Samen op Weg 2014 n°2

Page 1

Belgïe - Belgique

Samen op Weg

P.B. - P.P. Gent X 3/1751

Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814 P 602488

2

Tweede kwartaal 2014 // Driemaandelijks tijdschrift jaargang 22, nr. 2

let’s develop our future


Editoriaal & Inhoud

“Misschien wat minder jaloers zijn” Beste lezers, “En mensen hun geluk gunnen. Dat zou de samenleving warmer maken.” Een warme samenleving, die willen we allemaal. Opmerkelijk is wel dat deze uitspraak van Pascal De Smet komt, Vlaams onderwijsminister van lopende zaken. Hij reageert ermee op uitspraken van de onderwijskoepels. Die waren niet opgezet met de toestemming die de minister gaf aan 15 schoolkinderen om, tijdens het schooljaar, in Brazilië naar een wedstrijd van de Rode Duivels te gaan kijken. Noch met de suggestie van de minister dat de betrokken schooldirecteurs hún toestemming konden verlenen onder de zogenaamde “code P”, die gebruikt wordt voor persoonlijke redenen. Geven ze die toestemming niet, is dat dan omdat ze mensen hun geluk niet gunnen? Of is het omdat ze iedereen zijn geluk gunnen en niet enkele uitverkorenen?

In Madagaskar doen ouders er alles aan om hun kinderen een opleiding te laten volgen, zo lezen we in deze editie van Samen op Weg. Dankzij uw steun kunnen de kosten van die opleidingen gedrukt worden. Wat een geluk! Maar ondertussen weten we dat miljoenen kinderen nog steeds niet de mogelijkheid hebben om school te lopen. We gunnen het hen nochtans helemaal. Met de actie Saved by the Bell en de samenwerking binnen de Coalitie 2015 – DE TIJD LOOPT blijven we hameren op het belang van het recht op onderwijs en de realisatie van de Millenniumdoelstellingen. We gunnen het aan iedereen: degelijk onderwijs, een zinvolle opleiding. En een fantastische, warme “grote vakantie” natuurlijk ... na 27 juni.

Het geluk, bijvoorbeeld, om tot de laatste dag van het schooljaar te genieten van de generositeit van opvoeders en leerkrachten die in jouw groei geloven. Om je op school thuis te voelen en gewaardeerd te weten. Er kansen te

Maud SEGHERS Directeur

Thema

Ontwikkelingseducatie

Greening TVET Werk maken van een duurzame economie.

3

Ontwikkelingssamenwerking Meten is weten 6 Wat gebeurt er met het geld dat je geeft? Madagaskar 8 Madagaskar, mon amour.

2

krijgen die je mee op weg helpen voor de rest van je leven. Veel jongeren hebben dat geluk niet. Niets om jaloers op te zijn.

Millenniumdoelstellingen 10 De tijd loopt. Saved by the Bell 12 Ring, ring, ring the bell, ring it all the way.

DeWereld.be Onderwijs voor duurzame ontwikkeling Een nieuw decennium onderwijs voor duurzame ontwikkeling Op de Agenda

14

15


Thema // Greening TVET

Werk maken van een duurzame economie

30 procent van de ziekten in ontwikkelingslanden wordt veroorzaakt door vervuild afvalwater.

Indiase leerlingen die tijdens hun opleiding leren om minder afval te produceren, Costaricaanse studenten die onderricht worden in moderne agricultuur, Nigeriaanse jongeren die workshops krijgen omtrent fotovoltaïsche zonne-energie. Het zijn maar enkele voorbeelden van wat in jargon Greening TVET heet. Dankzij UNESCO-UNEVOC groeit het besef dat het onderwijs – en de gemeenschap in het algemeen – zich voortaan maar beter focust op groene opleidingen en milieuvriendelijke jobs. Na een congres in 1999 in het Zuid-Koreaanse Seoel besliste UNESCO om UNEVOC op te richten. Het Internationaal centrum voor Technical and Vocational

Education and Training (TVET) heeft sinds 2002 als missie om betere technische en beroepsopleidingen te ontwikkelen. Dat doet het samen met de 195 landen die lid zijn van UNESCO. Sindsdien realiseert men zich steeds meer dat die opleidingen ook groener en milieuvriendelijker moeten worden. Het klimaat verandert drastisch, de milieuvervuiling neemt almaar grotere vormen aan en onze grondstoffen worden schaarser. Het gevolg is dat de concepten jobs en industrie stilaan van betekenis veranderen, en dat ook de gemeenschap in haar totaliteit transformeert. Bijgevolg moeten ook onze opleidingen aangepast worden, vindt

3


Thema // Greening TVET

aspecten evenwel niet uit het oog verliezen. Het gaat bovendien niet alleen om competenties, maar ook om waarden en persoonlijke verantwoordelijkheid”, klinkt het technisch in rapporten. In de praktijk bedoelt UNEVOC dat men meer werk moet maken van duurzame economieën, en dat daar in eerste instantie geschikte opleidingen voor nodig zijn. Anders omschreven: er moet een generatie werknemers klaargestoomd worden die in staat is om de toekomstige uitdagingen te trotseren. Niet alleen met een rugzakje aangeleerde competenties, maar ook met een zich eigen gemaakte milieuvriendelijke houding. “In alle ontwikkelde landen dreigt een tekort aan typische vaardigheden”, zegt Shyamal Majumdar, de grote baas van UNEVOC. “Er komen nieuwe industrieën en mogelijkheden voor tewerkstelling, maar we zijn er onvoldoende op voorbereid.” Afvalwaterzuivering met kokosvezels is een voorbeeld van intelligent omgaan met afvalproducten.

UNEVOC. Sinds 2012 ziet de organisatie Greening TVET als een van de topprioriteiten binnen zijn werking. Na het derde Internationaal TVET-Congres in China werd beslist dat er in de bestaande opleidingsprogramma’s meer plaats moet zijn voor groene economie, en dat koolstofarme en klimaatbestendige ontwikkeling hoger op de agenda moet.

4

Voorbeelden die UNEVOC daarbij aanhaalt: ecotoerisme, de recyclage-industrie, alternatieve energiebronnen, de zuivering van afvalwater, … We weten wel waarover het gaat, en dat het belangrijk is voor onze toekomst, maar niet hoe we er nu juist aan moeten beginnen. Of zoals Majumdar zegt: “In die branches ontstaan jobs waarvoor getrainde professionals nodig zijn. Maar die zijn er momenteel nog te weinig.”

De voorbije jaren werden verschillende Greening TVETmeetings georganiseerd, in het najaar van 2013 waren er vijf regionale conferenties in vier verschillende continenten. Dit najaar vindt er een wereldconferentie rond het thema plaats in Japan (zie verder in dit magazine). Maar ook al werkt UNESCO al een paar jaar rond Greening TVET en worden er hoopvolle projecten opgezet, toch is het een hele opgave om het idee ingang te doen vinden. In alle verslagen en rapporten komt die ene bedenking terug: “Het zal een werk van lange adem worden.”

Die nieuwe groene jobs moeten volgens UNEVOC trouwens ook fatsoenlijke jobs zijn. Tijdens de Latijns-Amerikaanse meeting over Greening TVET in Costa Rica omschreef Leonardo Ferreira van de Internationale Arbeidsorganisatie het zo: “Groene jobs zijn ook jobs met een toereikend loon, de nodige sociale zekerheid en respect voor de rechten van de werknemer.” Hij voegde eraan toe dat in Costa Rica, El Salvador, Honduras, Panama en de Dominicaanse Republiek ongeveer 5,6 procent van alle werknemers in de groene industrie werkt. Dat cijfer lijkt niet zo heel erg hoog, maar valt niet te onderschatten. “Want het aantal groene jobs in Midden-Amerika steeg tussen 2001 en 2009 sneller dan het totaal aantal banen”, aldus Ferreira.

Te weinig groene professionals

Boeken en workshops

Abstract omschreven komt Greening TVET erop neer dat er groene scholen en leerplannen moeten komen, dat er meer groen onderzoek dient te gebeuren en dat er zoiets als een groene cultuur moet gevormd worden. “De plannen voor milieuvriendelijke opleidingen moeten uitgewerkt worden bij scholen, overheden en bedrijven. Terwijl men focust op duurzaamheid, mag men de sociale en economische

De voorbije maanden kwam UNEVOC tot de eerste concrete resultaten. Zo gaf het centrum een boek uit rond de uitdagingen in de water- en watervervuilingsindustrie. Die uitgave moet dienen als een educatieve en informatieve referentie voor leraars en coaches binnen de industrie. Maar niet alleen bij UNEVOC, ook vanuit de leden zelf worden steeds meer initiatieven genomen. Dat


bleek uit de regionale bijeenkomsten die eind vorig jaar plaatsvonden. In Nigeria, bijvoorbeeld, organiseerde de Nationale Raad voor Educatie workshops rond fotovoltaïsche zonne-energie. Hetzelfde gebeurde in de Pedagogische Universiteit van Mozambique, die sinds kort lessen geeft over hernieuwbare energie en duurzame materialen in landbouwgebied. Dankzij de school werden er kleine zonnesystemen geïnstalleerd bij huisjes en hutten op het platteland, waardoor zo’n 100 kinderen licht hebben om ’s avonds langer te studeren. In India leren arme jongeren die in het Toyota Technical Institute een opleiding auto-ingenieur volgen hoe ze zo weinig mogelijk afval produceren. Op de eerste grote online conferentie rond Greening TVET in 2012 werd een voorbeeld uit Costa Rica aangehaald, dat het concept helemaal uitlegt. “In de hoofdstad San José zijn twee hogescholen, allebei met zo’n 700 leerlingen”, vertelt een Spaanse onderzoekster. “In de ene school worden ruim 600 jonge mensen opgeleid voor call-centers en amper vijftien voor de landbouw. In de andere school nemen bijna alle 700 leerlingen deel aan “Agro-Pecuario”, waar ze klaargestoomd worden voor de moderne agricultuur. De toekomstige medewerkers van het call-center zullen snel een job vinden en behoorlijk verdienen, maar worden

verplicht te verhuizen en zullen nooit doorgroeien. De jonge landbouwers kunnen in hun eigen omgeving aan de slag gaan of zich verder ontwikkelen met vervolgopleidingen. De eerste school focust op de korte termijn, op de industriële noden nu. Maar houdt ze ook rekening met lokale en toekomstige behoeften en middelen, en met de gemeenschap?”

Bestaande structuren veranderen UNEVOC richt zich op het ontwikkelen en optimaliseren van professionele en technische opleidingen. De doelgroep van UNEVOC gaat breder dan maatschappelijk kwetsbare mensen in het zuiden, al spelen ook zij een belangrijke rol, zoals de projecten in pakweg Nigeria en Indië aantonen. Ook de jongeren die VIA Don Bosco steunt, staan voor de groene uitdagingen die UNEVOC aankaart. En ook zij kunnen hun voordeel doen met milieuvriendelijke opleidingen. Toch zijn er ook de nodige moeilijkheden. Op het laatste Green Skills Forum in februari dit jaar liet UNEVOC-baas Majumdar optekenen dat alle leden met veel belangstelling naar de ontwikkeling van Greening TVET kijken. “Maar,” ging Majumdar verder, “momenteel is er nog steeds geen coherent beleid. De omvang van veel projecten is op dit moment te beperkt en er zitten nog gaten in onze kennis. Het probleem is dat verschillende landen over groene jobs en competenties debatteren vanuit andere noden en perspectieven.” Ondanks alle goede bedoelingen van UNEVOC beseft het centrum dus dat Greening TVET een project van lange adem wordt. Het gaat niet alleen over het ontwikkelen van opleidingen en veranderen van jobs, de groene uitgangspunten op zich moeten ook fundamenteel erkend worden. Greening TVET moet zich bovendien kunnen aanpassen aan verschillende regio’s en culturen, en er zullen conflicten ontstaan met bestaande processen en economische belangen.

UNEVOC beseft dat greening TVET een project van lange adem wordt.

“Vaak is er nog te weinig besef van de belangrijkheid van de aanpak. De bestaande structuren zijn er nog niet helemaal klaar voor”, klonk het streng na de eerste online conferentie. “De huidige crisis kan niet opgelost worden door het zelfde educatieve systeem dat die crisis veroorzaakt heeft. De manier waarop mensen denken en handelen moet drastisch omgegooid worden.” En dat zal inderdaad de nodige tijd vragen.

Marijn SILLIS ■

5


Ontwikkelingssamenwerking // Meten is Weten

Wat gebeurt er met het geld dat je geeft? Omdat we een beroep doen op de vrijgevigheid van overheidsinstanties, stichtingen, bedrijven en vele individuele schenkers, vindt VIA Don Bosco het belangrijk om alle donoren en donateurs, medewerkers en vrijwilligers ten minste één keer per jaar op de hoogte te brengen van wat gebeurde met de verworven fondsen. We onderschrijven niet voor niets de Ethische Code van de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving. Net zoals de voorbije jaren blijven overheidssubsidies de belangrijkste opbrengstenbron voor VIA Don Bosco. In 2013 zijn ze goed voor exact 59,10 procent van de totale opbrengsten. De giften en legaten vertegenwoordigen 38,87 procent van de opbrengsten. Dan resten er nog andere, financiële en uitzonderlijke opbrengsten, samen goed voor 1,10 procent.

de Belgische overheid of EU houdt VIA Don Bosco enkel de administratieve vergoeding die contractueel voorzien is. Dat is gekoppeld aan betrekkelijk lage kosten voor algemeen beheer (diensten en diverse goederen, personeelskosten, afschrijvingen, financiële kosten, uitzonderlijke kosten en diverse andere kosten). Zoals de taartgrafiek i.v.m. het kostenplaatje van 2013 weergeeft, is het merendeel van de kosten – welgeteld 87,50 procent – verbonden aan de realisatie van onze doelstellingen in het Zuiden. Al meer dan een decennium rolt er ieder jaar in de lente een overzicht uit ons boekhoudingssysteem van elk bedrag dat het jaar tevoren betaald werd aan het Zuiden. De cijfers in de tabel beneden zijn de som van de bedragen die, per land, van onze bankrekeningen vertrokken naar het Zuiden tussen 1 januari en 31 december 2013.

Voor projecten zonder medefinanciering gaat 95 procent van de binnengekomen giften naar het Zuiden. Voor noodhulp is dat 90 procent en in het geval van medefinanciering door

Opbrengsten

KOSTEN

Financiële opbrengsten 0,48% Andere werkingsopbrengsten 0,42%

Jan DE BROECK & Peter GOOSSENS ■

Andere bedrijfskosten 0,18%

Uitzonderlijke opbrengsten 0,20%

Afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen 0,16%

Uitzonderlijke kosten 0,02%

Giften 38,87%

Subsidies DGOS en EU 57,95%

Onttrekking aan de reserves 0%

6

Legaten 0,93% Subsidiesgemeenten, provincies en regio's 1,15%

Financiële kosten 0,02%

Diensten en diverse goederen 3,11% Personeelskosten 9,01%

Projectfinanciering 87,50%


AFRIKA Individuele landen

Benin Democratische Rep. Congo Ethiopië Madagaskar Mauritius Zuid-Afrika Burundi Sub-regio Afrika der Grote Meren Oeganda Rwanda Sub-regio Equatoriaal Afrika Centraal-Afrikaanse Rep. Gabon Kameroen Kenia Sub-regio Oost-Afrika Tanzania Burkina Faso Sub-regio West-Afrika Ivoorkust Senegal Togo TOTAAL AFRIKA

betaald bedrag medefinanciering andere FINANCIERING 4.180,00 4.180,00 962.886,20 441.720,43 521.165,77 5.697,30 5.697,30 405.092,96 386.475,56 18.617,40 2.450,00 2.450,00 18.380,82 18.380,82 5.537,60 5.537,60 52.737,55 52.737,55 560.147,72 529.562,97 30.584,75 209.000,00 209.000,00 18.300,00 18.300,00 626.809,12 600.996,10 25.813,02 513.203,46 451.628,81 61.574,65 34.312,41 34.312,41 33.008,62 624,00 32.384,62 430.607,86 430.607,86 10.000,00 10.000,00 1.362,20 1.362,20 4.140.001,89 2.770.565,01 1.369.436,88

LATIJNS-AMERIKA & DE CARAïBEN Bolivië Individuele landen Brazilië Chili Colombia Costa Rica Dominicaanse Rep. Ecuador El Salvador Guatemala Haïti Mexico Peru Uruguay Venezuela TOTAAL LATIJNS-AMERIKA & DE CARAïBEN

betaald bedrag medefinanciering andere FINANCIERING 385.012,17 385.012,17 70.036,66 70.036,66 38.226,41 38.226,41 503.492,72 503.492,72 18.550,94 18.550,94 238.605,09 238.605,09 346.429,94 331.865,21 14.564,73 28.301,63 28.301,63 434.136,46 424.136,46 10.000,00 105.662,06 105.662,06 8.130,00 8.130,00 461.854,17 440.868,34 20.985,83 4.704,65 4.704,65 0,00 2.643.142,90 2.352.281,62 290.861,28

AZIË Individuele landen

betaald bedrag medefinanciering andere FINANCIERING 3.684,71 3.684,71 340.229,57 340.229,57 1.381.431,92 1.048.427,38 333.004,54 5.702,98 5.702,98 10.302,75 10.302,75 8.018,10 8.018,10 1.749.370,03 1.048.427,38 700.942,65

Bangladesh Filipijnen India Oost-Timor Pakistan Thailand

TOTAAL AZIË MIDDEN-OOSTEN Individuele landen

Irak Libanon TOTAAL MIDDEN-OOSTEN ALGEMEEN TOTAAL

BETAALD BEDRAG 4.401,00 1.559,26 5.960,26

MEDEFINANCIERING -

ANDERE FINANCIERING 4.401,00 1.559,26 5.960,26

8.292.187,01

6.260.624,73

2.031.562,28

Wenst u meer informatie of wilt u ons steunen? Wendt u dan tot Jan De Broeck en Peter Goossens (viadonbosco@skynet.be) of tot Maud Seghers, directeur (maud.seghers@viadonbosco.org) voor vragen i.v.m. legaten. Onze jaarrekening wordt weldra

gepubliceerd op onze website www.viadonbosco.org/ nl/documenten. Ondertussen vindt u meer details over onze financiële cijfers op www.donorinfo.be en op www.ngo-openboek.be

7


Ontwikkelingssamenwerking // Madagaskar

Madagaskar, mon amour

Een degelijke opleiding met diploma is een sleutel voor meerdere deuren naar de toekomst.

Tenzij ze onderweg zijn, speelt het eeuwige leven van Malagassiërs zich af in kleine kringen. Rond de tafel waar de rijst wordt geserveerd, bijeen met de familie, aan de televisie. Eilandbewoners. Ook op kantoor, op school en op de markt. Maar het zijn kleine kringen die worden overspannen door de regenboog tussen het verleden en de grote dromen, tussen de eigen roots en het zicht op een beter leven. Mensen zoals u en ik, quoi?

ik het goede moment door zijn persoonlijke kalender te bestuderen, vanaf de dag van zijn geboorte. Aan de hand van waarzeggersparels, sacrale houtjes, wijwater, honing of spiegels kan ik antwoorden op de vragen die mensen mij stellen.” Zoals? “Welke de meest aangewezen dag is om te beginnen met de bouw van je huis, te trouwen, de eerste keer de haren van de baby te knippen of … om je voor te bereiden op een sollicitatiegesprek.”

Sterrenkunde

Voor dat laatste, geeft Gervais toe, zijn er nog niet veel jongeren bij hem op bezoek gekomen. De meeste jonge Malagassiërs zitten daarop niet te wachten. Waarom zouden ze ook: officiële vacatures voor het beroepsleven op het Grote Eiland zijn er niet of nauwelijks. Madagaskar is een planeet die bewoond is door dappere lieden die op een eenvoudige manier met weinig middelen zoveel mogelijk welvaart voor zichzelf, hun familie en hun kinderen proberen te scheppen. Ook al hebben velen een gsm binnen handbereik, lijden ze geen honger en kijken ze ’s avonds televisie, het leven is harder dan dat van hun ouders en grootouders toen die hun actieve leven begonnen. Zoals

Gervais, 51 en vader van vier kinderen, woont op de weg van de hoofdstad naar Tamatave. Hij kent de ziel van zijn landgenoten, want hij is astroloog, voltijds. “Mijn werk bestaat er voornamelijk in om het geschikte moment aan te wijzen wanneer iemand iets moet doen wat hij niet laten mag. Er zijn precieze dagen die goed zijn om een lemen huis te bouwen, andere dagen om een huis in cement op te trekken, om te zaaien, of om de eerste steen van een gebouw te leggen.” Gervais laat zich door mijn verbaasde blik niet van de wijs brengen: “Voor elke man of vrouw vind

8


voor Felasoa, 36, borduurster: “Mijn ouders leefden met hun gezin van negen kinderen door het borduren. Ik, zwanger nu van mijn tweede kind, kom nauwelijks rond met dit werk. De levensduurte stijgt en mijn loon vermindert.”

Overmorgen “Dat is ook voor mij zo,” bevestigt Njara die meester is in marqueterie, houten inlegwerk. “Daarom precies moedig ik mijn vier kinderen aan om te studeren.” Even valt deze 39-jarige artiest stil, glimlacht en voegt er nog aan toe: “Maar, weet je, eigenlijk is mijn grote droom dat mijn oudste zoon gaat voetballen, dat hij een profvoetballer wordt.” Aan dromen voor morgen is er geen gebrek. Felasoa wil dat haar dochters later niét met “smok” (zoals het borduren in Madagaskar heet) hun leven moeten vullen, maar dat ze ingenieur of dokter worden. Rivo is 36 en draagt als bijnaam “Pistache” omdat hij pistaches roostert: “Ik wil niet dat mijn kinderen zo hard moeten werken als ik. Dat ze studeren, dat ze zich klaarmaken om dokter of advocaat te worden.” Want dat officiële document is een sleutel voor meerdere deuren naar de toekomst. Herstellers van gebitten, uurwerken of paraplu’s, sjouwers, autowassers, verkopers van illegale of gekopieerde spullen: ze vormen de caleidoscoop van alle mogelijke en ondenkbare beroepen van de grootsteden Antananarivo, Tulear, Tamatave of Mahajanga. “Maar als je wilt gezién worden, als je echt iets wilt bereiken,” bezweert Aina mij, “dan wil ik dat mijn kinderen studeren en de kansen grijpen die ik niet heb gehad.” Met haar drie kinderen leeft deze “Moeder Courage” van de verkoop van

Felasoa wil dat haar dochters later niét met "smok" hun leven moeten vullen.

gerecupereerde flessen en flesjes in Ambositra. “Ik vecht om uit deze armoe te geraken. De toeristen vinden ons leuk om te fotograferen, wij zijn een kleurrijk onderwerp voor hun dagboeken, maar in het echte leven van alledag worden wij niet gezién, bestaan wij niet. Daarom moeten mijn dochters naar school, om Engels te leren, om te kunnen rekenen en schrijven en lezen. Om een béter leven te leiden dan dat van mij.”

Misaotra betsaka “Hier zijn ze welkom,” antwoordt zuster Hanitra op deze ontmoetingen die ik haar navertel in de beroepsschool Maria Mazzarello in Manazary. Er bestaan in de school van zuster Hanitra nog enkele traditionele opleidingen, maar net zoals elders worden ook bij de zusters van Don Bosco nieuwe mogelijkheden verkend. Talen, informatica, toerisme, … afdelingen die én een goede vorming én een certificaat of diploma mogelijk maken. “Misaotra betsaka, erg bedankt” lacht Ranja in Tulear als ik afscheid neem van deze moeder van twee kinderen met een bijzonder beroep: zij verkoopt geneeskrachtige kruiden en planten en houdt consultaties voor mensen uit alle sociale klassen. Ze vertelt me bij de bitter smakende koffie dat ze niet werkt om geld te verdienen, maar om mensen te helpen. “Ik ben geen charlatan, ik lieg niemand voor. Bij mij komt niemand zeuren om een liefdeselixir, daarmee is trouwens de duivel gemoeid. Mijn werk doe ik dankzij het geloof, mijn klanten moeten in mij geloven en ook in God, het doet er niet toe in welke God. Want ik wil ze helpen en hun problemen oplossen met juist gedoseerde kruiden. Vanaf mijn vijftiende heb ik dat geleerd van mijn grootvader.” Uiteindelijk is het daar iedereen om te doen: goed leven. Een eigen plek om te wonen, werk om de familie en de kinderen te onderhouden. Zoals Séraphine, 54, in Ambaravarankazo. Ze spelt mij het alfabet van het goede leven in Madagaskar terwijl ze met een stok haar ganzen uit een bloemenperk jaagt: “Wij eten goed. Wij zorgen voor onze ouders en onze kinderen. Wij doen wat de traditie vraagt bij een trouw, bij een begrafenis, bij het bezoek aan de graven. Wij kunnen onze kinderen grootbrengen en laten studeren.” Studies die mogelijk zijn dankzij de steun van onze sympathisanten en de dagelijkse inspanningen van de partners van VIA Don Bosco die zich met beperkte middelen, dag in dag uit inspannen om de toekomstkansen van de jongeren op het eiland te vergroten.

Marc VAN LAERE ■ 9


Ontwikkelingseducatie // Millenniumdoelstellingen

De tijd loopt

In september 2013 schudde de Coalitie 2015 - DE TIJD LOOPT de regering wakker met een reuzenwekker.

Op het ogenblik dat u dit leest, zijn we minder dan 19 maanden verwijderd van de deadline van de Millenniumdoelstellingen (MDG’s). De MDG’s zijn acht duidelijk omschreven en meetbare ontwikkelingsdoelen die voor 2015 verwezenlijkt moeten worden en waarover in 2000 zowat alle wereldleiders een akkoord hebben gesloten. In september 2013 werd de regering Di Rupo nog wakker geschud met een reuzenwekker door de Coalitie 2015 – DE TIJD LOOPT, een alliantie van 25 ngo’s die aandacht besteden aan de MDG’s. Met deze actie vroeg de Coalitie om dringend werk te maken van de Millenniumdoelstellingen en om een voortrekkersrol te spelen in de ontwikkeling van nieuwe mondiale plannen voor ontwikkeling en internationale samenwerking ná 2015. Als lid van de Coalitie strijdt VIA Don Bosco mee voor het behalen van de MDG’s en denken we mee na over een mogelijk vervolg op deze MDG’s en welke prioriteiten daarbij naar voor moeten worden geschoven. Want één ding staat nu al vast: de Millenniumdoelstellingen zullen tegen 2015 slechts gedeeltelijk behaald worden. Er zal

10

dus ook ná 2015 nog veel werk aan de winkel zijn om de armoede in de wereld drastisch te verminderen.

MDG 2 en 3 Met betrekking tot onderwijs zijn binnen de MDG’s twee doelstellingen vooropgesteld. Een eerste doelstelling is dat wereldwijd alle kinderen tegen 2015 basisonderwijs volgen en voltooien (MDG2). Een tweede doelstelling is de gelijkheid tussen jongens en meisjes op alle niveaus van het onderwijs (MDG 3): het aantal meisjes dat onderwijs volgt, moet gelijk zijn aan het aantal jongens, zowel in het basis-, secundair als hoger onderwijs. Hoewel op verschillende vlakken duidelijk vooruitgang is geboekt, zijn beide doelstellingen nog lang niet bereikt. Tussen 2000 en 2013 is het aantal kinderen dat niet naar school gaat, gedaald van 102 miljoen naar 57 miljoen. Maar ook al is de toegang tot onderwijs verbeterd, nog steeds


verlaten één op vier kinderen de lagere school voordat ze het laatste jaar bereiken. Bovendien zeggen deze cijfers niets over hoe vaak kinderen effectief op de schoolbanken zitten wanneer ze ingeschreven zijn en laat de kwaliteit van het aangeboden onderwijs nog vaak te wensen over. De situatie is het slechtst in Afrika ten zuiden van de Sahara. Meer dan de helft van de niet schoolgaande kinderen komt uit deze regio. De ongelijkheid tussen jongens en meisjes op het vlak van de toegang tot basisonderwijs is sterk afgenomen, ook al blijft ze groot in bepaalde regio’s. In het secundair onderwijs daarentegen blijft de ongelijkheid tussen jongens en meisjes alarmerend groot. In het hoger onderwijs is de situatie beter. Behalve in Afrika ten zuiden van de Sahara en in West- en Zuid-Azië waar nog een grote ongelijkheid bestaat in het nadeel van de vrouwen. Samenvattend kunnen we stellen dat er op het vlak van onderwijs al hoopgevende resultaten geboekt zijn, maar dat de weg nog lang is.

Wat na 2015? Armoedebestrijding blijft één van de belangrijkste mondiale uitdagingen, maar kan niet losgekoppeld worden van andere uitdagingen zoals klimaatverandering, schaarste van grondstoffen, milieuschade of sociale ongelijkheid. Het uitroeien van armoede en het garanderen van duurzame ontwikkeling zijn onderling verbonden, waardoor een breed coherent kader zich opdringt om beide problemen samen aan te pakken. Ook de Coalitie 2015 – DE TIJD LOOPT buigt zich over het vraagstuk “wat na 2015?”. De kunst zal zijn om een antwoord te bieden op de beperkingen van de MDG’s en rekening te houden met de nieuwe uitdagingen die een internationale en geïntegreerde aanpak vereisen. Volgens de Coalitie moeten hierbij een aantal basisprincipes gerespecteerd worden. Ten eerste moet het nieuwe kader bestaan uit universele doelen die de verantwoordelijkheid zijn van alle landen en dus van alle landen inspanningen vragen. Ten tweede moet het nieuwe kader erkennen dat de huidige groeimodellen en industrialisering in tegenspraak zijn met duurzaamheidsvereisten. Ten derde moet de strijd tegen ongelijkheid een doel op zich zijn. Ongelijkheid ondermijnt immers elke poging op ontwikkeling. Dit vraagt om drastische ingrepen in de sociale en economische ontwikkeling. Tot slot moet het nieuwe kader een rechtenaanpak omvatten, waarin de mensenrechten en het recht op ontwikkeling centraal staan en afdwingbaar zijn in de praktijk.

De prioriteiten van VIA Don Bosco De strijd tegen ongelijkheid en mensenrechten staan hoog op de prioriteitenlijst van VIA Don Bosco. Eén van de belangrijkste mensenrechten is het recht op onderwijs. Om MDG 2 te realiseren, hebben regeringen veel aandacht en middelen besteed aan het wereldwijd toegankelijk maken van lager onderwijs. Terecht, want Artikel 26 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens maakt lager onderwijs tot een verplichting. Maar het recht op onderwijs is méér dan het recht op lager onderwijs alleen. Zo stelt artikel 26 bijvoorbeeld ook dat technische- en beroepsopleidingen algemeen beschikbaar moeten worden gesteld. Daarom pleit VIA Don Bosco voor meer aandacht voor technisch- en beroepsonderwijs in het post-2015 kader. Het is belangrijk om in de toekomst werk te maken van een goed onderwijsbeleid dat gericht is op universele toegang en kwaliteit. Ook het aanpakken van de sociale ongelijkheid moet volgens VIA Don Bosco prioritair zijn voor de post-2015 agenda. Op mondiaal vlak zorgen onevenredige inkomensen machtsverhoudingen er nog altijd voor dat grote groepen mensen verstoken blijven van reële kansen op persoonlijke ontwikkeling. Ongelijkheid is op vele manieren structureel verankerd. Reden te meer om via ontwikkelingssamenwerking in de strijd tegen ongelijkheid een tandje hoger te schakelen. Een te éénzijdige focus op universele toegang tot lager onderwijs is daarom onvoldoende. Zeker in de armste landen moet men sterker inzetten op vormen van “tweedekansonderwijs” voor jongeren die de boot van het lager onderwijs gemist hebben. Een combinatie van alfabetisering, levensvaardigheden en voorbereiding op de wereld van het werk is voor deze jongeren cruciaal omdat ze – ook vanwege hun leeftijd – vaak op korte termijn hun positie in de maatschappij moeten kunnen verstevigen. VIA Don Bosco onderstreept dat onderwijs en opleiding een belangrijke rol kunnen spelen in het aanpakken van sociale ongelijkheid. Er is dan ook nood aan een gericht doelgroepenbeleid, zodat onderwijs en vorming die groepen bereiken die het sterkst gemarginaliseerd worden. Wij hopen dan ook dat onderwijs, dat als hefboom in de strijd tegen armoede kan dienen, binnen het post-2015 kader de aandacht zal krijgen die het verdient.

Bram REEKMANS ■

11


Ontwikkelingseducatie // Saved by the Bell

Ring, ring, ring the bell, ring it all the way mooie beloftes gedaan tijdens de Wereldconferentie over Onderwijs voor Allen in Thailand (1990), op het Mondiale Onderwijsforum in Dakar (2000) en in de befaamde Millenniumdoelstellingen die door de lidstaten van de Verenigde Naties geformuleerd werden in het jaar 2000. De beloftes volgen elkaar op, maar de resultaten laten op zich wachten. Tegen 2015 zouden alle kinderen naar de lagere school moeten kunnen gaan. En ook de gelijkstelling tussen jongens en meisjes zou op alle niveaus van het onderwijs gerealiseerd moeten zijn. Jammer genoeg luidt het verdict voor 2014 dat slechts twee landen van de 130 die gegevens verstrekken, deze doelstelling over gendergelijkheid bereikt hebben. Ondanks de algemeen bekende realisaties (het aantal niet schoolgaande kinderen in de wereld is met bijna de helft afgenomen tussen 1990 en 2011) weten we nu al dat het behalen van de Millenniumdoelstellingen niet haalbaar is tegen 2015. Wat nu, blijven we bij de pakken zitten? Neen! Laten we deelnemen aan Saved by the Bell en onze stem laten horen opdat de regeringsleiders hun inspanningen na 2015 zouden verdubbelen!

i.s.m.

191 landen ondertekenden een akkoord om tegen 2015 de armoede in de wereld te halveren. Voer samen met de Vlaams Noord-Zuidbeweging actie om de politici aan hun belofte te herinneren én de lat hoger te leggen. Armoede moet de wereld uit! www.detijdloopt.be

Een valse noot 57 miljoen kinderen die op de leeftijd zijn gekomen om naar de lagere school te gaan, hebben nog steeds geen toegang tot onderwijs. 123 miljoen jongeren tussen 15 en 24 jaar beschikken niet over een basis lees- en schrijfvaardigheid. Van de kinderen die wel naar school gaan, zal één op vier het laatste jaar van de lagere school niet afmaken. In het laatste Education for All Global Monitoring Report van de UNESCO (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization, de VN-organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur) over de staat van het onderwijs in de wereld spreken de cijfers over de mondiale onderwijscrisis boekdelen… Er werden veel

12

Een en hetzelfde internationale belgelui Zo nodigen VIA Don Bosco en Studio Globo naar aanleiding van de Internationale dag van de Leerkracht, de scholen van België en overal ter wereld uit om hun stem te laten horen en de bel te laten rinkelen. Te veel kinderen worden uitgesloten van kwaliteitsonderwijs en dat moet veranderen! VIA Don Bosco rekent inderdaad op zijn internationaal netwerk om het evenement een wereldwijde uitstraling te geven. Noteer nu al in je agenda dat de actie zal plaatsvinden op 3 oktober. Maar wat houdt de campagne Saved by the Bell juist in? Het is een blijk van solidariteit ten opzichte van ongeschoolde kinderen en leerkrachten die in moeilijke omstandigheden werken overal ter wereld. Maar het is ook en vooral een oproep aan regeringsleiders om hun beloften in verband met het recht op onderwijs voor iedereen na te komen. Alle kinderen, arm en rijk, jongens en meisjes, gehandicapt of niet, hebben het recht om kwaliteitsvol onderwijs te genieten waarmee ze hun potentieel kunnen ontwikkelen en een toekomst die naam waardig voor zichzelf kunnen opbouwen.


Acht vliegen in één klap Onderwijs is niet enkel een recht, zoals bekrachtigd door de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, maar in haar kielzog vormt ze ook de aanzet tot andere positieve ontwikkelingen op het gebied van ontwikkeling. Hoe vecht je tegen ondervoeding? Hoe beperk je de kinder- en moedersterfte? Hoe bewerkstellig je vrede en democratie? Hoe dijk je HIV/AIDS-plaag in en voorkom je malaria en andere ziektes? De sleutel tot succes ligt bij een betere toegang tot onderwijs. Dankzij de op school aangeleerde rekenvaardigheden en de alfabetisering van landbouwers maken ze beter gebruik van meststoffen en landbouwtechnieken; onderwijs rijkt aan vrouwen de goede gezondheidsreflexen aan, zoals het identificeren van symptomen en het beroep doen op medische bijstand en zo beperken ze de risico’s voor henzelf en hun baby’s; onderwijs verhoogt ook de tolerantie ten opzichte van mensen van een ander ras of tegenover homoseksuelen. Onderwijs biedt bovendien een unieke kans tot preventiewerking tegen verschillende ziektes (de UNESCO is namelijk van mening dat de volgende decennia zeven miljoen gevallen van HIV vermeden kunnen worden als alle kinderen onderwijs zouden genieten). Voeg daar nog een beter begrip van de milieuproblematiek aan toe en een grotere mobilisatie tegen de opwarming van de aarde en je krijgt een overzicht van de positieve invloed die het onderwijs kan hebben.

Saved by the Bell in de praktijk We rekenen dus op alle scholen in België en in heel de wereld om de regeringsleiders aan te zetten om meer middelen vrij te maken voor wereldwijde toegang tot onderwijs. VIA Don Bosco spreekt de scholen in Franstalig België aan en zijn partner Studio Globo zal de campagne net als ieder jaar lanceren in het noorden van het land en bij de Nederlandstalige scholen in Brussel. Vorig jaar hebben 394 scholen, goed voor 114.727 leerlingen, de bel laten rinkelen voor meer rechtvaardigheid. We hopen dat we dit jaar alle records zullen breken, en vooral in Franstalig België waar de campagne vorig jaar voorzichtig gestart is. In de praktijk gebeurt de actie Saved by the Bell op de volgende manier: de leden van de directie of de leerkrachten lezen het “ochtendwoordje” voor dat zorgvuldig door VIA Don Bosco werd opgesteld, in overeenstemming met de traditie van Don Bosco, om de leerlingen te sensibiliseren over het recht van onderwijs

voor iedereen. Vervolgens ondernemen de leerlingen een symbolische, visuele actie zoals het trekken van een foto of het maken van een filmpje waarin ze uitdrukken hoe ze het project een warm hart toedragen. En last but not least: een animatie rond het recht voor iedereen op kwaliteitsvol onderwijs met behulp van een speciaal voor de gelegenheid door VIA Don Bosco ontworpen ganzenbord. De school kiest op welk moment van de dag ze de bel een extra keer zal laten rinkelen.

Een prioriteit na 2015 We nodigen ook de media uit om verslag uit te brengen over het evenement: hoe meer zichtbaarheid, hoe beter de politici ons zullen horen! Op het einde van de campagne zal VIA Don Bosco de foto’s en filmpjes van de Belgische scholen verzamelen en ze aan de ministers van Onderwijs en Ontwikkelingssamenwerking bezorgen met de boodschap om na 2015 een prioriteit te maken van het onderwijs zodat alle kinderen, waar ze ook wonen, dezelfde kansen hebben om een serene toekomst op te bouwen. En laten we er met zijn allen over waken dat de wereldleiders hun beloftes nakomen door concrete maatregelen te treffen en hen niet laten denken … dat we niet aan de bel zullen blijven trekken!

Anne-Sophie TIRMARCHE ■

13


DeWereld.be // Onderwijs voor duurzame ontwikkeling

Een nieuw decennium Onderwijs voor Duurzame ontwikkeling op duurzame ontwikkeling geëvalueerd en bekijken de deelnemers welke obstakels en pijnpunten het proces van omschakeling naar een duurzame samenleving in de toekomst kunnen bemoeilijken.

In het begin van dit magazine kon je al lezen over het belang van onderwijs en gerichte opleidingen om de nieuwe generaties werknemers klaar te stomen voor de toekomstige uitdagingen waar de wereld voor staat. Zoals de klimaatverandering die ons verplicht om onze levenswijze te herzien. Het sleutelwoord in dit onderwerp is “Duurzaamheid”. Naar aanleiding van het einde van het “VN decennium van Onderwijs voor Duurzame Ontwikkeling” organiseert de UNESCO in november 2014 in en samen met Japan voor de vijfde keer de “UNESCO World Conference on Education for Sustainable Development – Learning Today for a Sustainable Future”, de wereldconferentie over onderwijs voor duurzame ontwikkeling.

Voortbouwend op de stand van zaken en de verklaring van Bonn uit 2009, wil de conferentie de belangrijke rol benadrukken die Onderwijs voor een Duurzame Ontwikkeling (ESD) heeft bij de transitie naar een groenere economie en samenleving. Een goed uitgewerkte ESD kan namelijk als katalysator werken voor sector overschrijdende planning en programma’s op het gebied van klimaatverandering, biodiversiteit en “disaster risk reduction”. Verder zal ook aandacht besteedt worden aan de vraag hoe ESD kan helpen om de soms tegenstrijdige belangen van duurzame ontwikkeling en bepaalde – zowel globale als meer lokale – noden met elkaar te verzoenen. De volgende stap is het formuleren van haalbare doelstellingen voor het nieuwe ESD-traject. Omdat ook de einddatum van de Millenniumdoelstellingen in zicht komt (2015) zal de conferentie vanzelfsprekend ook het belang van ESD voor de nieuwe reeks van ontwikkelingsdoelen benadrukken en concrete bijdragen leveren aan het post2015 agenda voor onderwijs en duurzame ontwikkeling.

Op de conferentie maken de lidstaten van de UNESCO in eerste instantie een stand van zaken op van de voorbije tien jaar. Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk, allerhande initiatieven, netwerken en ideeën die gestimuleerd werden door het Decennium van Onderwijs voor Duurzame ontwikkeling (DESD, Decade of Education for Sustainable Development) wordt de impact ervan

14

Kilian DE JAGER ■

“Milieu-, economische en sociale indicatoren vertellen ons dat ons huidige model van vooruitgang onhoudbaar is. De klimaatverandering vernielt ons pad naar duurzaamheid. We leven in een wereld met steeds meer uitdagingen en steeds beperktere middelen. Duurzame ontwikkeling geeft ons de beste kansen om ons parcours aan te passen.” Secretaris-generaal van de VN Ban Ki-Moon, januari 2012


Evenement DeWereld.be // Op de Agenda

2-9 juli: Animatorcursus A+ Animatorcursus A+ is een cursus van Bizon vzw die zich specifiek richt op +18 jarigen. De organisatie organiseert vakantiekampen en weekends voor kwetsbare jongeren. Mensen met ervaring in het regulier jeugdwerk, met een pedagogische achtergrond, maar ook volslagen leken in het jeugdwerk zijn welkom op die cursus. Doordat de cursus zich richt op “oudere jongeren”, hebben we de ruimte om bepaalde thema's met meer diepgang te behandelen. Maar ook voor -18 jarigen is de cursus absoluut interessant. De enige vereiste: het zien zitten om de bizondere jongeren als animator een prachtig kamp te bezorgen. Waar? Hechtel-Eksel. Georganiseerd door Bizon vzw Voor meer informatie: www.bizonvzw.be/vorming/ animatorcursus-Aplus.php

7-11 juli: Wereldkamp voor jongeren tussen 16 en 25 jaar Wereldburgers in spe: in juli is er een wereldkamp speciaal voor jullie! Vijf dagen denken, dromen en debat. In de voormiddag gaan de deelnemers samen met begeleiders van Broederlijk Delen en VIA Don Bosco dieper in op enkele grote thema’s uit de ontwikkelingssamenwerking. In de namiddag kan de wereldkamper kiezen uit vijf trajecten, waarvan vier inhoudelijke en één sport- en speltraject. Eén traject is speciaal voor de deelnemers aan de inleefreis naar Peru die plaatsvindt tijdens de komende kerstvakantie. Inschrijven is nog mogelijk. Waar? Lichtaart. Georganiseerd door Broederlijk Delen i.s.m. VIA Don Bosco. Voor meer informatie: www.broederlijkdelen.be/doe-mee/wereldkamp

20 september: Familiedag in het kader van het feestjaar voor Don Bosco De salesiaanse beweging in Vlaanderen maakt zich klaar voor een feestjaar naar aanleiding de 200ste verjaardag van de geboorte van hun stichter Don Bosco (1815-1888). Het jubeljaar vindt plaats van 16 augustus 2014 tot 16 augustus 2015. Het internationale startschot wordt gegeven op zaterdag 16 augustus, op een internationale bijeenkomst van salesianen op de Colle Don Bosco nabij Turijn.

In ons land starten de vieringen op 20 september met een familiedag met een aanbod voor jong en oud voor de BelgischNederlandse salesiaanse familie in Don Bosco Zwijnaarde. Een andere blikvanger is het pedagogische congres van Don Bosco Vlaanderen. Daar wordt het nieuwe opvoedingsproject voor alle scholen van Don Bosco, evenals de bijzondere jeugdzorg en de jeugddienst van Don Bosco voorgesteld. Waar? Zwijnaarde. Georganiseerd door Don Bosco Zwijnaarde

Hoofdredacteur: Maud SEGHERS – Eindredacteur: Kilian DE JAGER – Redactieraad: Maud SEGHERS, Katrien DE WILDE, Eric JORIS – Lay-out: Pierre VANDEVIVERE – Druk: GEERS OFFSET, Oostakker Verantwoordlijke uitgever: Albert Van Hecke, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel Is uw adres onjuist of bent u verhuisd? Gelieve dit te melden aan VIA Don Bosco, Adressenadministratie, t.a.v. Jan De Broeck en Peter Goossens, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel. Dat kan ook per telefoon: + 32 (0)2 427 47 20 of per e-mail: viadonbosco@skynet.be. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.

Partners:

Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving

Wilt u ons steunen? VIA Don Bosco Reknr.: 435-8034101-59 IBAN: BE84 4358 0341 0159 BIC: KREDBEBB

Sponsors:

15


Wereldburgerschap en sociale mobiliteit

VIA Don Bosco ondersteunt organisaties in Afrika, AziĂŤ en LatijnsAmerika. Deze zetten in op het verbeteren van de beroeps- en sociale vaardigheden van kansarmen, en hun begeleiding naar de arbeidsmarkt. Via ontwikkelingseducatie slaan we een brug tussen BelgiĂŤ en ons netwerk van partners in het Zuiden. Zo dragen we ertoe bij dat jongeren wereldwijd opgroeien tot wereldburgers. www.viadonbosco.org


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.