Rentabiliteit- en kostprijsanalyse 2016-2020

Page 1

VLAAMS AGRARISCH CENTRUM Administratie, advies & belangenverdediging voor agrarische ondernemers

Jaarlijkse uitgave - Editie 2021

VAC • Burgemeester Maenhautstraat 44E • 9820 Merelbeke • 09 252 59 19 • vac@vac.eu • www.vac.eu

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020


Inhoud Akkerbouwteelten...............................................................................pag. 5 Ruwvoederteelten............................................................................ pag. 15 Fruitteelten.......................................................................................... pag. 19 Groententeelten................................................................................ pag. 28 Varkenshouderij................................................................................ pag. 35 Melkveehouderij................................................................................ pag. 39 Quick-scan melkvee........................................................................ pag. 44 Vleesveehouderij.............................................................................. pag. 45 Quick-scan vleesvee....................................................................... pag. 49 Geitenhouderij................................................................................... pag. 50 Mestbalans realtime........................................................................ pag. 53 VACcent in 10 vragen...................................................................... pag. 54 VACwerk - dé bedrijfseconomische boekhouding................ pag. 55 Bedrijfseconomisch resultaat.......................................................pag. 57 Landbouwbarometer...................................................................... pag. 60

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 2

Disclaimer Deze publicatie werd met de grootst mogelijke zorg samengesteld en kan louter dienstig zijn als richtlijn of ten titel van inlichting. Het raadplegen of het gebruik van deze publicatie ontslaat de gebruiker geenszins van diens verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Noch het VAC noch de auteurs kunnen op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld door de gebruiker van deze publicatie. Vermenigvuldiging en/of overname van gegevens zijn toegestaan mits de bron expliciet vermeld wordt: "Rentabiliteits- en kostprijsanalyse' - Vlaams Agrarisch Centrum - Merelbeke VU: Danny Vandebeeck - Burgemeester Maenhautstraat 44E - 9820 Merelbeke


Voorwoord Geachte lezer De 5de editie van het “Rentabiliteits- en kostprijsanalyse” uitgegeven door het Vlaams Agrarisch Centrum is er weer. Deze lustrumeditie staat bol met cijfers en grafieken over de vele sectoren die de landbouw rijk is. Twee of meer sectoren komen samen in de agrarische ondernemingen en vormen uiteindelijk het bedrijfsinkomen. Daarom is deze brochure uniek in zijn soort. Het geeft inzicht in de rendabiliteit van de verschillende sectoren meestal afkomstig van cijfermateriaal van gemengde bedrijven. Het stelt de agrarische ondernemer in de mogelijkheid om de bedrijfsvoering te toetsen en de mogelijkheden te ontdekken in de andere sectoren. Het cijfermateriaal is gebaseerd op de data van het VAC-landbouwboekhoudprogramma VACWERK. Dit uitgangsmateriaal werd aangevuld en getoetst aan de bestaande openbaar gestelde data. Per sector wordt de methodiek verklaard. Iedere (agrarische) ondernemer stelt zich tot doel het grootst mogelijk rendement te halen op het geïnvesteerd kapitaal. Vergelijkend cijfermateriaal is belangrijk om het bedrijf te sturen en de rentabiliteit te verhogen. Dit naslagwerk kan een bijdrage leveren voor het maken van berekeningen, evaluaties en begrotingen. Het interpreteren van de cijfers is belangrijk. U moet de cijfers zien als een richtlijn en een tendens binnen een bepaalde sector. Afhankelijk van de actuele bedrijfssituatie, de marktwerking en de normen, kunnen de cijfers opgenomen worden in de managementplanning van het individueel bedrijf. Graag bieden we deze editie aan onze relaties betrokken in de agrarische wereld. Het VAC heeft een uitgebreid netwerk van experts en zakenpartners opgebouwd. Samen met onze relaties kunnen we de agrarische ondernemers met de best mogelijke adviezen en dienstverlening bijstaan. Elk van onze relaties dragen zorg voor de man en vrouw achter de agrarische onderneming. Eenieder beseft dat achter de cijfers mensen staan van vlees en bloed met hun eigen tekortkomingen maar ook met succesverhalen. Dit betekent veel voor onze werking. De mens achter het dossier is minstens zo belangrijk als het dossier. Deze houding vraagt veel energie en inspanning van het VAC en haar medewerkers. Tevens is het onze drive om ons uniek ondernemersmodel voortdurend te verbeteren en te professionaliseren.

We bieden u met fierheid deze lustrumeditie aan.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 3

We mogen getuigen dat deze houding wederzijds respect afdwingt. De schouderklopjes die we mogen ontvangen zijn welgemeend waarvoor onze dank.


Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 4


Akkerbouwteelten

Het gaat hierbij zowel om bedrijven gespecialiseerd in akkerbouw als om gemengde bedrijven die akkerbouw combineren met tuinbouw en/of veeteelt. De akkerbouwbedrijven met bio-teelten zijn tevens opgenomen in de cijfergegevens.

Methodiek De gemiddelden zijn berekend per kengetal waardoor de bedragen afwijken van het rekenkundig resultaat. Gemiddelden zijn bruikbaar voor het aantonen van een tendens en kunnen niet als absoluut beschouwd worden. Het arbeidsinkomen is het resultaat van de omzet vermindert met de variabele en structurele kosten. Wanneer we schrijven over opbrengsten bedoelen we de kg opbrengsten. Wanneer we schrijven over omzet, bedoelen we de financiële opbrengsten. Opbrengst = kg / Omzet = euro De omzet is samengesteld uit de verkoop van het hoofdproduct, de verkoop van het bijproduct en voorraadwijzigingen. De perceelsgebonden subsidies worden niet opgenomen in

Aardappelen De omzet van aardappelen zijn sterk marktgevoelig. Het schommelend areaal, volgend op een goed jaar, en schommelden opbrengsten zijn hier debet aan. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €5109 per ha. De schomme-

de resultatenrekening.

OPPERVLAKTE (HA)

GEWAS

De variabele kosten zijn kosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de opbrengsten. Ze zijn samengesteld uit de kosten voor zaad en pootgoed, de gewasbeschermingsmiddelen, de meststoffen, het loonwerk, de diverse directe teeltkosten en energie. De structurele kosten hebben geen invloed op de opbrengst. Deze bestaan uit grondlasten, pacht, onderhoud machines en gebouwen, afschrijvingen, toegerekende rentes en algemene kosten zoals verzekeringen, enz.

aardappelen (geplande oogst vanaf 1/9)

46157

aardappelen (geplande oogst voor 1/9)

7119

aardappelen (pootgoed)

1470

boekweit

16

brouwgerst

17

triticale

1877

wintergerst

14779

winterhaver

141

winterrogge

315

spelt

1216

wintertarwe

58480

De vaste kosten zijn niet per teelt toegewezen maar wel per bedrijfstak, ttz akkerbouw.

zomergerst

1375

zomerhaver

308

zomerrogge

28

Alle cijfers zijn uitgedrukt per ha.

zomertarwe

790

cichorei (inuline)

1693

Evolutie

cichorei (koffiesurrogaat)

De akkerbouwgewassen nemen ca 208.799 ha van het landbouwareaal in beslag. Dit is 33% van het Vlaamse landbouwareaal. De grootste groep akkerbouwgewassen zijn de granen, inclusief korrelmais.

12

suikerbieten

18856

Totaal

154649

Na 2019 werd ook 2020 getroffen door een ernstige droogte. De droogte van maart – september 2020 werd erkend als landbouwramp. Vanaf deze editie worden de cijfers voor de teelt van chicorei opgenomen in de analyse.

Productiviteit kg per ha 55000 50000 45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 2016

2017

2018

2019

2020

% variabele kosten van de omzet

49%

% structurele kosten van de omzet

23%

schommeling omzet

119%

schommeling opbrengst

163%

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 5

De analyse gebeurt voor bedrijven met akkerbouwgewassen welke voor de bedrijfseconomische boekhouding beroep doen op het VACwerk programma van het VAC.


ling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet bedraagt ca 19%. De schommeling tussen de jaren met de hoogste opbrengst en de laagste opbrengst bedraagt ca 63%. Dit toont aan dat de aardappelteelt een sterk prijsgevoelige en opbrengstgevoelige teelt is met weinig voorspelbare elementen.

de structurele kosten en zijn tevens volatiler.

de gewasbeschermingsmiddelen zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 63%.

De kosten voor zaad- en pootgoed en

Euro per 100 kg 19 17 15

De droogte van 2020 veroorzaakt een lagere opbrengst dan verwacht. De impact ervan is hoger dan de droogte van 2019. Uit de financiële kengetallen kunnen we opmaken dat de impact van de variabele kosten op de omzet relatief gering is. De invloed van de markt weegt zwaarder door. De variabele kosten zijn fluctuerend omwille van de prijs van het pootgoed, ook hier is het areaal de bepalende factor en de ziektedruk (bestrijdingsmiddelen) door de weersomstandigheden.

13 11 9 7 5 2016

2017

2018

Euro per 100 kg

2019

2020

Lineair (Euro per 100 kg)

Financiële kengetallen 6000 5000 4000 3000 2000

De structurele kosten fluctueren minder aangezien in ons cijfermateriaal het areaal redelijk constant blijft.

1000 0 2016

2017

totaal bruto omzet structurele kosten

De variabele kosten stijgen sterker dan

2018

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020

bruto marge

Evolutie kosten

Samenstelling variabele kosten

3300

5% 4%

35%

16%

zaad en pootgoed meststoffen gewasbescherming loonwerk

28%

12%

diverse teeltkosten energie

2800 2300 1800 1300 800 300 2016

2017

2018

variabele kosten

2019

2020

structurele kosten

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

totaal bruto omzet

5433

4569

4938

5409

5194

5109

2

-4

bruto-omzet hoofdproduct

5433

4569

4938

5409

5120

5094

1

-5

variabele kosten

1761

2248

1732

2791

2541

2215

15

-9

zaad en pootgoed

584

754

836

1024

845

809

5

-17

meststoffen

191

298

262

302

283

267

6

-6

gewasbescherming

583

512

602

794

803

659

22

1

loonwerk

346

364

362

388

410

374

10

6

diverse teeltkosten

58

65

89

111

151

95

59

36

energie

118

101

106

183

115

125

-8

-37

bruto marge

3671

2565

3306

2584

1995

2824

-29

-23

structurele kosten

945

1125

969

1148

1205

1078

12

5

arbeidsinkomsten

2820

1315

1966

1426

1155

1736

-33

-19

kg opbrengst

31484

51450

34890

43158

42580

40712

5

-1

17

9

14

13

12

13

-6

-3

AARDAPPELEN

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 6

euro per 100 kg


Suikerbieten De omzet van de suikerbieten is onderhevig aan de suikerprijs en het suikergehalte. Het verschil tussen de hoogste omzet en laagste omzet bedraagt 28% terwijl het verschil tussen de hoogste en laagste opbrengst 11% bedraagt. De opbrengstschommeling is constant.

% variabele kosten van de omzet

56%

% structurele kosten van de omzet

40%

schommeling omzet

128%

schommeling opbrengst

111%

Productiviteit kg per ha

Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €2489. De omzet in 2020 was 9% hoger dan het vijfjarige gemiddelde. De variabele kosten stegen tot 11% boven het vijfjarig gemiddelde. De prijsvorming is verbeterd en bedroeg in 2020 +4% van het vijfjarige gemiddelde. De productiviteit is overschrijdt de grens van 85 ton per ha. De variabele kosten ca 56% bedragen van de gerealiseerde omzet. Het aandeel variabele kosten overschrijdt de norm van 50%.

88000 86000 84000 82000 80000 78000 76000 74000 72000 2016

3,50

2017

2018

2019

2020

Euro per 100 kg

3,00

2,50

2,00 2016

De structurele kosten blijven stabiel tgv van het stabiele areaal en de stabiele opbrengsten.

2017 Euro per 100 kg

2018

2019 2020 Lineair (Euro per 100 kg)

Financiële kengetallen 3000

De kosten voor het loonwerk en de gewasbeschermingsmiddelen zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 59%.

2500 2000 1500 1000 500 0 2016

2017

totaal bruto omzet structurele kosten

2018

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020

bruto marge

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

totaal bruto omzet

2191

2430

2323

2801

2702

2489

9

-4

bruto-omzet hoofdproduct

2191

2420

2323

2784

2547

2453

4

-9

variabele kosten

1143

1224

1436

1479

1514

1359

11

2

zaad en pootgoed

251

259

264

265

264

261

1

0

meststoffen

189

196

212

200

175

194

-10

-13

gewasbescherming

307

321

359

384

430

360

19

12

loonwerk

385

415

538

448

460

449

2

3

diverse teeltkosten

11

10

13

15

20

14

45

33

energie

99

103

112

99

91

101

-10

-8

bruto marge

1049

1205

888

1322

1093

1111

-2

-17

structurele kosten

1320

984

986

935

831

1011

-18

-11

arbeidsinkomsten

-271

449

163

382

262

197

33

31

80500

84500

77840

85492

86550

82976

4

1

2.72

2.86

2.98

3.26

2.94

2.96

0

-10

SUIKERBIETEN

kg opbrengst euro per 100 kg

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 7

-500


Evolutie kosten

Samenstelling variabele kosten

1700 1500 1300 1100 900 700 500 300

7% 1%

19% zaad en pootgoed meststoffen 14%

gewasbescherming loonwerk diverse teeltkosten

2016

2017

2018

2019

variabele kosten

26%

33%

2020

energie

structurele kosten

Cichorei Het areaal cichorei is constant en bedraagt ca 1700 ha. Het verschil tussen de hoogste omzet en laagste omzet bedraagt 32% terwijl het verschil tussen de hoogste en laagste opbrengst 26 % bedraagt. De prijsvorming is constant. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet€2819. De omzet in 2020 was 12% lager dan het vijfjarige gemiddelde. De variabele kosten daalden eveneens met 9% tov het vijfjarig gemiddelde. De prijsvorming is constant. De rentabiliteitswinsten kunnen gehaald worden op de verhouding opbrengst en inzet variabele kosten. De productiviteit nadert de grens van 50 ton per ha. De variabele kosten ca 41% bedragen van de gerealiseerde omzet. Het aandeel variabele kosten blijft onder de norm van 50%. Er wordt geen zaadgoed gekocht.

% variabele kosten van de omzet

41%

% structurele kosten van de omzet

42%

schommeling omzet

132%

schommeling opbrengst

126%

Productiviteit kg per ha 60000 55000 50000 45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 2016

2017

2018

2019

2020

Euro per 100 kg 7 7 6 6 5 5 4 2016

2017

2018

Euro per 100 kg

2019

2020

Lineair (Euro per 100 kg)

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

totaal bruto omzet

3253

3200

2612

2562

2470

2819

-12

-4

bruto-omzet hoofdproduct

3253

3200

2612

2562

2470

2819

-12

-4

variabele kosten

1098

1152

1167

1107

1002

1105

-9

-9

meststoffen

175

145

137

141

145

149

-2

3

gewasbescherming

350

421

400

372

359

380

-6

-3

loonwerk

330

355

303

362

353

341

4

-2

diverse teeltkosten

170

185

165

164

0

137

-100

-100

energie

96

98

102

105

97

100

-3

-8

bruto marge

2255

2037

1568

1485

1406

1750

-20

-5

structurele kosten

1168

1089

1056

1034

1042

1078

-3

1

arbeidsinkomsten

1142

945

745

845

409

817

-50

-52

47872

54600

49750

53210

43489

49784

-13

-18

7

6

5

5

6

6

0

18

CICHOREI

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 8

kg opbrengst euro per 100 kg


Financiële kengetallen

De structurele kosten blijven stabiel tgv van het stabiele areaal en de stabiele opbrengsten.

3500 3000 2500 2000

De kosten voor het loonwerk en de gewasbeschermingsmiddelen zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 65%.

1500 1000 500 0 2016

2017

totaal bruto omzet structurele kosten

2018

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020

Samenstelling variabele kosten

bruto marge

9%

Evolutie kosten

14%

12%

1300 1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300

meststoffen gewasbescherming loonwerk diverse teeltkosten

34%

31%

2016

2017

2018

2019

variabele kosten

energie

2020

structurele kosten

Granen Wintertarwe , wintergerst en korrelmais zijn de voornaamste graangewassen. Het areaal spelt blijft in stijgende lijn gaan.

Wintertarwe

De prijsvorming in de granen is sterk afhankelijk van de vraag (veevoeding) en de samenstelling van de voeders. Het verschil tussen de hoogste omzet en laagste omzet bedraagt 52% terwijl het verschil tussen de hoogste en laagste opbrengst 15% bedraagt. De verschillen zijn gestabiliseerd. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €1765 waarvan ca 12% het stroverkoop deel van uit maakt. De omzet is in 2020 13% hoger dan het vijfjarig gemiddelde.

Productiviteit kg per ha 9400 9200 9000 8800 8600 8400 8200 8000 7800 7600 7400 7200 2016

25

2017

2018

2019

2020

Euro per 100 kg

20 15 10 2016

2017

2018

Euro per 100 kg

De productiviteit stijgt licht naar 8600 kg.

2019

2020

Lineair (Euro per 100 kg)

Financiële kengetallen

De prijsvorming is sterk verbeterd ten gevolge van de lagere wereldopbrengsten en de hogere vraag. De variabele kosten bedragen ca 44% bedragen van de gerealiseerde omzet. De variabele kosten zijn gedaald tov vorig jaar. Vooral het kunstmestgebruik is gedaald.

2500 2000 1500 1000 500 0 -500

2016

2017

2018

totaal bruto omzet

variabele kosten

structurele kosten

arbeidsinkomen

2019 bruto marge

2020

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 9

De omzet van de teelt wintertarwe is onderhevig geworden aan sterkere wereldmarktschommelingen.


2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

totaal bruto omzet

1337

1543

1922

2032

1990

1765

13

-2

bruto-omzet hoofdproduct

1263

1352

1620

1744

1851

1566

18

6

bruto-omzet bijproduct

74

251

298

289

169

216

-22

-42

variabele kosten

773

821

857

962

880

859

2

-9

zaad en pootgoed

126

111

113

115

110

115

-4

-4

meststoffen

165

155

162

172

161

163

-1

-6

gewasbescherming

237

232

253

262

278

252

10

6

loonwerk

235

229

258

269

245

247

-1

-9

diverse teeltkosten

9

8

12

15

13

11

14

13

energie

34

33

59

51

61

48

28

20

bruto marge

564

792

1033

1165

1148

940

22

-1

structurele kosten

722

726

654

709

651

692

-6

-8

arbeidsinkomsten

-157

61

402

464

500

254

97

8

kg opbrengst

8006

8490

8392

9224

9163

8655

6

-1

euro per 100 kg

15.78

15.92

19.30

18.91

20

18

12

7

WINTERTARWE

De verhouding tussen de verschillende componenten van de variabele kosten blijft stabiel. De kosten voor het loonwerk en de gewasbeschermingsmiddelen zijn de zwaartse uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 60 %.

Evolutie kosten 1000 900 800 700 600 500 400 300 2016

2017

2018

2019

variabele kosten

2020

structurele kosten Samenstelling variabele kosten 1%

% variabele kosten van de omzet

44%

% structurele kosten van de omzet

33%

schommeling omzet

152%

6%

14% zaad en pootgoed meststoffen gewasbescherming 19%

30%

schommeling opbrengst

115%

30%

loonwerk diverse teeltkosten energie

Productiviteit kg per ha

Wintergerst De omzet van wintergerst is in 2020 2% hoger dan in 2019. Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 10

Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €1557. Het verschil tussen de hoogste omzet en laagste omzet bedraagt 33% terwijl het verschil tussen de hoogste en laagste opbrengst 23% bedraagt.

9500 9000 8500 8000 7500 7000 6500 6000 5500 5000 2016

20

2017

2018

2017

2018

2019

2020

Euro per 100 kg

18 16 % variabele kosten van de omzet

48%

% structurele kosten van de omzet

34%

12

schommeling omzet

133%

10

schommeling opbrengst

117%

14

2016

Euro per 100 kg

2019 Lineair (Euro per 100 kg)

2020


2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

totaal bruto omzet

1337

1475

1780

1580

1611

1557

3

2

bruto-omzet hoofdproduct

1263

1288

1543

1378

1485

1391

7

8

bruto-omzet bijproduct

74

129

206

212

143

153

-6

-33

variabele kosten

773

689

838

766

778

769

1

2

zaad en pootgoed

126

125

143

107

107

122

-12

0

meststoffen

165

126

143

109

140

137

2

28

gewasbescherming

237

219

236

234

232

232

0

-1

loonwerk

235

201

236

222

234

226

4

5

diverse teeltkosten

9

5

4

4

2

5

-58

-50

energie

35

37

77

89

67

58

15

-11

bruto marge

564

615

870

816

833

740

13

2

structurele kosten

632

632

513

667

543

597

-9

-19

arbeidsinkomsten

-68

164

416

184

287

197

46

56

kg opbrengst

8159

8549

8245

8978

7685

8323

-8

-14

15

15

19

15

19

17

16

26

WINTERGERST

euro per 100 kg

De productiviteit is gedaald met 8% tov het vijfjarig gemiddelde ne 14% lager dan vorig jaar. De variabele kosten bedragen ca 48% bedragen van de gerealiseerde omzet. Dit is vergelijkbaar met de wintertarwe. De variabele kosten zijn gestegen tov van het vorige jaar en het vijfjarig gemiddelde voornamelijk ten gevolge van de hogere kosten voor het kunstmestgebruik.

Financiële kengetallen 2000 1500 1000 500 0 -500

2016

2017

totaal bruto omzet structurele kosten

2018

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020

bruto marge

Evolutie kosten 900 800 700 600 500 400 300 2016

2017

2018

variabele kosten

2019

2020

structurele kosten

Samenstelling variabele kosten 1%

7% 16%

zaad en pootgoed meststoffen gewasbescherming loonwerk

17%

29%

diverse teeltkosten energie

30%

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 11

De kosten voor de gewasbeschermingsmiddelen en het loonwerk zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 59%.


Triticale De omzet van triticale die sinds 2017 sterk hersteld was, is in 2020 weer flink gedaald. Hierdoor noteren we een omzetdaling van 2% tov van het vijfjarige gemiddelde en zelfs 31% tov vorig jaar. De daling zou zijn oorzaak vinden in de daling van de verkoop van het stro. Waarschijnlijk wordt het stro meer gebruik voor inzet op eigen bedrijf en bodemverbetering. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €1158. Het verschil tussen de hoogste omzet en laagste omzet bedraagt het dubbel terwijl het verschil tussen de hoogste en laagste opbrengst 35% bedraagt. De productiviteit is gestegen en bedraagt 12% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. De variabele kosten bedragen ca 79% bedragen van de gerealiseerde omzet.

componenten van de variabele kosten blijft stabiel. De kosten voor de gewasbescherProductiviteit kg per ha 9000 8500 8000 7500 7000 6500 6000 5500 5000 2016

19

% variabele kosten van de omzet

79%

% structurele kosten van de omzet

39%

schommeling omzet

204%

schommeling opbrengst

135%

2017

2018

2019

2020

Euro per 100 kg

17 15 13 11 9 7 5

2016

De variabele kosten zijn stijgend. De stijging van de variabele kosten is nefast voor de rentabiliteit van de teelt. De verhouding tussen de verschillende

mingsmiddelen en het loonwerk zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 62%.

2017

2018

Euro per 100 kg

2019

2020

Lineair (Euro per 100 kg)

Financiële kengetallen 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 -200

2016

2017

2018

2019

totaal bruto omzet

variabele kosten

structurele kosten

arbeidsinkomen

2020

bruto marge

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

totaal bruto omzet

806

955

1250

1644

1136

1158

-2

-31

bruto-omzet hoofdproduct

688

748

1074

1395

1120

1005

11

-20

bruto-omzet bijproduct

246

199

355

302

16

224

-93

-95

variabele kosten

709

746

821

832

893

800

12

7

zaad en pootgoed

106

121

127

156

165

135

22

6

meststoffen

152

124

128

92

93

118

-21

1

gewasbescherming

159

161

155

207

200

176

13

-3

loonwerk

232

279

288

341

371

302

23

9

diverse teeltkosten

15

18

16

6

13

15

-14

-7

energie

22

24

33

35

37

30

23

6

bruto marge

473

588

837

825

325

610

-47

-61

structurele kosten

399

426

478

488

438

446

-2

-10

arbeidsinkomsten

178

191

349

337

-102

191

-154

-130

kg opbrengst

6249

7488

7257

8292

8450

7547

12

2

euro per 100 kg

11.01

9.99

14.80

16.82

13

13

0

-21

TRITICALE

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 12


Evolutie kosten

Samenstelling variabele kosten

1000 900 800 700 600 500 400 300

4%

2%

17% 39% zaad en pootgoed meststoffen gewasbescherming

15%

loonwerk diverse teeltkosten

2016

2017

2018

variabele kosten

2019

23%

2020

energie

structurele kosten

Korrelmais

Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €1528 De productiviteit is 5% lager dan het vijfjarig gemiddelde. De opeenvolgende droge jaren veroorzaken een productiviteitsdaling. Het verschil tussen de hoogste omzet en laagste omzet bedraagt 65% terwijl het verschil tussen de hoogste en laagste opbrengst 36% bedraagt. De variabele kosten bedragen ca 49% bedragen van de gerealiseerde omzet.

% variabele kosten van de omzet

49%

% structurele kosten van de omzet

48%

schommeling omzet

165%

schommeling opbrengst

136%

Productiviteit kg per ha 13000 12000 11000 10000 9000 8000 7000 6000 5000 2016 20

De variabele kosten zijn stijgend. De verhouding tussen de verschillende componenten van de variabele kosten blijft stabiel. De kosten voor het zaadgoed en het loonwerk zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 55%.

2017

2018

2019

2020

Euro per 100 kg

18 16 14 12 10 2016

2017 Euro per 100 kg

2018 2019 Lineair (Euro per 100 kg)

2020

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

totaal bruto omzet

1544

1946

1179

1491

1479

1528

-3

-1

bruto-omzet hoofdproduct

1544

1946

1179

1491

1479

1528

-3

-1

variabele kosten

622

723

684

725

729

697

5

1

zaad en pootgoed

170

185

168

174

171

174

-1

-2

meststoffen

103

96

98

111

115

105

10

4

gewasbescherming

125

116

134

127

115

123

-7

-9

loonwerk

222

206

212

222

245

221

11

10

diverse teeltkosten

3

6

4

7

9

6

55

29

energie

59

60

69

71

64

65

-1

-10

bruto marge

918

1006

495

767

765

790

-3

0

structurele kosten

658

706

742

711

706

705

0

-1

arbeidsinkomsten

249

286

-246

55

75

84

-11

36

12035

12337

9096

10674

10330

10894

-5

-3

13

16

13

14

14

14

2

2

KORRELMAÏS

kg opbrengst euro per 100 kg

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 13

De omzet van de korrelmais is in 2020 nog iets lager dan het vijfjarig gemiddelde.


Financiële kengetallen 2500 2000 1500 1000 500 0 2016

-500

2017

2018

totaal bruto omzet structurele kosten

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020

bruto marge

Evolutie kosten 760 740 720 700 680 660 640 620 600 580 560 2016

2017

2018

variabele kosten

2019 structurele kosten

Samenstelling variabele kosten 9% 1% 25%

zaad en pootgoed meststoffen

32% 15%

gewasbescherming loonwerk diverse teeltkosten

18%

energie

2020

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 14


Ruwvoederteelten Evolutie

DETAIL GEWAS

De ruwvoederteelten nemen in 2020 meer dan 351.317 ha of ca 56% van het landbouwareaal in beslag. De grootste groep ruwvoedergewassen wordt gevormd door de graslanden. Het areaal voedergewassen is met 1.5% gedaald ten opzichte van 2019.

Methodiek De analyse gebeurt voor bedrijven met ruwvoedergewassen welke voor de bedrijfseconomische boekhouding beroep doen op het VACwerk programma van het VAC. Het gaat hierbij zowel om bedrijven gespecialiseerd in melkvee of vleesvee als om gemengde bedrijven die veeteelt combineren met akkerbouw of tuinbouw.

2016

2017

2018

2019

2020

weiden

223906

219504

223144

224541

221389

maïs

117485

120043

125159

122281

125231

4957

4799

4506

4623

4697

andere voedergewassen

De gemiddelden zijn berekend per kengetal waardoor de bedragen afwijken van het rekenkundig resultaat. Gemiddelden zijn bruikbaar voor het aantonen van een tendens en kunnen niet als absoluut beschouwd worden.

bewaringsmiddelen, plastiek enz. De structurele kosten hebben geen invloed op de opbrengst. Deze bestaan uit grondlasten, pacht, onderhoud machines en gebouwen, afschrijvingen, toegerekende rentes en algemene kosten zoals verzekeringen, taksen enz.

De variabele kosten zijn kosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de opbrengsten. Ze zijn samengesteld uit de kosten voor zaad en pootgoed, de gewasbeschermingsmiddelen, de meststoffen, het loonwerk, energie en de diverse directe teeltkosten. De diverse andere teeltkosten zijn o.a.

De vaste kosten zijn niet per teelt toegewezen maar wel per bedrijfstak, ttz rundveehouderij. Alle cijfers zijn uitgedrukt per ha.

Grasland Voor grasland dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen intensief productieve weiden (in dit artikel tijdelijk grasland genaamd) en de blijvende weiden.

Blijvende weilanden De kosten voor de blijvende weiden zijn gedaald tov van het vorig jaar. Hogere herstellingsingrepen in 2019 zijn debet aan de daling. Het aandeel kunstmeststoffen is dalend. Samenstelling variabele kosten

Evolutie variabele kosten

14%

300 250

5%

4% 28%

200 150 100 50

4%

0 2016 zaad en pootgoed loonwerk

2017

2018

2019

meststoffen diverse teeltkosten

2020

zaad en pootgoed gewasbescherming diverse teeltkosten

gewasbescherming energie

meststoffen loonwerk energie

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

402

405

489

598

483

475

2

-19

21

45

33

47

25

34

-27

-47

158

125

137

150

137

141

-3

-9

7

10

12

19

17

13

31

-11

loonwerk

190

192

212

268

215

215

0

-20

diverse teeltkosten

23

22

22

22

21

22

-5

-5

energie

72

78

74

92

68

76

-12

-27

WEIDEN variabele kosten zaad en pootgoed meststoffen gewasbescherming

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 15

45%


Tijdelijke graslanden De kosten voor het tijdelijk grasland liggen in 2020 6% lager dan in 2019 en 9% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. Het is een tendens om grasland tijdig te hernieuwen deels om de kwaliteitstoetsing te doorstaan, deels om te ontsnappen aan het begrip permanent grasland. Samenstelling variabele kosten

Evolutie variabele kosten 300

12%

250

11%

3%

200 150

25%

47%

100 50

2%

0 2016

2017

zaad en pootgoed loonwerk

2018

2019

meststoffen diverse teeltkosten

2020

zaad en pootgoed gewasbescherming diverse teeltkosten

gewasbescherming energie

meststoffen loonwerk energie

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

variabele kosten

356

359

492

505

475

437

9

-6

zaad en pootgoed

44

62

48

62

52

54

-3

-16

meststoffen

93

144

134

105

119

119

0

13

gewasbescherming

3

4

12

3

8

6

28

154

202

263

204

242

226

227

-1

-7

diverse teeltkosten

11

24

19

18

12

17

-26

-31

energie

73

77

75

75

58

72

-19

-22

TIJDELIJK GRASLAND

loonwerk

Silomais De kosten voor silomais zijn t.o.v. het vijfjarig gemiddelde met 5% gestegen. De grootste stijging situeert zich in de energie en het zaadgoed. Er wordt meer aandacht besteed aan de bewaring van de kuilen. Dit verklaart de stijging van de diverse teeltkosten. Samenstelling variabele kosten

Evolutie variabele kosten

5%

450 400 350 300 250 200 150 100 50 0

8%

20%

11%

44%

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 16

2016 2017 zaad en pootgoed loonwerk

2018 meststoffen diverse teeltkosten

2019 2020 gewasbescherming energie

12%

zaad en pootgoed gewasbescherming diverse teeltkosten

meststoffen loonwerk energie

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

variabele kosten

866

867

842

920

933

886

5

1

zaad en pootgoed

179

176

167

183

188

179

6

3

meststoffen

126

117

117

89

101

110

-8

14

gewasbescherming

116

116

107

112

115

113

1

2

loonwerk

414

406

418

403

414

411

1

3

diverse teeltkosten

31

26

34

48.

44

37

20

-8

energie

77

72

78

86

71

77

-8

-18

SILOMAIS


Voederbiet De kosten van de voederbietenteelt zijn t.o.v. het vijfjarig gemiddelde met 4% gestegen. De grootste stijging situeert zich in de diverse teeltkosten (bewaring) en zaadgoed. Samenstelling variabele kosten

Evolutie variabele kosten 700

1%

5%

600

20%

500 400 37%

300

10%

200 100 0

27%

2016

2017

zaad en pootgoed loonwerk

2018

2019

meststoffen diverse teeltkosten

2020

zaad en pootgoed gewasbescherming diverse teeltkosten

gewasbescherming energie

meststoffen loonwerk energie

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

1454

1219

1504

1540

1501

1444

4

-3

zaad en pootgoed

314

275

283

273

303

290

5

11

meststoffen

207

105

155

129

155

150

3

20

gewasbescherming

388

398

415

383

401

397

1

5

loonwerk

541

548

566

639

550

569

-3

-14

diverse teeltkosten

5

4

7

23

15

11

38

-35

energie

81

78

79

93

77

81

-5

-17

VOEDERBIETEN variabele kosten

Klaver De kosten voor de ruwvoederproductie uit klaver en gras-klaver bedragen gemiddeld ca €461. Ook bij deze teelt is de loonwerkkost de hoogste kost. De kosten zijn in 2020 gestegen met 6% tov het vijfjarig gemiddelde.

Samenstelling variabele kosten

Evolutie variabele kosten

12%

16%

300 250

3%

200

13%

150

2%

100 50 2016 2017 zaad en pootgoed loonwerk

2018 meststoffen diverse teeltkosten

2019 2020 gewasbescherming energie

zaad en pootgoed gewasbescherming diverse teeltkosten

meststoffen loonwerk energie

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

variabele kosten

379

398

558

483

487

461

6

1

zaad en pootgoed

66

46

78

47

60

59

1

28

meststoffen

36

45

86

42

62

54

15

48

gewasbescherming

9

4

11

29

8

12

-31

-71

loonwerk

261

275

270

265

260

266

-2

-2

diverse teeltkosten

12

15

19

15

16

15

4

7

energie

88

89

94

85

80

87

-8

-6

KLAVER

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 17

54%

0


Luzerne De kosten voor de ruwvoederproductie uit luzerne bedragen gemiddeld €511. Hiervan beslaan de loonwerkkosten het grootste deel. 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

Samenstelling variabele kosten

Evolutie variabele kosten

6% 11%

21%

46%

14% 2%

2016 2017 zaad en pootgoed loonwerk

2018 meststoffen diverse teeltkosten

2019 2020 gewasbescherming energie

zaad en pootgoed gewasbescherming diverse teeltkosten

meststoffen loonwerk energie

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

variabele kosten

553

676

606

543

511

578

-12

-6

zaad en pootgoed

179

181

155

75

105

139

-24

39

meststoffen

52

51

83

75

72

66

8

-4

gewasbescherming

17

19

12

13

12

14

-17

-5

loonwerk

243

248

270

288

234

257

-9

-19

diverse teeltkosten

33

33

52

55

55

45

21

1

energie

37

34

36

36

33

35

-6

-9

LUZERNE

Sorghum Een of hét antwoord klimaatwijziging

op

de

Rundveehouders zijn op zoek naar alternatieve ruwvoedergewassen die bestand zijn tegen de droogte en die vergelijkbare opbrengsten kunnen opleveren. In 2020 werd er 143 ha sorghum ingezaaid.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 18

Voedersorghum is een laag gewas met dikke pluim en wordt gehakseld, vergelijkbaar met maïs. Sorghum is van origine een tropische plant. De plant verdraagt geen vorst en gedijt bij een bodemtemperatuur >12°C. Sorghum stoelt uit en heeft geen kolf maar een pluim. Het wortelstelsel is dieper en verspreidt zich meer dan het wortelstelsel van maïs. De beginontwikkeling is traag waarbij voldoende vocht ter beschikking moet zijn om het kiemproces te activeren. De plant is droogtetoleranter dan maïs. Er is minder evaporatie door de aangepaste waslaag en bladopvouw, uitgebreider wortelgestel en uitstellen van de bloei en kolfzetting tijdens droogteperiode. Waterbehoefte bedraagt ongeveer 1,5 tot 2 mm per dag voor en 3-4 mm per dag na het sluiten van de rijen. Sorghum kan geteeld worden op alle bodemtypes en bodemtexturen waar

mais goed kan geteeld worden. Het zaaibed dient druimelig, egaal te zijn en dit voor een snelle opwarming De plant vraagt eerder een hoge pH; 5,5 à 7 (pH KCl) Daar sorghum vorstgevoelig is wordt aanbevolen te zaaien rond half mei bij een bodemtemperatuur rond de 12°-14° C. Sorghum wordt gezaaid aan 200 tot 250 000 pl/ha met een zaaidiepte van 3 à 4 cm al naar gelang het ras -hybride. De bietenzaaimachine of maiszaaimachine wordt uitgerust met sorghumschijven. Controleer of de schijven geschikt zijn voor het sorghumzaad. Het zaaien gebeurt in rijen bij voorkeur met een machine met trechtervormige bak waarvan eventueel de helft van de pijpen worden afgesloten. Door zijn uitgebreid wortelstelsel is sorghum goed in het benutten van nutriënten. Een gift van ca 25-30m³ runderdrijfmest zou voldoende moeten zijn. Sorghum groeit ook goed op minder rijke bodems. Sorghum zou efficiënter zijn in het benutten van stikstof dan maïs. De bemestingsbehoefte ligt waarschijnlijk iets lager dan deze van maïs per kg droge stof. Wanneer in rijen gezaaid wordt schof-

felen aangeraden. Bij volvelds zaaien is wiedeggen mogelijk. Een combinatie van mechanische en chemische onkruidbestrijding, wanneer mogelijk, wordt aanbevolen. Een rij-afstand van ca 50 cm is werkbaar. Er zijn een beperkt aantal fytoproducten met erkenning voor sorghum beschikbaar. Toegelaten middelen kan je raadplegen op www.fytoweb.be. Door de trage afrijping gebeurt de oogst zo laat mogelijk in het najaar vaak eind oktober. De laatste weken vertraagt het afrijpingsproces. Inkuilen bij min. 30% droge stof is aangewezen. Het oogsten (hakselen) kan met een maishakselaar. De haksellengte is groter dan 11 mm. Het inkuilen kan in een aparte kuil of gemengd met mais. De opbrengsten schommelen tussen 10 en 23 ton droge stof/ha/jaar. Sorghum is geen vervanger voor de maïs doch is een alternatief voor de derde teelt en teeltwisseling. Het zetmeelgehalte is lager dan deze van mais. Men realiseert meer ruw eiwit. Sorghumkuilen bevatten meer ruwe celstof wat zorgt voor een lagere verteerbaarheid en dus minder VEM en meer structuur.


Fruitteelten

Het gaat hierbij zowel om bedrijven gespecialiseerd in fruitteelt als om gemengde bedrijven die fruitteelt combineren met akkerbouw/veeteelt.

Teeltkosten zijn de kosten aan de teelt zoals planten, snoeien, bemesten, enz... Onder oogstkosten verstaan we het plukken en transporteren van het fruit terwijl de productkosten het sorteren en verpakken omvat. In de aardbeien werd geen onder-

scheidt gemaakt tussen de teelttypes. De biologische landbouw werd integraal opgenomen in de gemiddelden. Alle cijfers zijn uitgedrukt per ha en per 100 kg. De aardbeien worden behandeld per are.

Methodiek

Evolutie

De gemiddelden zijn berekend per kengetal waardoor de bedragen afwijken van het rekenkundig resultaat. Gemiddelden zijn bruikbaar voor het aantonen van een tendens en kunnen niet als absoluut beschouwd worden.

De tuinbouw neemt 9% in van het landbouwareaal. Ruim de helft van dat areaal wordt gebruikt voor de groenteteelt. De fruitteelt neemt een derde in en de resterende oppervlakte wordt gebruikt voor de sierteelt (niet-eetbare tuinproducten).

Wanner we spreken over opbrengst bedoelen we kg. Wanneer we spreken over omzet hebben we het over het financieel resultaat. Het arbeidsinkomen is het resultaat van de omzet vermindert met de variabele en structurele kosten.

In 2020 is het areaal fruit met 319ha gekrompen. GEWAS

2016

2017

2018

2019

2020

221963

214821

210947

213947

208055

Fruit

17972

18087

18488

18055

17736

Groenten

32705

34614

33895

33318

33798

Sierteelt

6539

6572

6469

6177

6067

388586

392129

395031

394430

395766

13146

12737

12731

9619

12791

Akkerbouw

Voedergewassen

De omzet is samengesteld uit de verkoop van het hoofdproduct. De perceelsgebonden subsidies, voorraadwijzigingen en opwaardering aanplantingen zijn niet opgenomen in de resultatenrekening.

Overig aangegeven areaal

De variabele kosten zijn kosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de opbrengsten. Ze zijn samengesteld uit de kosten voor plantgoed, de gewasbeschermingsmiddelen, de meststoffen, het loonwerk , de diverse directe teeltkosten, verkoopkosten, kosten voor bewaring, energie en de seizoensarbeid.

Meerjarige fruitteelten (perzik)

5.39

Meerjarige fruitteelten (pruim)

33.09

Meerjarige fruitteelten (appel)

4812.25

De structurele kosten hebben geen invloed op de opbrengst. Deze bestaan uit grondlasten, pacht, onderhoud machines en gebouwen, afschrijvingen, lonen voor vast personeel, toegerekende rentes en algemene kosten zoals verzekeringen, boekhouding, enz. De vaste kosten zijn niet per teelt toegewezen maar wel per bedrijfstak, ttz tuinbouw. De kosten van de seizoensarbeid wordt opgedeeld in teeltkosten, oogstkosten en productkosten.

Aangegeven areaal (ha)

Bron: Departement Landbouw en Visserij - Landbouwcijfers

GEWAS

OPPERVLAKTE (HA)

Meerjarige fruitteelten hoogstam (appel)

71.90

Andere bessen

17.37

Blauwe bessen

108.66

Braambessen

42.62

Kiwibes

16.24

Stekelbessen

10.21

Zwarte bessen

1.10

Druiven

52.12

Meerjarige fruitteelten (zoete kers, hoogstam)

35.55

Meerjarige fruitteelten (zoete kers, laagstam

794.95

Meerjarige fruitteelten (zure kers)

179.94

Hazelnoten Walnoten Meerjarige fruitteelten (peer) Meerjarige fruitteelten (hoogstam, peer)

7.48 48.32 9537.92 3.08

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 19

De analyse gebeurt voor bedrijven met fruitteeltgewassen welke voor de bedrijfseconomische boekhouding beroep doen op het VACwerk programma van het VAC.


Appelen Het productievolume aan appelen bedroeg voor het oogstjaar 2020 79.954.709 kg of 48% lager dan het vorige jaar. De gemiddelde prijs kende een stijging van 56%.

SEIZOEN

2019-2020

AUG. TEM JUNI

2020-2021

volume (kg)

prijs (euro)

volume (kg)

prijs (euro)

Boskoop

2815664

0.504

2925862

0.698

Braeburn

2262188

0.365

2160235

0.515

Het oogstjaar start op 1 augustus tot 31 juli van het volgende jaar.

Delbare Estival

390883

0.659

694361

0.844

Elstar

2156604

0.494

1656854

0.741

Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €15186. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet per ha bedraagt ca 122%.

Gala

2599151

0.322

1603174

0.585

Golden Delicious

7500118

0.388

6567868

0.504

Jonagold + mutanten

33006909

0.448

17258883

0.709

Jonagored + mutanten

11236463

0.416

5559616

0.644

136778995

0.343

72954709

0.535

alle appelen*

APPELEN PER HA totale bruto omzet

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

10132

10124

13486

22487

19700

15186

meststoffen

186

221

215

252

264

228

gewasbescherming

1875

1719

1965

1974

1790

1865

loonwerk

222

181

336

345

548

326

diverse teeltkosten

110

138

193

224

197

172

energie

983

843

745

679

688

684

verkoopkosten

1352

1410

1142

1548

1560

1402

bewaarkosten

28

5

64

93

85

55

seizoensarbeid

2030

2047

4845

5423

4048

3679

oogst

1818

1264

3262

3458

2400

2596

product

412

267

988

1120

1087

866

teelt

95

517

705

845

561

657

variabele kosten

5584

6671

9048

10488

9670

8292

bruto marge

4548

4393

3923

11458

10794

7023

structurele kosten

6222

5678

5727

6145

6861

6127

arbeidsinkomsten

-1675

-2225

-1805

5313

3920

706

kg opbrengst

33230

26323

48456

59788

38020

41163

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

totale bruto omzet

33.11

35.57

27.83

37.61

51.81

37.09

meststoffen

0.72

1.00

0.44

0.42

0.69

0.64

gewasbescherming

7.12

8.52

4.06

3.30

4.71

5.37

loonwerk

0.50

1.33

0.69

0.58

1.44

0.92

diverse teeltkosten

0.43

0.51

0.40

0.37

0.52

0.39

energie

2.95

3.75

1.54

1.14

1.81

1.47

verkoopkosten

4.43

5.52

2.36

2.59

4.10

3.91

bewaarkosten

0.10

1.00

0.13

0.16

0.22

0.36

APPELEN PER 100 KG

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 20

seizoensarbeid

7.36

8.47

10.00

9.07

10.65

8.20

oogst

5.86

5.73

6.73

5.78

6.31

5.92

product

1.50

1.07

2.04

1.87

2.86

1.83

teelt variabele kosten

0.31

1.67

1.45

1.41

1.48

1.22

20.18

29.12

18.67

17.54

25.43

21.08

bruto marge

12.93

10.20

8.10

19.16

28.39

16.98

structurele kosten

25.05

28.60

11.82

10.28

18.05

18.77

arbeidsinkomsten

-12.12

-22.15

-3.73

8.89

10.31

-2.55

kg opbrengst

33230

26323

48456

59788

38020

41163


De omzet per ha bedroeg in 2020 30% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. De omzet per ha was 12% lager dan het vorige jaar. De omzet per 100 kg was in 2020 40% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. De omzet per 100 kg was 38 % hoger dan het vorige jaar.

Productiviteit 2020 kende een lagere productie doch de gunstige prijsvorming compenseerde deels het productieverlies.

Financiële kengetallen De variabele kosten met voornamelijk de kosten voor seizoensarbeid, zijn per ha in 2019 fors gestegen gelet op de hoge opbrengst. Dit fenomeen heeft een omgekeerd effect wanneer we de kosten delen door de opbrengst. De variabele kosten per ha bedragen 49% van de omzet. Het aandeel variabele kosten per 100kg bedraagt 49%. Er is derhalve relatief weinig verschil tussen beiden. De norm is niet overschreden.

Omzet per ha 27000 22000 17000 12000 7000 2000 2016

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

Omzet per 100 kg 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 2016

Productiviteit 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 2016

Financiële kengetallen per ha

De drie grootste kostenposten zijn seizoensarbeid, gewasbescherming en verkoopkosten. De verschillen in de verhoudingen tussen de kostenposten zijn groter dan vorig jaar. Evolutie kosten Zoals eerder beschreven volgen de variabele kosten de productie. De structurele kosten (pacht, afschrijvingen, rentes, algemene kosten enz.) daarentegen volgen de productie niet en bedragen tijdens rampjaren meer dan de variabele kosten. Dit zijn economisch gevaarlijke situaties en zorgt voor druk op de financiële reserves van de fruitbedrijven.

25000 20000 15000 10000 5000 0 -5000

2016

2017

totaal bruto omzet structurele kosten

2018

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020

bruto marge

Financiële kengetallen per 100 kg 60 50 40 30 20 10 0 -10

2016

2017

2018

2019

2020

-20 -30

totaal bruto omzet structurele kosten

variabele kosten arbeidsinkomen

bruto marge

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 21

Samenstelling variabele kosten


Samenstelling variabele kosten per 100 kg

Samenstelling variabele kosten per ha

44%

meststoffen

3% 22%

meststoffen

3% 39%

gewasbescherming

gewasbescherming

25%

loonwerk

4% 2% 8% 0%

17%

De evolutie is niet gunstig. De structurele kosten per ha zijn jaarlijks gestegen en situeren zich rond de €6200 per ha. De hogere structurele kosten zijn te verklaren door een lager areaal appelen.

Arbeidskosten

Per ha bedragen de oogstkosten 12% van de omzet. Per 100 kg ha bedragen de oogstkosten 12% van de omzet. De productkosten bedragen voor appelen €2.86 per 100 kg. Dit geeft de bedrijfsleider de nodige tools om af te wegen of het loont om de productbehandeling (voornamelijk sorteren en verpakken) uit te besteden of in eigen beheer te organiseren.

diverse teeltkosten

4%

energie verkoopkosten

2%

bewaarkosten

2%

seizoensarbeid

verkoopkosten

7%

18%

energie

bewaarkosten seizoensarbeid

Evolutie variabele en structurele kosten per ha 11500 10500 9500 8500 7500 6500 5500 4500 3500 2500 2016

Aangezien de gelegenheidsarbeid de omvangrijkste variabele kost is, is het interessant deze belangrijke kost dieper te analyseren. De arbeidskosten worden opgedeeld in teeltkosten, dit zijn de arbeidskosten voor het planten, opkweken, en snoeien van de planten, de oogstkosten, dit zijn de pluk- en oogstkosten en tenslotte de productkosten. Dit zijn de kosten verbonden aan het sorteren, inpakken enz. van het fruit.

loonwerk

diverse teeltkosten

2017

2018

2019

variabele kosten

2020

structurele kosten

Evolutie variabele en structurele kosten per 100 kg 35 30 25 20 15 10 5 2016

2017

2018

2019

variabele kosten

Samenstelling arbeidskosten per ha 16%

Samenstelling arbeidskosten per 100 kg 14%

63%

20%

21%

2020

structurele kosten

oogst product teelt

66%

oogst product teelt

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 22


Peren

SEIZOEN AUG. TEM JUNI

volume (kg)

prijs (euro)

volume (kg)

prijs (euro)

Het productievolume aan peren bedroeg voor het oogstjaar 2020 211422703 kg of 11% hoger dan het vorige jaar. De gemiddelde prijs kende een daling van 17%.

Conférence

159552078

0.592

177879198

0.478

Doyenné Du Comice

9542543

0.505

9295107

0.519

Durondeau

1358324

0.402

1412633

0.469

756766

0.425

808115

0.398

186225721

0.573

211422703

0.474

Triomphe De Vienne alle peren*

PEREN PER HA

2020-2021

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

13120

15132

13337

22215

17855

16332

237

298

345

349

344

315

gewasbescherming

2422

2118

1946

2060

1981

2105

loonwerk

288

177

306

345

478

319

totale bruto omzet meststoffen

diverse teeltkosten

106

195

247

255

302

221

energie

938

940

849

750

755

750

verkoopkosten

1214

1372

1086

1314

1584

1314

bewaarkosten

156

133

133

42

103

113

2468

2677

3243

4182

4159

3346

2022

1607

2019

1998

2637

1875

397

642

929

1833

1026

1135

seizoensarbeid oogst product

49

427

296

351

487

358

6609

7783

8249

9300

9666

8321

bruto marge

6511

8288

5476

12875

8948

8420

structurele kosten

7142

6459

6035

6145

6681

6492

teelt variabele kosten

arbeidsinkomsten

-631

890

-559

6847

2243

1758

28363

30808

31584

36277

35233

32453

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

totale bruto omzet

46.26

49.12

42.23

61.24

50.68

49.90

meststoffen

0.84

0.97

1.09

0.96

0.98

0.97

gewasbescherming

8.54

6.87

6.16

5.68

5.62

6.58

loonwerk

1.02

0.57

0.97

0.95

1.36

0.97

diverse teeltkosten

0.37

0.63

0.78

0.70

0.86

0.67

energie

3.31

3.05

2.69

2.07

2.14

2.11

verkoopkosten

4.28

4.45

3.44

3.62

4.50

4.06

bewaarkosten

0.55

0.43

0.42

0.12

0.29

0.36

kg opbrengst

PEREN PER 100 KG

seizoensarbeid

8.70

8.69

10.27

11.53

11.80

10.20

oogst

7.13

5.22

6.39

5.51

7.48

6.15

product

1.40

2.08

2.94

5.05

2.91

3.25

0.17

1.39

0.94

0.97

1.38

1.17

variabele kosten

23.30

25.26

26.12

25.64

27.43

25.55

bruto marge

22.96

26.90

17.34

35.49

25.40

25.62

structurele kosten

25.18

20.97

19.11

16.94

18.96

20.23

teelt

arbeidsinkomsten

-2.22

2.89

-1.77

18.87

6.37

4.83

kg opbrengst

28363

30808

31584

36277

35233

32453

Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €16332. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet per ha bedraagt ca 69% terwijl de schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet per 100 kg product en de laagste omzet per 100 kg product bedraagt ca 45%. Dit toont aan dat prijsvorming sterk

Omzet per ha 27000 22000 17000 12000 7000 2000 2016

2017

2018

2019

2020

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 23

2019-2020


afhankelijk is van het aanbod. De schommelingen vertonen een permanent karakter. De omzet per ha was in 2020 9% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. De omzet per ha was in 2020 20% lager dan het vorige jaar. De omzet per 100 kg was in 2020 2% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. De omzet per 100 kg was 17% lager dan het vorige jaar.

Productiviteit

Omzet per 100 kg 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 2016

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

Productiviteit 40000 35000 30000 25000 20000

De productiviteit stabiliseert zich rond de 32 ton per ha.

15000 10000 2016

Financiële kengetallen

Financiële kengetallen per ha

De variabele kosten per ha bedragen 49% van de omzet. Het aandeel variabele kosten per 100 kg bedraagt 54%.

25000 20000 15000

Samenstelling variabele kosten

10000

De drie grootste kostenposten zijn seizoensarbeid, gewasbescherming en verkoopkosten.

5000 0 2016

-5000

2017

2018

totaal bruto omzet structurele kosten

Er is weinig verschil in samenstelling tussen de eenheid per ha of per 100 kg.

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020 bruto marge

Financiële kengetallen per 100 kg

Evolutie kosten

70

Zoals eerder beschreven volgen de variabele kosten de productie. De structurele kosten (pacht, afschrijvingen, rentes, algemene kosten enz.) berekend per ha zijn gestabiliseerd wegens de vertraging op het uitbreiden van het areaal.

60 50 40 30 20 10 0 2016

-10

Arbeidskosten

2017

2018

totaal bruto omzet structurele kosten

Aangezien de gelegenheidsarbeid de omvangrijkste variabele kost is, is het interessant deze belangrijke kost dieper te analyseren.

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020 bruto marge

Samenstelling arbeidskosten per 100 kg

Samenstelling arbeidskosten per ha

11%

10%

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 24

De arbeidskosten worden opgedeeld in teeltkosten, dit zijn de arbeidskosten voor het planten, opkweken, en snoeien van de planten, de oogst-

58%

31%

56%

34%

oogst

oogst

product

product teelt

teelt

Samenstelling variabele kosten per 100 kg

Samenstelling variabele kosten per ha

4%

4%

meststoffen

meststoffen

39%

25%

4%

gewasbescherming

25%

39%

loonwerk

loonwerk

diverse teeltkosten

diverse teeltkosten energie

energie

4%

verkoopkosten

3% 1%

9% 15%

gewasbescherming

3%

bewaarkosten seizoensarbeid

1%

16%

8%

verkoopkosten bewaarkosten seizoensarbeid


kosten, dit zijn de pluk- en oogstkosten en tenslotte de productkosten. Dit zijn de kosten verbonden aan het sorteren, inpakken, enz. van het fruit. Per ha bedragen de oogstkosten 12% van de omzet. Per 100 kg ha bedragen de oogstkosten 15% van de omzet. De productkosten bedragen voor de peren €2.91 per 100 kg. Dit geeft de bedrijfsleider de nodige tools om af te wegen of het loont om de productbehandeling (voornamelijk sorteren en verpakken) uit te besteden of in eigen beheer te organiseren.

12000

Evolutie variabele en structurele kosten per ha

10000 8000 6000 4000 2000 0 2016

30

2017 variabele kosten

2018

2019 2020 structurele kosten

Evolutie variabele en structurele kosten per 100 kg

25 20 15 10 5 0

Aardbeien

2017 variabele kosten

JAN. TEM DEC.

AARDBEIEN PER ARE

planten

2020

volume (kg)

prijs (euro)

volume (kg)

prijs (euro)

Elsanta

33709819

3.271

28714120

4.232

Murano

813840

2.731

961988

3.113

Portola

2161573

2.642

1832120

2.766

Sonata

4117324

3.776

3785358

5.186

51283849

3.044

48433035

3.974

alle aardbeien*

totale bruto omzet

2019 2020 structurele kosten

2019

SEIZOEN

De cijfers van de aardbeien hebben betrekking op alle teeltwijze. Zowel de teelt onder verwarmd als volle grond met alle tussenliggende teeltwijze zijn opgenomen in het gemiddelden.

2018

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

834.84

596.95

533.64

703.91

1115.66

757.00

52.56

91.34

69.12

123.28

210.82

109.42

meststoffen

21.54

10.32

12.16

8.85

9.48

12.47

gewasbescherming

27.86

24.44

20.93

27.39

27.07

25.54

loonwerk

7.62

10.24

7.17

5.04

3.74

6.76

diverse teeltkosten

41.55

36.40

10.90

19.38

26.81

27.01

energie

6.45

7.77

6.22

4.66

8.84

6.79

verkoopkosten

42.54

9.50

38.57

33.62

150.55

54.96

bewaarkosten

4.22

0.06

1.43

0.76

0.97

1.49

seizoensarbeid

282.87

178.27

184.92

175.56

170.73

198.47

oogst

79.76

102.45

101.39

97.07

98.65

99.89

product

2.23

4.40

15.34

30.10

19.36

17.30

200.88

71.42

68.18

48.39

52.71

60.18

variabele kosten

480.76

360.84

351.42

398.53

609.01

440.11

bruto marge

354.08

236.11

182.22

305.38

506.65

316.89

structurele kosten

244.37

72.52

130.94

67.00

62.89

115.54

arbeidsinkomsten

109.72

163.60

51.28

238.38

443.76

201.35

298

252

217

268

393

286

teelt

kg opbrengst

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 25

2016


AARDBEIEN PER 100 KG

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

280.15

237.22

245.92

262.65

283.88

261.96

planten

17.64

36.30

31.85

46.00

53.64

37.09

meststoffen

7.23

4.10

5.60

3.30

2.41

4.53

gewasbescherming

9.35

9.71

9.65

10.22

6.89

9.16

totale bruto omzet

loonwerk

2.56

4.07

3.30

1.88

0.95

2.55

diverse teeltkosten

13.94

14.47

5.02

7.23

6.82

9.50

2.16

3.09

2.87

1.74

2.25

2.42

14.28

3.78

17.77

12.54

38.31

17.34

energie verkoopkosten bewaarkosten

1.42

0.02

0.66

0.28

0.25

0.53

seizoensarbeid

94.92

70.84

85.22

65.51

43.44

71.99

oogst

26.77

40.71

46.72

36.22

25.10

37.19

product

0.75

1.75

7.07

11.23

4.93

6.24

67.41

28.38

31.42

18.06

13.41

22.82

variabele kosten

161.33

143.40

161.94

148.71

154.96

154.07

bruto marge

118.82

93.83

83.97

113.95

128.92

107.90

structurele kosten

82.00

28.82

60.34

25.00

16.00

42.43

arbeidsinkomsten

36.82

65.01

23.63

88.95

112.92

65.47

298

252

217

268

393

286

teelt

kg opbrengst

Productiviteit 500 400 300 200 100 2016

2017

2018

2019

2020

Omzet per are 1300,00 1100,00 900,00 700,00 500,00 300,00 100,00 2016

Het productievolume aan aardbeien bedroeg voor het oogstjaar 2020 48433035 kg of 5% lager dan het vorige jaar. De gemiddelde prijs kende een stijging van 30%.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 26

De omzet van de aardbeien waren in 2020 47% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de opbrengst €757. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet bedraagt ca 109%. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet per 100 kg product en de laagste omzet per 100 kg product bedraagt ca 20%. Dit toont aan dat prijsvorming sterk afhankelijk is van het aanbod.

2017

2018

2019

2020

Omzet per 100 kg 300,00 280,00 260,00 240,00 220,00 200,00 2016

2017

2018

2019

2018

2019

2020

Financiële kengetallen per are 1200 1000 800 600 400 200 0 2016

2017

totaal bruto omzet

variabele kosten

structurele kosten

arbeidsinkomen

2020

bruto marge


Financiële kengetallen

300

De variabele kosten per ha bedragen 55% van de omzet.

200

Financiële kengetallen per 100 kg 250

150

Samenstelling variabele kosten De grootste kostenpost seizoensarbeid.

100

is

de

50 0 2016 2017 2018 totaal bruto omzet variabele kosten structurele kosten arbeidsinkomen

Evolutie kosten Zoals voorheen aangetoond volgt de variabele kost de productie. De structurele kosten (pacht, afschrijvingen, rentes, algemene kosten enz.) volgen in tegenstelling tot het hardfruit de productie.

2019 bruto marge

2020

Evolutie variabele en structurele kosten per are 700 600 500 400 300 200 100 0

De aardbeiteelt is structureel een gezonde teelt.

2016

Arbeidskosten

2017 variabele kosten

2018

2019 2020 structurele kosten

Evolutie variabele en structurele kosten per 100 kg

Aangezien de gelegenheidsarbeid de omvangrijkste variabele kost is, is het interessant deze belangrijke kost dieper te analyseren.

180 160 140 120 100 80 60 40 20 0

De arbeidskosten worden opgedeeld in teeltkosten, dit zijn de arbeidskosten voor het planten en verzorgen van de planten, de oogstkosten, dit zijn de pluk- en oogstkosten en tenslotte de productkosten. Dit zijn de kosten verbonden aan het sorteren, inpakken enz. van het fruit.

2016

2017 variabele kosten

2018

2019 2020 structurele kosten

De seizoensarbeid per are bedraagt 15% van de omzet Samenstelling variabele kosten per are 8%

Samenstelling variabele kosten per 100 kg 4%

2%

meststoffen

8%

8% 8%

loonwerk

2%

2%

diverse teeltkosten

60%

energie

16%

meststoffen

2%

gewasbescherming

61%

0%

seizoensarbeid

35% 56%

56%

oogst

oogst

product

product 10%

teelt

verkoopkosten

seizoensarbeid

Samenstelling arbeidskosten per 100 kg

34%

diverse teeltkosten

bewaarkosten

bewaarkosten

Samenstelling arbeidskosten per are

loonwerk

energie

15%

verkoopkosten

0%

gewasbescherming

9%

teelt

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 27

4%


Groententeelten Voor de eerste maal nemen we in deze brochure tuinbouwcijfers op. De groentesector is qua economisch gewicht een belangrijke tak binnen de landbouwwereld. De analyse gebeurt voor bedrijven met groenten welke voor de bedrijfseconomische boekhouding beroep doen op het VACwerk programma van het VAC. Het gaat hierbij zowel om bedrijven gespecialiseerd in de groententeelt, fijne als grove groententeelt als om gemengde bedrijven die de groententeelt combineren met akkerbouw en/of veeteelt. De groentebedrijven met bio-teelten zijn tevens opgenomen in de cijfergegevens.

Methodiek De gemiddelden zijn berekend per kengetal waardoor de bedragen afwijken van het rekenkundig resultaat. Gemiddelden zijn bruikbaar voor het aantonen van een tendens en kunnen niet als absoluut beschouwd worden. Het arbeidsinkomen is het resultaat van de omzet vermindert met de variabele en structurele kosten. Wanneer we schrijven over opbrengsten bedoelen we de kg opbrengsten. Wanneer we schrijven over omzet, bedoelen we de financiële opbrengsten. Opbrengst = kg / Omzet = euro De omzet is samengesteld uit de verkoop van het hoofdproduct, de verkoop van het bijproduct en voor-

raadwijzigingen. De perceelsgebonden subsidies worden niet opgenomen in de resultatenrekening. De variabele kosten zijn kosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de opbrengsten. Ze zijn samengesteld uit de kosten voor zaad en pootgoed, de gewasbeschermingsmiddelen, de meststoffen, het loonwerk, de diverse directe teeltkosten en energie. De structurele kosten hebben geen invloed op de opbrengst. Deze bestaan uit grondlasten, pacht, onderhoud machines en gebouwen, afschrijvingen, toegerekende rentes en algemene kosten zoals verzekeringen, enz. De vaste kosten zijn niet per teelt toegewezen maar wel per bedrijfstak, ttz tuinbouw. Alle cijfers zijn uitgedrukt per ha.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 28


Bloemkolen 2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

totale bruto omzet

15915.70

11155.95

14960.48

21595.57

13669.41

15459

-12

-37

zaad en pootgoed

1362.49

1369.95

1322.70

2461.02

1923.66

1688

14

-22

meststoffen

436.25

288.84

250.67

298.61

571.01

369

55

91

gewasbescherming

474.56

321.14

359.52

344.43

561.46

412

36

63

loonwerk

421.40

307.51

268.12

643.72

313.42

391

-20

-51

diverse teeltkosten

172.06

65.79

41.65

239.70

322.48

168

92

35

energie

443.41

423.71

527.48

379.65

382.99

380

1

1

verkoopkosten

546.71

577.21

678.06

287.75

951.59

608

56

231

BLOEMKOOL PER HA

seizoensarbeid

TOV VORIG JAAR (%)

466.17

847.42

333.80

1183.80

167.96

600

-72

-86

variabele kosten

4323.06

3277.38

3012.32

5126.92

4608.06

4070

13

-10

bruto marge

11592.65

7878.56

9383.33

16468.65

9031.36

10871

-17

-45

structurele kosten

3330.85

5005.69

5167.83

2539.29

8078.15

4824

67

218

arbeidsinkomsten

8261.80

2872.87

4215.51

13929.37

953.22

6047

-84

-93

De prijsvorming van bloemkolen is sterk volatiel.

Omzet per ha 25000

Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €15459 per ha. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet bedraagt ca 48%.

20000

De variabel kosten maken 34% van de omzet uit, terwijl de structurele 59% van de omzet opslorpen. Hierdoor is de teelt zeer prijsgevoelig inzake rendabiliteit.

0

De structurele kosten fluctueren minder aangezien in ons cijfermateriaal het areaal redelijk constant blijft. De kosten voor seizoensarbeid en verkoopkosten zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 41%.

15000 10000 5000

Financiële kengetallen per ha 25000 20000 15000 10000 5000 0

totaal 2016 bruto omzet 2017 structurele kosten

variabele kosten 2018 arbeidsinkomen

2019bruto marge 2020

Samenstelling variabele kosten per ha 13%

20%

14%

meststoffen gewasbescherming loonwerk diverse teeltkosten

21%

13%

energie verkoopkosten

13%

6%

seizoensarbeid

2016

2017 variabele kosten

2018

2019 2020 structurele kosten

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 29

Evolutie variabele en structurele kosten per ha 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0


Bonen BONEN PER HA

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

2027

8

21

410

-1

4

204.58

163

25

82

361.78

361

0

14

217.83

264.16

204

30

21

24.47

36.87

25

48

51

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

totale bruto omzet

1927.41

2015.15

2203.32

1802.35

2187.22

zaad en pootgoed

444.75

432.43

374.49

391.93

405.97

meststoffen

95.89

156.27

247.67

112.57

gewasbescherming

353.94

351.14

418.53

318.42

loonwerk

154.39

165.64

216.42

diverse teeltkosten

30.27

15.06

17.93

energie

49.76

39.87

89.63

72.37

71.53

72

-1

-1

variabele kosten

1104.11

1140.49

1031.63

1138.07

1344.89

1152

17

18

bruto marge

823.30

874.66

847.61

713.96

842.35

820

3

18

structurele kosten

982.40

1660.99

1433.59

633.42

1198.16

1182

1

89

arbeidsinkomsten

466.56

-786.33

-585.98

-555.54

701.00

-152

-561

-226

12413

14443

11333

9760

12304

12050

2

26

kg opbrengst

De prijsvorming van de bonen volgt de productie. De grootste schommeling aan aanbodzijde bedraagt 32% terwijl de grootste schommeling binnen de prijsvorming 28% bedraagt. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €2027 per ha. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet per ha bedraagt ca 18%. De productiviteit is sterker onderhevig aan schommelingen dan de prijsvorming. De variabel kosten maken 61% van de omzet uit, terwijl de structurele 55% van de omzet opslorpen. Hierdoor is de rendabiliteit van de teelt sterk prijsgevoelig.

Productiviteit 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 2016

2017

2018

2019

2020

Omzet per ha 2500 2000 1500 1000 500 0

Financiële kengetallen per ha 2500 2000 1500 1000 500 0

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 30

De kosten voor gewasbeschermingsmiddelen en het loonwerk zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 68%.

-500 -1000

2016

2017

totaal bruto omzet structurele kosten

2018

2019

variabele kosten arbeidsinkomen

2020 bruto marge

Evolutie variabele en structurele kosten per ha Samenstelling variabele kosten per ha 9% 3%

20%

24% meststoffen gewasbescherming loonwerk diverse teeltkosten

44%

energie

1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2016

2017 variabele kosten

2018

2019

2020

structurele kosten


Erwten ERWTEN PER HA

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

2252

-13

-20

415

-24

-15

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

totale bruto omzet

1503.13

1726.02

3605.96

2461.02

1964.34

zaad en pootgoed

370.29

283.44

733.09

373.30

317.39

meststoffen

86.37

87.82

123.79

123.73

115.30

107

7

-7

gewasbescherming

213.24

170.27

283.50

240.35

231.68

228

2

-4

loonwerk

220.54

312.90

900.90

241.92

328.17

401

-18

36

18.77

6.55

7.81

51.57

22.56

21

5

-56

diverse teeltkosten energie

32.18

43.20

64.28

57.10

42.11

57

-26

-26

variabele kosten

941.38

879.29

2109.45

1087.96

1057.20

1215

-13

-3

bruto marge

561.75

846.73

1496.51

1373.07

907.27

1037

-13

-34

structurele kosten

852.00

942.59

418.36

821.74

646.52

736

-12

-21

arbeidsinkomsten

290.25

-44.69

1078.16

551.33

260.76

427

-39

-53

5563

5564

5938

9195

6459

6564

-2

-30

kg opbrengst

De prijsvorming van de erwten is marktgevoelig. De schommeling in prijsvorming bedraagt 56% terwijl de schommeling in productiviteit 39% bedraagt.

Productiviteit 10000 8000 6000 4000

De variabel kosten maken 54% van de omzet uit, terwijl de structurele 33% van de omzet opslorpen Hierdoor is de rendabiliteit van de teelt minder prijsgevoelig. De kosten voor gewasbeschermingsmiddelen en het loonwerk zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 77%. Samenstelling variabele kosten per ha 3%

7%

13%

28%

2000 0 2016

2017

2018

2019

2020

Omzet per ha 4000 3000 2000 1000 0

Financiële kengetallen per ha 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 -500

meststoffen

2016 2017 totaal bruto omzet structurele kosten

2018 variabele kosten arbeidsinkomen

2019

2020 bruto marge

2019

2020

gewasbescherming loonwerk diverse teeltkosten

49%

energie

Evolutie variabele en structurele kosten per ha 2500 2000 1500 1000 500 0 2016

2017 variabele kosten

2018

structurele kosten

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 31

Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €2252 per ha. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet per ha bedraagt ca 58%. De prijsvorming is sterker onderhevig aan schommelingen dan de productiviteit.


Prei PREI PER HA

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

26400

9

14

4305

-11

8

347.23

334

4

34

1378.49

823.66

1122

-27

-40

364.31

353.26

302

17

-3

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

totale bruto omzet

24835.19

22911.55

30317.30

25214.47

28722.46

zaad en pootgoed

2354.55

5885.16

5906.75

3544.75

3831.68

meststoffen

311.73

380.92

369.91

259.02

gewasbescherming

857.03

1215.48

1335.43

loonwerk

292.77

259.29

238.25

diverse teeltkosten

131.80

59.15

155.78

177.98

80.86

121

-33

-55

energie

876.26

1040.91

1205.96

964.93

566.57

965

-41

-41

verkoopkosten

1502.25

1085.80

1340.31

1830.56

1368.69

1426

27

94

seizoensarbeid

1257.80

2718.50

3001.18

1486.90

2882.64

2269

27

94

variabele kosten

7080.65

9424.83

9879.28

9467.66

9189.32

9008

2

-3

bruto marge

17754.04

13486.72

19979.38

15896.81

19518.14

17327

13

23

structurele kosten

7006.06

8812.27

2641.85

6598.52

5442.51

6100

-11

-18

arbeidsinkomsten

10747.98

4674.45

6937.53

9298.29

14075.63

9147

54

51

32913

39183

38560

38149

39001

37561

4

2

2019

2020

kg opbrengst

De prijsvorming van prei is minder marktgevoelig. De schommeling in prijsvorming bedraagt 26% terwijl de schommeling in productiviteit 16% bedraagt. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €26400 per ha. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet per ha bedraagt ca 24%. De prijsvorming is sterker onderhevig aan schommelingen dan de productiviteit.

Productiviteit 50000 40000 30000 20000 10000 0 2016 Omzet per ha 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 32

De variabel kosten maken 32% van de omzet uit, terwijl de structurele 19% van de omzet opslorpen. Hierdoor is de rendabiliteit van de teelt minder prijsgevoelig.

30000

De kosten voor de seizoensarbeid en verkoopkosten zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 77%.

5000

20000 15000 10000 0

12000

meststoffen

2%

22%

variabele kosten 2018 arbeidsinkomen

2019bruto marge 2020

Evolutie variabele en structurele kosten per ha

8000

gewasbescherming

6000

loonwerk

4000

diverse teeltkosten energie

15%

totaal 2016 bruto omzet 2017 structurele kosten

10000

17%

4%

Financiële kengetallen per ha

25000

Samenstelling variabele kosten per ha 35%

2018

35000

35000

5%

2017

verkoopkosten seizoensarbeid

2000 0 2016

2017 variabele kosten

2018

2019 structurele kosten

2020


Spinazie SPINAZIE PER HA

TOV GEMIDDELD (%)

TOV VORIG JAAR (%)

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

totale bruto omzet

1050.01

2312.91

2122.66

2039.88

2020.91

1909

6

-1

zaad en pootgoed

432.87

486.75

379.40

362.01

492.41

431

14

36

meststoffen

191.39

206.41

145.49

143.77

158.06

169

-6

10

gewasbescherming

191.92

167.84

169.69

160.82

161.53

170

-5

0

loonwerk

116.04

330.15

192.57

205.39

183.62

206

-11

-11

diverse teeltkosten

24.29

38.81

41.87

30.40

59.11

39

52

94

energie

101.58

119.65

118.76

73.07

106.92

73

46

46

variabele kosten

1058.10

1270.38

990.32

960.24

1161.64

73

46

46

8.08

1042.53

1132.34

1079.64

859.27

824

4

-20

structurele kosten

775.30

1074.63

456.08

610.72

777.69

739

5

27

arbeidsinkomsten

783.38

-32.10

478.23

468.92

81.58

356

-77

-83

12331

23366

28579

25816

23783

22775

4

-8

2018

2019

2020

2018

2019

bruto marge

kg opbrengst

Productiviteit

De prijsvorming van spinazie is minder marktgevoelig. De schommeling in prijsvorming bedraagt 25% terwijl de schommeling in productiviteit 57% bedraagt. De contracten van de groentenverwerkende industrie zorgen voor een prijsstabiliteit. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €1909 per ha. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet per ha bedraagt ca 55%. De productiviteit heeft een grotere invloed op de omzet per ha dan de prijsvorming.

35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 2016

2017

Omzet per ha 2500 2000 1500 1000

De variabel kosten maken 57% van de omzet uit, terwijl de structurele 38% van de omzet opslorpen. Hierdoor is de rendabiliteit van de teelt minder prijsgevoelig. De kosten voor loonwerken en gewasbeschermingsmiddelen zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 57%.

500 0

Financiële kengetallen per ha 2500 2000 1500 1000 500 0

11% 6%

26%

2016

2017

totaal bruto omzet structurele kosten

variabele kosten arbeidsinkomen

2020 bruto marge

Evolutie variabele en structurele kosten per ha meststoffen gewasbescherming loonwerk

31%

diverse teeltkosten

26%

energie

1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2016

2017 variabele kosten

2018

2019

2020

structurele kosten

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 33

-500

Samenstelling variabele kosten per ha


Wortelen WORTELEN PER HA

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD (%)

3430.13

3161.92

4033

-22

-8

555.54

1455.43

796

83

162

319.93

243

32

68

554.46

480

16

40

808.34

775

4

24

40.79

74.04

149

-50

82

151.71

146.40

152

-4

-4

2016

2017

2018

2019

totale bruto omzet

5117.33

3755.65

4702.20

zaad en pootgoed

724.98

607.47

636.59

meststoffen

279.28

202.50

222.54

190.10

gewasbescherming

514.98

456.59

477.86

396.00

loonwerk

884.63

754.01

773.87

652.29

diverse teeltkosten

250.72

184.56

196.99

energie

141.88

168.89

176.46

TOV VORIG JAAR (%)

variabele kosten

1589.84

1063.17

1075.59

693.33

2064.54

1297

59

198

bruto marge

2390.02

1465.23

1527.50

1435.25

1565.05

1677

-7

9

structurele kosten

1367.56

1254.33

1268.69

1036.07

1131.51

1212

-7

9

arbeidsinkomsten

1022.46

211.40

259.31

434.49

-917.37

202

-554

-311

63590

63107

59312

56177

49401

58318

-15

-12

kg opbrengst

De prijsvorming van wortelen is minder marktgevoelig. De schommeling in prijsvorming bedraagt 26% terwijl de schommeling in productiviteit 22% bedraagt. De stabiele opbrengsten dragen bij tot een stabiele prijsvorming. Gemiddeld over de vijf jaren bedraagt de omzet €4033 per ha. De schommeling tussen de jaren met de hoogste omzet en de laagste omzet per ha bedraagt ca 38%. De productiviteit heeft een grotere invloed op de omzet per ha dan de prijsvorming. De variabel kosten maken 65% van de omzet uit, terwijl de structurele 36% van de omzet opslorpen. Hierdoor is de rendabiliteit van de teelt minder prijsgevoelig.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 34

De kosten voor loonwerken en gewasbeschermingsmiddelen zijn de zwaarste uitgaven binnen de variabele kosten en zijn beide samen goed voor 70%. Samenstelling variabele kosten per ha 8%

Productiviteit 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 2016

2017

2018

2019

2020

Omzet per ha 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0

Financiële kengetallen per ha 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 -1000 -2000

2500

2016

2017

totaal bruto omzet structurele kosten

2018 variabele kosten arbeidsinkomen

2019

2020 bruto marge

Evolutie variabele en structurele kosten per ha

2000

14%

1500

8% 27%

meststoffen gewasbescherming loonwerk diverse teeltkosten

43%

energie

1000 500 0 2016

2017 variabele kosten

2018

2019 2020 structurele kosten


Varkenshouderij 2016

3790

3731

3598

3530

aantal varkens per bedrijf

2066

2121

2179

2232

2264

Evolutie aantal varkens, Vlaanderen, 2016-2020 varkens

5804844

5738154

5832465

5706993

5833068

zeugen

407582

400977

391898

385186

382741

Aantal bedrijven met varkens 4100

De gemiddelden zijn berekend per kengetal waardoor de bedragen afwijken van het rekenkundig resultaat. Gemiddelden zijn bruikbaar voor het aantonen van een tendens en kunnen niet als absoluut beschouwd worden.

De cijfers zijn uitgedrukt per aanwezige zeug, per geproduceerd big en per verkocht vleesvarken.

Evolutie Het aantal bedrijven met varkens is in Vlaanderen gedurende de laatste vijf jaren gedaald met 11%.

2020

3977

3800

De structurele kosten hebben geen invloed op de omzet. Deze bestaan uit grondlasten, pacht, onderhoud machines en gebouwen, afschrijvingen, toegerekende rentes en algemene kosten zoals verzekeringen, enz.

2019

aantal bedrijven met varkens

4000

De variabele kosten zijn kosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de opbrengsten. Ze zijn samengesteld uit de kosten voor voederaankopen, eigen gewonnen voeders, veeartskosten, dekkingskosten, kosten aan energie en de diverse directe kosten zoals mestafzet-mestverwerking.

2018

Evolutie aantal bedrijven met varkens en aantal varkens per bedrijf, Vlaanderen, 2016-2020

Methodiek

Het arbeidsinkomen is het resultaat van de omzet vermindert met de variabele en structurele kosten. De omzet is de verkoop van de varkens.

2017

3900 3700 3600 3500 3400 3300 3200 2016

2300

2017

2018

2019

2020

Aantal varkens per bedrijf

2250 2200 2150 2100 2050 2000 1950 2016

5860000

2017

2018

2019

2020

Aantal varkens

5840000 5820000 5800000 5780000 5760000 5740000 5720000 5700000 5680000 5660000 5640000 2016

410000

2017

2018

2019

2018

2019

2020

Aantal zeugen

405000

Het aantal varkens per bedrijf stijgt met 10%. Het totaal aantal varkens is gestabiliseerd.

400000 395000 390000 385000 380000 375000 2016

2017

2020

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 35

Op basis van de cijfergegevens vanuit de bedrijfseconomische boekhoudingen van de boekjaren 2016 tot en met 2020 schetsen we een beeld van de productiviteit en rentabiliteit in de varkenshouderij gedurende de voorbije vijf jaren. Er dient opgemerkt dat de cijfers werden bekomen van zeugenbedrijven en gesloten varkensbedrijven. De verdeling van de omzet en kosten in de gesloten varkensbedrijven is niet zo evident daar omzet en kosten interbedrijf worden doorgeschoven.


2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

aantal dekkingen per zeug

2.75

2.55

2.58

2.61

2.28

2.55

aantal worpen per zeug

2.40

2.23

2.25

2.27

2.29

2.29

levend geboren biggen per zeug

31.40

30.39

29.22

31.59

31.24

30.77

gestorven biggen per zeug

3.42

3.96

3.68

3.52

3.17

2.77

% gestorven biggen

13

12

12

10

9

11

voederkost per zeug

656

586

611

632

609

619

andere kosten per zeug

117

118

138

127

125

125

energiekosten per zeug

61

61

63

61

51

59

bruto-opbrengst per zeug

1126

1187

1066

1540

1251

1234

variabele kosten per zeug

876

781

812

820

785

815

bruto-marge per zeug

247

508

246

703

292

399

structurele kosten per zeug

257

261

251

255

206

246

arbeidsinkomen per zeug

-3

154

27

468

85

146

1.72

2.03

1.74

2.44

2.05

2.00

ovr per zeug operationele hefboom

-82.33

3.30

9.10

1.50

3.44

-13.00

voederkost per big

23.00

21.56

22.45

23.45

26.83

23.46

variabele kosten per big

28.60

29.56

31.48

30.46

37.79

31.58

andere kosten per big

5.60

8.00

9.03

7.01

10.96

8.12

energiekost per big

2.92

2.43

2.61

2.25

2.24

2.49

structurele kosten per big

10.25

9.58

9.45

9.58

9.26

9.62

arbeidsinkomen per big

1.40

5.97

1.12

1.66

6.84

3.40

kg krachtvoer per zeug

1201

1166

1204

1383

1175

1226

kg krachtvoer per big

30.28

27.89

23.42

27.13

32.50

28.24

voederkost per geproduceerd varken

61.50

63.45

65.03

55.88

62.58

61.69

andere kosten per geproduceerd varken

3.08

2.44

5.13

12.57

6.67

5.98

energiekosten per geproduceerd varken

1.08

1.15

1.22

1.55

1.00

1.20

bruto-opbrengst per geproduceerd varken

87.56

88.45

84.56

115.45

71.89

89.58 142.94

omzet vleesvarkens

130.00

146.00

150.00

153.00

135.69

variabele kosten per geproduceerd varken

64.58

65.89

70.16

68.45

69.25

67.67

bm per mestvarken

22.98

22.56

14.40

47.00

2.64

21.92

structurele kosten per geproduceerd varken

11.45

11.25

10.16

11.55

11.89

11.26

arbeidsinkomen per geproduceerd varken

14.88

7.15

1.15

24.00

9.35

11.31

kg krachtvoeder per geproduceerd varken

242

242

246

243

250

245

ovr per geproduceerd varken

1.42

1.39

1.30

2.07

1.15

1.47

operationele hefboom

1.54

3.16

12.52

1.96

0.28

3.89

Zeugenhouderij

32,0

Productiviteit

31,0

Levend geboren biggen per zeug

31,5 30,5

De productiviteit van de zeugen is gestagneerd en eindigt in 2020 op 31.24 geboren biggen per zeug.

30,0

Het percentage gestorven biggen blijft dalen naar 9%. Het sterftegetal ligt 20% lager dan het vijfjarig gemiddelde.

28,0

29,5 29,0 28,5 2016

0,14

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 36

De worpindex schommelt weinig en situeert zich rond de 2.3. De worpindex is hoger op de betere bedrijven. Verschillen hier komen zowel voort uit het dekmanagement als uit de kortere speenleeftijd. In 2020 bedroeg het gemiddelde aantal biggen per zeug 2% hoger dan het vijfjarig gemiddelde.

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

Percentage gestorven biggen

0,12 0,10 0,08 0,06 0,04 0,02 0,00 2016

2,45

Worpindex

2,40 2,35 2,30 2,25 2,20 2,15 2,10 2016


De daling van de variabele kosten (voederkosten, sanitaire kosten, energiekosten, mestafzetkosten en veeartskosten) is sinds 2018 gestagneerd. De stagnatie is voornamelijk toe te schrijven aan de stijgende voederprijzen en de hogere kosten voor de mestafzet. De totale variabele kost bedraagt gemiddeld €815 per zeug. Het voederverbruik per zeug (zeugen en biggen) fluctueert tussen 1166 kg en 1383 kg. Een reden temeer om de opbrengst-voerkostratio onder de loep te nemen. De opbrengst-voerkostratio geeft de verhouding weer tussen de opbrengst en de voederkosten. In 2016 bedroeg de opbrengst-voerratio 1.76 wat betekent dat de opbrengst 1.76 keer hoger was dan de voederkostprijs. U ziet in de grafiek dat de opbrengst-voerkostratio sinds 2016 terug in stijgende lijn is. In 2020 komen we uit op 2.05. Eenzelfde tendens merken we op wanneer de variabele kosten per big bekijken. De andere variabele kosten, exclusief voederkosten, vormen relatief een grotere kostenpost. We denken dan aan de kosten voor de mestafzet.

700 600 500 400 300 200 100 0

2016

1450 1400 1350 1300 1250 1200 1150 1100 1050 1000 950

2,6

andere kosten per zeug

2020

energiekosten per zeug

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

OVR per zeug

2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 2016 30,00

Variabele kosten per big

25,00

10,00

Ondanks de lagere variabele en structurele kosten is het arbeidsinkomen minimaal en eindigt op €85 per zeug. Dit is 42% lager dan het vijfjarig gemiddelde en 82% lager dan vorig jaar.

2019

2,4

Bijgaande figuur geeft de evolutie weer van de kostenstructuur van de zeugenhouderij.

De omzet per zeug bedroeg in 2020 €1251. Dit is 1% meer dan het vijfjarig gemiddelde doch 9% lager dan het vorige jaar.

2018

Voederverbruik in kg per zeug

2016

20,00

Financieel

2017

voederkost per zeug

Structurele kosten

Wegens de daling van het aantal zeugen, zijn de structurele kosten onder invloed van de significante milieu-investeringen (mestopslag, groepshuisvesting, luchtwassers, aankoop nutriënten) per eenheid niet gedaald.

Variabele kosten per zeug

15,00

5,00 0,00 2016 2017 voederkost per big

2018 andere kosten per big

2019 2020 energiekost per big

Kostenstructuur zeugen 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2016 2017 2018 variabele kosten per zeug

40 35 30 25 20 15 10 5 0

2019 2020 structurele kosten per zeug

Kostenstructuur biggen

2016

2017

variabele kosten per big

2018

2019

2020

structurele kosten per big

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 37

Variabele kosten


Vleesvarkenshouderij Variabele kosten

70,00

Variabele kosten per vleesvarken

60,00 50,00

De variabele kosten (voederkosten, sanitaire kosten, energiekosten en veeartskosten) zijn licht gedaald in 2020 doch bevinden zich 2% boven, het vijfjarig gemiddelde.

40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 2016

Het voederverbruik per geproduceerd vleesvarken is stagnerend. De stagnatie zou kunnen te wijten zijn aan de langere aanhouding (zwaarder gewicht) van de varkens. De opbrengst-voerkostratio geeft de verhouding weer tussen de opbrengst en de voederkosten. In 2016 bedroeg de opbrengst-voerratio 1.60 wat betekent dat de opbrengst 1.60 keer hoger was dan de voederkostprijs. U ziet in de grafiek dat de opbrengst-voerkostratio een grilliger verloop kent. De tendens is positief.

Financieel De werkelijke financiële middelen worden in gesloten bedrijven gerealiseerd bij de verkoop van de vleesvarkens.

2017

2018

voederkosten per geproduceerd varken energiekosten per geproduceerd varken

275

2019

2020

andere kosten per geproduceerd varken

Voederverbruik in kg per vleesvarken

250 225 200 175 150 2016

2,5

2017

2018

2019

2020

OVR vleesvarkens

2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 2016

2017

2018

2019

2020

Financieel per vleesvarken 155,00

De omzet per geproduceerd vleesvarken bedroeg in 2020 €135. Dit is 5% minder dan het vijfjarig gemiddelde en 11 minder dan het vorige jaar.

50,00 45,00 40,00 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00

150,00 145,00 140,00 135,00 130,00

Hierdoor is het arbeidsinkomen gedaald naar €9.35. Dit arbeidsinkomen is 17% lager dan het vijfjarig gemiddelde en 61% lager dan vorig jaar. Het effect van de prijszetting van de vleesvarkens op het arbeidsinkomen is lager dan het effect van de brutosaldo op het arbeidsinkomen. De biggenprijzen en aanwas hebben boekhoudkundig een grotere invloed op het arbeidsinkomen.

125,00 120,00 115,00 2016 Omzet vleesvarkens

2017

2018

bm per mestvarken

2019

2020

arbeidsinkomen per geproduceerd varken

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 38


Melkveehouderij De boekhoudkundige cijfergegevens over een lange termijn zijn een essentieel element in de opbouw van de beslissing. Op basis van de cijfergegevens vanuit de bedrijfseconomische boekhoudingen van de boekjaren 2016 tot en met 2020 tonen we een beeld van de rentabiliteit in de melkveehouderij gedurende de voorbije 5 jaren.

Het arbeidsinkomen is het resultaat van de opbrengsten vermindert met de variabele en vaste kosten.

diverse directe kosten (elektriciteit) en opgenomen in de ruwvoederkost (brandstof voor ruwvoederwinning).

De omzet is samengesteld uit de aan- en verkoop van de runderen, de aanwas van de veestapel, de melkopbrengsten en de voorraadwijzigingen.

De structurele kosten hebben geen invloed op de opbrengst. Deze bestaan uit grondlasten, pacht, onderhoud machines en gebouwen, afschrijvingen, toegerekende rentes en algemene kosten zoals verzekeringen, begeleiding enz.

De variabele kosten zijn kosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de opbrengsten. Ze zijn samengesteld uit de kosten voor voederaankopen, eigen gewonnen voeders, veeartskosten, dekkingskosten, energiekosten en de diverse directe kosten. De energiekosten zijn ofwel opgenomen bij de

Er dient opgemerkt dat de cijfers werden bekomen van gespecialiseerde en niet-gespecialiseerde melkveebedrijven en van bedrijven met korte keten activiteit en zonder hoeve verwerking al dan niet bio-gecertificeerd.

De cijfers worden weergegeven per 100 liter en per GVE (Groot-Vee-Eenheid). De grafieken werden uitgebreid met de kengetallen melkprijs- kalvingsindex- vervangingspercentage en ruwvoedermelk.

Evolutie De specialisatie van de melkveehouderij zet zich verder.

Methodiek

Het aantal melkkoeien bedraagt in 2020 343.840 stuks, een stijging van 5.6% ten opzichte van 2016 terwijl het aantal melkleveraars jaarlijks afneemt met ca 3%.

De gemiddelden zijn berekend per kengetal waardoor de bedragen afwijken van het rekenkundig resultaat. Gemiddelden zijn bruikbaar voor het aantonen van een tendens en kunnen niet als absoluut beschouwd worden.

Op Vlaams niveau bedraagt de gemiddelde melkproductie per bedrijf 741.907 liter. 2016

2017

2018

2019

2020

ontvangen melkprijs

28.75

36.87

33.92

34.76

31.88

bruto-opbrengst per 100l

35.88

40.12

37.86

39.74

37.43

variabele kosten per 100l

18.19

19.55

20.04

20.14

20.75

bruto-marge per 100l

17.69

20.37

18.62

19.60

16.68

structurele kosten per 100l

13.92

13.70

11.19

11.84

13.60

arbeidsinkomen per 100l

3.77

6.67

7.21

7.40

3.08

bruto-opbrengst per GVE

1741.59

2212.00

2117.93

2354.11

2166.89

variabele kosten per GVE

809.62

898.15

1205.63

1203.40

1196.99

bruto-marge per GVE

931.97

1315.64

912.30

1150.71

969.90

structurele kosten GVE

731.60

766.31

643.29

701.85

759.89

arbeidsinkomen per GVE

200.37

549.33

269.01

448.86

210.01

aantal geleverde liters

492342

560685

610404

666707

654949

aantal koeien

62

67

72

75

73

7797

8200

9192

8879

8979

vet

42

42

43

42

42

eiwit

35

35

36

34

34

aantal liters per koe

kalvingsindex

0.82

0.83

0.82

0.84

0.85

vervangingspercentage

32.60

29.71

30.06

31.54

33.06

kg KV per melkkoe

1325

1506

1555

1849

1743

kg KV per jongvee

250

191

222

276

229

gram per liter

203

214

215

235

231

ruwvoedermelk

4979

4997

5885

4947

5272

aantal liters per groenvoeder

14567

12435

12766

13167

13981

GVE per ha groenvoeder

2.46

2.39

2.39

2.33

2.43

kritieke melkopbrengst

32.11

33.25

31.23

31.98

34.35

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 39

De agrarische ondernemer staat voor momenten dat strategische management beslissingen dienen genomen te worden.


Het aantal geleverde liters melk per bedrijf in de VAC boekhoudingen bedraagt 654.949 liter.

Productiviteit: aantal geleverde liters 800000 700000 600000

Dit is 10% boven het 5 jarig gemiddelde. De productie op de bedrijven met een VAC boekhouding stabiliseerde. Waarschijnlijk is de stabilisatie toe te wijzen aan het sterkere gemengde karakter van de aangesloten bedrijven waardoor het absolute getal relatief minder gewicht betekent in het geheel.

500000 400000 300000 200000 100000 0 2016

2017

2018

2019

2020

Productiviteit: aantal koeien per bedrijf

De opeenvolgende jaren met de schade ten gevolge de droogte en regen noopt de bedrijfsleider tot het nemen van strategische beslissingen om een antwoord te beiden aan de dalende ruwvoedervoorraad. Om de kredietlast niet te verzwaren hebben een groot deel van de agrarische ondernemers beslist om tijdelijk de veestapel te verkleinen in plaats van duurder ruwvoeder aan te kopen.

80

Deels wordt de productiestijging gerealiseerd door de stijging van het aantal liters geproduceerde melk per koe. De melkproductie per koe is gestegen naar 8.979 liter en is 4% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. De productiestijging per koe stagneert.

9000

60 40 20 0 2016

9500

2017

2018

2019

2020

Productiviteit: aantal liters per koe

8500 8000 7500 7000 2016

2017

2018

2019

2020

2019

2020

Voermanagement Krachtvoeder De melkproductiestijging per koe kan gerealiseerd worden door aandacht te hebben voor de genetica, de gezondheidstoestand van de koe, de voedersamenstelling en de kwaliteit van het voeder. Krachtvoeder is een belangrijk element in de productie, de samenstelling en kostprijs. Krachtvoederkosten zijn variabele kosten en bepalen mee de opbrengst en dus het saldo. Door het niet efficiënt verstrekken van krachtvoeder stijgen de kosten.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 40

Een hogere krachtvoedergift resulteert niet in een evenredige productiestijging waardoor het rendement per liter melk daalt. De wet van de afnemende meeropbrengsten, weet u wel. Het krachtvoederverbruik per koe is in 2020 gedaald met 106 kg KV per koe per jaar naar 1.743 kg per koe. Het krachtvoederverbruik ligt toch nog 9% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. De stijging is toe te wijzen naar beslissingen om dalende productievolumes op te vangen met krachtvoeder door de slinkende ruwvoedervoorraden.

Productiviteit: krachtvoederverbruik 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2016

2017

2018

kg KV per melkkoe

240

kg KV per jongvee

Productiviteit: gram krachtvoeder per liter

230 220 210 200 190 180 2016

2017

2018

2019

2020


In 2016 werd er 203 gr krachtvoeder vervoederd per 100 l melk. In 2020 werd er 231 g krachtvoeder vervoederd per 100 l melk. Het vijfjarig gemiddelde bedraagt 220 gram per liter. Het vetgehalte stagneert rond 42 Het vetgehalte was in 2020 1% lager dan het vijfjarig gemiddelde.

Productiviteit: vet en eiwit 50 40 30 20 10 0 2016

Het eiwitgehalte stagneert rond 34. Het eiwitgehalte is 3% lager dan het vijfjarige gemiddelde.

2017 vet

2018

2019 eiwit

2020

2019

2020

Ruwvoeder

Uit de VAC-boekhoudingen blijkt dat de geproduceerde ruwvoedermelk opnieuw is gestegen, na het rampjaar 2019, naar 5.272 liter. In 2020 bedroegen de ruwvoedermelkliters 1 % hoger dan het vijfjarig gemiddelde. De stijging van het aanwezige jongvee (vervangingsvee) per bedrijf resulteert in een intensiever gebruik van de beschikbare oppervlakte ruwvoeder. Het aantal geproduceerde liters melk per ha ruwvoeder is gestegen naar 14 567 liter of een stijging met 9% ten opzichte van het vijfjaarlijkse gemiddelde. Het aantal GVE (grootvee-eenheden) per ha is gestegen naar 2.43 GVE/ha.

Bedrijfseconomische resultaten Bruto-opbrengst De bruto-opbrengst is samengesteld uit de opbrengsten van de verkoop van melk en melkproducten, de aan- en verkoop van dieren en de wijziging in de veestapel (aanwas).

Productiviteit: gram krachtvoeder per liter

240 230 220 210 200 190 180

2016

15000

Wanneer we de totale opbrengsten weergeven zien we dezelfde tendens.

2018

Productiviteit: aantal liters per ha groenvoeder

14000 13000 12000 11000 2016 2,50

2017

2018

2019

2020

Productiviteit: aantal GVE per ha groenvoeder

2,45 2,40 2,35 2,30 2,25 2016

38 36 34 32 30 28 26 24 22 20

41

2017

2018

2019

2020

Ontvangen melkprijs per 100 l

2016

Zoals u merkt in de grafiek van zijn de melkprijzen per 100 l melk sterk schommelend.

2017

2017

2018

2019

2020

2018

2019

2020

Bruto-opbrengst per 100 l

40 39 38 37 36 35 34 33 2016

2017

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 41

Het is de betrachting van iedere melkveehouder om het aandeel ruwvoedermelk te verhogen. Uit Nederlandse cijfers blijkt dat bedrijven met een goed voermanagement is staat zijn om 4000 liter per ha extra melk te produceren.


Variabele kosten

Samenstelling variabele kosten per 100 l

De variabele kosten zijn de kosten die je maakt om het product te produceren en zijn derhalve direct gelinkt aan het productieniveau. De variabele kosten zijn in de melkveehouderij samen te vatten in krachtvoederkosten, ruwvoederkosten en overige veekosten zoals veeartskosten en dekgelden. In de ruwvoederkosten zijn de energiekosten inbegrepen. De variabele kosten bedragen €20.75 liter melk en zijn in 2020 5% hoger dan het vijfjarig gemiddelde. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de voederprijzen en energieprijzen. De stijging van 5% betekent dat de stijging

10 8 6 4 2 0 2016

2017

2018

ruwvoederkosten

2019

2020

krachtvoederkosten

van de productie de hogere kosten niet kan bijbenen en dus de absolute kostenstijging groter is dan de relatieve (per 100 l melk).

overige kosten

vakmanschap op het melkveebedrijf. Hoe hoger dit saldo, hoe beter de melkveehouder in staat blijkt te zijn om goede opbrengsten te combineren met lage kosten.

De opbrengsten vermindert met de variabele kosten bezorgt ons de bruto-marge.

Het gemiddelde saldo bedroeg in 2020 €16.68 per 100 l. Dit is 10% lager dan het vijfjarig gemiddelde.

Het saldo is een maat voor het

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

TOV GEMIDDELD %

TOV VORIG JAAR

RUWVOEDERKOST

6,44

6,50

5,90

6,08

5,27

6,04

-13%

-13%

KRACHTVOEDERKOST

6,60

7,02

7,47

8,17

8,49

7,55

12%

4%

TOTALE VOEDERKOST

14,11

14,85

14,81

15,71

15,60

15,02

4%

-1%

OVERIGE KOSTEN

3,58

3,46

3,88

4,43

4,64

4,00

16%

5%

Structurele kosten De structurele kosten zijn jaarlijks weerkerende kosten die geen rechtstreeks verband hebben met de productie. De structurele kosten zijn samengesteld uit de afschrijvingen van de investeringen, de rentes op het geïnvesteerd kapitaal, pacht, onderhoud en de algemene kosten. De structurele kosten per 100 ltr zijn in 2020 gestegen met 15 % tov van 2019. De kostenstijging uitgerekend per GVE is weliswaar lager (+8%), doch de kostenstijging in de structurele kosten is een aandachtspunt.

Arbeidsinkomen Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 42

De VAC landbouwboekhoudingen houden geen rekening met de fictieve lonen voor de bedrijfsleider. Dit betekent dat het berekende arbeidsinkomen de winst is van het bedrijf waarmee de bedrijfsleider de kosten voor privé-uitgaven zoals levensonderhoud, sparen, sociale zekerheid en belastingen en reserveringen voor investeringen financiert. Het arbeidsinkomen per 100 liter melk is sterk gedaald ten opzicht 2019. Bekeken over het vijfjarig gemiddelde was het arbeidsinkomen in 2020 45% lager.

Financiële kengetallen per 100 l 25 20 15 10 5 0 2016

2017

variabele kosten per 100 l

1400

2018 structurele kosten per 100l

2019

2020

arbeidsinkomen per 100 l

Financiële kengetallen per GVE

1200 1000 800 600 400 200 0 2016

2017

variabele kosten per GVE

2018 structurele kosten per GVE

2019

2020

arbeidsinkomen per GVE


Analyse Kritieke melkopbrengst

Kritieke melkopbrengst 100 l 50 40 30 20 10 0 2016

Indien de kritieke melkopbrengst meerdere jaren dicht bij de ontvangen melkprijs ligt, is dat een indicatie dat er geen ruimte is om financiële reserves op te bouwen. De kritieke melkopbrengst per 100 l melk is gestegen van €32.11 in 2016 naar €34.35 in 2020. Er is in 2020 geen tot weinig ruimte gecreëerd om financiële reserves aan te leggen.

De operationele hefboom Een interessante ratio is de operationele hefboom. Het VAC hanteert deze ratio om het risico-profiel van het bedrijf te duiden. De operationele hefboom meet het operationeel risico van de activiteit of de graad waarin de opbrengstwijzigingen de winst beïnvloeden. Het operationele hefboomeffect ook wel degree of operating leverage genoemd komt voort uit het bestaan van vaste kosten in het bedrijf. De operationele hefboomwerking gebruikt de vaste kosten voor het vergroten van de effecten van omzetveranderingen op het bedrijfsresultaat. Hierbij geldt hoe groter de hefboomwerking des te risicovoller de bedrijfsvoering is maar daar tegen over staat de kans op een aanzienlijke stijging in winsten. Een lagere hefboomwerking is vice versa. De operationele hefboom komt tot stand door de brutomarge te delen door de winst. Voor bedrijven met een hoge operationele hefboom is de winstrealisatie sterk beïnvloedbaar, zowel in positieve (winst) als negatieve (verlies) zin. Terwijl de operationele hefboom in 2016 nog 4.69 bedroeg is deze door de gestegen structurele kosten verslechterd naar 5.42. Gezien over vijfjarige gemiddelde bedraagt de verslechtering 47%.

Management is voordenken in plaats van nadenken Een goed en doordacht management is essentieel voor een agrarische onderneming.

2017 bruto-opbrengst per 100 l

Om goed doordachte managementbeslissingen te nemen ( op lange termijn) of om op korte termijn in te grijpen in de bedrijfsvoering is een correct bijgehouden landbouwboekhouding meer dan een noodzakelijk hulpmiddel. Uit de boekhoudingen leren we dat er nog efficiëntiewinsten te boeken zijn.

2018

2019

2020

kritieke melkopbrengst

basis voor een gezonde onderneming. Het maken ervan zet de ondernemer aan tot nadenken. De agrarische ondernemer kan ad hoc of geregeld teruggrijpen naar het plan om ontstane of toekomstige sitiuatie te toetsen. In feite biedt het ondernemingsplan een antwoord op de vraag waar sta ik nu en waar sta ik achter 5 en 10 jaar.

Bedrijfseconomische boekhouding De bedrijfseconomische boekhouding is zijn geld waard. De bedrijfseconomische boekhouding van het Vlaams Agrarisch Centrum, VACwerk, is dè boekhouding voor de moderne en vooruitstrevende agrarische ondernemer. Voortdurend wordt het programma aangepast aan de noden en wensen van de deelnemende landbouwers. En, niet onbelangrijk, u krijgt gegarandeerd onafhankelijk advies, waarbij enkel u en uw bedrijf centraal staat. De agrarische ondernemer wordt geconfronteerd met ingewikkelde productieprocessen en complexe wetgeving. De combinatie van VACwerk en VACcent is de managementtool bij uitstek.

Een goed ondernemingsplan bevat een beschrijving van de volgende onderdelen: › ondernemer

Bedrijfsontwikkeling

› onderneming

Een melkveebedrijf is door gebouwen en grond zeer kapitaalsintensief. Melkveebedrijven zijn veelal familiebedrijven, nieuwe ondernemers in de melkveehouderij komen dan ook meestal via opvolging een melkveebedrijf binnen. De overnamekosten zijn meestal beneden de marktwaarde.

› bedrijfsopzet en bedrijfsvoering

› omgeving › investeringsplan middelen

/

benodigde

› financieringsplan › exploitatiebegroting › liquiditeitsprognose Ondernemer

Allereerst moet de melkveehouder in beeld hebben wat hij met zijn bedrijf wil. Vervolgens inventariseert en analyseert hij de sterke en zwakke punten van zichzelf en zijn onderneming. Daarna kan een ondernemingsplan worden opgesteld.

Het ondernemingsplan

De agrarische ondernemer omschrijft naast zijn persoonlijke gegevens ook persoonlijke motieven waarom de ondernemer het bedrijf wil starten/ voortzetten. De vraag of hij/zij over de nodige capaciteiten beschikt kan hier beantwoord worden door aan zelf-reflectie te doen of bij naasten om een opinie te vragen.

Opstellen van diverse plannen Een goed ondernemingsplan legt een

Iedereen wenst een zo ruim mogelijk inkomen verwerven. Deze vage

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 43

De kritieke melkopbrengst geeft de melkopbrengst weer waarbij de lopende uitgaven voor de bedrijfsvoering kunnen worden betaald.


omschrijving dient geconcretiseerd te worden volgens wensen en behoefte waardoor een duidelijk omschreven doel ontstaat.

opmaak van de bedrijfsopzet. Het gaat vooral om de materiele structuur van het bedrijf zoals inplanting gebouwen, aandeel loonwerk/mechanisatie of keuzes voor nieuwe technieken , andere inkomensbronnen. Vanuit de bedrijfsopzet en de bedrijfsvoering kunnen dan toekomstige investeringsplannen en dito financieringsplannen worden opgemaakt.

Onderneming In welke rechtsvorm zal het bedrijf opereren en welke rechtsvorm kan er in de toekomst mogelijk zijn? Omgeving

Investeringsplan middelen

Hoe evolueert de markt waarin de onderneming opereert? Dit geldt zowel voor de aankoop als de verkoop. Zijn er alternatieven? De Overheid is een belangrijk item binnen de omgeving. Wat zijn de spelregels inzake de omgevingsvergunning, de nutriënten, het milieu enz... Zijn er binnen afzienbare tijd problemen te verwachten rond erkenningen, pacht, asbest enz.

/

pende termijn. Vb 10 jaar. Hieraan wordt best een liquiditeitsprognose gekoppeld. Ondernemingsplan, aan de slag ermee! Ondernemen is niet enkel uitvoeren doch is geregeld de kengetallen van het bedrijf toetsen aan het opgestelde ondernemingsplan.

benodigde

Nadat de bedrijfsresultaten en kengetallen gekend zijn kan de analyse en de evaluatie gebeuren.

Het investeringsplan omschrijft de nodige en geplande investeringen en finacieringsbronnen.

Vergelijking van de cijfers met de ondernemingsplan laat zien op welke punten je goed scoort en welke de aandachtspunten zijn.

Financieringsplan In het financieringsplan geeft de ondernemer aan waar de benodigde gelden uit het investeringsplan vandaan komen. Het is een aanrader om op basis van de laatst gekende financiële gegevens (drie jaren) een financieel plan op te stellen over de terugbetalingstermijn van de langslo-

Bedrijfsopzet en bedrijfsvoering Technische en organisatorische aspecten worden belicht voor de

Het kan nodig zijn werk te maken van de aandachtspunten en/of het ondernemingsplan bij te stellen. Niet realiseerbare doelen zijn nefast voor een gezonde bedrijfsvoering.

QUICK-SCAN Om de melkveehouder op een snelle manier inzicht te geven in de cijfers hebben we een quick-scan melk ontwikkeld. In een oogopslag ziet de melkveehouder een aantal KPI’s (kritische prestatie indicatoren) welke in vergelijking staan met het gemiddeld bedrijf. Op babis van deze KPI’s kan de melkveehouder de nodige bijsturingen verrichten.

Gemidde l d

Liters per koe

Vervangingspercentage

Kalvingsindex

87 3 2

0, 3 3

0 ,7 8

uw be d r i j f

Q U I C K- SC A N M E L KV E E

Liters per koe

Vervangingspercentage

Kalvingsindex

813 8 Hoeveelheid krachtvoeder (gram per liter melk)

0, 39

1, 0 0

Ruwvoedermelk Ruwvoedermelk (liter)

Krachtvoederkost (€/100l)

4500

10

275

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 44

150

2000

400

Totale voederkost (€/100l)

Overige variabele kosten (€/100l)

Vaste kosten per 100l melk

Vaste kosten (€/100l) 10

5

0

30

0 17,06

0

10

20 10,21

3,45

Kredietlast (€/100l)

Kostendekkende melkprijs (€/100l)

10

30

20

0 1,40

LKL111111 20 20

20 8,69

3838

15

Bedrijf BKJR

0

7000

264,97

40

20 26,54


Vleesveehouderij Op basis van de cijfergegevens vanuit de bedrijfseconomische boekhoudingen van de boekjaren 2016 tot en met 2020 schetsen we een beeld van de rentabiliteit in de rundveehouderij gedurende de voorbije vijf jaren. Er dient opgemerkt dat de cijfers werden bekomen van zoogkoebedrijven, vleesbedrijven en gemengde rundveebedrijven.

Methodiek De gemiddelden zijn berekend per kengetal waardoor de bedragen afwijken van het rekenkundig resultaat. Gemiddelden zijn bruikbaar voor het aantonen van een tendens en kunnen niet als absoluut beschouwd worden.

2016

2017

2018

2019

2020

% TOV 2016

188883

171316

164788

158807

149309

-21

AANTAL BEDRIJVEN

8478

7415

7103

6784

6372

-25

AANTAL ZOOGKOEIEN PER BEDRIJF

22.28

23.10

23.20

23.41

23.43

5

AANTAL ZOOGKOEIEN INCL REFORM

Aantal zoogkoeien 200000 190000 180000 170000 160000 150000 140000 2016

Het arbeidsinkomen is het resultaat van de omzet vermindert met de variabele en vaste kosten. De omzet is samengesteld uit de aan- en verkoop van de runderen, de aanwas van de veestapel, de voorraadwijzigingen en de gekoppelde steun (zoogkoepremie).

2017

2018

aantal zoogkoeien incl reform

2019

2020

Lineair (aantal zoogkoeien incl reform)

Aantal bedrijven 9000 8500 8000 7500 7000

De structurele kosten hebben geen invloed op de opbrengst. Deze bestaan uit grondlasten, pacht, onderhoud machines en gebouwen, afschrijvingen, toegerekende rentes en algemene kosten zoals verzekeringen, begeleiding enz. De cijfers worden weergegeven per GVE (Groot-Vee-Eenheid).

Evolutie Zowel het aantal zoogkoeien als het aantal bedrijven met zoogkoeien nemen jaarlijks af. Het aantal zoogkoeien is met 21% gedaald tov 2016. Het aantal bedrijven met zoogkoeien is gedaald met 25%. Het aantal zoogkoeien per bedrijf is gestegen met 5%. De stijging neemt af wat er op duidt dat de specialisatie vertraagt.

6500 6000 2016

2017

2018

2019

aantal bedrijven

24,00

2020

Lineair (aantal bedrijven)

Zoogkoeien per bedrijf

23,50 23,00 22,50 22,00 21,50 21,00 2016

2017

aantal zoogkoeien per bedrijf

Het is interessant in het kader van de besprekingen over het GLB 2023 en de gekoppelde steun (zoogkoepremie) de evolutie van naderbij te bekijken. Het lijkt een tendens te worden dat vooral kleinere bedrijven met oudere bedrijfsleiders er de brui aangeven. De economische rendabiliteit en de arbeid doen zulke bedrijven uitkijken naar andere inkomstenbronnen zoals beheersovereenkomsten op graslanden activeren.

2018

2019

2020

Lineair (aantal zoogkoeien per bedrijf )

De daling van het aantal bedrijven zet zich het sterkst door in de categorie met minder dan 4 zoogkoeien. Het aantal zoogkoeien op de andere bedrijven is gestabiliseerd wat er nogmaals op wijst dat de specialisatie is vertraagd tot zelfs gestopt. Voor campagne 2020 bedroeg de zoogkoepremie €203,08 per dier.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 45

De variabele kosten zijn kosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de opbrengsten. Ze zijn samengesteld uit de kosten voor voederaankopen, eigen gewonnen voeders, veeartskosten, energiekosten, dekkingskosten en de diverse directe kosten.


INDELING BEDRIJVEN MET ZOOGKOEIEN (INCL. REFORME) PER GROOTTEKLASSE, VLAANDEREN, 2016 GROOTTEKLASSE

AANTAL BEDRIJVEN

PERCENTAGE BEDRIJVEN

AANTAL ZOOGKOEIEN

PERCENTAGE ZOOGKOEIEN

1-4 ZOOGKOEIEN

2874

31.90

5732

3.00

5-9 ZOOGKOEIEN

1382

15.30

9389

5.00

10-19 ZOOGKOEIEN

1585

17.60

22342

11.80

20-39 ZOOGKOEIEN

1803

20.00

50341

26.70

40 OF MEER ZOOGKOEIEN

1366

15.20

101079

53.50

GEHEEL VAN BEDRIJVEN

9010

100.00

188883

100.00

INDELING BEDRIJVEN MET ZOOGKOEIEN (INCL. REFORME) PER GROOTTEKLASSE, VLAANDEREN, 2020 GROOTTEKLASSE

AANTAL BEDRIJVEN

PERCENTAGE BEDRIJVEN

AANTAL ZOOGKOEIEN

PERCENTAGE ZOOGKOEIEN

1-4 ZOOGKOEIEN

1536

24.10

3397

2.30

5-9 ZOOGKOEIEN

1046

16.40

7142

4.80

10-19 ZOOGKOEIEN

1317

20.70

18585

12.40

20-39 ZOOGKOEIEN

1368

21.50

38056

25.50

40 OF MEER ZOOGKOEIEN

1105

17.30

82129

55.00

GEHEEL VAN BEDRIJVEN

6372

100.00

149309

100.00

aantal zoogkoebedrijven 2016 40 of meer zoogkoeien

aantal zoogkoebedrijven 2020

1.366

40 of meer zoogkoeien

20 - 39 zoogkoeien

1.803

10 - 19 zoogkoeien

1.585

5 - 9 zoogkoeien

1.105

20 - 39 zoogkoeien

1.368

10 - 19 zoogkoeien

1.382

1.317

5 - 9 zoogkoeien

1 - 4 zoogkoeien

2.874

1.046

1 - 4 zoogkoeien

1.536

EVOLUTIE 2016-2020

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 46

GROOTTEKLASSE

AANTAL BEDRIJVEN

AANTAL ZOOGKOEIEN

1-4 ZOOGKOEIEN

-47%

-41%

5-9 ZOOGKOEIEN

-24%

-24%

10-19 ZOOGKOEIEN

-17%

-17%

20-39 ZOOGKOEIEN

-24%

-24%

40 OF MEER ZOOGKOEIEN

-19%

-19%

GEHEEL VAN BEDRIJVEN

-29%

-21%

Evolutie 2016-2020 geheel van de bedrijven met zoogkoeien 40 of meer zoogkoeien 20 - 39 zoogkoeien 10 - 19 zoogkoeien 5 - 9 zoogkoeien 1 - 4 zoogkoeien -50%

-45%

-40%

-35%

-30%

-25%

-20%

-15%

aantal zoogkoeien

-10%

-5%

0%

aantal bedrijven


Bedrijfseconomische analyse PER GVE

2016

2017

2018

2019

2020

GEMIDDELD

bruto-omzet

1058

1047

1119

1185

1256

1133

variabele kosten

657

718

821

856

902

791

bruto-marge

326

103

298

329

354

282

structurele kosten

572

526

652

671

691

622

arbeidsinkomen

-246

-423

-354

-342

-337

-340

ruwvoederkost

242

245

251

284

273

259

krachtvoederkost

244

270

295

360

312

296

totale voederkost

529

580

595

700

585

598

veeartskost

76

86

83

71

83

80

dekkingskost

9

12

11

15

13

12

overige veekost

43

40

51

63

54

50

totale veekost kg krachtvoeder

51

51

58

23

21

41

179

189

277

171

171

198

660

822

941

1013

937

875

30.98

30.00

30.75

30.76

29.97

30.00

GVE per ha ruwvoeder

2.70

2.84

2.82

2.94

3.15

2.89

kalvingsindex

0.99

0.97

0.82

0.75

0.76

0.86

€/100 kg KV

Registreren, meten en haalbare doelstellingen formuleren. De rundveehouderij heeft het moeilijk. rundveesector. Van gespecialiseerde De rentabiliteit blijft onder druk staan. topbedrijven die het economisch beter In de boekhoudingen treffen we een doen, over gemengde bedrijven die grote diversiteit aan van bedrijfsvoehet grasland wensen te valoriseren tot ringen welk een doorslag is van de kleinschalige extensieve bedrijven.

Opbrengsten

Arbeidsinkomen

De gerealiseerde omzet was in 2020 11% hoger dan het meerjarige gemiddelde en 6% hoger dan het vorige jaar.

De licht verbetering van de verkoopsprijzen hebben niet geresulteerd in

Variabele kosten

1400

In 2020 zijn de variabele kosten 14% hoger dan het vijfjarig gemiddelde en 5% hoger dan het vorige jaar. Vooral de gestegen kosten voor de veearts (administratieve lasten) zijn debet aan deze stijging. De voederkosten vormen het grootste deel van de variabele kosten en zijn dus vatbaar om bij afwijkingen de rendabiliteit danig te beïnvloeden.

Structurele kosten

Variabele kosten 3%

een verbetering van het arbeidsinkomen wegens de stijgende kosten.

Bruto-omzet

1300 1200 1100 1000 900 800 700 600 2016

750

De structurele kosten zijn in 2020 14% hoger dan het vijfjarig gemiddelde en 3% hoger dan het vorige jaar. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de daling van het aantal vleesveerunderen – zoogkoeien.

Ieder bedrijfstype heeft zijn wetmatigheden en specifieke eigenschappen. Wanneer de rundveehouder de wetmatigheden en eigenschappen van zijn bedrijf en zich zelf kent, kunnen er doelstellingen worden geformuleerd.

2017

2018

2019

2020

Structurele kosten

700 650 600 550 500 450 400 2016

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

7% 2%

36% 11%

0 -100 -200 -300

41%

ruwvoederkosten veeartskosten overige veekosten

-400 krachtvoederkosten dekkingskosten energie

-500

Arbeidsinkomen 2016

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 47

energie


Voermanagement

800

De voederkosten zijn de zwaarste kost op een zoogkoe/vleesveebedrijf.

600

Voederkosten

700 500

Door de hogere aankoop van voeders tijdens de voorgaande jaren zijn de voederkosten vergeleken met de voorgaande jaren gedaald.

Veekosten De totale overige veekosten zijn in 2020 gestabiliseerd.

400 300 200 100 0 2016

2017

ruwvoederkosten

2018 krachtvoederkosten

2019

2020

totale voederkosten

Kg krachtvoeder 1200 1000 800 600 400 200 0 2016

2017

2018

2019

2020

Veekosten 300 250 200 150 100 50 0 2016

Technische kengetallen Binnen de zoogkoehouderij zijn enerzijds de technisch economische kengetallen op het vlak van de vruchtbaarheid en anderzijds het voederverbruik belangrijk voor het uiteindelijk economisch resultaat. Ruwvoeder en vooral kwalitatief ruwvoeder is het goedkoopste voeder dat de rundveehouder ter beschikking heeft.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 48

Uit de tendenslijn kunnen we opmaken dat de oppervlakte ruwvoeder intensiever wordt gebruik. Het intensiever gebruik kan verklaard worden door de voortdurend kwaliteitsbetering waardoor een groter deel van het beschikbare areaal kan omgezet worden naar akkerbouwteelten of een groter aantal dieren kan gehouden worden. Het groter belang aan kwaliteitsvol ruwvoeder vertaalt zich in een lager krachtvoedergebruik. Ondanks de inspanningen op het vlak van vertiliteit blijft de kalvingsindex dalend. Hoogstwaarschijnlijk zal er in de toekomst meer aandacht moeten geschonken worden aan de beschikbare mineralen en de mineralenbalans.

veeartskosten

2017 dekkingskosten

2018 overige veekosten

2019

2020

totale overige veekosten

GVE per ha ruwvoeder 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00 2016

1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

2017

2018

2019

2020

kg krachtvoeder

2016 Kalvingsindex 1,00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 2016


QUICK-SCAN Om de vleesveehouder op een snelle manier inzicht te geven in de cijfers hebben we een quick-scan vlees ontwikkeld. In een oogopslag ziet de vleesveehouder een aantal KPI’s (kritische prestatie indicatoren) welke in vergelijking staan met het gemiddeld bedrijf. Op babis van deze KPI’s kan de vleesveehouder de nodige bijsturingen verrichten.

Gemidde l d

Aantal GVE

GVE per ha groenvoeder

Kalvingsindex

8 0, 47

3 , 15

0,76

uw bedrijf

Q U I C K - S CA N V LE E S VE E

Aantal GVE

GVE per ha groenvoeder

Kalvingsindex

125,5

1,9

0 ,9 8

Hoeveelheid krachtvoeder (kg per GVE)

Krachtvoederkost (€/GVE)

Totale voederkost (€/GVE)

370

670

1200

600

1800

175

1165

Veeartskosten (€/GVE)

200 31

1000 712

Kredietlasten (€/GVE)

500

0

250

750 319

0

0 -52,69

LFL111111 20 20

BEDRIJFSECONOMISCHE BOEKHOUDING De bedrijfseconomische boekhouding is zijn geld waard. De bedrijfseconomische boekhouding van het Vlaams Agrarisch Centrum, VACwerk, is dè boekhouding voor de moderne en vooruitstrevende agrarische ondernemer. Voortdurend wordt het programma aangepast aan de noden en wensen van de deelnemende landbouwers. En, niet onbelangrijk, u krijgt gegarandeerd onafhankelijk advies, waarbij enkel u en uw bedrijf centraal staat. De agrarische ondernemer wordt geconfronteerd met ingewikkelde productieprocessen en complexe wetgeving. De combinatie van VACwerk en VACcent is dé managementtool bij uitstek.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 49

Be d r ijf BK J

340

Vaste kosten (€/GVE)

100

0

550 384


Geitenhouderij Op basis van de cijfergegevens vanuit de bedrijfseconomische boekhoudingen van de boekjaren 2016 tot en met 2020 schetsen we een beeld van de rentabiliteit in de melkgeitenhouderij gedurende de voorbije vijf jaren. Er dient opgemerkt dat de cijfers werden bekomen van de gangbare en biologische melkgeitenhouderij al dan niet met een korte keten activiteit.

Methodiek De gemiddelden zijn berekend per kengetal waardoor de bedragen afwijken van het rekenkundig resultaat. Gemiddelden zijn bruikbaar voor het aantonen van een tendens en kunnen niet als absoluut beschouwd worden. Het arbeidsinkomen is het resultaat van de omzet vermindert met de variabele en vaste kosten. De omzet is samengesteld uit de verkoop van de melk, aanwas van de veestapel en verkoop en aankoop van dieren.

algemene kosten zoals verzekeringen, taksen, begeleiding enz. De cijfers zijn uitgedrukt per melkgeitenplaats en per 100 liter geproduceerde melk. We opteren om de berekeningen te maken per geitenmelkplaats omdat we dan de totale kosten kunnen in rekening brengen en omrekenen per plaats.

Evolutie De melkgeitenhouderij kent een gestage uitbreiding. Volgens de gege-

vens uit de opeenvolgende mestrapporten leren we dat er in 2020 48169 geiten ouder dan 1 jaar geregistreerd in de mestbankaangifte. Dit is een stijging met 54% tov 2016. Het aantal geleverde liters geitenmelk is gestegen met 75%. Dit betekent dat de productiviteit per geit stijgt. De geitenmelkprijs komt tot stand op basis van vraag en aanbod. Na 2010 zijn de melkprijzen gaan stijgen met een uitzonderlijk hoge prijs sinds 2014. De melkprijs situeert zich op €68/100 liter.

Aantal Geiten > 1 jaar

60000 50000 40000 30000 20000 10000 0

De variabele kosten zijn kosten die rechtstreeks gerelateerd zijn aan de opbrengsten. Ze zijn samengesteld uit de kosten voor voederaankopen, eigen gewonnen voeders, veeartskosten, dekkingskosten, energiekosten en de diverse directe kosten. De structurele kosten hebben geen invloed op de opbrengst. Deze bestaan uit grondlasten, pacht, onderhoud machines en gebouwen, afschrijvingen, toegerekende rentes en

70 68 66 64 62 60 58 56 54 52

2017

2018

2019

2020

Melkprijs

2016

2017

2018

2019

2020

2016

2017

2018

2019

2020

GROEI TOV VORIG JAAR (%)

GROEI TOV VIJF JAAR (%)

31216

37383

39941

44217

48169

9

54

25068964

32865472

39318868

42827866

43870443

2

75

Aantal geiten ouder dan 1 jaar

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 50

Liters melk in België

2016

Analyse per plaats Variabele kosten De variabele kosten (voederkosten, sanitaire kosten, veeartskosten en energiekosten) zijn sterk gestegen tgv de vraag naar ruwvoeders en de hogere krachtvoederprijzen. De voederkosten vormen het grootste aandeel in de variabele kosten.

700

Opbrengst en kosten per plaats

600 500 400 300 200 100 0 2016 2017 bruto-opbrengst per plaats bruto-marge per plaats arbeidsinkomen per plaats

2018 jaar

2019 2020 variabele kosten per plaats structurele kosten per plaats


Bij eigen ruwvoederteelt, uitgaande van een rantsoen met 60% maiskuil en 40% graskuil, stalvoedering en een jaaropbrengst van 16000 kVEM/ha mais en 9500 kVEM/ha gras, is per 100 geiten nodig: 31550 : 13400 = 2.4 ha gras- en maisland. De opfokkosten van een lam bedraagt ca €180. Per drachtige geit worden jaarlijks gemiddeld 1.8 levende lammeren geboren. Gemiddeld wordt per worp 0.35 lammeren opgefokt tot melkgeit. De overige lammeren worden verkocht voor de afmesting. Voederkosten per plaats 17% 60%

23%

250

Voederkosten per plaats

200 150 100 50 0 2016

450 400 350 300 250 200 150 100 50 0

KV kost per plaats

Productie

2017

900 800 700 600 500 400 300 200 100 0

Analyse per 100 l

80

2019

2020

structurele kosten per plaats

Melkproductie per plaats

2016

De stijging van de melkproductie per plaats zet zich na een knik in 2017 verder door. De stijging bedraagt 7% tov van vorig jaar en is 11 % meer dan het vijfjaarlijks gemiddelde.

2018

variabele kosten per plaats jaar

overige kosten per plaats

De structurele kosten zijn gestegen gevolge van hogere investeringen en uitbreiding rente op levend kapitaal (stijging veestapel).

2018 2019 2020 ruwvoederkost per plaats jaar

Kostenstructuur per plaats

2016

ruwvoederkost per plaats

Structurele kosten

2017 KV kost per plaats

2017

2018

2019

2020

Opbrengst en kosten per 100 l

70 60 50 40 30 20

Variabele kosten

10 0

Voederkosten per 100 l

2016 2017 bruto-opbrengst per 100 l bruto-marge per 100 l arbeidsinkomen per 100 l 25

jaar

2019 2020 variabele kosten per 100 l structurele kosten per 100 l

2018 jaar

2019 2020 ruwvoederkost per 100 l

Voederkosten per 100 l

20 15 10 5 0

17%

2016

2017 KV kost per 100 l

59%

24%

2018

KV kost per 100 l ruwvoederkost per 100 l overige kosten per 100 l

Structurele kosten De hogere afschrijvingen en kosten aan levende have dragen bij tot een hogere structurele kost die niet volledig werd gecompenseerd door een hogere productie.

50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

Kostenstructuur per 100 l

2016

2017

variabele kosten per 100 l

2018 jaar

2019

2020

structurele kosten per 100 l

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 51

De vairabele kosten (voederkosten, sanitaire kosten, energiekosten en veeartskosten) zijn ondanks de hogere productie flink gestegen. De voederkosten vormen het grootste aandeel in de variabele kosten. De voederkost kennen een stijging van 11% per 100 l voornamelijk toe te schrijven aan een hogere krachtvoedergift en ruwvoederprijzen.


Groei door ontwikkeling De kengetallen weergegeven in het bedrijfseconomisch resultaat geven een beeld van het management. Kengetallen geven een zicht op wat voorbij is. Ze stellen de bedrijfsleider in staat om de kengetallen en management bij te sturen. De bedrijfsleider dient zich echter te behoeden voor tunnelvisie op zijn eigen bedrijfsresultaat en moet durven de cijfers vergelijken met de sectorgemiddelden. Zoals hierboven beschreven heeft de bedrijfsleider direct een impact op de variabele kosten en de opbrengsten ongeacht de marktprijzen en de kostprijzen. Deze impact dient zich prioritair te richten op de melkproductie. We gebruiken hiervoor Nederlandse cijfergegevens.

We gaan uit van een standaardbedrijf gebaseerd op 1000 geiten met een gemiddelde productie van 1100 kg melk/ geit/jaar. omschrijving

hoeveelheid

prijs

bedrag

1100 kg

0.68

753.00

verkoop foklammeren

8%

275

22.00

verkoop geiten

26%

20

5.20

opbrengst verkoop melk

totaal

780.20

variabele kosten voeder

301.00

stro

41.10

veekosten

28.00

energie

15.00

overige directe kosten

10.00

totaal

395.10

saldo per geit

385.10

Wanneer we deze cijfers omrekenen naar verschillende productieniveaus krijgen we volgend resultaat. productie

900

1100

1300

opbrengst

73.47

73.47

73.47

29.33

27.36

26.00

stro

3.74

3.74

3.74

veekosten

2.80

2.55

2.37

energie

1.67

1.36

1.15

overige directe kosten

1.11

0.91

0.77

totaal

38.65

35.92

34.03

saldo per 100kg melk

34.82

37.55

39.44

variabele kosten voeder

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 52

Bij een melkproductiestijging van 44%, van 900 liter naar 1300 liter, stijgt het saldo met 13%. Het saldostijging is lager dan vorig jaar.


Mestbalans realtime Voor (agrarische) ondernemers is tijd een kostbaar goed. Om onze klanten doorheen de verplichtingen van het mestdecreet te loodsen heeft VAC de “mestbalans in realtime” ontwikkeld. Op één pagina kan de klant een overzicht raadplegen van zijn bedrijf tov het mestdecreet en dit over de vier belangrijkste facetten van het decreet. 1. De mestbalans: is een overzicht van de beschikbare bemestingsruimte op een bepaald moment (realtime) 2. NER: geeft de benutting/overschrijding weer van het aantal NER 3. Vanggewassen: checkt het doelareaal met het geregistreerd areaal 4. Staalname stikstofanalyse: geeft weer hoeveel bodmestalen de klant dient te laten nemen. De mestbalans in realtime wordt geregeld geüpdated en steeds voor het einde van een bemestingsperiode zodat de klant de nodige bijsturingen kan uitvoeren. Raadpleegbaar op VACcent.

Mestbalans Realtime Naam: Datum van berekening:

Agro onderneming 26/04/2021

Mestbalans Fosfaat totaal -971,40

Dierlijke stikstof -1811,37

Werkzame Stikstof -4232,15

Fosfaat bemerkingen: Het eindtotaal van uw fosfaatverbruik bedraagt -971,4 kg. U heeft nog bemestingsruimte.

Stikstof bemerkingen: U heeft nog bemestingsruimte inzake dierlijke stikstof. U heeft nog bemestingsruimte inzake werkzame stikstof.

NER's:

-1785,77 (Beschikbaar - Productie)

U heeft voldoende NER ter beschikking.

Vanggewassen Doelareaal vanggewassen:

9,65 ha

Gerealiseerd vanggewas, zonder indiening inzaaiperiodes:

2,96 ha

Potentieel vanggewas, MITS indiening inzaaiperiodes:

7,44 ha

Totaal gerealiseerd areaal vanggewassen:

10,4 ha

U heeft het voorlopig doelareaal bereikt.

Aantal stalen verplichte stikstofanalyse U dient

0

bodemstalen te laten nemen voor stikstofanalyse.

Disclaimer: Deze mestbalans in realtime is gebaseerd op de beschikbare gegevens op datum van berekening, is van zuiver informatieve aard en niet bindend voor het VAC.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 53


VACcent in 10 vragen of hoe communiceert het VAC met jouw? VAC ontzorgt, jouw bedrijf ontwikkelt. En dat alles met de up to date managementtool voor jouw bedrijf. VACcent is ons digitaal platform ontwikkeld door het Vlaams Agrarisch Centrum. Hierbij komt zowel landbouwboekhouding als raadpleging bedrijfsdocumenten, informatie én borging samen. Kortom jouw persoonlijk klantendossier op ons digitaal platform, raadpleegbaar via PC, tablet of smartphone.

Log regelmatig in op jouw vaccent via www.vac.eu

Wat is VACcent? VACcent is ons digitaal platform waarbij én landbouwboekhouding én raadpleging bedrijfsdocumenten én informatie én borging samenkomt.

Is VACcent interessant voor mij? Vast en zeker! De VACcent-klant kan bijvoorbeeld tijdens het plaatsbezoek van de schattingscommissie op de smartphone de fotoplannen en de verzamelaanvraag raadplegen. Als VACcent-klant vind je in één opslag ons boekhoudprogramma VACwerk, jouw laatste berichten, de laatste nieuwsfeiten en jouw documenten terug.

Hoe weet ik of er een document is geplaatst? VACcent-klanten ontvangen een mail met de boodschap dat er een document is geplaatst met vermelding van het onderwerp.

Hoe werkt VACcent? Via onze website kan de VACcent-klant inloggen op zijn persoonlijke bedrijfspagina. Elke klant ontvangt een unieke login.

Wat indien ik mijn login niet meer weet? Een eenvoudig mailtje naar ons volstaat om jouw login te verkrijgen.

Hoe moet ik “borging” begrijpen?

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 54

Hierbij geven wij graag een voorbeeld: Momenteel worden VACcent-klanten die een verplicht nitraatresidustaal moeten nemen door VACcent geborgen. De percelen van de VACcent-klant zijn raadpleegbaar op VACcent. De klant wordt geïnformeerd over wat er te doen staat. Op 10 oktober worden de klanten gecontacteerd om te informeren naar de stand van zaken. Zo vermijd je een boete van € 150 per niet genomen staal.

Wat kost VACcent? VACcent is gratis voor klanten die genieten van een VAC-dienstverlening vanaf € 435 op jaarbasis en die lid zijn van het VAC.

Zijn er nog andere voordelen? VACcent klanten genieten van een weerkerende doorlichting naar de bestekoop energieleverancier.

Ik heb twee bedrijven. Heb ik dan twee logins? Keep it simple. Je krijgt één login voor één of meerdere bedrijven.

Kan ik zelf documenten opslaan op VACcent? Neen, enkel de beheerder archiveert de documenten.


VACwerk Dé bedrijfseconomische boekhouding Het VACwerk programma maakt integraal deel uit van ons digitaal platform VACcent

Het VACwerk ingaveprogramma

De klant kan op ieder tabblad in eigen bewoordingen commentaar toe voegen. Deze commentaar kan een geheugensteuntje zijn, of een aandachtspunt voor de adviseur of andere…. De klant kan vanuit ieder tabblad per mail een bericht sturen naar de dienst om een probleem of bemerking te melden. De dienst ziet vanuit welk tabblad de mail werd verstuurd zodat er snel en zelfs in realtime het probleem kan behandeld worden. Wanneer de klant oordeelt dat alle gegevens genoteerd zijn, sluit hij het boekjaar af waarna de dienst hiervan automatisch wordt geïnformeerd.

Hiermee slagen we erin, om binnen een respectabele termijn een resultatenrekening te bezorgen aan de klant.

Het algemene deel In het algemene deel wordt het teeltplan, de algemene kosten zoals onderhoud machines, onderhoud gebouwen, onderhoud trekker, pachten, huur, verzekeringen, begeleidingskosten, lidgelden, lonen van vaste werknemers, het aantal (familiale) volwaardige arbeidskrachten en de andere inkomsten en uitgaven genoteerd. Volgens weging van een bedrijfstak of volgens inzicht van de begeleider, worden deze kosten toebedeeld aan een bedrijfstak. Van de kredieten worden de jaarlijkse lasten, kapitaal en intrest genoteerd. De bestemming van deze kost is afhankelijk van de bestemming van het krediet.

Voor de energie heeft de klant keuze uit alle soorten vormen van energie. Hij kan deze bestemmen volgens bedrijfstak. De brandstofkosten voor ruwvoeders worden integraal opgenomen in de teeltkost en niet apart doorgerekend aan het rundvee.

De inventaris De inventaris is een overzicht van alle bezittingen en schulden van het bedrijf. De gebouwen, werktuigen, rechten enz. kunnen in eigen bewoordingen worden genoteerd. De klant beschikt over een keuzelijst van omschrijvingen met afschrijvingsduur en kan de investering toewijzen aan een bedrijfstak. Omdat de investeringen over een lange periode worden afgeschreven en dus bepalend zijn voor het resultaat, kan de klant zelf geen wijzigingen aanbrengen aan de bestaande investeringslijst. De investeringslijst wordt jaarlijks geüpdatet in samenspraak met de klant.

De teelten Alle teelten hebben dezelfde opbouw van ingave. Eigen benaming, teeltnaam, oppervlakte, categorie en bedrijfstak. De klant kan de gegevens per perceel of percelengroep registreren. Binnen de teelt worden de volgende gegevens genoteerd: › Kosten aan zaden en plantgoed, loonwerk en diverse teeltkosten › Fytoproducten (hoeveelheid en prijs) met een keuzelijst van de erkende middelen. Automatisch verschijnt soort, actieve stof en erkennningsnummer waardoor de klant tevens een registratie heeft voor het FAVV. De lijst van erkende middelen wordt geregeld geüpdatet. › Meststoffen, hoeveelheid en prijs (met een keuzelijst ) › De kosten aan arbeid worden gespecificeerd volgens handelingen aan de teelt (schoffelen-snoeien), oogst

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 55

Dankzij de verticale structuur is het VACwerk-ingaveprogramma toegankelijk vanop PC, laptop en smartphone. Het ingaveprogramma bevat vier componenten: het algemene deel, de inventaris, de teelten en de bedrijfstakken.


(plukken) en product (sorteren). › Het product kan worden verkocht (handel, veiling, korte keten) of verbruikt. Indien het product wordt verbruikt worden de aantallen toegewezen aan de bedrijfstak die het product verbruikt.

De bedrijfstakken De bedrijfstakken bestaan uit alle diersoorten, de korte keten en para-agrarische activiteiten. De klant kan de activiteiten activeren. Voor de diersoorten is de opbouw van de ingave identiek. De ingave start met de begin-en eindinventaris waarbij de

klant kan kiezen voor een eigen waardering of een centraal geregistreerde waardering. De verkoop bestaat uit de verkoop van dieren, dierproducten en specifieke inkomsten. De klant kan aanduiden of de verkoop geschiedt in het kader van de korte keten. De productiegegevens (geboorten en sterftes) worden geregistreerd. Via een controleknop kan de klant de veebeweging controleren. De kosten bestaan uit voeders (per soort en diersoort), veeartskosten, KI en specifieke kosten. Met de bedrijfstak “korte keten” kan de klant de kostprijs berekenen van het

product dat hij verkoopt in de korte keten. Bijvoorbeeld: Een klant verkoopt rundvlees op de hoeve. Het rund wordt boekhoudkundig verkocht tegen marktwaarde aan de korte keten. In de korte keten wordt deze waarde automatisch overgenomen als aankoop. Deze aankoopprijs wordt aangevuld met slacht- en versnijdingkosten, verpakkingsmateriaal, additieven enz... De investeringen (vb. koeltoog) worden afgeschreven in de korte keten. De klant krijgt een berekening van de omzetkosten en winst per eenheid (vb. kg) van het vlees. Para-agrarische activiteiten kunnen toevallige inkomsten zijn, of opbrengst – kosten van vb. zonnepanelen.

Het nut van een bedrijfseconomische boekhouding Ondanks de administratieve “over”-last op de bedrijven is het voeren van een bedrijfseconomische boekhouding noodzakelijk als managementtool om het bedrijf te runnen. Het totaal aan cijfergegevens geeft de klant het nodige inzicht om de bedrijfsvoering tijdig bij te sturen. De vork tussen de lage inkomensvormende

bedrijven en de hoge inkomensvormende bedrijven toont aan dat er nog rek zit in de bedrijfsvoering. Een degelijk advies op basis van correcte gegevens draagt bij tot inkomen verhogende ingrepen die ver de kostprijs van het boekhoudingadvies overstijgen. De bedrijfseconomische boekhouding dient als basis voor het opstellen

van een financieel plan, een ondernemingsplan en waardebepaling bij verkoop of overdracht van het bedrijf(stak). Tevens kan er op basis van de bedrijfseconomische boekhouding het fiscale statuut van het bedrijf geoptimaliseerd worden.

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 56


Bedrijfseconomisch resultaat Hoe is de rekening opgebouwd? ARBEIDSINKOMEN

BESCHIKBAAR INKOMEN per eenheid, ha, are, 100 kg, 100 l, dierenplaats

OMZET (+) + verkopen marktbare producten

+ andere inkomsten

+ verkopen marktbare producten

+ verkopen dieren

+vergoedingen

+ verkopen dieren

- aankopen dieren

+ subsidie

- aankopen dieren

+ gekoppelde steun

+ gekoppelde steun

- voorraadwijziging VARIABELE KOSTEN (-) voeders

voeders

zaden/planten

zaden/planten

meststoffen

meststoffen

fyto

fyto

andere teeltkosten

andere teeltkosten

veekosten

veekosten

veearts

veearts

loonwerk

loonwerk

energie

energie

seizoenarbeid

seizoenarbeid

bewaarkosten

bewaarkosten

verkoopkosten

verkoopkosten BRUTO-MARGE (=)

afschrijvingen

kapitaalaflossingen

rente

intresten

pacht

pacht

fictieve pacht grondlasten

grondlasten

onderhoud gebouwen

onderhoud gebouwen

onderhoud machines

onderhoud machines

algemene kosten

algemene onkosten

reguliere lonen

reguliere lonen

ARBEIDSINKOMEN (=)

BESCHIKBAAR INKOMEN (=)

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 57

STRUCTURELE KOSTEN


Het resultaat toegelicht De resulatenrekening van de landbouwbedrijfseconomische boekhouding is opgebouwd in drie delen, met name de financiële toestand van het bedrijf en per bedrijfstak, de economisch technische prestaties per teelt en bedrijfstak en de balans. De financiële rekening (totaal)

berekenen we de werkelijke financiële opbrengsten en kosten. De verschillen tussen beide kolommen zijn als volgt te verklaren:

De landbouwbedrijfseconomische boekhouding is naamloos. Er wordt enkel verwezen naar een intern dossiernummer welk is samengesteld uit drie letters (bedrijfstak en landbouwstreek) en 6 cijfers. (1)

Bij de opbrengsten wordt enkel rekening gehouden met de werkelijk verkoop. De aanwas en de inventarisverschillen worden hier niet mee opgenomen. Bij de variabele kosten wordt geen rekening gehouden met de voorraadverschillen.

De financiële rekening totaal geeft een overzicht van de omzet per bedrijfstak, de totale bruto-opbrengst, de variabele kosten en de structurele kosten.

De structurele kosten omvatten in deze kolom de betaalde algemene kosten, de kapitaalsaflossingen, de betaalde intresten op de schulden en de betaalde pacht.

De bruto-opbrengst is het resultaat van de verkoop (omzet) de aankoop dieren en de aanwas. Na aftrek van de variabele kosten en structurele kosten bekomen we het arbeidsinkomen (2). De structurele kosten omvatten de afschrijvingen, de berekende rentes de algemene kosten en de fictieve pacht. De rente wordt berekend op de boekwaarde van de gebouwen, werktuigen, rechten, vee, voorraden en het omlopend kapitaal. De rente bedraagt 3%.

Gemakshalve kun je besluiten dat wanneer het beschikbaar inkomen hoger is dan het arbeidsinkomen het bedrijf financieel gezond is. Echter dient de adviseur toe te kijken dat het bedrijf niet wordt geconsumeerd.

Bedrijfskenmerken Op het blad bedrijfskenmerken lezen we:

De fictieve pacht is de berekende pacht op de eigendommen. De fictieve pacht is vastgelegd op €380 per ha.

› Aantal VAK: is het aantal volwaardige arbeidskrachten op het bedrijf › Oppervlakte eigendom uitgedrukt per are

Deze toepassing stelt ons in staat het bedrijfsresultaat te vergelijken met andere bedrijven zonder rekening te moeten houden met het vermogen in eigendom.

› Oppervlakte pacht uitgedrukt per are › Totaal oppervlakte teeltplan: Het totaal oppervlakte teeltplan stelt de adviseur in staat om correcties aan te brengen aan de oppervlakte in pacht

In de kolom “beschikbaar inkomen” (3)

1

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 58

2

3

of eigendom. › Teeltplan in detail: Het teeltplan geeft een overzicht van de teelten en het aandeel per teelt in het teeltplan. Hiermee kan de adviseur aan de slag om het percentage pachtbelang manuaal aan te passen aan het teeltplan. › Verdeelsleutels: · Het berekeningsprogramma VACWERK voorziet om de bedrijfsbelangen en pachtbelangen automatisch te verdelen over de verschillende bedrijfstakken. De adviseur, die de bedrijfssituatie het best kan inschatten kan de verdeling manuaal aanpassen. · Investeringen die worden toegewezen aan een bedrijfstak worden enkel aan de ze bedrijfstak toegewezen. Investeringen toegewezen aan “algemeen” bijvoorbeeld een trekker en algemene kosten worden volgens “gewicht’ van de bedrijfstak automatisch volgens de verdeelsleutel toegewezen of deze wordt door de adviseur manuaal aangepast. › Betalingsrechten: het aantal aanwezige betalingsrechten. › Zoogkoeienquotum: het aantal aanwezige quotum. › NER: het aantal aanwezige NER.

Financiële ratio › Cashflow: Dit is de vrije ruimte om investeringen te doen ofwel om een bijkomende financiering aan te gaan. We berekenen volgens het principe van de vrije cashflow. Formule: arbeidsinkomen + afschrijvingen + rente + fictieve pacht – intresten › Besteedbaar inkomen: Is het deel van het inkomen dat kan besteed worden aan investeringen. Formule: cashflow - aanwending financiële middelen + nieuwe leningen › Aanwending financiële middelen: Is het bedrag dat werd besteed aan nieuwe investeringen en de financiering van de voorraadverschillen. Formule: aankoopbedrag nieuwe investeringen + voorraadverschillen › Moderniteitsgraad: Geeft een notie van de frequentie van investeringen. Formule: is verhouding tussen


huidige boekwaarde en de initiële waarde › Rendabiliteit: De rendabiliteit wordt berekend door de totale opbrengsten te delen door de totale kosten. De rendabiliteit geeft weer hoeveel opbrengsten men kan verkrijgen per 1 euro kosten.

besteed aan rentelasten. Formule: (netto bedrijfsresultaat + financiële opbrengsten)/financiële kosten) › Aflossingspercentage: Dit getal geeft weer hoe snel de kredieten worden afgelost. Best een getal boven de 8.

› EBITDA/omzet: Deze ratio geeft een indicatie van de rentabiliteit van een onderneming. Aan de hand van deze ratio wordt de verhouding tussen haar bedrijfsresultaat en haar omzet uitgedrukt. Hoe hoger deze ratio is, hoe rendabeler de onderneming is.

› Rendabiliteit van het totale vermogen: Geeft de vergoeding weer van de van het geïnvesteerd vermogen. Formule: arbeidsinkomen gedeeld door kapitaal in eigendom › Rendabiliteit van het eigen vermogen: Geeft de vergoeding weer van de van het geïnvesteerd eigen vermogen. Formule: arbeidsinkomen gedeeld door het eigen kapitaal › Rendabiliteit van het vreemde vermogen: Geeft de vergoeding weer van de van het geïnvesteerd vreemd vermogen. Formule: arbeidsinkomen gedeeld door het bankkapitaal › Solvabiliteitsgraad: Dit cijfer geeft de verhouding weer van het eigen vermogen op het totale vermogen. Formule: (eigen middelen/balanstotaal) x 100% › Operationele hefboom: geeft het operationeel risico weer › Schuldratio: Dit cijfer geeft de verhouding weer van het vreemd vermogen op het totale vermogen. › Omloopsnelheid: Een onderneming wil zo veel mogelijk opbrengsten realiseren met zo weinig mogelijk middelen. Het cijfer geeft weer wat de verhouding is tussen de totale opbrengsten en het totale vermogen. Formule: omloopsnelheid van de ingezette middelen=bedrijfsopbrengsten/(gemiddeld)balanstotaal

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 59

› Rentedekking: Dit getal geeft weer hoe zwaar de rentelasten drukken op het resultaat. Dit getal moet steeds boven de 1 zijn. Gelijk of lager dan 1 betekent dat alle middelen worden


Landbouwbarometer Gemiddelde prijzen landbouwgrond In de eerste helft van 2021 steeg de gemiddelde prijs per hectare van een landbouwgrond in ons land met +10,3%. Dat blijkt uit de nieuwe Landbouwbarometer van de Federatie van het Notariaat (Fednot). Naast de traditionele productiefactoren land, kapitaal en arbeid worden de secundaire productiefactoren, kennis, milieu en overheid steeds belangrijker. Een deel van het inkomen wordt bepaald door de relatie met de overheid (premie, kortingen en boetes) en investeringen en kosten om de milieudoelstellingen te behalen.

Reken daarbovenop de stijgende grondprijzen en er ontstaat een cocktail voor een stressverhogende situatie. Goede landbouwgrond is schaars en beperkt in aanbod. Dit resulteert in een forse stijging van de gronden waardoor ook beleggers "brood" zien in het investeren van landbouwgrond wat de

prijs verder de hoogte in jaagt. Hierdoor is de toegang tot landbouwgrond voor de modale agrarische ondernemer problematischer geworden.

BRON: NOTARIS.BE

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 60

Landbouwgronden België- gemiddelde prijzen en oppervlakte


Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 61

Landbouwgronden Vlaanderen - gemiddelde prijzen en oppervlakte


Landbouwgronden Wallonië - gemiddelde prijzen en oppervlakte

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 62


Rentabiliteits- en kostprijsanalyse 2016-2020 - 63


VAC KANTOOR Burgemeester Maenhautstraat 44E • 9820 Merelbeke tel. 09 252 59 19 • vac@vac.eu • www.vac.eu


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.