Reglement voor de verpleegkundige en verzorgende adviesraad (VAR) Vitalis Zorg Groep Februari 2012
1. Begripsbepalingen en doel van de verpleegkundige en verzorgende adviesraad. 1.1 Begrippenkader In dit reglement wordt verstaan onder: a. de onderneming : Vitalis Zorg Groep b. de vertegenwoordiger van de organisatie : Raad van Bestuur voert overleg met de VAR. c. de werknemer : ieder, die krachtens arbeidsovereenkomst werkzaam is in de onderneming. d. de verpleegkundige en en verzorgende : ieder, die als verpleegkundige of verzorgende een opleiding gevolgd heeft van niveau 3 t/m 5. e. de verpleegkundige en verzorgende adviesraad : de door de Raad van Bestuur ingestelde verpleegkundige en verzorgende adviesraad (VAR). f. vergadering van de raad : een bijeenkomst van de verpleegkundige en verzorgende adviesraad. g. raadpleging : het contact van leden van de VAR met de achterban van de raad en/of extern deskundigen. h. plaats van de VAR : een onafhankelijke positie apart van de OR. Plaatsen in de organogram op de rij van clientenraad en OR. 1.2 Doel verpleegkundige en verzorgende adviesraad • Stimuleren van beroepsinhoudelijke ontwikkelingen en hierdoor bijdrage aan verdere profilering en professionalisering van het beroep van verpleegkundige en verzorgende. • Positief beïnvloeden van de kwaliteit van zorg. • Bijdragen aan het korte en lange termijnbeleid van de instelling met accent op en/of consequentie van het verpleegkundig en verzorgend beroep. • Bevorderen van de professionalisering van de beroepsgroep en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheden. 1.3 Wat doet de verpleegkundige en verzorgende adviesraad niet • Uitvoering geven aan adviezen of inhoudelijke zaken. • Adviseren over arbeidsvoorwaarden en individuele belangenbehartiging. 1.4 Werkwijze • Gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan Raad van Bestuur en directeuren. • De VAR dient in concreto gezien te worden als een verpleegkundig en verzorgend adviesorgaan t.a.v. organisatiebeleid binnen de organisatie. 2. Samenstelling en zittingsduur. 2.1 Benoeming. De Raad van Bestuur benoemt de leden van de VAR. 2.2 Voordracht. De benoeming van een lid door de Raad van Bestuur geschiedt op voordracht van de zittende leden van de VAR. 2.3 Samenstelling. Bij de samenstelling dient rekening te worden gehouden met een goede spreiding naar werksoort, niveau, stadsdeel en intra- en extramuraal werkende. De nadruk dient te liggen op het uitvoerende deel van de organisatie. Alleen verpleegkundigen en verzorgenden die werknemer zijn, kunnen participeren in de VAR. Deze verpleegkundigen en verzorgenden kunnen werkzaam zijn binnen alle geledingen in de organisatie. De deelnemers oordelen en handelen op persoonlijke titel op basis van de door haar of hem persoonlijk verworven, specifieke deskundigheid.
2.4 Aantal leden. De VAR bestaat uit 7 leden en ondersteuner vanuit de beleidsstaf. 2.5 Zittingsduur. De benoeming van de leden geschiedt voor een periode van drie jaar. Zij kunnen voor twee aansluitende perioden van drie jaar worden herbenoemd. 3.Middelen 3.1 Middelen De Raad van Bestuur stelt aan de VAR voldoende materiële en immateriële middelen ter beschikking om zijn taken naar behoren te kunnen vervullen. 4. Taken en verantwoordelijkheden. 4.1 Adviseren. De VAR rekent het tot zijn verantwoordelijkheden gedegen en onderbouwde adviezen uit te brengen met betrekking tot de professionele aspecten van de verpleegkundige en verzorgende zorg binnen de doelstelling van de organisatie. Onderwerpen die besproken kunnen worden kunnen zowel door de Raad van Bestuur, directieraad, de achterban als door de maatschappij (klant) aangedragen worden. 4.2 Afbakening. De VAR begeeft zich op afgebakende gebied. De gebieden die voor de adviesraad van essentieel belang zijn, zijn het verpleegkundig en verzorgend handelen en de professionalisering binnen de verpleging en verzorging. Daarnaast kijkt de raad met een verpleegkundig oog naar het algemeen beleid om zodoende vroegtijdig te adviseren over de verpleegkundige en verzorgende consequenties die dat beleid met zich meebrengt. 5. Inrichting van de verpleegkundige en verzorgende adviesraad. 5.1 Voorzitter en secretaris. De VAR benoemt uit zijn eigen midden een voorzitter. 5.2 Vergadering van de verpleegkundige en verzorgende adviesraad. De VAR komt 8x per jaar bijeen om zijn adviezen met betrekking tot de professionele aspecten van de verpleegkundige en verzorgende zorg te bespreken. Duur van een bijeenkomst 2 uur. 5.3 Overlegvergadering. De VAR en de Raad van Bestuur komen 1x per jaar bijeen om de adviezen met betrekking tot de professionele aspecten van de verpleegkundige zorg te bespreken en van gedachte te wisselen. 5.4 Deskundigheid. De leden van de VAR houden hun deskundigheid op peil door het volgen van de ontwikkelingen op het vakgebied van de verpleging en verzorging d.m.v. vakliteratuur, scholing, in- en externe contacten en andere daartoe geëigende middelen. 5.5 Externe deskundigheid. Om gedegen adviezen uit te kunnen brengen heeft de verpleegkundige adviesraad de mogelijkheid om een externe deskundige te raadplegen. 5.6 Informeren. De VAR informeert minimaal éénmaal per jaar zijn achterban over de ontwikkelingen binnen de organisatie op het vakgebied van de verpleging en verzorging. 5.8 Verslaglegging. De VAR brengt jaarlijks, als onderdeel van het jaarverslag van de organisatie, verslag uit van zijn werkzaamheden.
Huishoudelijk reglement verpleegkundige en verzorgende adviesraad. 1. De leden van de VAR benoemen uit hun midden een voorzitter en secretaris. De benoeming geschiedt voor een periode van een jaar en wordt elke eerste vergadering in een nieuw kalenderjaar opnieuw besproken. 2. De voorzitter stelt samen met de secretaris de definitieve agenda voor de vergaderingen samen en zit deze voor. 3. De secretaris zorgt voor de verspreiding van de vergaderstukken onder de leden van de var. 4. Alle post wordt door de secretaris geregeld. 5. De vergaderingen vinden plaats in ĂŠĂŠn van de vergaderzalen van de organisatie. 6. Een van de leden draagt zorg voor de reserveringen van de vergaderruimte. 7. Elke laatste vergadering van het lopende kalenderjaar wordt een planning gemaakt m.b.t. vergaderdata. 8. Er wordt een pm-lijst gemaakt met onderwerpen die nog voor bespreking in aanmerking komen.Minimaal 1x per jaar wordt deze lijst kritisch bekeken. 9. De voorzitter en secretaris dragen zorg voor het stukje in het jaarverslag van de organisatie. 10. In het derde kwartaal van elk jaar wordt de achterban door de VAR geĂŻnformeerd. Hier draagt de voorzitter de eindverantwoording voor. 11. Als er een overlap in de behandeling van onderwerpen met de OR dreigt, neemt de voorzitter van de VAR contact op met de voorzitter van de Centrale OR.