3 minute read

Koster Fine Art Gallery

Next Article
Jennifer Tee

Jennifer Tee

Op zijn zestiende wilde Feiko Koster fotograaf worden. Nadat zijn vader, een gepassioneerd hobbyfotograaf, hem uitlegde dat fotografie een hobby was, werd Koster econoom. Nu, decennia later, heeft hij met Koster Fine Art Gallery een gerenommeerde fotogallery en cureert hij fotografietentoonstellingen zoals Fotofestival Naarden en de aankomende Terry O’Neill tentoonstelling in Fotomuseum aan het Vrijthof in Maastricht. Koster over zijn opmerkelijke loopbaan: ‘Op mijn 50e begon het te kriebelen, toen ben ik alsnog naar de fotoacademie gegaan.’

Volgens Koster ontstond zijn passie voor fotografie in de donkere kamer van zijn vader, waar hij als tiener de magie van het ontwikkelen en afdrukken ervoer. Koster: ‘Maar in die tijd luisterde je nog gewoon naar je ouders, dus ging ik braaf economie studeren. Ik kwam in het bankwezen terecht, maar daar was ik niet gelukkig. Na een aantal jaren ging ik interieurarchitectuur en theatervormgeving studeren en zette samen met Jan des Bouvrie een design-discountwinkel op. Dat groeide uit naar interieurarchitectuur en zo richtte ik uiteindelijk de kantoren van EMI, Nike, Reebok, Veronica enzovoorts in. Toen op mijn 50e het fotovirus alsnog toesloeg, ben ik naar de fotoacademie gegaan. Ik heb nog een tijdje zelf gefotografeerd, maar het was met de opkomst van de digitale fotografie ingewikkeld geworden daar nog iets mee te verdienen. Toen ben ik ook foto’s van anderen gaan verkopen. Vervolgens werd ik gevraagd als curator van het Fotofestival Naarden en in 2018 nam ik Eduard Plantings Amsterdamse fotogallery over. Ik was in mijn vroege jaren al geïnteresseerd in fotografen die bands als The Beatles en The Rolling Stones hadden gefotografeerd, dat werk verzamelde ik. Als eigenaar van Planting Gallery kreeg ik plotseling het alleenrecht op verkoop van de celebrityfoto’s van Terry O’Neill in Nederland. Zo kwam ik ook bij het werk van Norman Parkinson en de onlangs overleden Douglas Kirkland, die Marilyn Monroe nog heeft gefotografeerd. Maar Amsterdam was het niet voor mij. Je kon er niet meer parkeren, het was een logistiek drama. Des Bouvrie bood me toen de zolder van het Arsenaal aan. Bezoekers kunnen nu gratis voor de deur parkeren. Amsterdammers zijn er een dagje uit. Mensen vinden het heerlijk.’

Advertisement

Linksboven

Alex Timmermans, Message in a bottle

Rechtsboven Astrid Verhoef, Human Nature

23

Linksonder

Maartje Roos, Lotje

Onder de vele fotografen die Koster vertegenwoordigt licht hij er op deze pagina drie Nederlandse fotografen uit: Astrid Verhoef, Maartje Roos en Alex Timmermans.

Astrid Verhoef

Astrid Verhoef ensceneert scènes die aan het surrealistische grenzen. Door individuen en objecten naar onbekende landschappen te verplaatsen, lijken haar foto’s de omgeving een nieuwe betekenis te geven. Door mens en object naast elkaar te plaatsen, onderzoekt ze identiteit en emotie in relatie tot het contrast tussen de moderne samenleving en natuurlijke ruimtes. Koster: ‘Wat mij aanspreekt is haar eigen signatuur. Ze heeft ook echt een missie. Verhoef wil die connectie met de natuur voelen die je in hier niet kunt voelen, omdat je constant door je telefoon wordt afgeleid. Daarom reist ze naar verlaten gebieden waar je geen verbinding hebt. Daar creëert ze haar beelden. Haar gevoel voor compositie is ongelofelijk. Het zijn echt kunstwerken.’

Maartje Roos

Maartje Roos fotografeert met de blik van 17e-eeuwse schilders. Ze zet het beeld volledig naar haar hand vanuit een bepaald idee.

Koster: ‘Die concepten verschillen sterk. Zo heeft ze nu een serie met uitstervende rassen van gedomesticeerde dieren in Nederland. Dat heeft ze op een bijzondere manier in beeld gebracht. Ze legde ook momenten uit de geschiedenis van bijzondere Nederlanders vast, zoals Mata Hari. Ze heeft een sterke connectie met Friesland. Het werk van Roos is heel eigen, je herkent het direct.’

Alex Timmermans fotografeert met 19e-eeuwse camera’s en maakt zijn eigen glasplaten lichtgevoelig met collodium. Koster: ‘Timmermans noemt zichzelf een alchemist. In die laat 19e-eeuwse camera’s zaten nog geen goede lenzen. Het centrum is scherp, daaromheen gaat het een beetje zweven. Hij zoekt die onvoorspelbaarheid op. Een foto maken kost hem zeker een dag en weken van voorbereiding. De compositie is bewerkelijk en hij moet wachten op het juiste licht. Het is allemaal buitenfotografie en kan dus ook mislukken. Want hij ziet het resultaat pas in de donkere kamer. Momenteel doet hij het ook in kleur. Dat is uniek in zijn oeuvre. De verzamelaars moeten nog even aan deze ontwikkeling wennen, maar het is schitterend werk.’

Koster Fine Art Gallery Het Arsenaal Kooltjesbuurt 1, Naarden-Vesting kosterfineart.com

This article is from: