universele toegang tot lager onderwijs ook in de toekomst volstaat, staat hoog op de agenda. Wat volgt, is een kijkje op de standpunten die VIA Don Bosco hierover inneemt.
3
VDB Mag SOW n°1-13.indd 3
22/01/13 07:35
Thema // Onderwijs en Ontwikkeling
mag niet vergeten worden dat het recht op onderwijs méér omvat dan het recht op lager onderwijs. Artikel 26 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens voorziet bijvoorbeeld ook in de algemene beschikbaarheid van technische en beroepsopleidingen, die net als andere vormen van onderwijs en vorming gericht moeten zijn op de integrale ontwikkeling van de jongere.
Het recht op onderwijs moet hoog op de agenda blijven.
Mensenrecht en mondiaal publiek goed De onderwijs-MDG is nog lang niet gerealiseerd. Zowel in termen van kwantiteit als kwaliteit blij MDG2 een onafgewerkte agenda. Het laatste Education for All Global Monitoring Report van UNESCO, de VN-organisatie die zich inzet voor onderwijs, wetenschap, en cultuur, toont aan dat in 2010 wereldwijd nog zo’n 61 miljoen meisjes en jongens niet naar school gaan of die voortijdig verlaten. Het is een realistische schatting dat bijna de hel van hen nooit de kans zal krijgen om het lager onderwijs af te werken. Vooral in Sub-Sahara Afrika is de toestand schrijnend.
De voordelen die onderwijs en vorming (mee) opleveren zoals betere volksgezondheid, verantwoordelijk burgerschap en daardoor een stevigere basis voor democratie, en een vitalere economie komen bovendien iedereen ten goede, niet enkel mensen die onderwijs hebben kunnen genieten. Het zijn werkelijk publieke baten, die grenzen en generaties overstijgen, en die gestimuleerd moeten worden door een goed onderwijsbeleid dat gericht is op universele toegang en kwaliteit. Daar kan ontwikkelingssamenwerking toe bijdragen. Belangrijk is wél dat de post-2015 onderwijs- en ontwikkelingsagenda ruimte voorziet voor de rol die non-profit privé-aanbieders spelen in het realiseren van het publieke goed. Tot nu toe was de aanpak van veel donoren sterk gericht op Ministeries van Onderwijs, maar werd onvoldoende erkend dat de verwevenheid van politiek en economie er in veel landen voor zorgt dat overheden beleidskeuzes maken die vooral in de kaart spelen van rijkere groepen met een groter politiek gewicht. Zo’n treurige trade-offs zijn misschien nog “begrijpelijk” voor staten die vrij fragiel zijn, maar van ontwikkelingssamenwerking mag verwacht worden dat ze niet in dezelfde val trapt.
Ongelijkheid aanpakken Maar zelfs als deze doelstelling wél bereikt wordt, is en blij de situatie problematisch. Lager onderwijs alleen volstaat helemaal niet in de geglobaliseerde, steeds competitievere wereld van vandaag. De rol van onderwijs in ontwikkeling moet vanuit een ruimer perspectief worden verdedigd. Dus: mag het ietsje meer zijn post2015, en liefst eerder als het kan? Onderwijs is zowel een mensenrecht als een onontbeerlijke hefboom om andere mensenrechten te realiseren. Het stelt economisch en sociaal gemarginaliseerde volwassenen en kinderen in staat zichzelf uit de armoede te halen en de middelen te verwerven om ten volle deel te nemen aan het leven van hun gemeenschap. Daarbij
Het aanpakken van sociale ongelijkheid moet hoog op de post-2015 agenda staan. Op mondiaal vlak zorgen onevenredige inkomens- en machtsverhoudingen en onvrije samenlevingen er nog altijd voor dat grote groepen mensen verstoken blijven van reële kansen op persoonlijke ontwikkeling. Bijna één vijfde van de wereldbevolking van 6,9 miljard mensen lee onder de armoedegrens van 1 euro per dag, terwijl de hel van alle mensen ter wereld net geen 2 euro per dag kan uitgeven! Een miljard mensen lijden honger, en evenveel mensen zijn analfabeet. Twee miljard mensen hebben geen toegang tot elektriciteit. En de mondiale ongelijkheid blij groeien.
4
VDB Mag SOW n°1-13.indd 4
22/01/13 07:35
Niet alleen de kloof in gemiddelde inkomens tussen landen blij toenemen, maar ook de kloof tussen rijk en arm binnen de landen zelf wordt breder. Dat laatste is steeds vaker het geval en die trend is onrustwekkend. Landen met een grotere inkomensongelijkheid doen het op sociaal vlak namelijk bijna altijd minder goed: inwoners zijn er minder goed geschoold, ze hebben meer te kampen met lichamelijke en geestelijke gezondheidsproblemen, gebruiken meer drugs en pillen, voelen zich minder veilig en gelukkig, hebben minder vertrouwen in andere mensen en sluiten meer mensen op in de gevangenis. Als ngo die haar wortels hee in een traditie van opvoeders weet VIA Don Bosco dat onderwijs en opleiding een belangrijke rol kunnen spelen als integrerende sociale “gelijkmaker”. Toch kunnen we er niet omheen dat het onderwijssysteem ook ongelijkheden reproduceert. Dat is het geval in heel de wereld, zij het niet overal in dezelfde mate. Kinderen uit lagere sociale milieus zijn vaker angstig, gestresseerd, verkeerd gevoed of ondervoed, hebben niet de ruimte om te studeren, worden gediscrimineerd of gepest, ... Het zijn allemaal factoren die maken dat ze het op school moeilijk krijgen, falen of zoals in veel landen zelfs niet tot op school geraken, en zo hun toekomstkansen in het gedrang zien komen. Door hun inschrijvingspolitiek, gebrekkige oriënteringsmechanismen en het ontbreken van ondersteuningsmaatregelen dragen scholen zelf te dikwijls bij tot deze kloof.
Ongelijkheid is op vele manieren structureel verankerd. Reden te meer om via ontwikkelingssamenwerking werk te maken van “gelijkmakers”. Door de sterke focus op universele toegang tot lager onderwijs is er nu jammer genoeg een blinde vlek ontstaan waar de meest kansarme groepen de dupe van worden. Zeker in de armste landen moet men sterker dan voorheen inzetten op vormen van “tweedekansonderwijs” voor de vele jongeren die de boot van het lager onderwijs gemist hebben. Een combinatie van alfabetisering, levensvaardigheden en voorbereiding op de wereld van het werk is voor deze jongeren cruciaal omdat ze ook vanwege hun lee ijd vaak op korte termijn hun positie in de maatschappij moeten kunnen verstevigen. In veel landen is er nood aan een zeer gericht doelgroepenbeleid, zodat onderwijs en vorming die groepen bereiken die het sterkst gemarginaliseerd worden.
“Volledige” mensen, evenwichtige wereld Ten slotte pleit VIA Don Bosco voor meer aandacht voor waarden in het onderwijs, zowel bij ons als elders. De investering in onderwijs, en misschien vooral in beroeps- en technisch onderwijs, moet renderen in de vorm van duidelijke tegemoetkomingen aan de steeds veranderende noden van de arbeidsmarkt of, vanuit individueel standpunt, in de vorm van inkomen. De wereldwijde opmars van de competentiegerichte aanpak zet die redenering nog kracht bij. Bij nader inzicht dienen “goede” vaardigheden in die aanpak toch vooral om door te groeien in het professioneel leven. Het mensbeeld dat zo naar voren wordt geschoven, is er één van concurrentie en competitie. Maar hoe aantrekkelijk het economisch betoog ook lijkt, met name in situaties van reële armoede, de wereld hee alle belang bij ietsje meer. Vertrekkend vanuit Don Bosco zien we zelf meer heil in onderwijs dat een evenwicht nastree tussen solidariteit verbondenheid met (verre) anderen en verantwoordelijkheid voor de groep, de hele mensheid en vrijheid, gericht op de persoonlijke ontplooiing van het individu. Het recht om op te groeien tot een “volledige” mens geldt overal.
Meisjes en jonge vrouwen blijven dé doelgroep bij uitstek. Maud SEGHERS ■
5
VDB Mag SOW n°1-13.indd 5
22/01/13 07:35
Ontwikkelingssamenwerking // Dominicaanse Republiek
De man van het jaar en zijn strijd van elke dag kinderen elke ochtend naar “hun werk”. Urenlang moesten de kinderen ronddolen op hun canillitas (Spaans voor “kleine beentjes”), in de hoop om voldoende spulletjes te verkopen voor hun dagelijkse maaltijd. En als dat niet lukte, was de stap naar de criminaliteit snel gezet. Padre Juan Linares en zijn jongerengroep besloten in 1985 dat het zinloos was om wekelijks over het geloof te praten als je geen daden bij het woord voegt. Dat was het begin van het centrum Canillitas con Don Bosco. Op zondag zouden de kleine beentjes naar dit centrum kunnen lopen waar ze zouden kunnen spelen en waar de kinderen ook konden leren lezen en schrijven. Padre Juan Linares en “zijn” canillitas.
Punta Cana, Bayahibe, Costa Dorada: stuk voor stuk namen die je doen dromen van witte stranden, wuivende palmbomen, helderblauwe luchten en “all-inclusive” vakantieresorts waar je enige zorg is hoe je de kilo’s die er bijkwamen tijdens je verblijf in dit aardse paradijs, ooit weer kwijt zult spelen. De Dominicaanse Republiek: een parel in de Caraïben... Eens voorbij de beschermende omheining van de luxueuze hotels wacht je echter een ander, nagenoeg onbekend beeld. Net zoals Haïti is de Dominicaanse Republiek een arm land. Tienduizenden mensen leven op straat of trachten te overleven in de uitgestrekte sloppenwijken van de hoofdstad Santo Domingo. Het was deze realiteit die de Spaanse salesiaan Juan Linares aantrof toen hij halverwege de jaren 1980 aangesteld werd als pastoor van de Parroquia de Maria Auxiliadora in Santo Domingo. Padre Juan nam zijn pastorale taken zeer ter harte. Zo leidde hij zelf de wekelijkse bijeenkomsten van de groep jongeren die, in het kader van het jongerenpastoraat in de parochie, met elkaar over hun geloof in gesprek gingen. Dagelijks zagen Padre Juan en de jongeren van de groep hoe duizenden kinderen uit de nabijgelegen sloppenwijken ’s ochtends de hoofdstad introkken. Beladen met hun schoenpoetsersgerei, met bloemen, sigaretten, popcorn, loterijbrie es,… kortom met alles wat ze voor een aalmoes aan de man of vrouw konden brengen, vertrokken de
Zeventwintig jaar later is Canillitas con Don Bosco één van de 12 centra van het netwerk Muchachos y Muchachas con Don Bosco (MMDB, Jongens en Meisjes met Don Bosco). Padre Linares en de jongeren van toen zijn niet alleen gebleven, maar hun rangen zijn ook aanzienlijk versterkt. Om het leven van gemarginaliseerde kinderen en jongeren een nieuwe wending te geven, hee MMDB een opleidingstraject uitgestippeld.
Verborgen talenten ontdekken Het begint allemaal met de fase van “de zoektocht”. Medewerkers van MMDB, vaak vrijwilligers, trekken de straat op om contact te maken met straatkinderen of kleine straatverkopertjes en trachten een vertrouwensband met hen te smeden. Als dat lukt, wijzen de medewerkers van MMDB de kinderen op het bestaan van hun opleidingscentra. In het begin kunnen de kinderen gewoon af en toe komen spelen in het centrum, zodat ze zien dat er ook iets anders bestaat dan het leven als straatventertje. Dit is de onthaalfase. Tijdens de onthaalfase is het ook fundamenteel belangrijk dat het kind van de ouders toestemming krijgt om naar het MMDB-centrum te gaan. Want als een kind zijn koopwaar niet langer verkoopt, verliest het hele gezin inkomsten. Deze gezinnen bevinden zich meestal in erg kwetsbare omstandigheden: vaak gaat het om alleenstaande moeders of hee één of beide ouders een alcohol- of drugsverslaving. Soms gee MMDB levensmiddelen aan de ouders als compensatie voor het inkomensverlies.
6
VDB Mag SOW n°1-13.indd 6
22/01/13 07:35
Daarna begint de belangrijkste fase van het veranderingsproces: de fase waarin het kind of de jongere eindelijk naar school kan gaan. Uiteraard begint het kind met basisonderwijs; het leert lezen en schrijven. MMDB kiest echter voor een typische salesiaanse integrale opvoedingsaanpak. Sport, spel en allerlei creatieve ateliers vormen belangrijke leermomenten waarin het kind leert omgaan met anderen en met zijn eigen (vaak verborgen) talenten.
Een veelzijdig verhaal Maar de kinderen hebben ook nood aan een ruimere begeleiding. De meesten van hen werden, al dan niet in het gezin, misbruikt of mishandeld. MMDB hee daarom ook een psychologisch begeleidingsprogramma waarin de kinderen individueel en in groep hun verleden trachten te verwerken. De familieproblematiek zette MMDB ertoe aan om de aanpak te verbreden. Niet alleen de kinderen maar ook de ouders kunnen hun leven trachten te veranderen als ze dat willen. Daarvoor biedt MMDB hen een beroepsopleiding aan en met behulp van een begeleidingsprogramma kunnen ze ook hun eventuele verslavingsproblematiek proberen te doorbreken. Het MMDB verhaal is veelzijdig. De kinderen in de centra hebben vaak niet alleen nood aan psychologische begeleiding, maar ook aan legale ondersteuning. Velen onder hen hebben immers geen enkel document zoals bijvoorbeeld een geboortecertificaat. Offi cieel bestaan deze kinderen dus niet waardoor het onmogelijk is om aan werk te geraken of van enige overheidsdienst gebruik te maken. De administratieve regularisatie van de kinderen is zodoende een belangrijke zorg voor de medewerkers van MMDB. De opleiding blij evenwel het sleutelelement voor een betere toekomst. Na de basisschool kunnen de kinderen een specifieke beroepsopleiding kiezen. Deze opleidingen zijn heel wisselend van opzet: soms duren ze twee tot vier jaar, maar soms zijn het ook kortlopende opleidingen waarin een jongere gedurende enkel weken een korte opleidingsmodule volgt en met de verworven vaardigheden alvast kan gaan werken om in een later stadium een nieuwe vervolgmodule te volgen.
ondertussen een dermate goede reputatie opgebouwd binnen de bedrijfswereld, dat verschillende werkgevers graag een kans bieden aan een jongere die opgeleid is binnen MMDB. Elk jaar nemen meer dan 4000 kinderen en jongeren deel aan het MMDB-programma. Voor hen betekent MMDB een echte kentering in hun leven. Ze krijgen de kans om te breken met een verleden waarin ze al dan niet op criminele wijze moeten trachten te voorzien in hun levensonderhoud. Ze leren een vak, ze leren hoe ze moeten omgaan met anderen en ze leren vooral dat een beter leven echt mogelijk is.
Creatieve ateliers brengen verborgen talenten naar boven.
In 2012 werd Padre Juan Linares in de Dominicaanse Republiek verkozen tot “Man van het jaar”. Het is de belangrijkste nationale onderscheiding die wordt uitgereikt aan personen die een wezenlijke bijdrage geleverd hebben aan de samenleving. Padre Juan zag deze prestigieuze onderscheiding als een belangrijke erkenning voor al het werk dat de MMDB-medewerkers leveren. Maar de belangrijkste prijs voor hem blij toch, naar zijn eigen zeggen, de verandering in het leven van elk kind, iets waarvoor hij en MMDB dagelijks blijven strijden.
Breken met het verleden Eric JORIS ■ Ook in hun zoektocht naar werk krijgen de jongeren ondersteuning van MMDB. De organisatie hee
7
VDB Mag SOW n°1-13.indd 7
22/01/13 07:35
Ontwikkelingssamenwerking // DRC
Bevolking tussen twee vuren
Piero Gavioli, directeur van het Don Bosco-centrum Ngangi, houdt de hoop op stabiliteit mee in leven.
“Wanneer twee olifanten vechten, wordt het gras platgetrapt”, zo luidt een Afrikaans spreekwoord aldus Théophile Kaboyi, de bisschop van Goma. Dat de bevolking “het gras” is, lijdt geen twijfel. En met die “olifanten” lijkt hij op de rebellen van M23 en het Congolese leger te doelen die zich eind vorig jaar aan een zoveelste partijtje touwtrekken om Goma waagden. Op 20 november werd de hoofdstad van de provincie NoordKivu die één miljoen inwoners telt, ingenomen door de rebellen van M23, gesteund door Rwanda en – in mindere mate – ook Oeganda. Het regeringsleger (FADRC) koos het hazenpad zonder te vechten. Hetzelfde verhaal bij de Monusco, het 17.000 man sterke leger van de Verenigde Naties (VN) dat de vrede in Congo moet bewaren. Na twee weken bezetting en plunderingen door de M23 keren de regeringsgetrouwe troepen terug naar Goma. De rebellen trekken zich terug, maar bezetten wél nog altijd strategische posities in de heuvels rondom de stad. Ze hebben er al mee gedreigd Goma weer in te nemen als president Kabila niet met hen onderhandelt. Of de inwoners nu beter af zijn met het ongedisciplineerde en onderbetaalde regeringsleger, zal nog moeten blijken.
Te veel rotte eieren in het regeringsleger Betrouwbaar is het FADRC nauwelijks te noemen. Het Congolese leger, dat toch 150.000 manschappen sterk is, heeft in het verleden meermaals de kans gehad om de rebellenbeweging M23 te omsingelen en hun opgang richting Goma te stuiten, maar op het beslissende ogenblik kreeg het systematisch het bevel rechtsom te maken onder het mom van een zogenaamde “strategische terugtrekking”. Verraad? De voorbeelden zijn legio, ook bij de legertop. Denken we maar aan generaal Amisi, die zelfs zo ver ging om wapens te verkopen aan allerlei rebellengroepen in Oost-Congo. “Hij is één van die krijgsheren in officiersuniform”, verklaart een waarnemer. “Ze zijn op geen enkel manier vaderlandsgezind, hun graad werd hun toegekend zonder enige verdienste, behalve dan dat ze tal van doden op hun geweten hebben. De integratie van een groot aantal rebellen in het Congolese leger is een mislukking: het is moeilijk om mayonaise te maken met zoveel rotte eieren! Wat de gewone manschappen betreft: hoe kunnen ze vechten aan het front als ze niets te eten krijgen terwijl ze zien hoe hun superieuren in Kinshasa zichzelf bedienen?”
8
VDB Mag SOW n°1-13.indd 8
23/01/13 16:17
Voor de toekomst beloo dit weinig goeds. De M23 willen naar eigen zeggen namelijk nog steeds een betere toepassing van het vredesakkoord van 23 maart 2009, dat onder meer een integratie van de rebellen in het regeringsleger bepaalt.
Militaire toeristen Op de blauwhelmen moet de bevolking niet rekenen. Die werden door de Oegandese president Museveni niet zonder reden bestempeld als “militaire toeristen”. Het merendeel zijn Indiërs, die zouden hebben onderhandeld over hun rekrutering, met de belo e dat ze niet zouden worden ingezet bij dodelijke grondgevechten. Nadat een Zuid-Afrikaanse blauwhelm zijn mond voorbijpraatte en aan het persagentschap Reuters liet weten dat de Monusco eigenlijk geen probleem hebben met de M23, doen ook sommige hoge functionarissen van de VN steeds minder moeite om hun voorkeur voor het Rwandese “model” te verbergen. Off the record geven vredessoldaten toe dat de kwetsbaarheid van hun drie basissen hun angst inboezemt. Die liggen immers ingesloten in gebieden die in handen zijn van de rebellen. Ondertussen kost de Monusco de internationale gemeenschap jaarlijks 1,4 miljard dollar!
Politieke wil ontbreekt De goede verstaander plaatst de uitspraak van bisschop Kaboyi binnen de politieke economie van de regio rond de Grote Meren. Rwanda, met zijn klein grondgebied en uitpuilende bevolking, wil te allen prijze terrein veroveren, en is op zoek naar coltan en andere waardevolle mineralen. Oeganda hee vooral zijn zinnen gezet op de goudmijnen en oliereserves in de buurt. En Congo ... rijk aan delfstoffen,
maar arm aan goed bestuur, lijkt het te ontbreken aan de nodige politieke wil om orde op zaken te stellen. “We hebben verkeerd gekozen, Congo wordt slecht bestuurd. We vermoeden dat er lang geleden geheime akkoorden werden afgesloten met [de Rwandese] president Kagamé betreffende de balkanisering van het land”, zegt een vader vanaf zijn ziekenhuisbed, rouwend om de dood van twee van zijn kinderen. Weinig mensen weten dat er bij de verovering van Goma meer dan 500 gewonden zijn gevallen. De meesten waren burgers, onder wie kinderen die vaak ook een lichaamsdeel verloren. Het is niet geweten hoeveel doden er precies gevallen zijn. De inwoners van Noord-Kivu voelen zich in de steek gelaten. Wanneer zullen de internationale gemeenschap en België in het bijzonder concrete acties ondernemen? Volgens sommigen zouden 2.000 echte soldaten en een gezonde portie politieke wil voldoende zijn ...
Salesianen werken door We stellen het vaker vast: terwijl overheidsinstanties en grote internationale ngo’s hun personeel in tijden van conflict stante pede terugroepen, blijven de salesianen ter plaatse. In Goma zijn er meerdere salesiaanse gemeenschappen. Daaronder die van Ngangi, waar zich ook een beroepscentrum bevindt. Tijdens de laatste open oorlog, in 2008, werden hier 26.000 mensen, vooral vrouwen en kinderen, opgevangen, verzorgd en opnieuw op de been geholpen. Over de situatie nu vertelt pater Piero Gavioli, de directeur van Ngangi: “Veel kinderen zijn om het leven gekomen tijdens de recente confrontaties. Anderen werden dan weer gerekruteerd door de rebellen van M23. De kinderster e is tragisch gestegen ten gevolge van de plundering van de couveuse van het algemeen ziekenhuis. Duizenden kinderen zijn hun ouders kwijtgeraakt toen iedereen op de vlucht sloeg, en staan er nu alleen voor.” Tijdens en vlak na crisissituaties halen onderwijs en vorming zelden de voorpagina’s. Maar dat is onterecht. Scholen en de gemeenschappen die eraan verbonden zijn, zoals Ngangi, moeten een veilige haven bieden. Ze moeten blijven fungeren, zelfs in de moeilijkste omstandigheden, om een zekere vorm van stabiliteit en structuur te bieden, en de hoop op een betere toekomst. Ouders en kinderen blijven onderwijs zien als een belangrijke prioriteit, net omwille van deze redenen. Houdt u de hoop mee in leven?
De VN-troepen hebben veel credibiliteit verloren. Béatrice PETIT ■
9
VDB Mag SOW n°1-13.indd 9
22/01/13 07:35
Ontwikkelingseducatie // Inleefreis
I think I’m in love
Het jongerenforum in het Don Bosco-centrum in Bombo: één van de hoogtepunten van de inleefreis.
“Verliefd op wie?” (begeleider) “Op Oeganda!!!!!” (alle jongeren samen) Bombo, Oeganda, 5 januari 2013 ... het “knuffelspel” dat het ijs moet breken tussen de Belgische en Oegandese scholieren die deelnemen aan het jongerenforum, gee aanleiding tot blozende wangen en een uitgelaten sfeer. Eerst kennismaken, dan de serieuze onderwerpen aanpakken: er is een halve dag uitgetrokken om te debatteren over onderwijs, werkgelegenheid en Noord-Zuidrelaties. Het jongerenforum is een initiatief van VIA Don Bosco en haar partnerorganisaties in het kader van de inleefreis die VIA Don Bosco samen met Broederlijk Delen organiseert tijdens de kerstvakantie. Dit schooljaar was het de beurt aan scholen uit Vlaams-Brabant en Brussel om zich kandidaat te stellen. Tijdens de selectie kwamen het Heilig Hart & College uit Halle en Sint-Donatus uit Merchtem uit de bus: 11 leerlingen en twee leerkrachten reizen net voor Kerstmis voor twee weken naar Oeganda. Hun plan? Enkele dagen in een Oegandees gezin verblijven, lokale ontwikkelingsprojecten bezoeken en, uiteraard, deelenemen aan het jongerenforum in Bombo.
Geef Ruth een kans De inleefreis maakt deel uit van de jaarlijkse Vastencampagne die VIA Don Bosco samen met Broederlijk Delen voert. De scholen die zich kandidaat stellen, engageren zich om het campagnethema en/ of -land tot leven te brengen binnen de schoolmuren. De inleefreizigers worden bevoorrechte getuigen van de lokale cultuur en van wat ontwikkelingssamenwerking voor het Zuiden betekent. Achteraf zetten ze zowel sensibiliserende als fondsenwervende activiteiten op touw voor hun medeleerlingen, leerkrachten en ouders. Jaar na jaar toont “jeugd van tegenwoordig” een sterk staaltje van inlevingsvermogen en verantwoordelijkheidszin. Dit jaar draait onze campagne “Geef Ruth een kans ... en stop de honger!” rond opleiding en voedselzekerheid in Oeganda. Het land kende een woelig politiek verleden waardoor in de jaren tachtig van de vorige eeuw vele mensen het platteland ontvluchtten. Nadat de situatie in 2006 stabiliseerde, kwam een groot deel van de bevolking via vluchtelingenkampen in de sloppenwijken terecht van de paar grote steden die het land telt. Maar voor wie
10
VDB Mag SOW n°1-13.indd 10
22/01/13 07:35
toestroomt vanuit vluchtelingenkampen of het platteland is er nauwelijks werk, ook al omdat het nieuwelingen vaak ontbreekt aan kennis en de vaardigheden die in een stad van pas komen. Geen werk betekent geen inkomen, en dat betekent geen brood op de plank. Het opleidingscentrum in Bombo, een groeipool nabij de hoofdstad Kampala, gee jongeren de kans om een technische of beroepsopleiding te volgen én zorgt voor actieve begeleiding naar de arbeidsmarkt. Op die manier wordt de vicieuze cirkel van armoede doorbroken en slagen jongeren erin te ontsnappen aan een leven in de sloppenwijken.
Zingen, klappen, lachen Voor de meeste Belgische deelnemers betekent de inleefreis de eerste stappen in een ontwikkelingsland. Het verblijf bij een gastgezin en het kerstfeest, dat samen met de plaatselijke bevolking wordt gevierd, laten steevast een diepe indruk na, niet in het minst omdat de vergelijking met “thuis” zich onvermijdelijk opdringt. Als cultuurbad kan dit tellen! Deze keer werd Kerstmis in het Don Bosco-centrum in Namugongo gevierd. Het is geen opleidingscentrum zoals Bombo, maar een opvangtehuis voor straatjongeren uit Kampala. Een reactie van één van de inleefreizigers: “To live and work together is for us Salesians a fundamental requirement and a sure way of fulfilling our vocation. Dit is de zin die op het papiertje geschreven staat op het bureau in onze prachtige kamer. Het was meteen duidelijk, hier wordt mooi werk geleverd.” Uit de getuigenissen blijkt vooral verbazing over de misvieringen. “We vierden samen met [de jongeren in Namugongo] kerstfeest en gingen zelfs twee (!) keer naar een uiterst geanimeerde mis. Zingen, klappen, lachen ...”, laten
ze op 27 december weten. Vijf dagen later signaleren ze: “Van vrijdag tot maandag werd de groep opgesplitst in duo’s die elk bij een verschillend gastgezin zouden verblijven. Voor het grootste deel eenvoudige mensen die ons enkele dagen zouden laten meeleven in hun familie. Samen eten, slapen, water halen, koeien melken, koken, ... En naar de mis gaan, niet te vergeten.” Het valt op: op beelden van armoede waren de Belgische jongeren op één of andere manier blijkbaar voorbereid, op vreugdevolle misvieringen iets minder. Vreemd?
Bombo Youth Forum 2013 Op de voorlaatste dag van de inleefreis vond het jongerenforum plaats. Scholieren uit twee verschillende continenten leerden elkaars leefwereld kennen aan de hand van spel en dans. Ze leerden meer over onrechtvaardige Noord-Zuidrelaties en mogelijke verbeteringen aan de hand van een stellingenspel en een debat. Vooral tijdens het stellingenspel laaien de discussies hoog op. Bijvoorbeeld bij de stelling “door beroepsonderwijs te volgen, maak ik veel kans op een goede job.” Enkelen waren het daar niet mee eens en beweerden: “Voor de écht belangrijke jobs, zoals advocaat, dokter of minister kom je niet in aanmerking met een beroepsopleiding”. Maar typische tegenargumenten weerklonken evenzeer: “Er zijn veel mensen die door een goede stiel uit te oefenen meer geld verdienen dan sommige universitairen.” En: “Wat een goede job is, hangt af van jezelf!” Genoeg voer voor discussie dus. Wat zeker is, is dat de meerderheid het maatschappelijk belang van beroepsonderwijs wel inziet, zowel onder de Belgische als de Oegandese jongeren. Uit het debat kwamen ook verrassende resultaten naar boven. Met welke problemen worden jongeren geconfronteerd in België en in Oeganda? Beide groepen jongeren maakten zich zorgen over hun eigen maatschappij. Oegandese jongeren hadden het over diepliggende angsten, een erfenis van Oeganda’s conflictueuze verleden, terwijl de Belgische jongeren vooral bezorgd zijn over de hoge zelfmoordcijfers onder hun lee ijdsgenoten. Als ongelijke Noord-Zuidrelaties maken dat deze jongeren bijna in verschillende werelden leven, dan blijkt niets opgewassen tegen de verbondenheid die een openhartig gesprek spontaan oproept. Niemand had pasklare oplossingen, maar dialoog en uitwisseling werden wel aangehaald als hulpmiddel: “We kunnen nog veel leren van elkaar, als we maar met elkaar in gesprek gaan”. Stefan LOPEZ HARTMANN & Bram VAN HAVER ■
11
VDB Mag SOW n°1-13.indd 11
22/01/13 07:35
Ontwikkelingseducatie // Interview met Pie Tshibanda
“Geef ons het woord” Hoe zou u wereldburgerschap omschrijven ? Iedereen zou zich op zijn gemak moeten voelen, waar hij ook beslist te wonen. Als mens onder de mensen moet ik mij een wereldburger voelen, waar ik mij ook bevind. Ik zal u een voorbeeld geven. Nadat ik in België was aangekomen, zonder mijn gezin, belde ik op een dag naar mijn zoon in Congo. De conversatie verliep als volgt: “Hoe gaat het met je, papa?” Ik zei hem: “Alles gaat goed.” Vervolgens vroeg hij: “Maar als alles goed gaat met je, hoe komt het dan dat mama hier elke dag zit te huilen?” En hij voegde eraan toe: “We hebben aan mama gevraagd waarom ze huilt en zij antwoordde ons dat ze weent omdat ze aan onze papa dacht, die helemaal alleen in België was.” Toen vroeg mijn zoon mij: “Maar papa, hoe komt het dat jij daar alleen bent? Zijn daar geen andere mensen waar jij woont?”
Zijn persoonlijke ervaringen en zijn verhaal als politiek vluchteling in België vormen de belangrijkste inspiratiebronnen voor de Congolese schrijver en verteller Pie Tshibanda, die al 18 jaar in België in ballingschap lee . Zijn voorstellingen “Un fou noir au pays des blancs” (“Een zwarte gek in het land van de blanken”) en “Je ne suis pas sorcier” (“Ik ben geen tovenaar”) bezorgden hem internationale erkenning. Hij bekijkt het rijke Westen door een kritische bril en trekt parallellen met de Afrikaanse samenleving. Deze psycholoog, die in Lubumbashi zeven jaar lang verantwoordelijk was voor de selectie en beroepsopleiding bij Gécamines, het Congolees staatsbedrijf dat instaat voor het beheer en de exploitatie van de mijnen, specialiseerde zich in België in familiale en seksuologische wetenschappen. Hij werkte als leerkracht voor hij als directeur van een middelbare school in Congo werd aangesteld. In België was hij coördinator van een huiswerkschool in Waals-Brabant. Tshibanda’s traject tussen Afrika en Europa, zijn positieve kijk op interculturele ontmoetingen en zijn ervaring in het onderwijs en op het vlak van beroepsopleiding zijn elementen die onze interesse en nieuwsgierigheid wekken. VIA Don Bosco had een gesprek met hem.
Als ik een wereldburger ben en samenleef met andere mensen zoals ik … waarom moet ik me dan alleen voelen? Wereldburgerschap promoten betekent ervoor zorgen dat iedereen leert tolerant te zijn, dat we allemaal in staat zijn ons aan anderen aan te passen en dat we bouwen aan een wereld waar bruggen worden geslagen tussen de volkeren
Welke andere ervaringen in België associeert u met wereldburgerschap? Sinds ik in België ben, ben ik al ontelbare keren uitgenodigd voor maaltijden georganiseerd door Europese burgers om geld in te zamelen voor de bouw van een dispensarium in Rwanda, voor de installatie van een waterput in Mali of voor steun aan Congo. Dat is dagelijkse kost. Dankzij mijn verblijf hier begrijp ik ook beter het engagement van Europese vrijwilligers die twee jaar in Afrika gaan wonen om er een stuk van hun leven te wijden aan het goede doel. Ik merk ook dat er Europeanen meestappen met de Congolezen in protestmarsen tegen de oorlog, verkrachting van vrouwen, ... Dat zijn allemaal uitingen van solidariteit. Veel mensen willen niet in hun eentje gelukkig zijn en ijveren voor meer internationale solidariteit. Veel Belgen
12
VDB Mag SOW n°1-13.indd 12
22/01/13 07:35
en Europeanen zetten zich daarvoor in. Het is mede dankzij hen dat we vooruitgang kunnen boeken. Wat me bijvoorbeeld bijzonder aanspreekt, zijn de Oxfamontbijten op school. De leerkrachten die dit initiatief organiseren, zorgen ervoor dat hun leerlingen zich ervan bewust worden dat sommige mensen in de wereld niet altijd de vruchten van hun eigen arbeid plukken. Dankzij die actie zien leerlingen in dat hun geld ook rechtstreeks naar de boeren en hun coöperatieven kan gaan. Ze kunnen zich ook de vraag stellen waarom op hen een beroep moet worden gedaan om het geld bij die mensen te krijgen.
Maar we moeten nog meer de nadruk leggen op het ontwikkelen van een kritische geest opdat de leerlingen hun stem zouden kunnen laten horen.
Wat is volgens u de beste manier om jongeren warm te maken voor NoordZuidsolidariteit? Afrikanen van hier uitnodigen om in de scholen te komen spreken. Ik word altijd heel goed onthaald door de leerlingen. Ze houden van zulke ervaringen. Ik zou de Europeanen willen zeggen: “Komaan, geef ons het woord.” Dat is al een vorm van onderwijs.
De leerling vraagt zich af: “Betekent dit dat onze ouders, die de beslissingen nemen, niet altijd denken aan die mensen in het Zuiden?” De jongere kan de volgende bemerking maken: “Als ik het goed heb hier in Europa, dan komt dat misschien omdat mijn vader een zaak hee waar koffie wordt verkocht zonder dat de kleine landbouwers een waardig loon ontvangen voor hun koffie.” Hij kan zijn eigen geluk in vraag stellen. Alles wat gericht is op het herstellen van een zeker evenwicht, zoals eerlijke handel, is een vorm van solidariteit die mij aanspreekt.
Komen Noord-Zuidrelaties en wereldburgerschap ook in de Congolese scholen aan bod? Toen ik leraar werd, begon men de vakken vanuit een meer Afrikaanse invalshoek te benaderen. Ontwikkeling impliceert nu eenmaal dat men zijn eigen leefwereld kent. Je moet allereerst verankerd zijn op de plaats waar je vandaan komt. Ook de moeilijkheden en ongelijkheden ten gevolge van de oneerlijke handel tussen Noord en Zuid worden besproken. We benadrukken dat produceren niet volstaat om gelukkig te zijn. Hetzelfde geldt trouwens voor Europa. Waarom lozen jullie boeren melk op de velden of op de stoep bij het Europees Parlement? Omdat ze zich uitgemolken voelen door de economie. Maar bij ons in het Zuiden wordt de prijs van de producten bepaald door het Noorden. Dat is altijd zo geweest. Een voorbeeld: in de lessen economie en aardrijkskunde leren we onze kinderen dat wij koper, kobalt, ... ontginnen, maar dat alles wordt geëxporteerd. We moeten hun uitleggen dat de Europeanen bedrijven hebben opgestart die ervoor zorgen dat niets bij ons kan worden verwerkt. Onze economie is nog steeds gericht op export en we hebben geen enkele controle over onze mineralen. Dat leren wij onze leerlingen.
Daarnaast kan men de jongeren van hier films laten zien die door Afrikanen zijn gedraaid, in plaats van films over Afrika geproduceerd door Europeanen. Want men zal niet hetzelfde zien. Beeld u in dat we vandaag hier in België gaan wandelen en dat we alles noteren wat we zien. Jij, als Belg, maakt jouw lijst en ik de mijne. Het resultaat zal sterk verschillend zijn. Een rechtstreekse band tussen Afrika en de kinderen moet mogelijk worden gemaakt. Aan de hand van materiaal uit Afrika kan men tonen hoe de Afrikanen de wereld zien. Op die manier kunnen vooroordelen worden vermeden.
Thierry DETHIER ■
13
VDB Mag SOW n°1-13.indd 13
22/01/13 07:35
DeWereld.be // Initiatief van de Verenigde Naties
Education First bij volwassenen, voornamelijk bij vrouwen, en een gelijkwaardige toegang tot basis- en voortgezet onderwijs voor alle volwassenen. Nu de einddatum met rasse schreden dichterbij komt, rijst de vraag of we de EFA-doelstellingen effectief zullen behalen. Ook de meest bekende EFA-doelstelling die werd opgenomen als één van de Millenniumdoelstellingen universeel lager onderwijs wordt voorlopig niet behaald. Op dit moment zijn er op de wereld ongeveer 61 miljoen kinderen die niet naar de lagere school gaan. Dat zijn er 47 miljoen minder dan 20 jaar geleden zodat we terecht kunnen spreken van een verbetering. Maar de aandacht voor onderwijs is jammer genoeg aan het verslappen. Daardoor dreigen in 2015 minder kinderen dan vandaag naar school te gaan. Er is dus nog werk aan de winkel!
Op 26 september 2012 lanceerde Ban Ki-moon, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN), Education First. “Onderwijs eerst” is het persoonlijke initiatief van Ban Ki-moon, die wil dat er sterker ingezet wordt op onderwijs als hefboom voor armoedebestrijding. Onderzoek toont aan dat investeren in onderwijs de beste garantie is voor een gezonde, welvarende en gelijkwaardige samenleving. De VN berekende dat het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs in lageinkomenslanden een jaarlijkse economische groei van twee procent kan genereren. Met het opzetten van de Education for All (EFA)beweging in 2000 verplichtte de wereld ertoe tegen 2015 kwalitatief basisonderwijs voor alle jongens en meisjes te garanderen; de zorg voor zeer jonge kinderen en het kleuteronderwijs uit te breiden en verbeteren, vooral voor de meest kwetsbare kinderen; en een verbetering met 50 procent te realiseren van de alfabetiseringsgraad
Zeker even belangrijk voor Education First is de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs voor de meest kwetsbare groepen in de maatschappij. Een arme jongere die wel naar school gaat, maar niet de vaardigheden leert die nodig zijn om een waardig inkomen te vergaren, is nog geen stap verder. Als de kwaliteit van het onderwijs voor deze groepen niet verbetert, dan riskeren we een wereld waarin kinderen in de laatste klas van de lagere school nog steeds analfabeet zijn. Wereldwijd zijn er 250 miljoen kinderen die niet kunnen lezen, schrijven en tellen en die groep groeit ieder jaar. Onze partners werken al jaren aan een betere toegang tot onderwijs voor kansarme jongeren. Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, legt VIA Don Bosco in haar programma de nadruk op het verbeteren van leerplannen en het trainen van leerkrachten, maar ook op een betere begeleiding van jongeren naar een waardige baan of lucratieve zelfstandige onderneming. Ten slotte zullen goed opgeleide en voorbereide jongeren en volwassenen hun verantwoordelijkheid nemen als inwoner van hun eigen gemeenschap en als wereldburger. We willen, in de woorden van Education First, onze partnerscholen omvormen tot motoren van groei en ontwikkeling. VIA Don Bosco juicht het initiatief van de VN dan ook van harte toe! Nele DE MEYER ■
14
VDB Mag SOW n°1-13.indd 14
22/01/13 07:35
DeWereld.be // Op de Agenda 7 februari: Vorming “Van klaslokaal tot wereldwerkplaats”
20 februari: Lezing “No longer (only) ‘the white man’s burden”
Door middel van uitwisseling, creatieve methodieken en concrete voorbeelden uit de praktijk, maakt Djapo de geïnteresseerde leerkracht wegwijs in wereldonderwijs. De vorming laat zien wat het kan betekenen om je klas om te toveren tot een wereldwerkplaats en je leerlingen te vormen tot solidaire wereldburgers! Naast achtergrondinfo krijg je praktische tips en ideeën, zodat je ’s anderdaags onmiddellijk in je klas aan de slag kan gaan. Waar? Hasselt. Georganiseerd door: Djapo.
Ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp worden vaak gezien als het werkterrein van het geïndustrialiseerde Westen plus Japan. Volgens de statistieken klopt dat beeld nog steeds. Maar de realiteit wordt complexer: opkomende economieën als Brazilië, de petro-monarchieën uit de Golf, ... ze spelen een steeds assertievere rol. Leer er meer over tijdens een reeks openbare lezingen. De eerste spreker in de rij is Dr. Emma Mawdsely van de Universiteit van Cambridge. Waar? Gent. Georganiseerd door: Conflict Research Group.
Voor meer info: www.djapo.be/nascholingen_aanbod.html
Voor meer info: www.psw.ugent.be/crg/events.aspx
4 weekends van maart: Vorming ontwikkelingssamenwerking
30 april: Uiterste datum nominatie Prijs 2013 voor Creativiteit van Vrouwen in Ruraal Milieu
De Infocyclus van BTC is een opleiding die een overzicht biedt van de internationale samenwerking en de Noord-Zuid-problematiek. Voor iedereen die in de ontwikkelingssamenwerking werkt of aan de slag wil gaan. Onderwerpen zo gevarieerd als de internationale economische context, humanitaire hulp, de rol van ngo’s, ... komen aan bod. Waar? Brussel. Georganiseerd door: BTC.
Sinds 1994 reikt WWSF, de Women's World Summit Foundation, een prijs uit aan vrouwen en vrouwenorganisaties die op een creatieve wijze een uitzonderlijk engagement aan boord leggen om de kwaliteit van het leven (van vrouwen) in ruraal milieu te verbeteren. Tot 30 april kunnen dossiers voor kandidaatstelling ingediend worden. Richtlijnen vind je op de website. Waar? Genève. Georganiseerd door: WWSF.
Voor meer info: www.btcctb.org/nl/praktische-informatie
Voor meer info: www.woman.ch
Hoofdredacteur: Maud SEGHERS – Eindredacteur: Kilian DE JAGER – Redactieraad: Omer BOSSUYT, Nele DE MEYER, Katrien DE WILDE, Eric JORIS, Marc VAN LAERE – Foto’s: Béatrice PETIT (Goma), UNESCO/BRAC (p.5) – Lay-out: Pierre VANDEVIVERE – Druk: GEERS OFFSET, Oostakker Verantwoordlijke uitgever: Omer BOSSUYT, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel Is uw adres onjuist of bent u verhuisd? Gelieve dit te melden aan VIA Don Bosco, Adressenadministratie, t.a.v. Jan De Broeck en Peter Goossens, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel. Dat kan ook per telefoon: + 32 (0)2 427 47 20 of per e-mail: viadonbosco@skynet.be. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U hee onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.
Partners:
Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving
Wil je ons steunen? VIA Don Bosco Reknr.: 435-8034101-59 IBAN: BE84 4358 0341 0159 BIC: KREDBEBB
Sponsors:
15
VDB Mag SOW n°1-13.indd 15
22/01/13 07:35
Wereldburgerschap en sociale mobiliteit
VIA Don Bosco ondersteunt organisaties in Afrika, AziĂŤ en LatijnsAmerika. Deze zetten in op het verbeteren van de beroeps- en sociale vaardigheden van kansarmen, en hun begeleiding naar de arbeidsmarkt. Via ontwikkelingseducatie slaan we een brug tussen BelgiĂŤ en ons netwerk van partners in het Zuiden. Zo dragen we ertoe bij dat jongeren wereldwijd opgroeien tot wereldburgers. www.viadonbosco.org
VDB Mag SOW n°1-13.indd 16
22/01/13 07:35